Welkom Beste ouder(s)/verzorger(s), Voor u ligt de schoolgids van onze school voor het schooljaar 2013-2014. Scholen verschillen steeds meer; in manieren van werken, sfeer en resultaten. De schoolgids is geschreven om ouders van De Kring informatie te geven over alles wat er op school speelt. En voor nieuwe ouders, om u te helpen bij uw keuze voor een school voor uw kind. Op onze school leer je rekenen, lezen en waar het Winschoterdiep ligt. Wij vinden dat het daar niet bij moet blijven. Onze school maakt kinderen sociaal vaardig en weerbaar, zodat ze kunnen opgroeien tot zelfbewuste, autonome en prettige mensen. Die oog hebben voor anderen. Die zelf na durven denken en open staan voor alles wat ze nog niet kennen. De Kring bereidt kinderen voor op de toekomst. De Kring leert kinderen leven. Hoe we dit doen, leest u terug in deze schoolgids. Deze schoolgids kan geen volledig beeld van onze school geven. We nodigen u graag uit om via een persoonlijk gesprek uw vragen te beantwoorden. U bent van harte welkom voor een rondleiding door ons schoolgebouw, een kijkje in de klassen en een nadere kennismaking. Wij hopen dat u deze gids met veel plezier leest. Vragen, opmerkingen of suggesties zijn van harte welkom. Lambèr Gevers directeur Moniek Versantvoort locatieleider
leren leven 2013 De Kring Voor aanvullingen en wijzigingen kunt u contact opnemen met: De Kring Beemdstraat 3 5482 HA SCHIJNDEL (073) 54 74 938 info@bs-dekring.nl www.bs-dekring.nl tekst: Lambèr Gevers en Moniek Versantvoort versie 2013-2014
Inhoudsopgave 1 Achtergrond en visie 7 1.1 Onze missie: leren leven! 7 1.2 Wat betekent openbare school? 7 1.3 Wat betekent Jenaplanschool? 8 1.4 Wat betekent Jenaplanonderwijs voor De Kring? 10 1.4.1 Het erkennen van de uniciteit van ieder mens, het kind als geheel zien.10 1.4.2 Evenwicht tussen betekenisvol en zinvol leren. 11 1.4.3 Ritmische afwisseling van basisactiviteiten. 11 1.4.3.1 Gesprek: 12 1.4.3.2 Werken 13 1.4.3.3 Spel: 15 1.4.3.4 Vieren: 16 1.4.4 Afstemming van aanpak en activiteiten op de individuele ontwikkeling(- sgeschiedenis) van een kind. 17 1.4.5 De school is een leef- en leergemeenschap, waarin verschillen als voordeel worden gezien en samenwerking gewoon is. 17 1.5 Meer informatie over De Kring en Jenaplanonderwijs 18 1.5.1 Websites 18 1.5.2 Literatuur 18 2 Jaaroverzicht 19 2.1 Schooljaar 2011-2012 19 2.1.1 Stamgroepen 19 2.1.2 Thema s en bijzondere gebeurtenissen 2.1.3 Personeel 21 2.1.4 Onze speelleertuin 21 2.1.5 Educatief Basiscentrum Oost (EBC) 22 2.1.5.1 Hèt Ouderpunt 23 2.1.6 Inclusief onderwijs- omgaan met verschillen 24 2.1.7 Jaarlijks terugkerende kosten 29 2.1.7.1 Ouderbijdrage 29 2.1.7.2 Luizencapes 2.1.7.3 Schoolkamp 29 2.1.7.4 Regelingen tegemoetkomingen 29 Schoolgids De Kring pagina 3 van 79
3 De Kring in de praktijk 35 3.1 Nieuwe leerlingen 35 3.1.1 Kijken op school 36 3.1.2 Inschrijven 36 3.2 3.1.3 Oefenen 36 Iedere dag (A-Z) 37 3.2.1 Buitenschoolse opvang 37 3.2.2 Computers op school 38 3.2.3 Fietsen 39 3.2.4 Fruitkring 39 3.2.5 In- en uitgang 39 3.2.6 Schoolregels 39 3.2.7 Schooltijden 40 3.3 3.2.8 Tussenschoolse opvang 41 Iedere week (A-Z) 43 3.3.1 De Kringberichten 43 3.3.2 Gym 43 3.4 3.3.3 Vieringen 43 Een (paar) keer per jaar (A-Z) 44 3.4.1 Communie 44 3.4.2 Gezondheidszorg 44 3.4.2.1 Langdurig zieke leerlingen 44 3.4.2.2 Jeugdgezondheidszorg in het basisonderwijs. 44 3.4.2.3 Richtlijnen uitvoering meldingsplicht infectieziekten. 45 3.4.2.4 Hoofdluis 45 3.4.3 Huiswerk 46 3.4.4 Ontvoeringsdag groep 8 46 3.4.5 Ouders en school 48 3.4.6 Schoolfoto s 48 3.4.7 Schoolkamp 48 3.4.8 Vakanties en vrije dagen 48 3.4.9 Verjaardagen 49 3.4.10 Verkeer in groep 7-8 49 3.5 3.4.11 Verzekeringen 51 Wat te doen bij? 51 3.5.1 Verlof aanvragen 51 3.5.2 Verloren en gevonden voorwerpen 52 3.6 3.5.3 Ziekte van leerling 52 Team 53 3.6.1 Stagiaires 53 3.6.2 Vervanging bij ziekte en afwezigheid van de leerkracht 53 3.7 3.6.3 Voorkoming en bestrijding lesuitval bij afwezigheid leerkrachten 53 Commissies en Werkgroepen (A-Z) 54 3.7.1 Medezeggenschapsraad 54 3.7.2 Leerlingenraad 54 3.7.3 Ouderraad 55 3.7.4 Werkgroep Verkeersveiligheid 55 3.7.5 Werkgroepen EBC 55 Schoolgids De Kring pagina 4 van 79
4 Kwaliteit en resultaten van ons onderwijs 56 4.1 Individuele afstemming 56 4.2 Schoolverslagen 56 4.3 Oudergesprekken 57 4.4 Onderwijsmethodes 57 4.5 Bewaking 58 4.5.1 Managementrapportages 58 4.5.2 Trendanalyses 58 4.5.3 Groepsbesprekingen 58 4.5.4 Analyse KMPO vragenlijst 58 4.5.5 De leerlingenraad 59 4.6 Toetsen 59 4.7 Advisering vervolgonderwijs en de rol van de toetsen. 60 4.7.1 Entreetoets 60 4.7.2 Schooladvies 60 4.7.3 CITO eindtoets 60 4.7.4 Open dagen 61 4.7.5 Definitieve keuze 61 4.8 Uitstroomgegevens. 61 4.9 Resultaten 61 4.9.1 Eindtoets. 61 4.9.2 Kwaliteitsonderzoeken. 62 4.9.2.1 KMPO 62 4.9.2.2 De visitatiecommissie 65 4.9.2.3 Inspectierapport 65 5 Leerlingenzorg 66 5.1 Kinderen met specifieke onderwijsbehoefte 66 5.1.1 Afstemming op de onderwijsbehoefte 66 5.1.2 Leerlingen met een rugzakje 66 5.1.3 Langer in een stamgroep 68 5.1.4 Meerbegaafde kinderen 68 5.1.5 Logopedie 68 5.1.6 Externe hulpverlening op verzoek van ouders onder schooltijd 69 5.2 5.1.7 Medisch handelingsprotocol 69 Hulpverleners en externe instanties 69 5.2.1 Contactpersonen bij seksuele intimidatie en machtsmisbruik 69 5.2.2 School en politie 70 5.2.3 Jeugdgezondheidszorg van de GGD 70 5.2.4 Jeugdzorg Advies Team [JAT] 70 5.2.5 Zorg voor jeugd 71 5.2.6 Samenwerkingsverband Schijndel 71 5.2.7 Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) 71 5.2.8 SKOPOS 71 5.2.9 Bovenschools Platform Leerlingenzorg 71 Schoolgids De Kring pagina 5 van 79
5.3 Klachtenregeling 72 5.3.1 Inleiding 72 5.3.2 BEGRIPSBEPALINGEN: 72 5.3.3 Hoe te handelen als een ouder/verzorger een klacht heeft? 73 6 Sponsorbeleid 74 7 Namenlijst (A-Z) 76 8 Index 79 Schoolgids De Kring pagina 6 van 79
