Toevoeging pagina 13: bij subdomein E5 over gebruik van Excel WISKUNDE A HAVO NIEUW EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.

Vergelijkbare documenten
WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE A HAVO NIEUW EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

Toevoeging: blz. 14 Hulpmiddelen, toegestane grafische rekenmachines WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

Leerstof voortentamen wiskunde A. 1. Het voortentamen wiskunde A

WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

wiskunde D havo nieuw vakinformatie staatsexamen 2017 WISKUNDE D HAVO NIEUW EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.

WISKUNDE B VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE A VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE D HAVO OUD EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

WISKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

WISKUNDE A HAVO OUD EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

WISKUNDE A VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Domein A: Vaardigheden

aardrijkskunde vwo vakinformatie staatsexamen 2017 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V pagina 1 van 12

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

ARABISCHE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

Wijzigingen per oktober 2016: zie wijzigingen vakinformatie 2017 op de duo site.

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.2

WISKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

FRANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

Wijzigingen per oktober 2016: zie wijzigingen vakinformatie 2017 op de duo site. DUITSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.11.

ENGELSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

TURKSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

WISKUNDE D VWO-oud programma VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

ENGELSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

WISKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

FRANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

Wiskunde A ( havo a vwo a )

WISKUNDE B HAVO NIEUW EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

AARDRIJKSKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

WISKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Het examenprogramma wiskunde A havo

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

RUSSISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

AARDRIJKSKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

ctwo Experimenteel examenprogramma 2014 havo wiskunde A definitieve versie

AARDRIJKSKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE B HAVO NIEUW EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

MANAGEMENT EN ORGANISATIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

NATUURKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE B HAVO OUD EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

WISKUNDE B HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

RUSSISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

AARDRIJKSKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

Havo wiskunde A. Examentraining

WISKUNDE A HAVO. SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 (BIJ HET NIEUWE EXAMENPROGRAMMA) Nader vastgesteld

DUITSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO

NATUURKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

NATUUR, LEVEN, TECHNOLOGIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

TURKSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

RUSSISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

SCHEIKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

BIOLOGIE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

Leerstof voortentamen wiskunde A. 1. Het voortentamen wiskunde A

begin van document Eindtermen havo wiskunde A (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie

ctwo CONCEPTEXAMENPROGRAMMA 2011 havo wiskunde A

WISKUNDE A VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Wiskunde D bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

Voorstel examenprogramma Wiskunde C havo 2015

KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO

WISKUNDE B VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE A VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

SCHEIKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

WISKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

ECONOMIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V Pagina 1 van 14

REKENTOETS VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

Conceptexamenprogramma. wiskunde C havo nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

NATUURKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

LANDSEXAMEN HAVO

REKENTOETS HAVO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

LANDSEXAMEN HAVO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Wiskunde D bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

KUNSTVAKKEN II: MUZIEK VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

WISKUNDE B VWO-oud programma VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE B HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE A HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN Versie 2, april 2017

SCHEIKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

ECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V pagina 1 van 14

Transcriptie:

Toevoeging pagina 13: bij subdomein E5 over gebruik van Excel WISKUNDE A HAVO NIEUW EAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2017 V16.8.1

De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of staatsexamens@duo.nl. pagina 2 van 15

Inhoud 1 Kernpunten 5 2 Centraal examen 5 3 College-examen 5 4 Examenstof (schematisch weergegeven) 7 Bijlage 1 Beschrijving examenstof 8 Bijlage 2 Hulpmiddelen 14 Bijlage 3 Tips 15 pagina 3 van 16

