Uw handleiding bij de keuze van stikstofmeststof KAS

Vergelijkbare documenten
KAS IK STROOI BEWUST VOOR RENDEMENT EN DUURZAAMHEID

Verantwoorde groei. Door de groei van de wereldbevolking neemt de hoeveelheid beschikbare landbouwgrond per persoon snel af.

Naar 95% benutting van N uit kunstmest. Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad

Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Bemesting Gras Hogere ruwvoeropbrengst

WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN

Weersinvloeden op oogst Actualiteiten Ruwvoerteelten. Weersinvloeden op oogst Weersinvloeden op oogst Januari.

NIEUW. De stikstofstabilisatie voor een verhoogde efficiëntie van stikstof in drijfmest

N-systemen in wintertarwe

Spuiwater als meststof

Wachten op geschikte bodemtemperatuur voor mesttoediening kost opbrengst!

Evenredig korten over alle sneden De eerste en tweede snede volgens advies bemesten en de overige sneden extra korten

Aardappelen: meer dynamiek, minder nutriënten

UCI-EXACOTE fr ~_- Care for growth

Te kort aan (kunst)mest? Hoe verdeel ik de kunstmest dynamisch?

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

Om optimaal te groeien heeft een plant verschillende voedingsstoffen nodig:

meststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis

Adding sustainability to productivity

Beproeving mineralenconcentraten en dikke fractie op bouwland

Notitie Bemestingswaarde van digestaten

Onderzoek in kader Pilot Mineralenconcentraten (NL)

Hendrix UTD Agro Jaarrond bemesting. Programma: Kringloop Bodem Jaarbemesting Grasland

Studie-avond spuiwater. Inhoud 11/03/2015

YaraBela. naam. stikstof-efficiency heeft een. pure Nutrient info #4

Samenvatting en conclusies van rapport 1364.N.09 Type en toedieningsvorm van N- kunstmest; Effecten op gewas- en eiwitproductie en -kwaliteit

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Schoon,zuinig en precies

Evenwichtige bemesting, de basis voor uw groei!

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting

RE-gras. Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016

Landbouwkundige en milieukundige trends ruwvoerteelt. Gerard Velthof, Wageningen Research. Inhoud. Welke maatregelen zijn reeds genomen?

Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen. Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG)

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Bemesting, maatwerk voor uw bedrijf!

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Digestaat. Voor u en het milieu het beste resultaat SPADE

Resultaten KringloopWijzers 2016

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Nitraatmeststoffen. Optimale opbrengst, minimale belasting voor het milieu

Zodebemester PPL II: nazomer toediening van spuiloog en dunne rundermest in één werkgang

Organische stof in de vollegronds tuinbouw. 4 november 2013, Henk van Reuler

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel

Nitraatmeststoffen. Optimale opbrengst, minimale belasting voor het milieu

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw

De KringloopWijzer & bodem

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen

Samenstelling en eigenschappen

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

bodemvoorraad kg N/ha (jan/febr)

Beredeneerde bemesting van een paardenweide

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Docentendag Melkers van Morgen 4 juli Arjan Mager Innovation manager forage

Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek

ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT:

Milieuaspecten en wetgeving i.v.m. strooien van (kunst)mest

REgras. Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruweiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting

Urean. Vloeibare stikstofmeststof

Kansen voor mestscheiding

Bemestingsproef snijmaïs Beernem

Mineralen op Maat. Mineralen op Maat. Winterbijeenkomsten Doelstelling project:

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

ADLO Studiedag 03/06/2014 Resultaten demonstratieprojecten 2012 en Proefplatform. test. test. Proefplatform. Probleem. test

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Waarom verdient u meer met Tropicote?

Organische stof. Focus on Farming Wageningen, 27 november 2018 Janjo de Haan

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing

DCM Xtra-MIX X 1 Organisch-minerale meststof met extra lange gecontroleerde werking

Meer gras met minder stikstof

Praktijkmiddag Prei. Brochure meststoffen en bemestingssystemen. PPO-agv proefbedrijf Vredepeel Praktijknetwerk Telen met toekomst 28 oktober 2005

Welke mineralen passen bij de akkerbouw?

Handleiding precisiebemesting grasland met circulaire meststoffen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Precisiebemesting met gecontroleerd vrijkomende meststoffen

Inhoudsopgave. 1. Onderscheidende product(ie) kenmerken van Bio-Trio 2

aangepast snedeadvies = snedeadvies uit basistabel bij betreffende NLV x (geplande stikstofjaargift / stikstofjaargift uit basistabel).

Bemesting kool en relatie tot trips.

Rest-N praktijkpercelen. Ondiep en lui wortelstelsel. Rijenbemesting en/of fractioneren? Dé oplossing? Stikstof plaatsen in de rij.

