Naar een eigentijds pensioenstelsel Individueel waar het kan, collectief waar dat verstandig is en solidair waar dat is geaccepteerd Visie VCP Januari 2015
Inhoudsopgave Een nieuw pensioenhuis is nodig Waarom? Verbouwingen tot nu toe zijn onvoldoende VCP-visie op een eigentijds pensioenhuis Wat willen we bereiken met ons pensioenstelsel? Wat zijn de fundamenten waarop we dat huis bouwen? Tot welk model leidt dat? Inbreng in de SER en politiek Gaan we de sprong wagen? Duiding SER-advies Advies aan de leden 2
Veranderende wereld stelt houdbaarheidsvragen economie demografie Demografische en financiële houdbaarheid arbeidsmarkt maatschappij Klijnsma: Maatschappelijke houdbaarheid 3
Hierin klinkt de roep door om. Flexibiliteit Aanpasbaar voor schokken was ook argument voor reële contract Aanpasbaar voor unknown unknowns Herbezinning op risicoprofiel en toedeling risico s (jong oud) Werkgever trekt zich terug als (risico)sponsor In welk contract stappen nieuwe generaties nog in? Maatwerk over de levensfase of levensloop In risicoprofiel In overgang naar pensionering en uitkeringsprofiel In premie-inleg Keuzevrijheid Gereguleerd, defaults, keuzestress, kosten, zorgplicht Transparantie Eenvoud en uitlegbaarheid: zien, begrijpen en vertrouwen Disciplineert beleidskeuzes en beheer 4
Premieovereenkomst lijkt daar beter op aan te sluiten Maar ontbeert belangrijke waarden Individueel Individuele vermogensopbouw op eigen pensioenrekening Geen weglekken en herverdeling(s)(issues) Transparant Directe individuele relatie tussen inleg en vermogensopbouw Flexibel Stabiele en betaalbare premie Beleggingsrisico loopt in vermogensopbouw Maatwerk en keuzevrijheid eenvoudig Gemakkelijk overdraagbaar Collectief geeft Schaal voor uitvoerings- en beleggingskosten Schaal voor risicodeling verzekeringstechnische risico s Vroeg overlijden, arbeidsongeschiktheid 5
Verbouwing tot nu toe niet ver genoeg Uitkeringsovereenkomst/ nftk woont nog steeds niet goed Wel goed: Schokken sneller nemen maar omvang uitsmeren Daardoor meer ruimte voor langetermijnbeleggingsbeleid Eenmalige reset beleggingsbeleid en rente-afdekking Maar lijkt dooie mus gezien de lage dekkingsgraad Niet goed: Zekerheidsmaat blijft; nominale zekerheid nog vergroot Hogere buffers, duurder pensioen Minder snel indexeren (is eigenlijk al wens DNB bij FTK 2006) Grote rentegevoeligheid blijft; blijkt nu bij extreem lage rente Spagaat afdekken renterisico versus afdekken inflatierisico blijft Rentedrama dreigt c.q. is al gaande Inkoop hele dure onnodige annuïteit voor jong/actief Oud draait op voor rente- en langlevenrisico jong (uniforme sturing) Langleven-trend verzekeren in opbouwfase inflexibel en onnodig 6
Verbouwing tot nu toe niet ver genoeg Ook verbeterde premieovereenkomst woont niet goed Sterke verbetering per 1-1-2016 Verplichte inkoop op één moment (conversiemoment) verdwijnt Vermogen kan langer renderen (zowel na pensioeningang als daarvoor) Risico opvangen kan individueel via uitsmeren (max. 5 jr.) en met combi kapitaal en nominale annuïteit En via delen tussen gepensioneerden via uitsmeren (max. 5 jr.) (vanaf max. 10 jaar voor pensioenrichtleeftijd gelijkmatig inkopen; gesloten deling van risico) Maar ontbeert nog belangrijke waarden Uitsmeren is (te) beperkt Geen risicodeling tussen actieven en gepensioneerden Geen risicodeling tussen bestaande en toekomstige generaties Geen risicodeling via dempende buffers voor gemene rekening Dus beperkte demping pech- en gelukgeneraties En geen demping genoeg=genoeg en overschot nu bewaren voor tekort straks Verplichtstelling? (want geen doorsneesystematiek) Geen transitie vanuit uitkeringsovereenkomst en dus fondssplitsing 7
