Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content StudioVO 14 August 2013 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/45002 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Vooraf Stap 1: Atlas Stap 2: Opbouw van de atlas Stap 3: Soorten kaarten Stap 4a: Opzoeken in de atlas Stap 4b: Oefenen Stap 5: Vakken op de kaart Stap 6: Legenda Stap 7: Op schaal Stap 8: Statistiek Stap 9: Eindopdracht 1: Statstiek en Excel Stap 10: Eindproduct 2: Atlas-speurtocht Over dit lesmateriaal Pagina 1
Vooraf Kun jij op een landkaart aanwijzen waar je op vakantie bent? Bekijk het volgende filmpje: kn.nu/wwd560f5a (metacafe.com) Na deze opdracht: weet je wat een atlas is, weet je dat er verschillende soorten kaarten in een atlas zijn, weet je hoe een atlas is opgebouwd, kun je plaatsen, landen en steden opzoeken op een kaart. Je rondt deze opdracht af door twee eindproducten te maken: je maakt een staafdiagram en een cirkeldiagram in Excel met behulp van gegevens uit de atlas. je maakt een speurtocht door de atlas. Groepsgrootte: Deze opdracht doe je alleen. Je bespreekt de antwoorden wel vaak met een klasgenoot. Benodigdheden: Een computer met internet en Excel. Een Bosatlas (53ste editie uit 2007). Tijd: Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.? Pagina 2
Stap 1: Atlas De Botlas Een atlas is een boek vol kaarten, afbeeldingen en andere gegevens. Op school wordt vaak de Bosatlas gebruikt. En die gebruik je ook voor deze opdracht. Weet jij waarom de Bosatlas Bosatlas heet? Lees in wikipedia over de Bosatlas en over meneer P.R. Bos. http://nl.wikipedia.org/wiki/bosatlas http://nl.wikipedia.org/wiki/pieter_roelf_bos Zoek antwoord op de volgende vragen: Wat was het beroep van P.R. Bos? In welk jaar verscheen de eerste schoolatlas? Bij welke uitgever verschijnt de Bosatlas? Wat is de Kleine Bosatlas? Pagina 3
Stap 2: Opbouw van de atlas De atlas zit vol kaarten. Die kaarten staan niet kris kras door elkaar, maar ze staan in een bepaalde volgorde. Over die volgorde is goed nagedacht. Gebruik de bosatlas om de volgende sleepopdracht te maken. (noteer de antwoorden op papier) De Bosatlas begint met verschillende en kaarttypen (blz.12 en 13). Vanaf blz.21 komen er dan een aantal kaarten met als kop. Vervolgens zijn er veel verschillende kaarten van. Na ons land komen er kaarten van (blz.72 t/m 95).Hierna komen de verschillende Europese landen langs. Vanaf blz.130 gaan de kaarten over het werelddeel. Op de bladzijden 160 en 161 vind je een kaart van. Kaarten over het werelddeel vind je vanaf blz.162. Daarna staan er in de atlas kaarten voer Noord- en Zuid. Na al deze continenten vind je in de atlas een groot aantal verschillende kaarten. Vanaf pagina 224 vind je een aantal pagina's met getallen:. De laatste pagina's van de atlas zijn voor het. Beschikbare keuzes: Wereld, statistiek, Australië, Amerika, Nederland, register, eigen omgeving, Europa, Afrika, Azië, wereldbeelden Pagina 4
Stap 3: Soorten kaarten Er zijn verschillende soorten kaarten: overzichtskaarten topografische kaarten thematische kaarten. Atlasgebruik kn.nu/qkc0e Beantwoord eerst de vragen hieronder. Ga dan in de atlas op zoek naar twee voorbeelden van overzichtskaarten, twee voorbeelden van topografische kaarten en twee voorbeelden van thematische kaarten. Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. Laat je antwoord ook controleren door je docent. Dit zijn kaarten waarop de werkelijkheid zo volledig mogelijk wordt aangegeven, zoals hoogteverschil, rivieren, grondgebruik, dorpen, steden en wegen. a. topografische kaarten b. thematische kaarten c. overzichtskaarten Pagina 5
