Programmabegroting 2014



Vergelijkbare documenten
2014 PROGRAMMABEGROTING

Raadsvoorstel agendapunt

Algemene uitkering

Financiën Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Concern Financiën. Ons kenmerk FA20/ Datum uw brief

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5

Spoorboekje Voorbereiding transities 2013 en 2014

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Begroting Bedragen x 1.000,00

OXT.?W III III MUI MUI INI II Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

Kaders Financieel gezond Brummen

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

1. Mutaties Themabegroting 2017

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

Paragraaf Decentralisaties

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Programmabegroting

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Besluitvorming raad inzake Programmabegroting 2014

Colofon. Productie: Gemeente Tilburg. Dit document is geprint op milieuvriendelijk papier

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB RV

Voorstelnummer: Houten, 18 maart 2014

Begroting Aanbieding Raad

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Gemeentefinanciën Delft

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord.

Commissienotitie. Onderwerp De Ontwerpnota Wet Werken naar vermogen (WWnv) Status Informerend

Programmabegroting Slim werken aan de toekomst

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Colofon. Productie: Gemeente Tilburg. Dit document is geprint op milieuvriendelijk papier

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

en leerlingenvervoer

Programmabegroting

PROGRAMMABEGROTING Doorpakken!

Raadsvoorstel: Onderwerp: Septembercirculaire 2015

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

Colofon. Productie: Gemeente Tilburg. Dit document is geprint op extra milieuvriendelijk papier

IIIIIIIIIIIIIIIIIIII INI

Inrichtingsnotitie MAG

AF D R U K V OO R B E EL D B E S T U U R L IJ K BE H AN D E L VO O R S TEL

2015 PROGRAMMABEGROTING

RAADSVOORSTEL. B en W-besluit nr.: Naam programma: Onderwerp: Actualisering specifieke uitkeringen.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Programmabegroting 2016

Raadsvergadering. Basis van de besluitvorming Collegeagenda Binden en Bewegen. Visie Sociaal Domein en de Beleidsagenda Sociaal Domein

Totaal

WZ Memo Jeugdwerkloosheidsvrije zone en middelen ESF Hart van Brabant

Voorstel voor de Raad

Memo Reg.nr.: O-FIN/2014/519 / RIS

KLeintje begroting 2010

uitstroombevordering

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009

Rapportage Sociaal Domein. 3e kwartaal 2017

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Technische Vragen. Fractie: LO. Vragensteller: Simon Vogel. Onderwerp: Begroting Zaaknummer: Z

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016

Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december Beleidsplan Re-integratiebeleid

RAADSVOORSTEL. Aanleiding: Het college doet de raad voorstellen voor de financiële kaders voor de begroting 2016 en de meerjarenbegroting

Managementrapportage 2016

Economisch hart van de Kempen

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: Houten, 29 september 2015

Programma 10. Financiën

Voorstel raad en raadsbesluit

2012 actuele begroting op

Aanleiding en probleemstelling

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Raadsvergadering. 17 mei

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Besluit Raad Nr. Datum 0 5 JUL 2016

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus

Transcriptie:

begroting Inleiding Kerngegevens i PROGRAMMA SOCIALE STIJGING 278,8 MILJOEN PROGRAMMA LEEFBAARHEID 129,3 MILJOEN PROGRAMMA VESTIGINGSKLIMAAT 197,8 MILJOEN PROGRAMMA BESTUUR 110,7 MILJOEN RAADSBESLUIT

begroting Inleiding Kerngegevens i Leeswijzer Voor u ligt de begroting. De opzet volgt de indeling van de programma s te weten: Sociale stijging,, en. Indeling van de begroting Deze begroting kent de navolgende onderdelen: Inleiding, financieel beeld en kerngegevens Dit hoofdstuk beschrijft waar we staan en welke zaken er op ons afkomen. Het actueel wordt op hoofdlijnen gepresenteerd waarna een toelichting volgt op enkele (externe) ontwikkelingen en gewijzigde uitgangspunten die van invloed waren bij het opstellen van het. s In hoofdstuk 2 komen de programma s aan bod. Daarbij hebben wij aangegeven welke doelen zijn geformuleerd, wat de stand van zaken nu is en welke activiteiten de gemeente daarom in wil gaan ondernemen. Per programmaonderdeel zijn de financiële gegevens opgenomen zodat per programmaonderdeel doelen, activiteiten en middelen overzichtelijk bij elkaar staan. Specifieke onderwerpen Hoofdstuk 3 behandelt een aantal belangrijke aspecten binnen de gemeentelijke begroting en geeft extra informatie over de financiële positie op korte en langere termijn. Het hoofdstuk begint met de paragraaf Inzicht financiële status en weerbaarheid. Deze paragraaf is een uitwerking van de stresstest zoals deze is ontwikkeld door de 100.000+ gemeenten. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op de speerpunten binnen de bedrijfsvoering van de ambtelijke organisatie. In de paragraaf Grondbeleid geven wij informatie over het grondbeleid op portefeuilleniveau alsmede het totale financiële overzicht. In de paragraaf Subsidies wordt aangegeven wat het subsidiebeleid voor is en welke bedragen binnen de programma s voor subsidies zijn opgenomen. In de paragraaf Algemene dekkingsmiddelen wordt een integraal overzicht gegeven van de middelen die de gemeente in kan zetten voor eigen beleid (algemene uitkering, belastingen, dividenden etc.). Verder worden de lokale heffingen, het gemeentelijk weerstandsvermogen, het onderhoud van kapitaalgoederen, de financiering van de gemeentelijke activiteiten en de verbonden partijen als specifieke onderwerpen aan de orde gesteld. Bijlagen Bijlage 1 geeft een overzicht van alle herijkingen en voorstellen nieuw beleid. Bijlage 2 geeft het budgetoverzicht naar producten weer. Bijlage 3 toont het verloop van de reserves en voorzieningen. Bijlage 4 geeft een nadere toelichting op de investeringen. Bijlage 5 zijn de overzichten van incidentele lasten en baten. Bijlage 6 toont de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. Bijlage 7 bevat de bij de paragraaf grondbeleid behorende bijlagen. Bijlage 8 is het overzicht van de afgesproken servicenormen. Bijlage 9 verschaft inzicht in het onderzoeksplan van de doeltreffendheid- en doelmatigheidsonderzoeken. Bijlage 10 is het overzicht van de kengetallen. De bijlagen zijn digitaal in te zien via www.tilburg.nl/begrotingen. Raadsbehandeling De begroting zal samen met de tariefvoorstellen op 11 november 2013 (algemene beschouwingen) en op 13 november 2013 (beraadslagingen en vaststelling) in uw raad worden behandeld.

