VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER. 9 april maart 2014 Innen T.A.G.Bouwmeester

Vergelijkbare documenten
Kwijtscheldingsbeleid Drents Overijsselse Delta

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 2 september augustus 2015 Innen T.A.G.Bouwmeester T.A.G.

ALGEMEEN BESTUUR. Bespreken in het AB d.d. 10 juli 2013

Raadsbesluit Raadsvergadering: 30 oktober 2014

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Kwijtscheldingsbeleid in Waterschap Vallei en Veluwe

Toelichting bij Regeling kwijtschelding gemeente Gennep

Oninbaar voorstel 2009

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014;

Stoppen meeliften Vitens. De volgende stap naar. Toonaangevend

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Wassenaar 2015

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Kwijtscheldingsbeleid Waterschap Drents Overijsselse Delta

GEMEENTELIJK KWIJTSCHELDINGSBELEID (versie geldig vanaf )

Onderwerp: Beleidskeuzes kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2013

REGELING KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Verantwoording Belastingen opbrengsten Tricijn belastingen Westeinde DD Harderwijk

Raadsvoorstel 11 december 2012 AB RV

GEMEENTEBESTUUR VAN VEENDAM. Onderwerp: Beleidskeuzes kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2013

GEMEENTE NOORDENVELD. Onderwerp Aanpassing beleid kwijtschelding heffingen/belastingen aan nieuwe landelijke regels

ECGF/U Lbr. 12/037

Deze rapportage is opgedeeld in een rapportage over de opbrengsten van de voorgaande jaren en de opbrengst in het huidige belastingjaar.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Haiko van Erp raad Wijzigingen in artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012;

Kwijtschelding ondernemers

Jaarrapportage 2018 Waterschap Hunze en Aa s

WATERSCHAPSBLAD 2012, NUMMER 23 BIJL.: 1 Agendapunt: 6

Raadsvoorstel Vergadering 28 mei 2013 Voorstelnummer Registratienummer Portefeuillehouder W. Hompe Afdeling BBO/Financiën Bijlage(n)

Voorgesteld besluit Vaststellen van de Kwijtscheldingsregeling 2013 geldend voor door BSR geheven belastingen.

Voorstel aan : Gemeenteraad van 26 januari Door tussenkomst van : Raadscommissie van 19 januari Nummer : 4

8 oktober Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2019

KWIJTSCHELDING Aan deze informatie kunt u geen rechten ontlenen.

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

Lococensus-Tricijn Gemeenschappelijk Belastingkantoor

Vaststellen beleidskeuzes voor wijziging in de Leidraad invordering - onderdeel kwijtschelding

Evaluatie kwijtschelding

Raadsvoorstel Aanpassing voorwaarden kwijtschelding gemeentelijke heffingen

KWIJTSCHELDING Aan deze informatie kunt u geen rechten ontlenen.

Aankondiging binnentreden Gemeente Amsterdam Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 29 maart 2017 Maart 2017 Waarderen en KCC Jolanda de Bond Boba Tomic

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Op en b aar r ap p o r t

Geautomatiseerd kwijtschelden van gemeentelijke belastingen door bestandsvergelijking

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Verruiming kwijtscheldingsbeleid. Datum 10 juni 2015 Opgemaakt door afdeling Bedrijfskundige Ondersteuning Kenmerk

Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke belastingen. 1. Op het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid is artikel 26 (zijnde de artikelen 26.

Voorstel aan : Gemeenteraad van 16 december Door tussenkomst van : Raadscommissie van 3 december Nummer : 52

14a ALGEMENE VERGADERING. 25 september 2012 SMO/financiën

Rapport. 2014/111 de Nationale ombudsman 1/7

GBLT: Toonaangevend in belastingen Lococensus-Tricijn

Evaluatie bezwaren 2017

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012;

Aanvraagformulier kwijtschelding gemeentelijke belastingen

bijlage] GEWIJZIGD Pieter Palm/ Erika Spil Bert van Asselen

Rapportage 2 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

Managementrapportage. Volledigheidsonderzoek aanslagoplegging. Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT)

Anton Schellekens raad00654

BIJLAGE 1. adviesscenario. Inleiding

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Kwijtscheldingsbeleid Hoogheemraadschap van Delfland

Kwijtscheldingsbeleid (incl. aanpassing Kwijtscheldingsregeling Delfland 2012)

Jaarrapportage 2018 Gemeente Groningen

Onderwerp Voorstel tot aanpassing voorwaarden kwijtschelding gemeentelijke heffingen

Rapportage 2 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 10 juli juni 2019 Planning & Audit Leon Bramer Maarten van Helden

KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2016

Beslispunten De regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen vast te stellen.

