Hoofdlijnen Burgerinitiatief Actieplan Sociale Zekerheid Rotterdam



Vergelijkbare documenten
1. Het overleg met wethouder Maarten Struijvenberg vond plaats op 11 december

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed

Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Flevoland

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep;

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Beschut werk in Aanleiding

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Werk, inkomen. sociale zekerheid

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Gevraagde Beslissing: Inleiding Beoogd effect

Een nieuwe taak voor gemeenten

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

agendanummer afdeling Simpelveld VII- IBR 13 februari 2014 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Simpelveld

VOORSTEL AAN DE RAAD. Uitvoeringsplan Wet Werk en Bijstand Volgnr Portefeuillehouder wethouder B. van Vessem

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december Beleidsplan Re-integratiebeleid

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer

Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Advies. Pilot Loonkostendispensatie

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, (t.a.v. J.van Bragt)

Kenmerk gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

De Participatieraad heeft kennis genomen van beide verordeningen en kan zich verenigen met de inhoud ervan.

Tussentijds advies Arbeidsmarkt Noord-Nederland

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks

Advies van de WMO adviesraad Weesp inzake de Participatienota Stichtse Vecht, Wijdemeren en Weesp (versie 24 september 2014 )

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Nederweert 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Beschut werk Participatiewet. Gevraagde Beslissing:

Verordeningen Participatiewet

Transitieplan. 12 september 2013

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, Wmo en Jeugdwet gemeente Kampen

Nummer (gewijzigd) Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE 2015

Raadsvoorstel Zeewolde

Advies Uitvoeringspanel

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Aan het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlem

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Alkmaar. gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Alkmaar;

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie Reg.nummer: 2014/379169

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d. 30 mei 2017

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Verordening loonkostensubsidie gemeente Overbetuwe 2015

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

b e s l u i t : 2. vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Gooise Meren 2016

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Sociale werkbedrijven de toekomst

Subsidieregeling aanpak jeugdwerkloosheid regio Midden Brabant

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/4

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Rijk van Nijmegen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Reactie Landelijke Cliëntenraad op wetsvoorstellen VN-verdrag rechten mensen met een beperking

Aanvraag experimenten Participatiewet

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Doetinchem 2015

Uitwerken/introduceren nieuwe (beleids-)instrumenten;

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan)

Agendapunt. Registratienummer Kopie aan afdeling Akkoord Bespreken Kopie Openbaar. Burgemeester

Participatiewet. 1 januari 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober [nummer];

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet

Advies met betrekking tot het Vertrouwensexperiment met de bijstand

Nr Houten, 17 maart In te stemmen met de vier beslispunten zoals verwoord in de Kadernota reintegratie.

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september Edith van Ruijven

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017

Notitie. Pagina 1 van 5. Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018

Voorstel raad en raadsbesluit

Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten

Ondernemingsraden maken afspraken over duurzame garantiebanen voor arbeidsbeperkten. Gabbie van der Kroef, trainer-adviseur SBI Formaat

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Wajongers aan het werk met loondispensatie

INLEIDING. 1 Inleiding

Verordening cliëntenparticipatie WerkSaam Westfriesland 2015

Verordening loonkostensubsidie arbeidsbeperkte

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In afschrift: RvC Empatec. Van: Stuurgroep Werk Vermogen! Datum: 03 juni 2014 Betreft: Eindevaluatie Pilot Pastiel.

Agendanr.: 9 Voorstelnr.: RB Onderwerp: Aanpassingen Verordeningen in het kader van de Participatiewet Programma: Programma 4

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Argumenten 1.1 Er wordt voorgesteld om geen doelgroepenbeleid te voeren

Nieuwe kans op extra instroom

RAADSVOORSTEL. Rekenkamerrapport 'Werk aan de winkel met het re-integratiebeleid. Aan de leden van de raad,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014;

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Stein

Participatiewet. Gezamenlijke Raadsbijeenkomst, 14 en 26 mei 2014

A1j. / ja nee NOORDENVELD. Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggevende. Datum. 6 juni Afdeling R&S. Noël Weisenbach. Opsteller.

Transcriptie:

Hoofdlijnen Burgerinitiatief Actieplan Sociale Zekerheid Rotterdam

Hoofdlijnen Burgerinitiatief Actieplan Sociale Zekerheid Rotterdam Werktitel Pilot 29-9-2014 Een voorstel voor een pilot van 1 juli 2015 tot 1 oktober 2017 op het terrein van: * Inkomen voor werkenden in de flexibele schil van de arbeidsmarkt met recht op aanvullende uitkering; * Re-integratie in samenwerking met in Rotterdam gevestigde bedrijven en onderwijsinstellingen. De hoofdlijnen van deze pilot zijn vastgesteld tijdens een rondetafelconferentie op 29-9-2014 op het stadhuis Rotterdam, waaraan werd deelgenomen door Rotterdamse burgers, in Rotterdam gevestigde bedrijven en opleidingen, alsmede bestuurders van vakbonden, sociale advocaten, wetenschappers en landelijke adviserende partijen (Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, Stichting van de Arbeid en Landelijke Cliëntenraad). De deelnemerslijst treft u hierna aan. De conferentie stond o.l.v. John Berends, nu burgemeester van Apeldoorn maar in de vorige eeuw landelijk verantwoordelijk voor politieopleidingen, o.a. t.b.v. Rotterdam Rijnmond. Als zodanig was hij betrokken bij het Gastveiligheidsproject voor ID-ers, die werden opgeleid voor vacatures (niveau MBO 2, 3, en 4) bij particuliere beveiliging, gevangeniswezen en politie. De Belangenvereniging ID Rotterdam, zet het werk van deze ID-ers voort. Hoofdconclusies rondetafelconferentie: 1. Werken naar vermogen is ook in het 2 e decennium van de 21 e eeuw in Rotterdam mogelijk. 2. Alleen een innovatiestrategie, bijvoorbeeld een pilotaanpak, kan voor een sprong voorwaarts zorgen. Dit door al werkend, rekening houdend met de belangen van alle betrokken partijen, het systeem voor uitvoering van de Participatiewet zo effectief en efficiënt mogelijk in te richten. Het te ontwikkelen systeem moet de doorstroom naar regulier duurzaam werk faciliteren én mag het handhaven van de rechten en plichten van de betrokken burgers zeker niet in de weg staan. Rotterdam 12-10-2014 Penvoerder Belangenvereniging ID Rotterdam Postbus 22412, 3003 DK Rotterdam E. Mail Belangenvereniging ID Rotterdam <secretaris@idrotterdam.nl> KvK 24408437 1

