Compressor 3.5 Essential Training Lynda.com cursus door Jeff I. Greenberg Februari 2011
Inhoudsopgave! 1! Compressie - basisbeginselen! 1 1.2! De achtergrond van compressie! 1 1.2! Compressie en transcoding! 2 1.3! Compressie-terminologie: codecs, CBR, VBR! 2 1.4! Soorten codecs: Camera, Post en Distributie! 2 2! De workflow (Hoe krijg je materiaal in Compressor)! 3 2.1! Materiaal van Final Cut Pro in Compressor invoeren! 3 2.2! Footage naar binnen halen uit Motion of QuickTime! 4 3! Het gebruiken van Compressor! 4 3.1! Interface en algemene werkwijze! 4 3.2! Meegeleverde lay-outs en persoonlijke instellingen! 5 3.3! Het verschil tussen een Batch en een Job! 6 3.4! Compressor sjablonen gebruiken! 6 3.5! De Inspector gebruiken! 7 3.6! Een ʻDestinationʼ kiezen! 8 3.7! Compressor settings en codecs gebruiken! 8 3.8! Een job aanbieden (ʻSubmittingʼ)! 9 4! Compressor aanpassen (ʻcustomizingʼ)! 9 4.1! Slim gebruik maken van het Preview-venster! 9 4.2! Markers plaatsen voor DVD authoring en QuickTime bestanden! 11 4.3! Je eigen instellingen maken (klant-dvd met watermerk)! 11 4.4! Je eigen Destinations instellen (FTP of idisk)! 12 4.5! Bouw je eigen sjablonen! 13 4.6! Preferences! 14 5! Transcoding! 14 5.1! Wat is transcoding en waar moet je op letten! 14 5.2! HD down-conversie (HD SD)! 15 5.3! SD up-conversie (SD HD)! 15 5.4! HD cross-conversie (HD HD)! 15 6! Productie voor Internet! 16 6.1! Compressie voor Internet (downloaden vs. streamen)! 16 6.2! Afmetingen voor Internet! 17 6.3! De juiste snelheden (data rates) kiezen voor Internet! 17 6.4! Algemene tips voor compressie! 18 7! Productie voor hardware! 18 7.1! Compressie-regels voor DVD! 18 7.2! Met Compressor MPEG-2ʼs maken voor DVD! 19 7.3! DVDʼs maken rechtstreeks vanuit Compressor! 20 7.4! Verschillen met Blu-ray compressie! 21 7.5! Vanuit Compressor H.264ʼs maken voor Blu-ray! 21 7.6! Blu-ray DVDʼs maken vanuit Compressor! 22 8! Apple apparaten! 23 8.1! Beperkingen voor/bij apparaten van Apple! 23 8.2! H.264 bestanden voor iphone en ipod! 23 8.3! H.264 bestanden voor AppleTV! 24 9! Podcasts en Video/Webcasts! 24 9.1! Voordelen van AAC t.o.v. MPS bij podcasting! 24 9.2! Hoofdstukken en illustraties toevoegen aan een podcast! 25 9.3! Comprimeren voor video/webcasts! 25 10! Productie voor andere doelen! 26 10.1! MPEG-1 voor iedereen! 26 10.2! QuickTime comprimeren voor Keynote! 26 10.3! QuickTime comprimeren voor PowerPoint! 27 blz Februari 2011! i
11! Droplets! 28 11.1! Droplets gebruiken! 28 11.2! Je eigen droplet maken! 29 12! Wat is nieuw in Compressor 3.5! 30 12.1! Job actions aanmaken! 30 12.2! Batch sjablonen en Blu-ray maken! 31 12.3! Auto Detection feature voor instellingen! 31 12.4! Droplet feature is ge-update! 31 Februari 2011! ii
1! Compressie - basisbeginselen 1.2! De achtergrond van compressie Er zijn 3 essentiële aspecten die je moet weten: - Beeldafmetingen; - Aantal beelden per seconde; - Data rate. In Compressor is een deel van deze informatie te vinden in de Inspector (onder het kopje Video), maar veel meer dan de beeldafmetingen en het aantal beelden per seconde wordt daar niet vermeld. In Final Cut Pro wordt het venster Item Properties opgeroepen d.m.v. de shortcut cmd+9 of rechtsklikken. De gegevens hebben betrekking op de op dat moment geselecteerde clip. Tonen van deze gegevens voor de sequence gebeurt met de shortcut cmd+0 of via het Sequence-icoon op de Toolbar: er verschijnt dan een ander venster: Sequence Settings. In Motion worden gegevens als volgt getoond: klik op een clip in het venster linksonder, en de informatie wordt getoond boven in het File Browser venster. Februari 2011! 1
1.2! Compressie en transcoding Er zijn in feite 2 soorten compressie: - Transcoding: het omzetten van het ene bewerkbare (ʻeditableʼ) format in het andere. Daarbij wordt de grootte ervan niet merkbaar aangepast, zodat we in staat zijn om het betreffende bestand te bewerken. Voorbeelden zijn: - omzetten van de ene soort High-Definition bestand in een andere, bijv. van 1080 naar 720 of omgekeerd; - z.g. up-and-down conversion, bijv. van HD naar SD, zodat je er ook op een minder krachtige machine mee kunt werken; - omzetten van NTSC naar PAL, of andersom, etc. - Encoding: het comprimeren van grote bestanden in kleinere. Compressor heeft een aantal ingebouwde instellingen om bestanden gereed te maken voor distributie, bijvoorbeeld voor: - Apple apparaten: ipod, iphone, AppleTV; - voor het web. - In al deze gevallen worden grote bestanden gereduceerd in afmetingen. 