UITVOERINGSPROGRAMMA WELZIJN/WMO 2011
1. INLEIDING Op 7 januari 2008 is de Integrale Welzijnsnota door de gemeenteraad vastgesteld. Daarnaast hanteert de gemeente een Algemene subsidieverordening, op basis waarvan jaarlijks de ingediende aanvragen voor een subsidie worden getoetst. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin producten, prestaties, activiteiten en middelen staan opgenomen om de doelstellingen te bereiken en waarin organisaties staan opgenomen, die een subsidieaanvraag hebben ingediend. Het uitvoeringsprogramma is van belang voor: het toetsen van ingediende subsidieaanvragen aan de vastgestelde beleidskaders en aan de Algemene subsidieverordening het bepalen van het jaarlijkse subsidieplafond. Voor 2011 zijn net als in voorgaande jaren in het uitvoeringsprogramma WelzijnWMO (UPW) de thema s, producten en prestaties opgenomen. Deze zijn nodig om invulling te geven aan de doelstellingen die voorvloeien uit de Welzijnsnota, het WMO-beleidsplan Zwijndrechtse Waard en de nota Lokaal Gezondheidsbeleid. De uitvoering vindt grotendeels plaats door externe lokale organisaties. De middelen die bestemd zijn voor zaken op het terrein van onderwijshuisvesting komen niet in het uitvoeringsprogramma terug. Per product en prestatie is aangegeven of er sprake is van intensivering van bestaand beleid (BB) of van nieuw beleid (NB). Voor de hiertoe in te zetten middelen is eveneens aangegeven of er sprake is van bestaand beleid (BB) of nieuw beleid (BB) en of er sprake is van een incidentele (I) of een structurele uitgave (S). Toevoeging bestaande activiteiten Aan het UPW 2011 is in het kader van een integraal overzicht van zorgactiviteiten in en rondom school de activiteit onderwijsbegeleiding toegevoegd. Daarnaast is, als nieuw onderdeel van het Brede Schoolaanbod, de activiteit Combinatiefuncties toegevoegd. Met deze activiteit kan de gemeente met eigen middelen en middelen van het Rijk extra naschoolse sportieve en culturele activiteiten te bekostigen. Gevolgen economische crisis voor het uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo 2011 Voor 2011 geldt dat de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht net als alle andere gemeenten in Nederland te maken gaat krijgen met de gevolgen van de economische crisis. Een van de effecten daarvan is dat de gemeente minder inkomsten ontvangt - en de komende jaren hier verder op zal worden gekort - uit de Algemene Uitkering van het Rijk. Vooralsnog wordt rekening gehouden met een korting van 10% in 4 jaar (2011-2015). 2
Daarnaast speelt mee dat bij een aanhoudende economische crisis de opbrengsten van nieuwbouwwijk De Volgerlanden voor Hendrik-Ido-Ambacht fors kunnen tegenvallen. Als gevolg van deze ontwikkelingen staat de gemeente thans voor een zeer ingrijpende financiële taakstelling. Deze taakstelling heeft ook consequenties voor de middelen voor producten, prestaties en activiteiten op het terrein van welzijn en zorg voor 2011. In het voorliggende Uitvoeringsprogramma Welzijn/WMO 2011 (UPW) is in het kader van de financiële taakstelling voor de komende jaren een aantal kortingen doorgevoerd op de producten, prestaties en activiteiten om invulling te geven aan de geformuleerde doelstellingen uit de Integrale Welzijnsnota. Uitgangspunten Bij het doorvoeren van de korting op de producten, prestaties en activiteiten in het UPW zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Zijn de activiteiten, die de organisatie levert bestemd voor kwetsbare groepen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning Leveren de activiteiten een bijdrage aan sociale cohesie leefbaarheid Hoe staat de organisatie die activiteiten gaat leveren in het kader van het UPW 2011 er financieel voor Huurt de organisatie een gemeentelijke accommodatie Heeft de organisatie die de activiteiten in 2011 gaat leveren, de mogelijkheid nieuwe inkomsten te genereren (invoering/verhoging eigen bijdrage, heffing entree, invoering betaald lidmaatschap, zoeken van sponsors en benaderen van fondsen. Heeft de organisatie die de