baron ruzettelaan 35 8310 brugge tel (050) 36 71 71 fax (050) 35 68 49 www.wvi.be 05623 gemeente Oostrozebeke verzoek tot raadpleging RUP Carrosserie service plan_id: 37010_2,14_00009_00001 juli 2012
1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer... 3 2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan... 4 2.1. beslissing tot opmaak... 4 2.2. doelstelling... 4 2.3. situering van het plangebied... 4 2.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief... 4 2.5. afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht... 5 3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma... 6 3.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens... 7 3.2. de ruimtelijke ordening... 7 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora... 8 3.4. de energie- en grondstoffenvoorraden... 8 3.5. de bodem... 8 3.6. het water... 10 3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren...11 3.8. het geluid...11 3.9. het licht... 12 3.10. de stoffelijke goederen... 12 3.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed... 12 3.12. het landschap... 12 3.13. de mobiliteit... 12 3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren... 13 4. in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben... 13
1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer initiatiefnemer: Gemeente Oostrozebeke Ernest Brengierstraat 6 8780 Oostrozebeke contactpersoon: Diensthoofd grondgebiedzaken, Claudio Saelens: ruimtelijkeordening@oostrozebeke.be opdrachthouder: Wvi Baron Ruzettelaan 35 8310 Assebroek contactpersonen: Nele Vanderstraeten: n.vanderstraeten@wvi.be Ann Van Ackere: a.vanackere@wvi.be wvi juli 12 verzoek tot raadpleging 3
2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan Het RUP Carrosserie Service wordt opgemaakt voor het zonevreemd bedrijf Carrosserie Service, na het verlenen van een gedeeltelijk positief planologisch attest. Het bedrijf is gespecialiseerd in de verhuur en de verkoop van richtmallen en auto-onderdelen aan autoherstellers. 2.1. beslissing tot opmaak Bij gemeenteraadsbeslissing van 13 mei 2009 (in het kader van het raamcontract) werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP Carrosserie Service. 2.2. doelstelling De doelstellingen van het RUP Carrosserie Service zijn: uitvoering geven aan het planologisch attest zodat het historisch gegroeide bedrijf kan bestendigd worden op de huidige locatie. Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgenomen RUP er worden voorschriften op perceelsniveau geformuleerd inzake de ontsluiting, groenvoorzieningen, bouwhoogte, dakvormen, inplanting, enz..... kaart 1: Situering plangebied 2.3. situering van het plangebied het plangebied wordt begrensd door: in het noorden: de Leegstraat in het oosten: onbebouwd perceel, deel uit makend van de westelijke lintbebouwing in het zuiden: agrarisch gebied in het westen: aangrenzende bebouwing langsheen de Leegstraat. Het op te maken RUP omvat een bestaand bebouwingsweefsel deel uit makend van de lintbebouwing langsheen de Leegstraat. Het plangebied is gelegen ten westen van het centrum. De Leegstraat is een parallelle weg aan de invalsweg naar het centrum van Oostrozebeke (N357). het op te maken RUP Carosserie service bestrijkt een gebied van 43 a en 72 ca en wordt opgedeeld in volgende zones: art 1: zone voor kleinschalige bedrijvigheid, 24 a 49 ca, waarvan 8a 69 ca werden opgenomen in een deelzone voor schermgroen art 2: zone voor landschappelijke overgang, 9 a 41 ca art 3: zone voor ééngezinswoning, 9 a 82 ca 2.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief 2.4.1. mogelijke alternatieven Het GRS werd op 23 maart 2006 goedgekeurd door de Deputatie van West- Vlaanderen. Het planologisch attest onderzocht de afwegingscriteria omtrent de aanvaardbaarheid van verweving van functies in het hoofddorp Oostrozebeke. Voor die bedrijven met uitbreidingsbehoeften maar geen mogelijkheden ter plaatse en voor bedrijven die ruimtelijk niet inpasbaar zijn, wordt gekozen voor 4 verzoek tot raadpleging juli 12 wvi
