Wijzigingen in de CBO richtlijn

Vergelijkbare documenten
Antistof-gemedieerde transfusiereacties en preventief matchen in relatie tot de nieuwe CBO

Nieuwe CBO richtlijn bloedtransfusie

Direct beschikbare uitgetypeerde eenheden: voordelen voor de patiënt en het laboratorium. Masja de Haas Immunohematologische Diagnostiek

Een lange weg te gaan. Rob Hendriks Analist 1 Bloedtransfusie Orbis Medisch Centrum Sittard

Autoimmuun Hemolytische Anemie Serologisch Onderzoek

Kind met onbegrepen anemie. Matthieu Bosman, klinisch chemicus i.o. MMC Veldhoven

Uit voorraad leverbaar??

Preventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen<45 jaar Zien we effect?

Batchgewijs leveren van 30 eenheden erytrocyten met bijzondere typering, een uitdaging!

Sanquin Bank of Frozen Blood

Blood Match: de zoektocht naar de meest optimale strategie om allo-immunisatie te voorkomen

Een kwestie van goed matchen

Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr.

Koud, kouder, koudst. Dr. M.P. Zijlstra Klinisch chemicus

Nieuwe ontwikkelingen in de preventie van rhesusantagonisme

Trombocytentransfusie-refractaire patiënten

Soms heb je mannen nodig

Trombocytentransfusies bij kinderen. 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze

Bloedtransfusie. Dr. Peter A.W. te Boekhorst

Dr. Leo Jacobs Klinisch chemicus in opleiding

Op hoop van zegen Johan de Vries

Een sikkelcelpatënt in crisis, wat nu?

Ja, wat nu...? Harriët Klinkspoor en Jessie Luken 4 maart 2015

Antistoffen tegen Hoog Frequente Antigenen (HFA-As) Dr. A. Vanhonsebrouck, Rode Kruis Vlaanderen

Paroxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie Oftewel: Plan Niet Haalbaar? Annegeet van den Bos Kennisplatform 6 december 2018

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Typeren van donorerytrocyten

Hemolytische ziekte van de pasgeborene. 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE

Identieke of compatibele transfusie van trombocyten: voorkeur en mogelijkheden

K-immunisatie en zwangerschap

TRIP en TRIX: Potentieel vermijdbare incidenten en transfusiereacties

Hoofdstuk 3. Hemovigilantie

Hemolyse na transfusie, wie is de boosdoener?

Patiënte met kruisproblemen door antistoffen tegen k bij een hemorragische shock

Korte en lange termijn (bij) werkingenen van transfusie Vorderingen van de herziening richtlijn bloedtransfusie 29 november 2017

Overige aanvraagpaden HILA

Auto-immuun Hemolytische Anemie (AIHA) Transfusie

Hb-pathie. Jennita Slomp. Marjolein Peters. Laboratorium specialist klinische chemie en hematologie. Kinderarts/hematoloog

Hoofdstuk 9. Indicatiestelling en aanvraag van bloedproducten

Genotypering in de praktijk. Joyce Curvers, klinisch chemicus Algemeen Klinisch Laboratorium Catharina Ziekenhuis Eindhoven

Hoofdstuk 11. Compatibiliteit van bloedproducten

De bloedbank 18 november 2016 Valerie Pede - Klinisch Bioloog Bloedbank UZ Gent

Aanvraagpaden voor immunohematologie (IH)

Hyperhemolyse state of art

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)

Transfusie van erytrocytenproducten. Rianne Koopman, internist-transfusiearts

Transfusie Register Irregulaire antistoffen en X(kruis)-proeven

Dubbelpopulaties in de bloedgroepbepaling van twee zwangeren. Joost Groen AIOS Klinische chemie

Nascholing Hematologie 2015 Bloedtransfusie. Michaela van Bohemen, hemovigilantieconsulent Dr. Peter te Boekhorst, hematoloog/transfusiespecialist

Bloedtransfusie: randvoorwaarden

Aanvraagpaden voor immunohematologie (IH)

Casus Bombay fenotype Apr. KB. A. Fraeyman

Transfusieproblematiek en hemovigilantie bij kinderen. Yolanda de Rijke, klinisch chemicus TRIP 12 november 2009

Positieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering

Post Transfusie Purpura

Typering Rhc-antigeen en tweede screening Rhc-negatieven. Dr. Joke Koelewijn

10 JAAR! Adriaan van Gammeren Prijsuitreiking.

NB. Op klinische indicatie kan een hogere grens gehanteerd worden. *Bij zuigeling valt te overwegen om grens hoger te houden nl > 5.