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Behandeld in Raadscommissie en Raad. Telefoonnummer

Kwijtschelding nieuwe stijl

Rapportage 2 e kwartaal 2016 Wetterskip Fryslân

Opinienota Kwijtscheldingsbeleid BSOB

Raadsmededeling - Openbaar

Voorgesteld besluit Wij stellen u voor akkoord te gaan met het wijzigen van de belastingverordeningen voor 2014.

Rapport. Rapport over een klacht over de invorderingsambtenaar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongeradeel.

GBLT Toonaangevend in belastingen

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad.

Kwijtschelding voor ondernemers Dienst Belastingen

Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen Deze brochure is informatief. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Normbedragen geautomatiseerde kwijtscheldingstoets maart 2019 tot en met augustus 2019

KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. Kwijtschelding aanvragen voor: - afvalstoffenheffing; - rioolheffing.

Wijziging kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke belastingen en heffingen

s UNIÏ: VAN WATÜRSCHAPPÜN f M :\

Vergadering d.d. : 25 januari 2012 Agendapunt: 6 Onderwerp

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte. Onderwerp : Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2016

KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2018

Behandelen in vergadering d.d. 10 april Allereerst de feitelijke situatie bij de aangesloten waterschappen:

Raadsvoorstel Besluit kwijtschelding gemeentelijke belastingen. Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren

Kwijtschelding Gemeentelijke. Belastingen

V.V: 29 september 2010 Datum 24 augustus 2010 Agendapuntnr. B.2 Bijlagen VV K-stuk 25 november 2009 Onderwerp Kwijtschelding & Oninbaar

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Gemeente Groningen

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen Hoogeveen 2012

Toelichting. Kwijtschelding lokale belastingen

Transcriptie:

Algemeen bestuur VERGADERDATUM AFDELING NAAM STELLER Innen T.A.G.Bouwmeester AGENDAPUNT ONDERWERP Notitie analyse kwijtschelding en Oninbaarheid Voorstel Voorgesteld wordt om kennis te nemen van de notitie analyse kwijtschelding en oninbaar 2010 2013. Aanleiding In de vergadering van het Algemeen bestuur van 25 november 2013 is gevraagd om een analyse uit te voeren op de thema s kwijtschelding en oninbaar voor de waterschappen Zuiderzeeland en Regge en Dinkel. In de analyse zouden de volgende punten meegenomen moeten worden: 1. Ontwikkelingen op gebied van beleid en landelijke trends / benchmarks; 2. Vergelijkingen 2013 met oudere jaren; 3. Eventuele oorzaken en welke prognoses gegeven kunnen worden; Bij het opstellen van deze notitie is ervoor gekozen om de analyse voor alle deelnemende waterschappen uit te voeren. Behandelen in vergadering d.d. 1. Analyse kwijtschelding 1.1 Kwijtschelding algemeen Voor de analyse kwijtschelding op het gebied van beleid, landelijke trends en benchmark is gekeken naar het Rapport Kwijtscheldingbeleid waterschappen (verder te noemen Unierapport) van de Unie van Waterschappen (UvW) van 2 april 2012 (kenmerk 63082 EL) en de Benchmark 2012 van de Landelijke Vereniging Lokale Belastingen (LVLB) van december 2013. Bij het verlenen van kwijtschelding moeten de lokale overheden zich houden aan de in de Uitvoeringsregeling gestelde regels (Invorderingswet 1990, artikel 26). Momenteel zijn drie ontwikkelingen actueel die van invloed zijn op een mogelijke verruiming van het kwijtscheldingsbeleid voor lokale overheden. Deze drie ontwikkelingen zijn: De mogelijkheid om kwijtschelding aan kleine ondernemers te verlenen; De mogelijkheid om de netto kosten van kinderopvang aan te merken als uitgaven van een huishouden; 1/13

