Belastingheffing van dividend en de interne markt Een studie naar de aanvaardbaarheid van de Nederlandse belastingheffing van grensoverschrijdende dividendinkomsten van natuurlijk personen in Europees perspectief Taxation of Dividend and the Intemal Market A Study on the Acceptability ofdutch Taxation of Cross-Border Dividend Income Received by Individuals from a European Perspective PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnificus Prof.dr. H.G. Schm idt en volgens besluit van het College voor Promoties. De openbare verdediging zal plaatsvinden op Vrijdag 7 januari 2011 om 13.30 uur door Erwin Nijkeuter geboren te Assen ERASM US U! UNIVERSITEIT R OTTER D AM
Inhoudsopgave V o o r w o o r d / 5 L ijs t v a n m e e s t g e b r u i k t e a f k o r t i n g e n / 1 7 1 I n l e i d i n g / 19 1.1 A anleiding voor het onderzoek / 19 1.2 Inleiding tot de probleem stelling / 21 1.3 Probleem stelling / 22 1.4 H oofdstukindeling / 22 1.5 M ethode van onderzoek / 24 2 D i v i d e n d e n e c o n o m i s c h d u b b e l e b e l a s t i n g h e f f i n g / 25 2.1 In le id in g /25 2.2 De plaats van de vennootschap in h e t rech t / 25 2.2.1 D uiding van het begrip vennootschap / 25 2.2.2 O prichting van een vennootschap / 26 2.2.3 R echtspersoonlijkheid van vennootschappen / 26 2.2.3.1 De reden voor het bestaan van rechtspersoonlijkheid / 27 2.2.3.2 De ontw ikkeling van rechtspersoonlijkheid / 27 2.2.4 T heorieën over rechtspersoonlijkheid / 28 2.2.4.1 Fictietheorie / 28 2.2.4.2 R ealiteitstheorie / 28 2.2.4.3 Leer van de juridische realiteit / 29 2.2.4.4 Beoordeling civielrechtelijke theorieën / 29 2.2.5 De positie van de aandeelhouder / 30 2.2.5.1 De zeggenschap van aandeelhouders / 30 2.2.5.2 W instverdeling van de vennootschap over de aandeelhouders / 31 2.2.5.2.1 W instbepaling van een vennootschap / 31 2.2.5.2.2 V erdeling van de w inst / 32 2.2.6 Sam envatting / 33 2.3 De rechtsgrond van de belastingheffing van de vennootschap en haar aandeelhouders / 33 2.3.1 De rechtsgrondslagen voor de heffing van inkom stenbelasting / 35 2.3.2 De rechtsgrondslagen voor de heffing van vennootschapsbelasting / 36 2.3.2.1 De zelfstandigheid van een vennootschap voor de belastingheffing / 36 2.3.2.2 Beginsel van fiscale n eu traliteit tussen (rechts)personen / 37 2.3.2.3 Profijtbeginsel / 38 2.3.2.4 Het beginsel van de bevoorrechte verkrijging / 39 2.3.2.5 O ndersteuningsbeginsel / 39 2.3.3 A fw enteling vennootschapsbelasting / 40 2.3.4 Sam envatting rech tsg ro n d en van de belastingheffing op uitgedeelde w inst / 41 2.4 System en te r voorkom ing van econom isch dubbele belasting / 41 Inhoudsopgave 7