Serologische onderzoek bij aanwezigheid van koude (auto)antistoffen

Het gebruik van 0-negatieve erytrocyten in regio Zuidwest

Medicatie geïnduceerde hemolyse

Samenvatting. Samenvatting 7

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

In & Outs van Trombocytentransfusies

Nieuwe ontwikkelingen in de Immunohematologie

- Bloed - Samenstelling en functie - Bloedgroepen en resusfactor

Protocol massale bloedtransfusie op de SEH

GAB 26 september 2017 Casuïstiek in de immuno-hematologie

Kwaliteitsindicatoren

BLOEDSERIEUS de toediening van bloedproducten aan neonaten versus volwassenen

Preventie van immunisatie tegen c, E en K antigenen bij vrouwen tot 45 jaar: gevolgen voor het transfusielaboratorium en de regionale bloedbank

Kennishiaten transfusiegeneeskunde. Wat gaan we doen?

Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie. Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie

Historische refertepunten

Inhoud Wat is een bloedtransfusie

Critically appraised topic: RBC-genotypering bij patiënten met warme auto-immuun hemolytische anemie

Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab) met bloedcompatibiliteitstesten

TRIP RAPPORT TRIP Landelijk Hemovigilantie Bureau

Hemovigilantie. Participatie. Meldingen 2007

Geen bloed beschikbaar vanwege anti-fy(3) en anti-do(a) in een zwangere vrouw met sikkelcelziekte en dreigende fluxus

(para)bombay: ja of nee?

Een vreedzame vorm van bloedvergieten: De Transfusie! Ann Tegethoff Oncologisch Congres, Oostkamp 06/02/2016

Blood Match Frequenties van bloedgroepantigenen in etnische minderheidsgroepen in de HELIUS studie. Sanquin. Sub title

Casus. Judith Lie, hemovigilantiefunctionaris Erik Beckers, internist-hematoloog Kennisplatform ZO

De ervaringen uit de praktijk bij gebruik van Bellovac ABT en Eprex bij THP en TKP.

Zwak- of variant-rhd-antigeen: eenvoudig serologisch te bepalen in eigen laboratorium

K.B In werking B.S

Congenitale hemolytisch anemie; wel of geen transfusie? H. Heijboer, 15 mei 2019, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam UMC

Diagnostisch onderzoek

TRIP rapport Hemovigilantie. Incidenten

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016

PRETRANSFUSIETESTEN. 17 november 2009

Massaal bloedverlies kinderen

Patient 56 Jaren, Vrouw /

Evaluatie van de HLA- en HNA-antistofscreening in donors betrokken bij (mogelijke) TRALI

Disclosure slide J Wiersum-Osselton

Een neonatale casus. Paul-Emile Claus GSO klinische biologie 27/01/2016

Bloed en bloedproducten. Eelkje Huvenaars Acute zorg

K.B B.S Erratum B.S In werking

Hoofdstuk 14. Autologe donaties

Transcriptie:

Wijzigingen in de CBO richtlijn Jennita Slomp Klinisch Chemicus Medisch Spectrum Twente, Enschede 1

CBO Richtlijn bloedtransfusie 1982: eerste richtlijn bloedtransfusie in NL Met name laboratoriumaspecten 2011: Wetgeving Bloedproducten: kenmerken, indicaties, logistiek en toediening Laboratoriumaspecten Chronische anemie Acute anemie Trombocyten- en plasmatransfusiebeleid Transfusiereacties en gerelateerde aandoeningen Bloedbesparende technieken Kwaliteitssysteem en indicatoren 2