1.3! Compressie-terminologie: codecs, CBR, VBR - Een codec is een compressie-/decompressie-algoritme; - Er zijn 2 soorten compressie: - losless: er wordt geen informatie weggegooid (voorbeeld in tekstbewerking e.d.: ZIP); - lossy: dit is de wijze waarop veel video wordt gecomprimeerd, o.a. MPEG-2, DVC Pro 25, ProRes, etc. - Constant Bit Rate (CBR) versus Variable Bit Rate (VBR): - Een voorbeeld van CBR is de Animation codec, een vroeger vaak gebruikte codec voor videoediting. - CBR gebruikt alleen I-frames; dit zijn volledige bestanden met alle informatie. - Codecs zoals MPEG-2 gebruiken VBR. Hierbij worden, behalve I- frames, ook B- en P-frames (z.g. Delta-frames) gebruikt, waarin alleen de wijzigingen binnen het beeld worden aangegeven. Deze beelden bevatten dus niet de volledige informatie, waardoor ze minder geschikt zijn voor editen. - Vanwege de reductie in bestandsgrootte is VBR vooral geschikt voor het gereed maken van bestanden voor distributie. 1.4! Soorten codecs: Camera, Post en Distributie Het is belangrijk onderscheid te maken tussen 3 belangrijke typen codecs: - Camera codecs: Letterlijk de wijze waarop er in de camera wordt opgenomen, bijv. DVC Pro 25, DV NTSC of DVD Pro HD. Dit zijn CBR codecs die alleen uit I-frames bestaan, en waarin elk beeld dus alle informatie bevat. De beelden zijn weliswaar gecomprimeerd, maar geoptimaliseerd voor real-time opname m.b.v. een camera. Februari 2011! 2
- Post codecs: bijv. de ProRes codec van Apple. Dit resulteert in gecomprimeerde high-definition beelden die we zonder al teveel moeite in Final Cut Pro kunnen bewerken. De codec werkt uitstekend, en kan een alfa-kanaal hebben. Een andere codec die in het verleden vaak is gebruikt, is de Animation codec. Deze was overigens geschikter voor compositing, en minder voor editing. - Distributie codecs: Voor dit soort codecs wordt Compressor met name gebruikt. Deze codecs worden gebruikt voor materiaal dat via Internet wordt verspreid, of bedoeld is voor Apple-apparaten als ipod, iphone, etc. De resulterende bestanden zijn zeer klein in vergelijking met het origineel. Zij moeten echter NIET worden gebruikt als het basismateriaal voor editing of post-production! Andere bekende soorten distributie-codecs zijn: - MPEG-1; - MPEG-2; - MPEG-4 (Een speciale versie hiervan is H.264. H-264 werkt ook met Blu-ray discs en met de nu achterhaalde HD-DVDʼs); - Flash en WMV. (Compressor kan deze niet zelf aanmaken. Gebruik hiervoor het programma Episode Pro, van Telestream) 2! De workflow (Hoe krijg je materiaal in Compressor) 2.1! Materiaal van Final Cut Pro in Compressor invoeren Dit kan op 3 verschillende manieren: a. Via het commando Send To Compressor; b. Als een QuickTime reference movie; c. Als een Quick-Time full movie. Welke optie ook wordt gekozen, maak eerst een kopie van de sequence! - Maak een bin aan met de naam Exports; - Dupliceer de sequence en voeg de datum en naam van de klant toe aan de naam van de sequence; - Sleep het duplicaat naar de Exports bin, en gebruik dat voor Compressor. Methode a: - Kies, in de Toolbar van Final Cut Pro File > Send To Compressor; - Het voordeel van deze methode is dat, in plaats van eerst te renderen in de Tijdlijn van FCP, en vervolgens comprimeren, Compressor het renderen naar het uiteindelijke bestandsformaat direct doet tijdens het comprimeren. Niet0gecomprimeerde bestanden zoals Motion-bestanden en titels behoeven dus niet eerst omgezet te worden in ProRes, en blijven zo lang mogelijk ongecomprimeerd totdat de uiteindelijke compressie plaatsvindt. Methode b: - Kies, in de Toolbar van Final Cut Pro File > Export QuickTime Movie (Kies NIET Using QuickTime Conversion!); - N.B. Het kan zijn dat er een waarschuwing verschijnt dat SmoothCam nog niet klaar is met het analyseren van de het bestand. Kies er dan voor om deze analyse eerst af te ronden; - Kies de plaats waar het bestand moet worden opgeslagen (in het voorbeeld is dat de Desktop; in de parktijk wordt aangeraden dit op de media schijf te doen; - Haal het vinkje weg bij Make movie self-contained, om zo een QuickTime referentie-bestand te maken: - Klik op Save; - De QuickTime referentie-video verschijnt na renderen op de Desktop (in dit geval), met de oorspronkelijke naam, gevolgd door _ref.mov Het is een betrekkelijk klein bestand, waarvan het grootste gedeelte bovendien bestaat uit het audio-gedeelte; - Het bestand kan nu op 2 manieren in Compressor worden ingebracht: - Sleep het naar het Dock, en laat het vallen op het Compressor-icoon; - Klik in Compressor op het icoontje Add File in de toolbar en kies het bestand vanaf de Desktop. Februari 2011! 3
Methode c: - Deze methode is vrijwel identiek aan methode b, zij het dat niet met een referentie-bestand wordt gewerkt, maar met een volledige QuickTime-video; - Laat het vinkje staan bij Make movie self-contained, om zo een volledige (self-contained) QuickTime-video te maken. Dit heeft weinig zin als Compressor op hetzelfde systeem staat als FCP (in dat geval bespaart methode b zowel tijd als HDD-ruimte), maar is essentieel als het comprimeren bijv. op een andere locatie gebeurt. In dat geval moeten alle bronbestanden sowieso worden meegestuurd, zodat van ruimtebesparing geen sprake kan zijn. Het is dan verreweg het eenvoudigst om een self-contained QuickTime-video te sturen voor compressie; - Klik op Save; - Invoeren in Compressor gaat om dezelfde wijze als bij methode b. 2.2! Footage naar binnen halen uit Motion of QuickTime Het binnenhalen van materiaal uit Motion of QuickTIme gaat op identieke wijze, aangezien het in beide gevallen als een QuickTime-video wordt beschouwd. - Sleep een QuickTime-bestand (.mov) naar Compressor en laat het vallen in het daarvoor bestemde venster; - Idem voor een Motion-bestand (.motn); - Een andere optie is om in de Toolbar van Compressor te kiezen voor de optie Add File (icoontje links boven) en zo de bestanden binnen te halen. 