Deze kaarten zijn zeer nauwkeurig en volledig. Een andere naam is 'stafkaart'. De schaal van deze kaarten is 1:10.000 tot 1:100.000. a. topografische kaarten b. thematische kaarten c. overzichtskaarten Dit zijn kaarten die gaan over een bepaald onderwerp. Denk aan het klimaat, de industrie, bevolkingsspreiding, etc. a. topografische kaarten b. thematische kaarten c. overzichtskaarten Pagina 6
Stap 4a: Opzoeken in de atlas Hoe zoek je iets op in de atlas? Om iets op te zoeken zijn er verschillende mogelijkheden; de bladwijzer landenregister register van topografische namen trefwoordenregister. Beantwoord eerst de volgende vier vragen. Beantwoord daarna de vragen op pagina 2. Atlasgebruik kn.nu/4kqfi Hieronder zie je een omschrijving. Welk woord past het best op de open plaats? Als de naam van een land weet, maar je weet niet precies waar het land ligt, gebruik je het. a. de bladwijzer b. landenregister c. register van topografische namen d. trefwoordenregister De.. vind je aan de binnenzijde van de achterkant van de atlas. Deze gebruik je als je ongeveer weet waar een land of stad ligt. Je ziet een kader om de landen waar een nummer bij staat. Het nummer is het nummer van de kaart. Pagina 7
a. de bladwijzer b. landenregister c. register van topografische namen d. trefwoordenregister In het staan allen namen van landen, steden, rivieren en gebergten. Achter de naam staat de juiste kaart en het juiste kaartvak. In het staan allen namen van landen, steden, rivieren en gebergten. Achter de naam staat de juiste kaart en het juiste kaartvak. a. de bladwijzer b. landenregister c. register van topografische namen d. trefwoordenregister Moet je een kaart hebben die gaat over een bepaald thema of onderwerp dan kun je het best kijken in het.. a. de bladwijzer b. landenregister c. register van topografische namen d. trefwoordenregister Pagina 8
Stap 4b: Oefenen Hoe zoek je iets op in de atlas? Tijd om te oefenen. Ga op zoek naar het antwoord op de volgende vragen. 1. Ga naar de bladwijzer. Welke kaarten zijn samen een overzichtskaart van Zuid-Nederland? Op welke kaart vind je het land Marokko. 2. Ga naar het landenregister. Op welke kaart vind je het land Chili? Op welke kaarten vind je het land Zweden? 3. Ga naar het topografische namen register. Op welke kaart vind je de stad Alberta? En op welke kaart de Renaix? 4. Ga naar het trefwoordenregister. Op welke kaarten vind je informatie over het Boeddhisme? En op welke kaarten vind je informatie over Ontdekkingsreizen. Alle antwoorden gevonden? Controleer je antwoorden door ze te vergelijken met de antwoorden van een klasgenoot.? Pagina 9
Stap 5: Vakken op de kaart Als je een plaats opzoekt in het register van topografische namen dan staat er vaak nog iets achter het kaartnummer. Bijvoorbeeld Naarden 40-41 D3. 40-41 is de kaart die je nodig hebt en D3 geeft aan in welk kaartvak je Naarden vindt. De letters (in dit geval de D) staan horizontaal bovenaan de kaart. De getallen (in dit geval de 3) staan verticaal links en rechts op de kaart. Vak D3 is vak dat in kolom D en in rij 3 ligt. Gebruik kaart 40-41 (Midden-Nederland) en geef aan in welk vak de volgende steden liggen. Hoorn Steenwijk Scheveningen Nijmegen Almere Enschede Pagina 10