1 Kernpunten Het examen bestaat uit een schriftelijk centraal examen en een mondeling collegeexamen. De kandidaat heeft een grafische rekenmachine nodig, die hij zelf moet meebrengen. De regels voor de grafische rekenmachine zijn aangescherpt (zie bijlage 2: hulpmiddelen). Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond op een geheel getal. 2 Centraal examen Wat, waar, wanneer Het schriftelijk centraal examen bestaat uit één zitting van 180 minuten. De examenstof staat in hoofdstuk 5, de voorlaatste kolom van de tabel. Bij de aanmelding geeft de kandidaat een voorkeurplaats voor de schriftelijke examens op. Het examenrooster schriftelijk staat op de site: DUO/particulieren/staatsexamenkandidaat. De examenoproep voor de schriftelijke examens verstuurt DUO uiterlijk twee weken voor aanvang van het examen. Daarin staan datum, tijd en locatie vermeld. Hulpmiddelen Naast het basispakket hulpmiddelen is een grafische rekenmachine noodzakelijk (zie: bijlage 2). Oefenen Examenbundels of oude examens zijn geschikt om ervaring op te doen. Oude centrale examens zijn te vinden op onder andere examenblad.nl (stel linksboven een bepaald jaar in en vind onder het havo en wiskunde A de examendocumenten van dat jaar). Let op: deze oefenexamens hebben betrekking op het oude examenprogramma. Wel kan gekeken worden naar de pilot examens. Deze zijn grotendeels volgens het nieuwe programma. Recente pilotexamens zijn te vinden op www.cito.nl. Voorbeeldopgaven voor het nieuwe programma wiskunde A staan op sites examenblad.nl in de Syllabus hoofdstuk 3 (stel 2017 als jaar in, kies havo, wiskunde A) hetcvte.nl (kies wiskunde havo/vwo, voorbeeldexamenopgaven havo A) op www.havovwo.nl. Hier staan ook uitwerkingen bij. Tips voor dit examen staan in bijlage 3. 3 College-examen Wat, waar, wanneer Het college-examen bestaat uit een mondeling examen van 40 minuten. De examenstof staat in hoofdstuk 5, laatste kolom van de tabel. pagina 5 van 16

Het examen vindt plaats in de periode juni/juli/augustus. Bij de aanmelding geeft de kandidaat een voorkeurplaats voor de mondelinge examens op. De examenoproep verstuurt DUO uiterlijk twee weken voor aanvang van het examen. Daarin staan datum, tijd en locatie vermeld. Gedurende 20 minuten voorafgaand aan het mondeling examen krijgt de kandidaat een casus ter bestudering, die betrekking heeft op één of meerdere domeinen van de examenstof. Deze casus bestaat uit een aantal opdrachten die uitgewerkt moeten worden. De uitwerkingen komen tijdens het mondeling examen aan de orde. Bij het mondeling examen wordt aandacht besteed aan: 1. bespreking van de vraagstukken die aan de orde zijn gesteld bij de casus in de voorbereidingstijd. 2. beantwoorden van vragen en oplossen van vraagstukken over de (sub)domeinen. Overzicht voorbereiding vraagstukken naar aanleiding van een casus bespreking vraagstukken naar aanleiding van een casus mondeling examen beantwoorden van vragen en oplossen van vraagstukken over de domeinen van het college-examen 20 minuten 40 minuten deelcijfer a deelcijfer b Hulpmiddelen De kandidaat krijgt korte vraagstukken om op te lossen. Hiervoor is het nodig dat de kandidaat zelf schrijf- en tekenmateriaal en een grafische rekenmachine meeneemt. Zie ook bijlage 2. Oefenen Een voorbeeld van een casus staat op de site. Ga hiervoor naar: duo.nl, kies staatsexamenkandidaat en vervolgens Oefenen. Tips Bekijk de informatiefilm over het mondeling college-examen. Deze film staat op de site onder het kopje: Hoe het staatsexamen vo werkt Tips gericht op dit examen staan in bijlage 3. Beoordeling college-examen Voor het mondeling examen worden de volgende deelcijfers gegeven: één deelcijfer voor het beantwoorden van vragen en het oplossen van vraagstukken naar aanleiding van de casus: deelcijfer a Dit cijfer weegt voor 20% mee. pagina 6 van 16