Theorie en praktijk Richtlijn bloedtransfusie Voorbeelden uit het MST 3

Instelling Kosten Eenheden jan t/m juni 2010 jaar/mln Ery s Plasma Trombo s Erasmus + Daniël + Sophia 8,75 10.810 3.938 3.139 AMC 5,35 7.343 2.630 1.539 LUMC 5,27 6.204 2.492 1.980 UMCG 5,22 7.575 1.860 1.586 UMCN 5,11 7.370 1.482 1.690 VUMC 4,98 7.115 1.583 1.627 AZM 4,64 7.316 1.635 1.174 UMCU 4,55 5.923 2.230 1.447 MST (E de + Oldenzaal) 4,38 6.382 1.673 1.281 St. Antonius (Nwe gein+ Ouderijn) 4,06 6.362 1.720 945 Isala (Wezenlanden + Sophia) 3,94 7.121 1.248 678 Catharina Eindhoven 3,16 5.399 1.431 517 Amphia (Breda; 3 lokaties) 2,84 5.662 807 305 Atrium (Heerlen + Brunsum) 2,40 5.229 348 190 Alysis (Arnhem + Zevenaar) 2,24 4.879 375 160 4

Cardio MDL Thorax-chirurgie Interne Geneeskunde, incl. IC Chirurgie MST 2010, 11.698 eenheden 5

Inhoud: Vaststellen bloedgroep en screening Erytrocytentransfusies Trombocytentransfusie Plasmatransfusie Massale transfusie 6

Bloed uitgifte volgens Type en Screen AB0- Rhesus D 2x volledige bepaling <72 uur korte bloedgroep Geen discrepanties Screening Negatief: electronische kruisproef Positief: uitzoeken en kruisen Alle 3 ja, dan bloedgroep compatibel, anders bloedgroep 0 Controle bloedgroep eenheid Geen Type en Screen bij: Neonaten Patiënten met allo- of autoantistoffen Tot 3 maanden na transplantatie van een gevasculariseerd orgaan Allogene beenmergtransplantatie 7

Definitieve Bloedgroep 2 onafhankelijke monsters (wie,wanneer,waar) Identieke resultaten Geen discrepanties cellulaire- en plasma kant Transfusie: herhaling cellulaire kant 8

Screening: Homozygoot uitsluiten: Rhesus D,C,c,E,e k (cellano) Fya, Fyb Jka, Jkb M,S,s Heterozygoot uitsluiten: K (Kell) C en E bij anti-d C bij anti-e E bij anti-c 9

Ontvanger Donor erytrocytenconcentraat 1 e 2 e 3 e 4 e 5 e 6 e 7e 8e 0 pos 0 pos 0 neg 0 neg 0 neg A pos A pos A neg 0 pos 0neg A neg A neg 0 neg B pos B pos B neg 0 pos 0 neg B neg B neg 0 neg AB pos AB pos AB neg A pos A neg B pos B neg 0 pos 0 neg AB neg AB neg A neg B neg 0 neg 10

Preventief antigeen-compatibel transfunderen. Doel: voorkomen antistofvorming Ernstige kliniek: Bij vrouwen < 45 jaar Hoge incidentie antistofvorming: Bij alloantistoffen Bij autoantistoffen Bij sikkelcelanemie en thalassemie Bij MDS (myelodysplastisch syndroom) 11

Vrouwen < 45 jaar 12

S dk: 1 dag oud Lab: Hb 5.4 8.0-12.5 mmol/l Ht 0.28 0.45-0.65 l/l Erytroblasten 223.0 10^9/l Trombocyten 164 150-400 10^9/l Leucocyten 33.8 9.0-30.0 10^9/l Bloedgroep Rh O pos Directe Coombs com neg neg Directe Coombs IgG st pos neg Bloedgroep moeder O neg Irregulaire antistoffen moeder anti C,D,E geen Bilirubine 267 <140 µmol/l Transfusies: 1 top up transfusie met erytrocyten 4x wisseltransfusie 1x trombocytentransfusie 13