Stap 6: Legenda Op een kaart zijn vaak verschillende kleuren gebruikt. En op een kaart staan mogelijk verschillende symbolen en tekens. Hoe weet je wat die verschillende kleuren, symbolen en tekens betekenen? Daarvoor gebruik je een legenda. Ga naar kaart 34 (Nederland - provincies). Bekijk de legenda linksonder op de kaart. Gebruik de legenda en de kaart om antwoord te geven op de volgende vragen: 1. Is het aantal inwonersaantal van Rotterdam kleiner of groter dan 500.000? 2. Noem drie plaatsen met minder dan 10.000 inwoners. 3. Vlak onder de stad Groningen zie je een vliegtuigje? Is daar een Vliegveld of een Luchthaven? 4. Je rijdt via de kortste route van Tilburg naar s Hertogenbosch. Rijd je over een Autosnelweg of over een Hoofdverbindingsweg? Ga nu naar kaart 35 (Nederland - reliëf). Beantwoord de volgende vragen: 1. Op de kaart is gewerkt met verschillende kleuren: van lichtblauw, via paars tot rood. Wat wordt met de kleuren aangegeven? 2. Op de kaart zie je langs de kust een gele strook. Wat wordt met deze strook aangegeven? 3. In welke provincies vind je veel terpen en woerden (woonheuvels)? Pagina 11
Stap 7: Op schaal Bij iedere kaart in de atlas staat de schaal aangegeven. De schaal geeft aan hoe de verhouding is tussen een afstand op kaart en de werkelijke afstand. Een voorbeeld van een schaal die wordt gebruikt in de atlas is 1 : 500 000. 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 500 000 cm (= 5 km). Atlasgebruik kn.nu/8uw4i Beantwoord de volgende vragen: Je hebt een kaart met een schaal van 1 : 250 000. Wat klopt? a. 1 centimeter op de kaart is 250 000 m in werkelijkheid b. 1 centimeter op de kaart is 2 500 m in werkelijkheid c. 1 centimeter op de kaart is 25 m in werkelijkheid Je hebt een kaart met een schaal van 1 : 25 000. Wat klopt? a. 4 centimeter op de kaart is 1 km in werkelijkheid b. 4 centimeter op de kaart is 10 km in werkelijkheid c. 4 centimeter op de kaart is 100 km in werkelijkheid Op een kaart geldt dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 5 km is. Wat is de schaal? Pagina 12
a. 1 : 5 b. 1 : 5 000 c. 1 : 500 000 5 cm op de schaal is in werkelijkheid 10 km. Wat is de schaal? a. 1 : 2 b. 1 : 2 000 c. 1 : 200 000 1: 10 000 is een grotere schaal dan 1 : 100 000 Waar of niet waar? Bij een grotere schaal wordt het af te beelden gebied groter weergegeven dan op een kleine schaal. a. Waar b. Niet waar Waar of niet waar? Op een kaart met een grote schaal kunnen meer gegevens en meer details wordt weergegeven dan op een kaart met een kleinere schaal. a. Waar b. Niet waar Pagina 13
Stap 8: Statistiek Statistiek Vanaf blz. 224 vind je in de atlas het onderdeel Statistiek. In dit deel staan allerlei cijfers. Natuurlijk over Nederland, maar ook over Europa en de rest van de wereld. Atlasgebruik kn.nu/92kpw Beantwoord de volgende vragen. Bekijk de gegeven op blz. 224. Welke provincie heeft (in 2006) de meeste inwoners? a. Overijssel b. Noord-Holland c. Zuid-Holland Er is in de Bosatlas een kaart waarop je het aantal inwoners per provincie kunt aflezen. Welke kaart is dat? a. Kaart 34 b. Kaart 54B c. Kaart 54A In welke provincie was de werkloosheid in 2005 5,1% van de beroepsbevolking? Pagina 14
a. Noord-Holland b. Utrecht c. Limburg Bekijk de gegevens over de gemeenten. Hoe groot was in 2006 de bevolkingsdichtheid in Breukelen? a. 44 inwoners per km² b. 328 inwoners per km² c. 656 inwoners per km² Ga naar het deel met gegevens over Europa. Hoeveel procent van de totale bevolking van Duitsland woont in de stad (2003)? a. 88% b. 70% c. 59% Ga naar het deel met gegevens over de wereld. Hoe hoog is de levensverwachting (in jaren bij geboorte) in Afghanistan? a. 43 b. 44 c. 45 Er is in de Bosatlas een kaart waarop je het aantal inwoners per provincie kunt aflezen. Welke kaart is dat? a. Kaart 34 b. Kaart 54B c. Kaart 54A In welke provincie was de werkloosheid in 2005 5,1% van de beroepsbevolking? a. Noord-Holland b. Utrecht c. Limburg Bekijk de gegevens over de gemeenten. Hoe groot was in 2006 de bevolkingsdichtheid in Breukelen? a. 44 inwoners per km² b. 328 inwoners per km² c. 656 inwoners per km² Ga naar het deel met gegevens over de wereld. Hoe hoog is de levensverwachting (in jaren bij geboorte) in Afghanistan? Pagina 15
