Geachte College. Gedeputeerde Staten van Limburg Afdeling Ruimtelijke Ontwikkelingen Postbus MA Maastricht

Vergelijkbare documenten
Geacht College, Gedeputeerde Staten van Limburg Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling t.a.v. mr. L.H.M. Vorstermans Postbus MA Maastricht

8.6. Buitenring Parkstad Limburg

Geacht College, Gemeente Roermond College B&W Postbus AX Roermond

Samenvatting Startnotitie Tracénota/MER aansluiting Nuth. Een nieuwe aansluiting van de Buitenring Parkstad Limburg op de A76 ter hoogte van Nuth

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

Directie Grondgebied Ingekomen stuk D50 (PA 28 September 2011) Mobiliteit Productmanagement en Beleid. Datum uw brief

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

Bestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

SCHETS NIEUWE HUIDIGE SITUATIE = 0-VARIANT MET VERBREDINGSPLANNEN A27 EN HOOIPOLDERPLUS-PLAN

Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011

Betreft: Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau MER N279 Veghel Asten

AGGLOMERATIE. Een analyse van verschillende perspectieven voor de economie van Zuid-Limburg

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

Retailaanpak Parkstad Limburg

Bijlage I Verklarende woordenlijst

Startnotitie A2 Passage Maastricht. Jeroen Maas Rijkswaterstaat directie Limburg projectleider Infrastructuur (TW)

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer

Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

Inloopbijeenkomst N34 aansluiting Klijndijk/Odoorn. Namens: Werkgroep N34 Odoorn/Klijndijk Provincie Drenthe Gemeente Borger - Odoorn

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

Notitie / Memo. Verkeerskundige analyse Hillegoms alternatief

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

MEMO. Provincie Limburg Ecorys (Koen Vervoort, Matthijs Beke, Michiel Modijefsky)

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Raad. Raad Disnummer: Onderwerp: Zuidelijke spooraansluiting Chemelot. Meegestuurde stukken: Convenant bereikbaarheidsimpuls Limburg

Betreft: Artikel-38 vragen mbt ingediend burgerinitiatief fietsverbinding Kerkrade Landgraaf Brunssum

Studie verkeer Huis ter Heide

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West

N595 Wittemer Allee. Informatie voorziening Buurt Comité

Vervolgvragen raadslid dhr. F. van der Zande (fractie LOF) ex artikel 35 Rvo betreffende verkeerssituaties Sterckwijck en beantwoording college.

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Studie herinrichting complex E40 te Drongen. Terugkoppeling bewoners 01/12/2016

LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011

N207 Passage Leimuiden. Samenwerken aan een gedragen oplossing

Wegen en Verkeer. in Nederland en Midden-Limburg. 11 juni 2008 Bezoek CDA Limburg 1

Inspreekreactie Commissievergadering MF

Samenvatting onderzoeken variant 7

Samenvatting onderzoeken variant 7 en 7B

3 Witteveen & Bos Provincie Noord-Brabant

De 17 hoofdargumenten op een rij

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Informatiemarkt Buitenring. Buitenring Parkstad Limburg Investering loont! nieuwsbrief juli 2010

BESTUURLIJK AFWEGINGSNOTITIE VOORKEURSALTERNATIEF AANSLUITING NUTH

Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie

iiiiiiiiiiiiiniiiiihii Oosterhout 2 mi m gemeente Aan de gemeenteraad r.van.haaf@oosterhout.nl IO Zienswijze project A27 Houten Hooipolder

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Het Tracebesluit A2 Sint Joost - Urmond ligt momenteel ter inzage. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft, mede namens de minister van VROM,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Afwaarderen (minder aantrekkelijk maken voor doorgaand verkeer) van de Boerendijk tussen de Hoge Rijndijk en de Chrysantstraat

Wegomlegging Zevenbergen Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie. blad 1 van 8

De opkomst van structurele bevolkingsdaling

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016

Ambtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen

Startnotitie t.b.v. een mer voor de uitvoering van onderdelen van Rijksweg 73-Zuid tussen Roermond en St. Joost. t 1.,, z.