3! Het gebruiken van Compressor 3.1! Interface en algemene werkwijze De interface van Compressor omvat: - Batch venster (linksboven). In dit geval is materiaal uit Final Cut Pro al ingevoerd, getuige het FCP-icoontje links in de job; - Settings en Destinations venster, onder het Batch venster; - Inspector venster, rechts ernaast. Als binnen Compressor ergens op wordt geklikt, wordt dat onderdeel meteen ook getoond in de Inspector; - Preview venster, rechtsboven. Hierin kan materiaal worden bekeken, markers worden gecontroleerd of geplaatst, en In- en Uit-punten worden gezet; - History venster, onder het preview venster. Het gebruik van Compressor is, als een te comprimeren bestand eenmaal is ingevoerd, een 3-stappen proces: - Stap 1: Sleep een Setting (instelling) vanuit het Settings-venster naar het Batch-venster. In het voorbeeld dat een instelling betreffende H.264 voor een ipod; Februari 2011! 4
- Stap 2: Stel de Destination in (die stond als default op Source), in dit geval: voer in: Desktop; - Stap 3: Klik op de knop Submit. Er verschijnt nu een nieuw venster; - Voer een geschikte naam en en klik weer op Submit. - Compressor start nu de verwerking, waarvan de voortgang wordt getoond in het History venster: - Klik, om meer details te zien, op de knop Batch Monitor rechts boven het Batch venster ; - Kies in het Batch Monitor venster This Computer, en de voortgang wordt getoond: 3.2! Meegeleverde lay-outs en persoonlijke instellingen Er zijn 5 lay-outs die in Compressor voorgeprogrammeerd zijn: - 3 Batch lay-outs, en - 2 Standard lay-outs - De standard lay-outs hebben de opbouw als getoond onder 3.1 hierboven. - De batch lay-outs (zie volgende blz.) hebben een opbouw die maximale ruimte geeft aan het Batch-venster. De overige vensters kunnen worden opgeroepen m.b.v. de shortcuts cmd+1 t/m cmd+4. Februari 2011! 5
Batch lay-out indeling - De afmetingen en plaats van de individuele vensters kunnen naar eigen smaak worden aangepast, en deze lay-out vervolgens opgeslagen m.b.v. Window > Save Layout ; - In het dan verschijnende venster moet de Lay-out een naam worden gegeven; - Deze verschijn tin het vervolg bij Window > Layouts ; - De Toolbar boven het Batch-venster kan worden gepersonaliseerd door rechtsklikken > Customize Toolbar en vervolgens aanpassen m.b.v. Drag & Drop; - Er kan een keuze worden gemaakt uit 3 wijzen van vertonen: Icons, Text Only en Icon & Text. 3.3! Het verschil tussen een Batch en een Job - Een Batch is de verzameling van jobs die in het Batch-venster staan. In het voorbeeld van de Batch lay-out hierboven staat er een enkele Job in de Batch; - Een Job is het geheel binnen een blauwe band. Deze heeft betrekking op één film: in het voorbeeld: Running the Sahara; - Je kunt een enkele Setting naar een Job slepen, of een hele folder met Settings, waarbij voor elk van de Settings desgewenst een andere Destination kan worden opgegeven: sleep de gewenste Destination vanuit het Destinations-venster naar het midden van de betreffende (smalle) blauwe band. - Het voorbeeld hierboven is één Job met 2 Targets (elk met een Setting/instelling en een Destination - in dit geval: Desktop). 3.4! Compressor sjablonen gebruiken Een van de nieuwe features in Compressor 3.5 is de mogelijkheid om sjablonen te gebruiken: - Kies File > New Batch from Template - Er verschijnt een venster met 7 mogelijkheden, waarvan we in dit geval de optie Create Blu-ray aanklikken; - Klik vervolgens op Choose; Februari 2011! 6
- Er verschijnt nu een venster met een z.g. drop well links, waarin de footage moet worden gedropt. Je kunt op deze well klikken en uit het drop-down menu dat dan verschijnt een bestand kiezen. - Een andere optie is Copy/Paste gebruiken om een bestand van een anderebatch hierheen te kopiëren. - Klik op de Job Action tab van de Inspector en alle instellingen (in dit geval voor de Blu-ray disk) worden getoond; - Klik op Submit om de compressie te starten. Het mooie van deze sjablonen is dat ze allemaal voor de meest gangbare toepassingen zijn ʻvoorgebakkenʼ en klaar zijn om te gebruiken. 3.5! De Inspector gebruiken De Inspector geeft context-afhankelijke informatie, afhankelijk van waarop je klikt in Compressor: een job, setting, destination, etc. - Als je op een job klikt, kun je onder de Job Action tab van de Inspector kiezen uit een aantal acties die gebruik maken ven de beschikbare sjablonen, als hierboven aangegeven. Februari 2011! 7
