Naar krachtige scholen met een professionele identiteit

Vergelijkbare documenten
Akkoord bereikt over CAO PO 2013 met technische aanpassingen

Wat is er afgesproken? LOON Waarom komt er pas op 1 januari nog wat extra s bij en niet al per 1 september? WERKDRUK

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER ANDERE SCHOOLTIJDEN

Kadernotitie professionalisering

Primair Onderwijs Onze referentie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

podium _ februari 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

nformatie» Solidariteit» Geluk Ogen en oren amen» Collega's» Minder werkdruk Balans uisterend oor Hulp» Klaarstaan voor elkaar

Andere schooltijden Wat is er al geweest?

VERSLAG van de 149e vergadering van de GMR

Gespreksleidraad CAO-regelingen 2015

Visie op ouderbetrokkenheid

Managers en REC-vorming GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS

Informatie van de werkgroep, Onderzoek naar andere schooltijden.

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Colofon Juni Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider. EDventure Bezuidenhoutseweg AG Den Haag

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Werken aan kwaliteit oog voor onderwijs in de 21e eeuw

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER ANDERE SCHOOLTIJDEN

Passend onderwijs. Lid van het dagelijks bestuur, Liesbeth Verheggen

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging

Schoolleider tussen functie en beroep

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

APQ rapportage. Bea Voorbeeld. Naam: Datum:

PROFIELSCHETS Directeur openbare basisschool De Dubbelburg te Valkenburg en Rijnsburg

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Continurooster? Voorlichtingsbijeenkomst ouders 28 november 2012

Directeur Daltonschool Rijnsweerd. Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht

Reader. Veelgestelde vragen over duurzame inzetbaarheid

7. Conclusies en aanbevelingen

Dit zijn de nieuwe trainingen en workshops van Mankind Mens & Organisatie in 2016:

Tussenschoolse opvang

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Als je te weinig van een kind verwacht, komt er niet uit wat er in zit. Onderwijsminister Marja van Bijsterveldt INTERVIEW

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Stichting leerkracht: elke dag samen een beetje beter

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Rapport Duurzame Inzetbaarheid

8 MEDIA EN SOCIALE MEDIA

Wat gaan we doen? Colofon. Almeerse Scholen Groep. Koersplan maart 2015

WMS. Ede, 11 november

Competenties directeur Nije Gaast

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Passend Onderwijs voor de kinderen op school: samen met ouders en leerkracht

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

PE,PEPP en Samen Werken

Bekwaamheidsdossier. februari 2006 O. OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i :29:26

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Irma Steenbeek VERSTAG

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

ZES VORMEN VAN GEZAG

Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Op expeditie naar waarde(n)

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Teaching and Learning International Survey Nederland

Integraal HR voor leidinggevenden

de aantrekkelijkste werkomgeving van Nederland

Duurzame Inzetbaarheid met resultaat. Presteren met Passie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Notulen openbare vergadering Medezeggenschapsraad De Triangel

Ring 1 met de Inspectie van het onderwijs

ALTRA COLLEGE NOORD / ZUIDOOST. Leren en werken voor je toekomst

Continurooster Jozefschool

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

RESULTATEN. Saenstroom OPDC, Wormerveer april 2018

MR: MeeR InZicht. Beste ouders/verzorgers,

Terugblik op het Schoolcafé Andere Schooltijden, 23 mei 2013

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

Veel gestelde vragen over vijf gelijke dagenmodel

GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR

Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek De Meent

Naar andere schooltijden Besluit

Competenties Schoolleider. Voor ieder kind het beste bereiken met passie, plezier en professionaliteit

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

1 Aanbevolen artikel

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Maak je eigen professionaliseringsplan!

Motivatie: presteren? Of toch maar leren?

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

hr Duurzaam succesvol

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting voor Katholiek Basisonderwijs Gelderland

Voorbeeldig onderwijs

Succesvol overstappen naar een nieuwe tso

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

Opbrengst vsv cafe 3 april talentontwikkeling Pagina 1

Deze geaccrediteerde master ontwikkelt en ondersteunt de professionalisering van onderwijskundige leiders in het vo en mbo. In samenwerking met:

Transcriptie:

vakblad voor schoolleiders Naar krachtige scholen met een professionele identiteit Schoolbesturen halen de broekriem aan Gevolgen van andere schooltijden De meerwaarde van leidinggeven Van schoolleiders naar onderwijsondernemers 2 maart 2013, 7 e jaargang