Naam: N18 Varsseveld-Enschede < Regio( s): Achterhoek. Contactpersoon: M. de Vos Subthema: Rijksinfra

Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel

Noordelijke randweg Zevenbergen

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni

Planstudie A27/A1. Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010)

De provincie zegt 140 mln beschikbaar te hebben. De gemeenten, waterschap en anderen (?) moeten dus 60 mln of 130 mln bijbetalen.

Naar aanleiding van de concept Factsheets, zie ons via een link beschikbaar zijn gesteld door de gemeente Meierijstad berichten wij u als volgt.

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid

Module bereikbaarheid

Betreft: Aanvullend advies inzake de voorgenomen aanleg van de Rijnlandroute

Verlengde Spoorlaan Drunen

gemeente BrjnSSIPITI

Betreft: Mondeling overleg structuurvisie NWO Den Haag, 1 april 2014

Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Emmasingel BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5611 AZ Eindhoven T +31 (0)

Provinciale Staten van Noord Holland

Alternatieven Noordoostcorridor. Noordoostcorridor

Provincie Noord-Holland

Saneren oversteken N48 bladzijde 1/9

Nieuwsbrief. Bodemonderzoeken van start. Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan. Onderzoek naar ecologische verbinding heidegebieden

MER Waterfront. Opdrachtgever. Documentatie Verkeersprognoses. Gemeente Harderwijk Postbus AC HARDERWIJK

Deel 1: Algemene kaders. Waarom werken aan beekdalen? Groenere ruimte. Doel van de bijeenkomst: Agenda. De kern.

VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 26 september 2017 NR.: RI

PIP Buitenring Parkstad Limburg Oplegnotitie deelrapport 1,2 thema MER, alternatievenafweging

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Herinrichting Utrechtseweg Zeist. Themasessie nut en noodzaak, effecten verkeer, lucht en geluid 8 april 2015

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over verkeersprognoses A13/A16.

Informatieavond GOL. Vlijmen-Oost / s-hertogenbosch 25 februari Welkom

R Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

1 e fase Planstudie Ring Utrecht Keuze VoorKeursAlternatief (VKA)

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN. telefoonnummer

GVP Hilvarenbeek

Transcriptie:

Gedeputeerde Staten van Limburg Afdeling Ruimtelijke Ontwikkelingen Postbus 5700 6202 MA Maastricht Roermond: 26 september 2006 Betreft: Inspraak Startnotitie Tracénota / MER-UVS Buitenring Parkstad Limburg en B258n Van: Toine Wuts Kenmerk: 06.193 / TW / 272.112 Bijlage: 26 pagina s machtigingen Geachte College Mede namens onderstaande natuur- en milieuorganisaties en bewoners, wonend in de directe nabijheid van het plangebied, in de regio Parkstad Limburg geven wij na een grondige bestudering van de Tracénota MER/UVS Buitenring Parkstad Limburg (noord en zuid) en de B258n onderstaand onze inspraakreactie en aanbevelingen weer, om mee te nemen in de opstelling van de MER en de verdere besluitvorming hierover. Inleiding De natuur- en milieuorganisaties en bedoelde bewoners in de regio Parkstad Limburg en de Milieufederatie Limburg wensen actief en creatief mee te denken over mogelijke oplossingen van de door u geschetste problemen: de beperkte economische groei, de bereikbaarheid van recreatieve voorzieningen en de verkeersveiligheid op verschillende wegen. Uit een gedegen MER-studie moet blijken of een Buitenring Parkstad de oplossing is voor de door u geschetste problemen. Een gedegen studie waarbij volgens ons de verbetering van het leefklimaat en bescherming van onze natuurlijke leefomgeving, natuur en landschap ook in meegenomen dienen te worden. Wij volgen hierin de beleidslijn uit de Nota Mobiliteit en het daarvan afgeleide PVVP (Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan). Beide plannen gaan uit van de ladder van Verdaas, samengevat komt dat er op neer dat eerst beleid inzake beïnvloeden van het verkeers- en mobiliteitsgedrag dient plaats te vinden, daarna gezocht wordt naar het beter benutten van de bestaande infrastructuur, met mogelijke (kleine) aanpassingen, en als dat geen oplossing biedt kan worden overwogen om nieuwe infrastructuur aan te leggen. Algemeen Wij ondersteunen de visie van de provincie dat nu ruim zes jaar na de eerste MER studies, die geleid hebben tot het vastleggen van corridors, er gezien de dynamiek in onze samenleving een nieuwe MER procedure doorlopen dient te worden. Wij onderschrijven ook dat de beoogde invulling, sober en doelmatig moet zijn. Vanuit doelmatigheid zijn wij van mening dat, onder andere door de demografische ontwikkelingen in Nederland en met name in de Parkstad regio, een hernieuwde beoordeling over het nut en de noodzaak tot het aanleggen van een Buitenring Parkstad dient plaats te vinden. Daarnaast zijn wij van mening dat, gezien de vele habitatrichtlijn- en de EHS-gebieden die 1

