Marktwerking bij de begeleiding van werkzoekenden: hoe verder na de eerste fase van tendering en appels à projets?



Vergelijkbare documenten
2. Graag een overzicht van de regionale tenders die werden uitgeschreven in de periode 2011 tot heden met vermelding van

Meer mensen. aan het werk zetten & houden. Memorandum. via een ambitieus arbeidsmarktmodel. Federatie van partners voor werk

In het land van tenders en appels à projets : de eerste jaren van publieke marktwerking voor de begeleiding van werkzoekenden in België

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 5 oktober

Naar een grotere marktwerking in het activerend arbeidsmarktbeleid: evaluatie van de trajecttendering voor langdurig werklozen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

Brussel, 21 januari _Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

VR DOC.1230/1TER

1 De verschillende actoren van de keten komen tot een betere samenwerking

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 oktober

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

VR DOC.1207/1

Brussel, 8 juli _SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

c) Wie was of waren de uitvoerder(s), met aanduiding of het gaat om een profit- of non-profitorganisatie?

VR DOC.0923/1BIS

Inkoop en bekostiging als kwaliteitsinstrumenten

HET BRUSSELS GEWEST ONDERTEKENT DE EERSTE INSCHAKELINGSCONTRACTEN!

Analyse van het tewerkstellings- en doelgroepenbeleid Minder doelgroepen voor meer jobs

VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET. houdende bepalingen inzake arbeidsbemiddeling door arbeidsbemiddelingsbureaus opgericht naar privaatrecht

3. Wat is de specifieke aanpak voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest?

1. Op welke manier wordt deze samenwerking tussen steden/gemeenten, de VDAB en de bouwsector concreet ingevuld?

Vraag en Antwoord. Brondocument en volgnummer. 1 Bestek en G.2

VR DOC.1387/1BIS

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

1 Gegevens van het advies. 1.1 Gegevens van de regelgeving. 1.2 Gegevens van de aanvrager. 2 Titel en fase

Projectoproep Overkop Huizen voor Jongeren Infosessie 17/1/2017

Functieprofiel projectmedewerker

De staatshervorming in vogelvlucht: stand van zaken. (West4work 3/11/2015)

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

Expert Protocollen en Beraadslagingen

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Uit- en aanbesteden in de Wet Werk en Bijstand

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

Inkoopbeleid vanuit cliëntenperspectief. basispresentatie

Social Impact Bond.

VLAAMSE OUDERENRAAD Standpunt over de commercialisering van de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

VR DOC.0263/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

/ 5 / Zelf doen, samenwerken, verzelfstandigen of vermarkten

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Stand van zaken over de rationalisering van de managementondersteunende

Barones Monique van Oldeneel tot Oldenzeel - Venture Philantropy FAQ. Selectiecriteria

ADVIES OVER HET ONTWERPBESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE ERKENNINGS- EN SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN SOCIALE VERHUURKANTOREN. Advies / 6.09.

REGIONALE SAMENWERKING IN VLAANDEREN DE AGENDA

Werkvormm vzw. Containerherstelling

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Proeftuin trajecttendering: een succes?

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

Indien men de loopbaanbegeleiding volgt bij een erkend loopbaancentrum, kan men een beroep doen op loopbaancheques.

VR DOC.0254/2TER

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden. 16 juni 2015

Is dat dan geen indicatie dat wijk-werkers sowieso geen mensen uit de sociale economie verdringen?

Nieuwe kans op extra instroom

Functiebeschrijving DESKUNDIGE NOODPLANNING B1-B3

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Juridische mogelijkheden en vragen in de inkoop in het sociale domein

INKOOPBELEID. Datum: 1 december /5

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

nr. 699 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Jobbeurzen

ADVIES. Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de premies om het duaal leren te stimuleren.

Innovatie in de Overheidsdienstverlening

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland. Versie 1 Juli 2016

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Rondzendbrief DVO/BZ/P&O/2008/

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

Factsheet. Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein. maart 2016

DE OVEREENKOMST. en mediarte.be,...vertegenwoordigd door...