1 Achtergrond en visie 1.1 Onze missie: leren leven! Op onze school leer je rekenen, lezen en waar het Winschoterdiep ligt. Wij vinden dat het daar niet bij moet blijven. Onze school maakt kinderen sociaal vaardig en weerbaar, zodat ze kunnen opgroeien tot zelfbewuste, autonome en prettige mensen. Die oog hebben voor anderen. Die zelf na durven denken en open staan voor alles wat ze nog niet kennen. De Kring bereidt kinderen voor op de toekomst. De Kring leert kinderen leven. 1.2 Wat betekent openbare school? Dat wij een openbare school zijn, betekent dat we een algemene toegankelijkheid kennen. De Kring concentreert zich evenredig op de cognitieve vakken maar geeft ook veel ruimte aan de leerling om zijn talenten te ontplooien, zoals in kunst en sport, maar vooral in het samen leven. De Kring is een school voor allen. Dat wil zeggen dat alle kinderen welkom zijn zonder onderscheid naar geslacht, land van herkomst, godsdienst, levensbeschouwing, maatschappelijke opvattingen, inkomen of fysieke mogelijkheden. De Kring streeft er juist naar een ontmoetingsplaats te zijn voor de verschillende levensovertuigingen en wil gelegenheid bieden tot een dialoog over godsdienst, levensbeschouwing, afkomst en culturele achtergrond. Schoolgids De Kring pagina 7 van 79
Onze leerlingen zijn afkomstig uit heel Schijndel: Hieronder ziet u een overzicht van ons voedingsgebied van de afgelopen schooljaren (in percentages). 30 25 20 15 10 5 2008 2009 2010 2011 2012 2013 0 Centrum Plein Hopveld Wijbosch Boschweg Beemd Hoe/Hulz Overig 1.3 Wat betekent Jenaplanschool? We werken volgens het Jenaplanconcept zoals de Jenaplanvereniging die volgens de uitgangspunten van Peter Petersen opnieuw geformuleerd heeft (zie hierna de 20 basisprincipes). De Jenaplanschool is een leef- en werkgemeenschap van kinderen, ouders en leerkrachten. Binnen de school wordt aan het onderwijs vorm gegeven volgens deze basisprincipes waarin het ontwikkelen van het kind centraal staat. De NJPV geeft de volgende omschrijving van een Jenaplanschool: Een Jenaplanschool is een gemeenschap die kinderen, leraren en ouders omvat. Leraren zijn er professionele opvoeders. Ouders hebben een deel van de opvoeding van hun kinderen aan de school overgedragen, maar ze spelen in het onderwijs op allerlei niveaus een belangrijke rol. Zonder hun medewerking is de school tot weinig in staat. De leraren mogen daarom een bewuste keuze van de ouders voor de school verwachten. Het onderwijs in de school is gericht op de opvoeding van kinderen en omvat daarom veel meer dan het aanleren van schoolse kennis en vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen. Kinderen leren in een Jenaplanschool veel. Ze doen dat door deel te nemen aan de zogeheten basisactiviteiten: spreken, spelen, werken en vieren. De school gaat er vanuit dat kinderen heel verschillend zijn. Dat wordt niet gezien als hinderlijk, integendeel. Omdat kinderen zo veel van elkaar verschillen kunnen ze veel van elkaar leren. Om die reden worden ze in stamgroepen geplaatst die bestaan uit kinderen van verschillende leeftijden, zoals dat ook in een gezin het geval is. Elke stamgroep heeft een groepsruimte, een zo huiselijk mogelijke omgeving, die samen met de kinderen ingericht is en beheerd wordt. Zo leren ze verantwoordelijk te zijn voor de ruimte, hun ruimte. Dit concept voor de Jenaplanschool is door De NJPV verder uitgewerkt in de vorm van de volgende twintig basisprincipes over drie onderwerpen, namelijk het gewenste mensbeeld, de samenleving: thuis, op school en de maatschappij en over opvoeding en onderwijs. Schoolgids De Kring pagina 8 van 79
Het gewenste mensbeeld 1 Elk mens is uniek; zo is er maar een. Daarom heeft ieder kind en elke volwassene een onvervangbare waarde. 2 Elk mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt zoveel mogelijk gekenmerkt door zelfstandigheid, kritisch zelfbewustzijn, creativiteit, en gerichtheid op sociale vaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, seksuele gerichtheid, sociaal milieu, religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken. 3 Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig met andere mensen. Met zintuiglijke waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur, met de niet zintuiglijke waarneembare werkelijkheid. 4 Elk mens wordt slechts als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo aangesproken. 5 Elk mens wordt als cultuurdrager en vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo aangesproken. De samenleving: thuis, op school en de maatschappij 6 Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert. 7 Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling. 8 Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan. 9 Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruim beheert. 10 Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt. Opvoeding en onderwijs 11 De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. Ze wordt door de maatschappij beïnvloed en heeft er zelf ook invloed op. 12 In de school hebben de volwassenen de taak de voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot (ped-)agogisch uitgangspunt voor handelen te maken. 13 In de school wordt de leerstof zowel ontleend aan de leef- en belevingswereld van de kinderen als aan cultuurgoederen die binnen de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd voor de hier geschetste ontwikkeling van persoon en samenleving. 14 In de school wordt het onderwijs uitgevoerd in pedagogische situaties en met pedagogische middelen. 15 In de school wordt het onderwijs vorm gegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten gesprek, spel, werk en viering. 16 In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats, naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om te leren van en te zorgen voor elkaar te stimuleren. 17 In de school worden zelfstandig spelen en leren afgewisseld en aangevuld door gestuurd en geleid leren. Dit laatste is expliciet gericht op niveauverhoging. In dit alles speelt het initiatief van de kinderen een belangrijke rol. 18 In de school neemt wereldoriëntatie een centrale plaats in met als basis ervaren, ontdekken en onderzoeken. 19 In de school vinden gedrags- en prestatiebeoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van het kind en in samenspraak met hem. 20 In de school worden veranderingen en verbeteringen gezien als een nooit eindigend proces. Dit proces wordt gestuurd door een consequente wisselwerking. Er is natuurlijk nog veel meer informatie over Jenaplanonderwijs (zie ook 1.4), maar deze basisprincipes vormen het kader voor het opvoedkundig en onderwijskundig handelen op De Kring. In 1.4 wordt kort uitgelegd hoe we deze theorieën vertalen naar het onderwijs op De Kring. Schoolgids De Kring pagina 9 van 79