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

zwavel toch nodig? Misschien PURE NUTRIENT INFO #7

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

ZWAVEL (= S) : STEEDS BELANGRIJKER IN DE BEMESTING

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten op bouwland en grasland

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018

Brochure en poster bemesting

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Meer gras met minder stikstof

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

KringloopWijzer. Johan Temmink

meststoffen vloeibare basismeststof groei door kennis

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Transcriptie:

Uw handleiding bij de keuze van stikstofmeststof KA

1 Inleiding 02 2 Verschillende stikstofvormen 03 3 De stikstofvormen in meststoffen 05 4 Rendement 09 5 trooieigenschappen 13 6 Duurzaamheid van meststoffen 15

1 Inleiding Tussen de werking van stikstofmeststoffen bestaan belangrijke verschillen. Met de uitgebreide informatie in deze handleiding helpt OCI Agro (voorheen DM Agro) u een bewuste keuze te maken. Want kunstmestsoorten zijn wezenlijk verschillend in rendement, strooieigenschappen en duurzaamheid. Daarnaast heeft u te maken met wetgeving. Binnen het huidige mestbeleid bent u gedwongen bij de bemesting steeds nauwkeuriger te werk te gaan. Ook de krapper wordende stikstofgebruiksnormen noodzaken u meststoffen te kiezen met de hoogste stikstofbenutting en laagste verliezen. Reden te meer om een goed onderbouwde keuze te maken. In deze handleiding kunt u verschillende testen en onderzoeken naast elkaar leggen. Uit al deze onderzoeken blijkt dat de werking van Nutramon KA onovertroffen en efficiënt is. Waarom? Omdat Nutramon KA juist op rendement, strooieigenschappen en duurzaamheid heel goed scoort. Bovendien geeft het product de hoogste stikstofbenutting en het stimuleert de mineralisatie van mest. Op de NutriNorm website staan nog meer resultaten en aanvullende informatie. In deze handleiding vindt u alle onderbouwing die u nodig heeft om tot een bewuste stikstofbemesting te komen. Zodat ook u kunt zeggen: Ik strooi bewust. Nutramon KA KA Ureum Urean Rendement trooieigenschappen Duurzaamheid (CO 2 emissie) 02 inleiding

2 Verschillende stikstofvormen De stikstofvorm in uw kunstmest is van groot belang. Niet elke vorm wordt door planten even goed opgenomen. De verschillen betreffen de werking, de stikstofverliezen en de effectiviteit. We onderscheiden drie belangrijke stikstofvormen: nitraatstikstof, ammoniumstikstof en amidestikstof. 2.1 Nitraatstikstof (NO 3 N) Deze stikstofvorm is direct voor de plant beschikbaar. et gewas neemt bij voorkeur en overwegend (8090%) deze stikstofvorm op. Nitraatstikstof beweegt zich in de bodem via het bodemvocht naar de wortels van het gewas. Voor een vlotte groei moet daarom voldoende nitraat aanwezig zijn. Nitraat kan bij extreme omstandigheden uitspoelen naar diepere lagen of bij zuurstofgebrek in de bodem denitrificeren. Zie paragraaf 3.4 Uitspoeling van stikstof en 3.5 Denitrificatie. Afb. 2.1 Nitraatstikstof Nitraat NO 3 2.2 Ammoniumstikstof (N 4 N) Deze vorm van stikstof wordt in de eerste weken na bemesting vastgelegd in microorganismen. et komt daarna geleidelijk weer ter beschikking van het gewas. et is een stikstofvorm die omgezet wordt in nitraatstikstof. Dit kost afhankelijk van de bodemtemperatuur enige tijd. De omzetting van 50% van de aanwezige ammonium naar nitraat neemt bij een bodemtemperatuur van 10 ºC 2 weken in beslag. Bij 20 ºC duurt de omzetting van 50% 1 week. et is daardoor enigszins traagwerkend. Ammoniumstikstof is niet mobiel in de grond en kan daardoor niet uitspoelen. Voor opname moeten de wortels Bodemtemperatuur ( C) 20 10 8 5 De omzetting van ammoniumstikstof is afhankelijk van de bodemtemperatuur Bron: Amberger en Vilsmeier, 1984 Grafiek. 2.2 1 2 3 4 5 6 7 omzettingstijd in weken (50% als nitraat) 03 verschillende stikstofvormen

naar de ammoniumstikstof toe groeien. Niet alle wortels komen zo in contact met deze stikstof. Ammoniumstikstof is niet gevoelig voor uitspoeling. Bij lage temperaturen (onder de 10 ºC) hebben gewassen zoals aardappelen en gras een voorkeur voor ammoniumstikstof. omzetting Ammonium N 4 + Nitraat NO 3 Afb. 2.2 Omzetting van Ammonium N 4 + naar Nitraat NO 3 2.3 Amidestikstof Deze stikstofvorm zit in ureum. et is een organische stikstofvorm die met behulp van het enzym urease eerst omgezet wordt in ammoniumstikstof. Door de lokale pstijging geeft dit grote risico s voor ammoniakverliezen. Zie paragraaf 3.3 tikstofverliezen. et is traagwerkend. In de bodem is amidestikstof gevoelig voor uitspoeling. Amidestikstof kan in beperkte hoeveelheden direct via het blad opgenomen worden. omzetting Ureum CO(N 2 ) 2 Ammonium N 4 + Nitraat NO 3 Afb. 2.3 Omzetting van Ureum CO(N 2 ) 2 naar Ammonium N 4 + naar Nitraat NO 3 04 verschillende stikstofvormen