- Als je op een Setting klikt, verschijnen er 6 tabs in het Inspector-venster: - Summary - Encoding - Frame Controls - Filters - Geometry - Actions - Elke tab geeft specifieke detailinformatie over het betreffende onderdeel. 3.6! Een ʻDestinationʼ kiezen - Compressor heeft 4 voorgeprogrammeerde ʻDestinationsʼ, beginnend bij de minst gebruikelijke: - Cluster storage (in geval er batterijen computers worden ingeschakeld voor de compressie); - Desktop; - Source; - Userʼs Movies Folders. - Een Destination kan op 2 manieren aan een Job of Target worden toegewezen: - Verslepen van de Destination naar de Job in het Batch-venster; - Rechtsklikken op het middenveld van een JOb/Target en vervolgens kiezen voor Destination en kiezen uit het drop-down menu. - In het geval van meer dan één Target kun je er een aantal (of alle) selecteren en de gehele selectie dezelfde Destination toewijzen. 3.7! Compressor settings en codecs gebruiken Compressor heeft een aantal ingebouwde Settings: In totaal zijn er 3 ½ keuzen mogelijk: - Hardware-gerelateerde settings, bijv. voor DVD, ipod, iphone, AppleTV; - DVD settings zijn er in 3 verschillende typen, die de maximale duur van alle assets bij elkaar aangeven: 90, 120 en 150 minuten. De genoemde waarden zijn maxima die NIET kunnen worden overschreden: Een batch van 93 minuten past dus nooit op een 90-minuten setting; - Verder zijn er 2 groepen settings: - Best Quality (2-pass VBR), en - Fastest Encode (1-pass VBR); - 2-pass VBR geeft met name voor de 150-min. optie veel betere resultaten, dus in het algemeen is het aan te raden om te kiezen voor Best Quality. - Transcoding settings. Transcoding opties staan onder Other Workflows > Advanced Format conversions. - Onder Apple codecs staat, naast de thans veel gebruikte Apple Prores, ook het oudere AIC HD. Het gebruik daarvan wordt echter niet meer aangeraden. - Settings voor Internet toepassingen; - In sommige gevallen moet een heel specifiek formaat worden gebruikt, voor een bepaald doel. - Het is mogelijk om MPEG-1 op een DVD te zetten; de kwaliteit is echter vrij slecht. Daarentegen gaat er erg veel op een enkele DVD. - HD.DVD settings zijn nu achterhaald. - Onder Other Workflow zijn er settings voor: - Mobile Devices; - Web (met name QuickTime 6 en QuickTime 7); - Web > Streaming voor werken vanaf een streaming server; - Web > Download groep: - QuickTime 6 compatibel (maakt gebruik van MPEG-4 format); - QuickTime 7 compatibel (maakt gebruik van H.264 format, ook wel bekend als MPEG-4 layer 10); - De verschillende vermelde instellingen hebben te maken met de snelheid van de internetaansluiting; - YouTube instellingen zijn nieuw in deze versie van Compressor. Februari 2011! 8
- Er is nog één speciale groep: Formats, te gebruiken als een specifieke codec moet worden gebruikt, bijv. een MPEG-2 Program Stream (waarin audio en video geïntegreerd zitten, i.p.v. als 2 aparte ʻElementary streamsʼ zoals bij DVD gebruikelijk is). 3.8! Een job aanbieden (ʻSubmittingʼ) Het comprimeren van bestanden gebeurt op de achtergrond, en niet door Compressor zelf. - De voortgang wordt getoond in het History venster, met meer informatie in de Batch Monitor; - Klik op de i achter de voortgangs-ʻthermometerʼ en er verschijnt een apart Info venster, met een Status tab en Log tab: Terwijl het comprimeren aan de gang is, kan Compressor worden afgesloten (Druk op Save als daarom wordt gevraagd). De Batch Monitor blijft actief en toont de voortgang, maar kan desgewenst worden afgesloten zonder dat dat het comprimeren zelf beïnvloedt. 4! Compressor aanpassen (ʻcustomizingʼ) 4.1! Slim gebruik maken van het Preview-venster Een van de meest onderschatte vensters in Compressor is het Preview-venster. Het stelt je in staat om je werk te voorbeschouwen, In- en Uitpunten en markers te plaatsen, en op en aantal andere manieren de workflow te optimaliseren. - Algemeen: - Als je op een Target in het Batch-venster klikt, zie je in het Preview-venster het oorspronkelijke beeld met een rood kader eromheen, dat ook werkt als een cropping box. - Klikken op het linker icoon rechtsboven in het venster toont het oorspronkelijke beeld; - Klikken op het rechter icoon toont het uiteindelijke beeld; - Het percentage midden bovenin het venster toont het zoom-percentage. - Gebruik als hulpmiddel bij het testen van instellingen binnen Compressor: - Laad een Job met materiaal, en kies daaruit een representatief, druk, gedeelte; Februari 2011! 9