1.4 Wat betekent Jenaplanonderwijs voor De Kring? Het Jenaplanconcept is een interpreteerbaar streefmodel. Het is geen uitgewerkt pedagogisch-didactisch model, maar een fundament waar je zelf een school op moet bouwen. Het is een streefmodel, dat moet worden vormgegeven in de eigen leef- en werkgemeenschap. De vormgevers zijn de betrokkenen: de kinderen, ouders en groepsleiders. Het concept geeft je de mogelijkheid je eigen school vorm te geven. Je moet met het team en met de kinderen en ouders zelf een school bouwen. Dat is een groot voordeel. Dat maakt het concept sterk. Je kunt immers de uitgangspunten vertalen naar je eigen situatie, je bent niet gebonden aan exact voorgeschreven regels, afspraken, werk- en organisatievormen. Zo'n open concept is ook lastig. Want wat is nou goed Jenaplanonderwijs, hoe ziet dat er nou precies uit? De openheid van het concept geeft veel vrijheid, maar het dwingt je ook tot het maken van keuzes. Hoe moet je je school verder ontwikkelen? Wat past er bij mij, bij mijn team, bij mijn kinderen en ouders? Wat is nou belangrijk? En de keuzes die gemaakt worden, moeten samen bepaald worden. Als de school een leefwerkgemeenschap wil zijn, een coöperatie waar samen geleefd en gewerkt wordt zul je ook samen beslissingen moeten nemen. Samen met het team van De Kring hebben we tijdens twee studiedagen ook heel bewust een keuze gemaakt. De essentie van het Jenaplan is voor ons: - Erkennen van de uniciteit van ieder mens, het kind als geheel zien. - Evenwicht tussen betekenisvol en zinvol leren. - Ritmische afwisseling van basisactiviteiten; spel, werk, gesprek, viering. - Afstemming van aanpak en activiteiten op de individuele ontwikkeling(- sgeschiedenis) van een kind. - De school is een leef- en leergemeenschap, waarin verschillen als voordeel worden gezien en samenwerking gewoon is. Daarnaast is voor onze school als Jenaplanschool belangrijk: - Dat kinderen een eigen identiteit ontwikkelen. - Er een afwisseling is van begeleid en zelfstandig leren. - Streven naar betrokkenheid van kinderen. - Wereldoriënterend bezig zijn, verkennen en onderzoeken. 1.4.1 Het erkennen van de uniciteit van ieder mens, het kind als geheel zien. Dit onderdeel zit verweven in ons pedagogisch klimaat en heeft ook invloed op ons didactisch ontwerp. Hierbij kun je o.a. denken aan: Waarderen van elkaars talenten Complimenten geven Overleggen om tot overeenstemming te komen Accepteren van elkaars eigenaardigheden Respectvol omgaan met elkaar Ontwikkelen van eigen identiteit Differentiëren/ op niveau werken Verschillende uitdagende werkvormen, passend bij verschillende intelligenties Kinderen en leerkrachten maken actief kennis op het jaarlijkse kamp Een brede ontwikkeling houdt ook in dat je veel van anderen leert, dus kinderen zorgen ook voor elkaar. Schoolgids De Kring pagina 10 van 79
1.4.2 Evenwicht tussen betekenisvol en zinvol leren. Als school willen wij kinderen betekenisvol en zinvol laten leren. Dit betekent: - Aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. - Ruimte bieden voor eigen inbreng en initiatief van kinderen. - Rijke leeromgeving creëren. - Werken in een context. - Veel leermomenten bieden waarbij kinderen echt kunnen ervaren en ontdekken zoals: excursies, gastlessen, projecten enz.). - Kinderen leren waar mogelijk op hun eigen niveau. - Kinderen mogen kiezen (wat, hoe, met wie) - Kinderen passen de vaardigheden die ze hebben geleerd bij rekenen, taal, spelling etc. toe. - veel leermomenten bieden waarin zij zelf presenteren / uitleggen aan anderen. Dat gebeurt o.a.: - in nieuwskringen, boekenkringen, kijk- en vertelkringen, maar ook bij het elkaar helpen. - veel leermomenten bieden waarbij kinderen met elkaar discussiëren (vooral in de kring) - Steeds zoeken we naar meerdere manieren van leren: lezen, horen, zien, discussie, ervaren, zodat de kennis langer blijft hangen. Dit doen wij door gebruik te maken van de meervoudige intelligentie. - Ingaan op actualiteiten. - De wereld in de klas halen of naar buiten gaan. - Een afwisseling tussen gestuurd en begeleid leren. 1.4.3 Ritmische afwisseling van basisactiviteiten. We onderscheiden vier basisactiviteiten waarin mensen leven en leren; we leren niet alleen door met pen, papier en het hoofd bezig te zijn. Om de kinderen op zoveel mogelijk manieren te kunnen aanspreken, om het leren zo natuurlijk mogelijk te maken, wordt uitgegaan van vier grondvormen: o Gesprek o Werken o spel o Vieren Deze werkvormen volgen zo soepel mogelijk op elkaar in een ritmisch weekplan. Daardoor is er een afwisseling ingebouwd van spanning en ontspanning, van luisteren en zelf doen, samenwerken en voor de eigen taak zorgen. Schoolgids De Kring pagina 11 van 79
1.4.3.1 Gesprek: Door met elkaar in gesprek te zijn, kunnen we elkaar informeren en elkaar leren begrijpen. Je deelt kennis en ervaringen met elkaar waardoor je van elkaar kunt leren. Onze werkvorm die we hiervoor gebruiken is de kring. De kring kenmerkt zich door veel interactie, iedereen heeft een actieve inbreng. Tijdens het gesprek in de kring worden plannen gemaakt en wordt voor een deel het werk besproken. Een aantal keren op een dag zitten de kinderen in de kring. In de kring is ruimte voor gezelligheid (viering van verjaardag, spel, vertellen van wat je hebt meegemaakt), voor overleg over gedrag en werk, voor het delen van kennis en ervaringen. Vaak is de kring ook uitgangspunt voor wereldoriëntatie. De kring neemt een centrale plaats in binnen onze school. De kring is de plaats waar de leerlingen en de groepsleerkracht elkaar iedere dag ontmoeten. De kring is het startpunt voor een nieuwe dag in de stamgroep. De leerlingen en de leerkracht vertellen elkaar die kleine dingen die zo belangrijk zijn en wisselen uit wat ze hebben meegemaakt. Het is een ontspannen begin van weer een nieuwe schooldag. De kring is ook de plaats waar plannen gemaakt worden, er afspraken gemaakt worden en waar, de gang van zaken geëvalueerd en problemen opgelost worden. Voor overleg over gedrag en werk, voor het delen van kennis en ervaringen. Vaak is de kring ook uitgangspunt voor wereldoriëntatie. De kring is voor onze school meer dan een organisatievorm, het is tevens een didactisch hulpmiddel. Voor alles is het de uitdrukkingsvorm van onze wijze van met elkaar omgaan in de stamgroep. In de kring heeft iedereen evenveel recht van spreken: kinderen en stamgroepleider. In de onderbouw zal de kring vooral geleid worden door de stamgroepleider. Naarmate kinderen ouder worden zal de kring steeds meer door de kinderen worden georganiseerd en zal de stamgroepleider meer begeleider /coach zijn. Met het kringgesprek beogen we een tweeledig doel. We scheppen voor de kinderen een oefensituatie waarin zij spreken, luisteren en een juiste houding ten opzichte van een gesprek kunnen leren. Daarnaast willen wij een pedagogische situatie creëren, zoals Peter Petersen die bedoelde. Naast het pedagogische doel is er ook een didactisch doel. De leerlingen houden regelmatig een eigen kring die zij thuis hebben voorbereid. Op de werkvloer zien we de volgende kringen terug: Schoolgids De Kring pagina 12 van 79