VCP-visie Wat willen we bereiken met ons pensioenstelsel? Wat zijn de fundamenten waarop we dat huis bouwen? Tot welk model leidt dat? Welke inbreng in de SER en de politiek? 8
Wat willen we bereiken met ons pensioenstelsel? Individu, onderneming en maatschappij hebben gezamenlijke belang: doel -> economisch en sociaal zelfstandige ouderen Bestedingspatroon voortzetten als inkomen uit arbeid weg valt Verzekering tegen wegvallen inkomen uit arbeid wegens ouderdom Met pensioen gaan als arbeidsvermogen wegens ouderdom niet meer rendeert De pensioenverzekering ontlast werkende, werkgever en arbeidsmarkt; doorstroming van jongeren Na pensioeningang niet meer ten laste van de onderneming De pensioenverzekering ontlast de winstgevendheid van de onderneming Geen onnodige afhankelijkheid en onwenselijk beroep op sociale voorzieningen De pensioenverzekering ontlast de algemene middelen AOW is alleen voor de laagst betaalden adequaat, maar ook dan is al regelmatig beroep op sociale voorzieningen nodig VCP: Doel blijft het zelfde, maar vraagt nieuw eigentijds huis 9
Op welke fundamenten bouwen we het stelsel? Iedere werkende bouwt pensioen op uit arbeidsinkomen Op loonstrook en factuur staat ook het loon voor later, de pensioenpremie Inkomensgerelateerd en koopkrachtbestendig pensioen Dat vraagt voldoende premie En voldoende ruimte voor risico nemen in lange termijn beleggingsbeleid Inkomensonafhankelijke welvaartsvaste AOW is solide basis, maar niet genoeg Pensioenuitkering levenslang Sparen en pensioengeld buiten de onderneming Geen absolute zekerheid, daarom groot belang collectieve risicodeling Kracht van de verplichtstelling is daarvoor nodig Geeft schaal voor kostenefficiency Geeft schaal voor collectiviteit en creëert daarmee toegang tot risicodeling en lange termijn beleggen Maar dat vraagt wel om continuïteit (van instroom deelnemers evenals sector/onderneming) 10
Uitwerking in VCP-visie Pensioenopbouw voor alle werkenden ongeacht inkomensniveau Mogelijkheid voor alle werkenden om bestedingsniveau na pensioen op peil te houden Arbeid wordt beloond met loon voor nu EN loon voor later, de pensioenpremie Toegang tot collectief en risicodeling Via te vormen collectieven in APF, tenzij via werkgever of via bedrijfstakfonds of via beroepspensioenfonds Verplichting voor alle werkenden Nodig voor gezonde doorstroming Voorkomt Free-rider gedrag Dus ongewenst beroep op sociale voorzieningen En oneigenlijke concurrentie op arbeidskosten Pensioen blijft arbeidsvoorwaarde Pensioen is onderdeel van de beloning op arbeid Efficiënte inzet van arbeid vraagt tijdig met pensioen kunnen 11
Uitwerking in VCP-visie Naar meer individueel, keuze en maatwerk Individueel inzicht in pensioenopbouw Betere individuele relatie inleg en het opgebouwde vermogen Beter zicht op wat het pensioenfonds voor je verdient en wat het aan kosten maakt Beter zicht op wat risicodeling betekent Maatwerk/keuze: flexibel uittreden Flexibele uittreedleeftijd, ook in de AOW Deeltijd pensioen en deeltijd AOW Verruiming hoog-laag - wettelijk Maatwerk: risicoprofiel passend op jong en oud (differentiatie) Keuze: beperkte keuze risicoprofiel met goede default Maar beter en liever: vergroten inspraak bij risico- en beleggingsbeleid Vergroten betrokkenheid en herstellen vertrouwen 12