3 De stikstofvormen in meststoffen 3.1 tikstofvormen Om de meest effectieve manier van bemesten toe te kunnen passen, is het goed te weten wat er precies in een bepaalde meststof zit. Welke stikstofvorm zit er bijvoorbeeld in de mest? En in welke hoeveelheid? En hoe zit met de verzuring van de bodem door de meststoffen? Voor het kiezen van de juiste meststof is het ook van belang om het antwoord van deze vragen te kennen. Tabel 3.1: tikstofsamenstellingen van enkele meststoffen Aandeel stikstof in de vorm van Meststof NO 3 N N 4 N AmideN KA 50 % 50 % Urean 25 % 25 % 50 % Ureum 100 % Ammonsulfaatsalpeter 30 % 70 % (A, Entec) Zwavelzure ammoniak 100 % 3.1.1 Kalkammonsalpeter (KA) Kalkammonsalpeter (KA) is een ammoniumnitraat houdende meststof. De nitraatstikstof werkt snel. et ammoniumdeel werkt wat vertraagd. et is een universele, efficiënte meststof. et risico van ammoniakverliezen is erg laag. Kalkammonsalpeter werkt enigszins verzurend maar door de toevoeging van Dolomiet werkt Nutramon KA minder verzurend dan andere KA soorten. Zie paragraaf 3.6 Verzurende werking. 3.1.2 Urean Urean is een vloeibare meststof met 50% amidestikstof (ureum), 25% nitraatstikstof en 25% ammoniumstikstof. De meststof werkt vertraagd, omdat de amidestikstof eerst omgezet moet worden in ammoniumstikstof, die op zijn beurt omgezet moet worden in nitraatstikstof. In proeven meldt men ook stikstoffixatie, waardoor een deel van de stikstof tijdelijk niet beschikbaar is. Door de hoge zoutconcentratie vraagt het gebruik speciale aandacht, anders is er kans op ernstige bladverbranding. Urean is behoorlijk agressief. De opslag en de spuitmachine vragen daarom speciale anticorrosie voorzieningen. Bij onjuiste toepassing is de kans 05 de stikstofvormen in meststoffen

op ammoniakverliezen hoog. Door het ontbreken van een vulstof werkt de meststof sterker verzurend dan kalkammonsalpeter. Zie paragraaf 3.6 Verzurende werking. 3.1.3 Ureum/Carbamide Deze meststof bevat 46% stikstof in de vorm van amidestikstof, een organische stikstofvorm. et wordt ook als bladmeststof gebruikt. In de bodem werkt het vertraagd, omdat ureum eerst omgezet moet worden in ammoniumstikstof en daarna in nitraatstikstof. De kans op ammoniakverliezen is erg hoog. Zie paragraaf 3.3 tikstofverliezen. Deze verliezen variëren sterk. Door het ontbreken van een vulstof werkt de meststof sterker verzurend dan kalkammonsalpeter. Zie paragraaf 3.6 Verzurende werking. 3.1.4 Ammonsulfaatsalpeter Deze meststof bevat 50% ammoniumnitraat en 50% zwavelzure ammoniak (ammoniumsulfaat). et ammoniumgehalte is hoog. Dit vergroot de kans op hoge ammoniakverliezen op kleigrond. In ammoniumvorm spoelt de stikstof niet uit. De ammoniumstikstof werkt vertraagd. et product bevat 13% zwavel, dit geeft de meststof een sterk verzurend karakter. Entec is een ammonsulfaatsalpeter met een nitrificatieremmer. Zie paragraaf 3.2 Nitrificatieremming. 3.1.5 Zwavelzure ammoniak Dit kristallijne product bestaat uit 100% ammoniumsulfaat. De stikstof is volledig in ammonium vorm aanwezig. In deze vorm spoelt de stikstof niet uit. De meststof heeft door het hoge zwavelgehalte (24%) een zeer sterk verzurend karakter. et wordt op beperkte schaal gebruikt voor zuurminnende gewassen zoals aardappelen. De meststof werkt vertraagd omdat de ammoniumstikstof eerst omgezet moet worden in nitraatstikstof. Voor kleigronden is de meststof zonder directe inwerking minder geschikt. De kans op aanzienlijke ammoniakverliezen is groot. 3.2 Nitrificatieremming Aan bepaalde meststoffen is een zogenoemde nitrificatieremmer toegevoegd. Deze chemische stof remt gedurende een bepaalde tijd de omzetting van de ammoniumstikstof in het product in nitraatstikstof. Doel van de toevoeging is om de kans op uitspoeling te verminderen. Neveneffect is dat de stikstof langer in ammoniumvorm blijft, terwijl het gewas een voorkeur heeft voor nitraatstikstof. ierdoor kan een groeiremming ontstaan met lagere opbrengsten als resultaat. De vertraagde omzetting is afhankelijk van de soort chemische bijvoeging en de bodemtemperatuur. omzetting met Nitrificatieremming + Ammonium N 4 Nitraat NO 3 Afb. 3.2 Omzetting met nitrificatieremming 06 de stikstofvormen in meststoffen