een kring om de dag te openen of een dag af te sluiten een kring om te praten over groeps- en gedragsregels vertelkring, discussiekring, sociaal-emotionele kring, kijk- en vertelkring, taalkring, nieuwskring / krantenkring, boekenkring, observatie/ontdekkring, spelletjeskring, themakring, verjaardagskring, discussiekring. kringactiviteiten: gesprek, discussie, muziek, drama, poppenkast en instructie (wereldoriëntatie, taalactiviteiten) 1.4.3.2 Werken Onder werken verstaan we instructie en zelfstandig werken. Er vindt afwisseling plaats tussen instructie en het verwerken van de opdrachten. Bij de kinderen van groep 0-1-2 vindt vooral spelend leren plaats in een rijke en contextvolle leeromgeving. Toch is hier ook het element werken al aanwezig bijvoorbeeld tijdens het hoekenwerk, instructies bij kringen en begeleide activiteiten. Instructie Ook bij het werken wordt rekening gehouden met het feit dat de kinderen verschillen. Het is belangrijk dat de kinderen met anderen werken en ieder op een eigen niveau en in eigen tempo. Daarom wordt er met niveaugroepen gewerkt. Er wordt binnen deze groepen rekening gehouden met individuele verschillen. Bij het geven van de instructie gaan wij uit van het model directe instructie. Hierbij komen wij tegemoet aan de individuele instructiebehoeften van de kinderen. Na een gezamenlijke start zullen sommige kinderen na een korte instructie zelfstandig aan het werk gaan omdat zij maar korte instructie nodig hebben. Terwijl andere kinderen na een uitgebreidere uitleg zelfstandig aan de slag gaan. Na de algemene uitleg zijn er ook kinderen die behoefte hebben aan begeleide inoefening. Samen met de leerkracht worden dan een aantal opdrachten gemaakt. Zelfstandig werken, verantwoording dragen. Het is belangrijk dat kinderen zelf de verantwoording leren nemen en dragen voor hun eigen werk. Dat begint al een beetje bij de kleuters. Zij mogen zelf kiezen in welke hoek zij gaan werken. Na hun keuze, die ze zelf op het weektaakformulier inkleuren, wordt ze geleerd de taak goed te volbrengen. Geleidelijk aan wordt de verantwoording van de kinderen uitgebreid, totdat ze in de hoogste groepen een eigen weektaak, bestaande uit wereldoriëntatie, taal- en rekenwerk, spelling en het voorbereiden van kringen moeten verdelen over de dagen en binnen de gestelde tijd moeten afmaken. In de midden- en bovenbouw werken de kinderen met een dag- of weekplanning. Dit zijn schema s waarin werk van tevoren is vastgelegd. Kinderen maken dit werk Schoolgids De Kring pagina 13 van 79
zelfstandig. De dag- of weekplanning is zoveel mogelijk aangepast aan de mogelijkheden van de kinderen; zowel kwantitatief (hoeveel werk) als kwalitatief (moeilijkheid, niveau, gestelde eisen). Op een planning staan alle onderdelen, en wat ze die dag moeten doen. Ze kunnen zelf kiezen wat ze die dag gaan doen. Niet alle kinderen kunnen een weekplanning aan. Ook hierin differentiëren we. Sommige kinderen blijven werken volgens een dagplanning en sommige kinderen werken van taak tot taak. Voordelen van werken met een dag- en weektaak: - een kind kiest zelf waar het mee begint - als iets af is hoef je niet op anderen te wachten: je kunt door met je volgende taak - als iets niet lukt, en je kunt niet meteen hulp krijgen (van je groepsgenoot of de stamgroepleider), kun je verder met een ander taak - niveauverschillen tussen kinderen zijn gewoon, daar kijkt niemand van op - ben je sterk in één onderdeel, dan kun je daar minder tijd aan besteden èn heb je dus meer tijd voor een onderdeel waar je minder sterk in bent. - mogelijk om zwakkere leerlingen extra te laten inoefenen, zonder dat ze voelen dat ze niet mee kunnen. - mogelijk om sterkere leerlingen meer te laten verbreden en verdiepen (soms versnellen) zonder dat zij het gevoel hebben buiten de boot te vallen. Eén van de manieren om kinderen zelfverantwoordelijk te maken voor hun eigen werk is door zelf te corrigeren. Om kinderen steeds beter zelfstandig te leren werken, kinderen om te leren gaan met uitgestelde aandacht en omdat we graag aandacht willen geven aan elk kind, maken we gebruik van het GIP-model. Dit model wordt door de hele school gebruikt. Tijdens het zelfstandig werken zijn er verschillende momenten: - momenten waarbij de leerkracht een rondje loopt en zo ieder kind aandacht geeft. De hulp die de leerkracht geeft kan gericht zijn op: het product, een vraag of de werkhouding. - momenten waarbij de leerkracht aan de middentafel kinderen individueel of een klein groepje instructie geeft. De andere kinderen moeten dan zelfstandig werken. Kinderen leren wat ze dan moeten doen als ze ergens tegenaan lopen bijv. de vraag nog eens goed lezen, hulp vragen aan je buurman / buurvrouw, de opdracht overslaan en als de leerkracht een rondje loopt je vraag stellen, verder gaan met een ander werkje. In de groepen maken ze gebruik van de stoplichtkleuren om aan te geven of kinderen wel of niet mogen overleggen. Bij rood mogen kinderen niet overleggen en bij oranje mogen kinderen fluisterend overleggen. Bij rood willen we kinderen leren om zelf een probleem op te lossen en leren om een bepaalde tijd heel erg geconcentreerd bezig zijn met hun werkje. Bij oranje willen we de kinderen juist de kans geven om dingen te overleggen of om hulp te vragen zodat ze ook leren van elkaar. Het geeft een kind zelfvertrouwen als hij een ander kind kan helpen en iets goed uit kan leggen. Dit GIP model wordt al gebruikt in groep 0-1-2. Er vindt vanaf groep 0-1-2 een geleidelijke opbouw plaats in: - de tijdsduur dat kinderen zelfstandig werken. - de tijdsduur dat kinderen moeten werken zonder te overleggen. Schoolgids De Kring pagina 14 van 79