., maar geen vrije keuze van pensioenuitvoerder Uithollingsrisico door calculerend gedrag Sterk en jong vertrekt, oud en zwak blijft duur achter Niet toetreden tot c.q. weg gaan uit fonds met lage buffer/tekort Jaarlijkse ranglijstjes pensioenfondsen om gunst deelnemers Ondermijnt continuïteit risicodeling en lange termijn beleggen Betekent concurrentie tussen werkenden en werkgevers/opdrachtgevers op pensioenkosten Risico dat calculerend gedrag uiteindelijk leidt tot ieder voor zich en allemaal te weinig 13
Uitwerking in VCP-visie Pensioen is voor pensioen, dus voor later Pensioen niet gebruiken voor opstarten eigen onderneming Onderneming weg, pensioen weg Geen vermenging met wonen Waardedaling huis, pensioen te laag Stenen kun je niet eten Geen vermenging met zorg Goed levenslang pensioen is juist waarborg om zorgkosten te betalen Belangrijke waarborgen in pensioenwet niet voor niets Geld buiten de onderneming Afkoopverbod Grote terughoudendheid dus geboden Vanwege risico te weinig pensioen c.q. pensioen te vroeg op Individueel en maatschappelijk belang 14
Uitwerking in VCP-visie Collectiviteit, risicodeling en verplichtstelling essentieel, maar alleen waar men het wil en het kan Collectiviteit geeft schaal en toegang tot risicodeling Voor kanssolidariteit (jij leeft langer dan ik) Voor kostenefficiency (uitvoering en betere en goedkopere toegang tot lange termijn beleggen) Pensioenfondsen kunnen meer dan financiële markten Langleven- & inflatierisico s delen tussen generaties Belang van collectieve risicodeling is groot Inkomensgerelateerd en koopkrachtbestendig pensioen Vraagt risico nemen omwille van rendement Dat risico wil je spreiden en delen Omwille van stabiliteit, genoeg=genoeg, dempen pech- en geluk generaties Geeft welvaartswinst voor individu en BV Nederland En niemand verschaft zekerheid: risicodeling is het nieuwe fundament Verplichtstelling geeft continuïteit aan risicodeling en benutten lange termijn beleggen APF biedt nieuwe mogelijkheden op risicodelende collectieven, mits ook verplicht gestelde BPF-en daar in kunnen en alle werkenden pensioen opbouwen in 2 e pijler 15
Uitwerking in VCP-visie Doorsneesystematiek niet langer houdbaar Wederkerigheid gaat steeds minder op Jong betaalt mee aan VUT en prepensioen zonder dat zelf te krijgen (Fiscaal) afgedwongen versobering van regeling betekent dat jong meer subsidie geeft dan hij later terug krijgt Dynamiek en mobiliteit op de arbeidsmarkt geeft ongewenste verliezen (voortijdig uitstappen) of winsten (laat toe treden) Rendementsverlies door omslag betekent 8% minder pensioen Maatwerk en keuzes lastig in te regelen Gebrek aan transparantie, geen individuele relatie inleg en opbouw en gebrek aan inzicht in eigen pensioenopbouw en risicodeling Vergrijzing betekent al maar hogere premie 16
Houdbaarheid vraagt om overstap op premieovereenkomst VCP onderschrijft dat de premieovereenkomst (persoonlijk pensioenvermogen) een goed antwoord kan zijn op de houdbaarheidsvragen Met name op de punten van: Transparantie en inzicht op individueel niveau De veranderende arbeidsmarkt Maar.. Hoe ziet dat contract eruit? Welke inrichting is acceptabel voor de VCP? Kunnen we er onze pensioenvisie in kwijt? Is een acceptabele en evenwichtige transitie mogelijk? Wat moet het SER-advies hierover schrijven? 17
