Networking for Urban Vitality Amsterdam, 23 juni 2016
NUVit: Europees netwerk voor infrastructuur en vitale steden Op 23 juni 2016 vond in het Europagebouw in Amsterdam de conferentie Networking for Urban Vitality (NUVit) plaats. Rijkswaterstaat organiseerde dit seminar in het kader van het EU-voorzitterschap van Nederland, waarbij deelnemers uit landen als Zweden, Oostenrijk, Frankrijk, België, Italië en Duitsland aanwezig waren. Om steden toegankelijk, leefbaar, gezond, veilig en economisch sterk te houden, moet er iets veranderen in de manier waarop we plannen en bouwen. NUVit bepleit een integrale aanpak van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling op verschillende niveaus. Dit is een uitdaging voor veel stedelijke regio s. Het doel van deze dag is om elkaar te ontmoeten, best practices uit te wisselen en kennis te delen.
Op de EU-agenda Dagvoorzitter Steve Phillips, Secretaris-Generaal van CEDR, de internationale organisatie voor wegbeheerders, vindt het wel passend dat dit nieuwe initiatief op de EU-agenda komt nu Nederland voorzitter is van de EU: Nederland, Zweden en België zijn de aanjagers en initiatiefnemers van de ontwikkeling van NUVit. Zij hebben de ambitie om op Europees niveau een robuust en duurzaam transportnetwerk van verschillende modaliteiten tot stand te brengen. Deze geïntegreerde strategie van ruimtelijke ontwikkeling en investeringen in infrastructuur kan veel betekenen voor een gezonde verstedelijking.
Van silomentaliteit naar een geïntegreerde aanpak De eerste keynotespreker is Daniela Rosca, hoofd van de unit Clean Transport & Sustainable Urban Mobility bij de Europese Commissie. Om te beginnen haalt ze aan dat steden binnen het nieuwe EU-beleid steeds meer zeggenschap krijgen. Duurzame mobiliteit maakt van steden florerende, toegankelijke en leefbare plaatsen. Het is dan ook terecht dat steden worden uitgedaagd mee te denken over vraagstukken als klimaatveranderingen, verkeersveiligheid en ruimtelijke ontwikkeling. Ze hebben er veel bij te winnen. Steden moeten wel silomentaliteit vermijden, dat wil zeggen dat je alleen gericht bent op eigen vakgebied en sector. Door verschillende innovaties staan steden niet meer op zichzelf. Als knooppunten zijn ze onderdeel van een groter gebied. Rosca vervolgt met voorbeelden van programma s en projecten die erop gericht zijn om de vervuiling van transport te verminderen. Op allerlei gebieden willen we vooruitgang boeken: niet alleen door schonere voertuigen maar ook door te kijken naar infrastructuur. Zeker in stedelijke gebieden waar infrastructuur en voertuigen samenkomen. Daarbij is publiek geld alleen niet toereikend. Veel hangt af van private investeringen. Om alles in goede banen te leiden zijn partnerships nodig tussen onder andere stakeholders, bedrijfsleven en overheden. Hoe kan de EU zorgen voor schoner transport en een duurzame stedelijke mobiliteit? De aanpak die Rosca voorstaat, komt zeer in de buurt van het NUVit-ideaal. We moeten steden niet als losstaande elementen zien, maar als deel van een groter geheel. Het is niet gemakkelijk om van een silomentaliteit over te stappen naar een geïntegreerde aanpak van stedelijke planning met lange afstands -infrastructuur. Het TEN-T paper is voor ons een inspiratie en we volgen daarom geïnteresseerd de voortgang van NUVit.
Realiseren door samen te werken Jan Hendrik Dronkers, Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat, is de tweede keynotespreker. Hij heet de aanwezigen welkom in de Randstad, een dicht bevolkt stedelijk gebied waar 9 miljoen mensen wonen. Vier meter onder de zeespiegel wordt 70% van het BNP verdiend. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in de stad. In 2030 zal dat 60% zijn. Dat levert een uitdaging op. Door een geïntegreerde aanpak van infrastructurele en stedelijke planning op EU-niveau, kunnen we een robuust, duurzaam en multimodaal transportnetwerk creëren. Zo houden we steden leefbaar. Dronkers zegt het belangrijk te vinden om elkaar op deze conferentie te leren kennen, connecties te maken, kennis uit te wisselen en best practices te delen. Zelf geeft hij voorbeelden van de stedelijke rondwegen van Maastricht en Stockholm, en het project Ruimte voor de Rivier in Nijmegen. Deze projecten zijn integraal aangepakt door stedelijke en infrastructurele planning op verschillende ruimtelijke niveaus te combineren. Tot slot doet Dronkers een oproep. Het is mijn droom om samen de economie en de kwaliteit van leven te verbeteren in de stedelijke gebieden van de EU. Dat kan met de NUVit-aanpak waarbij TEN-T clusters cruciaal zijn. Op dit moment zijn dat nog twee verschillende werelden. Laten we die samenbrengen. NUVit benadrukt de mental shift die hiervoor nodig is!
