Agenda 9 e openbare vergadering algemeen bestuur Metropoolregio Rotterdam Den Haag Vrijdag 1 juli 2016, aanvang 15.00 uur, in de Landschapszaal van het provinciehuis, Zuid-Hollandplein 1, 2596 AW te Den Haag Na afloop van de vergadering wordt er door de provincie een borrel aangeboden. NB: de SG MRDH en de SG BZK hebben nog nader overleg over het moment van de toelichting op het rapport van de Studiegroep Openbaar Bestuur. De indeling van de agenda kan mogelijk nog wijzigen. 1. Opening en mededelingen 2. Verslag en besluitenlijst algemeen bestuur 27 mei 2016 Bijlagen: verslag en besluitenlijst algemeen bestuur 27 mei jl. Gevraagd besluit: Vaststellen van verslag en besluitenlijst. 3. Maak Verschil: Krachtig inspelen op regionaal-economische opgaven Bijlage: het rapport van de Studiegroep Openbaar Vervoer via deze link Toelichting op het rapport van de Studiegroep Openbaar Bestuur door de voorzitter de heer R. van Zwol. 4. Regionaal Investeringsprogramma (vertrouwelijk) Hamerstukken Bij aanvang van de vergadering kunnen de leden aangeven of zij een hamerstuk willen bespreken. 5. Samenwerkingsconvenant PZH-MRDH Bijlage: agendapost. De overige bijlagen zijn te lezen via deze link Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met het aangaan van het samenwerkingsconvenant met Gedeputeerde Staten Zuid-Holland en dit convenant door de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de MRDH te laten ondertekenen. 2. De reactie op de adviezen van de beide adviescommissies MRDH vast te stellen. Toelichting Het concept van het samenwerkingsconvenant is in maart jl. in de bestuurscommissies en het AB besproken. Daaruit voortkomende opmerkingen zijn in nauw overleg met GS PZH verwerkt. Het AB MRDH en GS PZH ZH hebben het samenwerkingsconvenant vervolgens op 7 april jl. openbaar gemaakt om in alle openheid met de beide adviescommissies MRDH en de statencommissie PZH in gesprek te gaan. Deze besprekingen zijn positief verlopen en geven geen aanleiding tot aanpassing van het convenant. Daarnaast hebben de 23 gemeenten de afgelopen maanden het convenant in hun eigen gremia desgewenst kunnen bespreken. Dat geeft op dit moment geen aanleiding tot aanpassing van het convenant. Er is op één punt een gezamenlijke ambtelijke wijziging doorgevoerd, omdat bij nader inzien bleek dat deze achterhaald was. De ondertekening van het samenwerkingsconvenant staat gepland na afloop van het algemeen bestuur. 1
6. Zeggenschap over RET en HTM Bijlage: agendapost. De overige bijlagen zijn te lezen via deze link Gevraagd besluit: 1. Kennis te nemen van de binnengekomen zienswijzen en de bijgevoegde Reactienota vast te stellen; 2. Kennis te nemen van het advies van de adviescommissie Vervoersautoriteit en de bijgevoegde beantwoording vast te stellen; 3. Te besluiten om als MRDH zeggenschap te verkrijgen over RET en HTM op de wijze zoals voorgesteld; 4. Aan de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit de bevoegdheid te delegeren een aandeel RET N.V. te verwerven; 5. Een de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit de bevoegdheid te delegeren een aandeel HTM Personenvervoer N.V. te verwerven; 6. Aan de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit te delegeren alle met het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te voeren; 7. De Bestuurscommissie Vervoersautoriteit te verzoeken de raden van de inliggende gemeenten te informeren over bovengenoemde besluiten en over de uitkomsten van de zienswijzeprocedure. Toelichting. Het verkrijgen van zeggenschap over RET en HTM is op grond van de Wet personenvervoer 2000 nodig om inbesteding van het railvervoer aan beide bedrijven mogelijk te maken. Gekozen is voor een zo licht mogelijke vorm van zeggenschap, waarbij de risico s voor de MRDH nihil zijn. De zeggenschap wordt verkregen door voor elke vervoerder één aandeel te verwerven. Aan het aandeel van de RET zijn bijzondere rechten gekoppeld. Over een aantal onderwerpen vindt besluitvorming door alle aandeelhouders van het betreffende vervoerbedrijf plaats op basis van unanimiteit. De MRDH heeft bij een aantal besluiten feitelijk vetorecht. Voor de deelneming in de HTM kiest MRDH voor een gelijke invulling van de zeggenschap als bij RET, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met bedrijfseigen kenmerken. Dat wil zeggen dat de statuten van beide bedrijven niet identiek zullen zijn, maar dezelfde strekking kennen betreffende de zeggenschap. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden die MRDH krijgt ten opzichte van de HTM, zijn gelijk aan die ten opzichte van de RET. Op 24 maart jl. is een zienswijzeprocedure gestart. De zienswijzen geven geen aanleiding tot aanpassing van dit besluit. 7. Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid Bijlage: agendapost. De overige bijlagen zijn te lezen via deze link Gevraagd besluit: 1. Kennis te nemen van de ingekomen reacties van gemeenten op de ontwerp Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025. 2. Kennis te nemen van de adviezen van de adviescommissie Vervoersautoriteit bij de ontwerp Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025. 3. De beantwoording op het advies zoals vermeld onder beslispunt 2 vast te stellen. 4. Kennis te nemen van de nota van beantwoording. 5. De Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025 vast te stellen. Toelichting. Op 3 februari jl. is de ontwerp Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025 vastgesteld door de bestuurscommissie Va ten behoeve van de zienswijzeprocedure. Er zijn hierop 26 reacties binnengekomen, waarvan twee door een combinatie van gemeenten. Hoofdlijn van de reacties is: Waardering voor het proces De inhoudelijke ambities worden onderschreven Zorg over de financieringsopgave en prioriteitstelling Behoefte aan een visie op toekomst van het HOV-net De reacties geven aanleiding om een beperkt aantal wijzigingen ten opzichte van het ontwerp van de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid door te voeren. Gezien de uitkomst van de pilot Toekomstbeeld OV en de vele verzoeken vanuit gemeenten naar HOV-verbindingen wordt voorgesteld om een netwerkvisie HOV op te stellen. 2