Gaan we de sprong wagen? Kan een tussenstap helpen? 18
Nog geen ja, want eerst nadere verkenning nodig (Hoe) ziet de premieovereenkomst er straks dan uit? Hoe vullen we collectieve risicodeling in? Hoe vullen we maatwerk in relatie tot het nemen van risico in? Keuzevrijheid en defaults, welke wel en niet en hoe te rijmen met risicodeling? (Hoe) houden we oude aanspraken en nieuwe aanspraken bij elkaar? In een fonds of in APF en hoe dan risicodeling? (Hoe) komen we van de doorsneesystematiek af? Naar welk premiesysteem? Doorsneepremie heeft voorkeur op grond van gelijke positie jong en oud en groene en grijze fondsen als ook omwille van optimaal gebruik rendement Maar laat beginnen, flinke carrière, financiële spitsuur van het leven Compensatie-regeling? En hoe ver komen we met de realisatie van onze visie en fundamenten? 19
Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling doorsneepremie vastgesteld vanuit een pensioendoel conversie op pensioendatum tegen vaste inkooprente bij/af: bijdrage risicodeling reële voorwaardelijke uitkering met risicodeling collectief rendement 20
Samenwonen in een eigentijds pensioenhuis Collectieve Buffer Individueel appartement Collectieve Buffer Individueel appartement Collectieve Buffer Individueel appartement AOW AOW AOW 21
Zachte reële contract voldoet ook aan demografische en financiële houdbaarheid!!, maar.. Pensioenakkoord zet grote stap Langer leven is langer werken Stijgende AOW- en pensioenleeftijd Hogere AOW en flexibele AOW-leeftijd (niet doorgevoerd) Flexibele inkomensgerelateerde en koopkrachtbestendige aanspraken als ambitie Macro stabiele reële discontovoet Risicodeling en risicospreiding in de tijd vervangen de nominale zekerheid als fundament Complete transparante contracten Optuigen flankerend ouderenbeleid Scoort op koopkrachtbestendig en ondersteunen economie gelijkwaardig Maar is vooralsnog door politiek taboe verklaard En voldoet onvoldoende aan maatschappelijke houdbaarheid en hoe de transitie? Dus als brug? Maar dan wel tijdelijk 22
(Hoe) komen we de sloot over? Premieovereenkomst met collectieve risicodeling Uitkeringsovereen komsten 23
Duiding SER-ontwerpadvies Premieovereenkomst (persoonlijk pensioenvermogen) met collectieve risicodeling Dit lijkt goed perspectief te bieden Maar eerst is verdere verkenning nodig 24
Criteria voor toekomstbestendig pensioenstelsel Verkenning Analyse van trends, ontwikkelingen en houdbaarheidsvragen Naar mogelijke oplossingsrichtingen in termen van beleidsvarianten en de weging daarvan op benoemde criteria De zeer complexe transitieproblematiek is in kaart gebracht De benoemde criteria zijn Uiteindelijke pensioenresultaat, om na pensionering bestedingspatroon te kunnen voortzetten (inkomensgerelateerd, koopkrachtbestendig en levenslang) Pensioen moet beroep voorkomen op sociale voorzieningen (idem) Pensioenstelsel moet ondersteunend zijn aan arbeidsmarkt en economie (onder meer stabiele premie en stabiele uitkeringen, maar ook meer directe relatie inleg versus pensioenopbouw) Pensioenstelsel moet inspelen op de maatschappelijke wensen en veranderingen (flexibiliteit, keuzevrijheid, maatwerk, eenvoud en transparantie) Transitie moet mogelijk zijn 25