Inhoudsopgave Inhoudsopgave. 2 Voorwoord.. 3 Participerende partijen. 5 Hoofdlijnen Burgerinitiatief Actieplan Sociale Zekerheid Rotterdam.. 8 Samenvatting van het voorgenomen Burgerinitiatief Actieplan Sociale Zekerheid Rotterdam 19 De eerste uitwerking van de hoofdlijnen wordt op 13-11-2014 verzonden aan de Raadscommissie WIPV t.b.v. haar vergadering van 19-11-2014, waarin deze uitwerking van de pilot zal worden toegelicht. Bijlagen 1. Ontwerp voorschotmodel de flexibelen. 32 Dit model is op verzoek van de Raad opgesteld door professor Willem Konijnenbelt. 2. Artikel 84 Gemeentewet. 35 3. Raadsbesluit 14 R 267 d.d. 13 februari 2014. 37 4. Plan Intersectorale Mobiliteit Ouderen (IMO) 1 42 5. Investeren in verborgen talenten, prof. dr. Justus Veenman.. 49 6. Presentatie De Werkkamer, Eddy Haket 29-9-2014.. 56 1 De Sociale Dialoog Rotterdam, een strategisch orgaan, is een initiatief van Mainport Rotterdam. In dit orgaan participeren: de voorzitter van Deltalinqs (een werkgeversvereniging van Haven- en Industriële bedrijven), bestuurders van FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen alsmede het College van B&W Rotterdam met 2 wethouders. Dit orgaan heeft de IMO aanpak als uitgangspunt voor haar sectorplan aanvaard. Dit is ook door de voorzitter van Deltalinqs in zijn voorwoord vastgelegd in het voor bekostiging aan de minister/agentschap aangeboden sectorplan van Mainport Rotterdam mei 2014. 2

Voorwoord Met gepaste trots biedt de Belangenvereniging ID Rotterdam, als penvoerder, u de hoofdlijnen aan van het Burgerinitiatief Sociale Zekerheid Rotterdam, dat wij als werktitel hebben meegegeven Pilot 29-9-2014 Op het terrein van de Sociale Zekerheid nam Rotterdam In de jaren 80 van de vorige eeuw nationaal en internationaal het voortouw bij het ontwikkelen van baanbrekende concepten. En met de voorzitter van de rondetafelconferentie weten de betrokken partijen zeker dat Rotterdam dat nog steeds kan. Niet lullen maar poetsen, zoals één van de aanwezige vakbondsbestuurders de voorzitter aanvulde. Naast de beschikbare goede voorbeelden en naast de tijdens de rondetafelconferentie van 29-9-2014 gebleken grote belangstelling én grote eensgezindheid zijn de hierna vermelde factoren voor de Vereniging aanleiding er met klem bij de Rotterdamse Raad, het Rotterdamse College op aan te dringen deze pilot te doen starten. Deze factoren zijn: 1. 2015 is een cruciaal moment voor Rotterdam en haar inwoners De 2 e maasvlakte is gereed, mogelijk trekt de economie voorzichtig aan. * Zal het Rotterdam, anders dan de afgelopen 30 jaar, ditmaal wél lukken van deze economische ontwikkeling te profiteren? * Zal Rotterdam, net als in de laatste twee decennia van de vorige eeuw, weer nationaal en internationaal op het terrein van de Sociale Zekerheid een voortrekkersrol gaan vervullen? 2. Aan de voorwaarden om snel een voortrekkersrol op te pakken wordt voldaan * De lange termijn visie is verwoord en aanvaard in de Havenvisie 2030 * In het Collegeprogramma is zowel vastgelegd dat (1) Rotterdam de meest innovatieve stad is als dat (2) de knelpunten op de arbeidsmarkt tezamen met bedrijven en opleidingen, op alle onderwijsniveaus, zullen worden opgelost. * De vorige Raad heeft (op advies van de Rotterdamse Rekenkamer) met besluit 14 GR 267 op het terrein van re-integratie reeds een aantal essentiële beslissingen genomen. 3. Dit burgerinitiatief biedt de steun om deze voortrekkersrol tot een succes te maken. Wij zijn met velen. * Rotterdamse burgers die participeren in cliënten- en adviesraden, in Sociale Allianties en in organisaties als de Belangenvereniging ID Rotterdam. * Rotterdamse bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de stad en haar inwoners willen nemen. * Rotterdamse MBO-opleidingen, opleidingsbedrijven en anderen die hun expertise met de succesvolle - door minister van OC&W en COLO onderscheiden - Verborgen Talenten aanpak inbrengen 2 * Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, Stichting van de Arbeid, Landelijke Cliëntenraad alsmede de wetenschap die als adviseurs, gedeeltelijk om niet, hun expertise inbrengen. 2 De beide uitvoerende ROC s kregen destijds voor deze aanpak van de minister van OCW de 1 e prijs voor innovatie, van de COLO de 2 e prijs voor afstemming op werkgevers. 3

Ons gezamenlijke verzoek: Aanvaard deze bijdrage en.. laten we samen aan de slag gaan! Namens allen Wim Sijbranda Vice voorzitter Belangenvereniging ID Rotterdam 4