Regie van het lokaal sociaal beleid

Onderwerp: projectoproep 2 april 2015 Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars

1. Onderscheid tussen 'ruwe' screening en diagnosestelling

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie Reg.nummer: 2014/379169

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

Uw netwerk voor succesvol ondernemen in de Brusselse metropool. Metropolitan

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

HOOFDSTUK 2. Onze opdracht.

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

Oplegmemo met nadere toelichting matrix arbeidsmarkt

Aanbeveling. van de werkgroep bouw van de sectoriële commissie hout en bouw Bedrijfsoverschrijdende projecten m.b.t. diversiteit

nr. 471 van YASMINE KHERBACHE datum: 10 april 2018 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Aangepast begeleidingsplan 55-plussers

VLAAMSERAA D VOORSTEL VAN DECREET

VR DOC.0356/1BIS

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

Transcriptie:

Marktwerking bij de begeleiding van werkzoekenden: hoe verder na de eerste fase van tendering en appels à projets? Adviesnota bij het Federgon-Memorandum voor de regionale verkiezingen 2009

1. Beknopte recapitulatie Vlaanderen, Wallonië en Brussel hebben in de voorbije legislatuur geëxperimenteerd met het betrekken van marktspelers voor de uitvoering van integratieof begeleidingstrajecten van werkzoekenden. Deze relatief nieuwe praktijken passen binnen een evolutie van de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling (VDAB, Forem, Actiris): zoals ook in andere landen verlegt zich ten aanzien van de publieke dienst het zwaartepunt van een situatie van een beperkt aantal spelers in de uitvoering naar een situatie van vele spelers in de markt van publieke opdrachten. De rol van de publieke dienst verschuift daardoor van actor naar regisseur en opdrachtgever. De opdrachtnemers kunnen zowel publieke als private spelers zijn. Voorbeelden van publieke spelers zijn de OCMW s, onderwijsinstellingen, centra voor middenstandsopleiding, Private spelers omvatten zowel commerciële als niet-commerciële organisaties, die ook onderling kunnen samenwerken. De niet-commerciële private spelers zijn de niet-institutionele opleidings- en tewerkstellingsorganisaties, afkomstig uit het lokaal werk, het opbouwwerk, de vakbondswerking, (in Vlaanderen derden genoemd). Commerciële spelers omvatten zowel de grotere spelers in de uitzendsector en wervings- en selectiesector als kleinere nichespelers. Ook al wijzen de praktijken in de drie regio s in dezelfde richting, het juridisch kader waarin dit plaatsvindt verschilt. In Vlaanderen verloopt dit via algemene offerteaanvragen (tenders), in Wallonië en Brussel via projectoproepen (appels à projets/appels à initiatives). In Vlaanderen is de overheid gestart met de organisatie van een publieke markt voor begeleidingsopdrachten via tendering 1. Het doel is expliciet het veld van spelers uit te breiden door een beroep te doen op de markt van zowel niet-commerciële als commerciële spelers. Daarbij worden een aantal principes van marktwerking gegarandeerd door toepassing van de Wet op de Overheidsopdrachten. In Wallonië en Brussel blijft het subsidiemechanisme van kracht, maar wordt wel expliciet een beroep gedaan op de markt. Tot de markt worden zowel commerciële als niet-commerciële spelers gerekend. Bij de nietcommerciële spelers gaat het om erkende organisaties (in het kader van een raam-overeenkomst) of niet-erkende initiatieven; naast de private zijn er ook publieke initiatieven in betrokken (OCMW s, onderwijsinstellingen, e.a.). Zowel de offerteaanvragen (in Vlaanderen) als de appels à projets (in Wallonië en Brussel) passen binnen de geijkte procedure van een open oproep aan geïnteresseerde marktspelers. Algemeen genomen stelt het aanspreken van private (commerciële en niet-commerciële) aanbieders van begeleidingsdiensten voor werkzoekenden specifieke juridische en organisatorische vereisten: Deze bijdrage kwam tot stand in het kader van een nieuwe internationaal vergelijkende studie naar de ontwikkelingen met marktwerking voor de begeleiding van werkzoekenden. De nota bevat een advies voor een heroverweging van de inrichting van de marktwerking op basis van heldere doelen en ordeningsprincipes. De adviesnota ambieert, geïnspireerd door buitenlandse praktijken, een aantal eerste feitelijke stapjes in ons land met marktwerking voor de begeleiding van werkzoekenden te confronteren met principiële keuzes, eerder dan hoe deze keuzes technisch kunnen worden ingevuld. Voor een diepgaande analyse en toelichting bij de hier voorgestelde beleidsopties verwijzen we naar het onderzoeksrapport door het HIVA-K.U.Leuven (verwachte publicatiedatum: mei 2009). Ludo Struyven en Liesbeth Van Parys (HIVA-K.U.Leuven) - mei 2009