De benoemde beleidsvarianten (1) Uitkeringsovereenkomst met degressieve opbouw (IA) Voorwaardelijke uitkeringsovereenkomst met degressieve opbouw (IB) Nationale pensioenregeling (II) Persoonlijk pensioenvermogen (lees:premieregeling) met vrijwillige (beperkte) risicodeling (III) Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling (IV) - Basis optie (A) : Enkel (verplicht) delen van biometrische risico s. - Hybride optie (B): Ook delen van beleggingsrisico s binnen bestaande generaties, bijvoorbeeld in de uitkeringsfase. - Optie met uitgebreide risicodeling (C): Ook collectief delen van beleggingsrisico s met toekomstige generaties. PS: Met biometrische risico s worden de risico s die te maken hebben met langleven, kortleven (nabestaande pensioen) en arbeidsongeschiktheid (arbeidsongeschiktheidspensioen) bedoeld. 26
De benoemde beleidsvarianten (2) Uitkeringsovereenkomst met nominale zekerheid in nieuwe FTK met overgang naar degressieve opbouw (IA) Leidt niet tot koopkrachtbestendig pensioen Is door rentegevoeligheid procyclisch in plaats van ondersteunend aan de economie Speelt maar zeer beperkt in op maatschappelijke ontwikkelingen Transitie van afstappen doorsneesystematiek is complex en duur Voorwaardelijke uitkeringsovereenkomst met overgang naar degressieve opbouw (macro-stabiele discontovoet) (IB) Scoort wel positief op koopkrachtbestendig pensioen Scoort wel positief op ondersteunen economie middels stabiele discontovoet Speelt maar beperkt in op maatschappelijke ontwikkelingen en wensen Transitie van doorsneesystematiek complex en duur Kroonleden en werkgevers geloven niet in politieke haalbaarheid 27
De benoemde beleidsvarianten (3) Nationale pensioenregeling met handhaven doorsneesystematiek en FTK (II) Subvariant is een algemene pensioenplicht waar ook zzp-ers in terecht kunnen en moeten Leidt niet tot koopkrachtbestendig pensioen Is door rentegevoeligheid procyclisch in plaats van ondersteunend aan de economie Speelt maar zeer beperkt in op maatschappelijke ontwikkelingen Transitie is redelijk overzienbaar, maar grijpt wel in alle regelingen in Risico VCP: verregaande aftopping dreigt Persoonlijk pensioenvermogen met volledige keuzevrijheid en beperkte risicodeling (III) Zal niet leiden tot koopkrachtbestendig pensioen op niveau (meer witte vlekken, versnippering, geen ruimte voor lange termijn beleggingsbeleid) Scoort wel goed op ondersteunen economie, want stabiele premie Scoort in eerste instantie goed op maatschappelijke wensen Transitie is zeer complex (afschaffen doorsneesystematiek en van aanspraken naar vermogen) Risico VCP: ieder voor zich en allemaal te weinig (ons grootste schrikbeeld) en einde aan de verplichtstelling Mogelijk toevoeging aan (sub)variant is introductie pensioenplicht risico VCP verregaande aftopping dreigt en daarboven wordt niets opgebouwd 28
De benoemde beleidsvarianten (4) Persoonlijk pensioenvermogen met gradaties in collectieve risicodeling met verplichtstelling (IV) (A) Alleen langleven risico delen; beleggen via life-cycle op persoonlijke pensioenrekening (B) Langleven risico delen en ook beleggingsrisico s in de uitkeringsfase (C) Langleven risico delen en ook beleggingsrisico s, ook tussen actieven en gepensioneerden, ook met de toekomst en via buffers (de variant die de VCP wil waar men er voor kiest) Variant IV kent (SER) het meeste perspectief op de criteria, maar is onbekend terrein. Tegelijkertijd is een dubbele transitie nodig, afschaffen doorsneesystematiek en van uitkeringsovereenkomst naar persoonlijk pensioenvermogen en de problematiek van eventuele fondssplitsing SER gaat deze variant en de transitieproblematiek verder uitwerken en verkennen; tijdpad nog niet bekend Maar andere varianten blijven in beeld: nog geen keuze 29