Participerende partijen Lijst van personen/instanties uitgenodigd voor de rondetafelconferentie van 29 september 2014 als potentiële participant, of als adviseur aan het burgerinitiatief Actieplan Sociale Zekerheid Rotterdam Voorwoord 1 *Als adviseur zijn de landelijke partijen uitgenodigd: Stichting van de Arbeid en Vereniging Nederlandse Gemeenten, samen de Landelijke Werkkamer vormend, alsmede de Landelijke Cliëntenraad. * Als adviseur zijn tevens wetenschappers (o.a. gemeenterecht, economie, sociale zekerheid) uitgenodigd. Omdat professor Willem Konijnenbelt reeds een model heeft ontworpen en daarover een inleiding gehouden is, in dit stadium van besluitvorming, alleen zijn naam vermeld. * Als potentiele participanten zijn door de initiatiefnemers (vakbonden, sociale advocaten, Belangenvereniging) naast de cliëntenraden en aanverwante organisaties in de eerste plaats bedrijven en opleidingen uitgenodigd. Toelichting * Direct na het overleg 29-9-2014 hebben meer sociale advocaten laten weten bereid te zijn een actieve functie te willen vervullen. De meer definitieve lijst komt bij de stukken van 13/11 voor commissie WIPV. * Het overleg met de aanwezige bedrijven over hun deelname en de vorm waarin is nog niet afgerond. Ook deze gegevens komen in de stukken van 13/11 voor commissie WIPV. Ook het overleg met de niet genoemde zorgwerkgevers loopt nog. * Bij personen, die om (agenda)technische reden niet aanwezig konden zijn, maar wel willen meewerken, is dit achter hun naam aangegeven. Voorwoord 2 De leden van de Raadscommissie WIPV zijn als toehoorders uitgenodigd. Zij werden door de voorzitter in de gelegenheid gesteld vragen aan de inleiders te stellen. Voorzitter overleg 1. John Berends, burgemeester Apeldoorn. Sprekers 2. Wim Sijbranda, Belangenvereniging, initiatiefnemer, opening rondetafelgesprek 3. Prof. Willem Konijnenbelt, oud-lid Raad van State, opsteller voorschotmodel De flexibelen, als adviseur 4. Eddy Haket, Stichting van de Arbeid, presentatie Landelijke Werkkamer, als adviseur 5. Peter Koppe, Vereniging Nederlandse Gemeenten, eveneens lid Landelijke Werkkamer, als adviseur, aanwezig voor beantwoorden van vragen. 6. Piet van der Laan, mede-ontwikkelaar IMO aanpak/politie 3, als adviseur 7. Gerrit van der Meer, voorzitter Landelijke Cliëntenraad, als adviseur 8. Ronald Zwiers, Sociale Advocaten mede-initiatiefnemer, verhinderd, werkt wel verder mee. 9. Marlieze Warnaar, FNV, bestuurder o.m. belast met regionale werkkamer, mede-initiatiefnemer, afsluiting rondetafelgesprek. Werkgevers Haven, Industrie en Techniek, en initiatiefnemers IMO 10. Steven Lak, voorzitter Deltalinqs, ondernemersorganisatie voor haven en industrie. 3 Piet van de Laan (MSc) was (plv) hoofd Landelijke Selectiecentrum Politie, onderdeel van Landelijk Selectie- en Opleidingscentrum Politie (LSOP). De heer Van der Laan is nu in opdracht van het LSOP verantwoordelijk voor de beoordeling/kwaliteit van de minor scripties veiligheid van studenten bij de verschillende hogescholen. 5

11. Pem Kubbe, UNETO/VNFI en voorzitter stuurgroep masterplan CGO Zuid Holland, een samenwerkingsverband tussen Onderwijs (MBO, HBO, VMBO) en bedrijfsleven. 12. dhr. J. Derijck, FNV bondgenoten, Initiatiefgroep IMO, verhinderd, werkt desgevraagd verder mee. 13. dhr. T. Kalmar, KPMG, Initiatiefgroep IMO, verhinderd, werkt desgevraagd verder mee. Mede ontwikkelaars IMO aanpak Piet van der Laan, medeontwikkelaar IMO aanpak/politie, adviseur 14 dhr. S. Verhallen, manager Staatsexamens NT2, adviseur verhinderd, bereid verder mee te werken 15. dhr Ivo Kuypers, penvoerder Baliegroep, adviseur verhinderd, bereid verder mee te werken, stuurde de voorzitter een memo over de noodzaak van op-/omscholing, opgenomen in het verslag. MBO-, HBO-opleidingen zijn mede IMO ontwikkelaar en ook bereid de pilot uit te voeren 16. dhr. Van der Vis, Albeda College 17. mevr. J. Dingemans, Albeda College 18. mevr. A. Kain, ROC Zadkine, vervangen door mevrouw Karin Lers (Albeda College) 19. dhr. H.A.J Reul, Hogeschool Rotterdam Cliëntenraden en ander belangenorganisaties Rotterdam Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam 20. dhr. A. Jansen, voorzitter WSW Adviesraad 21. dhr. M. de Gelder, voorzitter 22. dhr. C. Lafeber, ambtelijk secretaris WSW Adviesraad SPA 22 23. mevrouw C.A.J. Scheffer van Schaik, voorzitter 24. mevr. C. van Bavel Rotterdamse Sociale Alliantie 25. dhr. H. Goosen Sociale Activering en gemeente 26. dhr. W. Rietman, Factor M en andere met hen samenwerkende bedrijven als SDW, vroeger Onbenutte Kwaliteiten, verhinderd, bereid verder mee te werken. 27. dhr. H. van Brakel, vervangen door mevrouw Saskia den Heijer, Sociale Raadslieden 28. dhr. K. Wassink, Gemeente Rotterdam, waarnemer UWV 29. mevr. R. Schuiling, district-manager UWV Werkbedrijf Rijnmond, verhinderd, wel bereid verder mee te werken Wetenschap Prof. Willem Konijnenbelt 6

FNV/ initiatiefnemer Marlieze Warnaar, FNV, bestuurder o.m. belast met regionale werkkamer 30. Tjebbe Verra, kaderlid FNV lokaal 31. Pieter Visser, bestuurder tevens kaderlid FNV lokaal 32. Pim Smit, bestuurder 33. Peter De Haan, bestuurder, verhinderd, werkt verder mee. Sociale Advocaten dhr. mr. Ronald Zwiers, MHZ advocaten 34. mevr. mr. Jeanette Berkouwer, Berkouwer advocaten 35. dhr. mr. R.S. Wijling, Advokatenkollectief 36. mevr. mr. I. Aynan, Advokatenkollectief Belangenvereniging ID Rotterdam initiatiefnemer Wim Sijbranda 37. Betty de Ruijsscher 38. K.R. de Jong, adviseur Belangenvereniging Raadsleden Commissie WIPV (uitgenodigd, toehoorders) 1. mevr. I. Hoogveld, Leefbaar Rotterdam 2. dhr. NN, Leefbaar Rotterdam 3. mevr. G. Eeuwijk, D66. 4. mevr. D. Knieriem, CDA 5. mevr. J. Baljeu, VVD. 6. mevr. J. Strörman, SP 7. dhr. C. Gonçalves, PvdA 8. mevr. P. Wijntuin, PvdA 9. mevr. Roest, burgerlid Groen Links, verhinderd 7