Juridisch gezien ressorteert de nieuwe aanpak onder de Wet op de Overheidsopdrachten (1993), rekening houdend met drempelbedragen en de mate van openbaarheid zoals bepaald in de Europese regelgeving en volgens de beginselen van het EG-Verdrag (non-discriminatie, gelijke behandeling en transparantie). Bij VDAB wordt deze juridische vorm strikt toegepast, ook voor subsidie-instrumenten zoals het ESF, die vroeger anders georganiseerd waren (zie onder). Bij Forem en Actiris wordt niet gekozen voor de juridische vorm van een overheidsopdracht, maar voor het subsidiemechanisme, vanuit de motivatie om meer diversificatie en complementariteit in de markt te brengen. Het geeft de opdrachtgever ook meer speelruimte bij de keuze van de spelers, in die zin dat deze niet gebonden is aan het wettelijk kader van overheidsopdrachten, waarin de werkwijze bij procedures en criteria strikt is vastgelegd. Organisatorisch gezien impliceert marktwerking een scheiding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. In de drie regio s zijn het de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling (VDAB, Forem, Actiris) die de oproepen voorbereiden, uitschrijven en opvolgen. Intern bracht dit bij VDAB en Forem een herstructurering met zich mee gericht op een duidelijke scheiding op managementniveau tussen de publieke dienst als actor en de publieke dienst als regisseur-opdrachtgever ( régisseur-ensemblier ). Bij Forem is de rol van regisseur-opdrachtgever ondergebracht bij Forem-Conseil (te onderscheiden van Forem-Formation 2 en Forem-Support), bij VDAB is de rol van regisseur ondergebracht bij het tenderteam (te onderscheiden van de operaties) 3. Naar omvang is men in de drie regio s gestart met bescheiden oproepen, met erg kleine aantallen en budgetten (rond 10 à 11 miljoen euro per jaar). In Wallonië ging het initiatief uit van de publieke dienst, in Vlaanderen kwam de eerste tender er uiteindelijk op politiek initiatief bij het aantreden van de nieuwe regering in 2005. In Wallonië wordt gewerkt met jaarlijkse oproepen sinds 2004 in het kader van het begeleidingsplan voor werklozen (2004); eind 2008 is de vijfde oproep gelanceerd. In Vlaanderen verschijnen de tenders op onregelmatige basis. De eerste tender in 2005, bedoeld als proeftuin tendering, had betrekking op de curatieve doelgroep in het kader van de activering van werkzoekenden. Het object en de doelgroep van de daaropvolgende tenders varieert. Anno 2009 zijn de belangrijke tenders in Vlaanderen de ESF-tender (Europees Sociaal Fonds; 2007), de tender-jeugdwerkplan (2008) en de tender-centrumsteden (2009) en lopen enkele kleinere tenders af. In Brussel is in 2008 gestart met de organisatie