2.4.1 Geen v erzachting van econom isch dubbele belasting: h e t klassieke stelsel / 41 2.4.2 V erzachting van econom isch dubbele belasting bij de aandeelh oud er / 43 2.4.2.1 Bijzonder ta rie f voor in k o m sten u it aan d elen / 43 2.4.2.2 Het toepassen van een dividendvrijstelling / 44 2.4.2.3 V errekeningsstelsel / 45 2.4.3 V erzachting van de econom isch dubbele belasting bij de vennootschap / 47 2.4.3.1 Het stelsel m et een gedifferentieerd tarief / 47 2.4.3.2 Het stelsel m et aftrek van dividend / 48 2.5 D ividendbelasting / 49 2.6 Sam envatting / 51 3 D e o n t w i k k e l i n g v a n d e b e l a s t i n g h e f f i n g v a n d i v i d e n d i n k o m s t e n i n N e d e r l a n d t o t 1 9 9 7 / 5 3 3.1 Inleiding / 53 3.2 Periode I (tot 1892): P aten trecht / 53 3.3 Periode II (1892-1914): G esplitste inko m stenbelasting / 55 3.3.1 De W et op de V erm ogensbelasting 1892 / 55 3.3.2 De W et to t heffing e n er b elasting op bedrijfs- en an d ere in k o m sten 1893 / 56 3.4 Periode III (1914-1940): A lgem ene in k o m stenbelastin g en uitdelingsbelasting / 57 3.4.1 De W et IB 1914 voor n atu u rlijk e perso n en / 57 3.4.2 De W et IB 1914 voor rech tsp erso n en / 58 3.4.3 De W et op de Dividend- en T an tièm ebelasting 1917 / 59 3.4.4 Van een uitdelingsbelasting naar een w instbelasting / 60 3.4.5 W etsontw erp N ationale inkom sten- en w instb elastin g / 61 3.5 Periode IV (1940-1960): Duitse bezettin g en d aarna / 62 3.5.1 W ijzigingen in het systeem van de inkom stenbelasting / 62 3.5.2 Invoering van een w instbelasting voor v en nootschappen / 63 3.5.3 Introductie voorheffingen op de in k o m stenbelastin g en vennootschapsbelasting / 64 3.5.4 Invoering aanm erkelijk belangregim e / 65 3.5.5 Na de bevrijding / 66 3.6 Periode V (1960-1996): De W et IB 1964, de W et VPB 1969 en de W et DB 1 9 6 5 /6 7 3.6.1 V erhouding tussen inkom stenbelasting en vennootschapsbelasting / 67 3.6.1.1 Voorstel betreffende de v erzachting van econom isch dubbele belasting / 68 3.6.1.2 W at er van dit voorstel overbleef / 69 3.6.2 W ijzigingen in de inkom stenbelastin g / 70 3.6.2.1 Inkom sten u it aandelen / 70 3.6.2.2 Inkom sten uit aanm erkelijk belang / 70 3.6.3 W ijzigingen in de vennootschapsbelasting / 71 3.6.4 W ijzigingen in de dividendbelasting / 72 3.6.5 O ntw ikkelingen op het gebied van econom isch dubbele belastin g to t aan de invoering van de W et IB 2001 / 72 3.6.5.1 Nota G rapperhaus / 73 3.6.5.2 V erzachtingen van h et klassieke stelsel / 74 3.6.5.2.1 V erm ogensaftrek / 74 3.6.5.2.2 D ividendvrijstelling in de inkom stenbelasting / 74 3.6.5.3 Bijlage begroting Financiën 1985 / 75 3.6.5.4 O ntw ikkelingen in de ju risp ru d en tie / 75 3.7 Sam envatting / 77 8 Inhoudsopgave
4 D e b e l a s t i n g h e f f i n g v a n d i v i d e n d o n d e r d e W e t IB 2 0 0 f / 79 4.1 In le id in g /79 4.2 Box 1: A andelen die behoren to t het verm ogen van een o n d ern em in g o f een w erkzaam heid / 79 4.2.1 Toerekening van aandelen aan een ondernem ing / 80 4.2.2 W instbepaling van een ondernem ing in verband m et aandelenbezit / 81 4.2.2.1 M eegekocht dividend / 83 4.2.2.2 Terugbetaling aandelenkapitaal/inkoop van aandelen / 83 4.2.2.3 W instbonusaandelen / 84 4.2.2.4 A andelen in een vrijgestelde beleggingsinstelling / 85 4.2.3 A andelen die onderdeel u itm