Hoofdlijnen Burgerinitiatief Actieplan Sociale Zekerheid Rotterdam Considerans Rotterdamse burgers, in Rotterdam gevestigde bedrijven, opleidingen, bestuurders van vakbonden alsmede sociale advocaten, wetenschappers en landelijke adviserende partijen (Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, Stichting van de Arbeid en Landelijke Cliëntenraad) op 29 september op het stadhuis in Rotterdam bijeen, of op die dag verhinderd maar die voor 14/10 4 aan de initiatiefnemers hun instemming hebben betuigd laten weten: bereid te zijn onderling en in samenwerking met de gemeente Rotterdam, het UWV, de rijksoverheid en andere gemeenten in de arbeidsmarktregio Rotterdam-Rijnmond, in de vorm van een pilot, op de hierna genoemde deelterreinen, de invoering van de Participatiewet te faciliteren door: zelf taken uit te voeren; te adviseren en/of re-integratie-instrumenten te helpen ontwikkelen. Zij willen dit doen in de vorm van een pilot, die als werktitel heeft meegekregen: Rotterdam neemt, in aller belang, het voortouw bij werken naar vermogen. Specifieke overwegingen bij dit burgerinitiatief Overweging 1: De noodzaak van intersectorale op-/omscholing van werklozen voor toekomstige geschoolde vacatures Sinds de derde dinsdag van september 2014 wordt door de Regering en de Sociale Partners, ter oplossing van fricties op de arbeidsmarkt, niet alleen deze op-/omscholing ter vervulling van toekomstige MBO 3-4 /HBO vacatures erkend, maar ook gefaciliteerd met deeltijd-ww en 200 miljoen voor opleidingskosten. De Belangenvereniging ID Rotterdam en haar voorgangers hebben samen met in Rotterdam gevestigde bedrijven en bestuurders van vakbonden vanaf 1998 5 voor deze aanpak gepleit. Tijdens de rondetafelconferentie werd voor deze op-/omscholing gepleit door respectievelijk de Stichting van de Arbeid (STA), de Landelijke Cliëntenraad (LCR) en de penvoerder van de Baliegroep (per memo aan de voorzitter omdat hij was verhinderd). De aanwezige woordvoerder van de politie hoefde niet aan het woord te komen. Dit omdat de voorzitter naar aanleiding van de reacties op de inleiding door de STA reeds kon vaststellen dat alle potentiële participanten op- /omscholing in het burgerinitiatief willen opnemen. Reden waarom op deze plek met name de Stichting voor de Arbeid wordt bedankt dat zij het voortouw in deze heeft genomen en samen met deze regering het besluit 4 Op 14 oktober worden door de Raadscommissie begrotingszaken de burgerinitiatieven voor het begrotingsjaar 2015 in ontvangst genomen, waaronder in principe ook dit initiatief. De lijst van participanten tot 4/10 is als bijlage toegevoegd. Met een aantal is nog overleg gaande. 5 In 1998 pleitten de ID-ers van het Gastveiligheid project, ondersteund door de voorzitters van de deelgemeenten in de Raad, er voor alle ID-ers werkzaam voor Multi-bedrijven (Rotterdam Veilig) in de gelegenheid te stellen geschoold te worden voor de vacatures in de sector veiligheid (politie, gevangenis wezen particuliere beveiliging). In 2005 pleitten 2000 ID-ers op de stoep van het stadhuis voor een van werk naar werk aanpak. In 2007 stelde de Vereniging aan de Raad en de wethouder voor het onderzoek uit het akkoord van 19-5-2005 op de dragen aan SEOR/Erasmus universiteit met het doel een oplossing te zoeken voor de gerezen problemen rond de op-/omscholing. 8

heeft genomen studeren met behoud van uitkering (deeltijd WW) t.b.v. intersectorale op-/omscholing (met 50% publieke en 50% private financiering van opleidingskosten) uit te werken, waardoor dit onderdeel in dit burgerinitiatief kan worden opgenomen. Overweging 2 Voor alle uitkeringsgerechtigden, vallend onder de Participatiewet, loont werk altijd In de per 1-1-2015 van kracht wordende Participatiewet is onder artikel 18, 4 e lid onder c niet alleen het begrip naar vermogen opgenomen. Nee, onder het onderdeel individuele inkomenstoeslag is over het onderdeel vrijlating inkomen uit werk bij medische urenbeperking opgenomen dat 15% van het loon, tot een maximum van 124 per maand, niet op het inkomen in mindering behoeft te worden gebracht. De Belangenvereniging ID Rotterdam pleit al sinds 2012 voor een systeem van verrekening van inkomsten uit werk, waarbij de betrokken burger (werkzaam in de flexibele schil met een inkomen lager dan het minimumloon) er zeker van is dat hij/zij, op het eind van iedere maand, ten minste een bedrag ontvangt gelijk aan de WWB om de vaste lasten te betalen en daarbovenop een extra bedrag ontvangt voor de z.g. verwervingskosten. Dit is de reden waarom professor Willem Konijnenbelt, met twee collega-wetenschappers op het terrein van het Sociale Zekerheidsrecht, t.b.v. de Rotterdamse Raad een proefmodel heeft opgesteld. Omdat de gemeente Rotterdam het toen niet opportuun achtte op dat terrein een voortrekkersrol te vervullen, heeft Professor Konijnenbelt de Landelijke Cliëntenraad toestemming gegeven het model te gebruiken in hun overleg met het ministerie SZW en de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Stichting voor de Arbeid (St.v.d.A.). Dit met het doel tezamen met alle betrokken partijen bij voorrang dit landelijke regeltechnische probleem van deeltijdwerkers/annex WWB-ers op te lossen. De Vereniging weet dat dit overleg nog niet is afgerond. De Vereniging ziet deze 15%-regeling als een eerste stap. Tijdens de rondetafelconferentie, waar professor Konijnenbelt ter toelichting van het model aanwezig was, kon de voorzitter (zoals onder punt 2 opgenomen) het volgende constateren. Niet alleen prof. Konijnenbelt maar alle participanten zijn het er over eens, dat: A: Het model Konijnenbelt in het burgerinitiatief moet worden opgenomen. B: De voorgestelde proefperiode van twee jaar noodzakelijk is om, in de praktijk van alledag, voor alle problemen regeltechnische oplossingen te ontwikkelen. Het model Konijnenbelt minimaliseert al de kans op substantiële terugvorderingen omdat als aftrekpost wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen, volgens de polisadministratie van UWV, van de drie maanden voorafgaand aan de maand waarover de WWB wordt betaald. Eén van de aanwezige advocaten stelde o.a. de problemen aan de orde van voorschotten bij schuldsanering en loon-/uitkeringsbeslag. Deze genoemde activiteiten van de LCR, en de genoemde conclusies van de voorzitter zijn voor de Vereniging reden om op deze plek de LCR te bedanken voor haar voortrekkersrol naar regering en VNG. Ook wil de Vereniging op deze plaats de mede initiatief-nemende sociale advocaten bedanken voor hun inbreng op 29/9, maar meer nog voor de actieve functie die zij in dit burgerinitiatief willen gaan vervullen. Overweging 3 9