- Zet een In- en Uit-punt zodanig dat niet meer dan 10-30 seconden film is afgebakend, zodat het testen van verschillende soorten compressie op dat stukje relatief weinig tijd kost; - Dupliceer de Job m.b.v. rechtsklik+copy en rechtsklik+paste; - Het resultaat zijn 2 identieke jobs. Klik nu op de onderste van de twee jobs; - Klik op de Encoding icoon in de Inspector (2 e van links); - Pas de instellingen van deze Job aan (gebruik een andere combinatie van instellingen die je wilt uittesten); - Klik op Submit en beide jobs worden gecodeerd. Gezien het korte fragment dat was gekozen, kost dit nauwelijks tijd, waardoor het veel gemakkelijker wordt een aantal alternatieven te testen dan wanneer de gehele film telkens zou moeten worden gecodeerd. - Toepassen van filters: - Een van de mogelijkheden van het Preview-venster is het gebruiken van filters: - Selecteer in de Inspector, onder de Video tab, het Filters icoon, en kies Gamma Correction. Dit filter geeft de mogelijkheid om de middentonen lichter of donkerder te maken zonder de Blacks of Whites aan te passen. Een hogere waarde bij Gamma Correction betekent een donkerder beeld; - De resultaten van het toegepaste filter zijn zichtbaar in het rechter deel van het rood omkaderde venster. Eventueel kan de verticale scheidslijn tussen de twee helften zijdelings worden verschoven om het effect op een groter gedeelte van het beeld te kunnen bekijken. - Geometrie: - Croppen van het beeld is mogelijk op 2 manieren: - Verslepen van de randen van het rode kader: - Invoeren van numerieke gegevens in de Inspector; - Het eindresultaat wordt in het Preview-venster getoond na klikken op het meest rechtse icoon bovenin het venster. Februari 2011! 10
4.2! Markers plaatsen voor DVD authoring en QuickTime bestanden Er zijn twee relevante soorten markers: - Chapter markers; - Compression markers, of Edit/Cut markers (feitelijk identiek). - Plaats een marker in Final Cut Pro m.b.v. de toets m. Klik nogmaals op m om het Edit Marker menu te openen: - Kies voor Chapter marker, en voer een naam in; - Klik op OK; (N.B. Een Compression marker wordt af en toe gebruikt om het invoegen van I- frames te forceren, i.p.v. de sterk gecomprimeerde B- en P-frames. Dit gebeurt met name in video-fragmenten met veel beweging. Voor Compression markers is de naam volstrekt onbelangrijk; het enige belangrijke is het feit dat er een Compression marker is geplaatst.) - Rechtsklik op de Sequence in de Browser van FCP, en kies Send To Compressor; - Compressor opent, en de geplaatste markers zijn onmiddellijk zichtbaar in het Preview-venster rechtsboven. - Ook in Compressor zelf kunnen markers worden geplaatst, via het drop-down menu onder het icoon rechts naast de ʻscrubber barʼ, of d.m.v. dezelfde toets m en vervolgens met de shortcut cmd+e om het type marker te veranderen. - Ook Podcast markers en Edit/Cut markers kunnen hier worden ingesteld; - Edit/Cut markers zijn qua functie identiek aan Compression markers, en worden door FCP gegenereerd om Compressor aan te geven waar I-frames nodig zijn; - Ze zijn normaliter niet zichtbaar (het zijn er vaak een groot aantal, waardoor her overzicht verloren dreigt te gaan), maar kunnen desgewenst zichtbaar gemaakt worden via hetzelfde drop-down menu. - Als het materiaal afkomstig is van een ander video-bewerkingsprogramma, of van QuickTime, zijn er geen Compression of Edit/Cut markers, en moet Compressor e.e.a. on-the-fly zelf uitzoeken. - Markers kunnen worden binnengehaald via een z.g. marker list: een tab-delimited.txt-bestand, met per regel een tijdcode, een tab, en een hoofdstuk-titel; - Kies Import Chapter List uit het al enkele keren genoemde drop-down menu, om deze hoofdstuk markers in Compressor in de geselecteerde film in te voeren. Als je in Compressor of in DVD Studio Pro een DVD wilt maken, worden al die hoofdstukken automatisch getoond. 4.3! Je eigen instellingen maken (klant-dvd met watermerk) Als je je eigen instellingen (ʻSettingsʼ) wilt maken, zijn er 3 mogelijke wijzen van aanpak: - Begin bij het begin, met een kale instelling, en pas die aan. Het bezwaar hiervan is dat je wel het een en ander moet weten van de individuele formats; - Gebruik een Apple setting en pas die aan. Apple heeft een aantal Settings (instellingen) waarin al van alles is geregeld: - Gebruik bijvoorbeeld uit de DVD-groep een bepaalde instelling, zeg: DVD: Best Quality 90 minutes; - Je kunt er dan voor kiezen om ofwel de gehele folder te dupliceren en aan te passen, of dat slechts te doen voor een specifieke Setting binnen die folder; - Sleep een Apple Setting naar een job in het Batch-venster, pas e.e.a daar aan en sla die instellingen dan op; - Sleep de aan te passen Setting naar de Job/Target in het Batch-venster (in dit voorbeeld: MPEG-2 6.2 Mbps 2-pass); - Pas de instellingen aan. In dit voorbeeld gebruiken we een watermerk en veranderen we de instellingen naar een lage kwaliteit met hoge codeersnelheid, met als doel het informeren van de klant, en niet een hoge kwaliteit van het eindproduct. Februari 2011! 11