aken van een w erkzaam heid / 85 4.2.3.1 R esultaatbepaling voor aandelen die deel u itm aken van een w erkzaam heid / 86 4.2.4 Lucratieve belangen / 87 4.2.4.1 R esultaatbepaling lucratief belang / 87 4.2.5 Sam envatting box 1 / 89 4.3 Box 2: A andelen die behoren to t een aanm erkelijk belang / 90 4.3.1 Definitie van een aanm erkelijk belang / 90 4.3.1.1 Juridische en econom ische eigendom van de aandelen / 91 4.3.1.2 Geen 5% van het geplaatste aandelenkapitaal, m aar toch een aanm erk elijk belang / 92 4.3.2 A chtergrond van de wijziging van h e t aanm erkelijk belangregim e / 92 4.3.3 R ekening houden m et de vennootschapsbelasting in de inkom stenbelasting / 93 4.3.4 A anm erkelijk belangregim e per 1 jan u a ri 2001 / 96 4.3.4.1 Reguliere voordelen u it aanm erkelijk belang / 96 4.3.4.1.1 Voordelen die w orden getrokken u it aandelen / 96 4.3.4.1.2 B onusaandelen / 97 4.3.4.1.3 Een aanm erkelijk belang in een vrijgestelde beleggingsinstelling / 98 4.3.4.1.4 Een aanm erkelijk belang in een indirecte beleggingsvennootschap / 99 4.3.4.2 V oordelen u it aanm erkelijk belang m et een hybride karak ter / 99 4.3.4.2.1 Terugbetaling van aandelenkapitaal /1 0 0 4.3.4.2.2 Inkoop van aandelen /1 0 0 4.3.4.2.3 Liquidatie-uitkering /101 4.3.4.3 Kosten van reguliere voordelen /101 4.3.4.4 Tijdstip in aan m erk in g nem en reguliere voordelen u it aanm erkelijk belang /101 4.3.4.5 T a r ie f /102 4.4 Box 3: de forfaitaire verm ogensrendem entsheffm g /103 4.4.1 De to tstandkom ing van de verm ogensrendem entsheffm g /103 4.4.2 De toepassing van de verm ogensrendem entsheffm g / 105 4.4.2.1 Bepaling rendem entsgrondslag / 105 4.4.2.1.1 W aardering bezittingen en schulden /106 4.4.2.1.2 Peildatum voor 1 jan u a ri 2011 /1 0 7 4.4.2.1.3 Peildatum n a 1 jan u a ri 2011 /1 0 9 4.4.2.1.4 Heffmgvrij verm ogen /1 0 9 4.3.2.1.5 M inim ale rendem entsgrondslag /1 1 0 4.4.2.2 V rijstellingen /1 1 0 4.4.2.2.1 M aatschappelijke beleggingen /1 1 0 4.4.2.2.2 Beleggingen in durfkapitaal / l i l 4.4.2.3 Forfaitair rendem ent /113 4.4.2.4 T a r ie f /114 4.5 D ividendbelasting na 1 jan u ari 2001 / 115 4.5.1 M iddellijke of onm iddellijke uitdelingen van w inst /116 Inhoudsopgave 9
4.5.2 Inkoop van aandelen /1 1 6 4.5.3 L iquidatie-uitkering /1 1 7 4.5.4 Bonusaandelen /1 1 7 4.5.5 T erugbetaling van aandelenkapitaal /1 1 7 4.5.6 W ijziging van de W et DB 1965 p er 1 jan u a ri 2007 /1 1 7 4.6 S a m e n v a ttin g /118 5 I n t e r n a t i o n a l e v e r d e l i n g v a n h e f f i n g s b e v o e g d h e d e n b e t r e f f e n d e d i v i d e n d e n d e W e t 1B 2 0 0 1 / 121 5.1 Internationale juridische dubbele belasting /1 2 2 5.2 V erdeling van heffingsbevoegdheden op het gebied van dividendinkom sten /1 2 4 5.2.1 V erdragsrechtelijke definitie van dividend /125 5.2.2 D ividenden betaald /1 2 8 5.2.2.1 D ividenden betaald en fictieve dividendinkom sten in de bro n staat /1 2 8 5.2.2.2 Fictieve dividendinkom sten in de w oonstaat /1 3 0 5.2.3 V