activiteiten in 2011 gaat leveren, mogelijkheden de hiertoe vereiste werkzaamheden gedeeltelijk of geheel door vrijwilligers te laten doen. Overleg vooraf met instellingen Om tot een weloverwogen keuze ten aanzien van de kortingen te komen, heeft in juli en augustus een uitgebreide mondelinge consultatieronde en/of inhoudelijke en financiële screening van de organisaties die activiteiten en prestaties leveren in het kader van het UPW plaatsgevonden. De voorstellen die op basis van deze analyses zijn gemaakt zijn verwerkt in een format per instelling en geconcretiseerd in het Uitvoeringsplan Welzijn 2011. De instellingen zijn actief gevraagd mee te denken over mogelijke bezuinigingsvoorstellen en consequenties. Tevens is aan instellingen in het licht van de bezuinigingen gevraagd om voorstellen te doen voor nieuwe diensten, andere werkwijzen en samenwerking met andere organisaties. 3
Samenvatting uitkomsten bezuinigingstaakstelling De belangrijkste bijdragen aan de bezuinigingstaakstelling 2011 liggen bij de producten, prestaties en activiteiten op het terrein van kunst, cultuur en sport (Breedtesport). Via rijksmiddelen in het kader van Combinatiefuncties ontstaan echter nieuwe mogelijkheden voor het financieren van producten op het gebied van sport, onderwijs en cultuur. Naast de verlaging van de gemeentelijke voor kunst, cultuur en sport zullen er voor 2011 minder gemeentelijke middelen beschikbaar worden gesteld voor activiteiten op het terrein van jeugd- en jongerenwerk en ouderenwerk. Verder vinden kortingen plaats op de middelen voor peuterspeelzaalbeleid en zorg. Bij peuterspeelzaalbeleid zal slechts een beperkt deel van de rijksmiddelen voor voor- en vroegschoolse educatie worden ingezet. Tevens wordt een efficiencykorting toegepast op de aanbieders van peuterspeelzaalwerk. Op het terrein van zorg geldt dat de middelen voor structurele activiteiten in het kader van ondersteunende begeleiding zoals dagopvang voor dementerende ouderen en begeleiding van risicogezinnen behouden blijven, maar dat de rijksmiddelen voor projectmatige activiteiten ter bestrijding van de gevolgen van de pakketmaatregel AWBZ (schrappen middelen voor ondersteunende begeleiding uit de AWBZ) voor 2011 worden afgeraamd. Mochten er toch projecten worden ingediend dan zullen deze worden bekostigd via het uitvoeringsbudget WMO. Naast het verlagen van de middelen voor AWBZ, zullen de middelen voor regionale voorlichting, communicatie en bewustwording over mantelzorgproblematiek worden verlaagd omdat het effect hiervan onvoldoende door de organisatie, die de activiteiten hiertoe levert, is aangetoond De samengevatte uitkomsten van de inhoudelijke en financiële screening is als bijlage 3 bij het UPW gevoegd. In deze bijlage wordt tevens een samenvatting van alle kortingen gegeven die uiteindelijk leidt tot een besparing op de uitgaven aan welzijn en zorg van 263.526,--. De uiteindelijk toegepaste kortingen op basis van de screening zijn terug te vinden in de cellen met een cursieve tekst in het UPW 2011. Nieuw beleid 2011 Voor Nieuw Beleid 2011 zijn door onderstaande organisaties aanvragen voor een structurele bijdrage ingediend: Stichting Ambachtse Muziekschool In 2010 heeft de stichting Ambachtse Muziekschool op projectbasis een waarderingssubsidie van 3.000,-- ontvangen voor een lokaal aanbod in het kader van muzikale vorming. Voor 2011 vraagt de stichting Ambachtse Muziekschool een bijdrage van 7.575,-- aan. Voor het geven van een oordeel over deze aanvraag is gekeken in hoeverre het aanbod zich richt op kwetsbare groepen en naar het bestaande aanbod op het terrein van muzikale vorming in de gemeente. 4