8. Begroting MRDH 2017 inclusief IPVa 2017 e.v. Bijlage: agendapost. De overige bijlagen zijn te lezen via deze link Gevraagd besluit: 1. Kennisnemen van de nota van beantwoording; 2. Kennisnemen van de adviezen van de adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit; 3. De beantwoording op de adviezen van de adviescommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit vast te stellen; 4. De begroting MRDH 2017 inclusief het IPVa 2017 e.v. vast te stellen. Toelichting. Op 23 maart 2016 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met de concept ontwerpbegroting MRDH 2016. Deze is conform de afgesproken procedures op 24 maart 2016 voor een zienswijze verstuurd naar de aan de MRDH deelnemende gemeenten. Van 21 gemeenten is een zienswijze ontvangen. Alle gemeenten reageren over het algemeen positief op de ontwerpbegroting en benadrukken de stappen die zijn gezet om te komen tot een concretere begroting. De toevoeging van het IPVa heeft daar vooral aan kunnen bijdragen. Vrijwel alle gemeenten hebben daarbij aanvullende vragen gesteld, opmerkingen geplaatst, suggesties gedaan en wensen geuit. De beantwoording hiervan is gebundeld in één document, de nota van beantwoording. De zienswijzen van de gemeenten hebben in een aantal gevallen tot aanpassing van de ontwerp begroting geleid. Deze aanpassingen zijn samengevat opgenomen in de nota van beantwoording. 9. Jaarstukken MRDH 2015 Bijlage: agendapost. De overige bijlagen zijn te lezen via deze link Gevraagd besluit: 1. De jaarstukken 2015 vast te stellen met een resultaat boekjaar na geaccordeerde reservemutaties van 2.367.228; 2. Het resultaat boekjaar na geaccordeerde reservemutaties van 2.367.228 toe te voegen aan de bestemmingsreserve Egalisatiereserve Economisch Vestigingsklimaat; 3. Kennis te nemen van het advies van de Rekeningcommissie; 4. De reactie op het advies van de Rekeningcommissie vast te stellen.. Toelichting. De voorlopige Jaarstukken MRDH 2015 zijn reeds op 15 april 2016 verzonden aan de gemeenten conform het gestelde hierover in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Tevens heeft op die datum verzending van de jaarstukken aan de rekeningcommissie MRDH plaatsgevonden ter behandeling in de vergadering van 24 mei a.s. De rekeningcommissie is hét controlerend orgaan van raadsleden. De controle door de accountant is inmiddels afgerond en deze heeft op 11 mei jl. een goedkeurende verklaring voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid afgegeven bij de jaarrekening. De reactie van het management op dit accountantsrapport is besproken met de Rekeningcommissie en deze reactie is verwerkt in het (positieve) advies van de Rekeningcommissie aan het algemeen bestuur. Ten opzichte van de voorlopige jaarstukken zijn er vanwege de accountantscontrole nog een aantal wijzigingen op de stukken doorgevoerd. Enerzijds betreft het een verhoging van de lasten BDU (Vervoersautoriteit) met 15,5 miljoen. Anderzijds is er een aanvulling gedaan op de niet uit de balans blijkende (subsidie)-verplichtingen (Vervoersautoriteit) met circa 0,5 miljard. Het jaar 2015 wordt afgesloten met een voordelig resultaat vóór bestemming van 2.487.228 met betrekking tot het programma Economisch Vestigingsklimaat. Voor de programma s Verkeer en Openbaar vervoer is geen sprake van een resultaat maar wel van een forse onderbesteding ten opzichte van de gewijzigde begroting 2015. Het betreft hier voornamelijk het doorschuiven van projectlasten naar komende begrotingsjaren wat voor een groot deel verklaard wordt door het planningsoptimisme van de gemeenten bij de voortgang van het onderhanden werk. 10. 1 e Bestuursrapportage MRDH 2016 Bijlage: agendapost. De overige bijlagen zijn te lezen via deze link Gevraagd besluit: 1. Kennis te nemen van de 1 e bestuursrapportage 2016; 2. De in de 1 e Bestuursrapportage 2016 opgenomen 1 e begrotingswijziging 2016 vast te stellen. 3
Toelichting: De bestuursrapportage betreft een afwijkingenrapportage op zowel beleidsmatig als financieel gebied. Beleidsmatige afwijkingen worden toegelicht en voor financiële afwijkingen worden begrotingswijzigingen voorgesteld. Het resultaat vóór bestemming na deze begrotingswijziging bedraagt 749.464 nadelig. Dit wordt veroorzaakt door het binnen het programma Economisch Vestigingsklimaat ter begroting brengen van extra lasten als gevolg van reeds in 2015 verplichte projecten die in 2016 zullen worden afgerond. Ter dekking van deze extra lasten wordt voorgesteld een onttrekking te doen aan de bestemmingsreserve Egalisatiereserve economisch vestigingsklimaat. Bij de resultaatbestemming van de jaarrekening 2015 is een toevoeging aan deze reserve gedaan voor de doorloop van deze projecten. Het begrotingstotaal stijgt na deze begrotingswijziging met 0,98 miljoen, de lasten stijgen van 651 miljoen naar 652 miljoen. Die stijging wordt veroorzaakt door wijzigingen binnen het programma Economisch Vestigingsklimaat voornamelijk als gevolg van in 2015 gestarte en in 2016 doorlopende projecten. Hiermee was in de begroting 2016 nog geen rekening gehouden. Voor de programma s Verkeer, Openbaar vervoer en Samenwerkingsverbanden zijn er geen begrotingswijzigingen. Binnen de vastgestelde begroting voor apparaatslasten wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd vanwege voortschrijdend inzicht op basis van de realisatiecijfers 2015 en een aantal nieuwe ontwikkelingen. Er zijn geen wijzigingen op het totaal van de apparaatlasten en de doorbelasting van deze apparaatslasten aan de programma s wijzigt ook niet. 11. Benoeming (plaatsvervangend) leden adviescommissies Bijlage: agendapost Gevraagd besluit: Op grond van de artikelen 5.1 en 5.6 van de instellingsbesluiten van de adviescommissies Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat de volgende leden en plaatsvervangend leden te benoemen: Adviescommissie Vervoersautoriteit Barendrecht: o de heer A.B.E. Sullock Enzlin als lid o de heer S.D. Kelder als plaatsvervangend lid Krimpen aan den IJssel: o de heer R.J.F. van der Ven als plaatsvervangend lid in de plaats van de heer A. Hofstra Lansingerland: o de heer J. Pat El als lid in plaats van mevrouw M.L. Tabben Adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat Delft: o de heer P.W.C. de Vreede als lid in plaats van mevrouw M.A. Swart (onder voorbehoud van benoeming door de Delftse raad op 30 juni 2016) Krimpen aan den IJssel: o de heer A. Timm als plaatsvervangend lid in de plaats van de heer A. Hofstra Toelichting: Op grond van de instellingsbesluiten van de adviescommissies Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat worden de leden en de plaatsvervangend leden door het algemeen bestuur benoemd. De genoemde leden en plaatsvervangend leden zijn voorgedragen door de gemeenteraden van de betreffende gemeenten. 12. Rondvraag en sluiting 4
