Dienst Water en Milieu Aan: Geofox-Lexmond B.V. t.a.v. de heer ing. A.R. uit de Bosch Postbus 143 2410 AC Bodegraven Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 10 augustus 2005 Sector Bodemsanering / Vergunningen en Handhaving (ketenbeheer) Nummer 2005WEM003331i Referentie M. Kwakkelstein Uw brief van 14 april, 20 mei en 1 juni 2005 Doorkiesnummer 030-258 2056 Uw nummer 20041006_b1BRF Faxnummer 030 2583042 Bijlage 2 E-mailadres Monica.Kwakkelstein@provincieutrecht.nl Onderwerp Tussentijdse beoordeling evaluatierapport bodemsanering Hoofdweg 3 te Zegveld, UT0632/00116 Geachte heer Uit de Bosch, Op 15 april jl. ontvingen wij van u, namens uw opdrachtgever de gemeente Woerden een brief (kenmerk 20041006_b1BRF) met het verzoek om de grondwatersanering op de locatie Hoofdweg 3 te Zegveld af te ronden. Op ons verzoek is vervolgens op 20 mei 2005 de rapportage van de tussenevaluatie van de grondsanering toegezonden (versie 1, mei 2005) en aanvullende informatie betreffende de grondwatersanering op bovenstaande locatie (kenmerk 20041006_d1BRF, d.d. 1 juni 2005). In deze brief is een voorlopige beoordeling van de tot op heden beschikbare informatie opgenomen. De definitieve beoordeling over de sanering vindt plaats na afronding van de grondwatersanering. Over onze tussentijdse beoordeling van de in uw opdracht uitgevoerde sanering, berichten wij u als volgt. Saneringsplan en beschikking Op 26 april 2004 zond ons college een beschikking (kenmerk: 2004WEM001798i) naar aanleiding van de melding van de gemeente Woerden van bodemverontreiniging op locatie Hoofdweg 3, kadastraal bekend gemeente Zegveld, sectie G, nummers 801, 802 en 853. In die beschikking stemden wij, onder toevoeging van enkele voorwaarden, in met uw saneringsplan (januari 2004). Het plan heeft als doel: het zodanig wegnemen van de risico s als gevolg van bodemverontreiniging, dat de locatie geschikt is voor de functie bebouwing en verharding. In de beschikking is onderscheid gemaakt tussen de grondsanering en de grondwatersanering.
Grondsanering De omvang van de grondverontreiniging is in het nader onderzoek niet volledig vastgesteld. Uit technisch en financieel oogpunt is het niet haalbaar om alle verontreinigde grond te verwijderen. Derhalve wordt volstaan met het verwijderen van de sterk verontreinigde grond tussen de bebouwing en de Hoofdweg, waarbij de interventiewaarde als terugsaneerwaarde wordt gehanteerd. Aanvulling van de ontgraving dient plaats te vinden met (gecertificeerd) niet verontreinigde grond. Tevens is in de beschikking opgenomen dat na afronding van de grondsanering de omvang van de restverontreiniging in de grond moet worden vastgesteld. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de verontreiniging afkomstig van het voormalige tankstation en de verontreiniging, die mogelijk afkomstig is van het funderingsmateriaal onder de Hoofdweg. In de rapportage van het verkennend bodem- en funderingsonderzoek ter plaatse van de Hoofdweg (rapport 01.22742/AB, maart 2002) staat in hoofdstuk 2 (vooronderzoek) vermeld dat in een voorgaand onderzoek uit oktober 1998 ter plaatse van Hoofdweg 3 verontreinigingen met olieproducten zijn aangetroffen die zijn verspreid tot onder (en tot aan de overkant van) de Hoofdweg. Dit bevestigt ons vermoeden dat het om een restverontreiniging gaat waarvan de bron zich waarschijnlijk op het perceel Hoofdweg 3 bevindt. Grondwatersanering Conform hetgeen in het saneringsplan en de beschikking is opgenomen, wordt voor de grondwatersanering de streefwaarde als terugsaneerwaarde gehanteerd. De grondwatersanering kan worden afgerond als uit twee bemonsteringsronden blijkt dat in zowel het effluent als in de grondwatermonsters uit de controlepeilbuizen geen minerale olie en/of vluchtige aromaten meer aanwezig zijn. Nazorg en monitoring Nadat de actieve grondwatersanering is beëindigd, dient monitoring van het grondwater plaats te vinden om eventuele nalevering van de restverontreiniging richting het grondwater vast te kunnen stellen. Het hiervoor benodigde nazorgplan kan in het evaluatierapport