begroting Inleiding Kern- gegevens i Overzicht Inleiding Stimuleren en faciliteren is het motto dat we bij de Perspectiefnota verbonden aan. We weten al langer dat de overheid, en dus ook de gemeente, niet alles alleen kan. Ambities kunnen alleen gerealiseerd worden door de burger en ondernemer voorop te stellen en samen te werken met partners in de stad en regio. In de voorbije jaren hebben wij reeds ingezet op het werken aan een andere overheid. Dit heeft geleid tot een aantal omwentelingen in onze aanpak. Denk aan de Sociale Transities, de Stedelijke ontwikkeling, Burgerparticipatie en Tilburg Transformeert. Niet dat daarmee nu alles geregeld is. Wij en de organisatie moeten voortdurend in beweging blijven om goed te kunnen anticiperen op vragen die komen van burgers en ondernemers om samen met ons de gemeente met de tijd mee te laten gaan. In deze begroting nemen we een aantal maatregelen om nog meer ruimte voor initiatieven uit de stad te creëren. is het jaar van de gemeenteraadsverkiezing. Het coalitieakkoord 2010- loopt ten einde. Veel van onze voornemens zijn intussen gerealiseerd of zijn nog volop in uitvoering. Onze ambities staan nog overeind. Doorpakken is het motto voor 2013 en dat blijven we ook doen. Tot aan de verkiezingen ronden wij af waaraan we begonnen zijn. Daarom voegen wij voor geen nieuwe bestuurlijke doelen toe of hebben wij geen voornemens om nieuwe kadernota s op te stellen dan wel bestaande te vernieuwen. Met de besluitvorming over de Perspectiefnota als basis slagen wij erin om een meerjarige sluitende begroting te presenteren. Ten opzichte van de Perspectiefnota is de financiële uitgangspositie zowel als gevolg van de voor- en najaarsrapportage als de rijksbegroting in positieve zin gewijzigd. Er is meer financiële ruimte ontstaan, zowel in als meerjarig. Een deel van het begrotingsoverschot gebruiken wij om in meerjarig perspectief de dip in 2015 te verevenen. In het financieel beeld van deze begroting zetten wij dit nader uiteen. Wij zien bij deze begroting op basis van deze uitgangspositie beperkte ruimte om op een aantal (bestaande) terreinen nog extra in te zetten. We noemen hierbij naast de reeds aangekondigde middelen voor de regio en versterken van de slagkracht van de organisatie: het Tilburgs Ondernemersfonds, middelen voor Binnenstadsmanagement, middelen voor offensief op veiligheid, een fonds voor initiatieven Burgerparticipatie, middelen voor vieringen en herdenkingen, op peil houden van het wijkgericht werken, middelen voor arbeidsmarktbeleid en extra middelen voor schuldhulpverlening. Wij doen dit op een verantwoorde manier zodat we het huishoudboekje op orde kunnen overdragen aan een nieuwe coalitie. Wij zien nu beperkt ruimte voor trap op, waarmee onder andere een OZB-verlaging van 2% mogelijk is (naast de genoemde voorstellen voor een nieuwe vakschool, het Theresialyceum en middelen voor het arbeidsmarktbeleid). Bij alle voorstellen die wij met deze begroting doen, zijn wij van mening dat wij zowel recht doen aan de trap op trap af -afspraak als extra in te zetten op een aantal terreinen die op dit moment van belang zijn. Bij het opstellen van de begroting hebben we te maken gehad met een grote onzekerheid als het gaat om onze financiële positie. Die onzekerheid is niet geheel weg. Dit is vooral terug te leiden op de onduidelijkheid van de regering over de bezuinigingen en de rechtstreekse effecten daarvan op onze begroting. Op de middellange termijn zullen die effecten ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor onze financiële positie en die van onze burgers en ondernemers. Uiteraard heeft een herstel van de economie in Europa en Nederland, waarvan de eerste tekenen zich toch voorzichtig aftekenen, een positief effect. Mogelijk dat begin meer duidelijkheid komt over de middellange termijn. Bij de Perspectiefnota hebben we reeds afgesproken om ter voorbereiding van de coalitieonderhandelingen mogelijkheden voor bezuinigingen of ombuigingen in beeld te brengen. Daarmee kan de nieuwe coalitie dan voorsorteren mocht dit nodig zijn. In de begroting 2013 hebben wij fors geïnvesteerd om onze risico s, met name in het grondbedrijf, af te dekken. Voor zijn er geen extra reserveringen voor risico s nodig. Uiteraard moeten we, zoals in de Perspectiefnota is aangekondigd, zodra er meer duidelijk wordt over nieuwe decentralisatie-uitkeringen als gevolg van de sociale transities, onze rekenregels voor de Algemene Reserve opnieuw beschouwen. Met ons beleid om scherper aan de wind te zeilen hebben wij de transparantie van de begroting vergroot. Bij de Perspectiefnota hebben we al aangegeven dat dit ook betekent dat als eventuele inschattingen lopende het jaar anders uitpakken mogelijke nadelen sneller opgevangen moeten worden binnen de Algemene Reserve. We ervan uit dat de hoogte van de Algemene Reserve op dit moment voor volstaat. Qua opzet van de begroting hebben we een volgende stap gezet om deze meer leesbaar te maken en de budgetten concreet te verbinden met de betreffende programmaonderdelen. Ook hebben we een eerste stap gezet om de begroting ook als digitale versie voor de Ipad of tablet te presenteren. Ondanks dat de titel van Culturele Hoofdstad van Europa is verleend aan Leeuwarden en niet aan Eindhoven Brabant, vinden wij het van belang om in Brabantstadverband en in samenwerking met de provincie te blijven investeren in cultuur als factor voor het vestigingsklimaat van onze stad. In deze begroting doen wij voorstellen om middelen te bestemmen voor een toekomstgerichte verbouwing van 013 en de inrichting van de Bibliotheek van de Toekomst. Daarnaast reserveren wij nu ook ruimte voor de totstandkoming van een nieuwe Vakschool, de nieuwbouw voor het Theresialyceum en afboeking van de boekwaarde van Stadskantoor 1 in het kader van het project Gemeentelijke Huisvesting. Wij hebben afgesproken dat we bij een structurele financiële ruimte volgens het principe trap op trap af inzetten op een OZB-verlaging en extra inzet op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt. Hierbij hebben we geen rangorde of gelijke verdeling aangegeven.