De mogelijkheid om normbedragen kwijtschelding voor mensen met een AOW-uitkering te verhogen. Om van deze verruimingsmogelijkheden gebruik te kunnen maken is een besluit van het algemeen bestuur van het waterschap of de gemeenteraad noodzakelijk. Het gaat uitdrukkelijk om een discretionaire bevoegdheid van het waterschap of de gemeente en dus niet om een verplichting. GBLT voert dus de beleidkeuzes uit, die door haar deelnemers worden gemaakt bij de berekening of een huishouden voor kwijtschelding in aanmerking komt. Belangrijke conclusies en aanbevelingen die de werkgroep noemt in het Unierapport zijn o.a.: 1. De aanhoudende financieel-economische crisis zal naar verwachting tot een toename van de kosten van kwijtschelding leiden; 2. De werkgroep acht het verstandig dat de waterschappen terughoudend omgaan met het benutten van de verruimingsmogelijkheden; 3. De werkgroep meent dat de gezamenlijke waterschappen ook in de toekomst naar een zo uniform mogelijk kwijtscheldingsbeleid moeten streven. In het Unierapport wordt alleen ingegaan op het kwijtscheldingsbeleid en wordt geen inzicht gegeven in verschillen tussen percentages verleende kwijtscheldingen tussen de verschillende waterschappen. Het enige wat genoemd wordt is, dat in bepaalde steden gelegen het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Hollandse Delta, Delfland en Rijland inmiddels sprake is van een situatie waarin 25% van de huurders als gevolg van kwijtschelding in het geheel geen belasting meer betaald. Verdere verruiming van de kwijtscheldingsmogelijkheden zal de belastingdruk voor de overige belastingbetalers alleen maar doen toenemen. In de Benchmark 2012 van de LVLB wordt aangegeven dat de ontwikkelingen op het gebied van kwijtschelding van lokale belastingen snel gaan. Door de huidige economische situatie loopt het aantal kwijtscheldingsverzoeken bij belastingsorganisaties snel op. Aangezien het kwijtscheldingsproces een arbeidsintensief proces is, biedt het Inlichtingsbureau (IB) bij het geautomatiseerd afdoen van verzoeken om kwijtschelding uitkomst. Sinds 2008 kunnen gemeenten via het IB geautomatiseerd laten toetsen of de situatie van burgers die in een voorgaand heffingsjaar kwijtschelding hebben ontvangen is gewijzigd. Vanaf 2010 kunnen waterschappen ook gebruik maken van deze toets. Op die manier kunnen 50%-60% van de huishoudens, die het voorgaande jaar kwijtschelding hebben ontvangen, op geautomatiseerde wijze kwijtschelding ontvangen. Dit scheelt burgers en lokale overheden veel werk. Een huishouden heeft recht op kwijtschelding van lokale belastingen als het voldoet aan bepaalde wettelijke criteria. Een groot deel van de kwijtscheldingsgerechtigden blijkt jaar in jaar uit in aanmerking te komen voor kwijtschelding. Daarom voert het IB een toets uit door gegevens van deze huishoudens te vergelijken met gegevens die bekend zijn bij het UWV, de Belastingdienst, en de RDW over inkomsten en vermogen. Met deze gegevens maakt het IB een inschatting of de betalingscapaciteit van een huishouden is veranderd. Bij gelijkblijvende omstandigheden kan de lokale overheid ambtshalve (op geautomatiseerde wijze) kwijtschelding verlenen. In 2012 kon aan 53% van de getoetste huishoudens geautomatiseerd kwijtschelding worden verleend. GBLT maakt voor de waterschappen Rijn en IJssel, Zuiderzeeland en Vallei en Veluwe gebruik van het IB. Het percentage geautomatiseerde kwijtscheldingen bedraagt 60% in 2012 en 2013. Voor Waterschap Regge en Dinkel kon nog geen gebruik worden gemaakt van de diensten van het IB omdat het IB toetst op een kwijtscheldingsnorm van 100 %. Voor de waterschappen Groot Salland, Velt en Vecht en Reest en Wieden heeft GBLT samenwerkingsovereenkomsten met nagenoeg alle inliggende gemeenten afgesloten. Deze gemeenten toetsten bij het IB en geven de uitkomsten door aan GBLT. 2/13