één deelcijfer voor het beantwoorden van vragen en het oplossen van vraagstukken met betrekking tot de domeinen en subdomeinen behorend tot de examenstof van het college-examen: deelcijfer b Dit cijfer weegt voor 80% mee. Het cijfer voor het college-examen wordt als volgt berekend: 0,2a +0,8b afgerond op één decimaal nauwkeurig. 4 Examenstof (schematisch weergegeven) wiskunde A Domein A: Vaardigheden Domein B: Algebra en tellen Domein C: Verbanden centraal examen collegeexamen Subdomein A1: Algemene vaardigheden Subdomein A2: Profielspecifieke vaardigheden Subdomein A3: Wiskundige vaardigheden Subdomein B1: Rekenen Subdomein B2: Algebra Subdomein B3: Telproblemen Subdomein C1: Tabellen Subdomein C2: Grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden Subdomein C3: Formules met één of meer variabelen Subdomein C4: Lineaire verbanden Subdomein C5: Exponentiële verbanden Domein D: Verandering Domein E: Statistiek Subdomein E1: Presentaties van data interpreteren en beoordelen Subdomein E2: Data verwerken Subdomein E3: Data en verdelingen Subdomein E4: Statistische uitspraken doen Subdomein E5: Statistiek met ICT met gebruik van de grafische rekenmachine en gebruik van Excel In bijlage 1 van deze vakinformatie staat een beschrijving van de examenstof. Bij het bestuderen van de examenstof is het raadzaam om gebruik te maken van een lesmethode of examenkatern. pagina 7 van 16

Bijlage 1 Beschrijving examenstof Domein A Vaardigheden Subdomein A1 Algemene vaardigheden De kandidaat heeft kennis van de rol van wiskunde in de maatschappij, kan hierover gericht informatie verzamelen en de resultaten communiceren met anderen. 1. doelgericht informatie zoeken, beoordelen, selecteren en verwerken; 2. adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal communiceren over onderwerpen uit de wiskunde; 3. bij het verwerven van vakkennis en vakvaardigheden reflecteren op eigen belangstelling, motivatie en leerproces; 4. toepassingen en effecten van wiskunde in het dagelijks leven en in verschillende vervolgopleidingen en beroepssituaties herkennen en benoemen. Subdomein A2 Profielspecifieke vaardigheden profielspecifieke probleemsituaties in wiskundige termen analyseren, oplossen en het resultaat naar de betrokken context terugvertalen. 1. een probleemsituatie in de context interpreteren, structureren en vertalen naar een model waarin wiskundig gereedschap kan worden ingezet; 2. wiskundige methoden toepassen op probleemsituaties, de resultaten van een wiskundige handeling terugvertalen naar de context en daaruit conclusies trekken. Subdomein A3 Wiskundige vaardigheden De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende wiskundige vaardigheden, waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren en kan daarbij ICT functioneel gebruiken. De kandidaat 1. beheerst de rekenregels; 2. beheerst de specifieke algebraïsche vaardigheden; 3. heeft inzicht in wiskundige notaties en formules en kan daarmee kwalitatief redeneren; 4. kan wiskundige informatie ordenen en in probleemsituaties de wiskundige structuur onderkennen; 5. kan bij een gegeven probleemsituatie een model opstellen in wiskundige termen; 6. kan een oplossingsstrategie kiezen, deze correct toepassen en de gevonden oplossing controleren binnen de context; 7. kan vakspecifieke taal interpreteren en gebruiken; 8. kan de correctheid van wiskundige redeneringen verifiëren; 9. kan eenvoudige wiskundige redeneringen correct onder woorden brengen; 10. kan bij het raadplegen van wiskundige informatie, bij het verkennen van wiskundige situaties, bij het geven van wiskundige redeneringen en bij het uitvoeren van wiskundige berekeningen gebruik maken van geschikte ICTmiddelen; pagina 8 van 16