1.4.3.3 Spel: Spelen is wezenlijk voor elk kind. Spelen is de manier om met de wereld in contact te komen en deze te exploreren. In het spel ervaren de kinderen tevens wat emoties zijn en hoe ze met de eigen gevoelens en die van de anderen moeten omgaan. Door samen te spelen, leren we rekening met elkaar te houden. Zo kunnen situaties uit de praktijk nagespeeld worden waardoor kinderen inzicht, houvast, inlevingsvermogen en oplossingen krijgen. Ook maken we al spelend iets wat we meegemaakt hebben tot iets van onszelf. Evenals bijvoorbeeld lezen en schrijven, moet je ook leren spelen. Dat doen we in de gymles, bij drama en tal van andere activiteiten, Spel komt vooral tot uitdrukking bij: buiten spelen, expressievormen, werkuur, weeksluiting en in de kring. Onderdelen van spel in de onderbouw: Kinderen leren spelenderwijs dit komt vooral tot uitdrukking bij: - dramalessen - tussendoorspelletjes: gezelligheid, samenwerking, concentratie, geheugenspel. - elke ochtend en elke middag spel in de speelzaal of bij mooi weer buiten. Dit spel is soms geleid en soms vrij. - in allerlei hoeken komt spel regelmatig terug (huishoek, winkeltje, themahoeken) - kamp Onderdelen van spel in de middenbouw komt vooral tot uitdrukking bij: - drama, een keer per week -tussendoorspelletjes: gezelligheid, samenwerking, concentratie, geheugenspel. - zwemmen of gym. - kamp Onderdelen van spel in de bovenbouw komt vooral tot uitdrukking bij: - drama, een keer per week - tussendoorspelletjes: gezelligheid, samenwerking, concentratie, geheugenspel. - gym (2 x in de week) - kamp - supermusical Schoolgids De Kring pagina 15 van 79
1.4.3.4 Vieren: Vieren is samen beleven. Een viering is iets voor en met elkaar, samen beleven en waarvoor we allemaal samen verantwoording dragen. Bij de viering ontmoeten andere kinderen en groepen elkaar. Door samen te leren en delen we met elkaar wat ons hoofd en hart heeft beziggehouden; we brengen gevoelens op elkaar over. Kinderen leren ook presenteren voor een grotere groep. Het kan het begin of het einde van de week zijn, het samen vieren van een feestelijke gebeurtenis als het begin van de lente, het einde van het schooljaar, het feest van Sint Nicolaas, een afscheid, een jubileum of het winnen van een wedstrijd. Elke maandag hebben we een weekopening met de hele school De weeksluitingen worden 1 keer in de zes weken gezamenlijk gedaan en de andere weken in de eigen stamgroep. Vieringen zijn bijvoorbeeld: - begin van een project (door leerkrachten voor de kinderen) - afsluiting van een project (meestal door kinderen) - samen zingen, musiceren, toneelspelen e.d. - grote viering - bijzondere gebeurtenissen - kringdag - Sinterklaas, Kerst, Kringdag, Carnaval enzovoorts... - kleine viering - supermusical - verjaardagen van leerlingen of leerkrachten Schoolgids De Kring pagina 16 van 79
1.4.4 Afstemming van aanpak en activiteiten op de individuele ontwikkeling(- geschiedenis) van een kind. Dit houdt in dat wij: - Kinderen goed volgen en kinderen observeren door gebruik te maken van het leerlingvolgsysteem van Cito. - Rekening houden met onderwijsbehoefte en leerlijn van een kind door groepsen handelingsplannen. - Kinderen voorbereiden op wat er gaat komen door van tevoren de dag- en week door te nemen. - Schooladvies voordat de Cito eindtoets wordt afgenomen. - Oudergesprekken. - In ons onderwijs veel verschillende manieren van leren aanbieden: Meervoudige intelligentie, coöperatief leren - Afstemming op het individu betekent dat je binnen de groep differentieert. Differentiatie kan op verschillende manieren. Als school willen wij toewerken naar twee vormen van differentiatie. 1.4.5 De school is een leef- en leergemeenschap, waarin verschillen als voordeel worden gezien en samenwerking gewoon is. Dit komt tot uiting op de volgende manieren: - Kinderen leren samenwerken door in onze lessen gebruik te maken van coöperatieve werkvormen. - We hebben heterogene stamgroepen. - Gedurende de dag reflecteren we met elkaar over werk, gedrag, samenwerking. - Wisselen in de samenstelling van tafelgroepjes binnen de groep. - We proberen de talenten van kinderen verder te ontwikkelen. - In de groep erkennen en benoemen we elkaars talenten, maken we gebruik van elkaars talenten en proberen we de talenten van kinderen verder te ontwikkelen door in te gaan op de meervoudige intelligentie van kinderen en door coöperatieve werkvormen toe te passen. - We leren kinderen trots zijn op wat ze kunnen. - Kinderen leren accepteren hoe ze zijn met hun eigen talenten maar ook met dingen die ze moeilijk vinden. - Tijdens de W.O. lessen komen verschillende soorten opdrachten aanbod om zo tegemoet te komen aan de meervoudige intelligenties van kinderen. - Ook ouders horen bij onze leef- en leergemeenschap. Zij zijn actief betrokken o.a.: de ouderraad, Medezeggenschapsraad, meehelpen met ateliers, lezen met kinderen, klassenouder, ouderkringen etc. Schoolgids De Kring pagina 17 van 79
1.5 Meer informatie over De Kring en Jenaplanonderwijs Websites www.bs-dekring.nl www.jenaplan.nl www.vernieuwingsonderwijs.nl/ Literatuur Het kleine Jenaplan, Peter Petersen, Stichting Uitgeverij Doorbraak, 1985 Jenaplan; Jenaplanonderwijs op weg naar de 21 e eeuw, Kees Both, NJPV, CPS,1997 Mensenkinderen, tijdschrift voor en over Jenaplanonderwijs, NJPV, ISSN 09 20 3664 Schoolgids De Kring pagina 18 van 79
2 Jaaroverzicht 2.1 Schooljaar 2013-2014 Voor de jaren 2013-2017 is er een overkoepelend schoolplan. Daarnaast hebben we ieder jaar een jaarplanning waarin de mogelijkheden tot kennisverbreding, de beoogde resultaten, het tijdpad, de evaluatiemomenten en de te nemen vervolgstappen staan uitgewerkt. Dit jaarplan wordt twee keer per jaar door directie en team geëvalueerd via een managementrapportage. Dit verslag wordt samen met de MR besproken. Alle verslagen liggen ter inzage bij de directie. 2.1.1 Stamgroepen Dit schooljaar zijn er tweejarige stamgroepen gevormd. Er is een groep 0-1-2, een groep 3-4, een groep 5-6 en een groep 7-8. 2.1.2 Wereldoriëntatie De overkoepelende thema s voor de hele school worden: Beroemde personen september - oktober Wonen november- december Laboratorium februari- maart -april Groeien mei-juni Tussendoor zal iedere stamgroep ook nog eigen thema s behandelen. We beginnen het schooljaar natuurlijk met het schoolkamp, dit jaar gaan we naar De Hoge Distel in Helvoirt Klein Nemo, Natuur, Wetenschap en Techniek In 2009 hebben we van het ministerie het certificaat gekregen voor deelname aan het Programma: Verbreding Techniek Basisonderwijs (VTB). De afgelopen jaren hebben wij aangetoond dat Wetenschap en Techniek een vaste plek in ons onderwijs heeft gekregen. Voor kinderen is Wetenschap en Techniek: onderzoeken, experimenteren, ervaren, uitvinden. Eigenlijk: gewoon spelen en stiekem iets leren. Voor de leerkracht is Wetenschap en Techniek iets leren over wetenschap, iets leren over techniek, maar ook iets leren over het leren zelf. Een wetenschappelijke houding. Vragen leren stellen. Een ontdekkingsreis naar kennis. Schoolgids De Kring pagina 19 van 79