1.2 Benchmark In het Benchmarkrapport 2012 is onderstaande grafiek opgenomen waarin het aantal kwijtscheldingen per gemeente als percentage van het aantal inwoners wordt weergegeven. Hierbij dient opgemerkt te worden dat bovenstaande grafiek inzicht geeft in het percentage kwijtscheldingen afgezet tegen het aantal inwoners. Dus niet tegen het aantal opgelegde belastingaanslagen. De grote gemeenten ontvangen relatief het grootst aantal kwijtscheldingsverzoeken. Opvallend is dat in veel studentensteden het kwijtscheldingspercentage, met uitzondering van Utrecht, hoog is. De sociale structuur van de gemeenten of het samenwerkingsverband speelt een belangrijke rol in het aantal kwijtscheldingen. 3/13

Voor de GBLT waterschappen is voor het heffingsjaar 2012 in onderstaande grafiek weergeven het aantal kwijtscheldingen per waterschap als percentage van het aantal inwoners. WSZZL WSValVel Waterschap WSRIJ WSRD WSVV WSRW WSGS 0,00% 0,50% 1,00% 1,50% 2,00% 2,50% % kws t.o.v. aantal inwoners Voor de deelnemende gemeenten konden deze percentages niet worden weergegeven omdat de historische gegevens niet in bezit zijn van GBLT. Ten opzichte van het benchmarkrapport ligt het percentage kwijtschelding t.o.v. van het aantal inwoners een stuk lager dan de 4%. Het gewogen gemiddelde voor alle waterschappen bedraagt 1,34% (excl. WSRD vanwege de 95% kwijtscheldingsnorm). De belangrijkste oorzaak moet worden gezocht in het ruimer kwijtscheldingsbeleid dat gemeenten voeren ten opzichte van de waterschappen. Gemeenten staan dichter bij de burger en hebben een duidelijke rol op het gebied van het oplossen van financiële noodsituaties. Waterschappen zijn daarentegen functionele overheden zonder taken op sociaal-maatschappelijk gebied. 4/13

1.3 Prognose kwijtschelding Voor de waterschappen is in onderstaande grafiek ook de ontwikkeling c.q trend van het percentage verleende kwijtscheldingen ten opzichte van het aantal opgelegde aanslagregels watersysteemheffing ingezetenen (IH) weergegeven. % verleende kws t.o.v. aantal opgelegd IH % v e rle e n d e k w s t.o.v a a n s lag e n IH 6,00% 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% 2009 2010 2011 2012 2013 Heffingsjaar WSGS WSRD WSRW WSRIJ WSVV WSVal&Vel WSZZL Wat opvalt zijn de grote verschillen tussen de waterschappen. Het percentage verleende kwijtschelding varieert tussen 1,7% - 5,6 % ten opzichte van het totaal aantal opgelegde aanslagen voor de belastingsoort IH. Algemeen is een stijgende trend van het aantal toegewezen kwijtscheldingen waar te nemen. Dit wordt met name verklaard door de slechtere economische situatie. In bijlage 1 Overzicht kwijtscheldingen 2009 2013 wordt per waterschap het aantal eenheden verleende kwijtscheldingen voor de belastingsoorten zuiveringsheffing woonruimten, watersysteemheffing ingezetenen (IH), het aantal opgelegde aanslagen IH, het aantal v.e. verleende kwijtschelding per verleende IH en het percentage verleende kwijtscheldingen ten opzichte van het aantal opgelegde aanslagen IH. Een aantal verschillen tussen de waterschappen kunnen wel als volgt worden verklaard: 1. In 2010 stoppen meeliften met het Waterbedrijf WMD voor delen gelegen in de waterschappen Reest en Wieden en Velt en Vecht; 2. In 2009 voor waterschap Regge en Dinkel foutief overnemen van berekende kwijtscheldingen inliggende gemeenten ( 100% overnemen i.p.v. herberekenen naar 90% kwijtscheldingsnorm); 3. Samenwerking met nagenoeg alle inliggende gemeenten bij de waterschappen Reest en Wieden, Velt en Vecht en Groot Salland. Gemeenten geven toewijzingen kwijtschelding door aan GBLT en deze neemt over (Een Loket gedachte). Hierdoor is een hoger percentage kwijtschelding te verwachten; 4. Vanaf 2012 stoppen met meeliften Waterbedrijf Vitens waardoor voor de belastingschuldigen een beter inzicht ontstaat waarvoor en op welke wijze de aanslag betaald moet worden. Hierdoor is het aantal aanvragen kwijtschelding toegenomen. 5. Verschillen in sociale structuur van huishoudens tussen de waterschappen; 5/13

