Specifieke regels: binnenvaart, zeescheepvaart en zeevisserij Wat wordt met de samenloopregeling bedoeld? Soms kan het gebeuren dat een werknemer verschillende werkzaamheden verricht, waarbij in de ene situatie de Arbeidstijdenwet geldt en in de andere het Arbeidstijdenbesluit vervoer. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de vraag aan welke regels zo'n werknemer zich moet houden, is in de Arbeidstijdenwet een zogeheten samenloopregeling opgenomen. Samenloop komt in twee vormen voor, namelijk samenloop binnen één dienst en samenloop tussen twee diensten. Samenloop binnen één dienst Een werknemer verricht in één dienst verschillende werkzaamheden waarop verschillende regels van toepassing zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval als een werknemer in zijn functie van hovenier ook een vrachtauto bestuurt. In zijn hoedanigheid van hovenier geldt de Arbeidstijdenwet, in die van chauffeur het Arbeidstijdenbesluit vervoer. Let wel: twee perioden van arbeid vormen één dienst als er minder dan 8 uur tussen zit. Het is hierbij niet van belang of de werknemer zijn respectievelijke werkzaamheden verricht voor één of voor twee werkgevers. Als de hovenier overdag voor werkgever 1 werkt en daarna, na een pauze, vervoerswerk doet voor een andere werkgever, wordt dit beschouwd als één dienst. In geval van samenloop binnen één dienst geldt: Als de vervoersactiviteiten een kwart of minder van de totale arbeidstijd in die dienst omvatten, dan gelden alleen de regels van de Arbeidstijdenwet. (Of omgekeerd als de hoverniersactiviteiten in de minderheid zijn). Let wel: als chauffeur moet hij zich wel te allen tijde houden aan regels van de Europese rij- en rusttijdenverordening. Als de verordening bijvoorbeeld een tachograaf eist, moet hij deze te allen tijde bij zich en in werking hebben. Als de bovenstaande ¾-regel niet geldt (dus de vervoersactiviteiten ergens zitten tussen een kwart en driekwart van de totale arbeidstijd) dan moet hij zich in ieder geval houden aan een maximale arbeidstijd van 12 uur per dienst en een onafgebroken rust van minimaal 11 uur na die dienst (indien noodzakelijk 1x per 7 dagen in te korten tot 8 uur). Daarnaast moet hij zich waar mogelijk houden aan de overige regels, d.w.z. die van de ATW (als hij zijn hovenierswerk doet), dan wel die van het Arbeidstijdenbesluit vervoer (als hij zijn vervoerswerkzaamheden verricht). Samenloop tussen twee diensten Een werknemer verricht in opeenvolgende diensten verschillende werkzaamheden waarop verschillende regels van toepassing zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een werknemer op maandag, dinsdag en donderdag een taxi bestuurt en op woensdag en vrijdag een ambulance. Op de taxi zijn de regels van het Arbeidstijdenbesluit van toepassing, op de ambulance die van de Arbeidstijdenwet (plus het Arbeidstijdenbesluit voor de verpleging en verzorging). In geval van samenloop tussen twee diensten geldt: De onafgebroken rusttijd tussen de twee diensten bedraagt ten minste 11 uur (indien noodzakelijk 1x per 7 dagen in te korten tot 8 uur). Daarnaast moet hij zich houden aan de respectievelijke regels van de ATW/ATB (als
bestuurder van de ambulance), dan wel die van het Arbeidstijdenbesluit vervoer (als taxichauffeur). Zowel de Arbeidstijdenwet als het Arbeidstijdenbesluit vervoer stellen grenzen voor de (iets) langere termijn. Zo stelt de Arbeidstijdenwet grenzen aan de maximale arbeidstijd per week, per 4 weken en per 16 weken. Het Arbeidstijdenbesluit vervoer stelt bijvoorbeeld grenzen aan de maximale rijtijd per twee weken. Wanneer er sprake is van samenloop dan gelden de langere-termijnnormen van beide regelingen. Het komt er dan in de praktijk op neer dat de normen van toepassing zijn die de meeste bescherming bieden aan de werknemer. Welke regels gelden voor de binnenvaart? Arbeid verricht door bemanningsleden in de binnenvaart valt onder het Arbeidstijdenbesluit vervoer. Voor de verschillende exploitatiewijzen van de schepen gelden verschillende rusttijdnormen. Verder geldt in het algemeen: De normen voor de binnenvaart gelden alleen voor bemanningsleden van een binnenschip en niet voor de overige medewerkers aan boord, zoals de kok en het andere horecapersoneel. Voor hen gelden de algemene regels