3.3 Ammoniakstikstofverliezen Van alle meststoffen geeft kalkammonsalpeter de laagste ammoniakverliezen. lechts een klein deel van de stikstof (2%) in ammoniumnitraathoudende meststoffen gaat gemiddeld verloren in de vorm van ammoniakemissie. Dat is gunstig. Daarmee is KA een meststof die het hoogste aandeel stikstof beschikbaar houdt voor de planten. In de grafiek hiernaast zijn de gemiddelde ammoniak stikstof verliezen weergegeven van kalkammonsalpeter, urean en ureum. Bij urean, ureum of ureumhoudende meststoffen vindt een omzetting plaats naar de nitraatvorm voordat het gewas de stikstof kan opnemen uit de bodem. ierbij kunnen aanzienlijke ammoniakverliezen optreden. De gemiddelde ammoniakverliezen bij urean en ureum kunnen erg variëren. De weersomstandigheden en de toedieningstechniek hebben een zeer grote invloed. Bij ureumhoudende meststoffen treden de grootste verliezen op: bij bovengrondse aanwending. drogend weer en wind. temperaturen > 15 ºC. zandgronden. bodems met hogere p s (klei). bij direct contact met de lucht (open of kort gewas). gasvormige N 3 verliezen en CO 2 emissie Ammoniakverliezen (%) 16 14 12 10 8 6 4 2 0 De gemiddelde ammoniakverliezen van KA, urean en ureum 2% omzetting + Ureum CO(N 2 ) 2 Ammonium N 4 Afb. 3.3 Ammoniakstikstofverliezen 8% 15% KA Urean Ureum Bron: BMVEL/UBAAmmoniakEmissionsinventar der deutschen Landwirtschaft und Minderungsszenarien bis zum Jahre 2010, umweltforschungsplan des bundesministeriums für umwelt, naturschutz und reaktorsicherheit, Forschungsbericht 299 42 245/02, UBAFB 000249 Nitraat NO 3 Grafiek 3.3 Gemiddelde ammoniakstikstofverliezen 3.4 Uitspoeling van stikstof Alleen nitraatstikstof kan uitspoelen of denitrificeren. De uitspoeling van deze nitraat stikstof in het groeiseizoen wordt vaak overschat. Wanneer nitraatstikstof buiten bereik komt van het gewas en niet meer capillair opstijgt door drogende omstandigheden is er sprake van verlies. KA bestaat voor de helft uit nitraatstikstof. De andere helft is ammoniumstikstof. Deze wordt omgezet in nitraatstikstof afhankelijk van de bodemtemperatuur. gasvormige N 3 verliezen en CO 2 emissie Ureum CO(N 2 ) 2 omzetting Ammonium N 4 + Afb. 3.4 Uitspoeling van stikstof uitspoeling Nitraat NO 3 07 de stikstofvormen in meststoffen

De kans op uitspoeling is laag bij: drogende omstandigheden of een neerslagtekort. grote bewortelingsdiepte. bij toediening kort voor het moment van gewasgroei. gasvormige N 3 verliezen en CO 2 emissie denitrificatie 3.5 Denitrificatie Denitrificatie is het proces waarbij nitraat in een aantal stappen wordt omgezet in (moleculaire) stikstof. De vrijkomende zuurstof wordt gebruikt voor de afbraak van organische verbindingen. Ureum CO(N 2 ) 2 omzetting Ammonium N 4 + uitspoeling Nitraat NO 3 NO 3 NO 2 NO N 2 O N 2 Afb. 3.5 Denitrificatie De nitraatafbraak treedt hoofdzakelijk op onder zuurstofloze (anaërobe) omstandigheden in de bovenste laag van het profiel. Anaërobe condities komen waarschijnlijk alleen maar voor bij zeer hoge vochtgehaltes. In het groeiseizoen is de kans op zuurstofloze omstandigheden laag, de kans op stikstofverliezen door denitrificatie dus ook. Onder aërobe omstandigheden verloopt de afbraak van de bovengenoemde verbindingen met behulp van de zuurstof in de bodemporiën en uit de lucht. Bij hogere temperaturen loopt het proces sneller dan bij lage temperaturen. Beneden de 45 ºC is de snelheid verwaarloosbaar klein. Bij 10 ºC is de snelheid 23 keer langzamer dan bij 20 ºC. 3.6 Verzurende werking De verzuring door stikstofmest stoffen is zeer verschillend. Naast stikstof zijn het zwavelgehalte en de samenstelling van de vulstof in de meststof de belangrijkste verzurende factoren. Magnesium heeft een bekalkende werking. Zwavel geeft een meststof een sterk verzurend karakter. De verzuring leidt tot extra kosten voor bekalking. Want hoe meer verzuring, hoe hoger de kosten voor het corrigeren van de zuurgraad van de bodem. Dit kan oplopen tot enkele tientallen euro s per hectare. Bij de keuze van de meststof is dit ook een belangrijk punt. Verzurende werking in basenequivalent per 100 kg N *op Meststof Grasland Bouwland Nutramon KA 33 53 (27N + 4MgO) KA zonder 36 56 magnesium (27N) 24N + 7 80 100 A/ Entec (26N + 13) 168 188 Urean 30 (30N) 80 100 Ureum (46N) 80 100 Anasol (15N + 5) 138 158 * oe sterker negatief hoe sterker de verzurende werking Tabel. 3.6 Verzurende werking van meststoffen 08 de stikstofvormen in meststoffen