een herlokalisatie op een lokaal bedrijventerrein. Het college van burgemeester en schepenen is van oordeel dat het bedrijf kan bestendigd worden op de huidige locatie. Een mogelijk alternatief is het bedrijf te herlocaliseren naar een ambachtelijke zone. Het college van burgemeester en schepenen kan echter op korte termijn geen herlocalisatie aanbieden. De gemeente stemt in (onder enkele voorwaarden) met een compacte uitbreiding op kort termijn. 2.4.2. nulalternatief Indien het RUP Carrosserie Service niet wordt opgemaakt, dan kan het bedrijf en de uitbreiding niet bestendigd worden. 2.5. afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht afbakening van het toepassingsgebied en de planmerplicht fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Bij plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma s: plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); plannen en programma s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van art. 36ter, 3, eerste lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.). Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. 4.2.1. plan-mer-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-mer worden opgemaakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben (art. 4.2.3. 3 D.A.B.M.) De administratie kan een plan dat van rechtswege plan-mer-plichtig is na een gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer het voorgenomen plan of programma ontheffen van de van de verplichtingen inzake milieueffectrapportage als de administratie oordeelt dat: Het voorgenomen plan of programma een uitwerking, wijziging, herziening of voortzetting inhoudt van een plan of programma waarvoor er reeds eerder een plan-mer werd goedgekeurd en een nieuw plan-mer redelijkerwijze geen nieuwe of extra gegevens betreffende aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten; of Indien in het kader van andere rapportages of beoordelingen reeds een systematische en wetenschappelijk verantwoord analyse en evaluatie van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu gemaakt werd die voldoet aan de essentiële kenmerken van een plan-mer. (art. 4.2.3. 3bis D.A.B.M.) Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004 (het valt wel onder rubriek 10a Industrieterreinontwikkeling-van de omzendbrief LNE 2011/1)), het regelt het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP is 43 a 72 ca, het houdt een kleine wijziging in (bestendiging bestaand bedrijf en uitbreiding bedrijfsgebouw met 784 m²), het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. In de buurt van het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden zodat er geen passende beoordeling vereist is. Het RUP heeft niet de bedoeling om een project te realiseren dat is opgenomen in de bijlage bij de Omzendbrief LNE 2011/1 Milieueffectbeoordeling en vergunningverlening voor bepaalde projecten ten gevolge van het arrest van het Hof van Justitie van 24 maart 2011 (C-435/09, Europese Commissie t. België) van 22 juli 2011. : Het RUP Carrosserie Service valt onder de screeningsplicht. wvi juli 12 verzoek tot raadpleging 5
3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed het landschap de mobiliteit de samenhang tussen de genoemde factoren Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op: de gezondheid en veiligheid van de mens de ruimtelijke ordening de biodiversiteit de fauna en flora de energie- en grondstoffenvoorraden het geluid het licht de atmosfeer de klimatologische factoren de bodem het water de stoffelijke goederen Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffectenschema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significant zijn wordt minder diep ingegaan. Ingreepeffectenschema: ingreep omvang in ruimte en tijd mens gezondheid Opp (m²) Duur Exploitatiefase verhuur en verkoop materiaal aan autoherstellers mens ruimt. aspecten lucht geluid en trillingen licht, warmte stralingen fauna en flora permanent N N N* N* N* N N* N N N* N N bodem water geur landschap mobiliteit erfgoed incl. archeologie N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S: (waarschijnlijk) significant effect T: tijdelijk effect P: permanent effect O: positief effect V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag 6 verzoek tot raadpleging juli 12 wvi
