landbouw- breed CSPE BB 2011 minitoets bij opdracht 7

Transcriptie

1 landbouw- breed CSPE BB 2011 minitoets bij opdracht 7 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3. (1) A A A B B B (2) X (3) B X C C X C D D D 1p 1 Een inkoper heeft een partij perkplanten gekocht. De inkoopprijs is 0,20 per plant. Het gehanteerde opslagpercentage is 150%. Wat is de verkoopprijs per stuk van deze perkplanten?... 1p 2 In de economie worden bedrijven ingedeeld in economische sectoren. 1 primaire sector (voedsel, grondstoffen) 2 secundaire sector (industrie) 3 tertiaire sector (commerciële dienstverlening) 4 quartaire sector (niet-commerciële dienstverlening) Bij welke economische sector hoort de vleesafdeling in de supermarkt? A bij de primaire sector B bij de secundaire sector C bij de tertiaire sector D bij de quartaire sector PB-0986-b-11-1-m1 1 lees verder

2 1p 3 Men heeft onderzocht waarom kampeerders kiezen voor boerderijcampings. Aan het onderzoek deden 800 campinggasten mee. De resultaten van het onderzoek staan in de tabel. reden voor kamperen op de boerderij percentage campinggasten 1 verblijven in de natuur 39% 2 fietsen en wandelen 28% 3 rust en ontspanning 19% 4 gastvrijheid 14% Hoeveel campinggasten uit dit onderzoek kiezen voor kamperen op de boerderij met als reden fietsen en wandelen?... campinggasten 1p 4 In het distributieschema staat de verdeling van verse groenten en fruit (G+F) in Nederland in Distributieschema verse groenten en fruit in Nederland in 2008 (x 1 miljoen kilo) groenten 70 fruit 85 import groenten 1050 fruit 3230 totaal 4280 groenten 97 fruit 881 grootverbruik/ foodservice totaal G+F 330 groenten 883 fruit 2264 industrie groenten 508 fruit 136 totaal 644 export groenten 3700 fruit 2600 totaal 6300 binnenland groenten 889 fruit 1079 totaal 1968 groenten 2817 fruit 336 groenten 438 fruit 51 productie groenten 4047 fruit 600 totaal 4647 groenten 792 fruit 213 detailhandel totaal G+F 1638 Waar gaan volgens het distibutieschema de meeste groenten (in kg) naartoe? A naar het binnenland B naar de export C naar de industrie D naar de import PB-0986-b-11-1-m1 2 lees verder

3 1p 5 In het cirkeldiagram staan verkooppercentages van groenten en fruit in verschillende verkooppunten in de detailhandel. markt groenten 5% fruit 11% totaal 8% boerderijwinkel groenten 4% fruit 5% totaal 5% groentewinkel groenten 5% fruit 6% totaal 5% supermarkt groenten 86% fruit 78% totaal 82% Welk van deze verkooppunten verkoopt volgens het diagram het meeste fruit? A boerderijwinkel B groentewinkel C markt D supermarkt PB-0986-b-11-1-m1 3 lees verder

4 1p 6 Op een kassabon staat informatie over de winkel en over de aankopen van de klant. Op deze kassabon staat achter ieder stukje informatie een lijn en een cijfer. Landwinkel De Kopermolen Waasdam Waterkantseweg VA Waasdam (0413) Ruilen binnen 8 dagen op vertoon van uw kassabon (kerstartikelen kunnen na 20 december 2 niet meer geruild worden) AANT OMSCHRIJVING PRIJS BEDRAG BTW hangmand grn 30 2,79 8,37 3 cm inlegvel kokos 1,39 4, subtotaal 12, totaal 12,54 CONTANT 12,60 4 CONTANT Wisselgeld - 0,06 Btw-code 2 = 19% 2,00 Omzet 10,54 1 Marieke Hermans :07: Kijk voor onze activiteiten op 8 info@deboer.cspe.nl dinsdag: u 9 vrijdag: u zaterdag: u PB-0986-b-11-1-m1 4 lees verder

5 Hieronder staat informatie die staat op deze kassabon. Welk cijfer op de kassabon hoort bij de volgende informatie? op welke manier de klant heeft betaald door wie de klant is geholpen de artikelen die de klant heeft gekocht p 7 Anne werkt in een landwinkel. Een klant vraagt aan Anne of ze 2,- kan wisselen. Wat betekent geld wisselen? A een artikel van 2,- afrekenen en wisselgeld terugkrijgen B een artikel van 2,- met pin betalen C muntstukken of biljetten voor hetzelfde bedrag omruilen D muntstukken of biljetten voor een ander bedrag omruilen 1p 8 In het diagram staat het aantal melkkoeien in Nederland en het gemiddelde aantal koeien per bedrijf in de jaren in miljoen stuks 1, ,54 aantal per bedrijf 1, ,50 1,48 1, ,44 1, ,40 1, ,36 1, legenda: jaar melkkoeien gemiddeld aantal per bedrijf Hieronder staan beweringen over het diagram. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is. Het gemiddelde aantal melkkoeien per bedrijf neemt tussen 2001 en 2006 toe. Het aantal melkkoeien neemt tussen 2001 en 2006 toe. juist onjuist PB-0986-b-11-1-m1 5 lees verder

6 1p 9 Sanne werkt in een bloemenwinkel. Een klant bestelt voor haar vriendin een bloemstuk. Het bloemstuk moet bij de vriendin worden bezorgd. Wat moet zeker wel op de bestelbon staan en wat hoeft niet op de bestelbon te staan? het btw-bedrag de prijs van het bloemstuk verzorgingstips wel niet 1p 10 In de landwinkel waar Erica werkt, worden zelfgemaakte salades verkocht. Erica moet 4 kilogram groenten voor een rauwkostsalade snijden. De samenstelling van de rauwkostsalade is: 50 % wittekool 25 % wortels 12,5% rode paprika 10 % groene paprika 2,5% prei Hoeveel gram wittekool moet Erica in deze salade doen?... gram 1p 11 Een klant bestelt een boeket bloemen in een bloemenwinkel. De winkelbediende wil graag de NAW-gegevens van de klant weten. Wat zijn de NAW-gegevens? A de datum en de tijd waarop het boeket bezorgd moet worden B naam, adres en woonplaats van de klant C de bank en het bankrekeningnummer van de klant D welke bloemen de klant in het boeket wil PB-0986-b-11-1-m1 6 lees verder

7 1p 12 De economische omvang van agrarische bedrijven wordt uitgedrukt in Nederlandse grootte-eenheden (Nge). In het diagram staat per provincie het percentage bedrijven van verschillende omvang. % Groningen Friesland Drenthe legenda: > 500 Nge Nge Nge 3-40 Nge Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Hoeveel procent van de bedrijven in de provincie Gelderland heeft een economische bedrijfsomvang van 3-40 Nge? A ongeveer 45% B ongeveer 47% C ongeveer 52% D ongeveer 55% PB-0986-b-11-1-m1* 7 lees verder einde