landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 15 A B X C D

Vergelijkbare documenten
landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 15 A B X C D

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 15 A B X C D

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 15 A B X C D

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 15 B C D

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 15 B C D

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 15 B C D

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB minitoets bij opdracht 11

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 13

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB minitoets bij opdracht 1

Examenopgaven VMBO-KB 2003

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB. minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB. minitoets bij opdracht 1

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

Eindexamen biologie vmbo gl/tl II

Auditieve oefeningen. Boek van de week: 1; De boerderij 2; De koe die in het water viel 3; 4;

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 1 A B X C D foto 1 foto 2

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Oefenvraagstukken genetica

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

landbouw-breed CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 15

X C D X C D. uiterlijke verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 8

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Examenopgaven VMBO-KB 2004

X C D X C D. uiterlijke verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 8

X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1

Paragraaf Homologe chromosomen

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 landbouw-breed CSPE KB minitoets bij opdracht 17

X C D X C D. verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 5

Level 1. Vul het juiste woord in

Bio-industrie. Wat is de bio-industrie? Om hoeveel dieren gaat het eigenlijk. De legbatterij

Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 groene ruimte CSPE KB minitoets bij opdracht 3

X C D X C D. uiterlijke verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 8

Correctievoorschrift examen VMBO-BB 2003

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

Spreekbeurtpakket - dieren op de boerderij voor de leerling

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-14-2-b

X C D X C D. uiterlijke verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 8

Correctievoorschrift VMBO-BB

Level 1. Vul het juiste woord in

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging CSE GL

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 landbouw-breed CSPE KB minitoets bij opdracht 4

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

landbouw- breed CSPE BB 2011 minitoets bij opdracht 7

Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE

X C D X C D. verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 5

De kinderen zochten zelf informatie op over de dieren die ze dagelijks verzorgen.

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt open teelten CSPE BB

Monohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34

STADSBOERDERIJ VOEREN VAN DIEREN

Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB

Antwoorden Biologie Thema 4

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 landbouw-breed CSPE BB minitoets bij opdracht 17

Man en vrouw vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

gaan de kinderen op ontdekkingstocht langs de verschillende dieren van de boerderij en beantwoorden hun eigen vragen.

Correctievoorschrift VMBO-GL

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

AAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa

handel en verkoop CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 9

Examen VMBO-GL versie blauw

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

leerkracht Bezoek aan de Stadsboerderij

Tabel 4 Diergebonden normen

handel en verkoop CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 9

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

X C D X C D. verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 5

Man en vrouw vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 landbouw-breed CSPE BB minitoets bij opdracht 4

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

X C D X C D. verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 12

handel en verkoop CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 9

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging CSE GL

verzorging CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 5 A B X C D Bij welke beperking hebben mensen dit hulpmiddel nodig?

Correctievoorschrift VMBO-BB 2004

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

Correctievoorschrift examen VMBO-GL 2003

Bijlage VMBO-GL en TL

WAAR TREK JE DE GRENS? Hoe zouden we landbouwdieren moeten behandelen?

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Transcriptie:

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren SPE KB minitoets bij opdracht 15 variant c Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). - Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3. (1) B B (2) X (3) B X B X 1p 1 Voor het uitrijden van mest gelden onderstaande regels. Zandgronden: Geen mest uitrijden van 1 september tot en met 31 januari. Klei- en veengrond: unne mest niet uitrijden van 16 september tot en met 31 januari; Vaste mest op bouwland geen uitrijverbod; Vaste mest op grasland niet uitrijden van 16 september tot en met 31 januari. e beheerder van een kinderboerderij wil de vaste mest van de dieren uitrijden over het grasland. e kinderboerderij ligt op een kleigrond. Op welke datum mag de beheerder de mest uitrijden? op 20 augustus B op 20 september op 20 november op 20 januari 1p 2 Op de kinderboerderij is een geit uit het weiland ontsnapt. Twee dagen later wordt de geit teruggevonden bij een boer in de buurt. Zij liep tussen de schapen van deze boer. e beheerder besluit om de geit eerst in quarantaine te plaatsen. Waarom is dit nodig? omdat de geit hierdoor weer langzaam aan de oude omgeving went B omdat de geit anders verstoten wordt door de andere geiten omdat de geit mogelijk een ziekte heeft opgelopen die besmettelijk is omdat er zo wordt voorkomen dat de schapen van de boer ziek worden 907-0951-b-PK-1-m7 1 lees verder