mogelijk aangetast of sterker aangetast zullen worden, het Zwaarwegende of Groot Maatschappelijk belang eerst aangetoond dient te worden. Dit in het kader van de beoordeling van het nee-tenzij principe. Bij het hanteren van sober als uitgangspunt zijn wij van mening dat er niet meer asfalt aangelegd dient te worden dan strikt noodzakelijk is. De ladder van Verdaas zou als basis in de MER toets meegenomen dienen te worden, evenals de provinciale volgorde van eerst beïnvloeden, daarna beter benutten en uiteindelijk pas het bouwen van nieuwe infrastructuur. Het uitvoeren van beleid in zake beïnvloeden en beter benutten, waarbij uitdrukkelijk het beprijzen meegenomen dient te worden en de ingebruikname van de Light Rail, zal leiden tot verschillende prognoses van de verkeersintensiteiten. Een sobere variant aangevuld met flankerend beleid zou dan wel eens de beste oplossing kunnen zijn voor het nagestreefde doel. Demografische ontwikkelingen Uit diverse onderzoeken is inmiddels duidelijk geworden dat de bevolkingsafname in de Parkstad regio op termijn dermate drastisch is dat, zelfs bij een toename van de mobiliteit per persoon, er nog geen sprake is van toename van de totale mobiliteit in de Parkstad regio. Economische ontwikkelingen, demografische ontwikkelingen, en veranderende automobiliteit hebben een grote samenhang met elkaar, die meegenomen dient te worden in de verdere uitwerking. Het is dan nog maar de vraag of het doel bevorderen van de economische groei nog wel een reëel uitgangspunt kan zijn. Waarschijnlijk is het beter om uit te gaan van een bevorderen van de leefkwaliteit en biodiversiteit in de regio en in haar kernen. In alle prognoses dienen dan ook de laatst bekende gegevens van de demografische ontwikkelingen als basis te dienen in de berekeningen van de prognoses voor de kortere- en langere termijn, 10 jaar na openstelling, en voor de relatie met de economische groei. Verkeersintensiteiten en I/C beoordeling van de verschillende wegvakken In de tabellen 3.3 en 4.2 zien wij dat er volgens de opstellers een duidelijke toename te verwachten is op het hoofd wegennet, de A76, de N281, De A79. Op het onderliggende wegennet, met name in de kernen, zien wij een gelijk blijvende intensiteit en soms zelf een afnemende intensiteit van het verkeer. Een duidelijke toename op dit wegennet wordt dus niet verwacht, terwijl dit juist een van de redenen was om de Buitenring Parkstad aan te leggen. Wij vragen ons af hoe bepaalde delen van de prognose tot stand gekomen zijn: op sommige weggedeeltes is sprake van verkeerstoenames van 100 tot 150% met een uitschieter tot 275%, de gemiddelde toename voor de hele regio is 27%, weggedeeltes die aansluiten op elkaar, zonder kruispunten, geven verschillende intensiteiten. Verkeersintensiteiten voor het Duitse gedeelte, N258n, zijn in zijn geheel niet meegenomen. De beoordeling van de knelpunten is met name gebaseerd op de weergave in de afbeeldingen 5.2 en 5.3. Zowel de verkeersintensiteiten en I/C waarden, alsmede de grafische weergaven hiervan zijn gebaseerd op het Verkeersmodel Regio Parkstad Limburg. De grote verschillen tussen de grafische en de cijfermatige weergave vinden wij dan ook onbegrijpelijk. De afbeeldingen suggereren een opstapeling van knelpunten. De tabellen uit 2004 en 2025 geven aantallen van respectievelijk 2 en 6 knelpunten. Drie van deze zes knelpunten (in 2025) hebben betrekking op de A76 en worden volgens ons eerder versterkt dan opgelost door een Buitenring Parkstad. Het is misschien niet de meest 2