08 inhoud rubrieken 04 Korte berichten 07 CNVStandpunt 11 Open Mind 16 Vraag & antwoord 18 Mijn school 22 Boeken 23 Column Dirk van Boven 26 Column Chris Lindhout 27 Korte berichten 08 12 14 15 19 24 Naar krachtige scholen met een professionele identiteit Maak medewerkers ambassadeurs van de school. Schoolbesturen halen de broekriem verder aan Hoe ga je als schoolleider om met bezuinigingen. LinkedIn voor schoolleiders Uw profiel als database van professionele contacten. Recensie: Prikkels in de groep! Hoe kinderen prikkels verwerken. De meerwaarde van leidinggeven Aantal vrouwelijke directeuren in het onderwijs groeit. Van schoolleiders naar onderwijsondernemers Gaan voor ondernemerschap in tijden van crisis. 2 maart 2013

1224 23 colofon Direct is een uitgave van CNV Schoolleiders en is bestemd voor leidinggevenden in het primair en voortgezet onderwijs. Hoofdredactie: Rob Bovee (tijdelijk) Redactie: Martin de Kock, Fokke Rosier, Wim Oostra, Henk Andeweg, Chris Lindhout Eindredactie: Froukje Meerman Secretariaat: Sonia Piccirillo E-mail: redactie@cnvs.nl Bureau CNV Schoolleiders Postbus 2510 3500 GM Utrecht E-mail: info@cnvs.nl Directieadvies leden CNV Schoolleiders: Ed Weevers (030) 751 10 04 E-mail: helpdesk@cnvs.nl Advertenties: Recent BV (020) 330 89 98 opdrachten@recent.nl CNV Schoolleiders Ledenadministratie ledenadministratie@cnvo.nl (030) 751 10 03 Opmaak: FIZZ marketing & communicatie, Meppel Druk en afwerking: Ten Brink, Meppel (0522) 24 61 62 Direct is het officiële orgaan van CNV Schoolleiders. Sinds november 2010 is er de mogelijkheid om een los abonnement te nemen op Direct. De kosten zijn 46,00 per jaar voor 8 nummers. Hiervoor is geen lidmaatschap van CNVS vereist. Bij een lidmaatschap van CNV Schoolleiders is toezending van het blad inbegrepen. directief Steeds meer scholen stappen af van traditionele schooltijden. Een aanpassing die uiteraard niet alleen gevolgen heeft voor leerlingen, maar ook voor ouders. Hoe ga je met die consequenties om? Het onderwijsveld wordt geconfronteerd met een daling van leerlingaantallen in de krimpgebieden. In tijden van krimp is het vooral een spel van belangen dat voornamelijk gedreven wordt door euro s, of het gebrek daaraan. In de dagelijkse realiteit van een schoolleider verandert de agenda van schoolontwikkeling naar financieel economische haalbaarheid. Met minder mensen minimaal hetzelfde werk doen. De Citoscores zijn verschenen en de discussie is losgebrand over het voornemen van de staatssecretaris om de gemiddelde Citoscores van basisscholen openbaar te maken. Met een gemiddelde van 535,1 is te zien welke scholen dit jaar beter of slechter scoren. Er is veel kritiek vanuit het onderwijsveld. De PO Raad wil onderzoeken of er hierdoor sprake is van benadeling van scholen. Tweede Kamerleden twijfelen over het nut ervan. Ook het Cito zelf is niet gelukkig hiermee. In 2011 en 2012 heeft CNV Onderwijs onderzoek gedaan naar zowel de beroeptrots als de professionele identiteit, waaruit de visie is ontwikkeld dat de ontwikkeling van kinderen voorop staat, het van belang is dat er sprake is van een waarderende omgeving. Als de gemiddelde Citoscores achter elkaar worden gezet zonder de context daarbij te vermelden en daar lijkt het voornemen op is er sprake van ranking, met het risico van een veel minder waarderende omgeving. Van elke honderd euro die we als land uitgeven, gaan er twaalf naar onderwijs (Friesch Dagblad, 7 maart 2013). Onderwijs is belangrijk, alleen is niet altijd duidelijk waarover dat onderwijs dan moet gaan. De rol van u als schoolleider is cruciaal hierbij. De redactie maart 2013 3