Concept verslag van de 8 e openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op vrijdag 27 mei 2016 om 14.30 uur in de Burgerzaal van de gemeente Vlaardingen Aanwezig: voorzitter secretaris-generaal Gemeente: Albrandswaard Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Delft Den Haag Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland Leidschendam-Voorburg Maassluis Midden-Delfland Nissewaard Ridderkerk Rijswijk Rotterdam Schiedam Vlaardingen Wassenaar Westland Westvoorne Zoetermeer Verhinderd: Den Haag Pijnacker-Nootdorp Rotterdam A. Aboutaleb mw. A.W.H. Bertram M. Goedknegt J. van Belzen G.G.J. Rensen D.P. van Sluis G.A.A. Verkerk mw. I. van Engelshoven (plv.) mw. M. Junius M.W. Vroom P.H. van der Stadt J.W. van der Sluijs T.J. Haan H.H.V. Horlings J.W. Mijnans mw. A. Attema M.J. Bezuijen M.J.W. Struijvenberg C.H.J. Lamers A.J. Hoekstra (plv.) J.Th. Hoekema J. van der Tak P.E. de Jong Ch. B. Aptroot J.J. van Aartsen Th.J.A.M. de Bruijn mw. F. Ravestein P.J. Langenberg Tevens aanwezig: Mw. A. van Eekelen (voorzitter adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat) A. Hekman (voorzitter adviescommissie Vervoersautoriteit) 1
1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent te 14.30 uur de vergadering en heet een ieder van harte welkom. De heer Vokurka deelt mede dat bericht van verhindering is ontvangen van de heren Van Aartsen, De Bruijn en Klein, die gedrieën worden vervangen door mevrouw Van Engelshoven, de heer Langenberg en de heer Oskam, die wordt vervangen door de heer Van Sluis. De heer Aptroot meldt dat ook mevrouw Ravestein is verhinderd en dat hem mandaat is verleend in voorkomend geval namens haar het woord te voeren. De voorzitter schorst hierop de vergadering voor een besloten vergadering. Besloten vergadering (Tijdens de besloten vergadering is het voorzitterschap overgedragen aan de heer A. Aboutaleb) 6. Opening en mededelingen De voorzitter heropent te 15.35 uur de vergadering en zegt de gemeente Vlaardingen dank voor de gastvrijheid die het algemeen bestuur met deze vergadering wordt geboden. 7. Verslag en besluitenlijst algemeen bestuur 4 maart 2016. Het verslag en de besluitenlijst worden ongewijzigd vastgesteld. 8. Voortgang MRDH als netwerkbestuur Van, voor en door 23 gemeenten De heer Bezuijen merkt op dat het, gezien de bijeenkomsten die de komende tijd zijn gepland, een uitdaging zal zijn om in een periode waarin toch al veel vergaderingen plaatsvinden in verband met kadernota s e.d., een beroep te doen op tijd en beschikbaarheid van college- en raadsleden. Niettemin blijft het van belang daarin energie te stoppen, mede in een poging om de raadsleden als ambassadeur te kunnen laten optreden. De heer Hoekema deelt mede dat het Studium Generale vorm begint te krijgen. Ter zake zijn vier bijeenkomsten gepland, waarvan de eerste op 31 augustus zal plaatsvinden in Nieuwspoort, gewijd aan city diplomacy, waarvoor onder anderen Willem Post zal worden uitgenodigd. In de tweede, op 12 oktober, staat multicultureel ondernemerschap centraal. Bijzonderheden over plek en sprekers zullen later worden verstrekt. Voorts zal naar alle waarschijnlijkheid een bijeenkomst worden belegd in het raadhuis in Wassenaar, waarvoor hopelijk Neelie Kroes kan worden uitgenodigd. Last but not least is in januari 2017 een bijeenkomst voorzien over skill up van een Canadese expert, door mevrouw Bertram ontdekt in het Financieel Dagblad. Het zullen open ended bijeenkomsten worden op een aantrekkelijke plek met aantrekkelijke sprekers, waarvoor hopelijk op een mooie opkomst kan worden gerekend. De heer Aptroot geeft aan dat de adviescommissies hebben laten weten vaker en eerder bij een en ander betrokken te willen worden. Overigens moet het hem van het hart dat het aantal vergaderingen groot is. Een goede afstemming zal daarom op prijs worden gesteld. De heer Hekman onderstreept dat de druk op de agenda s groot is, zeker ook voor raadsleden zoals hij. Vooral in de afgelopen tijd zijn heel veel sessies belegd, waarvoor de opkomst soms beperkt was. Hij oppert dat het in de toekomst wellicht aanbeveling verdient vanuit de MRDH nog actiever naar informerende raden te gaan, daadwerkelijk ook in de raden, zodat het verhaal van de MRDH echt aan alle raadsleden kan worden verteld. Mevrouw Van Eekelen zet uiteen dat de adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat een wat minder duidelijke agenda kent dan de adviescommissie Vervoersautoriteit en er van het begin af aan voor heeft gekozen op locatie te vergaderen bij bedrijven, wat enorm bijdraagt aan het gevoel daadwerkelijk voor de regionale economie bezig te zijn. 2
Voor een raadslid zijn twee dingen heel belangrijk: een regionale blik en het wegwerken van informatieachterstand. Om een regionale blik te verkrijgen zal een raadslid zich betrokken moeten voelen. Gisteren vond een werkconferentie plaats in Zoetermeer, waar de raadsleden die kennis hadden genomen van het verhaal van Jan Rotmans aan het einde vroegen zoiets asjeblieft nog een keer te doen, omdat ze nu eindelijk hadden begrepen waar het om gaat, wat de urgentie is, enz. Jan Rotmans heeft daarop toegezegd op tournee te zullen gaan en overal langs te zullen gaan. Ook de jaarlijkse raadsconferenties die blijkens de stukken in het voornemen liggen juicht zij om die reden toe. De informatieachterstand van raadsleden is voor een deel toe schrijven aan het feit dat raadsleden vaak alle stukken ontvangen, waardoor zij daarin dreigen te verdrinken en niemand ze zal lezen. Ter zake zijn in het memo van de adviescommissies een aantal praktische suggesties gedaan, die zij van harte aanbeveelt. De heer Vroom citeert uit het memo van de voorzitters van de adviescommissies dat de aanwezigheid van bestuursleden op prijs wordt gesteld. Hij is benieuwd op welke bestuurders dan wordt gedoeld. De heer Hekman geeft aan dat het hem als voorzitter van de adviescommissie Vervoersautoriteit was opgevallen dat in de eerste twee of drie sessies geen bestuurder aanwezig was, of slechts een klein gedeelte van de vergadering, waardoor het er een beetje op leek alsof de vragen over de stukken aan hem werden gesteld. Uiteindelijk werd die rol door ambtenaren opgepakt, maar op die manier gaat toch een bepaalde frictie ontstaan. Het is daarom verstandig ook een bestuurder aan tafel te hebben die in ieder geval de politiek getinte vragen kan beantwoorden. Bij een bespreking over de begroting is een paar keer de portefeuillehouder financiën van de Vervoersautoriteit aanwezig geweest en dat bleek in ieder geval goed te werken. Mevrouw Van Eekelen licht toe dat het in de adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat iets anders werkt. Besloten is daar de politieke discussie in de raden te laten voeren en niet in de commissie. Mevrouw Bertram deelt mede dat met de voorzitters van de beide adviescommissies is afgesproken dat de zes geplande bijeenkomsten hoe dan ook voortgang zullen vinden en dat de opbrengst van deze bijeenkomsten ter advisering aan de beide commissies zal worden voorgelegd voordat het AB zich daarover buigt. De voorzitter neemt aan dat eenvoudig tegemoet gekomen zal kunnen worden aan de wens om de informatie aan raadsleden op een andere manier te verstrekken. Er worden sowieso besluitenlijsten gemaakt van de vergaderingen en daaruit kunnen bijvoorbeeld de alinea s die voor de raadsleden relevant zijn via de griffiers worden uitgezet bij de raadsleden. De vergadering besluit: kennis te nemen van de gemaakte afspraken in het bestuurlijk team van het AB, die door het DB bevestigd zijn, waaronder de prioritering van acties en de vervolgstappen; kennis te nemen van de 1ste stoplichtenrapportage MRDH als netwerkbestuur; kennis te nemen van de stand van zaken rond het organiseren van Studium Generale-sessies; kennis te nemen van het snel onderzoeken van de mogelijkheden om de besluitvormingstermijnen grondig te verkorten; in te stemmen met het memo van de voorzitters van de adviescommissie Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat over de rol en het functioneren van de adviescommissies. 9. Benoeming (plaatsvervangend) leden adviescommissies De vergadering besluit op grond van de artikelen 5.1 en 5.6 van de instellingsbesluiten van de adviescommissies de volgende leden en plaatsvervangend leden te benoemen: Adviescommissie Vervoersautoriteit Maassluis: de heer S.B. Kuiper als plaatsvervangend lid de heer L. Molmans als plaatsvervangend lid 3
Midden-Delfland mevrouw A.C. Kardol-Westeijn als lid in plaats van de heer I.J. Trouwborst mevrouw A. Schouten Van Doorn als lid in plaats van de heer R.H.G. Zwaard Adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat Maassluis: mevrouw B.J. te Spenke als lid in plaats van de heer Van der Wees de heer G. van der Wees als plaatsvervangend lid de heer A. Luijendijk als plaatsvervangend lid 10. Ingekomen stukken Schriftelijke reacties van de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis, Nissewaard, Westvoorne (gezamenlijke reactie), Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer op het OESOrapport. Brief van de RET aan de leden van het algemeen bestuur over het Jaarverslag 2015. De vergadering neemt de stukken voor kennisgeving aan. 11. Rondvraag en sluiting De heer Aptroot komt terug op de hoeveelheid bijeenkomsten die is gepland. Hij oppert het idee in het voorjaar en in het najaar een MRDH-middag te organiseren voor een overleg met alle gemeenten, eindigend met een informeel moment. Op die twee momenten in het jaar kan dan worden geprobeerd zoveel mogelijk ook de raden erbij te betrekken en met elkaar iets op te bouwen. De voorzitter verwelkomt dit idee en voegt er nog een suggestie aan toe, namelijk om de vergaderingen van het algemeen bestuur te beginnen met twee keer tien minuten spreektijd voor een raadslid van een gemeente uitgaande van de stelling wie het eerst komt, het eerst maalt, waarin de gelegenheid wordt geboden uit te leggen waarom een bepaald vraagstuk van die gemeente een regionale benadering of support vraagt. Mevrouw Bertram deelt mede dat een MRDH-plattegrond is gemaakt die aan alle leden ter hand zal worden gesteld. Voorts laat zij weten dat nog eens zal worden nagegaan welke processen allemaal zijn afgesproken en of en hoe dingen slimmer of sneller kunnen worden gedaan, om daarmee ook de raadsleden in hun werkdruk wat tegemoet te kunnen komen. De voorzitter sluit hierna te 15.53 uur de vergadering. 4
Concept besluitenlijst 8 e openbare vergadering van het algemeen bestuur Van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op vrijdag 27 mei 2016 om 14.30 uur, in de Burgerzaal van de gemeente Vlaardingen 1. Opening en mededelingen 2. Verslag besloten deel algemeen bestuur 4 maart 2016 Het algemeen bestuur stelt het verslag ongewijzigd vast. Besluiten besloten deel 3a. Regionaal Investeringsprogramma Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de voortgang van het Regionaal Investeringsprogramma en het proces tot het algemeen bestuur van 1 juli a.s. 3b. Roadmap Next Economy Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de voortgang ten aanzien van de Roadmap Next Economy. 4. Rondvraag - 5. Sluiting - Besluiten openbaar deel 6. Opening en mededelingen - 7. Verslag en besluitenlijst algemeen bestuur 4 maart 2016 Het verslag en de besluitenlijst worden ongewijzigd vastgesteld. 8. Voortgang MRDH als netwerkbestuur Van, voor en door 23 gemeenten Het algemeen bestuur besluit: 1. kennis te nemen van de gemaakte afspraken in het bestuurlijk team van het AB, die door het DB bevestigd zijn, waaronder de prioritering van acties en de vervolgstappen; 2. kennis te nemen van de 1ste stoplichtenrapportage MRDH als netwerkbestuur; 3. kennis te nemen van de stand van zaken rond het organiseren van Studium Generale-sessies; 4. kennis te nemen van het snel onderzoeken van de mogelijkheden om de besluitvormingstermijnen grondig te verkorten; 5. in te stemmen met het memo van de voorzitters van de adviescommissie Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat over de rol en het functioneren van de adviescommissies. 9. Benoeming (plaatsvervangend) leden adviescommissies De vergadering besluit op grond van de artikelen 5.1 en 5.6 van de instellingsbesluiten van de adviescommissies de volgende leden en plaatsvervangend leden te benoemen: Adviescommissie Vervoersautoriteit Maassluis: o de heer S.B. Kuiper als plaatsvervangend lid o de heer L. Molmans als plaatsvervangend lid 1
Midden-Delfland o mevrouw A.C. Kardol-Westeijn als lid in plaats van de heer I.J. Trouwborst o mevrouw A. Schouten Van Doorn als lid in plaats van de heer R.H.G. Zwaard Adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat Maassluis: o mevrouw B.J. te Spenke als lid in plaats van de heer Van der Wees o de heer G. van der Wees als plaatsvervangend lid o de heer A. Luijendijk als plaatsvervangend lid 10. Ingekomen stukken Het algemeen bestuur neemt de stukken voor kennisgeving aan. 11. Rondvraag en sluiting 2