verantwoorde aanwending van gemeenschappelijke middelen om een snelweg aan te leggen in een dermate dichtbevolkt gebied om 3 matige knelpunten in de toekomst op te lossen. Wij verwachten dat, indien de Buitenring Parkstad gebruikt zal worden zoals de Provincie Limburg dit wenst, er juist knelpunten ontstaan bij de aansluitpunten van de buitenring met het hoofdwegennet o.a. de A76. In alle te onderzoeken varianten dienen de intensiteiten, gebaseerd op de huidig bekende prognoses in relatie tot demografie en mobiliteit, op het (onderliggend) wegennet en het aangrenzend wegennet, niet alleen de A76, maar met name ook de N274 en de N276, juist te worden weergegeven, verspreid over de gehele dag. Dit zal aantonen waar daadwerkelijk sprake is van knelpunten. Dit toont welke variant de beste oplossing biedt of dat een sturing in het verkeersaanbod een oplossing is. Verkeersveiligheid Elk ongeval is er een teveel. In een ongevallenanalyse van de te onderzoeken varianten dient naar onze mening rekening te worden gehouden met de aard en oorzaak van de ongevallen. Ongevallen veroorzaakt door o.a. drank- en druggebruik alsmede ongevallen veroorzaakt door onzorgvuldig rijgedrag worden niet opgelost door de aard, de constructie en het gebruik van een weg aan te passen. Autonome ontwikkelingen Zowel via de ambtelijke weg alsook via de bestuurlijke weg vernemen wij signalen dat er in de regio plannen leven om het Industrieterrein Hendrik geheel of gedeeltelijk om te vormen tot een toeristisch recreatief gebied. Deels om het Heuvelland te ontlasten en deels omdat het beter past in de regio met de aangrenzende, grensoverschrijdende, natuur en bosgebieden. Toeristisch recreatief verkeer genereert geheel andere verkeersstromen dan industrieel verkeer. Deze mogelijke beleidswijziging dient in de verkeersprognoses te worden meegenomen en zichtbaar te worden.. Dit mogelijke omvormen van industrieterrein Hendrik naar een andere functie haalt een van de pijlers onder de noodzaak van een Buitenring Parkstad uit, zoals beschreven in de MER eerste fase, de corridor MER. Ook indien geen sprake is van het opheffen van de functie als industrieterrein dan is het nog steeds discutabel om een buitenring aan te leggen voor 3,3 minuten tijdwinst voor het verkeer van en naar dit Industrieterrein vanuit de A76 (bron: bijlage 3 corridor MER uit 2001, tabel B.3.6.1). In het verleden zijn er diverse (MER) studies uitgevoerd aan de wegen A76 en A2. Betreffende de A76 is onlangs komen vast te staan dat de werkzaamheden worden beperkt tot enkele kruispunten. Het is ons onduidelijk waarom eerst te verwachten grotere aanpassingen niet meer nodig zijn. Juist omdat de A76 als voornaamst, bijna enige, knelpunt in de I/C verhoudingen naar voren komt. Daarnaast zijn wij van mening dat de studie afrit A76 Nuth, met mogelijke alternatieven, een directe relatie heeft met de MER studie Buitenring Parkstad. Wij verzoeken deze studies zoveel mogelijk parallel te laten lopen. De verkeersbeïnvloedingsmaatregelen uit de Nota Mobiliteit, o.a. beprijzing, en de verbeteringen aan het openbaar vervoer uit de concessie OV, o.a. light rail en een uitbreiding van het aantal halteplaatsen worden volgens ons onvoldoende meegenomen in de verdere uitwerking. 3