korte berichten Rapporten opvragen Wilt u een van de volgende rapporten of policy papers ontvangen? Stuur dan een e-mail met het verzoek naar Diederik Brink, beleidsmedewerkers CNV Onderwijs via dbrink@cnvo.nl. Andreas Schleicher - Preparing Teachers and Developing School Leaders for the 21st Century: Lessons from Around the World. ETUCE Policy Paper on School Leadership. Rapport Onderwijsraad: Kiezen voor kwalitatief sterke leraren. Regionale bijeenkomsten over werkverdeling middelbaar beroepsonderwijs Organisaties van werkgevers en werknemers in het mbo hebben afgesproken enkele regionale bijeenkomsten te organiseren om met het personeel van de verschillende ROC s van gedachten te wisselen over het werkverdelingsbeleid, in samenhang met de documenten die hiervoor bepalend zijn, te weten de cao, het Professioneel Statuut en de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Aan de cao-tafel is al tijden de verdeling van werkzaamheden c.q. de ervaren werkdruk binnen de teams een heet hangijzer. Om de reeds gemaakte afspraken te evalueren, is ervoor gekozen om de dialoog met het onderwijswerkveld te zoeken. Vervolgens zal worden bekeken hoe het onderwijsveld kan worden ondersteund in het proces. CNV Onderwijs sluit daarbij niet uit dat een aanpassing van de cao-afspraken daarvoor noodzakelijk is. Namens CNV Onderwijs nemen Joany Krijt, Paul Hassing, Diederik Brink en verscheidene regiobestuurders deel. Na je bachelor natuurlijk ook je master! Master Special Educational Needs (M SEN) Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: woensdag 17 april donderdag 23 mei woensdag 5 juni van 18.00-21.00 uur. Maak gebruik van de Lerarenbeurs. Jij maakt het verschil! Kijk voor meer informatie over locaties en aanvraag van een brochure op fontys.nl/oso, mail naar oso@fontys.nl of bel 08850 77133. fontys.nl/oso 4 maart 2013

Summer schools om zittenblijven tegen te gaan Vlak voor zijn vertrek heeft voormalig CNV Onderwijs voorzitter Michel Rog de landelijke media gehaald met een oproep om zittenblijven tegen te gaan door summer schools op te zetten. Na zijn vertrek heeft Joany Krijt dit onderwerp opgepakt en is met de VO Raad en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de tafel gaan zitten. Hierbij waren een aantal uitgangspunten voor CNV Onderwijs leidend. De belangrijkste zijn het effect op het leerrendement en de motivatie voor en van de leerling, eventuele opbrengsten mogen niet worden ingezet als bezuiniging, maar moeten terugvloeien naar het onderwijsproces, scholen nemen alleen vrijwillig deel aan een pilot met summer schools, er wordt niet getornd aan de vakanties van leraren en schoolleiders. Op basis van deze uitgangspunten is afgesproken om een pilotproject op te zetten. Met financiering vanuit het ministerie en ondersteuning door consultants van BMC wordt op dit moment een projectplan geschreven. Een expertisegroep met daarin vertegenwoordigers van CNV Onderwijs, de VO Raad en uit de wetenschap zal het proces volgen en analyseren. De pilot duurt twee jaar en stelt deelnemende scholen in staat om summer schools te organiseren om zo het effect op de leerlingen en de doorstroom te kunnen meten. Voor de uitvoering worden externe bureaus ingeschakeld. Nationaal onderwijsakkoord Op dit moment wordt er in de Stichting van het Onderwijs, waarin werkgevers en werknemers in het onderwijs zijn verenigd, onderhandeld over een nationaal onderwijsakkoord. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is betrokken bij dit proces. Het doel is om gezamenlijk tot een langetermijnvisie te komen voor het onderwijs, om zo rust te brengen en gezamenlijke doelen te formuleren. CNV Onderwijs bij conferentie Education International Oproep tot meer promotiebeurzen voor leraren Bestuurslid Willem Jelle Berg van CNV Onderwijs roept op tot het verdelen van meer promotiebeurzen onder leraren in het onderwijs. Volgens hem bevordert dit de professionele ontwikkeling van leraren en kan het leerlingen enthousiast maken voor een wetenschappelijke opleiding. Op 29 en 30 januari heeft een delegatie van CNV Onderwijs deelgenomen aan de Algemeen secretaris Cees Kuiper. conferentie van Education International over framing education for the public good. Onder leiding van algemeen secretaris Cees Kuiper en met ondersteuning van manager beleid en regio Leon Meijer en beleidsmedewerker Diederik Brink, heeft CNV Onderwijs gesproken met verschillende spelers in het internationale onderwijsveld. maart 2013 5

MR Partnerschap Een professionele school vraagt professionele medezeggenschap. CNV Onderwijs Academie onderstreept het belang van een goed functionerende MR en biedt advies. Daarnaast biedt de Academie verschillende trainingen aan die op uw eigen locatie kunnen worden gegeven. Voor structurele ondersteuning biedt CNV Onderwijs Academie het MR Partnerschap aan. Kijk voor meer informatie over advies en Partnerschap op www.cnvo.nl/academie, bel (030) 751 17 47 of stuur een e-mail naar scholing@cnvo.nl. Uw partner in training en advies

