O16.001974 O16.001974* Ontwikkeling OZB
1. Inleiding 1.1 Aanleiding van deze notitie Op 30 juni 2016 heeft wethouder Offinga toegezegd om een notitie in de vorm van actieve info aan de raad te verstrekken over de ontwikkeling van de Onroerende zaakbelastingen (OZB) in brede zin. Daarnaast heeft wethouder Offinga naar aanleiding van een (ingetrokken) motie van de VVD op 14 juli 2016 toegezegd om in het onderzoek in brede zin naar de OZB tarieven de mogelijkheden te onderzoeken wat de effecten zijn als het belastingtarief voor bedrijven in enige mate naar beneden kan worden bijgesteld. 1.2 Inhoud van deze notitie In deze notitie laten we de ontwikkeling van de OZB in Súdwest-Fryslân van 2012 tot en met 2016 zien. We vergelijken de OZB in Súdwest-Fryslân van 2014 tot en met 2016 met die van omliggende en vergelijkbare gemeenten in Fryslân. En we laten zien wat er gebeurt als de OZB voor nietwoningen in 2017 naar beneden bijgesteld wordt. 1.3 Uitgangspunten berekening OZB Voor de berekening van de tarieven OZB hanteren we de volgende uitgangspunten: - De begrote opbrengst wordt verdeeld tussen woningen en niet-woningen. - De opbrengst voor de niet-woningen wordt verdeeld tussen eigenaren en gebruikers: 55% woningen 45% niet-woningen: 100/225 deel voor gebruikers niet-woningen 125/225 deel voor eigenaren niet-woningen - De begrote opbrengst wordt gedeeld door de totale waarde van de woningen en nietwoningen. Een deling van de begrote opbrengst door de totale waarde waarvan OZB geheven kan worden levert voor de drie groepen drie verschillende tarieven op. De tarieven voor de niet-woningen worden verhoogd met de percentages voor het ondernemersfonds (0,033% voor eigenaren en 0,027% voor gebruikers. Het laten zien van de ontwikkeling van puur alleen de OZB tarieven geeft een onvolledig beeld. De tarieven zijn immers vastgesteld aan de hand van de WOZ-waardes. De ontwikkeling van het tarief is in grote mate afhankelijk van de ontwikkeling van de waardes. Daarom is er voor gekozen om de ontwikkeling van de OZB te laten zien aan de hand van de gemiddelde aanslagen. Deze gemiddelde aanslagen zijn berekend door het tarief van een bepaald jaar te vermenigvuldigen met de gemiddelde waarde van dat jaar. Dit geeft een beter beeld van de ontwikkeling van de OZB. Pagina 2 van 8 O16.001974
2. OZB in Súdwest-Fryslân 2012-2016 In onderstaande grafieken is de ontwikkeling van gemiddelde aanslagen OZB voor: - woningen, - eigenaren van niet-woningen en - gebruikers van niet-woningen te zien. Grafiek 1 is voor de niet-woningen zonder de bijdrage aan het ondernemersfonds en grafiek 2 is de gehele aanslag OZB (inclusief de bijdrage aan het ondernemersfonds). Grafiek 1: Ontwikkeling gemiddelde aanslag OZB zonder ondernemersfonds Grafiek 2: Ontwikkeling gemiddelde aanslag OZB met ondernemersfonds Pagina 3 van 8 O16.001974
Tot en met 2015 verliep de stijging van de OZB bij de niet-woningen geleidelijk. In 2016 is de OZB voor de eigenaren en gebruikers van niet-woningen echter behoorlijk gestegen, ook naast de stijging ten behoeve van het ondernemersfonds. Dit heeft verschillende oorzaken: 1. De begrote opbrengst is verhoogd, omdat de opbrengst voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing verlaagd waren. Deze verhoogde opbrengst is over alle drie tariefsgroepen verdeeld. 2. De WOZ-waardes voor niet-woningen waren gedaald. 3. In 2014 en 2015 bleek de werkelijke opbrengst lager dan de begrote opbrengst. De tarieven in die jaren waren te laag berekend. Pagina 4 van 8 O16.001974