a. 43 b. 44 c. 45 Pagina 16
Stap 9: Eindopdracht 1: Statstiek en Excel Met de gegevens uit het onderdeel Statistiek kun je diagrammen maken. Je maakt als eerste eindproduct een staafdiagram en een cirkeldiagram waarin je kunt zien hoe het aantal inwoners over de verschillende provincies is verdeeld. Open het Worddocument: Bevolking Provincies Open ook het Excelbestand: Bevolking Provincies Bevolking provincie (Word) kn.nu/wwa0c937b (doc, maken.wikiwijs.nl) Bevolking provincie (Excel) kn.nu/wwdd3aaa9 (xls, maken.wikiwijs.nl) Loop de stappen in het Worddocument door. Klaar? Sla de diagrammen op in een Worddocument en laat ze controleren door je docent. Pagina 17
Stap 10: Eindproduct 2: Atlas-speurtocht Als tweede eindproduct van deze opdracht maak je een speurtocht door de atlas. Bedenk tien vragen over informatie die in de atlas staat. Probeer allerlei verschillende vragen te bedenken. Gebruik het landenregister, de bladwijzer, het register van de topografische namen en het trefwoordenregister. Je kunt bij een kaart ook een vraag stellen over de legenda of over het kaartvak. De tien vragen zet in je in Worddocument. In een ander Worddocument zet je de antwoorden op de vragen. Klaar met het maken van de vragen? Geef je blad met vragen dan aan een klasgenoot. Kan hij de antwoorden op de vragen makkelijk vinden? Natuurlijk probeer jij ook zijn/haar vragen te beantwoorden. Succes. Pagina 18
Antwoorden Gebruik de bosatlas om de volgende sleepopdracht te maken. (noteer de antwoorden op papier) De Bosatlas begint met verschillende wereldbeelden en kaarttypen (blz.12 en 13). Vanaf blz.21 komen er dan een aantal kaarten met als kop eigen omgeving. Vervolgens zijn er veel verschillende kaarten van Nederland. Na ons land komen er kaarten van Europa (blz.72 t/m 95).Hierna komen de verschillende Europese landen langs. Vanaf blz.130 gaan de kaarten over het werelddeel Azië. Op de bladzijden 160 en 161 vind je een kaart van Australië. Kaarten over het werelddeel Afrika vind je vanaf blz.162. Daarna staan er in de atlas kaarten voer Noord- en Zuid Amerika. Na al deze continenten vind je in de atlas een groot aantal verschillende Wereld kaarten. Vanaf pagina 224 vind je een aantal pagina's met getallen:statistiek. De laatste pagina's van de atlas zijn voor het register. Antwoorden: Atlasgebruik Dit zijn kaarten waarop de werkelijkheid zo volledig mogelijk wordt aangegeven, zoals hoogteverschil, rivieren, grondgebruik, dorpen, steden en wegen. 1. topografische kaarten 2. thematische kaarten 3. overzichtskaarten Deze kaarten zijn zeer nauwkeurig en volledig. Een andere naam is 'stafkaart'. De schaal van deze kaarten is 1:10.000 tot 1:100.000. 1. topografische kaarten 2. thematische kaarten 3. overzichtskaarten Dit zijn kaarten die gaan over een bepaald onderwerp. Denk aan het klimaat, de industrie, bevolkingsspreiding, etc. 1. topografische kaarten 2. thematische kaarten 3. overzichtskaarten Pagina 19
Antwoorden: Atlasgebruik Als de naam van een land weet, maar je weet niet precies waar het land ligt, gebruik je het. 1. de bladwijzer 2. landenregister 3. register van topografische namen 4. trefwoordenregister De.. vind je aan de binnenzijde van de achterkant van de atlas. Deze gebruik je als je ongeveer weet waar een land of stad ligt. Je ziet een kader om de landen waar een nummer bij staat. Het nummer is het nummer van de kaart. 1. de bladwijzer 2. landenregister 3. register van topografische namen 4. trefwoordenregister In het staan allen namen van landen, steden, rivieren en gebergten. Achter de naam staat de juiste kaart en het juiste kaartvak. In het staan allen namen van landen, steden, rivieren en gebergten. Achter de naam staat de juiste kaart en het juiste kaartvak. 1. de bladwijzer 2. landenregister 3. register van topografische namen 4. trefwoordenregister Moet je een kaart hebben die gaat over een bepaald thema of onderwerp dan kun je het best kijken in het.. 1. de bladwijzer 2. landenregister Pagina 20