Op welke wijze het aantal verleende kwijtscheldingen zich gaat ontwikkelen in een meerjarenperspectief is afhankelijk van de economische ontwikkeling en gemaakte beleidskeuzes door het waterschap. Met behulp van de grafiek (% verleende kws t.o.v. aantal IH) kan een inschatting worden gemaakt van het percentage verleende kwijtscheldingen ten opzichte van het aantal opgelegde aanslagen IH. Het aantal eenheden (v.e.) verleende kwijtscheldingen voor de zuiveringsheffing woonruimten kan worden berekend door ingeschatte aantallen verleende kwijtscheldingen voor IH te vermenigvuldigen met een factor 2,0 2,2 (=verschillend per waterschap, zie bijlage 1) In onderstaande tabel wordt een prognose afgegeven van het aantal te verlenen kwijtscheldingen in 2014 in eenheden IH en ZH (v.e.). Prognose: Uitgangspunt Inschatting Aantal eenheden 2014 Aantal v.e. % verleende verleende kws 2014 Aantal IH per kws kws t.o.v. IH IH v.e. WSGS 152.000 1,90 4,50% 6.840 12.996 WSRW 90.000 1,93 4,40% 3.960 7.643 WSVV 81.500 1,94 5,30% 4.320 8.380 WSRD * 246.000 2,23??? WSRIJ 256.000 2,07 2,00% 5.120 10.598 WSValVel 425.500 2,02 3,10% 13.191 26.645 WSZZL 152.000 2,12 5,60% 8.512 18.045 * WSRD en WSVV zijn per 1 januari 2014 gefuseerd in Waterschap Vechtstromen. Hiermee wordt de kwijtscheldingsnorm voor ingezetenen in het oude gebied van WSRD verhoogd van 95% naar 100%. Welk effect en in welk temp deze beleidswijziging heeft is nu nog niet in te schatten. 1.3 Kwijtscheldingsbeleid deelnemers GBLT De deelnemers van GBLT voeren vanaf 2014 een redelijk uniform kwijtscheldingsbeleid In onderstaande tabel wordt een overzicht weergegeven voor welke belastingsoorten kwijtschelding kan worden aangevraagd en op welke wijze wordt omgegaan met de mogelijkheden om het kwijtscheldingsbeleid te verruimen. Deelnemer GBLT Kwijtscheldingsnorm Alle 100% waterschappen Dronten 100% Nijkerk 100% Leusden 100% Zwolle 100% Belastingsoorten waarvoor kwijtschelding kan worden aangevraagd Alle Zuiveringsheffing Verontreinigings- Ingezetenenheffing waterschappen heffing Dronten Afvalstoffenheffing Rioolrecht Hondenbelasting (voor maximaal 1 hond) Nijkerk Afvalstoffenheffing (max. 120,00) Rioolheffing gebruik 6/13