van oproepen, met het oog op hernieuwing van vroegere samenwerkingsakkoorden. Voor de regionale diensten zijn de budgetten voor de nieuwe marktoproepen additioneel (of zo goed als additioneel). Het gaat dus niet om een verschuiving van bestaande activiteiten naar de markt, maar om het gunnen van bijkomende activiteiten met additionele middelen. Een kanttekening hierbij is dat bij VDAB de recente tender centrumsteden gefinancierd wordt met middelen van de afgelopen curatieve tender, middelen die intussen dotatiemiddelen zijn geworden. 2. Naar een nieuwe fase van marktwerking De eerste ervaringen met het aanspreken van private commerciële spelers wijzen op een moeizame marktontwikkeling. De nieuwe markt komt slechts in beperkte mate van de grond. Het aantal nieuwe spelers breidt weinig verder uit. Sommige spelers houden het zelfs voor bekeken. Hiervoor is het huidige systeem van tenders of appels à projets minstens gedeeltelijk verantwoordelijk. In de markt leeft er ongenoegen over een aantal aspecten van de vormgeving van de tenders of oproepen: te kleine omvang van de opdrachten; te beperkende omschrijving van de opdrachten; oproepen op een versnipperde basis (ad hoc oproepen; verkaveling over kleine gebieden); gebrek aan continuïteit in het beleid wat betreft de beoogde marktwerking; te grote prijsdruk (o.a. door de vooropgestelde richtprijzen die als vaste prijs gaan fungeren); de wijze van resultaatsturing en -financiering; de soms sterke inhoudelijke en methodische sturing door de opdrachtgever. De huidige aanpak vertoont dus ernstige gebreken. Hierdoor dreigen nog meer spelers af te haken en wordt het potentieel van de private commerciële spelers sterk onderbenut. Waardoor ook het objectief van een groter aanbod van begeleidingstrajecten en betere resultaten in termen van plaatsing van werkzoekenden, vergroten van de competenties in het gedrang komt. Andere landen leren dat het introduceren van marktwerking gericht op de geleidelijke verhoging van het resultaat verloopt met vallen en opstaan. In ons land heeft de Vlaamse overheid gekozen voor een proeftuin tendering in 2006, maar met het aflopen van de proeftuin is het beleid niet klaar voor de volgende stap. In voorliggende adviesnota wordt de noodzaak van marktwerking als gegeven beschouwd: niet alleen in Vlaanderen maar ook in Wallonië en Brussel. Als de betrokken overheden in ons land de keuze voor het betrekken van marktspelers voor begeleidingstrajecten willen doorzetten, is een gepaste vorm van marktwerking onvermijdelijk. De ontwikkeling van een publieke markt ontstaat echter niet vanzelf, maar vergt een zorgvuldige afweging van keuzes en een actieve organisatie ervan. Wil de marktwerking echt van de grond komen is een heroverweging nodig van de inrichting van de marktwerking op basis van heldere doelen en ordeningsprincipes. Het gaat om volgende principes:

