Titel : LOB instrumenten voor het mbo een inventarisatie van het aanbod Project/Werkgroep : LOB Auteur(s) : R. van Schoonhoven & M. Keijzer MBO Diensten : Houttuinlaan 6 Postbus 2051 3440 DB Woerden T: 0348-75 35 00 E: info@mbodiensten.nl I: www.mbodiensten.nl Woerden : Maart 2012 Versienummer : 1.2
Inhoudsopgave 1 Over deze inventarisatie 5 1.1 Werkwijze in fasen 6 1.2 Algemene constatering 9 1.3 Aanbeveling 9 2 Toelichting op het overzicht 11 3 Overzicht van instrumenten 12 3.1 Methoden, materialen 12 3.1.1 Context! 12 3.1.2 Kr8 15 3.1.3 Spring! 19 3.1.4 POP, LLB, www.edupas.nl 23 3.1.5 Connect 25 3.1.6 Kiezen voor opleiding en beroep 28 3.1.7 Kiezen voor opleiding en beroep 31 3.1.8 Stage? Ga er voor! Tips voor een succesvolle stage 33 3.1.9 Professionalisering: CH-Q, zicht op sterke punten 35 3.1.10 Beroepen in Beeld 38 3.1.11 Skills Masters 41 3.1.12 Skills Talents Roadshow 44 3.1.13 Netwerkend leren 46 3.2 Modellen, handreikingen 48 3.2.1 Netwerkend leren 48 3.2.2 Het Toekomstdossier 50 3.2.3 Basis voor een Persoonlijk Ontwikkelingsplan 52 3.3 Testen, scans 54 3.3.1 Digitaal handboek lerling/cursistenbegeleiding 54 3.3.2 MSCI, Mijn Systeem van Loopbaaninvloeden 56 3.3.3 De Kwalificatiescan 59 3.4 Nascholing 62 3.4.1 Mentorentraining: mentor in de 21e eeuw 62 3.4.2 Studieloopbaanbegeleider SLB 64 3.4.3 Decanaat in Praktijk 66 3.4.4 Training loopbaanbegeleiding 68 3.4.5 Basiscursus loopbaanbegeleider 70 3.4.6 Loopbaangesprekken met leerlingen: van oppervlakkig naar diepgaand 73 EHE/205974/2012 3/109
3.4.7 LOB met Drive 75 3.4.8 Kiezen is een kunst 77 3.4.9 Ontwikkeling en professionalisering loopbaanleren in het mbo 79 3.4.10 Professionalisering: training loopbaangesprekken voeren 81 3.4.11 Evidence-based scholingstraject Loopbaanbegeleiding voor (v)mbo-docenten 83 3.4.12 Netwerkend leren is een kunst 85 3.4.13 Training (studie)loopbaanbegeleider 87 3.4.14 Integrale levensechte opdrachten 89 3.5 Beleidsondersteuning 91 3.5.1 Nulmeting ten behoeve van ontwikkeling en professionalisering loopbaanleren in het mbo 91 3.5.2 Implementatie van het werken met een POP/Portfolio 93 3.5.3 Model Drive voor loopbaanbegeleiding 95 3.5.4 Incompany maatwerktraject beleidsondersteuning lob 98 3.5.5 Loopbaanontwikkeling en Begeleiding in de beroepspraktijkvorming 100 3.5.6 Implementatie: implementeren en borgen van kwaliteit van Loopbaanontwikkeling en Begeleiding 102 3.5.7 Visie- en beleidsontwikkeling lob: aanscherpen en/of ontwikkelen van visie 104 3.5.8 Praktijkgericht onderzoek en ontwikkeling 106 3.5.9 Netwerkend werken 108 EHE/205974/2012 4/109
1 Over deze inventarisatie Over het algemeen is het beeld in het onderwijs dat als het gaat over loopbaanoriëntatie en - begeleiding (lob), de markt overladen is met producten, instrumenten, methoden en nascholingsaanbod. Een veel gehoorde uitspraak is: er is al zóveel dat nieuw aanbod niet zoveel meer toevoegt. Daar wordt dan vaak bij opgemerkt dat het eerder zaak is het bestaande aanbod overzichtelijk te maken voor instellingen, docenten en begeleiders. Dit met het oog op het faciliteren van het maken van de goede keuze uit de veelheid van het aanbod. Tegen deze achtergrond is in opdracht van MBO Diensten en in het kader van het landelijke project Loopbaanoriëntatie en begeleiding (lob) in het mbo in 2011 een inventarisatie verricht van beschikbare lob-instrumenten. Daarbij is als vertrekpunt genomen, het conceptueel kader van Meijers c.s.. Dit kader gaat ervan uit dat lob: activerend is en uitgaat van de dialoog met de student; aansluit op praktijkervaringen die de student al heeft / opdoet en in deze zin realistisch is; de keuze voor een bepaalde opleiding of richting overlaat aan de student. Vanuit dit kader is dat aanbod in de inventarisatie meegenomen dat past bij deze criteria. Anders gezegd: puur informatief materiaal over een opleiding x, een sector y, of stagelopen in bedrijf z is buiten beschouwing gebleven, evenals test- en toetsinstrumentarium dat in terminologie van Meijers c.s. gericht is op het afschatten in plaats van het inschatten van de student. Deze publicatie doet verslag van de uitkomst van deze inventarisatie. Het verslag is als volgt opgebouwd. In dit hoofdstuk wordt de werkwijze toegelicht die bij de inventarisatie is gevolgd. De werkwijze heeft bestaan uit verschillende stappen. In hoofdstuk 2 wordt een korte toelichting gegeven op het overzicht dat de inventarisatie heeft opgeleverd. Het overzicht zelf is opgenomen in hoofdstuk 3. EHE/205974/2012 5/109