Algemeen bestuur Vergadering: 1 juli 2016 Agendapunt: 5 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Definitief samenwerkingsconvenant PZH - MRDH 1. Instemmen met het aangaan van het samenwerkingsconvenant met Gedeputeerde Staten Zuid-Holland en dit convenant door de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de MRDH te laten ondertekenen; 2. Vaststellen van de reactie op de adviezen van de beide adviescommissies MRDH. Voor de ruimtelijke-economische versterking van Zuid-Holland, waaronder de grootstedelijke regio MRDH, is het noodzakelijk dat overheden beleid en uitvoering op elkaar afstemmen en daarvoor als partners samenwerken met bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en kennisorganisaties. De MRDH en Provincie Zuid-Holland (PZH) zien deze noodzaak tot samenwerking. Zo zijn in september 2015 acht concrete samenwerkingsprojecten afgesproken en wordt er samen opgetrokken in het regionaal investeringsprogramma MRDH dat voor de zomer 2016 wordt vastgesteld, inclusief projecten uit de Roadmap Next Economy. Daarnaast is de praktijk gegroeid dat de bestuurders elkaar geregeld spreken en regelmatig elkaars vergaderingen bijwonen. De MRDH en PZH zetten thans - mede gezien de aanbevelingen van de OESO Metropolitan Review d.d. 1 februari 2016 een vervolgstap door in bijgaand samenwerkingsconvenant, te ondertekenen voor het zomerreces 2016, bestuurlijke afspraken te gaan maken om hun samenwerking en partnerschap verder te versterken in het belang van hun burgers, bedrijven, organisaties en bezoekers. In dit samenwerkingsconvenant worden naast de inhoud ook de sturing van de samenwerking tussen MRDH en PZH vastgelegd. Hiermee ontstaat op korte termijn een gelijksoortige situatie als in de regio Amsterdam waar reeds een convenant is gesloten tussen Stadsregio Amsterdam en de betrokken provincies. Op 17 maart jl. hebben MRDH en PZH de Minister van Binnenlandse Zaken (BZK) geïnformeerd over deze ontwikkeling. Eind 2016 start de binnen de MRDH afgesproken evaluatie van de gemeenschappelijke regeling MRDH, waarin, naast de werking van het openbaar lichaam MRDH, ook de stand van zaken rond het aanboren van de diverse investeringsgelden in het kader van het regionaal investeringsprogramma MRDH meegenomen zal worden. Dat kan mogelijk gevolgen hebben voor de juridische vormgeving van de MRDH, gelet op de AMvB. De resultaten van de evaluatie van de GR MRDH zullen ter besluitvorming worden voorgelegd aan de gemeenteraden van de 23 gemeenten. MRDH en PZH zullen medio 2017, naar aanleiding van de gezamenlijke ervaringen met het convenant, en op basis van de evaluatie van de gemeenschappelijke regeling MRDH door de MRDH, samen conclusies zullen trekken voor wat betreft de definitieve invulling van hun betekenisvolle samenwerking, waaronder op verkeer en vervoer. Over dit eindbeeld van de samenwerking zullen de gemeenteraden van de 23 gemeenten uiteindelijk hun oordeel moeten gaan vellen. Het concept van het samenwerkingsconvenant is in maart jl. in de bestuurscommissies en het AB besproken. Daaruit voortkomende opmerkingen zijn in nauw overleg met GS PZH verwerkt. Het AB MRDH en GS PZH ZH hebben het samenwerkingsconvenant vervolgens op 7 april jl. openbaar gemaakt om in alle openheid met de beide adviescommissies MRDH en de statencommissie PZH in gesprek te gaan. Deze besprekingen zijn positief verlopen en geven geen aanleiding tot aanpassing van het convenant. Bijgaand treft u de adviezen van de beide adviescommissie MRDH en de concept-reactie daarop. Daarnaast hebben de 23 gemeenten de afgelopen maanden het convenant in hun eigen gremia desgewenst kunnen bespreken. Dat geeft op dit moment geen aanleiding tot aanpassing van het convenant. Er is op één punt een gezamenlijke ambtelijke wijziging doorgevoerd, omdat bij nader inzien bleek dat deze achterhaald was.
U wordt nu gevraagd om akkoord te gaan met definitieve convenant. GS PZH zal eind juni een besluit nemen tot aangaan en ondertekening van het convenant. De minister van BZK zal de Staten-Generaal voor het zomerreces 2016, na ondertekening van publiciteit rond het convenant, informeren over de voortgang. Financiële gevolgen P&O aspecten Juridische (er worden geen afdwingbare afspraken gemaakt) aspecten Bijlagen - Samenwerkingsconvenant PZH-MRDH - Adviezen adviescommissie VA en EV en reactie daarop Gevolgde procedure Adviescommissie Adviescommissie VA: 13 april 2016 Adviescommissie EV: 12 april 2016 Bestuurscommissie Bestuurscommissie VA: 9 maart 2016 Bestuurscommissie EV: 3 maart 2016 Zienswijze De colleges en gemeenteraden van de 23 gemeenten hebben het ontwerp-samenwerkingsconvenant op 7 april 2016 toegezonden gekregen om daar desgewenst in de eigen gemeente over te spreken voordat het bestuur van de MRDH tot besluitvorming over gaat. Dagelijks bestuur 15 juni 2016 Anders, te weten Algemeen Bestuur: schriftelijke ronde 7 april 2016 Algemeen Bestuur: 4 maart 2016 Verdere procedure Een moment van ondertekening met PZH en de wijze van publiciteit, zijn op dit moment nog in voorbereiding, evenals de wijze van aanbieden aan minister BZK. Dit dient voor het zomerreces 2016 plaats te hebben. Openbaar besluit Ja Opsteller Victor Dobbe Wet. bekendmaking Nee Telefoonnummer 06-48506180 Persbericht n.n.b. Datum 1 juni 2016 Andere publiciteit n.n.b. Secretaris-generaal
Algemeen Bestuur Vergadering: 1 juli 2016 Agendapunt: 6 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Financiële gevolgen P&O aspecten Juridische aspecten Zeggenschap over RET en HTM Kennis te nemen van de binnengekomen zienswijzen en de bijgevoegde Reactienota vast te stellen; Kennis te nemen van het advies van de adviescommissie Vervoersautoriteit en de bijgevoegde beantwoording vast te stellen; Te besluiten om als MRDH zeggenschap te verkrijgen over RET en HTM op de wijze zoals voorgesteld; Aan de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit de bevoegdheid te delegeren een aandeel RET N.V. te verwerven; Een de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit de bevoegdheid te delegeren een aandeel HTM Personenvervoer N.V. te verwerven; Aan de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit te delegeren alle met het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te voeren; De Bestuurscommissie Vervoersautoriteit te verzoeken de raden van de inliggende gemeenten te informeren over bovengenoemde besluiten en over de uitkomsten van de zienswijzeprocedure. Het verkrijgen van zeggenschap over RET en HTM is op grond van de Wet personenvervoer 2000 nodig om inbesteding van het railvervoer aan beide bedrijven mogelijk te maken. Gekozen is voor een zo licht mogelijke vorm van zeggenschap, waarbij de risico s voor de MRDH nihil zijn. De zeggenschap wordt verkregen door voor elke vervoerder één aandeel te verwerven. Aan het aandeel van de RET zijn bijzondere rechten gekoppeld. Over een aantal onderwerpen vindt besluitvorming door alle aandeelhouders van het betreffende vervoerbedrijf plaats op basis van unanimiteit. Het betreft onder meer het goedkeuren van de begroting, het vaststellen van de statuten en het benoemen van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. De MRDH heeft bij een aantal besluiten feitelijk vetorecht. Voor de deelneming in de HTM kiest MRDH voor een gelijke invulling van de zeggenschap als bij RET, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met bedrijfseigen kenmerken. Dat wil zeggen dat de statuten van beide bedrijven niet identiek zullen zijn, maar dezelfde strekking kennen betreffende de zeggenschap. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden die MRDH krijgt ten opzichte van de HTM, zijn gelijk aan die ten opzichte van de RET. Op 23 maart 2016 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met het voorstel aan het algemeen bestuur tot het verwerven van de voorgestelde zeggenschap over RET N.V. en HTM Personenvervoer N.V., die nodig is ten behoeve van de inbesteding van het railvervoer. Op 24 maart jl. is hiertoe een zienswijzeprocedure gestart. De zienswijzen geven geen aanleiding tot aanpassing van dit besluit. Daarom wordt aan het algemeen bestuur voorgesteld om aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit de bevoegdheid te delegeren om de zeggenschap te verwerven en om alle met de zeggenschap verbonden taken uit te voeren. Het aandeel RET N.V. wordt verworven tegen een nominale waarde van 1.000,--. Het aandeel HTM Personenvervoer N.V. wordt verworven tegen een nominale waarde van 1,--. Beide deelnemingen worden voor de nominale waarde geactiveerd op de balans van de MRDH. Het uitvoeren van de met het medeaandeelhouderschap verbonden werkzaamheden leidt tot extra benodigde personele inzet. Deze vindt vooralsnog plaats vanuit de reguliere personele capaciteit van de afdeling Openbaar Vervoer. Bij de tussentijdse evaluatie van de MRDH-organisatie zal bezien worden in hoeverre de met het medeaandeelhouderschap verbonden werkzaamheden gevolgen hebben voor de in de toekomst benodigde capaciteit van de afdeling Openbaar Vervoer. Het maximale risico dat de MRDH als toekomstig medeaandeelhouder loopt, is dat bij faillissement van het vervoerbedrijf het verworven aandeel zijn waarde verliest.
Bijlagen Gevolgde procedure Daarnaast impliceert het aandeelhouderschap zoals bij elke deelneming dat MRDH aansprakelijk kan worden gesteld indien zij haar taken als medeaandeelhouder onbehoorlijk zou invullen, doordat zij geen invulling geeft aan de taken die het medeaandeelhouderschap met zich meebrengt. 1. Memo met nadere toelichting 2. Reactienota met binnengekomen zienswijzen en verwerking daarvan 3. Zienswijzen gemeenten zeggenschap gebundeld 4. Advies adviescommissie Vervoersautoriteit 5. Concept reactie op advies adviescommissie Vervoersautoriteit 6. Concept statuten RET N.V. 7. Concept overeenkomst MRDH Rotterdam RET N.V. Adviescommissie Adviescommissie Va: 15 juni 2016 Bestuurscommissie Bestuurscommissie Va: 9 maart 2016 Zienswijze Zienswijzeprocedure doorlopen van 24 maart t/m 18 mei 2016 Dagelijks bestuur 15 juni 2016 Anders, te weten - Verdere N.v.t. procedure Openbaar besluit ja Opsteller Gertjan Nijsink Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer 088 5445 143 Persbericht ja Datum 06-06-2016 Andere publiciteit nee Secretaris-generaal
Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Financiële gevolgen P&O aspecten Juridische aspecten Bijlagen Gevolgde procedure Algemeen bestuur Vergadering: 1 juli 2016 Agendapunt: 7 Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 1. Kennis te nemen van de ingekomen reacties van gemeenten op de ontwerp Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025. 2. Kennis te nemen van de adviezen van de adviescommissie Vervoersautoriteit bij de ontwerp Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025. 3. De beantwoording op het advies zoals vermeld onder beslispunt 2 vast te stellen. 4. Kennis te nemen van de nota van beantwoording. 5. De Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025 vast te stellen. Op 3 februari is de ontwerp Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025 vastgesteld door de bestuurscommissie VA ten behoeve van de zienswijzeprocedure. Er zijn hierop 26 reacties binnengekomen, waarvan twee door een combinatie van gemeenten. Hoofdlijn van de reacties is: Waardering voor het proces De inhoudelijke ambities worden onderschreven Zorg over de financieringsopgave en prioriteitstelling Behoefte aan een visie op toekomst van het HOV-net Daarnaast is door de gemeenten vanuit lokaal of subregionaal perspectief een groot aantal opgaven, projecten en maatregelen onder de aandacht gebracht. De reacties geven aanleiding om een beperkt aantal wijzigingen ten opzichte van het ontwerp van de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid door te voeren. Gezien de uitkomst van de pilot Toekomstbeeld OV en de vele verzoeken vanuit gemeenten naar HOV-verbindingen wordt voorgesteld om een netwerkvisie HOV op te stellen. Er worden daartoe reeds deelstudies gestart in het middengebied en Rotterdam- Ridderkerk-Drechtsteden. Ook andere delen van de regio, zoals bijvoorbeeld Westland- Den Haag-Delft komen in de toekomstvisie aan de orde. Het feit dat het kabinet de World Expo 2025 niet steunt, verandert het perspectief en urgentie van de daaraan gelieerde infrastructuurinvesteringen, wat niet wil zeggen dat die investeringen zondermeer komen te vervallen. Op grond van de artikelen 3:2 tweede lid en artikel 2:1 tweede lid sub b is de zienswijzeprocedure doorlopen. De reactietermijn eindigde op 8 april 2016. De zienswijzen die na die datum zijn ontvangen zijn uit coulance wél meegenomen in de beantwoording. 1. Nota van beantwoording 2. De ingediende zienswijzen/reacties op de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 3. Advies van de adviescommissie VA 4. Conceptreactie op het advies van de adviescommissie VA 5. Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025 met wijzigingen bijgehouden 6. Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid 2016-2025 met wijzigingen geaccepteerd Adviescommissie 13 april 2016 Bestuurscommissie 3 februari 2016 en 15 juni 2016 Zienswijze Ja Dagelijks bestuur 15 juni 2016 Anders, te weten 29 februari, 2 maart en 7 maart informatiebijeenkomsten gemeenteraadsleden Verdere procedure Openbaar besluit ja Opsteller Roel Bouman Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer 088 5445 129 Persbericht nee Datum 1 juni 2016 Andere publiciteit Secretaris-generaal