Vraaggerichte inrichting werkbedrijven en SROI als instrument naar duurzaam werk Een onderdeel van de per 1-1-2015 van kracht wordende Participatiewet vormen de 35 arbeidsmarkt regio s. Op 29 januari 2014 hebben VNG en Stichting van de Arbeid, samen de Landelijke Werkkamer vormend, uitgangspunten opgesteld voor een mogelijke inrichting van de Werkkamers in de 35 arbeidsmarkt regio s. Deze uitgangspunten moeten de uitvoering van het Sociaal Akkoord d.d. 11 april 2013 mogelijk maken. Naar aanleiding van de inleiding van de heer Haket (Stichting van de Arbeid) waarin hij deze uitgangspunten 6 uiteenzette, de inbreng van de heer Steven Lak (voorzitter Deltalinqs, werkgeversorganisatie haven en industriële bedrijven) en de inbreng ter vergadering van de participanten kon de voorzitter (zoals onder punt 2 opgenomen) constateren dat de volgende onderdelen worden opgenomen in het burgerinitiatief: A. Het met behulp van een pilot vraaggericht inrichten van het werkbedrijf Rotterdam-Rijnmond B. Het gebruik van SROI als instrument naar duurzaam werk wordt eveneens in de twee pilotjaren ontwikkeld. De Belangenvereniging ID Rotterdam is sinds 2012 met initiatieven gekomen om SROI als instrument naar duurzaam werk te gebruiken. In de eerste plaats voor de 1.000 ID-ers wier loonkostensubsidie in de periode 2011/april 2013 zou worden (inmiddels is) beëindigd. In de tweede plaats om te voorkomen dat ID-ers die een vaste aanstelling hebben gekregen bij hun zorgwerkgever zouden worden ontslagen. Reden voor de Vereniging om op deze plaats allen te bedanken die bereid zijn hun expertise aan de Rotterdamse pilot beschikbaar te stellen. Zij denkt daarbij aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Stichting van de Arbeid; alsook de wetenschap en mogelijk de gemeente Apeldoorn, die op dit terrein al experimenteert. Om verwarring te voorkomen een opmerking vooraf Tijdens het rondetafelgesprek zijn door de bestuurders van de bonden en de sociale advocaten vele kritische opmerkingen gemaakt over de uitvoering van de WWB in Rotterdam. Deze diagnoses dienden geen ander doel dan de hierna genoemde pilot optimaal te doen slagen. De initiatiefnemers, Belangenvereniging, bonden en sociale advocaten, willen vooraf uitdrukkelijk verklaren, zoals onder Considerans vermeld, dat het burgerinitiatief een gezamenlijke pilot is van Rotterdammers én Rotterdamse Overheid, met als adviseurs landelijke partijen en wetenschappers. Met de pilot wordt beoogd Rotterdam de toekomst te doen veroveren. De pilot heeft uitdrukkelijk niet ten doel: het programma van één van de initiatiefnemers uit te voeren, noch de huidige aan- 6 Uitgangspunten van de Landelijke Werkkamer zijn o.a. ( zie ook bijlage II.4 de power-point presentatie 1: Herijken van de samenwerking tussen gemeenten en sociale partners In de woorden van de uitgangspunten deze samenwerking op een zodanige wijze vorm te geven dat er voor partijen meer rendement (meer plaatsingen) zal ontstaan door.inspelen op de vraag van werkgevers, alsmede effectievere en efficiëntere werkwijze. Dit vraagt om wederzijds commitment Dit commitment betreft niet een eenmalige intentieafspraak maar is een langjarig (investerings)proces 2: Bij de garantiebanen zijn de mogelijkheden van het bedrijf het uitgangspunt In de woorden van de uitgangspunten gaat het bij vacatures om een slimme creatie van functies, herverdeling en nieuwe invulling van bestaande functies.. Het minimale basispakket aan voorzieningen per arbeidsmarkt regio omvat in ieder geval: jobcoaches; proefplaatsingen; begeleiding naar en tijdens werk; het regelen van expertise en dienstverlening rondom o.a. jobcreatie en werkplekaanpassingen. Punten die een nadere uitwerking vragen zijn o.a. mensen met een arbeidshandicap, die met behulp van aanpassingen op de werkplek meer dan het wettelijk minimum loon kunnen verdienen 3: Verdringen moet worden voorkomen. In het jargon rondpompen van uitkeringsgerechtigden genoemd. Een duidelijk stellingname dat verdringen/rondpompen van burgers bij SROI en 125.000 banenplan uit het Sociaal Akkoord 2013 moet worden voorkomen. Er zijn reeds experimenten gestart, o.a. in Apeldoorn. 10

pak van de dienst Werk en Inkomen te herhalen. 1. Doel, plaats van burgerinitiatief in gemeentelijk beleid, reden en fasering Actieplan 1.1. Doel van de pilot Actieplan Sociale Zekerheid in Rotterdam als burgerinitiatief, Het in de dagelijkse uitvoering realiseren van de doelen van de Participatiewet en deeltijd-ww, te weten: 1.1.1. Verminderen van de fricties op de arbeidsmarkt, o.a. door een vraaggestuurde bemiddeling en maximale benutting van de (verborgen) talenten van betrokken burgers. 1.1.2. Doen realiseren van de rechten van de betrokken burgers, met name het recht op zelfsturing van de participatie op de arbeidsmarkt, waaronder de inrichting van op-/omscholing en andere re-integratie maatregelen die naar (regulier, aangepast duurzaam) werk moeten leiden, waaronder ook begrepen gelijktijdig: 1.1.2.1. Handhaven van de verplichtingen die de wet aan deze burgers oplegt; 1.1.2.2. Garanderen dat deze burgers maandelijks, rond de 25 e van de betrokken maand de uitkering ontvangen waar zij recht op hebben, om de vaste lasten te kunnen betalen. Dit recht geldt ook, of beter juist, voor die burgers die uit werk een inkomen verwerven onder het minimum loon. 1.2. Reden keuze voor Actieplan Sociale Zekerheid in Rotterdam als burgerinitiatief 2015 is een cruciaal moment voor Rotterdam en haar inwoners Zoals in het voorwoord vermeld is de 2 e Maasvlakte is gereed en trekt mogelijk trekt de economie voorzichtig aan. Politiek bestuurlijke keuzen zijn daarom noodzakelijk. De eerste zaak waar maatregelen voor noodzakelijk zijn is om Rotterdam (anders dan de afgelopen 30 jaar) wel van deze economische ontwikkeling te doen profiteren. De tweede zaak waar maatregelen voor nodig zijn is de politieke keuze van dit College ofwel: lukt het Rotterdam, net als in de laatste twee decennia van de vorige eeuw, weer nationaal en internationaal een voortrekkers rol te vervullen? Aan de voorwaarden om snel een voortrekkersrol op te pakken wordt voldaan * De lange termijn visie is verwoord en aanvaard in de Havenvisie 2030 * In het Collegeprogramma is zowel vastgelegd dat Rotterdam een (de meest) innovatieve stad is, als dat de knelpunten op de arbeidsmarkt tezamen met bedrijven en opleidingen, op alle onderwijs niveaus, zullen worden opgelost. * De vorige raad heeft over re-integratie beslissingen genomen (14 GR 267 7 ) waar dit burgerinitiatief verder op 7 Deze beslissing bouwt voort op het advies van de Rotterdamse Rekenkamer dat voor effectieve en efficiënte re-integratie nodig is: A: Medewerking van bedrijven, immers alleen zij hebben vacatures. B: Zelfsturing door betrokken uitkeringsgerechtigden. De juistheid van het advies van de Rekenkamer, dus de beslissing van de Raad, wordt in de Amsterdamse praktijk bewezen, ondersteund door de wetenschap en door de Baliegroep die op 18/9 haar derde rapport over de 11