Efficiënt transport en stedelijke planning Lena Erixon, Directeur-Generaal van Trafikverket, gaat van start met een aantal Zweedse statistieken. Zweden, een land van 2078 km van noord naar zuid, telt tien miljoen inwoners en groeit snel. Dat komt onder andere door de opvang van vluchtelingen. In de agglomeratie van Stockholm wonen nu 2,2 miljoen mensen en daar komen er ieder jaar bij. Stockholm is de snelst groeiende hoofdstad van de EU. De groei brengt problemen met zich mee zoals een gebrek aan huizen. Hoe los je dat op? Door het transportsysteem en de ruimtelijke planning te integreren, antwoordt Erixon. Ruimte hebben we genoeg, maar op verschillende niveaus moeten we efficiënter gebruikmaken van het transportsysteem. Ze vertelt hoe stap voor stap maatregelen zijn genomen, zoals tunnels die dan weer gecombineerd worden met stedelijke projecten. Erixon waarschuwt dat je bij dergelijke projecten aanvankelijk te maken krijgt met tegenstand. De Stockholm Bypass, een tunnel van 21 kilometer, zal onder het koninklijk paleis doorgaan. Er was veel discussie, maar door nauw samen te werken op verschillende schalen is nu bijna iedereen voor. Het resultaat helpt ook: de projecten zijn op tijd afgerond binnen budget. De stad is toegankelijker, zelfs beter dan verwacht. Er zijn plannen om de metro verder uit te breiden en de grote steden via een hogesnelheidslijn met elkaar te verbinden en aan te laten sluiten op het Europese netwerk.
Win-winsituatie door integrale stedelijke en infrastructurele planning Om de verhoudingen aan te geven vergelijkt Peter Cabus, Secretaris-Generaal van het Departement Ruimtelijke Ordening, Vlaanderen met Zweden. Vlaanderen is in oppervlakte ongeveer tien keer kleiner. Van noord naar zuid is bij ons zo n 150 kilometer, en we hebben 6,4 miljoen inwoners. Ook wij hebben te maken met een groeiende bevolking, mede door de komst van migranten. Vlaanderen heeft een dicht netwerk van spoor, wegen en waterwegen, en goede internationale verbindingen als luchthavens en hogesnelheidstreinen. De bevolkingsgroei heeft impact op de ruimtelijke ontwikkeling. Mobiliteit en nieuwe huizen zijn nodig, maar mogen geen afbreuk doen aan de kwaliteit van leven. Dat kan met behulp van een integrale stedelijke en infrastructurele planning. Eén van de voorbeelden die hij geeft, is de ringweg van Antwerpen. Deze ligt in de stad en is filegevoelig. Met de ervaringen in het verleden, zouden we het nu anders aanpakken, bekent Cabus. Ten eerste ging alles volledig top-down wat de nodige weerstand opriep. Om draagvlak te krijgen, zijn we meer gaan samenwerken met de bevolking. Daardoor is een geplande brug nu een tunnel geworden. Op het dak ervan is leefruimte voor de stad. De tweede fout heeft te maken met context. Onze aanpak hadden we vanaf het begin moeten integreren met de wijde omgeving. Dat is nu wel gebeurd: we maken op verschillende niveaus en schalen gebruik van transportknooppunten. Tot slot adviseert Cabus om gebruik te maken van de NUVit-aanpak: Bekijk hoe je infrastructuur implementeert bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Kijk over grenzen heen naar TEN-T clusters en zorg voor samenwerking op verschillende niveaus.
Meer focus op het water Volgens Ton Venhoeven, voormalig Rijksadviseur Infrastructuur, moeten we de planning van onze infrastructuur herontdekken aan de hand van onze voornaamste handelsroutes langs de Rijn. Het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) is een groot succes. De Rijksoverheid werkt hierin samen met decentrale overheden aan ruimtelijke projecten en programma s voor elke regio in Nederland. Laten we dat netwerk vergroten en over de landsgrenzen gaan samenwerken. Steden zijn geen silo s, we moeten ons richten op de agglomeratie. Hoe kunnen we de uitdagingen op internationaal niveau het hoofd bieden? Door de focus op verkeersknooppunten te leggen, meent Venhoeven. Bij een multimodaal, logistiek netwerk moeten we zien te voorkomen dat de infrastructuur de agglomeratie aantast. Er is meer ruimte nodig voor de natuur. Zo kunnen we bijvoorbeeld meer gebruikmaken van het water. De rivieren zijn essentieel voor transport. Verkeersknooppunten verbinden water aan spoor en wegen. Door bulktransport in schepen te vervoeren, verlichten we de druk op het wegennet. Daardoor worden steden weer toegankelijker en leefbaarder.