Algemeen bestuur Vergadering: 1 juli 2016 Agendapunt: 8 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Concept begroting MRDH 2017 inclusief IPVa 2017 e.v. 1. Kennisnemen van de nota van beantwoording; 2. Kennisnemen van de adviezen van de adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit; 3. De beantwoording op de adviezen van de adviescommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit vast te stellen; 4. De begroting MRDH 2017 inclusief het IPVa 2017 e.v. vast te stellen. Op 23 maart 2016 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met de concept ontwerpbegroting MRDH 2017. Deze is conform de afgesproken procedures op 24 maart 2016 voor een zienswijze verstuurd naar de aan de MRDH deelnemende gemeenten. Deze hadden tot en met 18 mei 2016 de mogelijkheid schriftelijk te reageren. Een week uitstel is verleend indien de ontwerpzienswijze uiterlijk 18 mei 2016 door de MRDH was ontvangen. Van 21 gemeenten is een zienswijze ontvangen. Alle gemeenten reageren over het algemeen positief op de ontwerpbegroting en benadrukken de stappen die zijn gezet om te komen tot een concretere begroting. De toevoeging van het IPVa heeft daar vooral aan kunnen bijdragen. Vrijwel alle gemeenten hebben daarbij aanvullende vragen gesteld, opmerkingen geplaatst, suggesties gedaan en wensen geuit. De beantwoording hiervan is gebundeld in één document, de nota van beantwoording, die als bijlage bij deze agendapost is gevoegd en door het dagelijks bestuur op 15 juni jl. is vastgesteld. De zienswijzen van de gemeenten hebben in een aantal gevallen tot aanpassing van de ontwerp begroting geleid. Deze aanpassingen zijn samengevat opgenomen in de nota van beantwoording en betreffen de volgende onderdelen: 1. N.a.v. verzoek gemeente Den Haag: in de besluitvorming van de concept begroting is voorgesteld om de begroting op het niveau van de in de programmabegrotingen opgenomen subtotalen vast te stellen in plaats van op programmatotalen. 2. N.a.v. verzoek gemeente Pijnacker-Nootdorp: in de begroting is een toelichting toegevoegd met de gevolgen van de aangepaste wet- en regelgeving rond de vennootschapsbelasting. 3. N.a.v. verzoek van de gemeente Rotterdam: Bereikbaarheid is als zelfstandig werkveld binnen het programma Economisch vestigingsklimaat vervallen. 4. N.a.v. verzoek gemeente Leidschendam-Voorburg: IPVa is aangepast voor een aantal projecten van de gemeente Leidschendam-Voorburg. 5. N.a.v. verzoek van de gemeente Rotterdam: IPVa is opgeschoond voor de lijst met lopende beschikkingen van de gemeente Rotterdam. 6. Zoals toegezegd in de ontwerp begroting is de nulmeting op de indicatoren vanuit de Regiomonitor toegevoegd. 7. N.a.v. opmerking van de gemeenten op Voorne-Putten: op de binnen het EV werkveld Werklocaties opgenomen doelstelling Eén loket voor locatievraagstukken wordt voorlopig geen actie ondernomen, dit is conform verwerkt in de concept begroting. N.a.v. punt 6: voorwaarden voor het opnemen van de indicatoren in deze begroting uit de Regiomonitor zijn de beschikbaarheid van gegevens, repliceerbaarheid van de gegevens en dit alles tegen redelijke kosten. Daarnaast brengen de Adviescommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit een advies uit aan het algemeen bestuur omtrent de ontwerp begroting. Deze adviezen zijn als bijlage bijgevoegd en de concept beantwoording van is bijgevoegd ter vaststelling. Deze adviezen hebben geleid tot het toevoegen van de
overige voorwaarden en toetsingscriteria uit de Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat MRDH 2015 aan de toelichting op de programmabegroting Economisch vestigingsklimaat. Voorgesteld wordt bijgaande concept begroting MRDH 2017 vast te stellen. In deze concept begroting zijn de aanpassingen naar aanleiding van de zienswijzen van de gemeenten en de adviezen van de adviescommissies verwerkt. Het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit (IPVa) 2017 maakt deel uit van de begroting van de MRDH en geeft het overzicht van projecten waarvoor de budgetten van de MRDH worden ingezet en gereserveerd. Financiële gevolgen Ten opzichte van de ontwerp begroting 2017 die voor zienswijze voorlag zijn er geen financiële mutaties. De financiële gevolgen van de concept begroting MRDH 2017 zijn daarmee conform de op 4 maart 2016 door het algemeen bestuur vastgestelde Kadernota MRDH begroting 2017, inhoudende dat: er binnen het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit sprake mag zijn van overplanning (=negatief saldo), mits binnen 10 jaar het saldo weer nul is; er binnen het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit sprake kan zijn van overbesteding met een maximum van 90 miljoen (de werkelijke bestedingen leiden tot een negatief saldo van de fondsen) mits de stand van de BDU-fondsen binnen 10 jaar tenminste nul is. De geraamde overbesteding bedraagt voor 2017 75 miljoen; de Brede Doeluitkering (BDU) bijdrage van het Rijk wordt opgenomen volgens prijspeil 2015. Het door het Rijk te hanteren prijspeil 2017 zal namelijk pas in de loop van 2017 bekend worden; de bijdrage van de voormalige Haaglanden-gemeenten aan het mobiliteitsfonds van 9,148 (prijspeil 2014, wordt niet verder geïndexeerd) nog in ieder geval in stand blijft tot en met 2017; De discussie over de inwonerbijdrage aan het Mobiliteitsfonds wordt in 2016 met alle gemeenten gevoerd. De uitkomst wordt verwerkt in de begroting MRDH 2018; de inwonerbijdrage voor het programma Economisch Vestigingsklimaat voor het jaar 2017 geïndexeerd wordt met 1,0%, waarmee de inwonerbijdrage stijgt van 2,47 in 2016 naar 2,49 in 2017. De concept ontwerpbegroting MRDH 2017 kent een omvang van 765 miljoen. P&O aspecten De concept begroting 2017 kent als uitgangspunt een formatie van 92,1 fte. Voor 2017 is nog maximaal 6,9 fte nodig als gevolg van de reorganisatie en tijdelijk uitvoeren van extra taken. Deze tijdelijke formatie komt ten laste van de BDU. Juridische aspecten Op basis van artikel 34 van de Wet gemeenschappelijke regelingen dient het algemeen bestuur van de MRDH de begroting vast te stellen in het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor zij dient. Daarnaast dient de begroting vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten te worden toegezonden. Met de huidige gehanteerde procedure wordt aan deze voorschriften en termijnen voldaan. Bijlagen 1. Nota van beantwoording zienswijzen ontwerp begroting MRDH 2017; 2. Overzicht zienswijzen gemeenten ontwerp begroting MRDH 2017 in tabelvorm; 3. Zienswijzen gemeenten ontwerp begroting MRDH 2017 gebundeld; 4. Advies adviescommissie Economisch Vestigingklimaat aan het algemeen bestuur; 5. Advies adviescommissie Vervoersautoriteit aan het algemeen bestuur; 6. Concept reactie algemeen bestuur op advies adviescommissie EV; 7. Concept reactie algemeen bestuur op advies adviescommissie Va; 8. Concept begroting MRDH 2017. Gevolgde procedure Adviescommissie EV: 12 april 2016, Va: 13 april 2016 Bestuurscommissie Va: 9 maart 2016, EV: 3 maart 2016 Zienswijze Zienswijzeprocedure 24 maart tot en met 18 mei 2016 Dagelijks bestuur 15 juni 2016