door kan bouwen. * Daarnaast kent Rotterdam een tweetal structurele problemen, die alleen met innovatieve strategieën als een pilot, kunnen worden opgelost te weten (zie ook onder punt 1.3.): - Een negatieve spiraal op de arbeidsmarkt. Rotterdam voert al 30 jaar de verkeerde lijstjes aan 8 - Werken blijkt in Rotterdam voor WWB-ers niet te lonen, terwijl de gemeente dit uitdrukkelijk wil 9 1.3. Waarom als burgerinitiatief gekozen voor de vorm van een tweejarige pilot o.l.v. een artikel 84 commissie Zoals uitvoerig in het 1 e ontwerp samenvatting Actieplan Sociale Zekerheid in Rotterdam van juli 2014 uiteengezet, wordt door een complex aan oorzaken de nu reeds 30 jaar durende negatieve spiraal op de Rotterdamse arbeidsmarkt veroorzaakt. Alleen door het opleveren van Maasvlakte 2 wordt deze spiraal niet doorbroken, noch kan de Gemeente/het College by speech deze spiraal ombuigen. Ervaringen in het bedrijfsleven hebben geleerd dat alleen een door de Raad van Bestuur aangestuurde innovatieve aanpak het betrokken bedrijf in staat stelt de toekomst te veroveren. Gebeurt dit niet, dan wordt het verleden herhaald. Om Rotterdam in staat te stellen deze toekomst (zoals o.a. vastgelegd in Havenvisie 2030) daadwerkelijk te veroveren wordt door de in aanhef genoemde partijen aan de Raad geadviseerd: - Kies voor een tweejarige pilot invoering Participatiewet op de onder punt 2.2. genoemde deelterreinen; - Draag aan het College op deze pilot verder te doen ontwikkelen en na goedkeuring van dit plan door de Raad te doen uitvoeren door een commissie, ex artikel 84 van de Gemeentewet, met een eigen budget en een onafhankelijke voorzitter. Onder punt 2.1. is dit verder uitgewerkt. 1.4. Fasering tot stand komen burgerinitiatief Gezien de complexiteit van de materie en gesignaleerde problemen, de vele betrokken burgers, bedrijven en de vele Rotterdamse partijen, die bereid zijn gebleken aan dit burgerinitiatief hun medewerking te geven, alsmede landelijke partijen en wetenschappers, die bereid zijn Rotterdam te adviseren en de eigen planning van het Rotterdamse bestuur, kan het niet anders dan dat dit initiatief gefaseerd tot stand komt. Vooralsnog zijn de volgende fasen onderscheiden. 29-9-2014 Tijdens of na de rondetafelconferentie zijn deze uitgangspunten en hoofdlijnen vastgesteld. 14-10-2014 Deze hoofdlijnen worden op die datum aangeboden aan de Raadscommissie begrotingszaken. 19-11-2014 De eerste uitwerking van dit burgerinitiatief wordt op 13/11 aangeboden en op 19/11 toegelicht noodzaak van een dergelijke aanpak publiceerde. Het eerste rapport dateert uit 2005. De Baliewerkgroep is een denktank van personen uit kringen van sociale partners, overheden, onderwijs en verzekeraars, die deze adviezen/rapporten opstellen (zonder last of ruggespraak). 8 Een door het huidige College erkend probleem dat zij op innovatieve wijze, samen met onderwijs en bedrijven wil oplossen. 9 Dit probleem is breed erkend en speelt ook in andere steden. College en Raad werken al meerdere jaren aan een oplossing. 12

aan de raadcommissie WIPV. Doel burgerinitiatief: langs innovatieve weg bepaalde, onder punt 2 genoemde, onderdelen van de Participatiewet in te voeren met het oog op het verminderen van fricties op de arbeidsmarkt en tegelijkertijd handhaven van de rechten en plichten van burgers met een gemeentelijke Sociale Zekerheidsuitkering Nevendoel: Rotterdam neemt een landelijke voortrekkersrol op zich (het Collegeprogramma 2014-2018 ) Voorjaar 2015: Mocht de commissie op 19/11 en de Raad op 18/12 positief over dit Burgerinitiatief beslissen, dat wordt het initiatief voor 15 maart 2015 zover uitgewerkt dat de Raad, desgewenst aan het College kan vragen in mei 2015 een commissie in te stellen, die uiterlijk op 1 juli met de uitvoering van de pilot kan starten. Dit is de reden waarom de initiatiefnemers aan raadscommissie WIPV reeds in juli 2014 hebben gevraagd in het voorjaar (april) 2015 een expertmeeting te houden, ter voorbereiding op hun mogelijke verzoek aan het College deze pilot te doen starten. 2. Organisatie en deelterreinen van de pilot 2.1. Organisatie en aansturing Voor wordt gesteld dat (overeenkomstig het bepaalde in de gemeentewet, Hoofdstuk V, De commissies, artikel 84,) op verzoek van de Raad, het College een commissie instelt, met een onafhankelijke voorzitter en een eigen budget, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de pilot. Professor Konijnenbelt maakt op verzoek van de initiatiefnemers een schets van de contouren van deze commissie, die als onderdeel van het totale burgerinitiatief, volgens de hiervoor genoemde planning aan de orde is op 19/11. Er van uit gaande dat Raad/College positief beslist, is, zoals hiervoor vermeld, de uitwerking dan op 15-3-2015 gereed. 2.2. Deelplannen en voorgestelde maatregelen De pilot bestaat uit drie deelplannen, in welke plannen de hierna genoemde maatregelen zijn opgenomen. Deelplan I: Voor alle uitkeringsgerechtigden, vallend onder de Participatiewet, loont werk altijd Woord vooraf: De beslissing of een Rotterdamse burger recht heeft op een uitkering op grond van de Participatiewet valt buiten de proef. Per 1-7-2015 worden zij, die recht hebben op een uitkering, maar tevens een inkomen uit werk, verdeeld in: Doelgroep A Zij die sinds 1-1-2009 geregeld werk verrichten, maar geen vaste aanstelling hebben van 32 uur of meer. Hieronder vallen ook zij, die perioden geen WWB ontvingen omdat zij door overwerk toch een inkomen hadden boven WWB niveau. 13

