Een verband tussen x en y wordt gegeven door de volgende grafiek:

Vergelijkbare documenten
Grafieken 1. a) de snijpunten met de x-as. b) het snijpunt met de y-as. c) de coördinaten van de top.

Meergraadsvergelijkingen

Vergelijkingenstelsels

WISNET-HBO NHL update jan. 2009

3. Lineaire vergelijkingen

Derive in ons wiskundeonderwijs Christine Decraemer

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

0.25x. Het buitengebied - vanuit elk punt kun je twee raaklijnen tekenen - bevat twee oplossingen. De parabool zelf staat voor één oplossing.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

3.1 Kwadratische functies[1]

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Hoofdstuk 1 - Inleiding hogere machtsverbanden

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Stappenplan QuickScan NOV - Beheerder

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling

integreren is het omgekeerde van differentiëren

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

Differentiaalvergelijkingen Technische Universiteit Delft

1. Orthogonale Hyperbolen

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

In dit document staat beschreven hoe je de meetgegevens vanuit Coach kunt opslaan en later in kunt lezen in Excel en hier een grafiek van kunt maken.

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief

1.1 Differentiëren, geknipt voor jou

Examen VWO. Wiskunde B Profi

7.1 Ongelijkheden [1]

Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A.

Antwoordenboekje. Willem van Ravenstein

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Het installatiepakket haal je af van de website

Breuksplitsen WISNET-HBO NHL. update juli 20014

Wiskunde I - proefexamen - modeloplossing

Opgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5

maplev 2010/7/12 14:02 page 277 #279

Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies

Verbanden en functies

Afgeleiden berekenen met DERIVE

G Biochemie & Biotechnologie, Chemie, Geografie. K Geologie, Informatica, Schakelprogramma s

Wisnet-HBO. update maart. 2010

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s)

18de T3 Vlaanderen Symposium Oostende 24 & 25 augustus 2015 Introductie tot TI-Nspire CAS m.b.v. ipad met voorbeelden uit de tweede graad

Werken met de CAS. in de tweede graad. R. Van Nieuwenhuyze. Oud-hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

Wiskundige functies. x is het argument of de (onafhankelijke) variabele

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

Straal van een curve

Hoofdstuk 12 : Vergelijkingen van de eerste graad met twee onbekenden.

leeftijd kwelder (in jaren)

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Opgave 1 - Uitwerking

Hogeschool Rotterdam. Voorbeeldexamen Wiskunde A

Schooljaar: Leerkracht: M. Smet Leervak: Wiskunde Leerplan: D/2002/0279/048

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

ENKELE VOORBEELDEN UIT TE WERKEN MET ICT

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

De onderstaande waarden in de tabel zet je dan netjes uit in een xy-assenstelsel: naar boven, een negatief getal schuift de parabool naar beneden.

Wiskunde MAVO-C & VBO. Woensdag 17 mei uur. vragen

Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Reader Wiskunde MBO Niveau 4 Periode. M. van der Pijl. Transfer Database

H9 Exponentiële verbanden

Beknopte handleiding voor Derive 5.0 for Windows

Exacte waarden bij sinus en cosinus

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Eliminatie van parameters en substitutie met computeralgebra

OF (vermits y = dy. dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Een model voor een lift

Parameterkrommen met Cabri Geometry

Calculus I, 19/10/2015

wiskunde B pilot vwo 2017-II

INFORMATIE HALEN UIT EXCEL REKENBLADEN

Derive in ons wiskundeonderwijs Christine Decraemer

Tussenhoofdstuk - oplossen tweedegraads vergelijkingen

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-I

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

Meetkunde met b2 4ac. Jaap Top

Wiskunde. voor. economie. drs. H.J.Ots. Hellevoetsluis

Het oplossen van kwadratische vergelijkingen met de abc-formule

Dag van de wiskunde 22 november 2014

Wiskunde vaktaal. WisMon Wistaal. theorie & opgaven. havo/vwo

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

Hoofdstuk 3. Matrices en stelsels. 3.1 Matrices. [[1,7]],[[12,8] ] of [ 1, 7; 12,8 ] bepaalt de matrix

voor de pilot aanpassingsstoornis

ALS-functie in Calc. ALS-functie maken

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

voor de pilot aanpassingsstoornis

Transcriptie:

Grafieken 2 Een verband tussen x en y wordt gegeven door de volgende grafiek: Als we de functiewaarde voor x = 6 willen bepalen vallen we buiten de grafiek. Wat we wel kunnen doen is de bijbehorende functie bepalen waarna we de waarde voor x kunnen invullen. We schatten in dat we te maken hebben met een parabool dus een tweedegraads functie. Zo n tweede graads functie stellen we voor door de algemene gedaante y = a x 2 + b x + c. We moeten dan nog de constanten a, b en c bepalen met behulp van onze grafiek. Om drie constanten te bepalen hebben we drie punten nodig waar de grafiek doorheen gaat. Voor die drie punten nemen we (-2, 0), (4, 0) en (0, -8). Deze drie punten vullen we in de algemene gedaante in zodat we drie vergelijkingen krijgen met drie onbekenden: Door (-2, 0): 0 = a (-2) 2 + b (-2) + c vgl 1 Door (4, 0): 0 = a (4) 2 + b (4) + c vgl 2 Door (0, -8): -8 = a (0) 2 + b (0) + c vgl 3 Uitgewerkt levert dit de volgende vergelijkingen op: 4 a 2 b + c = 0 vgl 1 16 a + 4 b + c = 0 vgl 2 c = -8 vgl 3 Het resultaat van vgl 3 kunnen we invullen in de vergelijkingen 1 en 2: 4 a 2 b 8 = 0 4 a 2 b = 8 vgl 1 16 a + 4 b 8 = 0 16 a + 4 b = 8 vgl 2 We hebben nu twee vergelijkingen met twee onbekenden. Zo n stelsel lossen we op met de schoorsteenmethode: Blz 1 van 10

4 a 2 b = 8 4 16 a 8 b = 32 16 a + 4 b = 8 1 16 a + 4 b = 8-12 b = 24 b = 24-12 b = -2 a = 1 We vullen de gevonden waarden voor a, b en c in in de algemene gedaante y = a x 2 + b x + c. Daarmee hebben we onze functie gevonden: y = x 2 2 x 8. Voor de functiewaarde voor x = 6 volgt y = (6) 2 2 (6) 8 y = 16. 1 Bepaal met behulp van de volgende parabool de functiewaarde voor x = 5 2 Bepaal met behulp van de volgende parabool de functiewaarde voor x = 5 Blz 2 van 10

3 Bepaal met behulp van de volgende parabool de functiewaarde voor x = 3 4 Bepaal met behulp van de volgende parabool de functiewaarde voor x = 0 Bij opgave 4 zagen we al dat het oplossen van drie vergelijkingen met drie onbekenden veel rekenwerk kan betekenen. Als de grafiek waar we van uit gaan geen tweedegraads functie maar bijvoorbeeld een derdegraads functie is krijgen we al te maken met vier vergelijkingen met vier onbekenden. Zo n stelsel gaan we natuurlijk met DERIVE oplossen Eerst moeten we natuurlijk zelf die vier vergelijkingen opstellen. We gaan dat eens bekijken aan de hand van het volgende voorbeeld. Blz 3 van 10