1.1 Werkwijze in fasen In 2010 hebben we een inventarisatie verricht voor het Steunpunt Taal en Rekenen mbo, van het diverse aanbod op dat vlak: instrumenten, methoden en nascholingsaanbod. De werkwijze die we daarbij hebben gevolgd is in eerste aanleg ook toegepast op het terrein van lob in het mbo. In tweede aanleg is de werkwijze echter aangepast. Zo is uiteindelijk een werkwijze in drie stappen gevolgd. Fase 1: opstellen en uitzetten van een format In deze fase heeft het accent gelegen op het benaderen van diverse grote aanbieders, waarvan verondersteld kon worden dat zij over relevant lob-aanbod beschikten. Daarbij is een format gebruikt. Stapsgewijs: Eerst is in overleg met de landelijk projectleider een concept-vragenformat opgesteld; dit is in januari 2011 voorgelegd aan een vijftal mogelijke gebruikers van het uiteindelijke overzicht in het veld. Het betrof mensen die werkzaam zijn in het mbo-veld (verschillende sectoren) en die gelet op hun functie (teamleider /middenmanager /directeur) over enig overzicht beschikken als het over lob gaat. Deze actie heeft diverse inhoudelijke respons opgeleverd die goed te benutten was voor bijstelling van het format; op grond van hun inbreng is het format aangepast. Het vragenformat is vervolgens medio februari 2011 uitgezet bij diverse grote aanbieders waarvan kan worden verwacht / bekend is dat zij over relevant aanbod beschikken. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de organisaties die zijn benaderd. De organisaties hebben begin maart een rappel ontvangen. Na deze eerste termijn is gebleken dat de respons op het format zeker wanneer vergeleken met de respons die de inventarisatie Taal & Rekenen mbo in eerste aanleg opleverde zowel kwantitatief als kwalitatief tegen viel. Er kwamen ook na rappels per email en telefonisch - maar weinig reacties van aanbieders binnen, en veel van de wél ontvangen reacties betroffen niet zozeer instrumenten voor lob maar eerder instrumenten ten behoeve van het informeren van (potentiële) studenten over de voors en tegens van een (studie-) loopbaan in sector x of branche y. EHE/205974/2012 6/109
Tabel 1: overzicht van benaderde instellingen SLOA-instellingen; nascholingsinstellingen APS, CPS, KPC, SLO, CINOP, Cito, Centrum voor nascholing Amsterdam, Onderwijscentrum VU, School of Education Amsterdam, Interstudie NDO (HAN), ECNO (NHL), Fontys Lerarenopleiding Tilburg, Hogeschool Utrecht Centrum Archimedes, Hogeschool van Utrecht Seminarium voor orthopedagogiek, Chr. HS Windesheim Opleiding Speciale Onderwijszorg; Fontys Hogeschool Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg; Universitair Onderwijscentrum Groningen; Stoas Hogeschool, afd. Onderwijskunde; ICLON (UL); Transfergroep (HS R'dam); IVLOS (UU) Uitgevers en overig Kenniscentra en aanverwant Edu'Actief; Ontwikkelcentrum; Thieme-Meulenhoff; Malmberg; Deviant; Noordhoff; Uitgeversgroep De Toerist en De Dienst; Kluwer; Garant; Te Manaia, MBO raad; VO raad; JOB COLO; Skills Netherlands; Stichting Praktijkleren; ECABO; Fundeon; Innovam; Kenniscentrum Handel; Kenwerk; KOC Nederland; Kenniscentrum PMLF / VAPRO; SH&M (Stichting Hout en Meubel); SVGB kennis- en opleidingencentrum; SVO (Kennis- en opleidingscentrum voor de foodsector); VOC (Stichting Vakopleiding Carrosseriebedrijf); VTL (kenniscentrum transport en logistiek); Aequor; Calibris; GOC; Kenteq; Savantis, Fase 2: aanvullingen gezocht via werkgroepleden Gelet op de uitkomst van fase 1 is eind maart 2011 in overleg met de projectleider gekozen voor een aanvullende actie. Deze hield in dat de mensen die in werkgroepen van het landelijk project participeren, en die dus veelal in mbo-instellingen werkzaam zijn, is gevraagd relevante instrumenten / aanbieders aan ons door te geven. De bedoeling was dat wij vervolgens de betreffende aanbieders zouden benaderen met het verzoek het format in te vullen. Deze tweede termijn actie uitgevoerd in april heeft niet of nauwelijks effectieve respons opgeleverd. Fase 3: check op bevindingen Voor een check op de bevindingen is vervolgens in september 2011 een ronde tafel bijeenkomst gehouden. Daarvoor zijn in overleg met de projectleider enkele mensen uit aanbiedende organisaties uitgenodigd. Kernvraag bij deze bijeenkomst is geweest: is er inderdaad nog maar weinig landelijk uitontwikkeld lob-aanbod bij de grote instituten aanwezig en wat zijn daarvan de mogelijk verklarende factoren? EHE/205974/2012 7/109
Tabel 2: deelnemers aan de ronde tafel APS Cinop Educatieve uitgeversgroep De Toerist en De Dienst Interstudie NDO Kenniscentrum Handel Skills Netherlands MBO Diensten Kitty van Dyck Wil Bom Jeroen van Esch Margriet Philipsen Marijke Mesdag Erik van der Zwan Fieny Peerboom De conclusies van de ronde tafel laten zich als volgt samen te vatten: De aanwezigen onderschrijven het algemene beeld dat uit de inventarisatie naar voren komt: er is eenvoudigweg nog weinig lob-aanbod als het om instrumenten en (nascholings-)trajecten gaat. De aanwezigen constateren dat dit komt door een samenloop van omstandigheden: o Docenten en begeleiders krijgen in de praktijk (nog) maar weinig tijd voor lob; daardoor is er weinig gelegenheid om instrumenten / aanbod zelf te ontwikkelen en/of er over na te denken wat voor aanbod men zou willen inzetten o Docenten en begeleiders die met lob bezig zijn, zijn doorgaans wel erg betrokken; ze willen de góede instrumenten / methoden inzetten die passen bij hún keuzen ten aanzien van lob; deze keuzen zijn lang niet overal dezelfde o De vraag naar instrumenten / aanbod op het terrein van lob wordt kortom vanuit de instellingen óf niet of nauwelijks gearticuleerd óf is dusdanig toegespitst op hele specifieke, opleidingsgerelateerde keuzen, dat aanbieders er niet zoveel mee kunnen. o De aanbieders pakken tegen deze achtergrond productontwikkeling dus ook niet of slechts sporadisch op. De aanwezigen geven overigens aan dat áls geïnvesteerd wordt in product- /aanbodontwikkeling op dit terrein, dat dit dan altijd met nauwe betrokkenheid van docenten/begeleiders moet gebeuren. Hiervoor zijn lang niet altijd de faciliteiten beschikbaar. Tevens is in het najaar van 2011 een werkbezoek aan een mbo-instelling afgelegd om aldaar na te gaan of de uitkomsten van de inventarisatie en de ronde tafel sporen met hetgeen daar aan lob-instrumenten wordt ingezet. Dit werkbezoek heeft geen andere, nieuwe inzichten opgeleverd. Overigens is in het najaar van 2011 aan de organisaties die het format voor de inventarisatie hebben ingevuld, gevraagd of er nog wijzigingen waren. Dit heeft hier en daar geleid tot een actualisatie. EHE/205974/2012 8/109
1.2 Algemene constatering Op grond de inventarisatie en de in dat verband uitgevoerde activiteiten is onze conclusie dat de markt vooralsnog niet overloopt van producten, materialen en diensten die inzetbaar zijn voor mbo-instellingen als het om lob gaat. Er zijn wel de nodige informatieve producten, (beroepen-)websites en brochures. Dit aanbod is echter niet direct lob-gerelateerd als we uitgaan van het conceptueel kader van Meijers c.s.. Anders gezegd: dit materiaal is óók inzetbaar als een opleiding niets aan lob doet. Om die reden hebben wij dit aanbod buiten de inventarisatie gelaten. In de instellingen wordt door docenten en begeleiders wel met regelmaat gezocht naar materialen. Vaak komt men uit bij