begroting Inleiding Kern- gegevens i Overzicht beeld De begroting is gebaseerd op de door de raad op 10 juni 2013 vastgestelde Perspectiefnota waarbij is besloten om: Het uitgangspunt om de decentralisaties uit te voeren met de middelen die hiertoe overkomen te handhaven; De interne rentevoet op 3,5% te houden; De parameters voor de grondexploitatie gelijk te houden aan die van 2013; Het verschil tussen de interne rekenrente en berekende omslagrente structureel ten gunste van de exploitatie te brengen. In deze begroting betekent dit een structurele bate van 3,1 miljoen; De lagere rentevergoeding van het beleggingsfonds (van 4,55% naar 2% voor de periode -2018) op te vangen binnen de verwachte eindwaarde van dit fonds en daarmee de inkomstenkant (bate) in de begroting structureel op hetzelfde niveau te houden ( 1,9 miljoen); De financiële ruimte in die blijkt uit het financieel beeld van de perspectiefnota en de vrije ruimte in de RGI tot minimaal aan de behandeling van de begroting vast te houden voor risico s en ontwikkelingen die wij op ons af zien komen, maar nog om separate besluitvorming vragen; De storting van 2012 in de egalisatiereserve afvalstoffenheffing groot 1,7 miljoen volledig in te zetten voor verlaging van de gemeentelijke woonlasten in. In deze begroting nemen we daarnaast de navolgende ontwikkelingen en voorstellen mee: Algemene uitkering Gemeentefonds (GF) De raming van het gemeentefonds is gebaseerd op de septembercirculaire 2013. In de meicirculaire 2013 was door het rijk een winstwaarschuwing ten aanzien van de aldaar opgenomen groei van het accres afgegeven. In de septembercirculaire zijn de accressen naar beneden toe aangepast ten gevolge van de maatregelen uit het aanvullende bezuinigingspakket van het Rijk van 6 miljard. Ook is bij de accressen rekening gehouden met de tegenvallende economische ontwikkeling. Per saldo resteert hierna nog steeds een opvallend positief accres voor (+4,24%; voor Tilburg 8,9 miljoen). Blijkt in de toekomst dat dit accres naar beneden wordt bijgesteld, dan heeft dit direct een structureel negatief effect op ons meerjarig financieel beeld. Het door het Rijk opgenomen accres voor latere jaren (2015-2017) wordt door ons voor 50% meegenomen ( Scherper aan de Wind I ). De door het Rijk structureel ingeboekte toename van het GF door de verwachte onderschrijding van het aangebrachte plafond binnen het btw-compensatiefonds is door ons eveneens voor 50% meegenomen (voordeel 1 miljoen). Deze post wordt eerst jaarlijks achteraf op basis van de daadwerkelijke uitkomst bepaald en kent dus nog een grote onzekerheid. De aangekondigde uitname uit het Gemeentefonds van het budget groot onderhoud onderwijsgebouwen (primair onderwijs) is in deze circulaire nog niet verwerkt. Wij verwachten dat dit voor ons een structureel nadeel van circa 1,5 miljoen oplevert. Ons aandeel in de aangekondigde extra rijksmiddelen voor armoedebestrijding zijn daarentegen ook nog niet verwerkt. In de septembercirculaire is aangegeven dat het Rijk nog moet besluiten over de precieze inzet van deze middelen. Zowel door gemeenten als Rijk wordt er hard gewerkt aan de invoering van de 3 decentralisaties. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), Jeugdwet en Participatiebudget zullen in de komende maanden op rijksniveau worden vastgesteld. Deze wetten zullen ons een duidelijker beeld moeten geven over de taken en verantwoordelijkheden die bij ons worden neergelegd en de hiermee gepaard gaande efficiencykortingen en beschikbare budgetten. Onze huidige uitkering uit het gemeentefonds (nu: 224 miljoen) zal hiermee substantieel toenemen. Een eerste indicatie van het budget Jeugdzorg dat overkomt en is opgenomen in de septembercirculaire bedraagt alleen al 48 miljoen. Vanwege het niet beschikbaar zijn van de daadwerkelijke budgetten die overkomen en het tijdstip van invoering met ingang van 1 januari 2015, zijn in het de bijgaande baten en lasten dan ook nog niet opgenomen. Vervolg Ontwikkeling bijstandsaantallen en rijksuitkering Eind september is de landelijk verwachte groei voor op basis van de Macro Economische Verkenningen (MEV) bekend RAADSBESLUIT