11. kan antwoorden afronden op een voorgeschreven nauwkeurigheid dan wel op een nauwkeurigheid die past bij de probleemsituatie. Domein B Algebra en tellen Subdomein B1 Rekenen berekeningen uitvoeren met getallen en daarbij gebruik maken van de rekenkundige basisbewerkingen en van het werken met haakjes. 1. berekeningen maken waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende rekenregels, inclusief die van machten en wortels; 2. berekeningen maken met verhoudingen en breuken; 3. werken met haakjes en vereenvoudigen door haakjes weg te werken; 4. gebruik maken van de begrippen absoluut en relatief; 5. berekeningen met procenten uitvoeren; 6. de relatie leggen tussen breuken, decimale notatie en afrondingen. Subdomein B2 Algebra berekeningen uitvoeren met variabelen en daarbij gebruik maken van de algebraïsche basisbewerkingen en van het werken met haakjes. 1. berekeningen maken met variabelen waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende rekenregels, inclusief die van machten en wortels. 2. berekeningen maken met verhoudingen, percentages en breuken met daarin een of meer variabelen; 3. werken met haakjes bij variabelen, waaronder het vereenvoudigen door haakjes wegwerken; 4. werken met grootheden, samengestelde grootheden en maatsystemen, en eenheden omrekenen. Subdomein B3 Telproblemen telproblemen structureren en schematiseren en dat gebruiken bij berekeningen en redeneringen. Domein C Verbanden Subdomein C1 Tabellen een tabel opstellen op basis van gegevens uit een tekst, een grafiek, een formule of andere tabellen en tabellen aflezen, interpreteren en in verband brengen met andere tabellen, grafieken, formules of tekst. 1. in een probleemsituatie de relevante variabelen vaststellen; 2. bijzonderheden van een tabel beschrijven met woorden; 3. waarden aflezen uit een tabel en daaruit conclusies trekken; pagina 9 van 16

4. twee of meer tabellen van eenzelfde variabele vergelijken en conclusies trekken over de probleemsituaties die deze tabellen beschrijven; 5. een tabel in verband brengen met een grafiek, formule of tekst; 6. een tabel opstellen aan de hand van andere tabellen, een grafiek, een formule of een tekst; 7. binnen de probleemsituatie een verband, weergegeven door een tabel, doelgericht gebruiken; 8. een verband tussen (recht en omgekeerd) evenredige grootheden in een tabel herkennen. Subdomein C2 Grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden een grafiek tekenen op basis van gegevens uit een tekst, een tabel, een formule of andere grafieken en gegevens en relevante informatie uit grafieken aflezen, grafieken interpreteren en in verband brengen met andere grafieken, formules of tekst. De kandidaat kent de volgende typen standaardverbanden inclusief de bijbehorende namen y = ax + b (lineair verband), y = b. g x y = ax (exponentieel verband), (recht evenredig verband), (omgekeerd evenredig verband) de volgende bij de genoemde standaardverbanden behorende karakteristieke eigenschappen (constant, toenemend of afnemend) stijgen, (constant, toenemend of afnemend) dalen; de volgende bij de grafieken van de genoemde standaardverbanden behorende karakteristieke eigenschappen snijpunt(en) met de x -as en met de y-as. 1. van de standaardverbanden een globale grafiek tekenen zonder ICT; 2. in een gegeven probleemsituatie de parameters van een standaardverband berekenen; 3. een logaritmische schaalverdeling aflezen. 4. in een probleemsituatie de relevante variabelen vaststellen; 5. bijzonderheden van een grafiek met woorden beschrijven; 6. waarden aflezen uit een grafiek en daaruit conclusies trekken; 7. een grafiek tekenen aan de hand van andere grafieken, een tabel, een formule of een tekst; 8. een grafiek schetsen, interpreteren en ermee redeneren; 9. twee of meer grafieken vergelijken en conclusies trekken over de probleemsituaties die deze grafieken beschrijven; 10. de coördinaten van snijpunten van grafieken aflezen, berekenen en interpreteren binnen de gegeven probleemsituatie; pagina 10 van 16