Uit de fase van beperkte en versnipperde oproepen treden en marktwerking mogelijk maken voor grote opdrachten van begeleiding van werkzoekenden De markt ordenen op basis van gezonde concurrentieverhoudingen en complementariteit tussen commerciële en niet-commerciële spelers Marktwerking op maat mogelijk maken door een variatie van marktprikkels Actief bevorderen van de marktontwikkeling via een onafhankelijke regulator voor het volledige domein van begeleiding van werkloos naar werk en van werk naar werk. 1. Uit de fase van beperkte en versnipperde oproepen treden en marktwerking mogelijk maken voor grote opdrachten van begeleiding van werkzoekenden In de huidige praktijk van VDAB, Forem en Actiris is niet meer duidelijk met welk doel de private markt van dienstverleners wordt aangesproken. In beginsel kan men een onderscheid maken tussen twee soorten doelen. Het eerste doel bestaat erin een uitbreiding te realiseren van de beschikbare capaciteit voor begeleiding, zonder de publieke diensten hiermee te belasten. Dit laatste zou immers neerkomen op een uitbreiding van de personeelsformatie op tijdelijke basis, hetgeen veel flexibiliteit vergt van de organisatie; bovendien is het onzeker of op korte termijn de geschikte profielen kunnen worden gevonden. Het doel is dus in de eerste plaats kwantitatief. Het tweede doel is meer kwalitatief: het mogelijk maken dat er meer diversificatie, maatwerk en innovatie komt zowel in de benadering van de heterogene noden aan vraag- en aanbodzijde als in de aanpak en methoden. In beide gevallen is het doel gericht op het bereiken van een beter resultaat, omdat de overheid zich via de private marktspelers verzekert van toegang tot de vele netwerken van bedrijven en organisaties, waar heel wat open en verborgen vacatures aanwezig zijn. Als we kijken naar de praktijk in de Belgische regio s tot hier toe, dan is een heroverweging van het doel van marktwerking nodig. Deze moet tot uiting komen in de aard en het volume van de opdrachten die worden uitgeschreven. - Ten eerste verdient het doel van ontlasting van de publieke dienst op zichzelf meer aandacht. Door de publieke dienst met minder uitvoerende begeleidingstaken te belasten, kan deze zich beter concentreren op de kerntaken als publieke dienst voor de verschillende klantgroepen en doelgroepen (bv. de basisdienstverlening). Dit laatste doel past binnen de nieuwe benadering van overheidsorganisaties, die niet meer alles zelf doen, maar voor de realisatie van de publieke taken meer en meer andere uitvoerders betrekken. Dit past verder in het streven naar een meer ef-

ficiënte overheid. Momenteel komen de basistaken onder druk omdat de publieke dienst wordt geconfronteerd met te veel uiteenlopende noden, waarbij de eerste reflex van de publieke dienst is om deze zelf te lenigen. De primaire reflex zou net andersom moeten zijn: wat door de markt kan, moet de publieke dienst zelf niet willen aanbieden. Dit geldt ook voor het reeds bestaande publieke aanbod van begeleiding en opleiding: de taak voor de publieke dienst zou er net in kunnen bestaan ervoor te zorgen dat de markt dit kan overnemen. Hieruit volgt dat in de toekomst ook marktwerking wordt georganiseerd met bestaande middelen, ter vervanging van activiteiten die voordien enkel en alleen door de publieke diensten werden uitgevoerd. - Ten tweede verdient het doel van maatwerk, diversificatie en innovatie veel meer aandacht. Het beroep op private spelers maakt het mogelijk om beter in te spelen op de uiteenlopende profielen van werkzoekenden en noden op de arbeidsmarkt, op een voldoende flexibele wijze, via het benutten van nieuwe uitvoerders en nieuwe netwerken die toegang geven tot potentiële arbeidsplaatsen in bedrijven en organisaties. Alleen door maatwerk en innovatie kan hieraan tegemoet worden gekomen. Op dit ogenblik ervaren marktspelers te weinig kansen voor investeringen, specialisatie en kruisbestuiving. Een belangrijke reden is de te beperkende omschrijving van opdrachten. De opdrachtomschrijving is tot hier toe te prescriptief. Dit botst met het uitgangspunt van marktwerking om meer te sturen op basis van het resultaat in plaats van op het proces van begeleiding. Daarom verdient het aanbeveling de opdrachten van begeleiding voor de afgebakende doelgroepen enkel in globale termen te omschrijven. Dit impliceert dat, na de eerste triage van werkzoekenden door de publieke dienst, de aanbieders zelf instaan voor een diepgaande diagnose van de kandidaten en vervolgens met hen het traject bepalen in plaats van andersom. Om die reden verdient het aanbeveling dat, afhankelijk van de doelgroep, het integrale traject kan worden overgelaten aan de aanbieder. Langs Franstalige kant wordt momenteel dit doel van diversificatie aangevoerd als motivatie om het beroep op marktspelers via een appel à projets te laten verlopen en geen gebruik te moeten maken van een offerteaanvraag. Hier verdient het aanbeveling om systematisch na te gaan in welke mate de opdrachten in de projectoproepen zich niet eerder lenen voor een publieke marktbenadering. Dit opent de weg bij Forem en Actiris om naar analogie met VDAB grotere onderdelen en volledige trajecten van begeleiding, opleiding en bemiddeling te tenderen.