4 Rendement In dit hoofdstuk zijn verschillende onderzoeken samengebracht die tonen wat het rendement is van verschillende stikstofmeststoffen. Deze onderzoeken hebben betrekking op grasland en akkerbouw/tuinbouw. We kijken daarbij naar gewasopbrengst, gewaskwaliteit en teeltzekerheid. Rendement Nutramon KA KA Ureum Urean Gewasopbrengst Gewaskwaliteit Teeltzekerheid Tabel. 4 Rendement 4.1 Grasland Waarom is Nutramon KA op grasland de beste keuze? Geen groeivertraging door juiste combinatie van nitraatstikstof en ammoniumstikstof. De egale verdeling van nutriënten over de gehele grasmat geeft een gelijkmatige groei en een egale grassamenstelling. Zeer lage ammoniakverliezen. ogere opbrengst en graskwaliteit dan vloeibare meststoffen met een lager verzurend effect van de bodem. ieronder volgen twee sprekende voorbeelden. Op de NutriNorm website kunt u nog meer resultaten over dit onderwerp vinden. 4.1.1 Voorbeeld 1, Grasland op zand Lagere opbrengst en lager eiwitgehalte bij spaakwielinjectie op zandgrasland paakwielinjectie van vloeibare meststoffen gaf in 2008 op twee zandgrasland percelen een lagere opbrengst en eiwitproductie dan kalkammonsalpeter. Dat blijkt uit onderzoek van Altic. Anasol en urean gaven 1618% lagere opbrengsten. Alleen vloeibare ammoniumnitraat scoorde ongeveer gelijk aan kalkammonsalpeter. Welke meststoffen zijn vergeleken? Kalkammonsalpeter werd vergeleken met vloeibare ammoniumnitraat (18% N), Anasol (15% N), urean (30% N) en NT (27% N). De werking van de meststoffen is over 4 sneden bepaald. De Ngiften waren resp. 100 N, 70 N, 60 N en 40 N. De mogelijke verschillen door zwavel zijn geëlimineerd door een extra zwavelbemesting bij alle objecten. 09 rendement

paakwielinjectie geeft lagere opbrengsten De onderzoekers vonden dat kalkammonsalpeter op alle sneden de beste resultaten geeft. paakwielinjectie van Anasol en urean geeft een aanzienlijke opbrengstdaling van 16%18%. Vloeibare ammoniumnitraat geeft gelijkwaardige resultaten als KA, maar is aanzienlijk duurder in de aanschaf. Zowel de opbrengst als de eiwitproductie van gras blijven flink achter ten opzichte van KA. 4.1.2 Voorbeeld 2, Grasland op klei Opbrengstdaling bij spaakwielinjectie van vloeibare meststoffen op zandgrasland t.o.v. KA (kg ds/ha over 4 sneden) 2148 1932 2250 2000 1750 1500 1250 1000 750 500 250 0 opbrengstdaling gras in kgds/ha Bron: 18022009 Animal ciences Group 944 Grafiek 4.1.1 Opbrengstdaling gras 115 NT Urean Anasol N 4 N0 3 Injectie vloeibare kunstmest geeft lagere opbrengst op kleigrasland Injectie van vloeibare stikstofkunstmest met een spaakwielbemester (sportveldvariant) op grasland gaf in 2008 op kleigrond een daling van de jaaropbrengst aan drogestof (6%) en ruw eiwit (13%) vergeleken met het strooien van KA. Dat blijkt uit onderzoek, uitgevoerd door de Animal ciences Group van Wageningen UR en gefinancierd door het Productschap Zuivel. Blijvend grasland op een kleigrond (35% klei) werd bij oplopende stikstofniveaus tot vier keer bemest met ammoniumnitraat in korrelvorm (KA) en met vloeibare meststoffen ammoniumnitraat, urean en ureum. Injectie van 190 kg stikstof per hectare (70, 50, 40 en 30 kg N/ha voor de 1 e t/m 4 e snede) gaf op jaarbasis voor KA een drogestofopbrengst van 11,7 ton per hectare. Voor de vloeibare stikstofmeststoffen een opbrengst van gemiddeld 10,9 ton per hectare (6%). Vergeleken met KA daalde de eiwitopbrengst van 1,81 tot gemiddeld 1,57 ton per hectare (13%). De schijnbare stikstofbenutting daalde van 96 tot 75% (22%). Bron: Presentatie resultaten kunstmestinjectie 2008, klei, Animal ciences Group (Wageningen UR) Lelystad. 4.2 Akkerbouw en Tuinbouw Waarom is Nutramon KA de beste keuze in de akker en tuinbouw? et product heeft een voorspelbare werking, dus voor de boer een hoog rendement met geringe onzekerheid. Vele vaak langjarige veldproeven in binnen en buitenland geven aan dat kalkammonsalpeter gemiddeld de hoogste opbrengst en kwaliteit geeft bij vele gewassen. KA verbetert de stikstofwerking van mest. KA geeft een lage verzuring van de bodem. Alternatieve meststoffen geven geen betere werking. 10 rendement