11. een vergelijking of een ongelijkheid opstellen aan de hand van een tabel, formule, grafiek of tekst; 12. conclusies trekken uit grafieken in verband met vergelijkingen en ongelijkheden; 13. gebieden begrensd door grafieken interpreteren en gebruiken om conclusies te trekken; 14. vergelijkingen en ongelijkheden oplossen met behulp van numerieke of grafische methoden; 15. de maximum- of minimumwaarde van een formule berekenen. Subdomein C3 Formules met één of meer variabelen door substitutie in een formule met één of meer variabelen waarden berekenen en een formule opstellen of wijzigen op basis van gegeven informatie. 1. door substitutie in een formule waarden berekenen. 2. een formule opstellen aan de hand van andere formules; 3. een formule opstellen of wijzigen op grond van in een tekst gegeven informatie; 4. een variabele in een formule vervangen door een eenvoudige expressie en het resultaat vereenvoudigen. Subdomein C4 Lineaire verbanden bij een lineair verband een formule opstellen en een grafiek tekenen, met lineaire verbanden berekeningen uitvoeren zoals interpolatie en extrapolatie, lineaire vergelijkingen en ongelijkheden oplossen en uitkomsten toepassen in profielspecifieke probleemsituaties. 1. een verband tussen recht evenredige grootheden uitdrukken in een formule; 2. vergelijkingen van de vorm px + qy = r herleiden tot een vergelijking van de vorm y = ax + b. 3. een formule opstellen bij een lineair verband dat in een tabel, grafiek of tekst gegeven is; 4. grafieken tekenen en interpreteren bij formules van de vorm y = ax + b ; 5. waarden vinden door lineair interpoleren of lineair extrapoleren; 6. lineaire vergelijkingen en ongelijkheden oplossen en interpreteren; 7. de coördinaten van het snijpunt van twee lijnen berekenen en interpreteren; 8. gebieden begrensd door ongelijkheden van de vorm px + qy r of px + qy r tekenen en interpreteren. Subdomein C5 Exponentiële verbanden exponentiële verbanden herkennen, met formules beschrijven, in grafieken weergeven en er berekeningen aan uitvoeren. De kandidaat kent de begrippen grondtal en exponent. 1. vaststellen of een groeiproces bij benadering exponentieel is; pagina 11 van 16

2. met beginwaarde, groeifactor, groeipercentage, halveringstijd of verdubbelingstijd berekeningen uitvoeren. 3. een formule opstellen bij een exponentieel verband tussen twee grootheden dat in een tabel, grafiek of tekst gegeven is; 4. grafieken tekenen en interpreteren bij formules van het type y = b. g x. Domein D: Verandering bij een grafiek uitspraken doen over stijgen, dalen, maximum en minimum en kan veranderingen beschrijven met behulp van differenties, hellingen en toenamediagrammen. Domein E Statistiek De kandidaat kent de regel dat een steekproevenverdeling van een proportie of van een gemiddelde bij voldoende grote steekproefomvang bij benadering normaal verdeeld is; de volgende vuistregels voor de normale verdeling met gemiddelde μ en standaardafwijking σ: - tussen μ σ en μ + σ ligt ongeveer 68% van de waarnemingen, - tussen μ 2σ en μ+2σ ligt ongeveer 95% van de waarnemingen, - tussen μ 3σ en μ+3σ ligt nagenoeg 100% van de waarnemingen; het begrip betrouwbaarheidsinterval. Subdomein E1 Presentaties van data interpreteren en beoordelen data die op diverse manieren zijn gerepresenteerd en/of samengevat interpreteren en beoordelen op relevantie in relatie tot een onderzoeksvraag. 1. een gegeven onderzoeksopzet of vraag kritisch beoordelen; 2. een gegeven presentatie van data kritisch beoordelen in relatie tot het doel waartoe deze is gemaakt; 3. beoordelen of er sprake is van een representatieve en/of aselecte steekproef; 4. bij een gegeven presentatie van data de begrippen centrum en spreiding gebruiken en aangeven of deze zinvol zijn; 5. beoordelen of een variabele kwalitatief of kwantitatief, discreet of continu, ordinaal of nominaal is; 6. bij een gegeven presentatie van data beoordelen of uitspraken voldoende zijn onderbouwd; 7. uit gegeven presentaties van data of uit samenvattingen relevante informatie afleiden. Subdomein E2 Data verwerken data verwerken, organiseren, bewerken, weergeven in grafieken, tabellen en diagrammen, en karakteriseren met geschikte centrum- en spreidingsmaten. 1. geschikte representaties kiezen. Het betreft een of meer van de volgende representaties (al of niet ingedeeld in klassen): dotplot, staafdiagram, cirkeldiagram, steelbladdiagram, lijndiagram, cumulatief en relatief frequentiepolygoon, boxplot, puntenwolk of spreidingsdiagram, (cumulatieve) frequentietabel en kruistabel; pagina 12 van 16