- Klik, onder het Encoder icoon in de Inspector, op de Quality tab; - De kwaliteit staat standaard op Two-pass VBR Best, maar in dit geval wordt gekozen voor de snelste en kwalitatief minste optie: One pass CBR, met een Average Bit Rate ingesteld op 3.5 Mbps en Motion Estimation: Good; - Selecteer de Filters tab; - Vink de optie Watermark aan, klik op de knop Choose onderin het venster, en kies het watermerk-bestand uit het Finder-venster; - Klik in het veld achter Positions: om aan te geven waar het watermerk moet komen te staan; - Pas de grootte van het watermerk aan m.b.v. de Scale-slider; - Pas de zichtbaarheid aan m.b.v. de Alpha-slider. - Vink de optie Text Overlay aan; - Voer de tekst in (in het voorbeeld: For approval only); - Stel de positie in m.b.v. Position: - Kies de tekstkleur. - Klik op Save As onderin het Inspector venster (in het voorbeeld: CBR MPEG-2 Client approval Watermark; - Klik op Save. - Deze Setting is nu zichtbaar in het Settings venster onder de categorie Custom; - Als je op die Setting klikt, verschijnen beschrijving en samenvatting in het Inspector-venster, onder de naam CBR MPEG-2 Client approval Watermark; - Als je op het Setting-gedeelte in de geselecteerde job klikt, verschijnt e.e.a. in de Inspector onder Name: Selected Target; - De Inspector verandert dus, afhankelijk van wat je selecteert: de Job, of de gloednieuwe Custom Setting. - Verander desgewenst de omschrijving van de Setting onder Description: bijv. in MPEG-2-3.5 Mks Watermarked; - Kies op Save onderin de Inspector om deze aanpassingen op te slaan. 4.4! Je eigen Destinations instellen (FTP of idisk) In je workflow gebruik je niet altijd de Destinations van Apple. - Als je bovenin het Destinations venster klikt op de knop, verschijnen er 2 opties: Local... en Remote - Jeff Greenberg maakt meestal folders aan op basis van wat voor bestanden hij gaat maken, dus bijv.: - Kies Local ; - Klik op New Folder, en geef die de naam ipod and phone; - Klik op Create; - Idem voor een folder DVD mpegs; - Klik op de DVD mpegs folder en op Open; - De folder verschijnt nu in de Inspector (zie rechts); - Het wordt sterk aanbevolen om tenminste de datum en instellingen aan de naam van de bestanden te laten toevoegen: - Klik op het teken met de 2 driehoekjes boven elkaar in het venster Output Filename Template: en kies voor Append Date en Append Setting Name (zie hiernaast); - Je weet dan in elk geval wanneer de film is gemaakt en welke instellingen er in Compressor bij zijn gebruikt. Februari 2011! 12
Iets anders wat Jeff Greenberg altijd doet, is het materiaal ook op afstand ergens heen sturen: - Kies de Remote optie; - Er kan nu worden gekozen uit ftp en idisk. Voor ftp moeten instellingen door de netbeheerder worden opgegeven of aangepast; wij gaan hier uit van het gebruik van idisk; - Selecteer de optie idisk; - Vul de relevante velden in en klik op OK. - Op deze manier kun je Destinations naar eigen voorkeur van te voren gereed maken, zodat je er, als je klaar bent met je werk, direct heen kunt navigeren via Target > Destination [kies uit je eigen Destinations]. 4.5! Bouw je eigen sjablonen Een van de nieuwe mogelijkheden binnen Compressor 3.5 is het maken van je eigen sjablonen. - Begin met een bepaalde Job/Target in het Batch-venster; - Sleep een setting (bijv. de Custom setting aangemaakt in sectie 4.3) naar deze Target/Job; - Klik op de tab Job Action in het Inspector venster: - Kies (in dit voorbeeld) Create DVD; - Kies voor Disk Template: (in dit geval) White i.p.v. Black; - Voer een titel in (hier: Create DVD); - Kies: File > Save As Template, vul naam en omschrijving in in het venster en klik op OK. - Sluit de Batch (gebruik de optie Donʼt Save). Februari 2011! 13
Gebruik het nieuwe sjabloon: - Kies File > New Batch from Tenmplate - Bij de al bestaande sjablonen is het zojuist gemaakte er rechts onderaan bijgekomen. Als je erop klikt, worden details van de instellingen getoond in het info-venster eronder. - Klik op Choose en de job verschijnt in het Batch-venster, helemaal voorbereid. Alleen moet het materiaal nog in de drop well links worden geplaatst; - Druk op de knop Submit om de compressie te starten. 4.6! Preferences Onder Compressor > Preferences is er een lijst met instellingen, met als Default settings: none en als Default Destination: None ingevuld; verder niets. Het is mogelijk om folders vol instellingen te maken, met bijvoorbeeld: - als default Setting een van de Apple settings of een eigen Custom setting; - met een specifieke folder op de media-schijf als default Destination; - met desgewenst Email adres en Outgoing Mail Server ingevuld, zodat je jezelf eventueel een notification kunt e- mailen (zie onder de Actions tab in de Inspector). Voer in elk geval een specifieke Setting en een specifieke Destination in! 5! Transcoding 5.1! Wat is transcoding en waar moet je op letten Bij transcoding neem je een format en transformeert dat in een ander format, dat bijv. beter past bij de rest van je materiaal (ʻfootageʼ). Een voorbeeld is het geval dat er 2 cameraʼs met verschillende instellingen zijn gebruikt bij een opname. Je kunt die weliswaar samen in Final Cut gebruiken, maar het verdient aanbeveling om van tevoren een van de codecs om te zetten naar de andere via transcoding. Het materiaal speelt dan sneller en gemakkelijker af en ook Final Cut werkt dan beter. Er zijn 3 richtlijnen voor transcoding: - Houd de framerate constant, of je nu bezig bent met cross-conversion, up- of down-conversion. Dus alles 29.999 fps eventueel in combinatie met HD in de smaak 60 (of 25 fps met HD 50); - Probeer bij cross-conversion zoveel mogelijk dezelfde frame size aan te houden; - Als je al gaat mixen, of als je een van de Apple ProRes codecs gaat gebruike, neem dan een codec met een hogere datarate dan het originele bronmateriaal, zodat er geen extra compressie-stap nodig is. Als in de Inspector onder de Encoder tab op Video Settings: klikt, en in het dan verschijnende venster op Compression Type: verschijnt er een afschrikwekkende lijst met codecs. VAn meest naar minst gecomprimeerde zijn de hoofdgroepen: - HDV: de meest gecomprimeerde vorm van HD, samen met AVCHD (een H.264 variant). Als je HDV-materiaal hebt, overweeg dan om dat over te zetten naar DVCPRO HD of naar Apple ProRes (niet de Proxy variant); - XDCAM is qua compressie vergelijkbaar met HDV en AVCHD; - DVCPRO HD is een I-frame codes; goed om te bewerken, maar als je het met ander materiaal moet mengen, is het overzetten naar ProRes waarschijnlijk beter. Februari 2011! 14
Er zijn 5 versies van Appleʼs ProRes: - van ProRes 422 (Proxy) (de laagste, meest gecomprimeerde), via - ProRes 422 (LT) dat vooral ontworpen is voor nieuwsdiensten, naar - ProRes 422 Dit kwam met FinalCutPro 6, en is goed voor wel ander gecomprimeerd format dan ook (HDV, AVCHD, XDCAM, etc.) Dit is de bread-and-butter codec van Apple; - ProRes 422 (HQ) wordt aanbevolen wanneer je met hogere kwaliteit werkt, bijv. HDCamSR. N.B. XDCamEX werkt met ongeveer 35 Mbps, DVCPRO HD met ongeveer 100 Mbps, en volledig ongecomprimeerde HD met tot 600 Mbps en meer. Apple ProRes422 (HQ) is een goed alternatief voor die zeer hoogwaardige formats; - Tenslotte is er Apple ProRes 4444, vaak gebruikt voor RED of een van de andere frame-based cameraʼs. 5.2! HD down-conversie (HD SD) De werkwijze is als volgt: - Breng het HD-bestand in het Batch-venster van Compressor; - Selecteer een van de Standard Definition format conversies: - Kies onder Settings: Apple > Other Workflows > Advanced Format Conversions > Standard Definition en kies het gewenste output format (in het voorbeeld: DV NTSC); - Er zijn daarbij een paar zaken die wellicht moeten worden aangepast. - Klik in de Inspector op de Geometry tab (2 e van rechts). Zonder verdere aanpassing maakt Compressor van het HDbestand een Anamorphic 16x9 DV bestand. Er zijn echter 2 manieren om er - indien gewenst - een 4x3 bestand van te maken: - De ʻbrievenbusʼ-optie (of: padding): - Klik in de Inspector, onder Output Image Inset (Padding) op Custom: en kies voor Preserve Source Aspect Ratio; - Er verschijnen nu zwarte banden boven en onder het beeld, dat in totaal een 4x3 ratio heeft. - De optie ʻcenter cutʼ waarbij de volle hoogte van het oorspronkelijke beeld behouden wordt, maar de breedte van het oorspronkelijke materiaal zodanig wordt ge-cropt dat het totale beeld past binnen een 4x3 frame: - Kies onder Source Inset (Cropping) voor de optie Crop to: 4x3 1.33:1; - Je ziet dan een cropping guide (rood kader) in de verhouding 4x3 om de middelste sectie van het beeld; - Zet onder Padding: Preserve Source Aspect Ratio terug om het juiste beeld te zien. 5.3! SD up-conversie (SD HD) Als je SD-bestanden wilt mixen met HD-materiaal is het meestal het beste deze bestanden van te voren te converteren in HD-bestanden: - Breng het SD-bestand in het Batch-venster van Compressor; - Kies onder Settings: Apple > Other Workflows > Advanced Format Conversions > High Definition en kies het gewenste output format (in het voorbeeld is de clip 30 fps, en we kiezen DVCPRO HD 1080i60); - Het oorspronkelijke 4X3 materiaal moet nu nog worden opgerekt naar 16x9; - Klik in de Inspector op de Geometry tab en kies onder Padding: de optie Preserve Source Aspect Ratio; - Er verschijnen nu zwarte banden links en rechts van het beeld. 5.4! HD cross-conversie (HD HD) Soms is het nodig een cross-conversie uit te voeren van het ene HD-format naar het andere, bijvoorbeeld als je HDV of DVCPRO HD moet invoegen in een ProRes sequence. - Breng de HD-clip in het Batch-venster van Compressor; - Apple heeft ProRes formats onder Apple > Formats > QuickTIme (bijv. Apple PRoRes 422 in diverse soorten), maar deze hebben het probleem dat ze de ʻsizingʼ niet altijd goed instellen; - Kies daarom onder Settings: Apple > Other Workflows > Advanced Format Conversions > High Definition en kies (in dit geval) HD Uncompressed 10-bit 1080i60 (het onderhavige bestand is een 1080-clip), want Apple heeft geen voorbeeld van ProRes voor precies deze afmetingen; Februari 2011! 15