Het bevorderen van het fietsverkeer voor de korte afstand kan een zeer adequate oplossing bieden. Zeker in een gebied waar 68% van de verkeersbewegingen bestaat uit het korte afstandsverkeer tussen de kernen en in de kernen. Een verkeersregelinstallatie met voorrang voor de fietser kan het gevoelsmatige wachten verkorten en het fietsgebruik bevorderen. Varianten De te onderzoeken varianten beperken zich voornamelijk tot drie hoofdvarianten in het noordelijk gedeelte van de Buitenring Parkstad, afhankelijk van de oplossing bij Brunssum (noord, zuid of ondertunneling), aangevuld met diverse subvarianten hierop. In het POL, Provinciaal Omgevingsplan Limburg, wordt de ondertunnelingvariant nog als nul-plus variant genoemd. Wij zijn verheugd dat deze variant onderzocht wordt als een volwaardige variant. Daarnaast zijn er in het zuidelijke gedeelte van de Buitenring Parkstad diverse varianten opgenomen die een aansluiting op het Duitse wegennet beogen. De voorgestelde varianten zullen alle gevolgen hebben voor het onderliggend wegennet in de kernen. 68% van het woon-werkverkeer bestaat voornamelijk uit lokaal of regionaal verkeer tussen de kernen van de verschillende gemeenten in regio Parkstad. Door de voorgestelde varianten zullen veel bestaande kruispunten vervallen. Extra wegen zullen moeten worden aangelegd om de inwoners en bezoekers van de regio Parkstad naar de Buitenring te leiden en extra oversteekpunten zullen nodig zijn om de sociale barrière op te heffen. De Buitenring kon op deze manier wel eens een omweg kunnen worden i.p.v. een kortere efficiëntere route voor het regionale verkeer. Indien 68% van het verkeer in de regio voornamelijk tussen de kernen en in de kernen plaats vindt moet het duidelijk zijn dat er een gigantische gedragsbeïnvloeding plaats zal moeten vinden om de mensen gebruik te laten maken van de buitenring. Een grotere rijafstand kan leiden tot extra verkeer in de kernen, met alle mogelijke gevolgen voor de luchtkwaliteit etc. Al deze extra overwegingen moeten in het onderzoek meegenomen worden bij de betreffende varianten. en dienen derhalve in de MER inzichtelijk gemaakt te worden. Volgens de lokale media in Duitsland staat de B258n niet meer op de prioriteitenlijst voor 2012. Wij hebben sterk de neiging om te denken dat het opnemen van de B258n alternatieven die over Duits grondgebied gaan het geheel een grensoverschrijdend karakter moeten geven. Een nut- en noodzaakanalyse voor dit grensoverschrijdend weggedeelte, parallel aan de A76/A4 is hier op zijn plaats. Het doortrekken van de Dentgenbacherweg zou hier weleens kunnen leiden tot extra knelpunten i.p.v. dat wordt beoogd om knelpunten op te heffen. Daarnaast verwachten wij een sterk aanzuigende werking voor verkeersdeelnemers vanuit Duitsland, die de drukte op de B221 willen ontwijken. Wij verzoeken u in de MER inzichtelijk te maken welke gevolgen een niet doorgaan van een mogelijke B258n variant heeft. De Nul Plus variant Een nul-plus variant ontbreekt bij de te onderzoeken varianten. Een variant waarbij met name het huidige wegennet wordt geoptimaliseerd. Dit kan zijn een verbreding met een of twee rijstroken, verbeteringen op de kruispunten of een omleiding om een wijk. Verbetering kan ook worden gezocht in technische ondersteunende oplossingen zoals betere verkeers(afhankelijke)regelinstallaties, met een differentiatie in tijd en wegvak, een optimalisering van de bewegwijzering, duidelijke sturing voor 4