2. De markt ordenen op basis van gezonde concurrentieverhoudingen en complementariteit tussen commerciële en niet-commerciële spelers In tegenstelling tot de profit organisaties is het particulier initiatief van de nonprofit organisaties al sinds lange tijd betrokken bij publiek gefinancierde taken. Via regulering, planning en financiering zijn zij uitgegroeid tot de uitvoerende arm van de overheden. Onder invloed van het mededingingsbeleid werden financieringsstromen meer en meer opengebroken vandaar de toenemende uitbestedingen. Dit is ook het denken gaan bepalen in VDAB, Forem en Actiris bij de inschakeling van NGO s of derden. Momenteel kan men grosso modo drie vormen onderscheiden waaronder de markt wordt aangesproken (vormen van cofinanciering zoals in Wallonië bestaat, laten we hier buiten beschouwing): 1. in het kader van subsidiëring van erkende of niet-erkende initiatieven (bijvoorbeeld ESF); 2. in het kader van uitbestedingen door de regionale diensten voor arbeidsbemiddeling: hier gaat het om precies omschreven opdrachten van beperkte omvang, zoals voor opleiding; 3. en tot slot in het kader van de tendering van integrale begeleidingstrajecten. Bij de eerste twee vormen gaat het klassiek enkel om niet-commerciële derden; de derde vorm is nieuw en appelleert in de eerste plaats aan de commerciële marktspelers, evenwel zonder de niet-commerciële marktspelers uit te sluiten. De eerste vorm kan in principe ook openstaan voor commerciële spelers, zoals de praktijk aan Franstalige kant aantoont. Het probleem is dat de verschillende vormen door elkaar lopen en het initiële onderscheid vervaagt. Het principe dat hier zou moeten gelden luidt dat de juiste vorm voor de juiste doelen wordt ingezet. Zo hanteert VDAB dezelfde formule van tendering bij de subsidiëring van derden met ESF-middelen als bij de contractering van commerciële bedrijven voor begeleiding in het kader van het Jeugdwerkplan of de centrumsteden. Het initieel principe van tendering het op gang brengen van marktwerking wordt hierdoor vertroebeld. Ook Forem hanteert één en dezelfde formule, met name subsidiëring, voor uiteenlopende praktijken. Het appel aan de marktspelers blijft daardoor onderbenut. Verder wordt het voorgesteld alsof commerciële en niet-commerciële spelers elkaars concurrenten zijn, terwijl hun complementariteit veel groter is. Dit vereist meer differentiatie in oproepen, rekening houdend met de aanwezige segmenten en specialisaties in de markt. Nemen we de zeer gespecialiseerde opdrachten, bijvoorbeeld gespecialiseerde opleidingsacties waarvoor hoge startinvesteringen vereist zijn, alfabetiseringsacties of heel specifieke doelgroepen die worden geactiveerd. Deze voorbeelden vergen projectmatige acties, waarvoor aangepaste oproepen vereist zijn die zich kunnen richten tot de gespecialiseerde aanbieders. Een typisch terrein is het ESF. In de tenders van VDAB is dit een vreemde eend in de bijt. Dit subsidieprogramma heeft weinig te maken met de eigenlijke marktwerking. Toch geldt hiervoor momenteel in Vlaanderen de tender-vorm en geldt het als de belangrijkste tender in financiële termen. Als we het onderscheid tussen vormen om de markt aan te spreken zuiver willen houden, is het beter dat het ESF buiten het stramien van tendering wordt gehouden. Juridisch kan Vlaanderen dit beter inbedden in het systeem van projectoproepen, zoals aan Franstalige kant bestaat.