Doelgroep B: Zij die na 1-7-2015 regulier werk verwerven, niet zijnde doelgroep A. Maatregel 2.1.1. Invoeren proefmodel professor Willem Konijnenbelt voor doelgroep A per 1-7-2015. Voor deze subgroep is dus vanaf 1-7-2015 het voorschotmodel Konijnenbelt van kracht. Dit model wordt met de hulp professor Willem Konijnenbelt en anderen o.a. aan de hand van de problemen die zich in de praktijk voordoen en door sociale advocaten of anderen worden gesignaleerd, al werkend verder ingevuld. Deze invulling wordt onmiddellijk op effectiviteit en efficiëntie geëvalueerd. Maatregel 2.1.2. Voor doelgroep B geldt vanaf 1-7-2015 het door het College ontwikkelde model, als vermeld in de brief van 12 september 2014 kenmerk 2014/077/14bb004101. Dit model wordt in de pilotperiode door onafhankelijke onderzoekers (maatregelen 3.1 en 3.2) geëvalueerd. Deelplan II Vraag-gestuurde regionale werkkamer, met gegarandeerd zelfsturing op re-integratie/aanvaarden werk Maatregel 2.2: Inrichting regionale werkkamer Rotterdam-Rijnmond De Werkkamer is zo ingericht dat de vraag van de arbeidsmarkt sturend is. In principe wordt de Werkkamer aangestuurd door een onafhankelijke voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor effectiviteit en efficiëntie van de ingezette middelen. Tevens draagt hij/zij zorg voor een evenwicht van belangen tussen de verschillende betrokken partijen: burgers, bedrijven en overheid. Hieronder valt ook de garantie dat het bedrijfsbelang een essentieel onderdeel vormt van de inrichting van de re-integratie, alsook van zelfsturing door de betrokken burger. In de uitwerking van de pilot, die op 13-11-2014 aan de WIPV wordt aangeboden, worden, na invulling van de maatregelen 2.3 t/m 2.9. de volgende sturingselementen per onderdeel verder ingevuld: 2.2.1. Bedrijven Het betreft de rol van bedrijven (raden van bestuur) die op innovatieve wijze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen dragen. In de eerste plaats wordt gedacht aan bedrijven sectoren/branches/bedrijfstakken: A: Haven en industriële bedrijven, participerend in Deltalinqs; B. Techniek bedrijven, participerend in masterplan CGO Zuid Holland. Een samenwerkingsverband tussen Onderwijs (MBO, HBO, VMBO) en bedrijfsleven; C: Ziekenhuizen en andere zorginstellingen. 2.2.2. Vakbonden Het betreft de rol van bestuurders van deze vonden betrokken bij deze onder 2.2.1. genoemde bedrijven en/of 14

de regionale werkkamer. 2.2.3. (potentiële) Deelnemers Naar analogie van de werknemerscommissaris wordt de rol van de Belangenvereniging ID verder uitgewerkt. Gedacht wordt dat de Vereniging 2 bestuurders, niet uit hun midden, voordraagt. Maatregel 2.3 Intersectorale op-/omscholing Landelijke Pilot Deeltijd-WW (IMO) vormt onderdeel van het burgerinitiatief. Maatregelen 2.4 en 2.5. In principe wordt de pilot ook opengesteld voor doelgroepen Participatiewet, uit te werken voor 13/19 november 2.4: WSW/Wajong 125.000 banenplan 2.5: WWB Maatregelen 2.6 en 2.7 2.6: Ontwikkelen Diagnose- instrumenten voor jongeren voorafgaand aan re-integratie vormt onderdeel plan 10 2.7: Doelgroepen van deze te ontwikkelen diagnose-instrumenten zijn 11 : a. De getalenteerde jongeren met veel werkervaring, maar zonder diploma. Deze ontwikkeling vormt een onderdeel van maatregelen 2.3 en 2.4. b. Afgestudeerden praktijkonderwijs. Deze ontwikkeling vormt een onderdeel van het 125.000 banenplan. Maatregelen 2.8 en 2.9. Pilot gebruik SROI als instrument naar duurzaam werk vormt onderdeel van het burgerinitiatief. 2.8: Fase I pilot 10 Doelen diagnose-instrumenten jongeren a. arbeidsmarkt: de fricties worden verminderd; b. competenties van jongeren: deze worden maximaal ontwikkeld, mede doordat zij hun eigen traject sturen; c. een effectieve en efficiënte inzet van algemene middelen. 11 Diagnose-instrumenten jongeren Er wordt gedacht aan een gefaseerde uitwerking in het plan dat op 13/11 aan de WIPV wordt aangeboden Doelgroep 1. De ontwikkeling van dit instrument start onmiddellijk als onderdeel van sub-pilot 1 voor getalenteerde jongeren met veel werkervaring, maar zonder diploma. Doelgroep 2. De ontwikkeling van dit instrument parallel te laten lopen aan dat van het complementair instrument uit de Participatiewet. Een dergelijke parallelle ontwikkeling (bepaling van wat jongeren niet en van wat jongeren wel kunnen) aan de reeds gecombineerde invoering participatiewet/125.000 banenplan geeft de mogelijkheden van koppeling van bedrijfsbelangen en -specialisatie van bedrijven op doelgroepen gehandicapten. De lopende AWVN-experimenten zouden dan tevens kunnen worden gericht op de ontwikkelen van voorwaarden waaronder bedrijfsbelang en -specialisatie mogelijk is. Gestart zou kunnen worden met de 5 e jaars praktijkschool leerlingen schooljaar 2014/2015. Doelgroep 3. P.M. 15