Op onze school besteden we aandacht aan Wetenschappen en Techniek binnen wereldoriëntatie en de creatieve vakken. De kerndoelen 40 t/m 46 zijn de uitgangspunten. Onze werkwijze is gericht op Onderzoekend en Ontwerpend leren, waarbij uitdaging, creativiteit, zelf leren vragen stellen, en learning by doing belangrijke elementen zijn. We hebben een speciale ruimte : Klein Nemo, waar groep 1 t/m 8 in kan werken. Als bronmateriaal maken we gebruik van de Techniektorens en de methode Natuniek. Daarnaast gebruiken we materialen in onze directe omgeving: de speelleertuinboxen, de Heemtuin met leskisten natuur. Projecten zoals Deltaproject ruimtevaart, project Dropje Water, Vlinderproject...worden uitgevoerd. Na schooltijd bieden we kinderen de gelegenheid deel te nemen aan Madscience, een wetenschapsclub. ZoWee ZoWee! is een landelijk uniek meerjaren-programma van netwerkorganisatie Transvorm, specifiek ontwikkeld voor het basisonderwijs. Neem gerust eens een kijkje op de website: www.zowee.nl Het doel van ZoWee! - Basisschoolleerlingen zorg- en welzijn laten beleven, en wel op zo n manier dat ze er voordeel van hebben in hun dagelijks leven. - Met haar meerjarenprogramma Zorg aan de Basis 2008 2011 de beeldvorming over zorg en welzijn in het basisonderwijs verbeteren. - Bruggen bouwen tussen zorg en welzijnsorganisaties en kinderen uit de buurt Wat betekent dit voor De Kring? De school wil zich als ZoWee! School [ Zorg en Welzijn in het basisonderwijs] profileren door activiteiten en uitwisselingen te organiseren door en voor cliënten van Zorg- en Welzijnsorganisaties. Door te kiezen voor ZoWee denken we dat onze doelen duurzaam kunnen borgen. Als school zoeken wij verbindingen met zorginstellingen in de buurt om kinderen (de volwassenen van straks) op speelse wijze kennis te laten maken met de medemens die zorg behoeft en met de aanbieders van zorg. Op dit moment zijn er al een aantal verbindingen tot stand gekomen met Het Annahof, Huize Barbara, verzorgingstehuis Mgr. Bekkers en Stichting dichterbij. Eva: Het Annahof was heel mooi. En toen ik binnen kwam was ik verlegen. Maar toen ik eenmaal bezig was kreeg ik het onder de knie. Het was wel leuk. Ik wou niet weg, het was zo leuk. Van een oma dacht ik zelfs een beetje dat het mijn oma was. Opbrengstverwachtingen project ZoWee! - Vanaf het schooljaar 2011-2012 is het project ZoWee! ingevoerd in beleid, organisatie en lesprogramma. - Een beschrijving van de uitwerking van de projectdoelen uit ZoWee! staan beschreven in de managementrapportages van de Kring. - De Kring slaagt erin structurele projecten en activiteiten uit te voeren met kinderen uit basisonderwijs en mensen uit zorginstellingen. - Leerlingen worden betrokken bij diverse invalshoeken van Zorg&Welzijn Schoolgids De Kring pagina 20 van 79
- Leerlingen laten in hun gedrag en verhalen zien dat zij Zorg&Welzijn hebben geïntegreerd in hun ontwikkeling. - De opbrengstverwachtingen worden getoetst door afname van een jaarlijkse kindvragenlijst gerelateerd aan de ZoWee monitor. Verder hebben we twee keer per jaar een verkeersweek. In alle groepen worden dan activiteiten gedaan rondom verkeer. Ook gaan alle leerlingen dit jaar weer naar het festival Mundial in Schijndel. We gaan door met speciale verkeersprogramma s, en daarnaast hebben we natuurlijk onze vaste activiteiten als feestdagen, Kringdag, open avond, informatieavond, ouderkringen etc. 2.1.3 Personeel Leerkrachten van het team hebben de afgelopen jaren diverse cursussen gevolgd waardoor de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd blijft, o.a. de cursus Herstelrecht, cursus Houvast, ODD, faalangst, cursus Win Win, kids skills en cursus onderwijsbehoeften, cursus muziek op de basisschool. Daarnaast hebben we met het team tijd besteed aan het borgen van een nieuwe schrijfmethode en een nieuwe spellingmethode, het maken van groepsplannen lezen, rekenen en spelling, het borgen van de nieuwe leesmethode en begrijpend leesmethode, integreren van meervoudige intelligentie en coöperatieve werkvormen in wereldoriëntatie. Dit doen we om ons onderwijs kwalitatief nog meer te verbeteren. Het team zal zich komend schooljaar blijven scholen. Op de agenda staan: het borgen van groepsplannen, het borgen van de nieuwe leesmethode en begrijpend leesmethode, verdiepen in leerlijnen en didactiek rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, en verdere uitbreiding van de muziekcursus. Laurien zal zich gaan bekwamen als taalcoördinator. Vanuit SKOPOS worden er verschillende cursussen aangeboden. Zo zijn er onder andere cursussen over: differentiatie, onderwijsbehoeften van kinderen, jonge risicokinderen, kinderen met autisme, rekendeskundigheid. 2.1.4 Onze speelleertuin Wij hebben een unieke speel-leertuin. Deze biedt een beleefomgeving voor kinderen van 2-12 jaar, die toegankelijk en uitdagend is. De natuur staat daarbij voorop: de speel-leertuin moet vogels, vlinders en amfibieën een onderkomen bieden. Het is een omgeving waar naar kinderen vrij kunnen spelen met respect voor de natuur en waar zij de ruimte hebben voor creatieve uitspattingen. Als je spreekt over een speelleertuin, moet er buiten het spelen ook iets te leren vallen. De bloemen fleuren alles op en trekken vele vlinders, bijen, libellen, salemanders en andere dieren aan. Genoeg dus om met de natuurontdekdozen aan het werk te gaan. Schoolgids De Kring pagina 21 van 79
De speel-leertuin is opgebouwd uit natuurlijke materialen. Geen doorsnee schoolplein dus maar een uitdagende groene omgeving voor kinderen. De tuin bevat een aantal objecten zoals: De icarusheuvel: een driedimensionaal labyrint met paden, beplanting en beekjes waarlangs je je weg moet vinden naar boven. Op de top bevindt zich een uitkijktoren waarmee je overzicht hebt over de hele tuin. De beplanting van de heuvel trekt de met uitsterven bedreigde vlindersoort icarusblauwtje aan. De hopbank: een ontmoetingsplek waar je in de geborgenheid van de langs de hopstaken omhoog kronkelende hop kunt genieten van de natuur. Het lummelparcours met boomhut. Het lummelparcours met boomhut nodigt vooral uit tot klimmen, klauteren en gewoon er zijn. Met inzet van vrijwilligers is dit tot stand gekomen. Tijdens pauzes zie je hier altijd kinderen. We hebben zelfs een hotel, niet voor kinderen maar voor bijen. Overal zie je richting de poeltjes op poeltje dat al salamanders. geadopteerd. is in handen greppels lopen, waar het regenwater Icarusheuvel kan stromen, of naar het terrein. Hiernaast zie je zo'n snel bevolkt werd door kikkertjes en En dan worden deze diertjes al snel Het onderhoud van de speelleertuin van de kinderen zelf en vrijwilligers. Bijzondere elementen zijn de hekwerken die om het hele EBC geplaatst zijn. Ook deze zijn van robiniahout. Daarnaast hebben we een "lieghuukske". Ruw gemetseld met zitbankjes en vlechtwerk aan de achterzijde met wilgentenen. Hier kan men lesgeven, maar ook gewoon zijn. Daarnaast bevat de speel-leertuin van EBC-Oost kunstobjecten, zwerfkeien en ecoelementen zoals een insectenhotel en vogelbosjes. 