Hemolytische ziekte van de pasgeborene Meest bekend door anti-d (rhesus-baby) Preventie: Bloedgroep moeder + screen in 12 e week 27 e week foetale anti-d bepaling Anti-D ampul in 28 e week Anti-D ampul na de bevalling D-negatieve transfusies 14

ce en HZP t.g.v. bloedtransfusie In Nederland: 200.000 zwangerschappen/jaar Voor zwangerschappen at risk is de kans op ernstige HZP: wegens K-antistoffen 11-12%, bij c-antistoffen 8-9%, bij E-antistoffen 1-2% en bij Rhesus non-cde 3-4%. Antistof Screen pos Per jaar in Ned Fototherapie Per jaar in Ned Ernstige HZP Per jaar in Ned Kosten immunisatie Euro/patiënt Anti-c (+/- anti-e) 38,4 8,2 2,5 2753 (2563) Anti-E 58,1 1,9 0,7 1314 Bij anti-c zijn de kosten 50/50 verdeeld tussen de diagnostiek en surveillance kosten en de behandeling van de klinische problemen. Bij anti-e is deze verhouding 75/25 Bron: ZonMw verslag J.M. Koelewijn en E. van der Schoot. 15

Vrouwen < 45 jaar Oud: Kell negatief Nieuw: Kell negatief en compatibel voor c en E. Argumentatie: Naast K is vooral het c-antigeen en in mindere mate het E- antigeen verantwoordelijk voor de hemolytische ziekte van de pasgeborene niet veroorzaakt door D-antistoffen. 16

c(e)k-compatibel < 45 jaar Kosteneffectiviteitsstudie op basis van diagnostiek bij getransfundeerde vrouwen Actie ziekenhuizen: op welk moment diagnostiek 17

Bloedgroep onbekend Massale bloeding agv trauma Selectie bloed: a. O neg b.o neg c neg c. O neg K neg d.o neg c neg K neg Welke eenheid kiest u? Mevr A., 30 jaar 18

Bloedgroep onbekend Massale bloeding agv trauma Selectie bloed: a. O neg b.o neg c neg c. O neg K neg d.o neg c neg K neg Welke eenheid kiest u? Fenotypen bij Kaukasiërs Mevr A., 30 jaar CcDee 34,5% ccdee 16,0% CCDee 17,6% Ccdee 0,8% ccdee 12,6% ccdee 0,8% CdDEe 13,4% ccdee 2,6% ccdee 1,6% 19

Alloantistoffen 20

Mevr. W-K, 1931 19 aug: Loslating cup totale heupprothese rechts (17 jaar oud). Galliumscan: verdenking lowgrade infect. Verwijdering heupprothese, kweken en inbrengen 4 snoeren van 30 gentakralen 4 sept: Verwijdering oud hematoom, verwijdering oude gentakralen en 4 nieuwe snoeren ingebracht Planning heuprevisie over 2 weken 17 sept: Verwijderen gentasnoeren en inbrengen genta palacos spacer rechterheup Transfusie met 2 eenheden O-pos: CcDee/kk en CcDEe/kk 5 okt: Geplande OK, Irregulaire antistof screening pos. 21

Patiente W-K, 1931 Bloedgroep: O-pos Antistoffen tegen: Rhesus-e (mogelijke reactie: mild tot matig/vertraagd/hemoglobinurie) Cellano (k) (mild tot matig/vertraagd) Jk-b (geen tot ernstig/direct of vertraagd/hemolytisch) Preventief advies, Rh-C neg en Fy-b neg Passend bloed (alleen rekening met antistoffen) (1.000.000*(0,47)*(1)*(1-0,98)*(1-0,998)*(1-0,73))=5 In Nederland geen zakken op voorraad, ook niet in de raad van Europa, in donorbestand 1 donor die oproepbaar is. 22

Mevr. W-K, 1931 Okt: Bespreken mogelijke alternatieven: EPO Autologe donatie Sparen uit voorraad Cellsaver Door antistoffen heen transfunderen 12 nov: Verwijderen genta palacos spacer en inbrengen gentamatjes Tijdelijk accepteren Girdlestone, mogelijk definitief. 23

Mevr. D-tM 1931 Sind begin 2009 bekend en gedurende dit jaar enkele opnames. Pulmonale embolieën Abdominale lymfeklieren Zwelling progressief in grootte (mogelijk hematologische maligniteit) Hydronefrose door compressie urether Diverticulitis met bloederige diarree Anemie 24