een betere ordening van de verkeersstromen en een betere benutting van de N276 en de N274 Gezien de demografische ontwikkelingen, de technische mogelijkheden en de nu al bekende nietverontrustende i/c verhoudingen vinden wij dit een alternatief met reële mogelijkheden. Een verwijzing naar de publicatie op hete kolen: De beloftes voor 2030 is hier op zijn plaats. Ontwerpsnelheid Gezien de korte totaalafstand, en gezien de korte afstanden tussen de diverse ongelijkvloerse aansluitpunten vinden wij een ontwerpsnelheid van 100 km/h niet passen, zeker nu op voorhand al bekend is dat op verschillende delen een maximumsnelheid van 50km/h zal gelden. Wij vragen om in de MER verschillende ontwerpsnelheden te onderzoeken en te beoordelen op het probleemoplossend vermogen, realiteitswaarde en luchtkwaliteit. Probleemstellingen Bij veel van de acht genoemde probleemstellingen zetten wij grote vraagtekens. Er zijn 8 probleemstellingen, dus: wij hopen dat in de MER studie de problemen geanalyseerd worden en de bijpassende oplossingen beschreven worden. Natuur Natuurgebieden zullen op veel plaatsen doorsneden worden. Waar mitigatie mogelijk is zal die plaatsvinden alvorens er gekozen wordt voor compensatie. Gezien de hoge gronddruk in de gehele regio en gezien de geringe grondmobiliteit vinden wij het van belang om de werkelijke waarde van de compenserende maatregelen per variant mee te nemen in de MER studie. Betreffende de B258n-varianten merken wij op dat deze door gebieden gaan waar compensatie voor het industrieterrein Avantis gepland is. Bij de bepaling van de compensatie en mitigatie voor de betreffende gebieden zal derhalve de toekomstig geplande natuurwaarde in de toekomst de basis hiervoor moeten vormen. Natuurgebieden die nu ogenschijnlijk nog gezien worden als aparte gebieden, maar die in de toekomst aan elkaar zouden kunnen groeien dienen ook al als één gebied te worden gezien. De mogelijke autonome ontwikkeling die in een nul-plus variant aanwezig is dient ook meegenomen te worden in de andere varianten. De dynamiek in een aantal gebieden is op het moment groot. Er is sprake van een toename van soorten in bepaalde gebieden Ook zijn er soorten die tijdens de vorige inventarisatie niet zijn meegenomen. Zo komt de Juchtleerkever wel voor, in Crombacherbeekdal, op Nederlands grondgebied en zijn enkele dassenburchten in de nabijheid van het Miljoenenlijntje niet meegenomen. Grondwater, oppervlaktewater en Bodem In bepaalde gebieden binnen het plangebied komt veel spanningswater voor. In combinatie met aardbreuken kan dit leiden tot technisch moeilijke of onmogelijke wegconstructies. Uit het MER onderzoek zou dit mogelijke probleem per variant aandacht moeten krijgen. In onder andere het Amstenraderveld zijn infiltratiebekkens aangelegd voor regenwaterinfiltratie. Om kwalitatieve redenen is het niet wenselijk om het afvoerwatersysteem van de Buitenring op deze infiltratiebekkens aan te sluiten. Om kwantitatieve redenen zou het wel aan te bevelen zijn dat het 5