estigingsplaats uitdelende vennootschap /131 5.2.3.1 Bepaling vestigingsplaats uitd elen d e v ennootschap n a ar n atio n aal rech t /1 3 2 5.2.3.2 Een vennootschap die inw oner is van de ene verdragsluitende staat /1 3 3 5.2.3.3 Invloed art. 4 OMV op de inhouding van dividendbelasting /1 3 3 5.2.4 Inw onerschap dividendontvanger /135 5.2.4.1 W oonplaatsverklaring /1 3 6 5.2.4.2 U iteindelijk gerechtigde /1 3 7 5.2.5 D ividenden toe te reken en aan een vaste in ric h tin g in de b ro n staat /1 4 0 5.2.5.1 Toerekening van aandelen aan een vaste inrich ting /1 4 0 5.2.5.2 Verdeling heffingsbevoegdheden /141 5.2.6 E xtraterritoriale dividenden /1 4 2 5.3 V oorkom ing van ju rid isch dubbele belasting /1 4 3 5.3.1 V rijstellingsm ethode /1 4 3 5.3.2 V errekeningsm ethode /1 4 4 5.3.3 V oorkom ing van juridisch dubbele belasting voor dividendinkom en /1 4 4 5.4 G rensoverschrijdend aan d elenbezit en de W et 1B 2001 /1 4 5 5.4.1 A lgem ene bepalingen u it de W et IB 2001 /1 4 5 5.4.2 G rensoverschrijdend aandelenbezit in box 1 /1 4 7 5.4.2.1 Inbound-aandelenbezit van een N ederlandse ond ern em er / 147 5.4.2.1.1 B uitenlandse aandelen to egerekend aan een b in n en lands ondernem ingsverm ogen /1 4 7 5.4.2.1.2 Bepaling grondslag /1 4 7 5.4.2.1.3 Bepaling grondslag buitenlandse beleggingsinstelling /1 4 8 5.4.2.1.4 V oorkom ing van dubbele belasting bij o n d ern em ers /1 4 9 5.4.2.1.5 K ostenaftrek voor b uitenlandse bronbelasting /1 5 3 5.4.2.1.6 A andelen toegerekend aan een bu itenlandse vaste inrich ting /1 5 4 5.4.2.2 Inbound-aandelenbezit van een buitenlandse on d ern em er /1 5 8 5.4.2.2.1 Inhouding van bronbelasting /1 5 9 5.4.2.2.2 V errekening ingehouden buitenlandse b ronbelasting /1 5 9 5.4.2.3 O utbound-aandelenbezit /161 5.4.2.3.1 A andelen niet toegerekend aan een vaste inrich tin g in N ederland /161 5.4.2.3.2 Aandelen toegerekend aan een vaste inrichting in N ederland /1 6 2 5.4.2.4 G rensoverschrijdende (overige) w erkzaam heden m et aandelen /1 6 3 5.4.2.4.1 G rensoverschrijdend dividend en resu ltaten behaald m et v oorkennis /1 6 3 5.4.2.4.2 G rensoverschrijdend dividend u it een lu cratief belang /1 6 6 5.4.3 G rensoverschrijdend aandelenbezit in box 2 /1 7 3 5.4.3.1 Inbound-aandelenbezit /173 5.4.3.1.1 V errekening van buitenlandse bronbelasting /1 7 4 10 Inhoudsopgave
5.4.3.1.2 K ostenaftrek voor buitenlandse bronbelasting /175 5.4.3.1.3 Forfaitair voordeel u it laagbelaste beleggingslicham en /176 5.4.3.2 O utbound-aandelenbezit /181 5.4.3.2.1 A anw ezigheid van het aanm erkelijk belang /181 5.4.3.2.2 V estigingsplaats vennootschap / 182 5.4.3.2.3 V estigingsplaatsfictie /183 5.4.3.2.4 A anm erkelijk belang in een VB1 / indirecte beleggingsvennootschap / 183 5.4.4 G rensoverschrijdend aandelenbezit in box 3 /1 8 5 5.4.4.1 V erdragsrechtelijke duiding van de belastingheffing in box 3 /185 5.4.4.1.1 V erm ogensbelasting of inkom stenbelasting /186 5.4.4.4.2 D ividendartikel, verm ogensw instartikel of restartikel? /187 