1 Afdeling Vergunningverlening Aan: Bocht van Maarssen B.V. T.a.v. de heer R.A. Werger Postbus 370 7460 AJ Rijssen Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583306 Fax 030-2582990 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 21 mei 2008 Team Bodemsanering Nummer 2008INT223345 Referentie M.R. Eekhof Uw brief van - Doorkiesnummer 030 258 2795 Uw nummer - Faxnummer 030 258 2990 Bijlage - E-mailadres bodemloket@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking deelsaneringsplan Daalseweg vml. Jachtwerf Kramer te Oud Zuilen, gemeente Maarssen, code UT033300198 Geachte heer Werger, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben op 22 februari 2008 een melding als bedoeld in artikel 28 van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van Bocht van Maarssen B.V. De locatie waarop de melding betrekking heeft maakt deel uit van de voormalige stortplaats De Hoek, bekend onder code UT033300002. Bij beschikking van 29 augustus 1995 is vastgesteld dat deze stortplaats wordt aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging en dat sprake is van urgentie om het geval te saneren (kenmerk 95491894). Een deel van de voormalige stortplaats is in 1996 gesaneerd. In het kader van Navos (Nazorg voormalige stortplaatsen) vindt monitoring van het grondwater plaats. Ter plaatse van de voormalige jachtwerf is in 2000 een olieverontreiniging gesaneerd, gedocumenteerd onder code UT033300085. De melder is voornemens de ernstige bodemverontreiniging ter plaatse van de percelen gelegen aan de Daalseweg vml. Jachtwerf Kramer in Oud Zuilen te saneren dan wel handelingen te verrichten als gevolg waarvan de verontreiniging van de bodem wordt verminderd of verplaatst. Omdat de te saneren locatie deel uitmaakt van een groter geval van verontreiniging (stortplaats De Hoek) is sprake van een deelsanering. Bij deze melding is een deelsaneringsplan gevoegd. De rapporten en andere relevante stukken zijn opgesomd in paragraaf 4.1 van deze beschikking. De kadastrale percelen die betrekking hebben op de deelsanering zijn: - Kadastrale gemeente Maarssen, sectie E, nummer 2865; - Kadastrale gemeente Maarssen, sectie E, nummer 3001.
2 De locatie is aangegeven op de kadastrale kaart in hoofdstuk 10. 2 Beschikking Het deelsaneringsplan hebben wij aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde eisen getoetst. Aan de hand van deze beoordeling besluiten wij het volgende. Op grond van artikel 39 lid 2 van de Wbb stemmen wij in met het deelsaneringsplan. Met toepassing van dit artikellid hebben wij in hoofdstuk 5 van deze beschikking voorschriften aan onze instemming verbonden. 3 Inspraak Met betrekking tot deze melding is de procedure gevolgd van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De ontwerpbeschikking, de bijbehorende rapporten en de daarop betrekking hebbende stukken zijn gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden hebben gedurende deze periode hun zienswijze over de ontwerpbeschikking naar voren kunnen brengen. Er zijn geen schriftelijke of mondelinge zienswijzen ingebracht. Overeenkomstig artikel 28 lid 5 van de Wbb hebben wij burgemeester en wethouders van de gemeente Maarssen van de melding op de hoogte gesteld. Het definitieve besluit wordt kenbaar gemaakt in een plaatselijk huis-aan-huisblad. 4 Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 4.1 Rapporten De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking: - Actualiserend bodemonderzoek Daalseweg 8 (vml. Jachtwerf Kramer) te Oud Zuilen, Aanvullend rapport, door Aveco de Bondt Ingenieursbedrijf, referentie: R-DDI/2106, 3 februari 2006; - Saneringsafweging en deelsaneringsplan Daalseweg (vml. Jachtwerf Kramer) te Oud Zuilen, Saneringsplan, door Aveco de Bondt Ingenieursbedrijf, referentie: R-RGN/157, 8 februari 2008. 4.2 Toetsingskader geval van ernstige bodemverontreiniging Van een geval van verontreiniging is sprake indien de verontreiniging van de bodem betrekking heeft op grondgebieden die vanwege die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen (zie artikel 1 van de Wbb). In een eerder stadium is vastgesteld dat mede op de onderhavige percelen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (zie inleiding). Het in 2005 uitgevoerde actualiserend onderzoek ter