CNVStandpunt Leerlingaantallen dalen: wat staat ons nog te wachten? Jan Kieft bestuurslid CNV Schoolleiders Veel schoolleiders, leerkrachten en besturen zijn op een onaangename manier geschrokken van het rapport en het advies van de Onderwijsraad over de problematiek rondom de daling van het aantal leerlingen. Na een periode van stabilisering van het aantal leerlingen in Nederland, is er nu sprake van een relatief snelle daling. Het aantal geboorten bereikte in 2000 een piek met 207.000. Sindsdien is een daling ingezet en het Centraal Bureau voor de Statistiek gaat ervan uit dat het geboortecijfer binnen enkele jaren rond de 178.000 ligt. Dit betekent dat er de komende jaren een forse inkrimping zal plaatsvinden van het aantal leerlingen op veel (kleine) basisscholen op het platteland. Het bestaansrecht van 1.311 van de 6.875 basisscholen komt in groot gevaar, wanneer het advies van de Onderwijsraad opgevolgd zal worden. Dat advies geeft aan dat elke school honderd of meer leerlingen moet hebben om te kunnen bestaan. De staatssecretaris Sander Dekker noemt de conclusie van het rapport van de Onderwijsraad een zeer ingrijpend advies. De PO-Raad, bij monde van voorzitter Kete Kervezee, heeft het over een vrije val wanneer er niets gebeurd. Andere instanties reageerden eveneens geschokt. Ook CNV Schoolleiders ziet de situatie met zorg tegemoet. Wat gaat dit allemaal betekenen voor onze collega s en hun personeel op de werkvloer en voor het onderwijs? Welke perspectieven zijn voorhanden om het werkplezier en de onderwijskwaliteit op peil te houden en de werkgelegenheid zo veilig mogelijk te stellen? Het zijn zomaar enkele aandachtspunten die naar voren komen om de komende jaren volop aan te werken. De kwaliteit van het onderwijs mag bij een inkrimping niet uit het oog verloren worden CNV Schoolleiders zal, waar mogelijk, zich richten op de ondersteuning en begeleiding van al haar leden bij het doorlopen van dit proces. Vooral passende maatregelen op lokaal niveau moeten volgens ons mogelijk zijn. De kwaliteit van het onderwijs moet bij een eventuele inkrimping of fusie niet uit het oog verloren worden. Tevens is het van groot belang dat de toegankelijkheid en keuzevrijheid belangrijke rollen moeten spelen. Natuurlijk is de betaalbaarheid een belangrijke factor, maar dat mag volgens ons niet het belangrijkste zijn om zomaar scholen te sluiten. Het is positief dat de Onderwijsraad uitdrukkelijk de keuzevrijheid en een pluriform onderwijsaanbod ook in de krimpgebieden onderschrijft. CNV Schoolleiders zal haar invloed aanwenden om de belangen van haar leden op verschillende niveaus te behartigen, ook wat betreft deze krimpproblematiek. Rechtspositioneel zullen wij u bijstaan en u kunt altijd informatie en advies bij ons inwinnen. Het bestuur van CNV Schoolleiders houdt u op de hoogte. maart 2013 7

Op weg naar krachtige scholen met een professionele identiteit To be better than the competition, you can t stay always the same. Een prikkelende slogan volgens Peter Ottenhoff, directeur van HCE JobCreator, die hem doet denken aan de Carrière Workshops met het adagium Are you Ready-2-Move? die hij samen met de trainers van de CNV Onderwijs Academie organiseerde voor onderwijsmedewerkers. Ottenhoff schetst het belang om de professionele identiteit van medewerkers te stimuleren voor een krachtige school. Het begin van de Carrière Workshop gaat in op de passie van waaruit mensen hebben gekozen voor een baan in het onderwijs. Al gauw werd duidelijk dat veel deelnemers moeite bleken te hebben met het actualiseren van hun oorspronkelijke passie, vanwege tal van interne en externe factoren die invloed hebben op hun arbeidssatisfactie. In de meeste gevallen waarin sprake was van zogenaamde passieremmers, kwam naar voren dat er weinig persoonlijke aandacht was van de zijde van de schoolleiding. Een aantal leerkrachten verwoordde hun gevoel dat zij zich in hun werk nauwelijks konden ontplooien en er vaak alleen voor stonden, terwijl zij zich wel erg betrokken voelden bij de leerlingen en het onderwijsproces. Verderop in de workshop kwamen we erachter dat men het heel moeilijk vond om eigen sterk ontwikkelde competenties goed te benoemen. Van doorgroeimogelijkheden buiten het onderwijs om hadden vrijwel alle deelnemers geen concreet beeld. Hiermee neemt het onderwijs een enigszins geïsoleerde positie in, terwijl het daarentegen wel een vitaal segment vormt van de arbeidsmarkt. De reacties illustreren tevens hoe weinig leerkrachten vanuit hun school worden uitgenodigd tot nadere zelfverkenning, ervan uitgaande dat ze gewoon de onderwijsklus wel klaren in de loop der jaren. Daardoor wordt ook de noodzaak in de kiem gesmoord om mee te gaan met andere omstandigheden in de onderwijsmarkt en pro actief te anticiperen op een wijzigend loopbaanperspectief, onder meer vanwege krimp of beperktere financiële middelen. 8 maart 2013