3.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens het doel van het RUP is om de bestemming van het gewestplan, namelijk woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied op te heffen en te bestemmen naar een zone voor kleinschalige bedrijvigheid en een zone voor ééngezinswoning. De zone voor landschappelijke overgang staat in functie van de buffering van de zone voor kleinschalige bedrijvigheid ten opzichte van het agrarisch gebied. het plangebied wordt gecategoriseerd onder gebiedsaanduidingen wonen en bedrijvigheid. er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plangebied aanwezig. binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. kaart 2: gewestplan kaart 3: herbevestigde agrarische gebieden (HAG) De huidige bedrijfsactiviteiten worden bestendigd. De magazijnen dienen voor opslag, van toestellen voor autoherstellers, de bijkomende veiligheidsrisico s hieraan verbonden zijn klein. De aanleg van de door de brandweer gevraagde brandweg zal de risico s bij brand beperken. De aanplanting van groenzones rond het bedrijf kan het bedrijf beter visueel in de omgeving inpassen en de visuele hinder beperken. In het RUP worden enkele maatregelen opgenomen in de voorschriften in functie van een goede ruimtelijke integratie ten aanzien van de aangrenzende bebouwing en het agrarisch gebied, zoals schermgroen en het groen in de landschappelijke overgang. De Vlarem- en ARAB wetgeving leggen bedrijven maatregelen op die de interne veiligheid en de externe veiligheid van het bedrijf moeten waarborgen. in de omgeving van het RUP liggen geen Sevesobedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven. het RUP vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootgesteld worden aan de risico s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen. de uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren. 3.2. de ruimtelijke ordening de kern van Oostrozebeke werd geselecteerd (PRS) als structuurondersteunend hoofddorp. het RUP is gelegen langs de Leegstraat ten westen van de kern Oostrozebeke. Dit deel van de Leegstraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door open/halfopen bebouwing. Ten noorden en ten westen wordt de ruimere omgeving gekenmerkt door bedrijvigheid. het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het planologisch attest. op de site is het bedrijf Carrosserie Service gelegen. Het bedrijf is gespecialiseerd in de verhuur en verkoop van richtmallen en auto-onderdelen aan autoherstellers. Het bedrijf wenst uit te breiden. wvi juli 12 verzoek tot raadpleging 7
De gewenste uitbreiding is gelegen in agrarisch gebied. het RUP bestendigt het bedrijf en de ondertussen gerealiseerde uitbreiding op kort termijn. Er worden bebouwingsvoorschriften opgenomen op perceelsniveau die werden opgesteld in functie van een optimale integratie en leefbaarheid van de aangrenzende woongebieden en agrarisch gebied. In het RUP worden enkele voorschriften opgenomen in functie van een goede ruimtelijke integratie. Het betreffen voorschriften op perceelsniveau betreffende de bouwhoogte, inplanting, schermgroen, groen ifv een landschappelijke overgang, enz..... geen aanzienlijk effect 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora binnen het plangebied van onderhavig RUP zijn geen biologisch waardevolle gebieden gelegen. Op ongeveer 100 m ten zuidoosten van het plangebied ligt een complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elemeneten (verruigd grasland en houtkant of oude heg met gemengd loofhout), een biologisch waardevol gebied (verruigd grasland met bomenrijen met dominantie van resp. populieren en al dan niet geknotte wilg en een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen (bebouwing in agrarische omgeving of losstaande hoeve, hoogstamboomgaard en houtkant met dominantie van haagbeuk. er bevinden zich geen habitat- of vogelrichtlijngebieden in de ruime omgeving het plangebied ligt niet in de omgeving van een gebied van het VEN/IVON Het bedrijf is gespecialiseerd in de verkoop en het verhuur van materiaal voor autoherstellers. In het bedrijf gebeurt vooral opslag. Dit zal geen aanleiding geven tot effecten op de biologisch waardevolle gebieden in de omgeving. De aanplant van groenbuffers kan een bijkomend habitat betekenen voor de fauna en flora. In het plangebied bevinden zich geen waardevolle fauna of flora die verloren dreigen te gaan. Er worden geen effecten verwacht op de biologisch waardevolle elementen in de omgeving. 3.4. de energie- en grondstoffenvoorraden In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden. De ontwikkeling van het plangebied heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect. kaart 4: biologische waarderingskaart 3.5. de bodem Het plangebied is op heden deels bebouwd (bedrijf en bedrijfswoning). Het zuidelijke deel is in eigendom van het bedrijf maar wordt momenteel gebruikt als tuin/weide. bodemkaart: droog zand landbouwtyperingskaart: het plangebied is gedeeltelijk gelegen in een gebied met hoge waardering (zuidelijk deel) GAS-kaart: Het plangebied behoort gedeeltelijk tot de gewenste agrarische structuur (zuidelijk deel) 8 verzoek tot raadpleging juli 12 wvi