Doorsneesystematiek Overgang naar persoonlijk pensioenvermogen betekent afschaffen van doorsneesystematiek Alternatief van doorsneepremie (= de facto degressieve opbouw) Sluit beste aan op arbeidsmarkt en mobiliteit (oud en jong even duur in pensioen) En geeft laagste prijs voor pensioen vanwege grootste voordeel van rendement Maar SER onderkent Sluit niet goed aan bij carrièrepatronen (minste pensioenopbouw bij hoogste salaris) Sluit niet goed aan op laat beginnen (studie) c.q. pas later pensioen opbouwen (jongeren met flex banen of inkomen onder franchise; vrouwen die parttime werken om voor de kinderen te zorgen) Is combi progressieve premie werkende doorsneepremie werkgever/opdrachtgever mogelijk en wenselijk? 30
Randvoorwaarden afschaffing Een evenwichtige spreiding van de transitiekosten tussen generaties om pech en geluk generaties te voorkomen Het zoveel mogelijk bijeenhouden van oude en nieuwe aanspraken binnen één fonds Een goede onderbouwing met het oog op de juridische houdbaarheid Bij overstap naar een alternatieve systematiek moet er voldoende solidariteit in het stelsel overblijven om desgewenst de verplichtstelling van pensioenen te kunnen handhaven Voorkomen van verstoringen op de arbeidsmarkt. Dit vraagt om een zekere uniformiteit en een goede vormgeving van de compensatie voor generaties die pensioenopbouw mislopen bij afschaffing van de doorsneesystematiek Handhaving van arbeidsmarktneutraliteit. Dit houdt in dat deelnemers geen fiscaal nadeel ondervinden als ze overstappen van de ene pensioenregeling naar de andere én dat van het fiscale kader geen prikkels uitgaan om dat te doen, om zodoende een bovenmatig pensioen op te bouwen Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de transitielast tussen werkgevers, werknemers en overheid 31
En verder Maatwerk: ja, mits goede keuze-architectuur Verruiming keuzevrijheid: zeer terughoudend Kan leiden tot averechtse selectie en strijdig zijn met risicodeling Zzp-ers Probleem van groeiende witte vlek wordt door SER onderkend en verder onderzocht Probleem van oneigenlijke concurrentie spreekt werkgevers niet aan SER wil wachten op uitkomsten lopende interdepartementale beleidsonderzoek Integratie met wonen en zorg Kan zinvol zijn in kader van aanpassingen aan leef- en woonomstandigheden om langer thuis te kunnen blijven wonen Maar is complex, dus terughoudendheid! 32
Advies aan de leden VCP-visie zit er (op hoofdlijnen en meeste uitgangspunten) goed in Vooralsnog tevreden, dus advies is overwegend positief Maar wel zorgen op onderdelen in de uitwerking/verdere verkenning Krijgen we ten aanzien van collectieve risicodeling de ruimte die we willen? Vooral het delen van risico s met de toekomst en met buffers wordt lastig binnen te halen Komt er een acceptabel alternatief voor de doorsneesystematiek? Komt er een acceptabele transitie? Kunnen oud en nieuw bij elkaar blijven? Behoud van de huidige verplichtstelling: Raad lijkt voorstander, maar verzekeraars duwen via VNO op verkenning andere wettelijke vormen Komt er een pensioenplicht voor alle werkenden, na uitkomsten IBO-onderzoek? Op achtergrond dreigt variant (II) en met zeer forse aftopping uitkeringsovereenkomst (huidige FTK & doorsneesystematiek) en wat daarboven dan? Maar wel zorgen op onderdelen in de uitwerking 33