zelf ontwikkelde, min of meer terloops ontdekte instrumenten of formats waarvan de docenten in kwestie vinden dat zij daar goed mee kunnen werken. Dit dan gelet op de keuzen die zij hebben gemaakt ten aanzien van lob. Bij een andere opleiding van dezelfde instelling of bij andere instellingen kunnen deze keuzen weer heel anders zijn gemaakt, reden waarom de wel benutte instrumenten veelal niet direct overzetbaar zijn naar andere docenten en/of teams. De vraagarticulatie naar landelijk opererende organisaties blijft achter. De vraag die wel bij deze organisaties terecht komt, is te instellings- of opleiding-specifiek om deze te kunnen opschalen. Grotere aanbieders vinden het voorts lastig om in nauwe samenwerking tot productontwikkeling te komen; daarvoor ontbreken de faciliteiten. Als de mbo-instellingen die meedoen aan het landelijke project het conceptueel kader van Meijers c.s. snel en breed gaan implementeren in hun onderwijspraktijk, kunnen we verwachten dat een discrepantie ontstaat tussen vraag en aanbod. Anders gezegd: mogelijkerwijs leidt dit tot een duidelijker vraagarticulatie naar landelijke aanbieders, hetgeen een aanzet tot productontwikkeling kan betekenen. 1.3 Aanbeveling Op grond van de inventarisatie is onze aanbeveling ten eerste om in het landelijke lob-project mede op grond van de ingezette scholings- en beleidsondersteuningstrajecten bij de deelnemende instellingen, goed te monitoren hoe de implementatie van lob in de praktijk voort schrijdt. Daarbij zal aandachtspunt kunnen zijn, de behoefte die één en ander bij begeleiders en docenten oproept aan concreet inzetbare materialen en producten. Deze behoefte indien slim geïnventariseerd zodat de veelheid aan differentiaties enigszins gegroepeerd wordt in net iets abstracter kaders kan als gebundelde vraag-articulatie naar de aanbiedende organisaties worden beschouwd. Aan het landelijke project zou dan de opdracht kunnen zijn die vraagarticulatie te pakken en het overleg daarover met de aanbieders te organiseren. Als dat overleg gaat over de kaders die bij productontwikkeling gehanteerd kunnen worden kaders die uiteraard gekoppeld zijn aan de gebleken vraag kan dit de productontwikkeling naar verwachting stimuleren. EHE/205974/2012 9/109
Een tweede aanbeveling is iets breder dan alleen de mbo-instellingen die meedoen met het landelijke lob-project. Het is denkbaar dat MBO Diensten ook bij de instellingen een inventarisatie uitvoert naar de vraag: aan welk concreet product of dienst heb ik nu als instelling / opleiding behoefte als het om lob gaat? Zo n inventarisatie kan verricht worden op verschillende wijzen, bijvoorbeeld via een kleine maar laagdrempelige internet-enquête of via kringgesprekken/focusgroepen, dan wel een onderlinge combinatie. Ook hierbij geldt dan als voorwaarde dat de inventarisatie slim wordt verricht, dat wil zeggen de mensen de ruimte laat hun individuele wensen aan te geven maar dat de optelsom daarvan wél kan worden geclusterd in enkele meer abstracte categorieën. De uitkomst van een dergelijke inventarisatie kan eveneens beschouwd worden als een gebundelde vraagarticulatie vanuit de instellingen naar de aanbieders, op grond waarvan met die aanbieders eveneens het overleg gevoerd zou kunnen worden over ontwikkeling van die lob-producten en -diensten waar de praktijk behoefte aan heeft. EHE/205974/2012 10/109