Leusden Afvalstoffenheffing Rioolrecht Hondenbelasting (voor maximaal 1 hond) Zwolle Afvalstoffenheffing Rioolheffing eigenaren Kwijtschelding voor kleine ondernemers Beleid Kosten kinderopvang als uitgaven Onderhoudsrechten graf Vrijgesteld banktegoed Alle Nee Nee Wettelijk Regulier waterschappen Dronten Nee Nee Wettelijk Regulier Nijkerk Nee Nee Wettelijk Regulier Leusden Nee Nee Wettelijk Regulier Zwolle Ja* Nee Wettelijk Regulier * gaat om zeer beperkt aantal ondernemers (<10) Kwijtscheldingsnorm voor AOW-ers Onder de term regulier kwijtscheldingsnorm voor AOW-ers wordt bedoeld dat de deelnemers van GBLT er niet voor gekozen hebben de normbedragen voor kwijtschelding voor mensen met een AOW uitkering te verhogen. Deze mogelijkheid is opgenomen in de ministeriële regeling Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen en is bedoeld om te voorkomen dat mensen die uitsluitend van een AOW uitkering leven in mindere mate in aanmerking komen voor kwijtschelding van lokale belastingen. De AOW bedragen worden ieder half jaar aangepast, waardoor de verschillen tussen de bijstandsnormen en de AOW-normen steeds groter worden. Wanneer wordt gekeken naar het gevoerde kwijtscheldingsbeleid van diverse inliggende gemeenten dan valt op dat deze zeer divers is. Het merendeel van de gemeenten heeft besloten om de netto kosten van kinderopvang als uitgaven van het huishouden mee te berekenen en hebben ook de normbedragen kwijtschelding voor mensen met een AOW-uitkering verhoogd. Een kleiner deel van de gemeenten heeft besloten om ook aan kleine ondernemers de mogelijkheid te beiden om kwijtschelding aan te beiden en het vrijgesteld banktegoed is verhoogd. Dat de gemeenten over het algemeen een ruimer kwijtscheldingsbeleid voeren is verklaarbaar omdat gemeenten veel meer dan waterschappen een duidelijke rol op het gebied van het oplossen van financiële noodsituaties hebben. Waterschappen zijn daarentegen functionele overheden zonder taken op sociaal-maatschappelijk gebied. Hierdoor wordt het voor GBLT steeds moeilijker om samenwerkingsmogelijkheden uit te nutten met gemeenten daar het kwijtscheldingsbeleid voor bepaalde groepen altijd wel verschilt waardoor een herberekening van de kwijtschelding moet plaatsvinden. 7/13

1.4 Ontwikkelingen bij het Inlichtingenbureau Het IB kan alleen bevraagd worden in de maanden oktober, november en december om te laten toetsen of aan een huishouden geautomatiseerd kwijtschelding kan worden verleend. Eind 2013 is een pilot afgerond waarin onderzocht is om de toets breder in te zetten. Het belangrijkste punt in de pilot is te onderzoeken of de toets ook maandelijks voor nieuwe aanvragen is in te zetten. De werking van de toets blijft in grote lijnen gelijk. Ten opzichte van de huidige toets wil het IB onder andere extra informatie leveren over bankproducten met per rekening het saldo, aanvullende informatie over het soort inkomsten, gegevens over voorlopige teruggaaf heffingskortingen van de Belastingdienst en gegevens van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) over inschrijving als student. Daarnaast wil het IB proberen op basis van enkel het Burgerservicenummer (BSN) te toetsen. Gemeenten en waterschappen hoeven dan niet langer zelf het huishoudtype te bepalen. Dat doet het IB aan de hand van een uitvraag bij de gemeentelijke basisadministratie (Verstrekkingsvoorziening GBA-V). Het gebruik van de GBA-V door het IB namens gemeenten en waterschappen moet echter wel eerst wettelijk worden geregeld. 8/13

2. Analyse Oninbaar 2.1 Oninbaar algemeen Tijdens het invorderingsproces kan op ieder moment blijken dat door uiteenlopende oorzaken het niet mogelijk is om de verschuldigde belasting of het restant hiervan te innen. De voornaamste redenen voor het oninbaar verklaren zijn: De belastingschuldige is vertrokken onbekend waarheen zonder achterlating van voor beslag vastbare zaken; De belastingschuldige is overleden en de erfgenamen zijn niet te achterhalen of hebben de erfenis verworpen; Als de belastingschuldige na rechtelijke uitspraak in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) terecht komt; Als het faillissement van de belastingschuldige is uitgesproken of het faillissement is opgeheven wegens gebrek aan baten; Indien akkoord is gegaan met een schuldsaneringsvoorstel tegen finale kwijting van de vordering; Uit onderzoek is gebleken dat de belastingschuldige geen verhaal biedt. Dat betekend dat de belastingschuldige onvoldoende inkomen heeft en de bezittingen een minimale waarde hebben en hier geen verandering in wordt verwacht; De invordering niet rendabel is. De kosten die gemaakt moeten worden om (het restant van ) de aanslag in te vorderen staan in geen verhouding tot de opbrengst. Het DB van GBLT kan op voorstel van de ambtenaar belast met de invordering een openstaande belastingaanslag geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren. Het daartoe strekkende besluit ontheft de ambtenaar belast met de invordering van de verplichting verdere pogingen tot invordering te doen. 2.2 Benchmark In het rapport Benchmark 2012 van de LVLB wordt onderstaande grafiek weergegeven. Hierin is opgenomen het percentage oninbaar heffingsjaar 2008 in 2012. 9/13