2.1.5 Educatief Basiscentrum Oost (EBC) De Kring maakt deel uit van Educatief Basis Centrum-Oost (EBC). Partners hierin zijn: Katholieke basisschool De Beemd, peuterspeelzaal De Toverbal, buitenschoolse opvang De Plu en Openbare Jenaplanschool De Kring. De partners binnen het EBC werken samen via netwerkgroepen (Zie notitie EBC Oost op te vragen bij de directie). Zo zijn er onder andere netwerkgroepen voor de speelleertuin, zorg, Schoolgids De Kring pagina 22 van 79
stagiairs, ARBO, verkeer en sport. De netwerken worden aangestuurd door de regiegroepleider, die dit als taak heeft binnen een parttime functie als directeur op De Kring. Het EBC ligt in een groene omgeving. Door de verbouwing in 2008 heeft de peuterspeelzaal een plek in het EBC gekregen en is er een verbinding gemaakt tussen de schoolgebouwen van De Kring en De Beemd. De tuinen rondom de school zijn opnieuw aangelegd, waarbij een speelleertuin is ontstaan. Deze is gemaakt vanuit de visie: learning through landscapes. Verder is er samenwerking met het jeugdadviesteam (JAT) en er is een bovenschool EBC coördinator aangesteld voor de 4 EBC s in Schijndel. De Kring neemt binnen het EBC een eigen unieke plaats in. Voor ons onderwijs betekent dit dat wij ons sterk zullen blijven richten op ons Jenaplanconcept en ons ook als zodanig naar buiten toe sterk zullen profileren. Hierbij is het scheppen van een veilig, positief leer-, leef- en werkklimaat voor kinderen, leerkrachten en ouders richtinggevend voor ons. Ons pedagogisch klimaat daagt kinderen uit om zich optimaal te ontwikkelen. Naast de cognitieve vorming is er veel aandacht voor culturele, sociaal maatschappelijke en creatieve vorming. Dit realiseren we zoveel mogelijk vanuit wereldoriëntatieprojecten. Deze sluiten aan bij de ervaringen van kinderen en houden rekening met hun eigen leef- en belevingswereld. 2.1.5.1 Hèt Ouderpunt Opvoeden doe je niet alleen! Steunpunt Opvoeding binnen het Educatief Basiscentrum Wat is Hèt Ouderpunt? Hèt Ouderpunt geeft informatie en advies over het opvoeden en opgroeien van uw kind. Voor al uw vragen kunt u er terecht. U kunt daarbij denken aan vragen als: hoe stimuleer ik mijn kind samen te spelen, of wanneer moet ik ingrijpen bij een driftbui? Hèt Ouderpunt is gevestigd binnen het Educatief Basis Centrum en is bedoeld voor iedereen die een kind heeft op de peuterspeelzaal, basisonderwijs of buitenschoolse opvang. Informatie en advies over opvoeden op maat U kunt altijd binnenlopen bij Hèt Ouderpunt voor informatie of een persoonlijk gesprek. De opvoedingsondersteunster is op vaste tijden aanwezig. Op EBC-Oost is Paula Steenbakkers iedere donderdagochtend tussen 8.30 tot 9.15 uur aanwezig in de EBC ruimte. Ook biedt Hèt Ouderpunt de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen met andere ouders. Of als u over een bepaald onderwerp meer wil weten organiseert Hèt Ouderpunt een themabijeenkomst over bijvoorbeeld hoe u gewenst gedrag bij kinderen kunt stimuleren of over pesten op school. Hèt Ouderpunt werkt volgens de methode Triple P, wat staat voor Positief Pedagogisch Programma. Dit is een ondersteuningsprogramma voor ouders met als doel de opvoeding van kinderen gemakkelijker en plezieriger te maken. Informatie en advies in Hèt Ouderpunt kan u een eind op weg helpen, maar ook buiten de vaste tijden kunt u een afspraak maken met de opvoedingsondersteunster. En indien gewenst komt zij op huisbezoek. Heb je meer vragen over het opvoeden en opgroeien van je kind(eren)? Neem contact op met het Centrum voor Jeugd en Gezin Schijndel, bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur, tel. 073-5432196. Je kunt ook mailen naar cjg@bizzi.nl. www.cjgschijndel.nl. Schoolgids De Kring pagina 23 van 79
Samen Hèt Ouderpunt is een initiatief van de gemeente Schijndel en maakt deel uit van het Centrum voor Jeugd en Gezin. In het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt samengewerkt met Vivent, Jeugdgezondheidszorg, GGD Hart voor Brabant, Bizzi, Jeugd- en Jongerenwerk, Jeugd Informatie Punt Schijndel, Juvans maatschappelijk werk en dienstverlening, Stichting Schijndelse Peuterspeelzalen, Primair Onderwijs, Buitenschoolse Opvang de PLU en Brede Welzijnsinstelling Het Palet. 2.1.6 Inclusief onderwijs- omgaan met verschillen Onze school maakt deel uit van de Stichting Skopos. Skopos is op weg naar inclusief denken en handelen.dit beleid is onderschreven door ons Bestuur en door alle scholen van de Stichting Skopos. Schijndelse scholen ontwikkelen zich en hebben een oplossing gekozen binnen het beleid van Passend Onderwijs. Passend onderwijs wordt vanuit het Ministerie van Onderwijs aangestuurd en de bijbehorende wet geeft het Bestuur de opdracht tot zorg voor onderwijs aan alle kinderen. Vanuit Internationaal beleid is door middel van de uitkomst van de UNESCO conferentie over speciaal onderwijs te Salamanca 1994 de volgende opdracht aan de scholen bekend. Men is in een Kaderplan voor Actie overeengekomen om inclusief onderwijs te realiseren. De conferentie stelde ook dat de gewone school aangepaste onderwijsprogramma s moet bieden aan alle kinderen wat ook hun fysieke, intellectuele, sociale, emotionele, of taalverschillen zijn. Alle onderwijsministeries zouden de nodige maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat kinderen met speciale noden naar de buurtschool kunnen gaan. Landen met weinig of geen speciaal onderwijs, zouden inclusieve scholen moeten creëren en geen aparte speciale scholen.in Nederland is deze ontwikkeling met name bekend onder de term Passend Onderwijs. In verband met het tot strand komen van de wet Passend Onderwijs volgend schooljaar kunnen er veranderingen optreden. Wat bedoelen eigenlijk precies we als we Inclusief Onderwijs willen realiseren? Inclusief Onderwijs is gerealiseerd als: Alle kinderen werken, spelen en leren in één groep Ieder kind op zijn of haar eigen niveau van ontwikkeling leert Kinderen samen werken Er wordt gewerkt vanuit een gezamenlijk curriculum, een gezamenlijk onderwijsprogramma Inclusief onderwijs is belangrijk en komt ten goede aan alle kinderen. Het onderwijs kenmerkt zich in de nabije toekomst als volgt: Onderwijs zal steeds meer vormgegeven worden in heterogene groepen; groepen waarbij kinderen van verschillende ontwikkelings- en onderwijs niveau s in een rijke leeromgeving leren. Schoolgids De Kring pagina 24 van 79