2 Toelichting op het overzicht Het overzicht bevat de uitkomst van de inventarisatie die in 2011 is verricht. Het aanbod is ingedeeld in de volgende categorieën: Methoden, materialen Modellen, handreikingen Testen, scans Nascholing Beleidsondersteuning Aan het eind van elk ingevuld format kunt u door te klikken op de betreffende link: a) Terugkeren naar het begin van de categorie b) Terugkeren naar de inhoudsopgave In de inhoudsopgave kunt u naar een categorie of een format springen door te klikken op de betreffende regel. Voor alle duidelijkheid: Producten die in hoofdzaak informatieverstrekking over een bepaalde sector of branche betreffen, niet zijn opgenomen. Dit omdat we hebben gekozen voor een inventarisatie van lob-instrumenten/handreikingen waarbij het uitgangspunt steeds is (cf. Meijers c.s.) dat informatieverstrekking op zich nog geen lob is. Tevens is ervoor gekozen die instrumenten niet mee te nemen die voornamelijk vmboleerlingen betreffen en die door vmbo-scholen kunnen worden toegepast in hun onderwijspraktijk. Het accent van het onderhavige lob-project ligt immers op het mbo. De informatie die u aan treft is ons aangereikt door de aanbiedende organisaties. Voor vragen of opmerkingen over de informatie kunt u contact opnemen met deze organisaties / de genoemde contactpersonen. Het overzicht is voor het laatst door de aanbieders geactualiseerd in de periode novemberdecember 2011. EHE/205974/2012 11/109
3 Overzicht van instrumenten 3.1 Methoden, materialen Titel/naam van het aanbod 3.1.1 Context! Korte omschrijving (samenvatting) Context! voor Loopbaan en Burgerschap Context! is de mbo methode voor Loopbaan en burgerschap voor niveau 1, 2, 3 en 4. Uitgangspunt daarbij is het brondocument Loopbaan en burgerschap in het mbo. De methode bestaat uit een uitdagende map en een ondersteunende methodesite www.methodecontext.nl. Context! voldoet aan de resultaatverplichting voor het onderwijsaanbod op het gebied van Loopbaan en burgerschap. Er is specifiek lesmateriaal ontwikkeld voor niveau 1. Niveau 2 t/m 4 werken met dezelfde map. In deze map is uiteraard wel rekening gehouden met niveaudifferentiatie en worden activiteiten uitgesplitst naar de verschillende niveaus. Daarom is binnen Context! doorstroming makkelijk en kostenbesparend te realiseren, de cursisten blijven immers met dezelfde map werken. Context! stimuleert door het aanbieden van een grote diversiteit aan activiteiten, dat je respectvol moet omgaan met jezelf, de ander en de omgeving. De cursist leert een mening te vormen en keuzes te maken. Gegevens aanbieder Naam aanbieder Edu Actief b.v. Website www.edu-actief.nl Postadres Zomerdijk 9 E, postbus 1056, 7940 KB Meppel Naam contactpersoon Peter Stokvisch E-mailadres contactpersoon p.stokvisch@edu-actief.nl Telefoon nummer 0522-235270 1. Het is een methode, programma, iets anders, namelijk (kort omschrijven in trefwoorden) 2. Gericht op het leren van (aankruisen wat van toepassing is) Methode, mbo niveau 1-4, Loopbaan en Burgerschap X Persoonlijke ontwikkeling X Sturing van de eigen loopbaan EHE/205974/2012 12/109
3. Bestemd voor alle mbo-studenten of voor specifieke opleiding / branche / sector (bijv. voor allen of alleen voor horeca, plantenteelt, enzovoorts) 4. Bestemd voor alle mbo-niveaus of bij specifiek mbo-niveau bijv. niveau 1, 2, 3 of 4 Mbo, alle opleidingen Mbo niveau 1, 2, 3, 4 5. Bestemd voor studenten BOL en/of BBL 6. Geïntegreerd of specifiek Vereist materiaal integratie van de aanpak in de beroepsopleiding of kan het ook partieel worden gebruikt BOL en BBL Ook partieel 7. Beheersingsniveau student Wat is het instap- en eindniveau van het leermiddel? 8. Relatie met andere leermiddelen Sluit aan op, is te gebruiken naast, enz. 9. Vorm leermiddel Bv. Leerboeken, werkbladen, software, webbased en/of ELO, combinatie, enz. 10. Gebruik Is instructie (docent/begeleider) nodig of kunnen studenten het zelfstandig gebruiken? 11. Apps Mogelijkheid voor studenten om gerelateerde App op mobile te plaatsen? 12. Flexibiliteit In- en aanpassingen mogelijk? 13. Ondersteuning Is er ondersteuning beschikbaar voor het gebruik? Bv. Docentenhandleiding, gebruikersgroep, cursus voor docenten, helpdesk, website, enz. Mbo niveau 1-4 Is te gebruiken naast alle beroepsgerichte lesmethodes. Werkmap niveau 1 Werkmap niveau 2-4 Methodesite www.methodecontext.nl Zelfstandig. Docent zal een coachende rol spelen. Het is mogelijk klassikaal onderdelen te behandelen. Nee Ja, heel goed mogelijk Docentenhandleiding, implementatietrainingen, website, helpdesk. 14. Referenties Welke mbo-instellingen gebruiken het Meerdere. Referenties op te vragen bij Uitgeverij Edu Actief b.v. 15. Getuigenissen Hier kunt u getuigenissen uit de praktijk noteren; bijv. positieve ervaringen van docenten, maar ook gebleken aandachtspunten als benodigde randvoorwaarden, voorbereidingstijd, enzovoorts EHE/205974/2012 13/109