erosiekaarten: het plangebied is niet gelegen in erosiegevoelige gebieden. VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBOactiviteiten gekend in het plangebied. in het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft. er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister. voor landschappelijke overgang is geen verharding toegelaten. Er wordt een groenscherm en beplanting in functie van een landschappelijke overgang verplicht. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Het RUP vormt niet het kader voor de bouw van nieuwe bedrijven met eventuele nieuwe VLARE- BO-activiteiten. Door het planopzet zal er een daling in het (mogelijk) landbouwareaal veroorzaakt worden. Deze daling is zeer beperkt. Bovendien zijn de gronden reeds in eigendom van het bedrijf en niet meer in agrarisch gebruik. De uitbreiding op kort termijn (conform het planologisch attest) werd reeds gerealiseerd. De verhardingen en bebouwing doet de infiltratiecapaciteit van de bodem afnemen. Hierdoor kan plaatstelijk verdroging optreden. De verhoogde afvoer van hemelwater kan leiden tot een verhoogde belasting van de ontvangende waterloop. kaart 6: landbouwtyperingskaart Het RUP laat geen bedrijvigheid, met mogelijke kans op bodemverontreiniging, toe. De bouwvolumes worden beperkt (conform het planologisch attest). In de zone voor kleinschalige bedrijvigheid werd een onverharde zone opgenomen (deelzone voor schermgroen). In de zone voor ééngezinswoning werden de bouwvolumes en verhardingoppervlaktes beperkt. In de zone kaart 5: bodemkaart kaart 7: gewenste agrarische structuur (GAS) wvi juli 12 verzoek tot raadpleging 9
kaart 8: Erosiegevoeligheid geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen 3.6. het water Door het plangebied stroomt geen geklasseerdewaterloop. Het plangebied behoort tot het bekken van aan de Leie en het deelbekken van de Devebeek. In de onmiddellijke omgeving van het plangebied bevinden zich geen acties van het bekkenbeheerplan. Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Het plangebied ligt niet in een oppervlaktewaterwingebied. In het plangebied liggen geen waterlopen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie. Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving. In de wijdere omgeving van het plangebied zijn er geen relevante meetpunten van de VMM: watertoetskaarten: het RUP ligt niet in een recent overstroomd gebied (ROG 2005) en niet in een risicozone voor overstromingen (afbakening 2006). De vallei van de Hulstebeek ten zuiden van het bedrijf is mogelijk overstromingsgevoelig. het RUP is niet gelegen in een (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied. De Mandelvallei ten noorden van het bedrijf is overstromingsgevoelig matig gevoelig voor grondwaterstroming. het plangebied is gecategoriseerd als infiltratiegevoelig gebied het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. zoneringsplan: Het plangebied is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied (groene cluster). Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld van afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen. Het overtollig hemelwater zal geloosd worden in het gemengd rioleringsstelsel langs de Leegstraat. In de toekomst zal deze aangesloten worden op de RWZI van Ingelmunster. Op dat moment zal de RWA moeten afgekoppeld worden. In het bedrijf wordt niets geproduceerd, dus eventueel bedrijfsafvalwater zal beperkt zijn in hoeveelheid en verontreinigingsgraad. Er kan een beperkte hoeveelheid huishoudelijk afvalwater geloosd worden. De geplande uitbreiding van het bedrijf zou een toename betekenen van 1 werknemer bovenop de huidige 4. Het huishoudelijk afvalwater zal geloosd worden in het gemengde rioleringsstelsel langs de Leegstraat. In de toekomst zal er aangesloten worden op de RWZI van Ingelmunster. In de toekomst zal het gemengde stelsen gescheiden worden waarbij de DWA zal aangesloten worden op de RWZI van Ingelmunster. Op dat moment moet het hemelwater apart afgevoerd worden naar een waterloop. Er dient een groenbuffer (zone voor schermgroen) aangelegd te worden rond de zone voor kleinschalige bedrijvigheid, er is geen verharding toegelaten in deze buffer. Er wordt eveneens geen verharding toegelaten in de zone voor landschappelijke overgang. De verharding en bebouwingsoppervlakte werd in de zone voor ééngezinswoning beperkt. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. 10 verzoek tot raadpleging juli 12 wvi
Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen. kaart 9: overstromingsgevoelig gebieden Luchtverontreiniging door de wagens van het personeelsleden en leveranciers (5 personeelsleden). Dit zal slechts een zeer beperkte mobiliteit geven. Aangezien het bedrijf is gespecialiseerd in de verkoop en het verhuur van materiaal voor autoherstellers en er dus geen productieactiviteiten zijn, wordt er hiervan geen effect verwacht op de luchtkwaliteit. Luchtverontreiniging door de verwarming en energieverbruik van gebouwen. kaart 10: infiltraitegevoelige gebieden kaart 11: grondwaterstromingsgevoelige gebieden 3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren Volgens het VMM-geoloket advisering RUP-thema lucht geldt er voor het plangebied het volgende: Het aantal overschrijdingen van de norm voor het PM10-daggemiddelde (2007-2009) bedraagt 68,67 (50,1-70) overschrijdingen van 50 µg/m³. Het PM10-jaargemiddelde (2007-2009) bedraagt 40,50 µg/m³ (40,1-45 µg/m³). Het NO 2 -jaargemiddlde (2007-2009) bedraagt 24,80 µg/m³ (20,1-25 µg/m³). De totale index (gemiddelde 2007-2009) bedraagt 9. De luchtkwaliteit in het plangebied is dus momenteel ongunstig voor fijn stof (zowel voor het aantal overschrijdingen van een daggemiddelde van 50 µg/m³ als voor het jaargemiddelde. Momenteel is er een bedrijf gelegen, gespecialiseerd in de verhuur en verkoop van richtmallen en autoonderdelen aan autoherstellers. Er is één eengezinswoning gelegen in het plangebied. EPB-regelgeving wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en gasketels Dit effect is eerder kleinschalig. 3.8. het geluid Lawaaihinder door de wagens van personeel en leveranciers (5 personeelsleden). Het bedrijf is gespecialiseerd in de verhuur en verkoop van richtmallen en autoonderdelen aan autoherstellers. Het betreft voornamelijk opslag van goederen. Deze activiteiten zullen geen lawaaihinder veroorzaken. Dit effect is eerder kleinschalig. wvi juli 12 verzoek tot raadpleging 11
3.9. het licht Het betreft de bestendiging van een bedrijf met recente uitbreiding. Het bedrijf veroorzaakt geen lichthinder. Keuze goede armaturen. Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen. geen aanzienlijk effect 3.10. de stoffelijke goederen Het terrein is momenteel in gebruik al bedrijf, nl. Carrosserie Service en een eengezinswoning. Bij het RUP wordt geen onteigeningsplan gevoegd. Het bestaande wordt bestendigd alsook de gerealiseerde korte termijn uitbreiding. geen aanzienlijk effect 3.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde monumenten gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde landschappen gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde dorpsgezichten gelegen. De hoeve Goed Ter Priem, Ooigemstraat 8 is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. In de Leegstraat zelf zijn in de omgeving van het bedrijf de Vrije Evengelische Kerk (nr. 208-210) en een kapel opgenomen (zonder nummer). Er zijn geen gegevens bekend over archeologische vondsten binnen het plangebied. De CAI vermeldt wel de hoeve Ter Priem ten zuidoosten van het plangebied als mogelijke middeleeuwse vindplaats. Op het bedrijventerrein Spookkasteel ten zuidwesten van het plangebied werden Romeinse en middeleeuwse sporen teruggevonden. Er is geen effect op het bouwkundig erfgoed in de omgeving. Vondsten moeten gemeld worden. geen aanzienlijke effecten 3.12. het landschap In het plangebied zijn geen ankerplaatsen. In het plangebied zijn geen relictzones. Het plangebied is enerzijds gelegen in het bebouwingslint langsheen de Leegstraat, anderzijds snijdt het plangebied beperkt in het agrarisch gebied. Beschrijving effect Het plangebied kan zich kwalitatief, volgens de voorschriften, ontwikkelen en ruimtelijk integreren in het landschap. Het schermgroen en zone voor landschappelijke overgang zal een positief effect hebben op het landschap. geen aanzienlijke effecten 3.13. de mobiliteit Bestaande ontsluitingswegen: Het plangebied is gelegen langs de Leegstraat. De belangrijkste ontsluitingswegen in de