3 plaatse van het kadastrale perceel E 2865 bevestigt dat er ter plaatse van de deelsaneringslocatie sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging. 5 Saneringsdoelstelling 5.1 Algemeen De saneringsdoelstelling dient er volgens artikel 38 van de Wbb primair op gericht te zijn: de verontreinigde bodem in ieder geval geschikt te maken voor de gebruiksfunctie; het risico van verspreiding van de verontreiniging zoveel mogelijk te beperken; de nazorg en gebruiksbeperkingen, bedoeld in artikel 39d van de Wbb zoveel mogelijk te beperken. In artikel 39 van de Wbb en artikel 6.3 van de Provinciale Milieuverordening Utrecht (PMV) is voorgeschreven waaraan een saneringsplan moet voldoen. Op de locatie wordt een luxe appartementencomplex gerealiseerd met een toegangsweg, ondergrondse parkeergarage en groenstroken. Ter plaatse van het appartementencomplex (E 2865) zal de locatie na saneren voldoen aan de bodemgebruikswaarde III (BGW III, bebouwing en verharding) en BGW I (intensief gebruikt openbaar groen). Op het zuidelijk deel van de locatie (E 3001) is in 1996 een leeflaag aangebracht. Hier zal grond die vrijkomt bij de ontgravingen (kelder appartementencomplex) onder de leeflaag worden herschikt. In het saneringsplan is niet aangegeven of de leeflaag, die in 1996 is aangebracht, hier voldoet aan BGW-I. Het zuidelijk deel van de locatie is in de sanering betrokken omdat hier herschikken van grond plaatsvindt. 5.2 Saneringsaanpak Het zuidelijk deel van de locatie (perceel E, 3001) is in 1996 gesaneerd door middel van het aanbrengen van een leeflaag van 1,0 m. Het noordelijk deel (perceel E, 2865) was toen voorzien van verharding, waarmee contactrisico s met de onderliggende stortlaag waren uitgesloten en het aanbrengen van een leeflaag niet nodig werd geacht. De verharding is voor een groot deel niet meer aanwezig en de onderliggende bodem is in 2005 onderzocht. De bodem is heterogeen sterk verontreinigd met zware metalen, minerale olie en PAK. Visueel is asbest geconstateerd, maar uit analyse van grondmonsters komt geen verontreiniging met asbest in de grond naar voren. Centraal op het noordelijke deel is in de bovengrond een laag aanvulzand aangetroffen afkomstig van een in 2000 uitgevoerde sanering van een olieverontreiniging (zie inleiding). In bijlage 8 van het saneringsplan is het bouwplan voor de herontwikkeling van de locatie weergegeven. De bebouwing wordt gerealiseerd op het noordelijk deel ter plaatse van E 2865. Het complex wordt voorzien van een ondergrondse parkeergarage. De grond die vrijkomt bij ontgravingswerkzaamheden wordt herschikt ter plaatse van perceel E 2865 of onder de leeflaag op het zuidelijk perceel E 3001. Grond die niet kan worden herschikt wordt afgevoerd naar een erkende verwerker. Nog aanwezige depots met verhardingsmateriaal op de locatie dienen te worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Het slib uit de twee insteekhavens wordt verwijderd en afgevoerd naar een erkende verwerker.
4 Voor de onverharde terreindelen wordt uitgegaan van het aanbrengen van een leeflaag van BGW I kwaliteit en een dikte van 1,0 m (niet ter plaatse van het zuidelijk deel waar een leeflaag van 1,0 m aanwezig is). Ter plaatse van de smalle groenstroken wordt volstaan met een dikte van 0,5 m. In het stortmateriaal en grondwater van de stort zijn vluchtige aromaten aanwezig (xylenen). Uit een risico-berekening is gebleken dat in verband met de te realiseren ondergrondse parkeergarage geen voor uitdamping is en daarmee geen humane risico s aanwezig zijn. 5.3 Nazorg (globaal) De nazorgverplichting houdt het volgende in: - Het instandhouden en onderhouden van de aangebrachte leeflaag; - Het voornemen tot vermindering of verplaatsing van ernstig verontreinigde grond onder de aangebrachte leeflaag dient tijdig bij ons te worden gemeld op grond van artikel 28 van de Wbb. Conclusie Het saneringsplan voldoet aan de eisen die bij of krachtens de Wbb zijn gesteld. 6 Saneringsuitvoering De sanering wordt, indien van toepassing, uitgevoerd overeenkomstig: de Beoordelingsrichtlijn uitvoering bodemsanering: BRL SIKB 7000 van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB); het SIKB protocol 7001: Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden; het SIKB protocol 7002: Uitvoering van landbodemsanering met in-situ methoden. De onderzoeken, de uitvoering van de sanering en de milieukundige begeleiding als bedoelt in deze beschikking dienen te worden uitgevoerd door een persoon of instelling die op grond van het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer (Kwalibo) beschikt over een erkenning voor het uitvoeren van de betrokken werkzaamheden. 7 Melding start en wijzigingen saneringswerkzaamheden In verband met een mogelijk controlebezoek van één van onze medewerkers dient het tijdstip van de feitelijke aanvang van de bodemsanering ten minste 1 week voor dat tijdstip bij ons college te worden gemeld. Dat kan: - schriftelijk: Gedeputeerde Staten van Utrecht, team Bodem, Water en Natuur, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, of - per fax: via de fax van het team Bodem, Water en Natuur, 030-258 2121 of - per e-mail: handhavingbodem@provincie-utrecht.nl. Tevens dient u bij deze melding de volgende gegevens aan te leveren: - geplande einddatum van de sanering; - de naam van de aannemer die de saneringswerkzaamheden gaat uitvoeren;