16. Visie / theoretisch kader Korte omschrijving van inhoudelijke uitgangspunten Met Context! haalt u een zeer complete methode in huis. Context! is geschikt voor alle richtingen en niveaus. Niveaudifferentiatie vindt u terug in activiteiten waarvan u de moeilijkheidsgraad kunt variëren: hoe hoger het niveau, hoe complexer de opdracht. U dekt met Context! alle inhouden van het Document Loopbaan en Burgerschap af. U kiest zelf in welke groeperingvormen u de cursisten lesgeeft: klassikaal, in groepjes of individueel. Context! ondersteunt u daarbij met de uitgebreide methodesite www.methodecontext.nl. Op deze site vindt u aanvullend docentenmateriaal. Het docentenmateriaal bestaat uit handleidingen per dimensie, digitale registratiekaarten voor uw cursisten en de mogelijkheid om eindtoetsen aan te vragen. Met Context! beoordeelt u de competenties van uw cursisten via eindtoetsen en een door uw studenten samengesteld portfolio. U heeft als docent zicht op de competentieontwikkeling en het werk van uw cursist via een digitale registratiekaart. Context! is een combinatie van schriftelijk en digitaal. Maar het is ook mogelijk om Context! als maatwerk te leveren. Maatwerk houdt in: u kunt Context! geheel digitaal of geheel schriftelijk gebruiken. Daarnaast is het mogelijk om thema s die minder aansluiten op de schoolvisie van Burgerschap weg te laten. 17. Achtergronden Welke literatuur, informatiebronnen, relevante achtergrond kan worden geraadpleegd? U kunt hier bijv. ook informatiebronnen voor studenten vermelden 18. Prijs per exemplaar, licentie, enz. 19. Verschijningsjaar Eerste versie verschenen in. Meest recente uitgave verschenen in Zie www.methodecontext.nl Titel: Context! Niveau 2-4 cursistenmap (herziening) Beschikbaarheid: Leverbaar ISBN: 978 90 3720 563 3 Titel: Context! Niveau 1 cursistenmap Beschikbaarheid: Leverbaar ISBN: 978 90 6053 920 0 In onze webshop op www.edu-actief.nl vindt u de actuele prijzen. Eerste versie verschenen in: 2007 Vorige verschenen versie: LLB 2009 Meest recente versie: LB 2011 EHE/205974/2012 14/109
Titel/naam van het aanbod 3.1.2 Kr8 Korte omschrijving (samenvatting) Een competentiegerichte leeromgeving die in alle sectoren van het AKA toepasbaar is. Een methode waarmee studenten kansrijk, gemotiveerd en competent de arbeidsmarkt betreden of doorstromen naar een vervolgopleiding. Gegevens aanbieder Naam aanbieder Edu Actief Website www.edu-actief.nl Postadres Zomerdijk 9 E, postbus 1056, 7940 KB Meppel Naam contactpersoon Roland Loos E-mailadres contactpersoon r.loos@edu-actief.nl Telefoon nummer 0522 235 270 1. Het is een methode, programma, iets anders, namelijk (kort omschrijven in trefwoorden) 2. Gericht op het leren van (aankruisen wat van toepassing is) Methode, AKA opleiding, mbo niveau 1, sectorbreed, oriëntatie op de beroepssectoren, ontwikkeling van competenties X Persoonlijke ontwikkeling X Sturing van de eigen loopbaan 3. Bestemd voor alle mbo-studenten of voor specifieke opleiding / branche / sector (bijv. voor allen of alleen voor horeca, plantenteelt, enzovoorts) 4. Bestemd voor alle mbo-niveaus of bij specifiek mbo-niveau bijv. niveau 1, 2, 3 of 4 5. Bestemd voor studenten BOL en/of BBL 6. Geïntegreerd of specifiek Vereist materiaal integratie van de aanpak in de beroepsopleiding of kan het ook partieel worden gebruikt 7. Beheersingsniveau student Wat is het instap- en eindniveau van het leermiddel? 8. Relatie met andere leermiddelen Sluit aan op, is te gebruiken naast, enz. AKA-opleiding Mbo niveau 1 BOL en BBL Geïntegreerd Eindniveau: niveau KSB 1 Ook te gebruiken is het Taalportfolio en RekenKr8 EHE/205974/2012 15/109