van de grondwatersanering worden opgenomen. Tussen-evaluatie bodemsanering (grondsanering) Na afronding van de grondsanering is een evaluatierapport opgesteld. Dit betreft een tussenevaluatie waarin met name de afgeronde grondsanering wordt beschreven. Uit deze tussenevaluatie maken wij het volgende op: - op 23 maart 2004 heeft u ons per fax laten weten dat de sanering op 30 maart 2004 zal starten; - de ontgravingswerkzaamheden zijn uitgevoerd op 9 tot 20 april 2004; - de ondergrondse tanks zijn vrijgegraven, gereinigd en afgevoerd door Van Uffelen Recycling in Zutphen (kopieën KIWA-certificaten zijn niet toegevoegd); - in totaal is 589,82 ton met olie verontreinigde grond afgevoerd naar Alpha B.V. in Wilnis; - op de putbodem zijn twee horizontale drains aangebracht voor de grondwatersanering. De drains zijn aangesloten op pompputten; - van de putwanden en putbodem zijn controlemonsters genomen, deze zijn geanalyseerd op minerale olie en vluchtige aromaten; Briefnummer: 2005WEM003331i UT0632/00116 2
- in de putwandmonsters W1 t/m W4 en W7 en de putbodemmonsters B1 en B3 zijn licht verhoogde concentraties minerale olie achtergebleven. In de overige controlemonsters zijn geen verhoogde waarden gemeten. Grondwatersanering Op grond van de door u op gestelde rapportage van de tussenevaluatie (mei 2005) en de briefrapportages van 14 april 2005 en 1 juni 2005 maken wij het volgende op: - de grondwatersanering is gestart op 20 maart 2004; - in de periode van 13 juli 2004 tot 14 maart 2005 is het effluent elf keer bemonsterd; - analyseresultaten van het effluent zijn niet compleet aangeleverd. De analyseresultaten tot 8 december 2004 zijn, zonder toetsing, weergegeven in bijlage 3 van de rapportage van de tussenevaluatie. In de briefrapportage van 1 juni 2005 staat een overzicht van de bemonsteringsdata, maar ontbreken de analyseresultaten; - in de controlepeilbuis direct langs rijweg van de Hoofdweg achter het foliescherm (CPB4) worden, tijdens alle bemonsteringsronden sterk verhoogde concentraties minerale olie en vluchtige aromaten gemeten. Het betreft met name vluchtige olie, benzeen, xylenen en naftaleen, wat er op wijst dat de verontreiniging afkomstig is van het voormalige tankstation aan de Hoofdweg 3 en niet veroorzaakt wordt door de funderingslaag van de weg. - in de laatste bemonsteringsronde zijn in twee controlepeilbuizen (CPB1 en CPB2) nog licht verhoogde concentraties vluchtige aromaten aangetoond. In tegenstelling tot wat wordt aangegeven in de briefrapportage van 14 april 2005, voldoet dit niet aan de terugsaneerwaarde voor het grondwater (streefwaarde), zoals vastgesteld in de beschikking. Inmetingen hoogtebouten Om eventuele zettingen tijdens de sanering te kunnen vaststellen is zowel in het saneringsplan als in de beschikking opgenomen dat voorafgaand aan de sanering hoogtebouten worden aangebracht in de gevels van enkele panden en/of de weg. In het evaluatierapport van de grondsanering is hierover niets vermeld. Ervan uitgaande dat deze bouten zijn aangebracht en ingemeten ten opzichte van NAP verzoeken we u deze informatie alsnog aan te leveren. Conclusie Op grond van de bovenstaande bevindingen ten aanzien van de grondsanering trekken wij de volgende conclusies: - de ontgraving van de matig tot sterk verontreinigde grond tussen de bebouwing en de Hoofdweg is conform saneringsplan uitgevoerd. De controlemonsters laten zien dat de in het saneringsplan aangegeven terugsaneerwaarden voor de grond zijn bereikt. - niet duidelijk is of alle ontgraven grond ook daadwerkelijk is afgevoerd, of dat een deel van de (zintuiglijk) schone grond tijdelijk in depot is gezet en later is teruggeplaatst; - niet bekend is hoeveel schone grond is aangevoerd om de ontgravingsput aan te vullen; - conform hetgeen is vastgesteld in de beschikking dient de omvang van de restverontreiniging in de grond te worden vastgesteld, waarbij aandacht dient te worden besteed aan de herkomst van de verontreiniging (tankstation of funderingsmateriaal onder de Hoofdweg); Briefnummer: 2005WEM003331i UT0632/00116 3