Side event: Ruimte voor de Rivier In Nederland is er risico op overstromingen. Een groot probleem in een dichtbevolkt land. De grootste oorzaak ligt in het feit dat rivieren minder ruimte krijgen dan ze van nature hadden. Daar komt bij dat het vaker regent: water dat ook moet worden afgevoerd. Op meer dan dertig locaties krijgt de rivier weer meer ruimte. Een daarvan is de Waal bij Nijmegen. Via een Virtual Reality bril konden deelnemers aan het congres letterlijk een kijkje nemen bij de rivier.
Side event: Snelweg en Stad Kan de relatie tussen snelweg en stad worden verbeterd in een toekomst met elektrische en zelfrijdende auto s? Wat zijn effecten op leefbaarheid, bereikbaarheid en ruimtegebruik? Om nieuwe inzichten te verwerven en meer kennis op te doen, wordt op initiatief van BNA en TU Delft ontwerpend onderzoek gedaan op ringwegen in Utrecht, Amsterdam en Rotterdam.
Side event: RWS Imagine Diverse karakteristieken zijn bepalend voor de inrichting van steden. Of iets top-down of bottom-up besloten wordt bijvoorbeeld. Of in relatie tot energie: het maakt veel uit of energie uit olie of zon wordt gewonnen. Rijkswaterstaat ontwierp een spel waarin je extreme scenario s van vier steden krijgt voorgeschoteld. Doordat je weggehouden wordt van eigen belang, krijgt de speler meer inzicht in de consequenties van andere belangen.
Paneldiscussie Aan het begin van de middag staat een paneldiscussie onder leiding van Steve Phillips, Secretaris-Generaal van CEDR, op het programma. Deelnemers zijn Peter Carbus, Secretaris-Generaal van het Departement Ruimtelijke Ordening; John Voppen, operationeel directeur bij ProRail; Einar Schuch, Regio-Directeur van Trafikverket; André van Lammeren, Directeur Bereikbaarheid en Infrastructuur bij Rijkswaterstaat. De panelleden vertellen eerst welke lessen ze tot nu toe geleerd hebben van de conferentie. Voppen geeft een voorbeeld hoe de NUVit-aanpak is toegepast in de combinatie trein en fietsen. In Nederland gebeurt 50% van de vervoersbewegingen tijdens de spits per trein. De fiets en trein kunnen vanwege goede bereikbaarheid en stalling echt als multimodaal transport gezien worden. Het station is het knooppunt tussen die twee modaliteiten. Vervolgens vraagt Phillips aan de zaal feedback over de side-events. Veel deelnemers waren geïnteresseerd in het verloop van Snelweg en Stad. Ruimte voor de Rivier was een mooi voorbeeld hoe verschillende functies in één plan waren geïntegreerd. Het spel van Rijkswaterstaat werd gezien als een goed instrument om in de toekomst van steden te kijken en daarop strategische beslissingen te baseren. Zijn er culturele verschillen die NUVit in de weg staan? Nee, meent Van Lammeren, het gaat om het delen van waarden. De enige manier om een niveau verder te komen is door learning by doing. Door onze waarden en kwaliteiten samen te laten komen, kunnen we vooruitgang boeken in de ontwikkeling van de steden van morgen.
Dagafsluiting André van Lammeren, Directeur Bereikbaarheid en Infrastructuur bij Rijkswaterstaat, sluit de conferentie af. Hij benadrukt het belang van een integrale aanpak op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en investeringen in infrastructuur op verschillende ruimtelijke niveaus. We moeten verder kijken dan steden. Wat is het effect op de agglomeratie? Daar hebben we corridors voor nodig. Hij zegt dat infrastructurele planning niet meer los gezien kon worden van ruimtelijke ontwikkeling. Het zijn nu nog twee werelden die apart van elkaar bestaan. Dat moeten we veranderen. Tot slot wijst hij op de financiën. We hebben geld van de regering nodig om dit te realiseren. Van Lammeren drukt iedereen op het hart om vooral verder te gaan met NUVit: Dit is de toekomst!
Praktijkbezoek aan de Zuidas Om de praktijk te ervaren, brengt de delegatie een bezoek aan de Amsterdamse Zuidas. Dit bestaande business district wordt getransformeerd in een multifunctioneel gebied waarin gewerkt, gewoond en geleefd wordt. Dit brengt veel extra forenzen, inwoners en bezoekers met zich mee. Naar schatting krijgt station Amsterdam Zuid na afronding drie keer zoveel passagiers als nu. Als oplossing wordt de A10 ondertunneld en verbreed. De gewonnen ruimte wordt benut om het station te vergroten en mensen meer leefruimte te bieden. Het is een integraal project waarbij krachten gecombineerd worden (spoor en weg) en ministerie, provincie, stadsdeel en gemeente Amsterdam samenwerken. De planning is om te bouwen van 2018 tot 2028.
tekst : Annelies Kant, Kantekst.nl fotografie en lay out: Rolf Resink, hetismooiwerk.nl