van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. De regels zijn van toepassing op bemanningsleden van 18 jaar en ouder. Voor jeugdige werknemers zijn extra regels opgenomen. Het hoofdstuk binnenvaart is zowel van toepassing op werknemers als op zelfstandigen. Alleen de regels voor de maximale arbeidstijd per week zijn uitsluitend van toepassing op werknemers. De regels voor de binnenvaart treden geheel in de plaats van de arbeids- en De normering is niet van toepassing op mensen van 18 jaar en ouder die werken op vlotten en op schepen die zijn bestemd voor het redden van drenkelingen. Zij zijn ook niet van toepassing op schepen waarmee uitsluitend niet-beroepsmatig wordt gevaren. Wat zijn de extra regels voor jeugdige werknemers in de binnenvaart? Jeugdige bemanningsleden (16 of 17 jaar oud) moeten een pauze hebben van minimaal een half uur als de dagelijkse arbeidstijd langer is dan vier en een half uur. Zij moeten hetzij een wekelijkse rust hebben van minimaal 2 dagen met inbegrip van de zondag, hetzij een wekelijkse rust van onafgebroken 36 uur met inbegrip van de zondag, hetzij - als een reis langer duurt dan vijf dagen - een rust van minimaal 16 dagen in elke periode van 10 weken. In de dagvaart en de semi-continuvaart moeten zij in elke periode van 24 uur minimaal 16 uur rust krijgen, waarvan ten minste 12 uur onafgebroken. De pauze van een half uur is bij de 16 uur inbegrepen. Voor de continuvaart geldt dat zij ten in elke periode van 24 uur minstens 16 uur rust moeten krijgen, waarvan ten minste 6 uur onafgebroken. De pauze van een half uur is bij de 16 uur inbegrepen.
Daarnaast geldt dat voor jeugdige bemanningsleden nachtelijke arbeid tussen 22.00 en 06.00 uur of tussen 23.00 en 07.00 uur in principe verboden is. Dit verbod geldt niet als er voldoende compensatie is en nachtarbeid noodzakelijk is in verband met de opleiding. Dat wil zeggen dat bepaalde ervaring die nodig is om aan de opleidingseisen te kunnen voldoen, alleen maar in de nacht kan worden opgedaan. Welke rusttijden gelden in de binnenvaart? Voor de dagvaart geldt dat een bemanningslid in een periode van 24 uur een onafgebroken rust moet hebben van minimaal 8 uur. De periode van 24 uur begint op het moment dat de onafgebroken rust van minimaal 8 uur is geëindigd. De onafgebroken rusttijd moet buiten de vaartijd zijn gelegen. Voor de semi-continuvaart geldt dat een bemanningslid in een periode van 24 uur een rust moet hebben van minimaal 8 uur, waarvan 6 uur onafgebroken. De periode van 24 uur begint op het moment dat de onafgebroken rust van minimaal 6 uur is geëindigd. De onafgebroken rusttijd moet buiten de vaartijd zijn gelegen. Voor de continuvaart geldt dat een bemanningslid in elke periode van 48 uur een rusttijd moet hebben van minimaal 24 uur, waarvan minimaal tweemaal 6 uur onafgebroken. Welke arbeidstijden gelden in de binnenvaart? Alleen voor bemanningsleden die werknemer zijn (dus niet voor de zelfstandige schipper) geldt: Een maximale wekelijkse arbeidstijd van gemiddeld 48 uur in elke periode van 16 achtereenvolgende weken. Bij collectieve regeling mag een maximale wekelijkse arbeidstijd worden afgesproken van gemiddeld 48 uur in elke periode van 52 achtereenvolgende weken. Welke regels gelden in de zeescheepvaart? In het Arbeidstijdenbesluit vervoer is een apart hoofdstuk opgenomen voor de zeevaart. Het besluit is van toepassing op arbeid verricht door zeevarenden aan boord van een zeeschip. Hieronder wordt mede verstaan de havensleepboot die havensleepdiensten verricht (ook al staat het geregistreerd als binnenschip). Verder geldt in het algemeen: Het Arbeidstijdenbesluit vervoer is van toepassing op alle personen die in enige hoedanigheid werkzaamheden verrichten aan boord van een zeeschip. Deze personen worden aangeduid als zeevarenden, het gaat dan bv. om: kapiteins,stagiaires, uitzendkrachten en personeel van cateringbedrijven op ferries. Het besluit geldt ook voor zeegaand aannemersmaterieel (de zeegaande bagger). Het hoofdstuk zeevaart is zowel van toepassing op werknemers als op zelfstandigen. De bepalingen die voor de zeevaart gelden zijn niet van toepassing op passagiers en personen die in of nabij havens voor hun werk aan boord komen (bijvoorbeeld stuwadoors en loodsen). De regels voor de zeevaart treden geheel in de plaats van de arbeids- en Rusttijden kapitein en zeevarenden van 18 jaar en ouder