3. Vergelijking met andere gemeenten Bij de vergelijking van de ontwikkeling van de OZB in Súdwest-Fryslân met omliggende en vergelijkbare gemeenten moeten we onderscheid maken tussen de OZB voor eigenaren van woningen en de OZB voor eigenaren en gebruikers van niet-woningen. We hebben immers in hoofdstuk 2 laten zien dat de OZB voor woningen een andere ontwikkeling heeft dan de OZB voor niet-woningen. 3.1 OZB eigenaren woningen De OZB voor eigenaren van woningen in Súdwest-Fryslân is geleidelijk gegroeid naar het gemiddelde niveau in Fryslân. Dit kunt u zien in grafiek 3. Grafiek 3: Ontwikkeling OZB eigenaren woningen De OZB voor woningen wordt echter vaak vergeleken in combinatie met de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Dit worden de woonlasten genoemd. In grafiek 4 kunt u de woonlasten in Súdwest- Fryslân van 2016 vergelijken met de andere gemeenten. Hierbij is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning. Zoals u kunt zien behoren de woonlasten in Súdwest-Fryslân bij de goedkoopste. Grafiek 4: woonlasten 2016 Pagina 5 van 8 O16.001974
In grafiek 5 staat de ontwikkeling van de woonlasten in Súdwest-Fryslân in vergelijking met de andere gemeenten. Uit deze grafiek blijkt dat de woonlasten in Súdwest-Fryslân al jaren bij de laagste horen. Grafiek 5: Ontwikkeling woonlasten meerpersoonshuishoudens (OZB, Afvalstoffenheffing en Rioolheffing) 3.1.1 Ontwikkeling toekomstig tarief SWF/Littenseradiel Het onderzoek maakt duidelijk dat de woonlasten in het gebied van Littenseradiel dat bij Súdwest- Fryslân komt iets lager zijn dan in Súdwest-Fryslân. De bedrijfslasten zullen in dat gebied na de samenvoeging behoorlijk stijgen. Dit geldt echter ook voor dat gebied van Littenseradiel dat naar Leeuwarden gaat. Wij hebben de gemeente Littenseradiel vorig jaar geattendeerd op deze forse stijging en gevraagd haar inwoners en bedrijven tijdig te informeren. Pagina 6 van 8 O16.001974
3.2 OZB eigenaren en gebruikers niet-woningen Uit hoofdstuk 2 bleek dat de OZB voor niet-woningen in Súdwest-Fryslân vooral tussen 2015 en 2016 behoorlijk gestegen is. In onderstaande grafieken 6 en 7 is echter te zien dat Súdwest-Fryslân zowel in 2014 en 2015, als in 2016 in de middenmoot zit in vergelijking met de omliggende en vergelijkbare gemeenten. Grafiek 6: Ontwikkeling OZB eigenaren niet-woningen (incl. ondernemersfonds) Grafiek 7: Ontwikkeling OZB gebruikers niet-woningen (incl. ondernemersfonds) Bij de vergelijking is ervoor gekozen om de OZB inclusief de bijdrage voor het ondernemersfonds te laten zien. Dit is immers het bedrag dat de belastingbetaler ook daadwerkelijk betaalt. Bovendien zijn er meer gemeenten waarbij een bijdrage aan een ondernemersfonds in het OZB tarief verwerkt hebben. Het niet meenemen van de bijdrage zou een verkeerd beeld opleveren. Pagina 7 van 8 O16.001974
4. Onderzoek effecten verlaging tarieven niet-woningen De VVD heeft verzocht om ook de mogelijkheid te onderzoeken of het OZB tarief voor bedrijven in enige mate naar beneden bijgesteld kan worden. De OZB kent niet een tarief voor bedrijven. Binnen de OZB wordt onderscheid gemaakt tussen een tarief voor: - Eigenaren van woningen - Eigenaren van niet-woningen - Gebruikers van niet-woningen. In de praktijk worden niet-woningen veelal gebruikt als een bedrijf. Maar er zijn ook niet-woningen die particulier gebruikt worden en bedrijfjes die vanuit een woning opereren. In de begroting is een gewenste opbrengst voor de OZB opgenomen. Deze begrote opbrengst zal gegenereerd moeten worden. Als het belastingtarief voor eigenaren en gebruikers van nietwoningen naar beneden bijgesteld wordt, zal het tarief voor eigenaren van woningen stijgen. Op dit moment zit de vaststelling van de WOZ-waardes voor 2017 in de afrondende fase. Dit betekent dat de tarieven voor de OZB nog niet berekend kunnen worden. De WOZ-waardes zijn immers belangrijk bij de berekening van de tarieven. Doordat de tarieven nog niet berekend kunnen worden, kunnen wij niet laten zien welk effect een verlaging van de tarieven voor niet-woningen zal hebben op de tarieven voor woningen. In het raadsvoorstel bij de vaststelling van de verordening OZB zullen wij hier op terug komen. Pagina 8 van 8 O16.001974