3. Marktwerking op maat mogelijk maken door een variatie van marktprikkels Fundamenteel bij marktwerking is dat de rol van de overheid een heel andere wordt, doordat marktprikkels een belangrijke rol krijgen. De overheid heeft hierbij verschillende marktmechanismen ter beschikking. Bij de regionale diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding gaat de aandacht vooral naar het uitbestedingsmechanisme met concurrentie op basis van prijs/kwaliteit van diensten die worden ingekocht door de publieke bemiddelingsorganisaties. VDAB zweert als het ware bij één en dezelfde uitbestedingsvorm, los van welke marktwerking met welke spelers precies wordt beoogd. Bepaalde vormen zijn echter beter afgestemd op de noden dan andere. Daarbij kunnen andere vormen worden overwogen, zoals bijvoorbeeld het werken met kaderovereenkomsten, langerlopende contracten of hoofdcontractanten die op hun beurt op kleinere schaal tenderen (cf. het nieuwe model van prime contractors in Groot-Brittannië). Daarnaast bestaan er andere vormen die de uiteindelijk begunstigde werkzoekende in een sterkere positie plaatsen. In verschillende landen (cf. vouchersystemen in Nederland, Duitsland, ) is al ervaring opgedaan met het persoonsgebonden budget en het persoonsvolgend budget. Hierbij gaat de vergoeding rechtstreeks of onrechtstreeks naar de gebruiker, die door de overheid wordt gesubsidieerd om als koopkrachtige consument te kunnen optreden. Dit principe maakt het mogelijk dat de werkzoekende zelf vrij kan kiezen tussen aanbieders. Dit benadert beter het model van een bijnamarktsituatie. Een andere manier om meer variatie in marktprikkels aan te brengen is concurrentie op basis van prijs en resultaat (als maat voor kwaliteit). In de huidige toepassingen in ons land treedt een vermenging op van prikkels ten aanzien van de publieke diensten in het kader van de beheersovereenkomst en prikkels ten aanzien van aanbieders in het kader van de tendering. Deze vermenging is ongewenst omdat het de private aanbieders a priori dwingt in een referentiekader voor prijszetting en resultaatbeoordeling dat geen rekening houdt met de specifieke vereisten van de opdracht. Dit is specifiek het geval bij VDAB. Vooreerst hanteert VDAB richtprijzen en geeft die op in de tenders. De richtprijzen zijn berekend op basis van de eigen inschatting aan benodigde tijd door VDAB. Dit maakt mede dat de richtprijzen te laag zijn. Nochtans vergt marktwerking dat bij de prijszetting de prijs voldoende hoog is om de markt tot ontwikkeling te brengen. Hetzelfde doet zich voor bij de resultaatbeoordeling en -waardering. Bij marktwerking is het principe dat een gedeelte van de financiering afhankelijk is van het behaalde resultaat, zoals vastgelegd in het contract met de aanbieder. Dit plaatst de (Vlaamse) discussie over het al dan niet behalen van de uitstroomnorm in een ander daglicht. Vooreerst, het gedeelte resultaatsfinanciering bij uitbestedingen (VDAB) en projectsubsidies (Forem) evolueert in de richting van resp. 40 % en 20-30 % van de totale kostprijs. Het resultaatgedeelte is afhankelijk van het behaalde percentage werkzoekenden waarvoor een nader bepaald resultaat wordt behaald. Bij VDAB is de uitstroomnorm nu gebaseerd op de normen voor de beheersovereenkomst, normen die bepaald zijn op basis van de prestaties voor (groepen van) werkzoekenden in het verleden door de publieke dienst. Aldus wordt een vergelijking met de prestaties van de publieke dienst gesuggereerd die feitelijk niet juist is. De huidige manier van werken met uitstroomnormen bij de tenders is niet correct zolang deze normen niet zijn aangepast aan de specifieke opdrachten en doelgroepen in de tenders. Meer nog: ook wat als een resultaat wordt gedefinieerd, wordt louter overgenomen van de Beheersovereenkomst. Op dit vlak getuigt de praktijk bij Forem van een grotere differentiatie