We willen de bijbehorende derdegraads functie bepalen van de volgende grafiek: De algemene gedaante van een derdegraads functie is: y = a x 3 + b x 2 + c x + d. Voor het bepalen van de vier constanten a, b, c en d hebben we vier punten nodig. We nemen daarvoor bijvoorbeeld (-2, 0), (1, 0), (3, 0) en (0, 6). Door (-2, 0): 0 = a (-2) 3 + b (-2) 2 + c (-2) + d vgl 1 Door (1, 0): 0 = a (1) 3 + b (1) 2 + c (1) + d vgl 2 Door (3, 0): 0 = a (3) 3 + b (3) 2 + c (3) + d vgl 3 Door (0, 6): 6 = a (0) 3 + b (0) 2 + c (0) + d vgl 4 Uitgewerkt levert dit de volgende vergelijkingen op: -8 a + 4b 2 c + d = 0 vgl 1 a + b + c + d = 0 vgl 2 27 a + 9 b + 3 c + d = 0 vgl 3 d = 6 vgl 4 Het resultaat van vgl 4 kunnen we invullen in de vergelijkingen 1, 2 en 3: -8 a + 4b 2 c + 6 = 0 vgl 1 a + b + c + 6 = 0 vgl 2 27 a + 9 b + 3 c + 6 = 0 vgl 3 Er volgt: -8 a + 4b 2 c = -6 vgl 1 a + b + c = -6 vgl 2 27 a + 9 b + 3 c = -6 vgl 3 We hebben nu een stelsel van drie vergelijkingen met drie onbekenden. Dit stelsel gaan we met DERIVE oplossen. Blz 4 van 10

Klik daaroe in de werkbalk van DERIVE op Oplossen / Stelsel en zet Aantal op drie: Klik op OK en typ de eerste vergelijking in het eerste invoervlak. Ga dan met de TAB-toets naar het tweede invoervlak en typ de tweede vergelijking in. Ga met de TAB-toets naar het derde invoervlak voor de derde vergelijking. Met nogmaals TAB gaan we naar het variabele-vlak waar automatisch de te berekenen constanten a, b en c verschijnen. Klik tenslotte op Oplossen om de oplossing van het stelsel te zien: Met a = 1, b = -2, c = -5 en d = 6 volgt voor de functie: y = x 3 2 x 2 5 x + 6. Blz 5 van 10

5 Bepaal met behulp van de volgende grafiek van een derdegraads functie de functiewaarde voor x = 3. 6 Bepaal met behulp van de volgende grafiek van een derdegraads functie de functiewaarde voor x = 4. Blz 6 van 10

7 Bepaal met behulp van de volgende grafiek van een vierdegraads functie de functiewaarde voor x = 3. 8 Bepaal met behulp van de volgende grafiek van een vierdegraads functie de functiewaarde voor x = 3. Blz 7 van 10

In DERIVE kunnen we voor het oplossen van deze vraagstukken ook gebruik maken van de functie POLY_INTERPOLATE. We laten dat zien aan de hand van het volgende voorbeeld waarbij we de grafiekwaarde voor x = 3 willen bepalen voor de getekende derdegraads kromme: Omdat het een derdegraads kromme betreft zoeken we vier punten waar de grafiek doorheen gaat. We zien dat de grafiek onder andere door de punten (-3, 0), (-1, 8), (0, 3) en (1, 0) gaat. Vervolgens typen we op de invoerregel van DERIVE: We typen dus de coördinaten van de vier punten in, gescheiden door punt-komma s. Het getal 3 op het einde is de waarde waarvoor we de grafiekwaarde willen weten. Na klikken op OK en benaderen vinden we: De gevraagde grafiekwaarde voor x = 3 bedraagt dus 24. Wat is het resultaat als we in de poly_interpolate-functie op het einde in plaats van het getal 3 de letter x typen? Blz 8 van 10

9 Bepaal met behulp van de volgende grafiek van een vijfdegraads functie: a) de functie. b) de functiewaarde voor x = 3. Blz 9 van 10

Antwoorden grafieken 2 1-14 2 18 3 2 4-8 5-4 6 0 7-5,3333 8 1,7778 9 a) - 0.6222 x 5 + 0.4444 x 4 + 7.4444 x 3-11.2222 x 2-5.8222 x + 9.7778 b) -22.8889 Blz 10 van 10