regenwater in het gebied blijft. Uit de startnotitie blijkt niet welk alternatief onderzocht wordt als oplossing voor deze problemen.. In het gehele gebied zijn al diverse beeklopen door het waterschap hersteld. Er zijn er waarschijnlijk nog een aantal gepland. Een nieuwe weg op deze plaatsen zou een gigantische kapitaalvernietiging zijn. Daarnaast zijn wij van mening dat hierop een ecologische toets meer dan op zijn plaats is. Externe veiligheid Binnen de regio Parkstad is het vervoer van bepaalde gevaarlijke stoffen niet toegestaan. De Buitenring Parkstad zal dit waarschijnlijk wel mogelijk maken. Bij nieuw aan te leggen wegvakken zal de afstand tot betrokken woningen nauwelijks toenemen. Wij verzoeken dan ook om per variant te onderzoeken of er wel of geen vervoer van gevaarlijke stoffen kan plaats vinden. MMA (Meest Milieuvriendelijke Alternatief) Er bestaat volgens ons maar één MMA. Hierin dient geen onderscheid gemaakt te worden tussen een MMA mens en een MMA natuur. De wisselwerkingen uit paragraaf 7.3 laat duidelijk de verwevenheid zien tussen de verschillende toetsingscriteria. Taakstellend budget In het algemeen geldt dat het succes van een project (qua kosten, planning, kwaliteit en veiligheid) bepaald wordt door de kwaliteit van een door alle partijen gereviewd en geaccordeerd bevroren bestek. Daar de Scope of Work behorende bij het taakstellend budget (gezien de diverse alternatieven welke nog onderzocht moeten worden en waarvan de consequenties nog niet bekend zijn) nog niet door alle partijen gereviewd, geaccordeerd en bevroren is, kan gevoegelijk worden aangenomen dat het taakstellend budget op los zand gebaseerd is en derhalve op drijfzand is gebouwd. Op basis van de onderstaande punten kan worden geconcludeerd dat het taakstellend budget niet toereikend zal zijn om het project te completeren. aannemende dat de gemiddelde inflatie tussen 2004 en 2015 2% per jaar zal bedragen zal het budget met 24% toenemen en escaleren tot 168 miljoen. het verder detailleren van de huidige Projectscope naar een door alle partijen gereviewd en geaccordeerd bevroren bestek zal resulteren in een verdere stijging van het budget. Kosten-batenanalyse Het is onduidelijk of alle maatregelen die nodig zijn aan het onderliggend wegennet, voor het opheffen van de sociale- en natuurbarrières voor geplande aanpassingen en de kosten die gepaard gaan met het compenseren van andere recente kostbare ingrepen o.a. het ondergrondse opvangbekken voor de kerk in Amstenrade en de aanpassingen aan de beeklopen, betaald kunnen worden uit het taakstellend budget van 135 miljoen. Wij vinden een gedegen kosten-batenanalyse en daarbij behorende Discounted Cash Flow berekening hier op zijn plaats, uit te werken per variant in het MER. 6

Samengevat Kort samengevat is ons verzoek; ga uit van de werkelijke demografische ontwikkeling en de daarbij behorende verkeersintensiteiten. Voeg een nul-plus variant toe aan de te onderzoeken varianten en maak een gedegen kosten-batenanalyse per variant ter toetsing van het efficiënt omgaan met steeds schaarser wordende gemeenschapsgelden. Met vriendelijke groet, Stichting Milieufederatie Limburg Mede namens, Vereniging Natuurmonumenten Stichting Het Limburgs Landschap Staatsbosbeheer Regio Zuid I.V.N. Heerlen I.V.N. Nuth I.V.N. Voerendaal I.V.N. Brunssum I.V.N. Hoensbroek I.V.N. Kerkrade I.V.N. De Oude Landgraaf I.V.N. Ubach over Worms Milieudefensie Heerlen Milieudefensie Geleen Milieugroep Regionaal Stort westelijke Mijnstreek Stop Awacs Overlast Stichting Het Groene Lint Stichting Leefbaar Onderbanken Vereniging van eigenaren het Bentjen te Brunssum (175 leden) 86 individuele bewoners uit de regio, zie bijgevoegde machtigingen ir. J.H. Heijnen Directeur Milieufederatie Limburg 7