Mevr. D-tM 1931 Bloedgroep B-pos Antistoffen tegen: Rhesus-f (mild /vertraagd/hemoglobinurie) K (mild tot ernstig/vertraagd/hemolytisch) Jk-a (geen tot ernstig/direct of vertraagd/hemolytisch) Wr-a(geen tot ernstig/direct of vertraagd/hemolytisch) S(geen tot mild) Fy-b(mild tot ernstig/ direct (zelden)/vertraagd Aspecifieke warmte antistoffen Passend bloed (alleen rekening met specifieke antistoffen) (1.000.000*(0,47+0,08)*(1)*(1-0,65)*(1-0,09)*(1-0,77)*(1-0,0001)*(1-0,55)*(1-0,80))=3626 25

Mevr. D-tM 1931 Transfunderen bij klinische klachten en als Hb<3,0 mmol/l Sparen eenheden door de bloedbank 2 eenheden op voorraad in MST 26

Mevr. W-K, 1931, O pos SYSTEMEN ABO Lewis Rhesus I P MNSs Lutheran Kell Duffy Kidd Wright Colton ANTIGENEN A1-A2-B-H Le a -Le b C-c-C w -D-Dvar-E-e-f I-i P1-P2-?? M-N-S-s Lu a -Lu b K-k-Kp a -Kp b -Js a -Js b Fy a -Fy b Jk a -Jk b Wr a -Wr b Co a -Co b VOORKOMEN in % 34; 6; 11; 100 22; 72 68; 80; 2; 85;?; 29; 98;65 Volwassen 100; baby 100 79; 21 78; 72; 55; 89 8; 99,8 9; 99,8; 2; 100; 0,01; 100 66; 83 77; 74 < 0,01; 100 99,9; 10 Passende donor : 5 op de 1.000.000 27

Mevr. D-t.M, 1931, B pos SYSTEMEN ABO Lewis Rhesus I P MNSs Lutheran Kell Duffy Kidd Wright Colton ANTIGENEN A1-A2-B-H Le a -Le b C-c-C w -D-Dvar-E-e-f I-i P1-P2-?? M-N-S-s Lu a -Lu b K-k-Kp a -Kp b -Js a -Js b Fy a -Fy b Jk a -Jk b Wr a -Wr b Co a -Co b VOORKOMEN in % 34; 6; 11; 100 22; 72 68; 80; 2; 85;?; 29; 98;65 Volwassen 100; baby 100 79; 21 78; 72; 55; 89 8; 99,8 9; 99,8; 2; 100; 0,01; 100 66; 83 77; 74 < 0,01; 100 99,9; 10 Passende donor : 3,6 op de 1000 28

Allo-antistoffen 20-25% van de patiёnten met antistoffen maken meer antistoffen. Antistoffen tegen K en c worden na anti-d het gemakkelijkst gevormd. Bij patiënten die nog geen antistoffen gevormd hebben, maar levenslang transfusieafhankelijk worden kan men overwegen c en K compatibel te transfunderen. Bronnen:Schonewille et al; Transfusion 2009 OPZI rapport 2007 29

Alloantistoffen Oud: Geen advies Nieuw: Het verdient aanbeveling aan ontvangers met klinisch belangrijke alloantistoffen preventief K-neg en Rh-compatibele erytrocyten toe te dienen om verdere antistofvorming te voorkomen. 30

Ziekenhuizen Onder welke omstandigheden houd je hier geen rekening meer mee? 31

Autoantistoffen 32

Mevr. EA 1954 Pijn in onderbuik, donkere urine, duizeligheidsklachten Huisarts gestart met antibiotica op verdenking urineweginfectie Hb 3,6 mmol/l Coombs IgG sterk positief Auto Rh-e Autoimmuun hemolytische anemie 33

Autoantistoffen Bij patiënten met warmte en/of koude autoantistoffen is de kans op aanwezigheid van alloantistoffen of alloantistofvorming aanzienlijk (tot boven 30%) Rekening houden met te vormen antistoffen in volgorde van klinische relevantie Bron: Engelfriet; Vox Sanquinis 2000 34

Autoantistoffen 1. Compatibel voor alloantistoffen 2. Preventief voor alloantistoffen (Rh en K compatibel) 3. Compatibel voor autoantistoffen (Alleen als regel 1 en 2 uitgevoerd zijn of als er geen effect is van transfusie. Dit laatste is vaak het geval bij een auto-e). 35