5.4.4.2 Inbound-aandelenbezit /188 5.4.4.2.1 B eperkingen vrijstellingen /1 8 9 5.4.4.2.2 V errekening van buitenlandse bronbelasting /1 8 9 5.4.4.3 O utbound-aandelenbezit /191 5.4.4.3.1 Inhouding N ederlandse dividendbelasting /191 5.4.4.3.2 A andelen in een VB1 / 192 5.4.4.3.3 V errekening N ederlandse dividendbelasting? / 192 5.4.5 Het keuzeregim e /1 9 3 5.5 Sam envatting /195 6 D e p o s i t i e v e i n t e g r a t i e v a n b e l a s t i n g h e f f i n g in a a n d e e l h o u d e r - v e n n o o t s c h a p s v e r h o u d i n g e n b i n n e n d e E u r o p e s e U n ie / 1 9 7 6.1 I n le id in g /197 6.2 Europese integratie /1 9 7 6.3 B elastingheffing en de in tern e m ark t /1 9 9 6.3.1 V erhouding negatieve integratie en soevereiniteit / 200 6.3.2 V erhouding positieve integratie en soevereiniteit / 200 6.3 De (m ogelijkheden tot) positieve integratie op het gebied van directe belastingen / 201 6.4 Pogingen tot positieve integratie op het gebied van dividendinkom sten / 202 6.4.1 De inzet van soft law / 203 6.4.2 H et freq uenter g ebruikm aken van infractieprocedures / 204 6.4.3 Het in itiëren van in itiatieven voor subgroepen van gelijkgestem de lidstaten / 206 6.5 Sam envatting / 206 7 D e b e l a s t i n g h e f f i n g v a n d i v i d e n d o n d e r h e t E u r o p e s e r e c h t / 2 0 7 7.1 Inleiding / 207 7.2 De toegang to t h e t VWEU in h e t geval van grensoverschrijdende dividendinkom sten / 207 7.2.1 Toegang to t de vrijheid van vestiging / 209 7.2.1.1 A andelenbezit en de vrijheid van vestiging / 210 7.2.1.2 Vestiging in de staat w aaraan de onderdaan zijn nationaliteit ontleend / 210 7.2.1.3 Zodanige invloed / 211 7.2.1.4 G ezam enlijk aandelenbelang / 213 7.2.1.5 Belang van de aanw ezigheid van daadw erkelijke econom ische activiteiten / 213 7.2.1.6 M iddellijke vestiging / 214 7.2.2 De toegang to t de vrijheid van kapitaalverkeer / 216 7.2.2.1 Het begrip kapitaalverkeer / 216 7.2.2.2 Inkom sten u it aandelen en kapitaalverkeer / 216 Inhoudsopgave 11
7.2.2.3 T erritoriale reikw ijdte van de vrijheid van kapitaalverkeer / 217 7.2.3 Rangorde tussen de vrijheid van vestiging en de v rijh eid van kapitaalverkeer / 218 7.2.3.1 Rangorde in het VWEU / 219 7.2.3.2 Rangorde in verdragsvrijheden volgens de ju risp ru d en tie van h e t HvJ EU / 219 7.2.3.3 Rangorde verdragsvrijheden en sam enhangende rechtshandeling en / 223 7.2.4 M isbruik en de toegang to t h e t E uropese re ch t / 224 7.2.4.1 Jurisprudentie van de Hoge Raad / 224 7.2.4.2 Ju risp ru d entie van h e t HvJ EU op h e t gebied van m isb ru ik / 226 7.3 B elem m ering / 228 7.3.1 Inbound-dividenden / 228 7.3.1.1 V oorkom ing van econom isch dubbele b elastin g in de w o o n staat / 229 7.3.1.2 V oorkom ing van ju rid isch dubbele b elastin g in de w o o n staat / 232 7.3.2 O utbound-dividenden / 235 7.3.2.1 Vergelijking van ingezetenen en niet-ingezetenen. / 235 7.3.2.1.1 De Schum acker-vergelijking / 235 7.3.2.1.2 Ruim ere vergelijking