Human resources Vanuit mijn betrokkenheid als arbeidsmarktspecialist bij het meehelpen oplossen van personele knelpunten binnen onder meer onderwijsinstellingen, heb ik ervaringen opgedaan aan de kant van de dagelijkse praktijk van schoolleiders en schoolbesturen. Vooral wanneer ik hen mocht bijstaan in de uitvoering van outplacementtrajecten Van Werk Naar Werk of bij het herplaatsen van langdurig zieke medewerkers, werd mij duidelijk dat human resource (HR) management en een consistent mobiliteitsbeleid niet op alle scholen even goed ontwikkeld zijn. In het geval van boventalligheid of ziekteverzuim worden bepaalde personele kwesties dikwijls bestempeld als heilige huisjes, waarin het lastig opereren is als schoolleider, temeer omdat hij in de meeste gevallen niet is opgeleid tot HR professional. Vooral kleinere en middelgrote scholen beschikken niet over een eigen P&Oafdeling die voldoende kennis van zaken heeft op het gebied van wet- en regelgeving en daardoor soms belangrijke beslissingen te lang uitstelt. Vanuit goed werkgeverschap is het echter van belang medewerkers professioneel te (laten) coachen tijdens de uitoefening van hun werk, dat er de afgelopen jaren niet eenvoudiger op is geworden. Stimuleren Mijn ervaring is ook dat binnen het onderwijs veranderingsprocessen doorgaans langzaam en moeizaam verlopen. Medewerkers uitnodigen om vaste patronen los te laten en voor veranderingen een goed draagvlak creëren, is voor menig schoolleider allerminst een sinecure. Gelukkig kom ik ook regelmatig situaties tegen, waarin er een open cultuur heerst binnen de school en waarbij medewerkers goed in hun vel zitten en zich sterk betrokken voelen bij de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. In alle gevallen bespeur ik dan een coachende schoolleider die erin slaagt aan te sluiten bij het emotionele aspect van zijn medewerkers en hen stimuleert zichzelf verder te ontwikkelen binnen een professionele leer- en werkomgeving. Medewerkers worden daardoor gesterkt in hun gevoel voor eigenwaarde, waardoor zij beter presteren, minder vaak uitvallen en zichzelf beschouwen als een onderwijsprofessional. Ook neemt hierdoor hun beroepstrots enorm toe en identificeren zij zich sterker met de school vanuit de rol van ambassadeur. Andere cultuurfocus In 2011 en 2012 is er binnen CNV Onderwijs onderzoek gedaan naar zowel de beroepstrots als de professionele identiteit, waaruit de visie is ontwikkeld dat de ontwikkeling van kinderen voorop staat, het van belang is dat er sprake is van een waarderende omgeving en mensen vooral prettig kunnen werken en zich kunnen ontwikkelen binnen een professionele cultuur. Hierdoor ontstaat een waarderend en veilig klimaat op basis van de geleefde visie, hetgeen inhoudt dat binnen de school alle bij het onderwijsproces betrokken medewerkers deze visie in hart en nieren mede vormgeven en naar buiten toe uitdragen. Door het volgen van opleidingen en trainingen wordt hun vakmanschap versterkt en voorkomen dat hun passie aan kracht inboet. Al deze pijlers vormen samen de basis van de krachtige school. Om tot een dergelijke cultuurverandering te komen, is aanpassingsbereidheid van alle kanten noodzakelijk. Alle betrokkenen moeten inzien dat veranderingen tal van nieuwe kansen en Hierdoor identificeren zij zich met de school vanuit de rol van ambassadeur uitdagingen bieden, zoals hun eigen persoonlijke ontwikkeling, het verlagen van de perceptie van een te hoge werkdruk en het toenemen van de beroepstrots. Daarmee ontstaat ook het besef dat het mogelijk is om samen het imago van de school te versterken door betere prestatie-indicatoren die leiden tot een hogere klanttevredenheid. Dit proces voorkomt tevens dat de aandacht voor verandering van binnenuit voortdurend blijft afgeleid door alleen te wijzen op externe factoren, zoals een regulerende overheid die het onderwijsveld onder druk zet. Meesterschap is vakmanschap In tal van vakgebieden is het voor beroepsbeoefenaren verplicht om zich op periodieke basis bij te scholen, zoals heel gebruikelijk is in de advocatuur, de financiële dienstverlening en de medische wereld. Het is daarom frappant om te zien dat dit binnen het onderwijs geen gemeengoed is en men vaak eenzijdig focust op het overbrengen van kennis en vaardigheden aan leerlingen. In het kader van het door Europa gestimuleerde beleid rondom life long learning zouden schoolleiders hun medewerkers breder moeten inspireren om voortdurend in zichzelf te blijven investeren, niet alleen voor het onderhouden van hun vakkennis en vakbekwaamheid, maar ook om verder te bouwen aan hun rol als professional als het gaat om zaken die verder reiken dan de overdracht van kennis en vaardigheden. Hiertoe behoren het bij- maart 2013 9