Op grond van de bovenstaande bevindingen worden ten aanzien van de grondwatersanering de volgende conclusies getrokken: - Het is waarschijnlijk dat de sterk verhoogde concentraties minerale olie en aromaten, gemeten in controlepeilbuis CPB4 direct langs de rijweg van de Hoofdweg, (grotendeels) afkomstig zijn van de voormalige bedrijfsactiviteiten aan de Hoofdweg 3 en niet van het funderingsmateriaal onder de weg. De grondwatersanering dient daarom voortgezet te worden. - Conform hetgeen in de beschikking is opgenomen dient het grondwater periodiek te worden gecontroleerd op nalevering. Hiervoor dient een nazorgplan te worden opgesteld om eventuele verspreiding van de verontreiniging te monitoren. In dit nazorgplan dient u aan te geven hoe de restverontreiniging wordt beheerst en gecontroleerd, welke actiewaarden worden gehanteerd en welke maatregelen worden genomen als deze waarden worden overschreden; - De rapportage van de grondwatersanering dient een compleet en duidelijk overzicht te bevatten van de analyseresultaten van de grondwatermonsters en het effluent, inclusief toetsing aan de streef- en interventiewaarden en de terugsaneerwaarden zoals opgenomen in de beschikking. Tevens dient u de analysecertificaten inclusief de gaschromatogrammen van de olie-analyses in de rapportage op te nemen evenals de inmeetgegevens van de hoogtebouten. Op grond van bovenstaande concluderen wij dat de sanering (nog) niet voldoet aan het bepaalde in onze beschikking tot instemming van het saneringsplan. Daarom kan de grondwatersanering (nog) niet worden beëindigd. We verwachten dat u de grondwatersanering voortzet en ons binnen één jaar na verzending van deze brief op de hoogte brengt van de voortgang van de grondwatersanering inclusief bovenstaande ontbrekende gegevens. Ook de omvang van de aangetoonde restverontreinigingen dienen dan (globaal) in kaart te zijn gebracht en tezamen met een nazorgplan ter beoordeling aan ons te worden voorgelegd. Kadastrale registratie Aangezien op de locatie nog sterk verhoogde concentraties minerale olie in het grondwater zijn gemeten, zal de kadastrale registratie op het perceel gehandhaafd blijven. Mocht u nog vragen hebben over deze brief, dan kunt u die stellen aan mevrouw M. Kwakkelstein, projectleider bij de sector Bodemsanering. Zij is bereikbaar onder het rechtstreekse telefoonnummer 030 258 2056. Hoogachtend, gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen, Drs. R.C.M. Peeters Hoofd sector Vergunningen en Handhaving (ketenbeheer) Bijlage 1: bij de beoordeling van de evaluatie behorende rapporten Bijlage 2: verzendlijst Briefnummer: 2005WEM003331i UT0632/00116 4
Bijlage 1: bij de beoordeling van het evaluatierapport behorende rapporten: Beperkt oriënterend bodemonderzoek Hoofdweg 3 te Zegveld, rapportnummer 13806, SGS-Ecocare BV, 28 oktober 1998; Nader Milieukundig bodemonderzoek Hoofdweg 3 Zegveld, rapport 01.22883/EvS, Lexmond milieuadviezen B.V., september 2002; Saneringsplan Hoofdweg 3 Zegveld, rapport 03.25592/AB, Lexmond milieu-adviezen B.V., januari 2004; Tussenevaluatie Bodemsanering Hoofdweg 3 te Zegveld, projectnr. 20041006/ABOS, Geofox- Lexmond, mei 2005; Briefrapportage afronding grondwatersanering, kenmerk brief 20041006_b1BRF, 14 april 2005, Geofox-Lexmond B.V; Briefrapportage afronding grondwatersanering, kenmerk brief 20041006_d1BRF, 1 juni 2005, Geofox-Lexmond B.V; Verkennend Milieukundig Bodemonderzoek Hoofdweg (noordelijke deel van 1 km) Zegveld, rapport 01.22742/AB, Lexmond milieuadviezen B.V, maart 2002. Briefnummer: 2005WEM003331i UT0632/00116 5
Bijlage 2: Verzendlijst, van deze brief is een kopie verzonden aan: Gemeente Woerden, t.a.v. de heer J.H. Luidens (kamer B209), Postbus 45, 3440 AA Woerden; Milieudienst Noord-West Utrecht, afdeling Leefomgeving en Bedrijven, Postbus 242, 3620 AE Breukelen; VROM-Inspectie, Regio Noord-West, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem; Kadaster en Openbare Registers, Postbus 85001, 3508 AA Utrecht; Eigenaar: G.J. Stoof, Hoofdweg 3, 3474 JA Zegveld Briefnummer: 2005WEM003331i UT0632/00116 6