Anders, te weten Verdere procedure Openbaar besluit Ja Opsteller Eveline Fokkema Wet. bekendmaking Ja, middels toezending Telefoonnummer 088 5445 273 aan gedeputeerde staten Persbericht Ja, na vaststelling Datum 14 juni 2016 Andere publiciteit Secretaris-generaal
Algemeen bestuur Vergadering: 1 juli 2016 Agendapunt: 9 Onderwerp Jaarstukken MRDH 2015 Voorgesteld 1. De jaarstukken 2015 vast te stellen met een resultaat boekjaar na geaccordeerde besluit reservemutaties van 2.367.228; 2. Het resultaat boekjaar na geaccordeerde reservemutaties van 2.367.228 toe te voegen aan de bestemmingsreserve Egalisatiereserve Economisch Vestigingsklimaat; 3. Kennis te nemen van het advies van de Rekeningcommissie; Korte motivering 4. De reactie op het advies van de Rekeningcommissie vast te stellen. Bijgevoegd treft u de Jaarstukken MRDH 2015 aan. Deze jaarstukken zijn opgesteld conform de vigerende hierop betrekking hebbende wet- en regelgeving, onder meer het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. In de programma s wordt achtereenvolgens antwoord gegeven op de vragen Wat wilden we bereiken?, Wat is ervoor gedaan? en Wat heeft het gekost? De voorlopige Jaarstukken MRDH 2015 zijn reeds op 15 april 2016 verzonden aan de gemeenten conform het gestelde hierover in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Tevens heeft op die datum verzending van de jaarstukken aan de rekeningcommissie MRDH plaatsgevonden ter behandeling in de vergadering van 24 mei a.s. De rekeningcommissie is hét controlerend orgaan van raadsleden. De accountant heeft op 11 mei jl. een goedkeurende verklaring voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid afgegeven bij de jaarrekening. Het accountantsrapport is als bijlage bij de stukken gevoegd. De reactie van het management op dit accountantsrapport is besproken met de rekeningcommissie en deze reactie is verwerkt in het advies van de Rekeningcommissie. Dit (positieve) advies is tevens als bijlage toegevoegd, evenals een concept reactie op het advies van de rekeningcommissie. Ten opzichte van de voorlopige jaarstukken zijn er vanwege de accountantscontrole nog een aantal wijzigingen op de stukken doorgevoerd. Enerzijds betreft het een verhoging van de lasten BDU (Vervoersautoriteit) met 15,5 miljoen. Anderzijds is er een aanvulling gedaan op de niet uit de balans blijkende (subsidie)-verplichtingen (Vervoersautoriteit) met circa 0,5 miljard. De accountant licht dit verder toe in zijn accountantsrapport op pagina 6. Het jaar 2015 wordt afgesloten met een voordelig resultaat vóór bestemming van 2.487.228 met betrekking tot het programma Economisch Vestigingsklimaat. Dit betreft een incidenteel resultaat waartegenover, voornamelijk in 2015 aangegane verplichtingen staan aan gemeenten voor bijdragen aan projecten die gedurende meerdere jaren worden uitgevoerd. Voor de programma s Verkeer en Openbaar vervoer is geen sprake van een resultaat maar wel van een forse onderbesteding ten opzichte van de gewijzigde begroting 2015. Het betreft hier voornamelijk het doorschuiven van projectlasten naar komende begrotingsjaren wat voor een groot deel verklaard wordt door het planningsoptimisme van de gemeenten bij de voortgang van het onderhanden werk. Financiële gevolgen Het jaar 2015 wordt afgesloten met een voordelig resultaat vóór bestemming van 2.487.228 met betrekking tot het programma Economisch Vestigingsklimaat. Het algemeen bestuur heeft in het kader van risicomanagement en weerstandsvermogen besloten om bij de jaarrekening 2015 de in de Financiële risicoanalyse berekende
benodigde weerstandscapaciteit te vormen, te weten 100.000 voor de eerste 4 jaar. Op basis van deze reeds geaccordeerde toevoeging is van dit resultaat 100.000 toegevoegd aan de reserve Weerstandsvermogen Economisch Vestigingsklimaat. Bij begrotingswijziging is reeds door het algemeen bestuur besloten om 20.000 toe te voegen aan de bestemmingsreserve Egalisatiereserve Economisch Vestigingsklimaat (bestemmingsreserve EV). Daarnaast wordt voorgesteld om het resterende resultaat van 2.367.228 toe te voegen aan de bestemmingsreserve EV ter dekking van reeds in 2015 aangegane verplichtingen, voornamelijk aan gemeenten voor het uitvoeren van projecten op grond van de Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat, die gedurende meerdere jaren worden uitgevoerd. P&O aspecten Juridische aspecten Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure Openbaar besluit Wet. bekendmaking Persbericht Andere publiciteit Conform artikel 34 van de Wet gemeenschappelijke regelingen stelt het algemeen bestuur de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. Daarnaast dient het dagelijks bestuur de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten te verzenden. Met de huidige procedure wordt aan deze voorwaarden voldaan. 1. Concept Jaarstukken MRDH 2015 inclusief goedkeurende accountantsverklaring; 2. Accountantsrapport bij de MRDH jaarrekening 2015 van de Gemeentelijke Accountantsdienst van de gemeente Den Haag; 3. Advies Rekeningcommissie aan het algemeen bestuur; 4. Concept reactie algemeen bestuur op advies rekeningcommissie. Adviescommissie Bestuurscommissie EV: 19-05-2016, Va: 18-05-2016 Zienswijze Dagelijks bestuur 15 juni 2016 Anders, te weten Rekeningcommissie: 24-05-2016 Ja, na vaststelling door het algemeen bestuur op 1 juli 2016 Opsteller Eveline Fokkema Ja, na vaststelling door Telefoonnummer 088 5445 273 het algemeen bestuur op 1 juli 2016: - AWB publicatie; - Toezending aan Gedeputeerde staten van de provincie Zuid- Holland. - Nieuwsbericht website Datum 14 juni 2016 - MRDH journaal Na vaststelling door het Secretaris-generaal algemeen bestuur op 1 juli 2016 toezenden aan de deelnemende gemeenten.