en het mede versterken van de klanttevredenheid. Emotionele waardering, erkenning en uitnodiging tot verdere professionalisering zijn hierbij kernbegrippen, die ertoe leiden dat medewerkers de intrinsieke noodzaak tot verandering gaan voelen en bereid zijn in beweging te komen én te blijven. Hierdoor ontstaan tevens de eerste contouren van de uitstraling van een krachtige school, die populair is in de brede regio en daardoor ouders uitnodigt hun kinderen daar onderwijs te laten volgen. Daarmee vormt het predicaat krachtige school naast een essentiële managementtool tegelijk een belangrijk promotiemiddel. brengen van belangrijke maatschappelijke inzichten en het vervullen van een voorbeeldrol als het gaat om attitude en respectvolle omgangsvormen. Het is zaak dat onderwijsmedewerkers ook werken aan het creëren van een evenwichtige balans tussen werk en privé. Dit vereist van schoolleiders ook een beweging richting coachend leiderschap en een verdieping van hun kennis en inzicht op het gebied van HR management. Krachtige school Schoolleiders spelen een bepalende rol als het gaat om het formeren van een team dat zich voortdurend gesteund en uitgedaagd voelt om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden dan wel verder te verbeteren. Zij moeten de visie van school vertalen in een werk- en leeromgeving, waarin niet alleen leerlingen zich veilig en geprikkeld voelen om adequaat te presteren, maar waarin ook de onderwijsgevenden en onderwijs ondersteunende medewerkers zich herkennen en prettig functioneren. De medewerkers vormen immers het human capital bij uitstek van de school en zijn in die zin allesbepalend voor het meehelpen realiseren van de beoogde prestatiedoelstellingen Kwaliteitsscan In samenwerking met CNV Schoolleiders bieden wij schoolleiders de mogelijkheid met ons te sparren over support ten behoeve van hun HR-beleid en op die manier het potentieel van hun medewerkers optimaler te benutten. In dit kader kan een kwaliteitsscan van een school goede diensten bewijzen. HR professionals onderzoeken dan samen met de schoolleiding en eventuele P&O functionaris hoe de samenstelling van de huidige medewerkers zich verhoudt tot de gewenste onderwijsvisie annex beoogde cultuurverandering voor de komende jaren in het licht van het toegroeien naar een krachtige school. Welke medewerkers zitten op de juiste plek, welke medewerkers hebben doorgroeimogelijkheden, op welke terreinen is aanvullende scholing en coaching gewenst en in welke gevallen is het raadzaam medewerkers te begeleiden naar een andere invulling van hun loopbaan, waarbij hun duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt gewaarborgd blijft. Durft u de uitdaging aan? Ik nodig u graag uit om na het lezen van dit artikel uw visie en ervaringen met ons te delen. Wanneer u prijs stelt op meer informatie of support of reeds binnen uw school ontwikkelde good practices met ons wilt delen, dan kunt u hiervoor contact opnemen met het secretariaat van CNV Schoolleiders. Drs. Peter Ottenhoff, HCE JobCreator 10 maart 2013