9. Vorm leermiddel Bv. Leerboeken, werkbladen, software, webbased en/of ELO, combinatie, enz. 10. Gebruik Is instructie (docent/begeleider) nodig of kunnen studenten het zelfstandig gebruiken? 11. Apps Mogelijkheid voor studenten om gerelateerde App op mobile te plaatsen? 12. Flexibiliteit In- en aanpassingen mogelijk? 13. Ondersteuning Is er ondersteuning beschikbaar voor het gebruik? Bv. Docentenhandleiding, gebruikersgroep, cursus voor docenten, helpdesk, website, enz. 14. Referenties Welke mbo-instellingen gebruiken het 15. Getuigenissen Hier kunt u getuigenissen uit de praktijk noteren; bijv. positieve ervaringen van docenten, maar ook gebleken aandachtspunten als benodigde randvoorwaarden, voorbereidingstijd, enzovoorts 16. Visie / theoretisch kader Korte omschrijving van inhoudelijke uitgangspunten Twee werkmappen (fase 1 en fase 2) Actiekaarten (voor docent) Instructiekaarten (voor docent) Competentiekaarten (voor docent) Filmmateriaal (voor docent) www.methodekr8.nl onder het kopje downloads zijn de handleidingen te vinden voor docenten en praktijkbegeleiders. Docent zal een coachende rol spelen, geleidelijk zal de begeleiding van de docent afnemen Nee Student en docent bepalen zelf welke onderdelen wel of niet gedaan worden en wanneer Docentenhandleiding, implementatietrainingen De doelstellingen van Kr8 Voor de student hebben we materialen ontwikkeld die hem in staat stellen: - zelfvertrouwen te ontwikkelen of te herwinnen en een realistisch zelfbeeld te vormen - sturing te geven aan het proces: wie ben ik, wat wil ik en wat kan ik, zodat hij in staat is keuzes te maken aangaande zijn toekomst - het diploma niveau 1 te behalen - competent en kansrijk de (regionale) arbeidsmarkt te betreden - door te stromen naar een niveau 2-opleiding of een overstap te maken naar een beroepskwalificerende assistentenopleiding. EHE/205974/2012 16/109
Voor de docent/coach hebben we materialen ontwikkeld die hem in staat stellen: - individuele begeleiding vorm te geven - individuele leerarrangementen samen te stellen - de competentieontwikkeling van elke student te volgen, te sturen en te beoordelen. 17. Achtergronden Welke literatuur, informatiebronnen, relevante achtergrond kan worden geraadpleegd? U kunt hier bijv. ook informatiebronnen voor studenten vermelden 18. Prijs per exemplaar, licentie, enz. De uitgangspunten van Kr8 Het belangrijkste uitgangspunt voor Kr8 is de deelnemer. De student staat centraal Dit heeft geresulteerd in de volgende eisen: - het mogelijk maken van competentiegericht leren - leren door doen - leren op maat - (zo veel mogelijk) leren in en vanuit de beroepscontext - het leerproces van de student staat centraal - het geïntegreerd aanbieden van de algemene vaardigheden (basisvakken) veel aandacht voor zelfreflectie - intensieve begeleiding o.a. in de vorm van coachinggesprekken docent is coach, hij stuurt en begeleidt - veel sturing en structuur, deze neemt af naarmate het traject vordert en de student zijn leerproces meer in eigen hand neemt. Prijzen 2011 Prijs titel 84,50 Kr8 leerlingenmap Fase 1 83,50 Kr8 leerlingenmap Fase 2 38,50 Taalportfolio r8 Rekenkr8 18,00 Deel 1 Rekenkr8 Getalbgrip en tellen 18,00 Deel 2 Rekenkr8 Optellen en aftrekken 18,00 Deel 3 Rekenkr8Deelsommen 18,00 Deel 4 Rekenkr8 Verhoudingen 18,00 Deel 5 Rekenkr8 Meten 18,00 Deel 6 Rekenkr8 Meetknde 18,00 Deel 7 Rekenkr8 Informatieverwering 18,00 Deel 8 Rekenkr8 Toepassen Kijk voor actuele prijzen in onze webshop: www.edu-actief.nl EHE/205974/2012 17/109
19. Verschijningsjaar Eerste versie verschenen in. Meest recente uitgave verschenen in Eerste versie verschenen in: 2006 Meest recente versie: 2011 EHE/205974/2012 18/109