Transfusie bij AIHA? Transfusie 0,5-1 eenheid, alleen op geleide van klinische klachten Chronische anemie geeft right shift Diagnostisch probleem mag klinisch relevante transfusie niet vertragen!! 36

Diagnostisch probleem Uitsluiten allo-antistoffen vaak tijdrovend Typering specificiteit niet altijd mogelijk Niet altijd tijd om hierop te wachten Mogelijkheid om zo compatibel mogelijk te transfunderen 37

Typeren antigenen in aanwezigheid van auto-antistoffen Klinisch relevante antigenen: Rh; K; Jka/Jkb; Fya/Fyb; S/s Antilichamen alleen met directe methode en geen voorafgaande transfusie DNA-techniek 38

Mevr. EA 1954 Bloedgroep: O pos Rhesus typering: CCDee/kk Auto Rh-e Overige antigenen: alleen Cw-, M-en P1 neg 39

Mevr. EA 1954 1. Compatibel voor alloantistoffen: geen restrictie 2. Preventief voor alloantistoffen: Rh-c neg en Rh-E neg : CCDee 3. Compatibel voor autoantistoffen: Rh-e neg: ccdee Gekozen voor ccdee, gezien de sterke hemolyse Parvo B-19-veilig Alleen transfusie bij klinische klachten of Hb <3,0 mmol/l Immunoglobulinen iv en prednison Na 4 eenheden toch of een anti-rh-c of een anti-rh-e gevormd (alloantistof) 40

Autoantistoffen Oud: Rhesus/K compatibel Nieuw: Rhesus/K compatibel Bij voorkeur is matchen voor Kidd, Duffy en Ss antigenen ook aangewezen (in volgorde van belangrijkheid) als de aanwezigheid van alloantistoffen niet kan worden uitgesloten. Niet wachten op serologisch onderzoek indien klinische klachten 41

Sikkelcelanemie en thalassemie 42

Bij β-thalassemie major/intermedia Hemolyse. Ernstige bloedarmoede Hb-P 43

Sikkelcelziekte: HbSS HbSβ 0/+ HbSC HbSD lage zuurstofspanning: polymerisatie van het Hb sikkelcellen Lopen vast in de circulatie: infarcten Hb-P 44

Therapie 45

Sikkelcelanemie en thalassemie Tot 50% van de patiёnten vormt antistoffen Patiëntengroep at risk voor hyperhemolyse Volgorde selectie antigenen om rekening mee te houden is afhankelijk van het voorkomen van antistoffen bij deze patiёntengroepen Rh, K, Fya, Jkb, S/s Bronnen: Tahhan et al; Transfusion 1994 Armeen R et al;transfusion 2003 Schonewille et al; Transfusion 2006 46

Levert compatibel transfunderen iets op? Groep A Rh/K compatibel N=20 Totaal aantal antistoffen 31 108 Normale Rh 0 22 Complexe Rh 22 30 Andere antistoffen 9 108 Fya 1 6 Groep B Rondom N=26 ST Chou en CM Westhoff, education program book ASH 2009 47

Duffy bloedgroep in negroïden FY*A/*B; 125 G>A TATC 1 2 GATA-1 erytroïd specifiek transcriptiesignaal -33 T>C; Fya-/Fyb- in negroïden Duffy antigeen is de receptor voor malaria vivax Ca. 70% van de negroïde bevolking in West Afrika Erytroïd silent FYES-FYB Maken geen anti FY-B (wel anti FY-A) Duffy antigeen wel aanwezig in longweefsel, milt en colon 48

Sikkelcelanemie en thalassemie Oud: Rhesus/Kcompatibel Nieuw Rhesus/K-compatibel Fy a -compatibel Het verdient aanbeveling om indien mogelijk bij de bloedselectie rekening te houden met Jk b, S en s (in volgorde van belang). 49

Myelodysplastische syndromen: Groep klonale hematopoёtische stamcelziekten gekarakteriseerd door cytopenie(ёn), dysplasie in een of meer cellijnen, ineffectieve hematopoëse en een verhoogd risico op het ontwikkelen van een acute myeloïde leukemie. WHO 50