3. register van topografische namen 4. trefwoordenregister Antwoorden: Atlasgebruik Je hebt een kaart met een schaal van 1 : 250 000. Wat klopt? 1. 1 centimeter op de kaart is 250 000 m in werkelijkheid 2. 1 centimeter op de kaart is 2 500 m in werkelijkheid 3. 1 centimeter op de kaart is 25 m in werkelijkheid Je hebt een kaart met een schaal van 1 : 25 000. Wat klopt? 1. 4 centimeter op de kaart is 1 km in werkelijkheid 2. 4 centimeter op de kaart is 10 km in werkelijkheid 3. 4 centimeter op de kaart is 100 km in werkelijkheid Op een kaart geldt dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 5 km is. Wat is de schaal? 1. 1 : 5 2. 1 : 5 000 3. 1 : 500 000 5 cm op de schaal is in werkelijkheid 10 km. Wat is de schaal? 1. 1 : 2 2. 1 : 2 000 3. 1 : 200 000 Pagina 21
1: 10 000 is een grotere schaal dan 1 : 100 000 Waar of niet waar? Bij een grotere schaal wordt het af te beelden gebied groter weergegeven dan op een kleine schaal. 1. Waar 2. Niet waar Waar of niet waar? Op een kaart met een grote schaal kunnen meer gegevens en meer details wordt weergegeven dan op een kaart met een kleinere schaal. 1. Waar 2. Niet waar Antwoorden: Atlasgebruik Bekijk de gegeven op blz. 224. Welke provincie heeft (in 2006) de meeste inwoners? 1. Overijssel 2. Noord-Holland 3. Zuid-Holland Er is in de Bosatlas een kaart waarop je het aantal inwoners per provincie kunt aflezen. Welke kaart is dat? 1. Kaart 34 2. Kaart 54B 3. Kaart 54A In welke provincie was de werkloosheid in 2005 5,1% van de beroepsbevolking? 1. Noord-Holland 2. Utrecht 3. Limburg Pagina 22
Bekijk de gegevens over de gemeenten. Hoe groot was in 2006 de bevolkingsdichtheid in Breukelen? 1. 44 inwoners per km² 2. 328 inwoners per km² 3. 656 inwoners per km² Ga naar het deel met gegevens over Europa. Hoeveel procent van de totale bevolking van Duitsland woont in de stad (2003)? 1. 88% 2. 70% 3. 59% Ga naar het deel met gegevens over de wereld. Hoe hoog is de levensverwachting (in jaren bij geboorte) in Afghanistan? 1. 43 2. 44 3. 45 Er is in de Bosatlas een kaart waarop je het aantal inwoners per provincie kunt aflezen. Welke kaart is dat? 1. Kaart 34 2. Kaart 54B 3. Kaart 54A In welke provincie was de werkloosheid in 2005 5,1% van de beroepsbevolking? 1. Noord-Holland 2. Utrecht 3. Limburg Bekijk de gegevens over de gemeenten. Hoe groot was in 2006 de bevolkingsdichtheid in Breukelen? 1. 44 inwoners per km² Pagina 23
2. 328 inwoners per km² 3. 656 inwoners per km² Ga naar het deel met gegevens over de wereld. Hoe hoog is de levensverwachting (in jaren bij geboorte) in Afghanistan? 1. 43 2. 44 3. 45 Pagina 24
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content StudioVO Laatst gewijzigd 14 August 2013 om 12:26 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; Leerinhoud en Economie; Aardrijkskunde; Godsdienst; Geschiedenis; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Trefwoorden atlas, atlasgebruik, excel, legenda, menm, mens en maatschappij, oefenen, opbouw, opzoeken, schaal, soorten kaarten, statistiek, vaardigheden, vakken op de kaart Bronnen Bron http://www.metacafe.com/embed/1384854/ http://www.metacafe.com/embed/1384854/ Type Video Pagina 25