Titel/naam van het aanbod 3.1.3 Spring! Korte omschrijving (samenvatting) Spring! zet aan tot activering en ontwikkeling van je persoonlijke, loopbaan- en burgerschapscompetenties Gegevens aanbieder Naam aanbieder ThiemeMeulenhoff Website www.ganaarspring.nl Postadres Postbus 400 3800 AK Amersfoort Naam contactpersoon Saila Dovermann E-mailadres contactpersoon s.dovermann@thiememeulenhoff.nl Telefoon nummer 088 800 2016 1. Het is een methode, programma, iets anders, namelijk (kort omschrijven in trefwoorden) 2. Gericht op het leren van (aankruisen wat van toepassing is) Spring! is een actieve methode waarbij de student in thema s zijn persoonlijke ontwikkeling en loopbaan in kaart brengt, activeert en tot verdere ontwikkeling brengt, door middel van: 1. Het activeren van de voorkennis mbv het online programma Spring! 2. Het inzicht geven in ontwikkeling door middel van trainingen die door de docent gegeven wordt 3. Het toepassen van de opgedane ervaringen in de eigen praktijk 4. Het reflecteren op de eigen ontwikkeling en inzichten. Van Spring! maken onderdeel uit een intake- en oriëntatieinstrument. Met het intakeinstrument kun je vastleggen waar de student staat op het moment van instappen, en vervolgens kan ditzelfde instrument gebruikt worden tijdens of na afloop van het ontwikkeltraject. Op die manier kan de ontwikkeling van de competenties van de student goed in kaart gebracht worden. De thema s van Spring! zijn bedoeld als oriëntatie op het gebied van loopbaanontwikkeling en leren. X Persoonlijke ontwikkeling X Sturing van de eigen loopbaan X anders, namelijk burgerschapscompetenties (optioneel, aanvullend) EHE/205974/2012 19/109
3. Bestemd voor alle mbo-studenten of voor specifieke opleiding / branche / sector (bijv. voor allen of alleen voor horeca, plantenteelt, enzovoorts) 4. Bestemd voor alle mbo-niveaus of bij specifiek mbo-niveau bijv. niveau 1, 2, 3 of 4 5. Bestemd voor studenten BOL en/of BBL 6. Geïntegreerd of specifiek Vereist materiaal integratie van de aanpak in de beroepsopleiding of kan het ook partieel worden gebruikt 7. Beheersingsniveau student Wat is het instap- en eindniveau van het leermiddel? 8. Relatie met andere leermiddelen Sluit aan op, is te gebruiken naast, enz. 9. Vorm leermiddel Bv. Leerboeken, werkbladen, software, webbased en/of ELO, combinatie, enz. Alle mbo-studenten, alle sectoren. Kan ook gebruikt worden in het kader van de overstap van het vmbo naar het mbo. Alle mbo-studenten, alle niveaus Alle mbo-studenten, zowel BOL als BBL Het materiaal kan goed los van de beroepsopleiding gebruikt worden, maar juist door de stap na de training te maken naar de eigen praktijk (zie stap 3 bij vraag 1) kan je eenvoudig aansluiten op de aanpak en de context van de beroepsopleiding. Voor persoonlijke ontwikkeling en loopbaanontwikkeling is geen instap- en eindniveau vastgesteld; het gaat om het doormaken van ontwikkeling. Met behulp van Spring! kan het instap- en eindniveau worden vastgelegd, waardoor de ontwikkeling zichtbaar wordt. Spring! is goed te gebruiken voor persoonlijke ontwikkeling, loopbaanoriëntatie en burgerschapscompetenties. En biedt extra aandacht aan taal/communicatieve vaardigheden. Spring! is een webbased programma met een eigen leerlingvolgsysteem, de docent heeft de beschikking over veel extra materiaal voor het geven van trainingen. Het Meetinstrument is een vragenlijst; het oriëntatieinstrument is webbased. 10. Gebruik Is instructie (docent/begeleider) nodig of kunnen studenten het zelfstandig gebruiken? Het activeren van voorkennis, de koppeling naar de praktijk en de zelfreflectie kan de student zelfstandig doen. De training gebeurt in groepen onder leiding van de docent. Meetinstrument kan zelfstandig worden ingevuld, maar na twee of drie metingen moet de evaluatie van de ontwikkeling altijd in samenspraak met de SLB-er beoordeeld worden. Het oriëntatie-instrument kan gedeeltelijk zelfstandig worden uitgevoerd, maar de training gebeurd in groepen onder leiding van de docent of SLB-er. 11. Apps Mogelijkheid voor studenten om gerelateerde App op mobile te plaatsen? Dat is nog niet mogelijk. EHE/205974/2012 20/109