Uitgangspunt voor de opbouw van de grafiek is het oninbaar verklaarde bedrag over het heffingsjaar 2008 afgezet tegen het bedrag dat aan belastingaanslagen over het heffingsjaar 2008 is opgelegd. Hierbij zijn ook de openstaande vorderingen in 2012 over het heffingsjaar 2008 als oninbaar aangemerkt, vanuit de gedachte dat deze vorderingen na verloop van de jaren nauwelijks of niet meer in te vorderen zijn. Voor de GBLT waterschappen is dezelfde grafiek samengesteld. In deze grafiek is het percentage oninbaar heffingsjaar 2010 in 2013 opgenomen. Het heffingsjaar 2010 is het oudste jaar dat in het financieel pakket Exact van GBLT nog de volledige gegevens bevat ten aanzien van het netto opgelegde aanslagen en totaal oninbaar voor dat heffingsjaar. Percentage oninbaar heffingsjaar 2010 in 2013 WSZZL WSValVel Waterschap WSRIJ WSRD WSVV WSRW WSGS 0,00% 0,05% 0,10% 0,15% 0,20% 0,25% 0,30% 0,35% 0,40% 0,45% Percentage Voor de deelnemende gemeenten konden deze percentages niet worden weergegeven omdat de historische gegevens niet in bezit zijn van GBLT. Wat opvalt wanneer beide grafieken met elkaar worden vergeleken is dat: 1. Het gemiddelde percentage oninbaar bij de gemeenten bedraagt circa 0,6 % voor 2008 in 2012. Dit percentage is berekend na het verstrijken van de verjaringstermijn van 5 jaar. In de grafiek voor de waterschappen is de verjaringstermijn nog niet verstreken. De verjaring start vanaf het tijdstip na de laatste invorderactie; 2. Ook moet rekening worden gehouden met aanslagen voor een heffingsjaar die later worden opgelegd. De aanslag moet binnen drie jaar na het ontstaan de belastingplicht zijn opgelegd. Hierdoor is het mogelijk, dat een aanslag voor het heffingsjaar 2010 in 2013 (voor tijdvakbelastingen) wordt opgelegd. De verjaringstermijn loopt dan door tot en met 2018; 3. De percentages oninbaar heffingsjaar 2010 voor de waterschappen worden hoger in 2014 omdat in 2015 de verjaringstermijn pas verloopt (afhankelijk van dagtekening aanslag). 10/13

Het oninbaarheidspercentage kan beïnvloed worden door: - De sociale structuur van het waterschap; - Soort belasting die geheven wordt (eigenaren of gebruikersbelasting); - Faillissementen van grote bedrijven in een bepaald heffingsjaar; - Snelheid waarmee het invorderingsproces wordt opgestart; - Sturing op de invordering van grote bedragen. Bij GBLT zijn in het kader van het project gespreid en gecombineerd aanslagoplegging alle runnen voor aanmaningen en dwangbevelen ingepland zodat het invorderingsproces binnen 1 á 2 maanden na de vervaldatum wordt opgestart. Sturing op de invordering van grote bedragen vindt plaats door bewaking van storno s bij de automatische incasso s op grote bedragen en betekening van de hernieuwde bevelen voor grote bedragen in de volgorde groter dan 5.000, daarna groter dan 1.000 en daarna groter dan 500 door eigen deurwaarders van GBLT. 2.3 Prognose oninbaar Gezien de huidige economische situatie moet rekening gehouden worden met een toename van het percentage oninbaar. In de DVO met de deelnemers van GBLT is (nu nog) een percentage oninbaar opgenomen van kleiner dan 0,35%. Gezien de cijfers in de benchmark voor de gemeenten en het huidig gerealiseerde percentage oninbaar voor het heffingsjaar 2010 in 2013 (0,17 % tot 0,41%) voor de waterschappen is de inschatting dat in 2015 uitgekomen wordt op een percentage van 0,5 0,6 % voor het heffingsjaar 2010. Ieder jaar wordt in januari een ouderdomsanalyse uitgevoerd op de openstaande nog openstaande debiteurenposten van het voorgaande jaar en ouder voor de deelnemers van GBLT. In deze ouderdomsanalyse wordt op basis van de ouderdom van het totaal aan openstaande vordering een inschatting gemaakt welk bedrag mogelijk aan het einde van het jaar op oninbaar komt te staan. De procentuele ontwikkelingen voor het percentage oninbaar worden nauwgezet gevolgd en gerapporteerd in de periodieke bestuursrapportages. Bijlagen Bijlage 1: Overzicht kwijtscheldingen 2009 2013 per waterschap 11/13