Open mind Van Karel de Grote wordt gezegd dat hij niet kon lezen en schrijven, maar wel kon rekenen. Van hem wordt ook gezegd dat hij de eerste minister voor Onderwijs in Europa benoemde, Alcuinus, die ook zijn persoonlijke leermeester was. Alcuinus introduceerde opnieuw de inhoud van de brede klassieke vorming in het cultureel sterk teruggevallen Europa. Historici spreken van de Karolingische Renaissance. Ik zag een reportage over ijszeilen een uitvinding van Simon Stevin voor Prins Maurits. Stevin onderwees de prins in wiskunde, maar schreef ook leerboeken over andere vakken uit het toenmalige onderwijs, waaronder een over logica. Stevin was een goede ambassadeur van een brede intellectuele ontwikkeling. Aandacht voor een brede intellectuele vorming van jonge mensen is een regelmatig terugkerend thema in de Europese onderwijstraditie. De antieke intellectuele vorming kreeg al vroeg een vaste vorm in de zeven vrije kunsten: drie talige vakken en vier exacte vakken. Deze zeven vormden een behoorlijk hecht basiscurriculum dat voorbereidde op een vervolgstudie in rechten, theologie of geneeskunde. Hun Latijnse naam was septem artes liberales. De artes liberales hebben altijd een dubbele functie gehad: voorzien in een algemene basisvorming én dienstbaarheid aan een hoger doel. In de katholieke middeleneeuwen lag de dienende functie vooral in de bestudering van theologie. In de Renaissance viert de bewondering voor de klassieke tijd hoogtij. Wat ondanks deze verschillen bleef, is intellectuele vorming; ontwikkeling van het vermogen om via inzicht in de mogelijkheden van taalgebruik en wiskundige regels toe te treden tot de wereld van de hogere cultuur. Ik maak een sprong naar het heden en naar onze manier van kijken naar vormingsdoelen. Ik zie veel Nederlandse scholen ook in onze tijd streven naar een breed onderwijsprogramma. Nu eens wordt dit streven ingegeven door verlangen om tegenwicht te bieden aan claims die leiden tot verenging van het aanbod. Claims zoals de te grote nadruk op rekenen en taal en het gevoel dat het opbrengstgerichte werken te eenzijdig oog heeft voor direct meetbare opbrengsten. Dan weer gaat het om de oprechte, bevlogen wens om leerlingen een breed, uitdagend programma aan te bieden, zodat ze getriggerd worden om te leren. En soms gaat het om het zoeken naar een eigen profiel in een sterk concurrerende omgeving. Veel gehoorde motieven voor school- en onderwijsontwikkeling zijn in het primair onderwijs: recht doen aan verschillen, leerlingen verder brengen, het beste uit een kind halen. In het voortgezet onderwijs: leerlingen uitdagen, activeren tot zelfstandig leren, kansen geven en ze in het schooltype brengen en houden dat past bij hun mogelijkheden. Niet zo lang geleden publiceerde Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum het interessante essay Niet voor de winst ; een pleidooi voor revitalisering van een brede basisvorming volgens het recept van de artes liberales. Interessant is vooral haar motief. Ze signaleert om zich heen een forse tendens, waarin onderwijsdoelen steeds nadrukkelijker worden afgestemd op economische winst en op alle zaken die daarvoor nuttig zijn. Nussbaum neemt een neiging waar om alles wat niet direct aantoonbaar bijdraagt aan economisch rendement te elimineren uit het curriculum. Ze ziet het om zich heen in de bestemming van subsidies. Voor haar is het duidelijk: alles van waarde is weerloos. En waarom dit erg is? Volgens Nussbaum: door alles weg te snijden wat niet direct van nut is, hollen we onze democratie Liberal arts uit. Want onze democratie kan alleen bestaan in een situatie van vrij en kritisch kunnen, mogen en durven denken. Het zijn juist de kunstzinnige en reflectieve vakken die burgers vormen tot mondige burgers en dat is precies waaraan een democratie behoefte heeft om adequaat te functioneren. Debat, spraak en tegenspraak, tegendraads denken ze zijn onontbeerlijk in een wereld die de dictatuur en de macht van enkelen achter zich heeft gelaten. Het is een mooi, aansprekend pleidooi, waarin Nussbaum nader uitwerkt om welke competenties het precies gaat. Voor haar is het in de VS gebruikelijke programma van de liberal arts een goed voorbeeld dat bijdraagt aan de ontwikkeling van de beoogde competentie. Het Nederlandse onderwijs heeft de traditie van de artes liberales achter zich gelaten. Wij hebben de laatste twee eeuwen schooltypes ontwikkeld die nauw aansloten bij de standenmaatschappij, zoals die was (hogere burgerschool, ambachtsschool, huishoudschool, etc.) om deze schooltypes vervolgens naar elkaar toe te laten groeien in twee stromen: het algemeen vormende onderwijs en het beroepsonderwijs. Ons hoger onderwijs sluit hierop aan, voorziet niet ook zelf in een breed basisprogramma dat gericht is op intellectuele vorming in de traditie van de liberal arts. Wij, nuchtere Nederlanders, kooplieden die we waren en zijn gebleven, zijn vooral gesteld op efficiënte leerwegen, op routes die in een keer tot een vroeg bepaalde bestemming leiden, op onderwijsrendement. We zijn minder gesteld op diplomastapeling of op een keer mogen switchen, omdat je het ook nog niet precies wist. En hoeveel waarde hechten we aan vorming zonder aantoonbare waarde? En zo krijgt elke samenleving het onderwijsbestel dat het verdient. Of bereid is te bekostigen. Harm Klifman U kunt reageren op deze column via harm. klifman@vbent.org. maand maart 2011 2013 11