MDS cellen en tellen 51

WHO-based prognostic scoring system (WPSS) voor MDS Score (punten) Prognostische Variabele 0 1 2 3 WHO categorie RCUD, RARS, 5q- RCMD RAEB-1 RAEB-2 IPSS karyotype klasse Gunstig Intermediate Ongunstig - 1 transfusie/8 weken Niet Wel Risicogroepen: Erg laag (score 0) Laag (score 1) Intermediair (score 2) Hoog (score 3-4) Erg hoog (score 5-6) WHO 52

Myelodysplastisch Syndroom Antistofvorming bij MDS varieert tussen de 14% en 59%, met een gemiddelde van 23% en is vergelijkbaar met SCZ en thalassemie. Schonewille 2008 Aanwijzingen dat ook MPN risicogroep zijn, maar nog onvoldoende bewijs. 53

Myelodysplastisch syndroom Oud: Geen advies Nieuw Rhesus/K-compatibel 54

Preventief antigeen-compatibel transfunderen voorkomen (verdere) antistofvorming bij risicogroepen bij complexe matching kan hier geen rekening mee gehouden worden 55

Trombocytentransfusie 56

Toepassingen van trombocyten transfusies Oorzaak Trombopenie Trombopathie Indicatie Centraal Perifeer Splenomegalie Hemodilutie Preventie bloedingen Preventie bij ingrepen Bloeding >graad 2 Overwegen Nee Overwegen Ja Nee Ja Eventueel* Ja Ja Eventueel* Ja Ja Ja Ja Ja *tenzij contraindicatie > graad 2 is Hb >1,2 mmol daling of ernstiger 57

Triggers voor trombocyten transfusie Preventief >10 (evt. 20), ATG 50, therap. antistolling 50 Ingreep laag risico >10 Ingreep Matig risico >50 Ingreep Hoog risico >100 Bloedingen >50 Bloeding vitale organen (oog, hersenen (hart)) >100 58

Trombocytenstreefwaarde bij ingreep Nvt >10 >50 >100 Ascites/pleurapunctie (dunne naald) Laser coagulatie (niet retina) Beenmergaspiratie Beenmergbiopsie (Jamshidi naald) Lumbaalpunctie Centraal ven. Cath. Verwijderen Arthrocentese Ascites-, pleura-en pericarddrain Blinde orgaanbiopsie of punctie Bronchoscopie met biopsie of brush Centraal ven. cath. inbrengen Dunne darm biopsie Endoscopie + diepe lisbiopsie of poliepectomie grote poliep Endoscopie zonder biopsie Endoscopie met gewone biopsie ERCP met papillotomie Laparoscopie zonder biopsie Laparoscopie met biopsie of ingreep Leverbioptie Myelo-, saccografie Pacemakerimplantatie Percut. Transhep. Cholangiografie Plexusanesthesie, epiduraal Seldinger arterieel Spierbiopsie en EMG Scleroseren oesofagus varices Tand-/kiesextracties Thoracoscopie/arthroscopie Liquorpunctie met leukaemische blasten in het perifere bloed: > 50 x 10 9 /L Neurochirurgie Oogheelkundige ingreep (behalve cataract) 59

Mevr. S-B 1969 Acute Leukemie uit MDS Behandeling volgens Hovon 42 Allogene transplantatie Transfusie: Bloedgroep A-pos Aspecifieke antistoffen tegen erytrocyten HLA-antistoffen: A2, B12, B17 HPA-antistoffen: 1B 4 donoren voor trombocyten in Nederland Beleid: Altijd compatibel concentraat op voorraad. Alleen toedienen bij bloeding of vervaldatum. Hb > 6,5 mmol/l 60

Bloedgroepcompatibiliteit ABO-compatibiliteit voor trombocyten en plasma Incompatibiliteit voor trombocyt: 20-30% minder opbrengst Incompatibiliteit voor plasma: mogelijk verminderde opbrengst, hemolyse, transfusiereactie 61

Verminderde opbrengst 1. ABO-compatibel 2. HLA-antistoffen 3. HPA-antistoffen Eerst 1 uurs nawaarde bepalen CCI> 7,5 CCI= post-pretrombocytengetal (x10 9 /l) x lichaamsoppervlak (in m 2 ) aantal toegediende trombocyten (10 11 ) 62

