Indicatorensets Meetbaar Beter 2015
Uitkomstindicatoren Uitkomstindicator Definitie Coronairlijden Aortakleplijden Atriumfibrilleren PCI CB AVR TAVI CB Procedurele 30-daagse 120-daagse 1-jaars 30-daagse over- /ondersterfte Lange-termijn overleving Kwaliteit van leven Angiografisch succesvol Pijn op de borst NYHA klasse* Chirurgische reëxploratie** Diepe sternumwondinfectie* CVA* Urgente ** Implantatie nieuwe permanente pacemaker Vasculaire complicaties* Bloedtransfusie nodig binnen 3 dagen ( 3 dagen) na de interventie overlijden. binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interventie overlijden. binnen 120 dagen ( 120 dagen) na de overlijden. binnen 1 jaar ( 365 dagen) na de overlijden. Verschil tussen verwachte en werkelijke cumulatieve sterfte binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de Patiënten die overleven als functie van het aantal verstreken dagen na de met een maximale follow-up duur van 5 jaar. Kwaliteit van leven van de patiënt gemeten vóór (max. 2 maanden) en na de (tussen 10-14 maanden) bij voorkeur gemeten met de SF36-2 of anders de SF12-2. Patiënten waarbij de PCI klinisch succesvol was (=bij elk behandeld segment is het percentage reststenose, geschat op basis van de angiobeelden, 20%). Alleen succesvol als alle behandelde segmenten succesvol behandeld zijn. Patiënten die pijn scoren op de Canadian Cardiovascular Society (CCS) grading scale gemeten tussen 10 en 14 maanden na start behandeling. De NYHA classificatie voor hartfalen gemeten vóór (max. 3 maanden geleden) en na de interventie (tussen 30-60 dagen). Iedere rethoracotomie na het initieel sluiten van de thorax binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de Diepe sternumwondinfectie die zich ontwikkelt binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de Patiënten waarbij zich een postoperatieve CVA binnen 72 uur ( 72 uur) na de Patiënten waarbij een binnen 24 uur ( 24 uur) na de interventie wordt verricht ten gevolge van acute complicaties (zoals tamponade) of voortdurende ischemie, ongeacht de vaten die zijn behandeld (exclusief staged procedures). Postoperatieve implantatie van een nieuwe (geen vervangende) permanente pacemaker binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de Patiënten die binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interventie vasculaire complicaties krijgen (diagnose volgens de VARC-2-definities). Patiënten die een bloedtransfusie krijgen vanaf start interventie t/m 3 dagen ( 3 dagen) post-ok. Het aantal eenheden rood bloedconcentraat (RBC) die de patiënt heeft gekregen wordt geregistreerd.
Uitkomstindicatoren Definitie Coronairlijden Aortakleplijden Atriumfibrilleren PCI CB AVR TAVI CB Cardiale tamponade* Uitkomstindicator Tromboembolische complicaties Bloedingscomplicaties* Optreden van coronaire reïnterventie Optreden TVR* MACE klepreïnterventie reïnterventie Herhaalde binnen 1 jaar** Vrijheid van AFgerelateerde klachten na 1 jaar Herhaalde binnen 3 jaar** Patiënten waarbij zich binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interventie een cardiale tamponade ontwikkelt waarvoor een interventie (drainage) noodzakelijk is. Patiënten waarbij een tromboembolische complicatie optreedt (CVA*/TIA*/trombo-embolie*) binnen 1 jaar ( 365 dagen) na de Patiënten die gedurende de ziekenhuisopname van de interventie een bloedingscomplicatie krijgen (volgens de BARC-classificatie vanaf BARC type 2) die gerelateerd is aan de interventie (exclusief cardiale tamponade*). Patiënten die een STEMI of non-stemi ondergaan binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interventie cq. start behandeling. In geval van meerdere myocardinfarcten dan alleen het eerste myocardinfarct tellen. Patiënten die vrij zijn van reïnterventie (zowel als PCI (in hetzelfde vat of een ander vat)) als functie van het aantal verstreken dagen na de Patiënten die vrij zijn van een recidief myocardinfarct als functie van het aantal verstreken dagen na de Patiënten waarbij revascularisatie (gedefinieerd als behandeling door PCI of ) heeft plaatsgevonden in hetzelfde vat (of vaten) die behandeld waren bij de PCI, binnen 1 jaar ( 365 dagen) na de PCI (exclusief urgente 24 uur en staged procedures). Patiënten die vrij zijn van, interventie ( of PCI) en overlijden ongeacht doodsoorzaak als functie van het aantal verstreken dagen na start behandeling. Patiënten die vrij zijn van een klepreïnterventie (AVR of TAVI) aan dezelfde klep als functie van het aantal verstreken dagen na de Patiënten die vrij zijn van een AVR, PCI of een reïnterventie als functie van het aantal verstreken dagen na de Patiënten waarbij binnen 1 jaar ( 365 dagen) na de interventie een herhaalde (katheter of chirurgische ) wordt uitgevoerd. Er worden een aantal elementen voor deze uitkomstindicator verzameld welke gemeten zijn tussen 10-14 maanden na de interventie: 1=Klachten, 2=Aangetoond AF, 3=Meting uitgevoerd (zo ja, welke meting), 4=Gebruik AAD Patiënten waarbij binnen 3 jaar na de interventie een herhaalde (katheter of chirurgische ) wordt uitgevoerd. Wordt niet geregistreerd voor Meetbaar Beter rapportage 2015.