Bijlage 1 : Overzicht kwijtscheldingen 2009 2013 Groot Salland 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 2013 zuiveringsheffing 11.868 11.679 11.978 13.354 12.874 13.250 watersysteemheffing ingezetenen 5.390 5.421 5.635 6.683 6.723 6.625 Aanslagen opgelegd IH 153.098 153.568 154.235 153.422 150.502 Aantal v.e kws / IH 2,20 2,15 2,13 2,00 1,91 % verleende kws t.o.v. IH 3,52% 3,53% 3,65% 4,36% 4,47% Regge en Dinkel 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 2013 zuiveringsheffing 10.475 4.977 5.156 7.983 9.997 10.200 watersysteemheffing ingezetenen 8.852 2.217 2.291 3.681 4.453 4.650 Aanslagen opgelegd IH 246.221 247.096 247.370 245.584 245.077 Aantal v.e kws / IH 1,18 2,24 2,25 2,17 2,25 % verleende kws t.o.v. IH 3,60% 0,90% 0,93% 1,50% 1,82% Reest en Wieden 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 2013 zuiveringsheffing 6.876 7.733 7.392 7.723 7.555 7.700 watersysteemheffing ingezetenen 3.576 3.847 3.675 3.923 3.898 4.050 Aanslagen opgelegd IH 89.334 88.854 89.385 89.633 89.619 Aantal v.e kws / IH 1,92 2,01 2,01 1,97 1,94 % verleende kws t.o.v. IH 4,00% 4,33% 4,11% 4,38% 4,35% Rijn en IJssel 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 2013 zuiveringsheffing 1.249 2.335 2.738 7.536 8.883 9.175 watersysteemheffing ingezetenen 350 1.048 1.234 3.487 4.281 4.575 Aanslagen opgelegd IH 255.144 256.817 256.948 255.664 255.175 Aantal v.e kws / IH 3,57 2,23 2,22 2,16 2,08 % verleende kws t.o.v. IH 0,14% 0,41% 0,48% 1,36% 1,68% Velt en Vecht 31-12-2012 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 2013 zuiveringsheffing 6.968 7.799 8.033 8.551 8.318 8.500 watersysteemheffing ingezetenen 3.215 3.798 3.969 4.223 4.273 4.250 Aanslagen opgelegd IH 81.279 80.844 81.111 81.381 81.082 Aantal v.e kws / IH 2,17 2,05 2,02 2,03 1,95 % verleende kws t.o.v. IH 3,96% 4,70% 4,89% 5,19% 5,27% 12/13

Vallei en Veluwe WVE + WSVEL 31-12-2009 31-12-2010 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 2013 zuiveringsheffing 12.534 15.065 21.748 25.100 25.677 26.000 watersysteemheffing ingezetenen 6.161 7.228 10.305 12.078 12.559 13.200 Aanslagen opgelegd IH WVE 245.156 247.763 250.064 249.929 WVEL 172.538 174.914 176.148 174.059 Totaal IH opgelegd 417.694 422.677 426.212 423.988 424.574 Aantal v.e kws / IH 2,03 2,08 2,11 2,08 2,04 % verleende kws t.o.v. IH 1,48% 1,71% 2,42% 2,85% 2,96% Zuiderzeeland 31-12-2009 31-12-2010 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 2013 zuiveringsheffing 12.736 14.871 18.110 18.379 15.991 18.000 watersysteemheffing ingezetenen 6.384 6.813 8.268 8.499 7.515 8.400 Aanslagen opgelegd IH 145.686 148.094 151.764 152.142 151.819 Aantal v.e kws / IH 1,99 2,18 2,19 2,16 2,13 % verleende kws t.o.v. IH 4,38% 4,60% 5,45% 5,59% 4,95% 13/13