ieronder volgen vier sprekende voorbeelden. Op de NutriNorm website kunt u nog meer onderzoeken over dit onderwerp vinden. 4.2.1 Voorbeeld 1, Wintertarwe Duidelijke opbrengstverschillen tussen meststoffen in tarwe op löss PPO te Wageningen heeft op verzoek van OCI Agro (voorheen DM Agro) in 2009 een meststofvergelijking beproefd in wintertarwe op löss. Nutramon KA is vergeleken met Entec en urean. Uit de resultaten blijkt dat bemesten met Nutramon kalkammonsalpeter in drie giften de hoogste opbrengst gaf. Opbrengst in kg/ha Vergelijking meststoffen op wintertarwe 2009 op löss (100%N = 195 kg/ha) 12750 12500 12250 12000 11750 11500 11250 11000 10750 1054 kg/ha 3x Urean 3x Nutramon KA Bron: Rapport WR 1073. Bemestingsonderzoek wintertarwe DM Agro 2009 G. Meuffels en C. Crombach, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Wageningen 2009 Grafiek 4.2.1a Vergelijking Nutramon KA en Urean Entec en urean hadden een lagere stikstofbenutting. Een besparing op het aantal werkgangen is niet aan te raden. 4.2.2 Voorbeeld 2, Wintertarwe ogere opbrengst in wintertarwe door gebruik KA In wintertarwe worden hogere opbrengsten gerealiseerd als er met KA wordt bemest. Dat is de conclusie die de Duitse Landwirtschaftskammer trekt na vier jaar van proeven doen. Vele proeven wijzen uit dat bemesten met urean een lagere opbrengst geeft. Naast de korrelopbrengst daalt in graan ook het eiwitgehalte. In 39 proeven in wintertarwe was het opbrengstverschil 260 kg/ha bij gelijke stikstofbemesting. Ook het eiwitgehalte daalde met 0.6%. Alleen met een hogere stikstofbemesting is het negatieve effect te voorkomen. Echter de gebruiksnormen laten dit niet toe. Opbrengst (t/ha) 10,5 10 9,5 9 8,5 8 Opbrengst in kg/ha Vergelijking meststoffen op wintertarwe 2009 op löss (100%N = 195 kg/ha) 12750 12250 11750 11250 10750 1007 kg/ha 2x Entec 80% N 305 kg/ha 2x Entec 100% N 3x Nutramon KA 100% N Bron: Rapport WR 1073. Bemestingsonderzoek wintertarwe DM Agro 2009 G. Meuffels en C. Crombach, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Wageningen 2009 Vergelijking opbrengst en eiwitgehalte bij gebruik van KA en Urean 9,67 Urean Grafiek 4.2.1b Vergelijking Entec met Nutramon KA 9,93 KA Eiwitgehalte (%) 13,5 13,25 13 12,75 12,5 12,25 12 12,7 Urean 13,3 KA Bron: Wintertarwe, 39 proeven, LK annover 19992003 Grafiek 4.2.2 Meerjarige vergelijking KA en Urean in wintertarwe 11 rendement

4.2.3 Voorbeeld 3, Aardappelen NB: lagere Ngift, zelfde opbrengst en kwaliteit et verbeterde stikstof bijmestsysteem (NB) geeft de beste mogelijkheden om met een lagere Ngift dezelfde opbrengst en kwaliteit te behalen. Dat blijkt uit proeven van NMI en PPO. Beiden hebben van 2006 tot 2008 verschillende meststoffen en bemestingssystemen beproefd in verschillende soorten aardappelen. Nieuwe meststoffen hebben weinig meerwaarde voor een verlaging van de stikstofgift. Uit de proef waarbij een tiental meststoffen werd vergeleken, bleek dat een lagere stikstofgift alleen mogelijk is met NB. Dit verbeterde stikstof bijmest systeem met KA (NBbodem) liet bij een lagere stikstofbemesting geen opbrengstdaling en kwaliteitsverlies zien. Nieuwe meststoffen hadden een beperkte meerwaarde voor het verlagen van de stikstofgift zonder opbrengstdaling. Bron: Rapport NMI 1161, Wageningen, juli 2009 4.2.4 Voorbeeld 4, Winterprei KA geeft hoge stikstofbenutting KA geeft een hoge stikstofbenutting omdat het de mineralisatie van mest stimuleert. Dat blijkt uit twee jaar onderzoek van PRI te Wageningen naar het effect van verschillende meststoffen op de opbrengst en kwaliteit van vroege winterprei. Dit onderzoek geeft verder aan dat alternatieve meststoffen voor kalkammonsalpeter zeker niet leiden tot een beter rendement of benutting. Er zijn geen grote verschillen tussen de meststoffen. Alternatieve meststoffen voor kalkammonsalpeter geven geen betere werking. De bemestingsmethode heeft een duidelijke invloed op het effect. Dit betreft met name het tijdstip dat stikstof beschikbaar is bij de wortels van de prei. Meststof Veilbare opbrengst tikstofbenutting Met organische mest Alleen kunstmest KA Referentie Referentie Met organische mest Entec NBEntec / / / Orgaplus + KA / / PulstecCultan / Alleen kunstmest Tabel. 4.3.4 Vergelijking meststoffen in winterprei Legenda veilbare opbrengst: Gelijk aan KA, lechter dan KA, + Beter dan KA Legenda stikstofbenutting: oog, + Goed, Normaal, Lager, Aanzienlijk lager Bron: Rapport 189, Bemesting in vroege winterprei vergelijking van verschillende meststoffen, Resultaten van het project Telers Mineraal Paraat, seizoenen 2006/07 en 2007/08, F. J. de Ruijter, Plant Research International, WUR 12 rendement