Initiële condities Initiële conditie Definitie Coronairlijden Aortakleplijden Atriumfibrilleren PCI CB AVR TAVI CB CHA₂DS₂-VASc Score* Chronische longziekte Chronische totale occulsie* Diabetes mellitus* Duur persisterend AF* Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA* Eerder mitraalkleplijden Eerder Eerdere Eerdere of PCI Eerdere hartoperatie Endocarditis* Ernstige linkerventrikeldysfunctie Frailty Laatst bepaalde CHA₂DS₂-VASc Score gemeten voorafgaande aan de interventie op een schaal van 0 tot en met 9. Patiënten met een gediagnosticeerde chronische longziekte voorafgaande aan de interventie waarvoor zij langdurig gebruik maken van bronchusdilatoren of steroïden. Een chronische occlusie van het behandelde vat, waar een geplande interventie voor geldt. Patiënten die diabetes mellitus type 1 of type 2 hebben. Aantal maanden dat patiënt medisch is gediagnosticeerd met persisterend atriumfibrilleren of langdurig persisterend AF*. De tijdsduur starten vanaf het moment dat AF is vastgesteld/aangetoond. Patiënten die een eerdere ablatie (zowel katheter als chirurgische ) vanwege atriumfibrilleren hebben ondergaan gedurende het hele leven. Patiënten die een CVA hebben doorgemaakt voorafgaande aan de interventie gedurende het hele leven. Patiënten waarbij mitraalkleplijden is gediagnosticeerd voorafgaande aan de interventie gedurende het hele leven. Patiënten die een myocardinfarct hebben gehad nog voor start interventie cq. start behandeling gedurende het hele leven. Patiënten die een hebben gehad voorafgaande aan de interventie gedurende het hele leven. Patiënten die een of PCI hebben gehad voorafgaande aan start behandeling gedurende het hele leven. Patiënten die een hartoperatie hebben ondergaan voorafgaande aan de gedurende het hele leven (dit betreft slechts ingrepen waarbij het pericard geopend is, conform de EuroSCORE I*). Patiënten met endocarditis (onderscheid gemaakt tussen voorgeschiedenis van endocarditis en op het moment van de interventie nog behandeld met een AB vanwege endocarditis). De linkerventrikelfunctie wordt uitgedrukt als ejectiefractie (EF)*. Er is nog geen besluit genomen wat betreft het gebruik van een gevalideerde vragenlijst om frailty te meten bij TAVI patiënten, daarom wordt frailty niet geregistreerd voor Meetbaar Beter rapportage 2015.
Initiële condities Initiële conditie Definitie Coronairlijden Aortakleplijden Atriumfibrilleren PCI CB AVR TAVI CB Geslacht Geslacht van de patiënt. Linkeratriumvolume index* Volume van het linker atrium gemeten via ECHO, CT of MRI in ml/m 2. Leeftijd Logistische Euroscore I* Leeftijd in jaren op het moment van de. Laatst bepaalde logistische EuroSCORE I gemeten vóór de interventie cq. start behandeling (continu gemeten in % met 2 decimalen nauwkeurig). Meervatslijden* Patiënten met meervatslijden. Nierinsufficiëntie* Obesitas* Reanimatie* Recent Shock* Type AF* Urgentie van de procedure* Nierinsufficiëntie wordt gedefinieerd als een verminderde Glomerular Filtration Rate (GFR) <60 ml/min/1,73 m 2. De GFR wordt door Meetbaar Beter berekend volgens de MDRD formule. De lengte (in cm) en het gewicht (in kg) van de patiënt wordt gemeten en daaruit wordt de Body Mass Index (BMI) van de patiënt bepaald. De reanimatie vond plaats in de periode tussen het begin van de klachten en vóór het uitvoeren van de interventie, ongeacht de plaats waar de reanimatie gestart is. Doorgemaakt myocardinfarct in de 90 dagen ( 90 dagen) voorafgaande aan de Het betreft shock op het moment van aanvang van de Dit betreft alleen de niet-electieve patiënten. 1) eerste AF incident, 2) paroxysmaal, 3) persisterend, 4) langdurig persisterend, 5) permanent. 1) electief, 2) urgent, 3) spoed+redding.