Er wordt voor 13/11 een onderzoeksvoorstel uitgewerkt om in Rotterdam aan de hand van de praktijk in het jaar 2015 de eerste contouren van een dergelijk model te ontwikkelen. Mogelijk kan verder worden gebouwd op de ervaring in Apeldoorn, waar een werkkamer pilot loopt. 2.9. Fase II pilot Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek worden na goedkeuring door de Raad in 2016 de eerste proefmodellen van gemeentelijke verordeningen uitgeprobeerd. Deelplan III Evaluatie Maatregel 3.1: Evaluatie procesgegevens Participatiewet wordt opgenomen 12 Maatregel 3.2: Casuïstiek-analyses t.b.v. mogelijke reparatiewet/regelgeving 13 3. Financiering van de pilot De kosten van de pilot en de uitgangspunten voor de financiering (de verdeling over de verschillende partijen) zijn in vier sub-paragrafen verdeeld. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de omvang van het beroep bij de uitvoering van deze pilot op het ambtelijk apparaat pas op een later moment kan worden gegeven. Te weten een eerste indicatie bij de stukken die op 13 november aan de Raadscommissie worden toegestuurd en op 19 november toegelicht. Uiteraard komen pas op 15 maart 2015, als de gemeente in principe tot uitvoering van deze pilot heeft besloten, ook voor de andere hier genoemde onderdelen, de juiste gegeven beschikbaar. 3.1. Re-integratie trajecten 3.1.1. Omvang In dit stadium van voorbereiding zijn de kosten nog niet bekend. Op 13/11 zal een indicatie van de kosten per deelnemer, (zoals nu reeds bij het IMO plan) beschikbaar zijn. De daadwerkelijke raming komt per 15-3-2015 beschikbaar. 3.1.2. Uitgangspunt verdeling kosten A: De principes van het Sociaal Akkoord zullen worden gehanteerd, te weten: 12 Procesgegevens evaluatie Participatiewet Met procesgegevens worden harde cijfers bedoeld zoals a. aantal klachten over termijn afhandeling, aantal klachten en bezwaren tegen b. de hoogte van het inkomen en/of c. de aangeboden re-integratietrajecten en/of d. aangeboden (SROI) werk. Doel is er voor zorg te dragen dat in deze collegeperiode de Raad en via de Landelijke Cliëntenraad (LCR) de Kamer elke vier maanden over voldoende informatie uit de dagelijkse praktijk van de uitvoering beschikt om haar democratische controlerende taak uit te voeren. 13 Casuïstiek-analyses van de regeltechnische knelpunten in de Participatiewet. Met casuïstiek-analyses van de regeltechnische knelpunten wordt bedoeld het, t.b.v. mogelijke reparatiewetgeving, zodanig analyseren van knelpunten, dat op grond daarvan beslissingen kunnen worden genomen over aanpassingen van wet en uitvoeringsbepalingen. Deze analyse is een aanvulling op de hiervoor genoemde evaluatie. Ook dit type wordt gerapporteerd aan de Raad en via de LCR ook aan de Tweede Kamer. 16

* 50% Publieke en 50% private middelen; B: Dat geldt ook voor het principe deeltijd-ww: * Studeren op-/omscholing met behoud uitkering, niet alleen bij deeltijd WW, maar ook bij uitkeringen op grond van de Participatiewet. Ten overvloede kan hier worden opgemerkt dat, op verzoek van de Vereniging, College en betrokken Raadscommissie het studeren met behoud van WWB uitkering voor een periode van 9 maanden, onder voorwaarde dat de betrokken werkgever(s) aansluitend 24 maanden inkomen garanderen, al heeft goedgekeurd. Dit geschiedde in de verlengde vergadering van januari/februari 2013. 3.2. Voorschotmodel 3.2.1. Omvang De initiatiefnemers gaan er van uit dat de kosten van de gemeente aanmerkelijk dalen als gevolg van de volgende feiten. a. De medewerkers van de Polis-administratie van UWV berekenen de aftrekpost van het maandelijks voorschot. b. Slecht één maximaal twee maal per jaar wordt de daadwerkelijk WWB berekend. Dit zou desgewenst samen kunnen vallen met de jaaropgaven. c. Maandelijks hoeven niet meer de loonstroken in de gemeentelijke administratie worden verwerkt. Dit voorkomt de rekenfouten die tot nu toe tot vele klachten, bezwaren en beroepsprocedures hebben geleid. d. Maandelijks hoeft ook niet langer, als de loonstroken niet zijn ontvangen, de WWB te worden gestopt, boetes te worden uitgedeeld en de WWB weer worden hersteld. Het loon wordt immers door o.a. de late verzending van de stroken door de werkgever of door fouten bij postverzending en/of perikelen bij de interne post bij Werk en Inkomen niet verhoogd. Het recht op uitkering blijft daardoor in principe immers gewoon bestaan. Conclusie Volgens het model Konijnenbelt kan een substantiële effectiviteit en efficiëntie winst door de gemeente worden gemaakt. 3.2.2. Uitgangspunt verdeling kosten Op grond van nader overleg met ministerie SZW/UWV, LCR en VNG wordt een voorstel in deze uitgewerkt. 3.3. Onderzoek ontwikkelen re-integratie/inkomens instrumenten A: Afstellen van de succesvolle Verborgen Talenten aanpak op de in 2015 participeren bedrijven/doelgroepen. Ter oriëntatie: de beide ROC s werden in 2004, 2005 voor deze aanpak gelauwerd door: respectievelijk minister van OCW, de 1 e prijs voor innovatie; door de COLO, de 2 e prijs voor afstemming op werkgevers; door het Kenniscentrum EVC, een eervolle vermelding. B: Diagnose instrumenten voorafgaand aan de re-integratie voor jongeren. C: SROI verordening, die leidt tot duurzaam werk. D: Voorschotmodel verrekening inkomen uit werk. 17

Omvang en verdeling kosten Gegeven de complexiteit van de te ontwikkelen instrumenten zou op grond van de kerncijfers over de kosten van het ontwikkelen van re-integratie instrumenten en inkomensvertekening-/inlichtingenplicht- verordeningen (zoals o.a. door de gemeente Rotterdam gehanteerd) op een bedrag van rond 1 miljoen euro rekening moeten worden gehouden. De participanten, de adviseurs en de wetenschap denken het bedrag voor de gemeente tot 400.000 ( 200.000 per jaar) te kunnen reduceren door: * gratis inzet van de reeds verworven expertise door de participanten; * uitvoering maatschappelijke taken door de wetenschap; bij voorbeeld professor Willem Konijnenbelt heeft tot nu toe om niet zij diensten verleend; * aanboren van derde geldstromen. 3.4. Organisatie Pilot en participatie landelijke evaluatie Participatiewet 3.4.1.Deelname landelijke evaluatie onderzoek Participatiewet Voorlopig begroot ten laste van de gemeente op 100.000 euro ( 50.000 per jaar). 3.4.2 Organisatie Pilot Voorlopig begroot ten laste van de gemeente 100.000 euro per jaar voor de volgende kosten: A. Projectleider SK 12. B. Kosten voorzitter C. Vacatie gelden andere leden commissie ex artikel 84 D. Administratieve ondersteuning. Recapitulatie op jaar basis: Re-integratie trajecten 50% gemeente P.M. Voorschotmodel P.M. Onderzoek ontwikkelen re-integratie/inkomens instrumenten 200.000 Deelname landelijke evaluatie onderzoek 50.000 Organisatie Pilot 100.000 Copyright : Belangenvereniging ID Rotterdam 10-10-2 014. 18

Samenvatting Actieplan voor Sociale Zekerheid in Rotterdam 3 e concept Rotterdam 29 september 2014 Inhoudsopgave 1. Bestuurs-informatie 2. Een eerste diagnose van de problemen uitvoering Sociale Zekerheid in grote lijnen 3. Doelstelling en hoofdlijnen van de voorgestelde maatregelen in de 3 deelplannen 19