- Klik in de Encoder tab van de Inspector op Settings:, en kies uit de lijst onder Compression Types: de optie Apple ProRes 422 - of eventueel Apple ProRes 422 (HQ); - Vink, als het materiaal interlaced is (wat hier inderdaad het geval is) links onder, onder Compressor, het hokje Interlaced aan. (N.B. Alle interlaced HD is Top field first, de default setting, dus deze hoeft niet te worden gewijzigd); - Klik op OK. Ga eventueel een stap verder, en sla deze Setting op: - Klik op Save As rechtsonder in het Inspector-venster; - Noem de Setting bijv. 1080 30i ProRes; - Klik op Save. 6! Productie voor Internet 6.1! Compressie voor Internet (downloaden vs. streamen) Voor video op Internet heeft Apple een paar behoorlijke ʻvoorgebakkenʼ instellingen: - Kies Settings > Apple > Other Workflows > Web; - Hieronder zitten 2 belangrijke groepen instellingen: - Download; - Streaming. Deze opties hebben een z.g. hinting file, opgebouwd in QuickTime. Dit is echter alleen zinvol als je beschikt over een streaming server, wat bij de meeste mensen niet het geval zal zijn. - Onder de (Streaming en) Download instellingen is er een serie instellingen die compatibel is met QuickTime 6 en een die compatibel is met QuickTime 7; - De QuickTime 6 bestanden zijn iets meer compatibel, omdat de meeste ervan MPEG-4 bestanden zijn; daarnaast is er MPEG-1 dat werkelijk overal mee compatibel is; Februari 2011! 16
- De QuickTime 7 bestanden zijn allemaal H.264, wat op dit moment de sterkste codec voor het web lijkt te zijn. Ze zijn opgezet ronde bepaalde ʻpipe sizesʼ: de snelheid van de Internet-aansluiting; - 300 Kbps (eventueel 800 Kbps) waarschijnlijk een goede keuze om mee te beginnen als je je eigen werk op Internet wilt zetten; - Hogere getallen, en met name de LAN-optie, vereisen een zo hoge data rate dat ze een zeer groot gedeelte van de bandbreedte in beslag nemen, àls je al over een voldoend snelle aansluiting zou beschikken; - Verder is er de groep Web Videocast; - Dit betreft een veel hogere data rate: 1000 Kbps. (Houd er rekening mee dat de afspeelsnelheid van YouTube ligt tussen 300 Kbps en 800 Kbps); - Ze resulteren zeker in veel forser bestanden dan de H. 264 800Kbps for high bandwidth connections, en zijn met name bedoeld voor videocasts, die vaak een stream recording zijn. - Tenslotte is er Appleʼs kant-en-klare optie voor YouTube sharing. Dit is een H.264 bestand van enorme afmetingen, bedoeld voor upload naar YouTube om zo de hoogst mogelijke kwaliteit te garanderen, zodat je video er na compressie op de servers van youtube zo goed mogelijk uitziet. 6.2! Afmetingen voor Internet Video voor Internet heeft het grote probleem dat, in tegenstelling tot video voor specifieke doelen zoals broadcast, ipod, e.d. waarbij alle instellingen strak bepaald zijn, bij video voor Internet alles kan. Het originele bestand in het voorbeeld is 720x486, met z.g. ʻsquare display boundsʼ (853x486), merkwaardige getallen doordat de pixels niet vierkant zijn. - Ter illustratie nemen we uit de de Download groep twee QuickTime 7-compatibele instellingen: 300Kbps en 800Kbps, en slepen beide naar de Job in het Batch venster; - Als je op de 300Kbps-versie klikt laat de Geometry tab in de Inspector onder Frame size zien: Up to 428x240. Deze keuze is gebaseerd op wat heel dicht ligt bij de optie 50% of source, een optie waarbij elke groep van 4 pixels in het origineel wordt vervangen door één pixel, en dus een heel goede soort compressie. Helaas zou de bij 50% of source behorende beeldgrootte 427x243 bedragen, en oneven getallen blijken in de praktijk duidelijk minder goed te werken v.w.b. de compressie-algoritmen dan even getallen. De gekozen instelling van 428x240 is dus zo slecht nog niet; - Op analoge wijze laat de 800Kbps-setting zien dat de keuze (Up to 854x480) heel dicht ligt bij de oorspronkelijke 853x486. Hierbij zijn de pixels volledig vierkant (pixel ratio = 1.0000). Het zou in dit geval mogelijk zijn geweest te kiezen voor de optie 100% of source, maar dat zou geresulteerd hebben in een vreemde pixel ratio; - Als je kiest voor een Custom 16:9 setting, wordt er een formaat van 853x479 pixels gekozen, bij volledig vierkante pixels. Als je nu de breedte of hoogte verandert, verandert de andere waarde mee, bij vierkant blijvende pixels (pixel ratio = 1.0000); - In het algemeen geldt: hoe groter de data rate, hoe groter de afmetingen van je video-bestand; - Let dus goed op 2 factoren: de pre-set data rates en de pre-set afmetingen, en pas van daaruit aan. 6.3! De juiste snelheden (data rates) kiezen voor Internet Een belangrijke overweging bij het gereedmaken van materiaal voor Internet is hoe groot de ʻdata pipeʼ voor je gebruikers moet zijn om e.e.a. te bekijken. - Als je kijkt onder Download > Quicktime 7 compatible geeft Apple een aantal instellingen: - Deze beginnen met 40 Kbps, bedoeld voor een 56-k modem. Dit is een sterk gecomprimeerd bestand, dat er dus meestal niet al te best uitziet; - Idem voor 100 Kbps, 2x de snelheid van een dial-up aansluiting; - Pas vanaf 300 Kbps begint het materiaal ergens op te lijken (Dit was de oorspronkelijke YouTube instelling); - 800 Kbps ziet er behoorlijk uit; de afmetingen zijn ongeveer hetzelfde als bij SD, zodat er weinig op geen up/ down-scaling nodig zal zijn. - Als je de optimale snelheid wilt bepalen, ga dan als volgt te werk: - Begin met een setting als H.264 300Kbps en sleep deze op een Job in het Batch-venster; - Maak er een 2 e versie van: Februari 2011! 17