Conclusie en advies Gelet op het gegeven dat het activiteitenaanbod van de Ambachtse Muziekschool zich niet richt op kwetsbare doelgroepen en de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling de gemeente noodzaakt om keuzes te maken, wordt de instandhouding door de gemeente van twee aanbieders van activiteiten in het kader van muzikale vorming muziekonderwijs niet wenselijk geacht en wordt geadviseerd de aanvraag voor een structurele bijdrage voor 2011 af te wijzen. Komend jaar worden kaders opgesteld die sturing geven aan de keuzes om organisaties op het gebied van kunst en cultuur waaronder muziekonderwijs te ondersteunen. Bureau Sociale Raadslieden Vanwege de verslechterde economische situatie in Nederland komen steeds meer mensen in de problemen. Buro Sociale Raadslieden ondersteunt deze mensen, maar is nog niet actief in Hendrik-Ido-Ambacht. Om deze ondersteuning ook voor inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht te kunnen bieden is een bijdrage voor 2011 aangevraagd. Voor het geven van een oordeel over deze aanvraag is gekeken naar de meerwaarde van de activiteiten van de organisatie in relatie tot de hoogte van de aanvraag, de aanwezigheid van vergelijkbare voorzieningen in de gemeente, het toetsingskader in het kader van de bezuinigingstaak-stelling op subsidies voor onderwijs en welzijn en de financiële situatie van de gemeente. Conclusie en advies Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat de activiteiten van Buro Sociale Raadslieden weliswaar gericht zijn op groepen die in de problemen zijn geraakt, maar dat de gemeente met het Wmo-loket, het Algemeen Maatschappelijk Werk van De Stromen OPMAATgroep, de schuld-hulpverlening van de Sociale Dienst Drechtsteden en de activiteiten van de stichting Psychosociale Klankborden reeds over een behoorlijk pakket aan hulpverlening beschikt om mensen die problemen hebben te ondersteunen. Mede vanwege de hoogte van de bijdrage die door bureau Sociale Raadslieden voor haar activiteitenaanbod wordt gevraagd en de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling wordt het niet wenselijk geacht deze aanvraag voor een structurele bijdrage vanaf 2011 te honoreren. Stichting HIP In Nederland wordt in toenemende mate een beroep gedaan op informele zorg. Voor de vrijwilligers vanuit de kerken ontbreekt een coördina-tie- en bemiddelingspunt. Met de hier genoemde middelen kan in Hendrik-Ido-Ambacht een dergelijk coördinatiepunt in stand worden ge-houden. Voor het geven van een oordeel over deze aanvraag is gekeken naar de meerwaarde van de activiteiten van de organisatie in relatie tot de hoogte van de aanvraag, de aanwezigheid van vergelijkbare voorzieningen in de gemeente, het toetsingskader in het kader van de bezui-nigingstaakstelling op subsidies voor onderwijs en welzijn en de financiële situatie van de gemeente. 5
Conclusie en advies In dit kader wordt geconcludeerd dat stichting HIP een organisatie is, die via bemiddeling van vraag naar vrijwilligers op het terrein van zorg en welzijn en aanbod van vrijwilligers vanuit de kerken, een belangrijke bijdrage levert aan de huidige en toekomstige vraag aan vrijwilligers als ge-volg van vergrijzing en als gevolg van bezuinigingsmaatregelen van het Rijk op zorg(o.a. pakketmaatregelen AWBZ), die financiële ondersteuning vanuit de gemeente rechtvaardigt. Uit overleg met de kerken blijkt dat coördinatie van vrijwilligers vraag en aanbod vanuit de kerken zeker meerwaarde heeft, maar dat de bijdrage van de kerken in HIA aan HIP van dien aard is dat men gaat kijken naar een goedkopere invulling van het coördinatorschap. De bijdrage die stichting HIP voor 2011 vraagt, kan ten laste gebracht ten laste van het uitvoeringsbudget WMO 2011. Stichting Mentorschap Zuid-Holland Zuid In Nederland blijkt de groep wilsonbekwame mensen mede door de toename van het aantal dementerende ouderen een probleem. Via vrijwillige begeleiders, door de de rechter benoemd kunnen voor deze mensen toch de juiste beslissingen worden genomen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Stichting Mentorschap krijgt voor haar activiteiten thans nog een subsidie van het ministerie van VWS, maar deze eindigt eind 2010. Om een vervolg te kunnen geven aan haar activiteiten doet stichting Mentorschap thans een beroep op de gemeenten in Zuid-Holland Zuid voor een bijdrage. Conclusie en advies Voor het geven van een oordeel over deze aanvraag is van belang te weten