1p 3 In een stal zitten 15.000 kippen. Het gemiddelde legpercentage van deze kippen is 80% en het gemiddelde eigewicht is 63 gram. Hoeveel kg eieren worden er per dag gelegd door deze kippen? 1p 4 Baardagamen zijn reptielen die voorkomen in een groot gedeelte van ustralië. Ze leven meestal in savanneachtige streken en liggen graag op zonnige plaatsen zoals uitstekende takken en rotsen. Ze danken hun naam aan hun baard met lange stekelige schubben die ze op kunnen zetten. Op welke foto staat een baardagame? B E F 907-0951-b-PK-1-m7 2 lees verder

1p 5 Hieronder staat een tabel met de prijzen van varkens per kilogram geslacht gewicht. Prijzen in euro per kilo geslacht gewicht, 75-95 kg, inclusief btw. datum actuele prijs vorige prijs verschil Vion 05-05-09 1,41 1,38 0,03 Hilckmann 29-04-09 1,33 1,25 0,08 Van Rooi Meat 30-04-09 1,37 1,29 0,08 Wat leverde een varken met een geslacht gewicht van 94 kilogram op 5 mei 2009 bij Vion op? euro 1p 6 Zwarte vachtkleur, aangeduid met de hoofdletter B, is dominant over witte vachtkleur, aangeduid met de kleine letter b. Wanneer een fokzuivere zwarte kater wordt gekruist met een witte poes, zullen de kittens uit de F1 generatie een zwarte vacht krijgen. ouders zwarte kater witte poes geslachtscellen BB bb F1 generatie Bb Hoeveel procent van de kittens uit de F1 is fokzuiver en heeft een zwarte haarkleur? 0% B 25% 50% 75% E 100% 907-0951-b-PK-1-m7 3 lees verder

e draagtijd van een ooi is ongeveer vijf maanden min vijf dagen. Een schapenhouder plaatst op 1 oktober de ram bij een koppel ooien. Hij gebruikt de dekblokken: geel, rood en groen. Hij wisselt de dekblokken elke twee weken. aarnaast controleert hij zijn ooien elke dag en schrijft op wanneer hun achterwerk gekleurd is. eze gegevens gebruikt hij om de werpdatum te bepalen. Kalender 2008 en 2009 oktober november december week 40 41 42 43 44 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 M 6 13 20 27 3 10 17 24 1 8 15 22 29 7 14 21 28 4 11 18 25 2 9 16 23 30 W 1 8 15 22 29 5 12 19 26 3 10 17 24 31 2 9 16 23 30 6 13 20 27 4 11 18 25 V 3 10 17 24 31 7 14 21 28 5 12 19 26 Z 4 11 18 25 1 8 15 22 29 6 13 20 27 Z 5 12 19 26 2 9 16 23 30 7 14 21 28 januari februari maart week 1 2 3 4 5 5 6 7 8 9 9 10 11 12 13 14 M 5 12 19 26 2 9 16 23 2 9 16 23 30 6 13 20 27 3 10 17 24 3 10 17 24 31 W 7 14 21 28 4 11 18 25 4 11 18 25 1 8 15 22 29 5 12 19 26 5 12 19 26 V 2 9 16 23 30 6 13 20 27 6 13 20 27 Z 3 10 17 24 31 7 14 21 28 7 14 21 28 Z 4 11 18 25 1 8 15 22 1 8 15 22 29 april mei juni week 14 15 16 17 18 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 M 6 13 20 27 4 11 18 25 1 8 15 22 29 7 14 21 28 5 12 19 26 2 9 16 23 30 W 1 8 15 22 29 6 13 20 27 3 10 17 24 2 9 16 23 30 7 14 21 28 4 11 18 25 V 3 10 17 24 1 8 15 22 29 5 12 19 26 Z 4 11 18 25 2 9 16 23 30 6 13 20 27 Z 5 12 19 26 3 10 17 24 31 7 14 21 28 1p 7 Een ooi heeft op 8 oktober een geel achterwerk en op 26 oktober een rood achterwerk. Wat is de te verwachten werpdatum van deze ooi? 3 maart B 21 maart 26 maart 3 april E 21 april 907-0951-b-PK-1-m7 4 lees verder