bij grondslag * ta rie f / 236 7.3.2.2 V ergelijking ingezetenen e n niet-ingezetenen voor de voork o m in g van econom isch dubbele belasting / 236 7.3.2.3 De heffing van bro n b elastin g en voorkom ing econom isch dubbele belasting / 239 7.3.2.3.1 E uropeesrechtelijke houdbaarheid van b ronbelasting / 239 7.3.2.3.2 Bronbelasting op dividenden / 239 7.3.2.4 Tussenconclusie / 240 7.3.2.5 R echtstreeks toerekenbare kosten en de heffing van bronb elasting / 241 7.3.2.6 Fictieve aftrekposten bij outbound-inkom sten / 242 7.3.3 Overige belem m eringen in verband m et d ividenduitkeringen / 243 7.3.3.1 M eestbegunstiging / 243 7.3.3.2 B elem m ering van een vennootschap in v erband m et de w oonplaats van de aandeelhouders / 245 7-4 U itzondering bestaande belem m eringen van het kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen (art. 64, lid 1, VWEU) / 246 7-4.1 Op 31 decem ber 1993 bestaande b elem m erin g en / 247 7.4.2 M aatregel uitslu iten d g ericht op derde lan d en o f kapitaalv erk eer genoem d in art. 64, lid 1, VWEU / 249 7.4.3 Directe investeringen, vestiging, h e t v e rrichten van financiële d ien sten o f de toelating van w aardepapieren tot de kapitaalm arkt / 250 7.4.3.1 Directe investeringen / 250 7.4.3.2 Vestiging / 252 7.5 De betekenis van art. 65 VWEU / 252 7-6 Rechtvaardiging van een belem m ering / 253 7.6.1 Behoud van sam enhang van h e t belastingstelsel / 254 7.6.2 Evenw ichtige verdeling van heffingsbevoegdheid / 257 7.6.3 Inkom stenderving / 258 7.6.4 Twee w alletjes / 259 7.6.5 D oeltreffendheid fiscale controles / 259 7.6.6 Praktische bezw aren / 259 7.6.7 Het tegengaan van (het risico op) m isb ru ik / 260 7-7 U itgebreidere rechtvaardigingsgronden voor b elem m eringen van het kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde lan d en / 262 7-8 N eutralisatie van de b elem m erin g door v errek en in g in de w o o n staat / 264 7.8.1 Het arrest van h e t HvJ EU in de zaak A m urta / 265 7-8.2 V oorkom ing van econom ische o f ju rid isch dubbele belasting? / 266 7.8.3 Praktische uitw erking van de neutralisatie-gedachte / 268 7.8.3.1 V erhouding verdragsrechtelijke verrek ening - praktische v errek en in g / 268 12 Inhoudsopgave
7.8.3.2 Heffing in de b ro n staat hoger dan heffing in de w oonstaat van de aandeelhouder / 268 7.8.3.3 Bewijslast neutralisatie / 271 7.9 De gevolgen van het oordeel strijdig m et de verdragsvrijheden. / 272 7.10 Conclusies / 274 8 D e t o e p a s s i n g v a n h e t E u r o p e s e r e c h t o p d e N e d e r l a n d s e b e l a s t i n g h e f f i n g v a n d i v i d e n d / 2 7 7 8.1 Algem een: voorkom ing van dubbele belasting en de W et IB 2001 / 277 8.1.1 Inbound: voorkom ing p er box / 277 8.1.2 Outbound: voorkom ing per box / grondslageis / 280 8.1.3 Inbound: toepassing tw eede lim iet / 281 8.1.3.1 G een verrekenin g vanwege het n iet verschuldigd zijn van inkom stenbelasting / 282 8.1.3.2 Geen verrekening vanwege onvoldoende teller / 283 8.1.3.3 Geen