begroting Inleiding Kern- gegevens i Overzicht beeld geworden en is het te ontvangen rijksbudget door het Ministerie gepubliceerd. De gevolgen van die publicatie zijn, zoals gebruikelijk vanwege het late tijdstip van verschijnen, niet in deze begroting verwerkt. De uitwerking vindt zo spoedig mogelijk plaats en wordt daarna ter beschikking gesteld. ; herijkingen en nieuw beleid Van jaar op jaar worden de begrotingsposten geactualiseerd. Het gaat dan onder meer om de effecten van loon- en prijsontwikkelingen, aanpassing budgetten gekoppeld aan het aantal inwoners en aantal woningen en de bijstelling van kapitaallasten. In de begroting zien wij daarnaast een beperkte ruimte om op een aantal (bestaande) terreinen nog extra in te zetten. Dit heeft geresulteerd in voorstellen nieuw beleid. Naast de voorstellen ten laste van de exploitatie is voor een aantal voorstellen ook dekking gevonden in de Reserve Grootschalige Investeringswerken (RGI). In hoofdstuk 2 zijn per programmaonderdeel specificaties van de begrotingsvoorstellen opgenomen alsmede een korte toelichting. Voor een totaaloverzicht van de herijkingen en voorstellen nieuw beleid verwijzen wij naar bijlage 1. Formatieve gevolgen De gevolgen voor de ambtelijke formatie voortkomende uit de in deze begroting verwerkte voorstellen leidt tot een uitbreiding met 15,56 fte in. Door incidentele uitbreidingen betekent dit in 2015 nog een uitbreiding van 12,31 fte. Vanaf 2016 is er nog sprake van een uitbreiding van 10,4 fte. De belangrijkste formatieve wijzigingen betreffen combinatiefuncties (+ 7,5 fte), slagkracht organisatie (+ 4,66 fte, waarvan structureel 3,0 fte), wijkgericht werken (+4,0 fte) en parkeren op orde (-6,45 fte). Woonlasten De woonlasten dalen in met 2,8% ten opzichte van 2013. Op basis van de waarde van een gemiddelde woning bedragen de woonlasten in 538,56 (2013 553,85). Deze daling komt met name voort uit het voorstel om de OZB met 2% te verlagen en door de inzet van 1,7 miljoen uit de egalisatiereserve afvalstoffenheffing. In paragraaf 3.5 Lokale heffingen wordt dit toegelicht. Naar verwachting blijven we, conform onze doelstelling, met deze daling in de onderste regionen voor wat betreft de hoogte van woonlasten van de grote gemeenten in Nederland zitten. meerjarenbeeld Als vertrekpunt voor het meerjarig financieel beeld -2017 is de programmabegroting 2013 genomen. Structurele doorwerkingen vanuit najaarsrapportage 2012, jaarrekening 2012 en voor- en najaarsrapportage 2013 zijn vervolgens verwerkt. Wij presenteren een begroting die voor de komende jaren het volgende financiële beeld laat zien: (N = nadeel, V = voordeel) 2015 2016 2017 (bedragen x 1 miljoen) Uitkomst begroting 2013 V 4,2 V 2,6 V 5,0 V 5,0 Structurele effecten Najaarsrapportage 2012 V 0,2 V 0,2 V 0,2 V 0,2 Structurele effecten Jaarrekening 2012 V 0,5 V 0,6 V 0,7 V 0,7 Structurele effecten Voorjaarsrapportage 2013 V 1,8 V 0,3 V 1,2 V 1,3 Structurele effecten Najaarsrapportage 2013 V 0,2 Uitgangspositie begroting V 6,9 V 3,7 V 7,1 V 7,2 Herijkingen V 4,2 N 2,5 N 1,4 N 2,3 Voorstellen nieuw beleid N 5,4 N 3,1 N 3,4 N 4,8 Actueel financieel beeld V 5,7 N 1,9 V 2,3 V 0,1 Egalisatie incidenteel nadeel 2015 N 1,9 V 1,9 - - sbeeld -2017 V 3,8 0,0 V 2,3 V 0,1 Terug Vervolg RAADSBESLUIT

begroting Inleiding Kern- gegevens i Overzicht Verevening begrotingsresultaat -2015 Ons begrotingsbeeld voor de komende jaren laat een structureel sluitende begroting zien. Het incidentele nadeel 2015 willen wij beeld opvangen door een deel van het incidenteel positieve resultaat hierop in te zetten. Op basis van de eisen van de provincie lijkt de voorgestelde verevening niet strikt noodzakelijk. Omdat we vanuit het oogpunt van goed financieel beleid ons huishoudboekje echter op orde willen hebben, vinden we dit wel een noodzakelijke keuze. Materieel evenwicht Een belangrijk uitgangspunt voor het provinciaal toezicht is een reëel sluitende begroting voor. Dit houdt in dat de begroting in evenwicht is, waarbij de jaarlijks terugkerende lasten zijn gedekt door jaarlijks terugkerende baten. Het is uiteraard wel mogelijk om in de begroting in één of twee jaren een deel van de reserves in te zetten voor de eenmalige uitgaven waarvoor ze zijn bestemd. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van de in de begroting verwerkte incidentele baten en lasten. (bedragen x 1.000,-) (N = nadeel, V = voordeel) 2015 2016 2017 sbeeld -2017 V 3,8 0,0 V 2,3 V 0,1 Af: saldo incidentele baten en lasten N 3,3 V 0,2 V 0,7 V 0,7 Saldo structurele baten en lasten V 7,1 N 0,2 V 1,6 N 0,6 Wanneer we het incidentele saldo verrekenen met het totale saldo van de begroting, kunnen we concluderen dat onze structurele lasten in en 2016 worden gedekt door structurele baten. Rekening houdend met de eerder genoemde extra rijksmiddelen voor armoedebestrijding zal ook 2015 en 2017 een structureel sluitend beeld te zien geven. Financiële status en weerbaarheid Omdat het van belang is dat we inzicht hebben in de financiële status (hoe financieel gezond zijn we) en financiële weerbaarheid (welke mogelijkheden zijn er in financieel moeilijke tijden) van onze gemeente hebben we in paragraaf 3.0 een overzicht opgenomen van de sterke en zwakke punten van onze gemeente. Deze (status) foto is gebaseerd op een landelijk door de 100.000+ gemeenten ontwikkeld instrument en geeft in een beknopt overzicht aan waar we als gemeente staan. Uit het overzicht concluderen we dat de gemeente Tilburg op de genoemde indicatoren in ruime mate voldoende scoort. De hieruit naar voren komende indicatoren die nadere aandacht behoeven zijn bekend en hier wordt waar mogelijk actief op gestuurd. Terug RAADSBESLUIT

begroting Inleiding Kern- gegevens i Overzicht Kerngegevens Wanneer we het incidentele saldo verrekenen met het totale saldo van de begroting, kunnen we concluderen dat onze structurele lasten in en 2016 worden gedekt door structurele baten. Rekening houdend met de eerder genoemde extra rijksmiddelen voor armoedebestrijding zal ook 2015 en 2017 een structureel sluitend beeld te zien geven. Financiële status en weerbaarheid Omdat het van belang is dat we inzicht hebben in de financiële status (hoe financieel gezond zijn we) en financiële weerbaarheid (welke mogelijkheden zijn er in financieel moeilijke tijden) van onze gemeente hebben we in paragraaf 3.0 een overzicht opgenomen van de sterke en zwakke punten van onze gemeente. Deze (status) foto is gebaseerd op een landelijk door de 100.000+ gemeenten ontwikkeld instrument en geeft in een beknopt overzicht aan waar we als gemeente staan. Uit het overzicht concluderen we dat de gemeente Tilburg op de genoemde indicatoren in ruime mate voldoende scoort. De hieruit naar voren komende indicatoren die nadere aandacht behoeven zijn bekend en hier wordt waar mogelijk actief op gestuurd. 1 jan. 2013 1 jan. (prognose) Sociale structuur Aantal inwoners 208.537 209.345 0 tot en met 19 jaar 46.268 45.795 20 tot en met 64 jaar 131.274 131.640 65 jaar en ouder 30.995 31.910 Aantal periodieke bijstandsgerechtigden WWB 5.679 6.581 IOAW 193 250 IOAZ 20 22 Werkgelegenheid Aantal vestigingen 14.816 nog niet bekend Aantal werkzame personen 110.050 nog niet bekend Vervolg