In onderstaande afbeelding is schematisch weergeven hoe het kloningsproces van het schaap olly is uitgevoerd. e geboorte van olly Van lichaamscel tot schaap 1p 8 Welk proces werd tijdens het klonen van olly uitgevoerd? embryosplitsing B kerntransplantatie Kunstmatige Inseminatie meristeemkweek 1p 9 Bij het ontstaan van olly waren vier moeders betrokken. moeder 1: de donormoeder moeder 2: levert onbevruchte eicel moeder 3: de draagmoeder van olly moeder 4: de zoogmoeder van olly Uit welke moeder zijn de erfelijke eigenschappen van olly ontstaan? moeder 1 B moeder 2 moeder 3 moeder 4 907-0951-b-PK-1-m7 5 lees verder

1p 10 olly kreeg tot twee keer toe op een natuurlijke manier nakomelingen. Na haar eerste dracht werd Bonnie geboren. (zie foto) Na een latere dracht werden nog eens vier lammeren geboren. Welke voorspelling over het geslacht van deze vier lammeren is juist? alle lammeren zijn van het vrouwelijke geslacht B het geslacht is vooraf niet te voorspellen twee van de lammeren zijn vrouwelijk en twee mannelijk alle lammeren zijn van hetzelfde geslacht 1p 11 Virussen zijn ongevoelig voor antibiotica. Toch krijgt een dier met een virusinfectie vaak antibiotica toegediend. Waarom wordt dit gedaan? Omdat het misschien toch werkt. Baat het niet, het schaadt ook niet. B Omdat antibiotica het dier versterken. Omdat het verzwakte dier zeer vatbaar wordt voor bacteriën. Omdat antibiotica de vermeerdering van het virus afremmen. Op een kinderboerderij is een groot hok van 2 meter breed en 3 meter lang. Hierin worden 15 konijnen gehouden. Naast water en konijnenkorrel krijgen de dieren regelmatig groenteresten gevoerd. Het hok wordt ingestrooid met stro. Eén keer per week wordt het hele hok uitgemest. 1p 12 Wat is de gemiddelde oppervlakte per konijn? m 2 1p 13 Bij het uitmesten is er in het hele hok een laag mest van 0,5 dm aanwezig. In een kruiwagen gaat 70 dm 3 mest. Hoeveel keer moet je MINIML met de kruiwagen naar de mestvaalt voordat het hele hok leeg is? 907-0951-b-PK-1-m7 6 lees verder

e Europese Unie (EU) heeft een zware stempel gedrukt op de ontwikkeling van de landbouw in Europa en dus ook op de melkveehouderij in Nederland. In de jaren zeventig stond de uitbreiding van de melkproductie door middel van subsidies centraal. In de jaren tachtig en negentig drukte vooral de superheffing een stempel op de ontwikkeling van de melkveehouderij. Bij de invoering in 1986 legde de superheffing een plafond op de totale melkproductie per EU-land. In onderstaande tabel zijn een aantal ontwikkelingen in de Nederlandse melkveehouderij te zien van 1980 tot 2004. jaar aantal bedrijven met melkkoeien aantal koeien productie (x 1.000 ton) aantal koeien per bedrijf melkproductie per bedrijf (kg) melkproductie per koe (kg) 1980 67.107 2.356.000 11.851 35,1 176.000 5.030 1985 57.995 2.367.000 12.525 40,8 216.000 5.292 1990 46.977 1.878.000 11.273 40,0 240.000 6.003 1995 37.465 1.708.000 11.294 45,6 301.000 6.612 2000 29.467 1.503.000 10.966 51,0 372.413 7.296 2004 24.332 1.460.000 10.826 60,0 448.151 7.415 1p 14 Hieronder staan vier beweringen over de ontwikkeling in de Nederlandse melkveehouderij tussen 1980 en 2004. Zijn de beweringen juist of onjuist? Kies de juiste vakjes. juist onjuist Het aantal koeien is toegenomen. Het aantal koeien per bedrijf is afgenomen. e melkproductie per koe is afgenomen. e melkproductie per bedrijf is toegenomen. 1p 15 Het jaar 1980 wordt op 100% gesteld. Met welk percentage is het aantal bedrijven dan afgenomen tussen 1980 en 1990? 907-0951-b-PK-1-m7* 7 lees verder einde