2. bij een gegeven representatie een andere maken; 3. beargumenteren welke centrummaat (gemiddelde, mediaan of modus) en welke spreidingsmaat (standaardafwijking, interkwartielafstand, spreidingsbreedte) geschikt zijn om een dataset te karakteriseren; 4. de samenhang tussen statistische variabelen beschrijven met behulp van een kruistabel of puntenwolk; 5. uit gegeven data andere data afleiden en de mogelijke gevolgen daarvan beredeneren voor de centrummaten en/of spreidingsmaten. Subdomein E3 Data en verdelingen data analyseren en kenmerken van een verdeling beschrijven. 1. verdelingen kwalitatief beschrijven en/of kwalitatief vergelijken, waarbij gebruik gemaakt wordt van klokvormige, meertoppige, uniforme en scheve verdelingen, centrum en spreiding, staarten en uitschieters; 2. gebruik maken van de drie vuistregels bij een (bij benadering) normale verdeling; 3. bij een gegeven probleemstelling de omvang van de steekproef berekenen met gegeven berekeningswijze. Subdomein E4 Statistische uitspraken doen - op basis van steekproefgegevens een uitspraak doen over een populatieproportie of populatiegemiddelde en de betrouwbaarheid kwantificeren, - het verschil tussen groepen kwantificeren, - het verband tussen twee variabelen beschrijven, en het resultaat interpreteren in termen van de context. 1. groepen vergelijken op een gegeven kenmerk; 2. aan de hand van een gegeven berekeningswijze het verschil tussen twee groepen kwantificeren; 3. op basis van een steekproefproportie of steekproefgemiddelde uitspraken doen over de populatieproportie of het populatiegemiddelde en aan de hand van een gegeven berekeningswijze de betrouwbaarheid kwantificeren; 4. een statistisch verband tussen twee variabelen beschrijven; 5. onderscheid maken tussen statistische samenhang en oorzakelijk verband; 6. de statistische samenhang tussen twee variabelen, beschreven met behulp van een kruistabel of puntenwolk, interpreteren in termen van de probleemsituatie; 7. conclusies uit statistisch onderzoek met behulp van kwalitatieve en kwantitatieve argumenten kritisch beoordelen, al dan niet in het kader van de empirische cyclus (onderzoeksvraag, data verzamelen, data analyseren, conclusies trekken). Subdomein E5: Statistiek met ICT De kandidaat beheerst statistisch ICT-gebruik in relatie met de subdomeinen E1, E2, E3 en E4 om grote datasets te interpreteren en te analyseren, ten minste in het kader van de empirische cyclus met behulp van een grafische rekenmachine. Verder kunnen er tijdens het college-examen eenvoudige toepassingen met gebruik van Excel ( gemiddelde, standaardafwijking e.d ) gevraagd worden. pagina 13 van 16