verrekening vanwege valutaresultaten / 285 8.1.4 Inbound: toepassing art. 2.7 W et IB 2001 / 287 8.1.4.1 Regelingen ter voorkom ing van dubbele belasting / 287 8.1.4.2 V errekening buitenlandse bronbelasting vs. dividendbelasting / 288 8.1.5 O utbound: keuzeregim e / 290 8.1.6 Inbound/ Outbound: antidividendstrippingm aatregelen / 292 8.1.6.1 Belem m ering / 292 8.1.6.2 Rechtvaardigingsgronden / 295 8.1.6.3 Derde landen / 296 8.2 Box 1 / 297 8.2.1 D ividendinkom sten van ondernem ers / 297 8.2.1.1 W elke vrijheid is van toepassing? / 297 8.2.1.2 Belem m eringen / 298 8.2.1.2.1 Inbound en outbound: toerekening aandelen aan een vaste inrichting / 298 8.2.1.2.2 Inbound en outbound: tariefstructuur box 1 / 300 8.2.2 D ividendinkom sten van resultaatgenieters / 309 8.2.2.1 Resultaat uit overige w erkzaam heden / 309 8.2.2.2 Lucratieve belangen. / 309 8.2.2.2.1 W elke vrijheid van toepassing? / 310 8.2.2.2.2 B elem m eringen / 310 8.3 Box 2 /3 1 2 8.3.1 Inbound: V oorkom ing econom isch dubbele belasting en het globale evenw icht / 312 8.3.2 Inbound / outbound: uitreiking van w instbonusaandelen / 318 8.3.3 Inbound/O utbound: Forfaitair rendem ent / 320 8.3.3.1 K apitaalverkeer o f vestiging / 320 8.3.3.2 Belem m ering / 321 8.3.3.3 Derde landen / 323 8.3.4 V estigingsplaatsfictie buitenlandse belastingplicht / 324 8.4 Box 3 / 325 8.4.1 Inbound-dividenden / 325 8.4.1.1 Beperking verrekening ter voorkom ing van dubbele belasting / 325 8.4.1.2 B eperkingen in vrijstellingen voor m aatschappelijke beleggingen en indirecte beleggingen in durfkapitaal / 326 8.4.2 O utboud-dividenden / 328 8.4.2.1 V ergelijking tussen een ingezeten belegger en een niet-ingezeten belegger / 328 8.4.2.2 S tandpunt B elastingdienst aangaande fictieve box 3-belasting / 329 8.4.2.3 Afw ijkende berekening fictieve box 3-belasting / 331 8.4.2.3.1 E lem enten van het forfaitair bepaalde voordeel uit sparen en beleggen / 331 Inhoudsopgave 13
8.4.2.3.2 8.4.2.3.3 8.4.2.3.4 8.4.2.3.5 8.4.2.3.6 8.4.2.3.7 8.5 9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11 9.12 9.13 9.14 9.15 9.16 9.17 9.18 9.19 9.20 9.21 9.22 9.23 9.24 9.26 9.27 9.28 9.29 10 10.1 10.2 10.3 10.3.1 10.3.2 10.3.3 10.4 10.4.1 10.4.1.1 10.4.1.2 (Toerekenbare) schulden / 332 Tijdelijk aan d elenbezit / 334 Heffmgvrij verm ogen / 336 R echtvaardigingsgronden / 338 N eutralisatie / 339 Box 3 en derde lan d en / 340 Conclusie / 341 D e b e l a s t i n g h e f f i n g v a n d i v i d e n d i n d e v e r s c h i l l e n d e l i d s t a t e n v a n d e E u r o p e s e U n ie / 3 4 5 België / 345 Bulgarije / 346 C y p ru s/3 4 6 D enem arken / 346 D uitsland / 347 Estland / 348 Finland / 349 Frankrijk / 350 G riekenland / 351 Hongarije / 351 Ierland / 352 Italië / 352 Letland / 353 Litouwen / 353 Luxem burg / 354 M alta / 354 O ostenrijk / 355 Polen / 355 Portugal / 355 Roem enië / 356 Slovenië / 356 Slowakije / 356 Spanje / 357 Tsjechië / 357 Verenigd K oninkrijk / 358 Zweden / 359 Overzichtstabel / 360 