5 - de naam van het bureau en de persoon die de saneringswerkzaamheden milieukundig begeleidt. Indien u vooraf of tijdens de werkzaamheden wilt of moet afwijken van het saneringsplan, dan dient u ons direct hiervan op de hoogte te stellen. Ook dit dient u te doen bij het team Bodem, Water en Natuur, via één van bovengenoemde mogelijkheden. Daarnaast attenderen wij u erop, dat bij onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering van de sanering, met ons overlegd dient te worden. 8 Opslag en aan- en afvoer van grond De tijdelijke opslag van verontreinigde grond dient minimaal te voldoen aan de volgende eisen: Het is niet toegestaan een depot voor de opslag van bij de sanering vrijkomend materiaal in werking te hebben na het beëindigen van de grondsanering. Het is niet toegestaan partijen verontreinigde grond van verschillende kwaliteit en samenstelling te mengen. Partijen verontreinigde grond dienen naar aard, samenstelling en verontreiniging in te onderscheiden deelpartijen te worden opgeslagen. Tussen deze deelpartijen dient een afstand van ten minste één meter te worden aangehouden of een fysieke scheidingswand te worden aangebracht. Vrijgekomen asbesthoudende grond of bodemmateriaal dient uiterlijk vier werkweken na het vrijkomen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. 9 Milieukundig begeleiding De werkzaamheden worden milieukundig begeleid. De milieukundige begeleiding wordt, indien van toepassing, uitgevoerd overeenkomstig: de beoordelingsrichtlijn milieukundige begeleiding: BRL SIKB 6000 van de SIKB; het VKB-protocol 6001: Milieukundige begeleiding en evaluatie landbodemsanering met conventionele methoden van de SIKB; het VKB-protocol 6002: Milieukundige begeleiding en evaluatie landbodemsanering met in situ methoden. De milieukundig toezichthouder dient, in uw opdracht, na afloop van de sanering een evaluatierapport op te stellen dat voldoet aan de eisen van de provincie Utrecht. U dient het evaluatierapport in ieder geval binnen 3 maanden na afloop van de bodemsanering bij ons college in te dienen, in drievoud. Het verslag kan worden gezonden aan de provincie Utrecht, afdeling Vergunningverlening, team Bodemsanering, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 10 Deelsaneringslocatie De te saneren locatie is eerder kadastraal geregistreerd op basis van de beschikking Ernst & urgentie van 1996. De locatie is weergegeven in onderstaande tekening.
6 Contour deelsaneringsplan UT033300198 Contour gehele stortplaats De Hoek UT033300002 Weergegeven is de gehele stortplaats De Hoek (gearceerd) bekend onder UT033300002 en het deel van de stortplaats dat nu in de deelsanering wordt betrokken met UT033300198 11 Beroep Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20900, 2500 EA, Den Haag. Daarvoor is een griffierecht verschuldigd van 145,- voor een natuurlijk persoon en van 288,- voor een rechtspersoon. Indien beroep is ingesteld, kan ook om een verzoek om een voorlopige voorziening worden gevraagd als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de uitspraak op het beroepschrift kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarbij is hetzelfde griffierecht opnieuw verschuldigd. Onder vermelding van de code UT033300198 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij het team Bodemsanering van onze provincie, telefonisch bereikbaar: 030-2583306. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, mr. D.A.E. van Egmond-Bleumink afdelingsmanager Vergunningverlening
7 Een kopie van deze brief is verzonden naar: - Aveco de Bondt, t.a.v. de heer A.Th.H. Booms, Postbus 202, 7460 AE Rijssen - Gemeente Maarssen, afd. Ruimte, t.a.v. de heer L. Ganzevoort, Postbus 11, 3600 AA Maarssen - Milieudienst Noord-West Utrecht, t.a.v. Afd. Leefomgeving, Cluster bodem, Postbus 242, 3620 AE Breukelen; - ACF Chemiefarma B.V., Straatweg 2, 3604 BB Maarssen.