Bijlage 2 Hulpmiddelen Noodzakelijk Grafische rekenmachine De volgende types zijn toegestaan: Texas Instruments: TI-84 Plus; TI-84 Plus silver edition; TI-84 Plus C silver edition TI-84 Plus T en TI-84 Plus CE-T TI-Nspire C Casio: Fx-9750Gll met reset Fx-9860Gll (SD) met examen stand: OS 2.07 en hoger Fx-CG20 met examen stand: OS 2.01 en hoger Hewlett Packard: HP Prime Oudere types dan de hier genoemde, ook die eerder wel waren toegestaan, zijn in 2017 NIET meer toegestaan op de havo. In 2017 zijn oudere types die eerder waren toegestaan, nog wel toegestaan op vwo, maar de kans bestaat dat sommige examenopgaven daarmee niet of minder goed te maken zijn. Tijdens de examens dient het geheugen van de grafische rekenmachine te zijn geblokkeerd door een examenstand, dan wel te zijn gewist door een reset van de gehele machine. Toegestaan De hulpmiddelen hieronder zijn toegestaan bij alle examens. Zij zijn niet alle nodig: Basispakket Het standaard basispakket bij alle centrale examens en college-examens bevat: - schrijfmateriaal - tekenpotlood - blauw en rood kleurpotlood - liniaal met millimeterverdeling - passer - geodriehoek - vlakgum Ook is het toegestaan om hulpmiddelen mee te brengen die geen relatie hebben met de exameneisen maar wel functioneel kunnen zijn, zoals: markeerstift, puntenslijper, leesliniaal (loep). Woordenboek Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens. In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (de thuistaal van de kandidaat). Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Uitgebreide informatie over de hulpmiddelen voor de centrale examens en hulpmiddelen voor kandidaten met een beperking staat in de Regeling toegestane hulpmiddelen. Kies: examenblad.nl/ vwo of havo/ onderwerpen/ hulpmiddelen/ 2017 pagina 14 van 16

Bijlage 3 Tips Centraal examen geef voldoende toelichting bij de gegeven antwoorden; vergeet niet de tussenstappen te vermelden; voor deze vakken is het belangrijk niet alleen een boek te bestuderen, maar vooral veel te oefenen, bijvoorbeeld met oude examens. Mondeling college-examen Voorbereiden op het mondeling college-examen tijdens het mondeling examen kan de gehele examenstof gevraagd worden; bestudeer daarom ook de onderwerpen van het centraal examen; het is belangrijk, ook voor het mondeling examen, dat er voldoende geoefend is in het maken van eindexamenopgaven. Op die manier kunnen vragen vlot beantwoord worden; oefen in het onder woorden brengen van begrippen; besteed voldoende aandacht aan de terminologie die bij het vak hoort; zorg voor voldoende oefening in het gebruik van de grafische rekenmachine; het kost vaak erg veel kostbare tijd in het examen; Casus/voorbereidingsopdracht voorafgaand aan het college-examen bij wiskunde mag u géén gebruik maken van het Binas-boek of een formulekaart; maak bij het voorbereiden van de casus aantekeningen en oefen, na het lezen van de casus, alvast in eigen woorden weer te geven waar de casus over gaat; soms staan er onder aan de casus al een paar vragen over de tekst. Wanneer dit zo is, probeer deze dan voor te bereiden. Het is niet erg als het niet lukt om alle vragen te beantwoorden tijdens de voorbereidingstijd; tijdens het mondeling examen moet de kandidaat in eigen woorden kunnen weergeven waarover de casus gaat. Van belang hierbij zijn kernbegrippen uit de tekst. Hieruit blijkt al in hoeverre de casus begrepen is. Uitgaande van de casus kan er daarna over het onderwerp zelf en andere onderwerpen dieper gevraagd worden. Algemene opmerkingen over het mondeling examen geleerde formules moeten niet alleen benoemd kunnen worden, maar ook worden toegepast; het is belangrijk verbanden te kunnen leggen tussen onderdelen van de bestudeerde examenstof; hoofdrekenen (en inschatten van de orde van grootte van uitkomsten) is naast het gebruik van de rekenmachine van belang. pagina 15 van 16

pagina 16 van 16