begroting Inleiding Kern- gegevens i Overzicht Kerngegevens 1 jan. 2013 1 jan. (prognose) Fysieke structuur Aantal woonruimten 98.786 99.744 Personele kengetallen Personeelsformatie (in fte) 1.780,08 fte 1.758,01 fte Waarvan leidinggevend 125,89 fte 123,89 fte Financiële structuur Totaal lasten begroting 823,8 mln. 716,6 mln. Waarvan: Sociale stijging 290,6 mln. 278,8 mln. 236,8 mln. 197,8 mln. 126,5 mln. 129,3 mln. 169,9 mln. 110,7 mln. Totaal baten begroting 720,4 mln. Waarvan: A. Gemeentefonds 244,2 mln. B. Specifieke uitkeringen (EU, rijk, provincie) 144,6 mln. C. Onttrekkingen reserves 99,2 mln. D. Inkomsten grondexploitatie (niet zijnde B + C) 53,0 mln. E. Belastingen, heffingen en rechten 83,5 mln. F. Rente 38,1 mln. G. Overige baten 57,8 mln. Totaal reserves per 1 januari 777 mln. 732 mln. Waarvan: Algemene reserve (cat. A) 24 mln. 24 mln. Vrij inzetbare reserves (cat. B) 62 mln. 57 mln. Bestemde reserves (cat. C) 72 mln. 83 mln. Niet direct inzetbare reserves (cat. D en H) 330 mln. 325 mln. Niet inzetbare reserves (cat. E, F en G) 289 mln. 243 mln. Terug Vervolg

begroting Inleiding Kern- gegevens i Overzicht Kerngegevens 129,3 110,7 197,8 Sociale stijging 278,8 F. Rente 5% E. Belastingen, heffingen en rechten 12% D. Inkomsten grondexploitatie (niet zijnde B + C) 7% G. Overige baten 8% C. Onttrekkingen reserves 14% B. Specifieke uitkeringen (EU, rijk, provincie) 20% A. Gemeentefonds 34% Subsidies 11% Kapitaallasten 8% 1.200.000 Storting reserves 7% Organisatiekosten 20% 1.000.000 800.000 600.000 Lasten Baten 400.000 kosten 54% 200.000-2012 2013 2015 2016 2017 Terug

Onderwerpen + Financiën + Wij willen voorwaarden creëren dat onze burgers vooruit kunnen komen, zowel op sociaal als economisch vlak. Niet door de problemen over te nemen maar door te stimuleren. Zelfredzaamheid, zelfontplooiing en maatschappelijke zekerheid zijn hierbij onze uitgangspunten. Belangrijke sleutels voor sociale stijging blijven voor ons werken en leren. Onze inzet hebben wij in de begroting uitgewerkt in de onderwerpen: werkgelegenheid, jeugd en onderwijs, bevorderen zelfredzaamheid en meedoen, armoede en impulswijken. De accenten uit de Perspectiefnota komen in deze onderwerpen terug. is een belangrijk jaar als het gaat om de transities in het sociale domein. Het nieuwe ondersteuningsmodel arbeidsmarkt moet zijn eerste resultaten laten zien. De voorbereidingen voor de overdracht van jeugdzorg en de ondersteuningstaken die voorheen uit de AWBZ gefinancierd werden, moeten we afronden. Dit alles in nauwe samenwerking met de regio. Onze inzet op werkgelegenheid gaan we intensiveren. Hierbij krijgt de toenemende jeugdwerkloosheid speciale aandacht. Goede verbinding van het onderwijs met de arbeidsmarkt is hier essentieel. Een nieuwe vakschool draagt hieraan bij. Het zelfoplossend vermogen van burgers willen we stimuleren en faciliteren. Dit komt terug in onze maatregelen die we treffen om ondersteuning dichtbij te leveren en te werken vanuit de frontlijn samen met onze partners in de wijken. Alle maatregelen willen we nadrukkelijk in samenspraak met de doelgroepen, waaronder ouderen, bepalen. Met het nieuwe uitvoeringsprogramma Armoede leveren we de achtervang voor die mensen die het nodig hebben.

Overzicht Overzicht programma Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Saldo Onderwerpen + Financiën + Werken aan een andere overheid 0 0 0 Werkgelegenheid 6.982-304 6.678 Jeugd en onderwijs 39.691-10.644 29.047 Bevorderen zelfredzaamheid en meedoen 212.873-125.287 87.586 Armoede 19.277-1.138 18.139 Impulswijken (de doelstellingen worden gerealiseerd door inzet van de overige onderdelen van ) 0 0 0 Totaal Sociale stijging 278.823-137.373 141.450 Verdeling lasten Werken aan een andere overheid 0% Armoede 7% Impulswijken 0% Werkgelegenheid 3% Jeugd en onderwijs 14% Bevorderen zelfredaamheid 76%