omgeving zijn de Ingelmunstersteenweg (N357) en de (in aanbouw zijnde) secundaire weg type I, de N382. Op vandaag ontsluit het bedrijf via de Leegstraat naar de Hulstestraat naar de N357. Via de N357 kan in westelijke richting de N50 bereikt worden die Kortrijk met Brugge verbindt. In oostelijke richting kan via De N357 Wielsbeke en Waregem bereikt worden. Op termijn zal de N382 vervolledigd worden ten zuiden van de kern van Oostrozebeke en zal deze weg als ontsluitingsweg dienst doen voor bovenlokale verbindingen. Deze secundaire as zal in hoofdzaak het zwaar verkeer uit de dorpen zoals Oostrozebeke moeten weghouden. De Leegstraat is een lokale weg type III en dus in hoofdzaak bestemd als straat voor erftoegangen, woonstraat, ed.. bestaande verkeersintensiteiten: Er zijn geen telgegevens beschikbaar over de Leegstraat. 12 verzoek tot raadpleging juli 12 wvi
MOW heeft een doorrekening uitgevoerd omtrent de aanleg van de N382. In deze doorrekening werd in hoofdzaak verkeer op de N357 in rekening gebracht. Tijdens de avondspits (drukste spits) treffen we ongeveer 660 pae per uur per rijrichting aan op deze as. De theoretische capaciteit van deze weg bedraagt 1000 pae per uur per rijrichting. De capaciteitsbenutting bedraagt 66%. Er is dus nog voldoende restcapaciteit. Wanneer de N382 zal aangelegd zijn, is het de bedoeling dat het merendeel van het verkeer verschuift naar deze as. In de doorrekening is dit duidelijk. De secundaire as zal tijdens de avondspits 735 pae per uur per rijrichting verwerken. Op de N357 blijft er een 300 pae per uur per rijrichting over. ontsluiting openbaar vervoer: De dichtsbijzijnde bushalte bevindt zich op het kruispunt N357 x Hulstestraat, halte De Pauw. De buslijn 81 die Roeselare verbindt met Izegem, Ingelmunster en Anzegem. De halte is op wandelafstand bereikbaar vanaf de firma en kan dus eventueel gebruikt worden door de werknemers. ontsluiting fietsas: Doorheen de gemeente loopt een centrale fietsas die de verschillende woongebieden met elkaar verbindt. De Leegstraat maakt deel uit van deze as. Door de bestendiging van het bedrijf ontstaan er geen bijkomende verkeersbewegingen. De bestaande verkeersbewegingen bestaan uit: 5 medewerkers - woon-werkverkeer goederenbewegingen - beperkt Wanneer de N382 gerealiseerd is, is het de bedoeling dat ook het goederenverkeer van de firma gebruik maakt van deze route voor haar bovenlokale leveringen. Alleen voor lokale leveringen te Oostrozebeke kan de N357 nog gebruikt worden. Via tonnagebeperkingen en handhaving kan dit bewerkstelligd worden. Het woon-werkverkeer zal kunnen blijven ontsluiten zoals op vandaag gebeurt. geen effect 3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren geen aanzienlijk effect 4. in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Het betreft het opstellen van stedenbouwkundige voorschriften voor reeds bestaande bebouwing. Het betreft eveneens het herzien van de bestemming. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 43 a en 72 ca. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden. Relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, 1, 5 van het DABM. Het plan betreft het opstellen van stedenbouwkundige voorschriften in functie van het bestendigen van de bestaande toestand voor het bedrijf dat gelegen is in het plangebied. De voorschriften vertalen eveneens maatregelen i.f.v. leefkwaliteit en beeldkwaliteit van de aangrenzende bebouwing, die opgenomen werden in het planologisch attest van het bedrijf. Het bedrijf had in de huidige bestemming geen uitbreidingsmogelijkheden. De kortetermijn uitbreiding (positief attest) werd reeds vergund en gerealiseerd. De mobiliteit en de verwarming van de gebouwen zullen (zeer beperkt) bijdragen aan de luchtverontreiniging. De auto s en bestelwagens zullen een beperkte mobiliteit en lawaaihinder met zich meebrengen. De verminderde infiltratie van hemelwater in de bodem zijn permanente effecten, die echter gemilderd worden door de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en de voorschriften van het RUP. wvi juli 12 verzoek tot raadpleging 13
Er worden geen negatieve effecten verwacht op de gezondheid en de veiligheid van de mens, de fauna en de flora, de energie- en grondstoffenvoorraden en de het (archeologisch erfgoed). Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten moeten verwacht worden. 14 verzoek tot raadpleging juli 12 wvi