5 trooieigenschappen Ook de strooieigenschappen van de meststoffen tellen mee in uw keuze voor een meststof. Voor Nutramon KA gelden een aantal belangrijke voordelen. trooieigenschappen Nutramon KA KA Ureum trooien met de juiste strooitabel Producent bekend / Zeer breed strooibaar / ard en rond / Tabel. 5 trooieigenschappen 5.1 Producteigenschappen Nutramon KA heeft de volgende strooieigenschappen: et is herkenbaar aan de oranje korrel en daardoor is de fabrikant bekend. Deze informatie is onmisbaar voor het gebruik van de juiste strooitabel en de juiste afstelling. De korrels zijn hard en sterk. et product bevat geen stof en kluiten. Voor het product zijn voor een groot aantal strooiers gebruiksvriendelijke en actuele strooitabellen online beschikbaar. et heeft een constante strooikwaliteit. Nauwkeurige verdeling over grote strooibreedten. et is door de korrelvorm en het stortgewicht minder windgevoelig Kunstmeststrooier Amazone ZA/M Ultra ZA/M Bogballe M2/M3 Maximum werkbreedte bij gebruik van Nutramon KA 48 m 36 m 42 m 5.2 Nutramon KA is zeer breed strooibaar In tabel 5.2, samengesteld uit de officiële adviestabellen van strooierfabrikanten, worden de maximum werkbreedten aangegeven waarbij met een goede afstelling een regelmatig strooibeeld bereikt wordt met Nutramon KA. Bovendien gebruiken de strooierfabrikanten Nutramon KA om nieuwe strooiertypen te testen. Rauch Axera Axis 30.1 Axis 50.1 Vicon Rotaflow 42 m 42 m 48 m 45 m Tabel. 5.2 Maximum werkbreedte van strooiers bij gebruik van Nutramon KA 13 strooieigenschappen

5.3 Let op de verschillen in stortgewicht en korrelgrootte tortgewicht en gemiddelde korreldiameter (zogenaamde D50) hebben een grote invloed op de strooibreedte. Een meststof met laag stortgewicht en kleine korreldiameter laat zich niet gemakkelijk over grote werkbreedten goed verspreiden. De afstelling van de strooier moet dus aan deze specifieke situatie aangepast zijn. Dit betekent veelal dat een kleinere strooibreedte moet worden gekozen. Met name geprillde meststoffen geven vaak aanleiding tot strooibanen. Kenmerk Nutramon KA KA Ureum gegranuleerd Ureum geprilld tortgewicht (kg/m 3 ) 1040 9701070 700 800 700 800 Gemiddelde 3.6 3.2 3.9 3 3.5 2.5 3.5 korreldiameter (mm) Tabel. 5.3 tortgewicht en korreldiameter 5.4 De windgevoeligheid Nutramon KA geeft ook bij een windsnelheid van 4 m/s een goed strooibeeld. Zie onderstaand strooibeeld bij een werkbreedte van 24 meter. Nutramon KA geeft ook bij een windsnelheid 4 m/s een goed strooibeeld. Zie het strooibeeld bij een werkbreedte van 24 meter. Ralatieve strooihoeveelheid (%) 120% 110% 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% wind 4m/s L50% R50% 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 Afstand van het midden (m) Enkelvoudig strooibeeld amengesteld strooibeeld Grafiek 5.4 trooibeeld bij 24 meter bij een windsnelheid van 4 m/s 14 strooieigenschappen