Ontvanger Donor trombocyten Compatibel 1 e 2 e 3 e O O A A O B B O AB AB A B Ontvanger Donor FFP 1 e 2 e 3 e 4 e 0 0 A B AB Geen rekening met Rh-D Bij vrouwen <45 jaar anti-rhd ampul A A AB B B AB AB AB 63

Trombocytentransfusie Patient Donor 1 e keus Donor 2 e keus Donor 3 e keus Donor 4 e keus O O A/B A A O B* B B O A* AB (AB) A B O* 1. Keuze * alleen na overleg met hoofd transfusieafdeling of transfusie-arts 2. Trombocyten in PAS op indicatie mogelijk na overleg met de KCD van de bloedbank 3. Trombocyten hyperconcentraten zijn ook beschikbaar bij bloedgroepincompatibiliteiten 64

Plasma Alleen ABO, geen rhesus Voorkomen hemolyse Plasma mag geen antistoffen hebben die kunnen reageren met ery s van de patiënt 65

Compatibiliteit plasma Ontvanger Donor FFP 1e 2e 3e 4e 0 0 A B AB A A AB B B AB AB AB 66

Compatibiliteit plasma Een studie bij patiënten met een orgaantransplantatie en een studie bij chirurgische patiënten tonen aan dat ABO identiek plasma te prefereren is boven compatibel plasma. Mogelijke oorzaak: oplosbare immuuncomplexen van soluble A/B + anti A/B Nader onderzoek nodig. Benjamin 1999 en Shanwell 2009 67

Massaal bloedverlies 68

Defenitie >10 eenheden /24 uur >1x circulerend volume/24 uur >50% v.h. circulerend volume in 3 uur >150 ml/min Onderscheid: Ongecontroleerde situatie met dreigende verbloeding en hypovolemische shock Gecompenseerde situatie 69

Multicomponent transfusies Geassocieerd met een betere overleving Aard van associatie nog onderwerp van discussie Vaste verhoudingen en basismaatregelen bij resuscitatie verbeterd overleving Optimale verhouding en wanneer te starten zijn nog onderwerp van discussie 70

Ongecontroleerde situatie met dreigende verbloeding en hypovolemische shock Snel met resuscitatie starten volgens advanced trauma life support principe Accepteer permissive hypotension Zorg voor goede intraveneuze toegang, evt. botnaald. Verlies zo snel mogelijk stoppen (damage-control surgery/ radiologische interventie) Streven naar: normothermie, adequate oxygenatie en vermijden acidose 71

Ongecontroleerde situatie met dreigende verbloeding en hypovolemische shock Overweeg extra-murale transfusie Hemostase corrigeren met multicomponent transfusies (3:3:1) Extreme situaties (ATLS IV) vroeg starten met fibrinogeen preparaten Bloedproducten en infusievloeistoffen verwarmen Tranexaminezuur bij massaal bloedverlies na een ernstig trauma te overwegen, bij voorkeur in studie verband. 72

Gecompenseerde situatie Bloeding zo snel mogelijk stoppen Volume normaliseren met vochttherapie Zuurstofaanbod optimaliseren Normothermie nastreven (opgewarmde producten) Ca corrigeren bij veel citraatbevattende producten Overweeg wassen van erytrocytenconcentraten met een cell saver om het K te verlagen 73

Gecompenseerde situatie Erytrocyten transfusie volgens 4,5,6 regel Plasma bij APTT en PT > 1,5x verlengd Trombocyten bij <50 x 10 9 /L Fibrinogeen bij <1,0-1,5 g/l (in vroeg stadium starten, bij te verwachten groot verlies) Waarde van TEG en TEM: nader onderzoek 74

Logistiek Laboratorium en kliniek moeten 1 persoon vrijmaken bij trauma voor bloedtransfusie 75

Ontdooid plasma op voorraad? Discussie rondom weekmakers in de zak. In CBO-richtlijn nog houdbaarheid van 24 uur Veel discussie in NL 76

CBO werkgroep laboratorium: Fred Haas, Marijke Overbeeke, Peter Kabel, Renée Vossen, Metha Smelt en Jennita Slomp. 77