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie STAND VAN ZAKEN OPGAVEN Model ondersteuning arbeidsmarkt Een nieuw ondersteuningsmodel arbeidsmarkt wordt in volledig doorgevoerd om voor te sorteren op lange termijnontwikkelingen en op het vergroten van de effectiviteit van re-integratie. Transitie begeleiding AWBZ naar Wmo De transitie begeleiding is per 1 januari 2015 overgeheveld naar de Wmo. Wmo financieel duurzaam maken. Mensen die een beroep doen op de Wmo ervaren minder bureaucratie. Transitie Jeugdzorg De transitie Jeugdzorg wordt per 1 januari 2015 ingevoerd. Ontwikkelen van een visie op en een aanpak om de ondersteuningspotentie, zelfoplossend vermogen en de kracht van de samenleving te versterken De realisatie van deze visie gebeurt in specifieke zin langs drie lijnen: visieontwikkeling civil society, ontwikkelen en uitrollen visie op ondersteuning dichtbij en visieontwikkeling in relatie tot wijkgebonden sociale accommodaties nieuwe stijl. Model ondersteuning arbeidsmarkt Het implementatieplan Nieuw OndersteuningsModel Arbeidsmarkt (NOMA) is gereed. Model ondersteuning arbeidsmarkt Met NOMA vragen wij werkgevers, werkzoekenden en het onderwijs ieder hun verantwoordelijkheid zelf te nemen. Werkgevers betrekken we nadrukkelijk en maken we medeverantwoordelijk voor de uitvoering van het model. Zij hebben belang bij voldoende arbeidskrachten, nu en in de toekomst. De ondersteuning aan werkzoekenden is zoveel mogelijk ingericht op de wisselende vraag van werkgevers. Onderwijs heeft een belangrijke rol de verbinding te leggen met het bedrijfsleven om de overstap van leren naar werken vloeiender te maken. Met NOMA voorkomen we dubbels in de dienstverlening aan zowel werkzoekenden als werkgevers. ACTIVITEITEN Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Transitie begeleiding AWBZ naar Wmo Voor armoede en Wmo is een omgevingsanalyse gemaakt. Met Tilburg University zijn we in gesprek voor het maken van beleids- en netwerkkaarten. Het procesplan Doorontwikkeling Wmo 2013/14 is vastgesteld en wordt in samenhang met de andere transities in het sociale domein uitgewerkt. Transitie begeleiding AWBZ naar Wmo De nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) zal naar verwachting per 1 januari 2015 ingaan. Dit houdt in dat de gemeenten nieuwe ondersteuningstaken krijgen die voorheen voornamelijk vanuit de AWBZ gefinancierd werden. Het gaat dan onder meer om begeleiding van mensen die niet in een instelling verblijven en om persoonlijke verzorging. staat in het teken van de invoering zodat we op 1 januari 2015 klaar zijn om deze taken over te nemen. Om dit te bereiken geven we in verder uitvoering aan het vastgestelde procesplan en besluiten we welke interventies voor volwassenen ingekocht gaan worden. Verder organiseren we de overgang van huidige cliënten, maken we contract- en uitvoeringsafspraken met partners voor 2015 e.v. en richten we de administratieve organisatie en werkprocessen in. Ook zal er een nieuwe verordening (t.b.v. beschikbaarstelling individuele voorzieningen) worden voorgelegd aan de raad. Financiën + Vervolg

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: STAND VAN ZAKEN Transitie Jeugdzorg Het functioneel ontwerp voor de transitie is gereed. Het regionaal beleidskader voor de transitie Jeugdzorg is nu in voorbereiding. Daarnaast wordt gewerkt aan het transitiearrangement waarin o.a. beschreven staat hoe zorg wordt gecontinueerd aan de huidige cliënten. Transitie Jeugdzorg is het laatste jaar van de voorbereiding van de transitie Jeugdzorg. Het jaar zal vooral in het teken staan van overdracht en de implementatie van de taken uit de nieuwe Jeugdwet die naar verwachting per 1 januari 2015 ingaat. Dit alles met het oog op de verantwoordelijkheid die de gemeenten in Hart van Brabant per 1 januari 2015 hebben voor de zorg voor jeugd. Begin wordt het regionaal beleidskader ter besluitvorming aangeboden aan de raad. Het beleidskader legt vast hoe we omgaan met continuïteit van de zorg aan de kinderen die nu in zorg zitten, de wijze waarop rekenschap wordt afgelegd, hoe we gaan sturen, inkopen en risico s beheersen, de wijze waarop toegang tot zorg wordt georganiseerd, de spelregels voor het lokale beleid en de governance. Begin start vervolgens het inkoopproces van het gezamenlijk aanbod. Lokaal zullen de gemeenten hun beleidsplannen en verordeningen opstellen (t.b.v. beschikbaarstelling individuele voorzieningen). Verder richten we het gedwongen kader van de jeugdzorg in binnen de structuur Zorg- en Veiligheidshuis. Hier hoort ook de samenvoeging van het huidige AMK en het huidige SHG naar een Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling bij. ACTIVITEITEN Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Ontwikkelen van een visie op en een aanpak om de ondersteuningspotentie, zelfoplossend vermogen en de kracht van de samenleving te versterken Ontwikkelen van een visie op en een aanpak om de ondersteuningspotentie, zelfoplossend vermogen en de kracht van de samenleving te versterken Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Civil Society - Vrijwilligerswerkplaats Motie 005 TT2040 Er komt geen apart visiedocument maar we laten dit onderdeel zijn van de visie op burgerparticipatie en de bijbehorende werkagenda. Maatschappelijk Vastgoed Voor het maatschappelijk vastgoed stellen we een beleidskader op en voeren we dat uit. Werkgelegenheid Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Maatschappelijk vastgoed De uitgangspunten voor een toekomstbestendig gemeentelijk maatschappelijk vastgoed hebben we bepaald. Na behandeling in de raad kan hieruit volgend een beleidskader worden opgesteld. Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën + Terug