Schoolbesturen halen de broekriem verder aan De leerlingenaantallen dalen, evenals de bijdragen van de overheid per leerling over de komende jaren. Hierdoor is de financiële positie van veel schoolbesturen niet rooskleurig te noemen. En nu? Hoe ga je hiermee om als schoolleider? Het artikel Begroten: de nul aanhouden of kopje onder? uit Direct 1 nam u mee in een beschouwing over de financiële positie, waarin veel schoolbesturen zich geplaatst zien en wat deze positie betekent voor de bestedingsruimte en het opstellen van de begrotingen voor 2013. Simpelweg komt het erop neer dat het leerlingaantal doorslaggevend is voor de hoeveelheid geld die je als schoolbestuur te besteden hebt. Daarnaast speelt voor de bestedingsmogelijkheden die een bestuur heeft nog een aantal eigen kengetallen mee, waarop je Doemdenken is een opstelling, waarmee je geen ambities kunt waarmaken niet heel veel invloed kunt uitoefenen, zoals de formatieomvang van de opgenomen BAPO, het ziekteverzuimcijfer, de vervangingskosten, de huisvestingsomstandigheden en de exploitatie ervan en de hoogte van de Gemiddelde Personeelslast (GPL) binnen de vereniging of stichting; wat betaalt het bestuur gemiddeld genomen per docent/leerkracht. Papier bloost niet Een begroting maken lukt over het algemeen nog wel. Het zijn immers maar cijfers. Papier bloost niet. Maar daarachter ligt wel een hele wereld. Een wereld waarin leerlingen voorkomen die geld genereren en een wereld waarin medewerkers, schoolgebouwen en leermiddelen voorkomen, waaraan je dat geld weer uitgeeft. In ons land geven we ongeveer 80 procent uit aan salarissen en andere personele kosten. De rest gaat zitten in de exploitatie van het gebouw en de middelen die ingezet worden voor het uitvoeren van het onderwijsprogramma dat je als school aanbiedt. De conclusie is dat we gemiddeld genomen per schoolorganisatie minder te besteden hebben. Dat komt, omdat er over het afgelopen decennium in ons land, absoluut gezien, minder kinderen geboren zijn. Daarnaast worden de overheidsbijdragen per leerling over de komende jaren, te beginnen voor 2013, teruggeschroefd. En aangezien het grootste gedeelte van de ontvangsten uitgegeven wordt aan personeel, lijkt het voor de hand te liggen dat besturen binnen die kostenpost de uitgaven terug gaan proberen te brengen. Een docent ontslaan, per GPL aan inkomsten ongeveer 72.000 euro (voor niet-ingewijden, het betreft hier niet alleen het brutosalaris, maar ook de andere werkgeverslasten, zoals pensioenpremies en sociale premies), zet meer zoden aan de dijk dan de thermostaat twee graden lager zetten en het Meerjaren OnderhoudsPlan (MOP) wat schraler invullen. Wegsnijden Voor een school in het voortgezet onderwijs betekent het wegsnijden van een fte het gaat daarbij overigens wel om een loyale docent die naast zijn lesgevende taken ook stinkend zijn best doet in de ouder- en leerlingbegeleiding en ook zelf een gezin heeft te onderhouden dat er 25 lessen minder in het rooster geprogrammeerd worden. Het gevolg is dat je als schoolleiding besluit om de klassengrootte binnen een afdeling van gemiddeld 27 leerlingen te verhogen naar 32 of 33 leerlingen. Daarmee wordt een complete klas opgeheven en worden de betreffende leerlingen verdeeld over vijf andere klassen. Bij het noodzakelijkerwijs terugschroeven van de formatie 12 maart 2013