Sam envatting en conclusies / 360 A a n b e v e l in g t o t w i j z i g i n g v a n d e b e l a s t i n g h e f f i n g v a n d i v i d e n d v a n n a t u u r l i j k e p e r s o n e n i n N e d e r l a n d / 3 6 3 Inleiding / 363 Ruwe schets van een bevrijdende dividendbelasting / 364 D iscussiepunten bij de invoering van een bevrijdende dividendbelasting / 365 V erhouding m et vervreem dingsw inst en overige in k o m sten u it aandelen / 365 D efinitie van h e t begrip o pbrengst van aan d elen / 366 B ehandeling rendem ent u it laagbelaste beleggingsvennootschappen / 367 A lternatief voor belastingheffing van dividendinkom sten / 369 A anbevelingen to t w ijziging van box 1 van de W et IB 2001 / 369 Art. 3.8 W et IB 2001 / 370 Art. 3.13 W et IB 2001 / 371 14 Inhoudsopgave
10.4.1.3 Art. 3.14 W et 1B 2001 / 373 10.4.1.4 Art. 3.29a W et IB 2001 / 373 10.4.1.5 Art. 3.92b W et IB 2001 / 374 10.4.1.6 Art. 3.94 W et IB 2001 / 375 10.4.1.7 Art. 3.95b W et IB 2001 / 375 10.4.2 A anbevelingen to t w ijziging van box 2 van de W et IB 2001 / 375 10.4.2.1 Art. 4.12 W et IB 2001 /3 7 6 10.4.2.2 Art. 4.13 W et IB 2001 / 376 10.4.2.3 Art. 4.14 W et IB 2001 / 377 10.4.2.4 Art. 4.14a W et IB 2001 /3 7 7 10.4.2.5 Art. 4.15 W et IB 2001 /3 7 8 10.4.2.6 Art. 4.16 W et IB 2001 / 378 10.4.3 A anbevelingen to t w ijziging van box 3 van de W et II? 2001 / 378 10.4.3.1 Art. 5.2. W et IB 2001 / 378 10.4.3.2 Art. 5.3 W et IB 2001 / 380 10.4.3.3 V rijstellingen bijzondere beleggingen in box 3 / 380 10.4.4 A anbevelingen tot w ijzigingen in de buitenlandse belastingplicht / 381 10.4.4.1 Box 1 /3 8 1 10.4.4.2 Box 2 /3 8 2 10.4.5 A anbevelingen to t w ijzigingen van de wijze van heffing W et IB 2001 / 382 10.4.5.1 Art. 9.2 W et IB 2001 / 382 10.4.6 A anbeveling to t wijziging van de W et VPB 1969 / 382 10.4.7 A anbeveling tot wijziging van de W et DB 1965 / 383 10.4.7.1 Art. 1 W et DB 1965 / 384 10.4.7.2 Art. 3 W et DB 1965 / 385 10.4.7.3 Art. 4 W et DB 1965/386 10.4.7.4 Art. 5 W et DB 1965/386 10.4.7.5 Art. 7 W et DB 1965 / 386 10.4.8 A anbeveling to t w ijziging van het Bvdb 2001 / 386 10.4.8.1 Art. 1 Bvdb 2001 / 387 10.4.8.2 Art. 5 Bvdb 2001 / 387 10.4.8.3 Art. 16 Bvdb 2001 / 387 10.4.8.4 V errekening buitenlandse bronbelasting m et de bevrijdende dividendbelasting / 388 10.4.9 Verlaging bevrijdende dividendbelasting in verband m et verdragstoepassing / 389 10.5 Sam envattend overzicht / 390 11 S a m e n v a t t i n g e n c o n c l u s i e s / 3 9 3 11.1 Probleem stelling / 393 11.2 B elastingheffing van dividend in binnenlandse verhoudingen / 393 11.3 B elastingheffing van dividend in grensoverschrijdende verhoudingen / 394 11.4 T oepassing van en toetsing aan h e t Europese rech t / 394 11.5 Aanbeveling tot wijziging van de N ederlandse belastingw etgeving / 396 S u m m a r y a n d c o n c l u s i o n s / 3 9 9 J u r i s p r u d e n t i e r e g i s t e r / 4 0 3 L i t e r a t u u r o v e r z i c h t / 4 1 3 C u r r i c u l u m / 4 2 5 Inhoudsopgave 15