dat vanwege het regionaal indienen van de aanvraag het aangevraagde bedrag nog kan wijzigen indien niet alle gemeente een bijdrage geven. Daarnaast is in de regionale projectgroep WMO Drechtsteden van augustus 2010 ambtelijk geconcludeerd dat de opgevoerde kosten aan de hoge kant zijn en is verzocht om met een aangepaste begroting te komen. Concreet betekent dit dat er een aanvraag voor een structurele subsidie ligt, waarvan de definitieve hoogte thans nog niet bekend is. Omdat de activiteiten van stichting Mentorschap zich primair richten op kwetsbare groepen wordt het wense-lijk geacht om hier in een later stadium op terug te komen, met de opmerking dat de dekking in dat geval binnen bestaande middelen zal plaats-vinden. Vastleggen afspraken UPW 2011 Na vaststelling van het UPW 2011 zullen via subsidiebeschikkingen en uitvoeringsovereenkomsten met de aanbieders van welzijns- en zorgproducten afspraken worden gemaakt over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de prestaties. 6
Uitvoeringprogramma Welzijn/Wmo 2012 Voor het realiseren van een sluitende gemeentelijke meerjarenbegroting zullen aanvullende bezuinigingsmaatregelen, ook voor de gemeentelijk uitgaven op welzijn en zorg, onvermijdelijk. Hiertoe is voor 2012 reeds een aantal taakstellende onderzoeksvragen geformuleerd die voor de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma Welzijn/Wmo zullen worden beantwoord en die onder meer een bezuiniging op de uitgaven aan zorg en welzijn van 429.500,-- in 2011, oplopend naar 529.000,-- in 2014 moeten opleveren. Deze taakstellende onderzoeksvragen hebben onder meer betrekking op de volgende onderwerpen: - Inzet c.q. intensivering van de inzet van vrijwilligers (o.a. bij Cascade, Dumas, GOW en Jeugdspeelpark) - Invoering/verhoging eigen bijdrage bij alle lokale welzijnsactiviteiten van door de gemeente gesubsidieerde organisaties. In principe is kostendekkendheid van de activiteiten zoveel mogelijk het uitgangspunt. - Verder doorvoeren van uitgangspunten op basis van het project de kanteling en welzijn nieuwe stijl zoals: het bevorderen eigen kracht en zelfwerkzaamheid, meer collectieve hulp- en dienstverlening, meer inzet van vrijwilligers ten opzichte van professionals, resultaatgericht en integraal werken. - Stimuleren van de ontwikkeling van vernieuwende diensten en activiteiten passend bij de behoefte van de burger. - Afgestemd op de behoefte van burgers het welzijnswerk meer wijkgericht organiseren en meer projectmatig in plaats van structureel subsidie verstrekken. - Samenwerkingsmogelijkheden bibliotheken Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht - Invoering lidmaatschap en/of omzetting stichtingsvorm in vereniging (Jeugdspeelpark en Vrij Spel) - Andere opzet en financiering van gemeentelijke evenementen (onderbrengen Zomerdag en andere gemeentelijke evenementen bij de Oranjevereniging) - Doorlichting hulpverleningsactiviteiten en -structuren in en rondom school. - De toekomst van het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed (eigendom, verhuur, beheer, verkoop). - Financiering doelgroepen binnen het peuterspeelzaalwerk. - Verdergaande samenwerking bevorderen tussen organisaties die zich richten op kwetsbare groepen. Daarbij specifiek inzetten via de optimalisering van werkprocessen op het vergroten van de kwaliteit van diensten en het behalen van doelmatigheidswinst. 7
Mochten deze maatregelen niet het gewenste resultaat opleveren, dan zullen aanvullende mogelijke ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn, waarbij gekeken zal worden naar de rol, taak en verantwoordelijkheid van de gemeente ten aanzien van de instandhouding van alle maatschappelijke voorzieningen. In bijlage 1 staat een overzicht van de doelstellingen uit de Integrale Welzijnsnota. In bijlage 2 staat een overzicht van de organisaties die een begroting hebben ingeleverd om invulling te geven aan de geformuleerde prestaties. In bijlage 3 staat een samenvatting van de bezuinigingstaakstelling op de subsidie voor welzijn en zorg in 2011. 8