In elke periode van 24 uur dient minimaal 10 uur rust te zijn. Die rust mag over niet meer dan twee periodes verdeeld worden, waarbij één periode minimaal 6 uur lang moet zijn. Twee opeenvolgende periodes van rust mogen niet meer dan 14 uur uit elkaar liggen. De periode van 24 uur wordt berekend vanaf het begin van de langste genoten rusttijd. De regeling is zodanig dat naast de in de zeevaart gebruikelijke wachtstelsels als 4 op, 8 af en 6 op, 6 af, ook het in de zeegaande bagger gebruikelijke wachtstelsel van 8 op, 8 af gehanteerd kan worden. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat er na 6 uur onafgebroken arbeid minimaal een kwartier pauze moet worden ingelast. Naast de dagelijkse rustnorm geldt ook een weeknorm. In elke periode van 7 dagen dient in totaal minimaal 77 uur rust te zijn. Jeugdige zeevarenden Voor 16- en 17-jarigen gelden strengere normen: Jeugdige zeevarenden mogen niet meer dan 8 uur per dag werken en in elke periode van 24 uur dient er tenminste 12 uur rust te zijn, waarvan ten minste 9 uur onafgebroken. Als het vanwege het wachtstelsel het niet anders kan, dan mogen jeugdige zeevarenden echter 12 uur per dag werken (inclusief de pauzes). Tussen middernacht en 05.00 uur mogen jeugdige zeevarenden niet werken, tenzij dat in het kader van hun opleiding (stagiaires) noodzakelijk is. De werkweek voor jeugdige zeevarenden mag niet langer zijn dan 40 uur en de zondag behoort in principe vrij te zijn. In elke periode van 7 maal 24 uur dient er althans één aaneengesloten periode van ten minste 36 uur rust te zijn. Als per dag meer dan vier en een half uur gewerkt wordt dient deze een pauze te omvatten van 30 minuten, zo mogelijk aaneengesloten. Consignatie en stille wacht In de consignatiedienst mag door de kapitein en de schepelingen in noodgevallen gedurende de pauze en de rusttijd worden gewerkt. Jeugdige zeevarenden mogen niet gedurende de nacht zijn geconsigneerd, behalve in verband met de wachtindeling of als dit in het kader van hun opleiding noodzakelijk is. Bijzondere omstandigheden Als door omstandigheden i.v.m. de veiligheid de pauze en de rusttijd worden onderbroken of opgeschort, moet ervoor gezorgd worden dat de schepeling later voldoende pauze of rust ter compensatie krijgt. Dit geldt ook als men in de `stille' wacht heeft moeten werken: stille wacht wordt namelijk ook als consignatiedienst aangemerkt. Voor de kapitein geldt niet dat er compensatie moet worden aangeboden. Welke regels gelden in de zeevisserij? In het Arbeidstijdenbesluit vervoer is een apart hoofdstuk opgenomen voor de zeevisserij. Het gaat om arbeid verricht door de schipper en de schepelingen aan boord van een vissersvaartuig.
Verder geldt in het algemeen: Het hoofdstuk zeevisserij is uitsluitend van toepassing op werknemers. De regels voor de zeevisserij treden geheel in de plaats van de arbeids- en Aan boord van schepen en vissersvaartuigen mag geen arbeid worden verricht door personen jonger dan 16 jaar. Arbeids- en rusttijden schipper en schepelingen van 18 jaar en ouder In elke periode van 24 uur dient minimaal 10 uur rust te zijn. Die rust mag niet over meer dan twee periodes verdeeld worden, waarbij één periode minimaal 6 uur lang moet zijn. Twee opeenvolgende periodes van rust mogen niet meer dan 14 uur uit elkaar liggen. De periode van 24 uur wordt berekend vanaf het begin van de langste genoten rusttijd. Naast de dagelijkse rustnorm geldt ook een weeknorm. In elke periode van 7 dagen dient in totaal minimaal 77 uur rust te zijn. Voorts geldt voor de schipper een maximale wekelijkse arbeidstijd van gemiddeld 48 uur in elke periode van 52 achtereenvolgende weken. Pauze van schepelingen Na ten hoogste 6 uur wordt de arbeid van de schepeling onderbroken door een pauze Bijzondere omstandigheden Als door omstandigheden i.v.m. de veiligheid de pauze en de rusttijd worden onderbroken of opgeschort, moet ervoor gezorgd worden dat de schepeling later voldoende pauze of rust ter compensatie krijgt. Dit geldt ook als men in de `stille' wacht heeft moeten werken: stille wacht wordt namelijk ook als consignatiedienst aangemerkt. Voor de schipper geldt niet dat er compensatie moet worden aangeboden.