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Aantal extra arbeidsplaatsen in collegeperiode 2010-5.000 Significante toename van het aantal ondersteuningstrajecten bij niet- publieke werkgevers ter bevordering van arbeidsparticipatie Percentage groei van het aantal WWB-ers (18-65 jr.) Percentage uitstroom naar werk Percentage werkloosheid Ontwikkeling percentage jeugdwerkloosheid (15 tot 27 jaar) Percentage groei van het aantal afgestudeerden dat aan Tilburg gebonden wordt Realisatie 2012-1.800 Vanaf 2010: -1.400 Realisatie 2011 950 Vanaf 2010: + 400 n.t.b. (1e meting in 2013) n.v.t. n.v.t. Minimaal gelijk met benchmark WWB Minimaal gelijk met benchmark WWB Beter dan B5 Beter dan B5 Percentage afname oververtegenwoordiging nietwesterse allochtonen t.a.v. werkloosheid tussen 2010 en 2013-10% Tilburg: 3,0% Benchmark: 1,1% (cijfers t/m Q3) Tilburg: 27% Benchmark: 26% (cijfers t/m Q3) Tilburg: 7,7% B5: 7,9% Tilburg: 1.331 + 44,8% B5: 4.524 + 42,2% Tilburg: 2,2% Benchmark: 2,6% Tilburg: 39% Benchmark: 29% Tilburg: 6,1% B5: 6,5% Tilburg: 919-7,9% B5: 3.181-17,3% + 5% t.o.v. 2011 n.v.t. n.v.t. Nwa: n.n.b. Totaal: 7.847 (5,7%) Nwa: 1.979 (9,3%) Totaal: 6.253 (4,3%) ACTIVITEITEN Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Percentage afname oververtegenwoordiging nietwesterse allochtonen t.a.v. bijstand tussen 2010 en 2013-10% Nwa: 2.440 (12,1%) Totaal: 5.610 (4,1%) Nwa: 2.368 (12,0%) Totaal: 5.389 (3,9%) Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Terug Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Aantal extra arbeidsplaatsen in collegeperiode 2010-5.000 Significante toename van het aantal ondersteuningstrajecten bij niet- publieke werkgevers ter bevordering van arbeidsparticipatie Percentage groei van het aantal WWB-ers (18-65 jr.) Percentage uitstroom naar werk Percentage werkloosheid Ontwikkeling percentage jeugdwerkloosheid (15 tot 27 jaar) Percentage groei van het aantal afgestudeerden dat aan Tilburg gebonden wordt Realisatie 2012-1.800 Vanaf 2010: -1.400 Realisatie 2011 950 Vanaf 2010: + 400 n.t.b. (1e meting in 2013) n.v.t. n.v.t. Minimaal gelijk met benchmark WWB Minimaal gelijk met benchmark WWB Beter dan B5 Beter dan B5 Percentage afname oververtegenwoordiging nietwesterse allochtonen t.a.v. werkloosheid tussen 2010 en 2013-10% Tilburg: 3,0% Benchmark: 1,1% (cijfers t/m Q3) Tilburg: 27% Benchmark: 26% (cijfers t/m Q3) Tilburg: 7,7% B5: 7,9% Tilburg: 1.331 + 44,8% B5: 4.524 + 42,2% Tilburg: 2,2% Benchmark: 2,6% Tilburg: 39% Benchmark: 29% Tilburg: 6,1% B5: 6,5% Tilburg: 919-7,9% B5: 3.181-17,3% + 5% t.o.v. 2011 n.v.t. n.v.t. Nwa: n.n.b. Totaal: 7.847 (5,7%) Nwa: 1.979 (9,3%) Totaal: 6.253 (4,3%) ACTIVITEITEN Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Percentage afname oververtegenwoordiging nietwesterse allochtonen t.a.v. bijstand tussen 2010 en 2013-10% Nwa: 2.440 (12,1%) Totaal: 5.610 (4,1%) Nwa: 2.368 (12,0%) Totaal: 5.389 (3,9%) Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Terug Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Aantal extra arbeidsplaatsen in collegeperiode 2010-5.000 Significante toename van het aantal ondersteuningstrajecten bij niet- publieke werkgevers ter bevordering van arbeidsparticipatie Percentage groei van het aantal WWB-ers (18-65 jr.) Percentage uitstroom naar werk Percentage werkloosheid Ontwikkeling percentage jeugdwerkloosheid (15 tot 27 jaar) Percentage groei van het aantal afgestudeerden dat aan Tilburg gebonden wordt Realisatie 2012-1.800 Vanaf 2010: -1.400 Realisatie 2011 950 Vanaf 2010: + 400 n.t.b. (1e meting in 2013) n.v.t. n.v.t. Minimaal gelijk met benchmark WWB Minimaal gelijk met benchmark WWB Beter dan B5 Beter dan B5 Percentage afname oververtegenwoordiging nietwesterse allochtonen t.a.v. werkloosheid tussen 2010 en 2013-10% Tilburg: 3,0% Benchmark: 1,1% (cijfers t/m Q3) Tilburg: 27% Benchmark: 26% (cijfers t/m Q3) Tilburg: 7,7% B5: 7,9% Tilburg: 1.331 + 44,8% B5: 4.524 + 42,2% Tilburg: 2,2% Benchmark: 2,6% Tilburg: 39% Benchmark: 29% Tilburg: 6,1% B5: 6,5% Tilburg: 919-7,9% B5: 3.181-17,3% + 5% t.o.v. 2011 n.v.t. n.v.t. Nwa: n.n.b. Totaal: 7.847 (5,7%) Nwa: 1.979 (9,3%) Totaal: 6.253 (4,3%) ACTIVITEITEN Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Percentage afname oververtegenwoordiging nietwesterse allochtonen t.a.v. bijstand tussen 2010 en 2013-10% Nwa: 2.440 (12,1%) Totaal: 5.610 (4,1%) Nwa: 2.368 (12,0%) Totaal: 5.389 (3,9%) Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Terug Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: DOELEN Betere aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt Toename werkgelegenheid Periode 2012-2016: Significante toename van het aantal ondersteuningstrajecten bij niet-publieke werkgevers ter bevordering van arbeidsparticipatie. Toename van 5.000 extra arbeidsplaatsen in de collegeperiode 2010-. Betrokken partners: Werkgevers, UWV werkbedrijf, Diamant-groep, kennisinstellingen, onderwijsinstellingen, regiogemeenten, provincie Noord Brabant, Midpoint Brabant. Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg STAND VAN ZAKEN Toename werkgelegenheid We wachten momenteel op de verdere uitwerking van het sociaal akkoord. Vooruitlopend hierop zijn we al wel over de band van Noma aan de slag met vernieuwing van de arbeidsmarktorganisatie. De strategische positionering van de Diamant-groep is ook onderdeel van de gesprekken in het college en met de samenwerkingspartners. De netwerkkaart is gereed en het contractmanagement geoptimaliseerd. De implementatie van het regionaal actieplan verloopt conform planning, onder aansturing van de regionale programmamanager. De voortzetting van de financiering hebben we geborgd via de begroting Hart van Brabant. Inmiddels stimuleren we de financiële zelfredzaamheid van 53 MKB-bedrijven en kleinbedrijf, waarmee we 370 arbeidsplaatsen weten te behouden. Toename werkgelegenheid In intensiveren we het bestaand beleid en passen we een innovatieve benadering in de beleidsontwikkeling en -voorbereiding toe die moet bijdragen aan het excelleren van de arbeidsmarkt van Tilburg/Midden-Brabant. Daarnaast breiden we in de beleidsformatie uit met 1,75 fte voor de taken: innovatiefonds Ondernemersakkoord, doorontwikkeling Actieprogramma Modernisering regionale arbeidsmarkt, samen met opdrachtnemers NOMA vragen van bedrijven en ontwikkelingen vertalen, verbinden van arbeidsmarktinitiatieven met speerpunten Midpoint. De samenhang tussen het accountmanagement re-integratie en de bestaande bedrijvigheid die we in 2013 gecreëerd hebben ontwikkelen we in door. ACTIVITEITEN Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Door de aangepaste wet- en regelgeving blijft het aantal gestarte WW ers achter bij de oorspronkelijke verwachting en zijn er meer WWB ers gestart met hun eigen bedrijf (medio augustus 2013: 27 personen). Het beleid rondom Ondernemen naar Vermogen is begin 3e kwartaal afgerond en in uitvoer genomen. Het aantal WWB ers dat met Ondernemen naar Vermogen wordt bediend, wordt gehaald. We implementeren de adviezen voor betere samenhang van de werkgeversdienstverlening. Daarnaast ontwikkelen we het Innovatiefonds Ondernemersakkoord door op basis van de evaluatieresultaten van het eerste jaar (2013). Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën + Het rijksbeleid zorgt voor een wijziging in de doelgroep die voor een uitkering aangewezen is op de gemeente door samenvoeging van WWB, WSW en Wajong. Naast een stijging van de doelgroep betekent dit ook een aanpassing van het gemeentelijk beleid. De maatregelen WWB zien op de invoering van de kostendelersnorm, waarbij het aantal inwonende gezinsleden bepalend wordt voor de hoogte van de bijstandsuitkering en de wettelijke invoering van de zoektermijn voor 27+ers. Invoering van de nieuwe wet staat gepland voor 1 januari 2015, de maatregelen WWB voor 1 juli, maar de VNG pleit voor samenvoeging. Het sociaal akkoord heeft de invoering van een nieuwe variant WSW opgeschort naar 1 januari 2015. Momenteel treffen we in samenspraak met de Diamant-groep voorbereidingen voor verdere inhoudelijke en financiële uitwerking van de nieuwe wetgeving. Het Ondernemersakkoord is in uitvoering volgens planning. Het stimuleringsfonds (onderdeel van het Ondernemersakkoord) is online en momenteel zijn verschillende aanvragen in behandeling. Sinds een aantal maanden werken we in de regio samen op het terrein van werkgeversdienstverlening. In oktober 2013 volgt het advies hoe we deze samenwerking definitief gaan invullen. Tot slot bereiden we een nieuw programma De Regio Werkt voor waarin we per Midpoint-speerpuntsector ondersteunende activiteiten presenteren.

