BEST PRACTICE LESVOORBEREIDING Vakoverschrijdend projectonderwijs Thema: Spelletje voor bezoekers (raden waar "bezoekers" vandaan komen) School: leeftijd: 13-14 (12 jaar) Duur : 50 minuten Deelnemers : Opstelling (tafel en stoelen ) Bij voorkeur 15 : 5 voor observatie, 10 voor "een cultuur" (=bezoekers) Opmerking: in de praktijk werkte het spelletje het best wanneer er meer mensen observeerden en er minder bezoekers waren U-vorm, door de klas lopen Materiaal: Relevante achtergrondinformatie : PPT met afbeeldingen (mensen uit diverse culturen) Zie bijlage: mapje met foto s culturen Een idee krijgen van het concept van diversiteit binnen een groep + concept van communicatie in een multiculturele omgeving www.education-and-gernder.eu Didactische verantwoording: Activiteiten om het spel "Er kwamen bezoekers" in te leiden Spel Bezoekers Bespreking achteraf: doelstellingen van de les Rol van de observator:
1. Voorwaarden: Interculturele opvoeding: studenten leren van elkaar en niet over elkaar. Het accent ligt op menselijke relaties en niet op kennis van ieders cultuur. De leerkracht moet een interculturele attitude hebben en die bij de studenten doen groeien. 2. Inhoud: In elke groep is er diversiteit, maar elk individu is uniek. Onze samenleving weerspiegelt diversiteiten waarmee we elke dag worden geconfronteerd: op het vlak van afkomst, cultuur, religie, taal, sociale klasse, talenten, belangen enz.
15 min. 5 min. Duurtijd Doel Leerkrachtactiviteit Leerlingactiviteit 3. Lesverloop Onderwijssituatie: Inhoud, werkvormen, media Leerdoel(en)/ Competentieontwikkeling Leerdoelcontrole Inleiding, "ijsbreker" PPT tonen Definitie diversiteit x alle leerlingen: ideeën verzamelen van wat ze zien De leerkracht projecteert enkele afbeeldingen met mensen uit verschillende culturen (terwijl ze eten, andere kleren dragen, elkaar groeten enz.) De leerkracht noteert een paar sleutelwoorden op het bord. De leerkracht verdeelt de leerlingen in groepen volgens verschillende criteria. Eerst op basis van de kleur van hun schoenen, dan op de kleur van hun ogen, ten slotte op geboortedatum. (praktisch: de leerlingen wandelen door elkaar in het klaslokaal en de leerkracht laat hen telkens andere groepjes vormen op basis van: huisnummer (paar/onpaar),kleur sokken, kleur haar/ogen, lievelingseten/dier, geboortedatum ) De leerlingen krijgen een idee van culturele verschillen De leerlingen begrijpen dat elke groep divers is: er kan diversiteit zijn op het vlak van leeftijd, gender, interesses, fysieke verschijning,...
Definitie communicatie x De leerlingen in groepen verdelen. Communicatie - verschillende stappen: eerst naar elkaar kijken, dan dichter bij elkaar komen (oogcontact, gebaren), ten slotte met elkaar spreken Nabespreking: verschil tussen verbale en nietverbale communicatie, het belang van lichaamstaal, ook bij verbale communicatie 1. Leerlingen indelen a.h.v. cijfers (2x hetzelfde cijfer. Bijvoorbeeld bij een klas van 10 leerlingen: 1, 2,3,4,5 en 1, 2, 3, 4, 5 2. Leerlingen staan in 2 rijen tegenover elkaar (nummer 1 t.o.v. nummer 1, 2 t.o..v. nummer 2 enz ) De rijen staan elk aan het uiteinde van het lokaal, dus tamelijk ver van elkaar. 3. leerkracht vraagt om elkaar zonder woorden of geluiden laten dichterbij te komen. (Leerlingen gebruiken dus gebarentaal) 4. Leerkracht zegt tegen leerlingen dat ze muizen zijn en dat ze elkaar moeten begroeten met gepiep 5. Daarna krijgen leerlingen nog een paar piep-opdrachten : droevige muizen, verliefde muizen, muizen die ruzie hebben 6. laatste communicatieopdracht: leerlingen begroeten elkaar (vriendschappelijk, boos ) in een gebrabbelde taal (Japans, Russisch )
20 min. Demonstratie: wat "normaal" en gewoon is in een cultuur is dat mogelijk niet in een andere de leerkracht legt het spel uit de leerlingen spelen het spel Spel van de bezoekers: Opstelling: 2 groepen 2 bezoekers en gastheren/vrouwen Belangrijk!!! Zorg dat de bezoekers herkenbaar zijn (muts, sjaal, stickertje de leerlingen vergeten immers al gauw wie wie nu weer was) De leerkracht stuurt de bezoekers de kamer uit en zegt hen dat hij/zij hen over een minuutje instructies zal geven. Dan zegt hij/zij tegen de gastheren/vrouwen dat ze de bezoekers moeten verwelkomen en natuurlijk nieuwsgierig moeten zijn naar de bezoekers. Deze groep moet hen dus enkele vragen stellen over waar ze vandaan komen, waarom ze hier zijn, hoe lang ze blijven en naar de cultuur van het land waar ze vandaan komen. Ze moeten zoveel mogelijk proberen te weten te komen over hun culturele gewoontes, gebruiken en gedrag. De gastheren/vrouwen moeten zich aan één regel houden: ze mogen uitsluitend gesloten vragen stellen die slechts met "ja" of "nee" beantwoord kunnen worden. Dan roept de leerkracht de bezoekers naar binnen. Om bewustzijn te kweken van gelijkaardigheid, verschillen en verwachtingen als men over culturen heen werkt.
10 minuten Debriefing De leerkracht moedigt de leerlingen aan om enkele voorbeelden te geven De leerlingen leggen enkele culturele verschillen uit De leerkracht vraagt de leerlingen wat normaal is in hun cultuur en wat niet. Bijvoorbeeld: etenstijden, eetgewoonten, manieren van groeten, kleden, enz. Eerste indrukken kunnen misleidend zijn. Gedrag kan verschillende worden geïnterpreteerd. Er zijn vaak andere regels van toepassing.
4. Genderspecificiteit / genderspecifieke aspecten / overdracht naar specifieke vakken (aanbevelingen): Het Spel van de bezoekers kan gebruikt worden in vreemdetalenonderwijs, op momenten waarop interculturele aspecten aan bod komen 5. Varianten, speciale kenmerken: geen 6. Ervaringen en bemerkingen na de testfase Voor deze best practice is het belangrijk, betekenisvolle foto s (zie bijlage) voor de PowerPoint presentatie te kiezen. Deze foto's kunnen zelfs provocerend zijn, zodat de leerlingen gemotiveerd zijn om hun kennis en meningen met hun klasgenoten te delen. 6. Bijlagen: teksten, materialen, afdrukken, transparanten, schoolbord enz... Voorbereiding van de leerkracht voor de les: De leerkracht moet een ppt voorbereiden (6-7 dia's of 1 dia die enkele foto's als collage bevat) met mensen uit verschillende culturen (terwijl ze eten, andere kledij dragen, elkaar begroeten, enz.)