van resultaten al naargelang de doelen en doelgroepen van de acties. Zo wordt bij de maatregelen in de appels à projets gericht op de moeilijk bemiddelbaren, het resultaat ruimer gedefinieerd dan doorstroom naar werk. Los van de definitie en normbepaling van het resultaat, is er de vraag naar de opportuniteit om te werken met door de opdrachtgever eenzijdig opgelegde uitstroomnormen. Immers, het principe bij marktwerking is de feitelijke resultaten van een aanbieder te belonen via de resultaatsvergoeding waarvan het percentage wordt vastgesteld in functie van de moeilijkheid van de doelgroep. Dit principe is niet alleen zuiverder, het is ook eenvoudiger. Het maakt het werken met vooraf bepaalde uitstroomnormen bij tenders overbodig, zonder uiteraard het principe van resultaatsfinanciering op te geven. 4. Actief bevorderen van de marktontwikkeling via een onafhankelijke regulator voor het volledige domein van begeleiding van werkloos naar werk en van werk naar werk. Het op gang brengen van marktwerking is een complexe strategie, omdat enerzijds een markt moet worden gecreëerd en anderzijds de overheid zelf een dominante partij blijft in deze markt. Vandaar dat terecht veel aandacht gaat naar de rol van regisseur. Tot hier toe behoort het niet expliciet tot de rol van regisseur om de marktontwikkeling te bevorderen en een goede marktordening tot stand te brengen. In dit opzicht werkt de huidige invulling van de rol als regisseur niet echt bevorderend voor marktwerking. Dat is het geval voor Vlaanderen, maar ook voor Wallonië en Brussel waar de missie van de regisseur volledig in termen van partnerschapsbevordering wordt geduid. Belangrijk vanuit het standpunt van de marktspelers is dat er een instantie is die de verschillende segmenten van marktwerking op het terrein van de arbeidsmarkt in hun geheel overziet: begeleiding van werkzoekenden, inburgeringstrajecten, trajecten voor leefloners, werk-naar-werk trajecten,... Deze overkoepelende taak wordt best toevertrouwd aan een centrale regulator voor het geheel van de arbeidsmarktdienstverlening. De regulator is een onafhankelijke instantie die fungeert als expertisecentrum voor de markt, de geschiktheid voor het werken met bepaalde vormen van publieke marktwerking afweegt, het regelgevend kader afbakent, de procedures stroomlijnt, de kwaliteit van de verleende diensten monitort en beoordeelt, en voor transparantie zorgt. Deze instantie staat in voor het inzichtelijk maken van resultaten, het bevorderen van meer eenvormigheid in opvolgings- en rapportageverplichtingen, het bevorderen van transparantie op de gecreëerde markt, het stimuleren van innovatie. Ten slotte kan de regulator instaan voor de ombudsfunctie waar cliënten enerzijds en aanbieders anderzijds terechtkunnen met klachten. De rol van regulator is te onderscheiden van deze van regisseur-opdrachtgever. In een gezonde marktwerking ontstaan er bij voorkeur verschillende opdrachtgevers, die elk vanuit het eigen beleidsveld en op de gepaste regionale schaal condities creëren voor private spelers bij het vervullen van publieke opdrachten.

1 De term tendering correspondeert met de Engelse term contracting-out, te onderscheiden van outsourcing of uitbesteding op basis van make-or-buy afwegingen. Als Nederlandstalig equivalent leunt tendering meer aan bij aanbesteding dan uitbesteding. Wel is het zo dat de term aanbesteding een specifiek juridische toepassing kent bij overheidsopdrachten, te onderscheiden van een offerteaanvraag (zie Struyven L. en Vanhoren I., Neemt de markt over? Ontwerpkeuzes voor marktwerking bij de begeleiding van langdurig werklozen in Vlaanderen. Expertenrapport in opdracht van minister Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme. Leuven: HIVA). 2 Met dien verstande dat Forem Formation bepaalde opdrachten uitoefent die tot de rol van regisseur behoren. 3 Bij VDAB maken bepaalde regio s (bv. VDAB-regio Antwerpen) recent ook gebruik van tendering. Verder zijn er een aantal uitbestedingsvormen die niet vanuit de arbeidsmarktregie, maar wel vanuit de dienst Competentiecentra worden opgezet.