De inhoud, de leerlijnen zijn voor alle kinderen dezelfde alleen het tempo en de wijze waarop deze doorgenomen worden, kunnen voor alle kinderen verschillen het onderwijs verloopt wel volgens leerlijnen maar instructies en verwerkingen worden zodanig georganiseerd dat elk kind zijn kwaliteiten volwaardig en eigenmachtig kan ontplooien. Kinderen moeten steeds meer samenwerken; samenwerking tussen verschillende kinderen is een garantie voor hoogwaardig rijk leren; kinderen leren juist van en met elkaar. Waarom willen we dat? - Kinderen leren al vroegtijdig in een inclusieve samenleving te leven en elkaar te respecteren - Kinderen moeten immers gezamenlijk opgroeien in de samenleving - Alle kinderen mogen zich optimaal ontwikkelen en optimaal leren - Kinderen worden niet wezenlijk apart geplaatst. - Verschillen tussen kinderen worden onvoorwaardelijk geaccepteerd, gerespecteerd en gewaardeerd. - Kinderen die samen leren, leren ook samen te leven en dat is noodzakelijk voor een goede samenleving. Ouders zijn verantwoordelijk voor de keuze van een school. Scholen geven evenwichtige voorlichting zodat ouders een verantwoorde keuze kunnen maken. Ook het Talent is een school op weg naar Inclusief Onderwijs zoals alle andere scholen. Langzaamaan kunnen kinderen in beheersbare mate instromen en onderwijs op het Talent. Op dit moment worden middelen nog ingezet op plaatsen waar vooral kinderen met beperkingen geconcentreerd worden. De Schijndelse scholen hebben die middelen nodig om aan de leerbehoeften te voldoen. Zij worden daarbij gesteund door kennis en hulp van de collega s van de regionale deskundigheidscentra de zogenaamde REC s. Het Ministerie van Onderwijs heeft door middel van een Smal Experiment toestemming gegeven om leerlingen zonder PCL- beschikking toe te laten op het Talent. Hoe ondersteunt Skopos en het Samenwerkingsverband voor scholen bij deze ontwikkeling? Op grond van de pijlers van dit beleid worden veel aandacht en middelen besteed aan: Het trainen van leerkrachten door middel van een cursussen ; het in stand houden van kwaliteitskringen van leraren en het informeren van ouders door middel van het organiseren van thema-avonden.. Skopos werkt met een Visitatiecommissie die de kwaliteit van de gekozen ontwikkeling op de scholen middels visitatie positief kritisch onderzoekt en stimuleert. Er is tevens een Begeleidingskamer die de ontwikkeling van de leerlingen met ondersteuningsbehoeften nauwkeurig volgt, in kaart brengt wat de leerbehoeften van Schoolgids De Kring pagina 25 van 79
kinderen zijn en geraadpleegd wordt om de kwaliteit van didactische en pedagogische aanpak te vergroten. Een onafhankelijke commissie kan op verzoek van de ouders en school de kwaliteit van het geboden onderwijsprogramma laten toetsen. Deze zogenaamde Ombudskamer komt indien daarvoor uitgenodigd bij elkaar en geeft een bindend advies. Het informeren van leerkrachten, ouders /verzorgers en andere partners door middel van speciale ouder- en informatieavonden; speciaal ook het informeren van ouders/verzorgers betreffende het doen accepteren van ouders met leerlingen zonder beperkingen van leerlingen met beperkingen, naar ons idee een bijzonder belangrijk aspect. Het doorlopend organiseren van bijzondere trainingen en cursussen gericht op de 7 ankerpunten van Passend Onderwijs is een belangrijke taak van het Samenwerkingsverband. Op dit moment worden volop trainingen aangeboden. Een andere taak van het samenwerkingsverband is het beschikbaar stellen van middelen volgens een verdeelsleutel die er voor zorgt dat juist die scholen middelen ontvangen waar kinderen met beperkingen ook onderwijs krijgen. Jaarlijks worden vrijwel alle middelen daaraan uitgegeven. Voor onze school betekent het dat vrijwel iedere leerling in principe welkom is. Onze school differentieert in flinke mate en gaat goed om met de verschillen die er bij kinderen zijn. Toch kan het nodig zijn om zeker voorlopig nog wel een uitzondering te moeten maken voor deze afspraak. Natuurlijk zullen er kinderen zijn die echt alleen maar geholpen kunnen worden in een speciale omgeving. Dat wordt dan met de ouders zodanig besproken dat zij een evenwichtige keuze kunnen maken. Onze school brengt de leerbehoeften van alle kinderen in beeld en beschrijft wat daar voor ondersteuning bij nodig is. Soms is die niet te realiseren en kunnen leerlingen beter gebruik maken van scholen die in hoge mate gespecialiseerd zijn. Alle Schijndelse scholen ontwikkelen zich richting inclusief onderwijs. Ieder op zijn eigen wijze vormgegeven. Schoolspecifiek en pluriform. Het Bestuur van Skopos staat voor verscheidenheid en daardoor is er een goede keuzemogelijkheid voor de ouders. Onderstaand vind u informatieve teksten rondom Begeleidingskamer,Visitatiecommissie en Ombudskamer. De Begeleidingskamer. Wanneer de school en of de ouders denken dat het op school niet goed genoeg gaat of als school en/of ouders hier onzeker over zijn, kan men een beroep doen op de Begeleidingskamer Vanuit de bovengenoemde uitgangspunten is het dan ook de bedoeling de school te helpen bij het handhaven van kinderen. De mogelijkheden om aan onderwijsbehoeften van een kind op school te voldoen worden steeds groter. We benadrukken de verantwoordelijkheid van de school voor de eigen leerlingen en erkennen de gouden driehoek : ouders, kind, school. Eventuele afstemmingsproblemen worden aangepakt op de plaats waar ze zich voordoen, met de mensen die er het meest bij betrokken zijn. De Begeleidingskamer draagt bij aan het positief perspectief behouden op de situatie van de leerling op school. De Begeleidingskamer mobiliseert de deskundigheid en middelen als dat nog onvoldoende gebeurd is. Soms blijkt een andere setting voor de leerling nodig. Door het beschrijven van een schoolbiografie door de school en een thuisbiografie door de ouders worden cruciale momenten in de schoolloopbaan van de leerling beschreven. Een eerste gesprek met ouders, leraar(en), schooldirectie of een Schoolgids De Kring pagina 26 van 79