6 Duurzaamheid van meststoffen Duurzaamheid en klimaat zijn onderwerpen die veel aandacht vragen in het maatschappelijke debat. Met het gebruik van Nutramon KA draagt u ook een steentje bij aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Duurzaamheid Nutramon KA KA Ureum Urean Lage totale CO 2 emissie Lage CO 2 emissie bij gebruik Tabel. 6 Duurzaamheid 6.1 Nutramon KA is de klimaatvriendelijkste KA van WestEuropa. Waarom is de duurzaamheid van Nutramon KA beter dan andere meststoffen? Bij de normale productie van kunstmest komt CO 2 en lachgas vrij. Lachgas heeft een sterk negatief effect op het klimaat. Bij de fabrieken van OCI Agro (voorheen DM Agro) is specifieke technologie geïnstalleerd die een grotere emissie reductie geven dan de beste techniek in Europa laat zien. OCI Agro ontving hiervoor de Responsible Care prijs van de V.N.C.I. omdat het de lachgasemissie met vrijwel 100% reduceerde. Ook het energie gebruik is erg efficiënt, het nadert het theoretische minimum. Concurrerende WestEuropese KA geeft een 50% hogere CO 2 emissie ook al is deze met de beste techniek geproduceerd. Bij toepassing is er minder verschil in CO2emissie tussen producten van verschillende herkomst. De hoge strooikwaliteit en de bekende herkomst van Nutramon KA verhogen de kans op een hoge en efficiënte benutting en beperken daardoor de CO2emissie bij gebruik. Bronnen: GG emissions and energy efficiency in European nitrogen fertiliser production and use, F. Brentrup and C. Pallière, IF proceedings no: 639, december 2008 EFMA emission data fertiliser production 2007/2008 Eigen OCI Agro gegevens CO 2 emissie in % 300% 250% 200% 150% 100% 50% 0% Broeikasgasemissie bij de productie van kalkammonsalpeter 100% Nutramon KA +50% KA (beste techniek Europa) +145% KA (gemiddeld Europa 07/08) * Beste techniek van Europa houdt in: de best beschikbare techniek die algemeen inzetbaar is bij de productie van kalkammonsalpeter in Europa. Grafiek. 6.1 Broeikasgasemissie 15 duurzaamheid van meststoffen

6.2 Duurzamer dan urean en ureum meststoffen Bij de productie van kalkammonsalpeter kan de uitstoot van CO 2 en lachgas door aanpassingen van de productie sterk gereduceerd worden. Deze mogelijkheden zijn bij urean en ureum beperkt. Urean en ureum bevatten namelijk koolstof gebonden aan de organische stikstof (zgn amidestikstof). Dit betekent dat de koolzuur gebonden is in de meststof. Deze koolstof komt als CO 2 vrij bij het gebruik in het veld. Bij toepassing van Nutramon KA heeft u een veel lagere CO 2 emissie dan bij het gebruik. Broeikasgasemissie bij toepassing van meststoffen Ureum en Urean geven resp. 10067% meer emissie Broeikasgasemissie bij productie en gebruik Ureum en Urean geven resp. 5254% meer emissie Relatieve CO 2 emissie in % 225% 200% 175% 150% 125% 100% 75% 50% 25% 0% 100% Nutramon KA +100% Ureum (Europa) +67% Urean (Europa) Relatieve CO 2 emissie in % 175% 150% 125% 100% 75% 50% 25% 0% 100% Nutramon KA +52% Ureum (Europa) +54% Urean (Europa) * Europa betekent geproduceerd met de best beschikbare techniek die algemeen inzetbaar is bij de productie in Europese fabrieken. * Europa betekent geproduceerd met de best beschikbare techniek die algemeen inzetbaar is bij de productie in Europese fabrieken. Grafiek. 6.2a Grafiek. 6.2b Ook als de productie van Nutramon KA meegerekend wordt, zit u nog aan de goede kant van de streep. Dan geven Ureum en Urean een meer dan 50 procent hogere CO 2 emissie. 6.3 Verdere verlaging CO 2 emissie van Nutramon productie in de toekomst mogelijk OCI Agro zoekt continu naar een verdere vermindering van de CO 2 emissie bij de productie van Nutramon KA. Zo zou de CO 2 emissie met 66% verlaagd kunnen worden bij ondergrondse opslag van CO 2. Een verdere verlaging naar een klimaatneutrale meststof is zeker niet ondenkbaar. 16 duurzaamheid van meststoffen

amenvatting M E ET N R ET N R R G E B A EGEERBDA E E R D E TR R IE UW UR OOEIEBEWU R Urean ET N TR R ET N ET N TR R ET N TR R TR R Gewaskwaliteit ET N R Ureum TR R Gewasopbrengst Rendement TR R KA Nutramon KA ET N ET N ET N ET N TR TR R ET N ET N TR R ET N TR TR R R TR R ET N TR R ET N ET N R ET N Oktober 2010 TR TR R Mijnweg 1 6167 AC Geleen info.agro@ocinitrogen.com Lage CO2emissie bij gebruik Lage totale CO2emissie TR TR R ard en rond Duurzaamheid R / / / R R ET N R R ET N ET N TR R ET N TR R ET N R R ET N Zeer breed strooibaar TR R TR TR R ET N R ET N trooien met de juiste strooitabel Producent bekend TR TR R trooieigenschappen TR R Teeltzekerheid