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Afname werkloosheid De ontwikkeling van het aantal WWB ers (18-65 jaar) houdt in Tilburg minimaal gelijke tred met het kringgemiddelde van de gemeenten aangesloten bij de benchmark WWB. Het (jeugd)werkloosheidspercentage daalt in Tilburg jaarlijks sterker dan in de andere B5-gemeenten. Betrokken partners: Werkgevers, UWV werkbedrijf, Diamant-groep, kennisinstellingen, onderwijsinstellingen, regiogemeenten, provincie Noord Brabant, Midpoint Brabant. Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid STAND VAN ZAKEN Afname werkloosheid Nieuw ondersteuningsmodel Arbeidsmarkt Het implementatieplan nieuw ondersteuningsmodel arbeidsmarkt (NOMA) is gereed. Jeugdwerkloosheid We hebben besloten het vorige actieplan jeugdwerkloosheid (2009) onafgebroken voort te zetten in 2013 en. Dit naar aanleiding van de presentatie van de resultaten tijdens de regionale conferentie Hart van Brabant eind 2012. Wij hebben om in aanmerking te komen voor cofinanciering vanuit het Rijk voor de aanpak jeugdwerkloosheid, namens de regio Hart van Brabant, een regionaal plan van aanpak jeugdwerkloosheid ingediend bij de programmaraad. Aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt Motie 010 TT2040 Het uitvoeren van het haalbaarheidsonderzoek naar de ontwikkeling van een eerste aangepast leerprogramma is vertraagd. We verwachten de start van de implementatiefase op z n vroegst eind 2013. Op dit moment vinden op regionaal niveau de voorbereidingen plaats om per sector aanvragen in te dienen voor de sectormiddelen van het rijk. Ook worden sectoranalyses uitgevoerd om meer inzicht te krijgen. Daarnaast loopt voor de hele provincie en specifiek regio Midden Brabant een onderzoek naar een betere sectorale arbeidsmarktrapportage/ monitor. Sinds de invoering van de Startersbeurs zijn al 46 mensen met zo n beurs aan de slag gegaan en hebben 3 van hen inmiddels een baan gevonden. Afname werkloosheid We voeren NOMA in zoals we dat in het implementatieplan hebben aangegeven. De belangrijkste onderdelen uit dit plan zijn: 1. een meer regionale en vraaggerichte werkgeversbenadering, 2. een effectievere en ingedikte begeleidingsorganisatie, 3. een efficiënt poortproces om mensen die kansen hebben direct terug te leiden naar de arbeidsmarkt, 4. een dienstverleningsconcept wat de afdeling Werk en Inkomen nog nadrukkelijker handhaaft. Samen met de regiogemeenten Hart van Brabant voeren we het regionaal plan jeugdwerkloosheid uit. In de periode 2013- richten we ons daarbij op de volgende activiteiten: a. 150 jongeren met een startersbeurs aan de slag zetten in de regio Midden-Brabant, b. 170 jongeren, veelal zonder startkwalificatie, laten deelnemen aan diverse projecten met als doel ze op te leiden binnen een bepaalde branche, c. 50 jongeren met leerproblemen of een lichte verstandelijke handicap opleiden binnen een bepaalde branche, d. 150 jongeren, veelal met startkwalificatie, terugleiden naar school, werk of een combinatie van beide, e. het verbeteren van het arbeidsmarktperspectief van 200 jongeren gedurende hun opleiding. ACTIVITEITEN Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Verkennen initiatief tot oprichten onderwijslab Motie 007 TT2040 Het Fontyslectoraat van het talencentrum werkt aan een voorstel om samen te kunnen werken in de programma s om taalachterstanden weg te werken. Dit zal het eerste onderwerp zijn van het onderwijslab. Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Toename binden van studenten Periode 2012-2016: Een groei van het aantal afgestudeerden dat gebonden wordt aan Tilburg van 5%, gerelateerd aan het aantal studenten, ten opzichte van 2011. Betrokken partners: Werkgevers, UWV werkbedrijf, Diamant-groep, kennisinstellingen, onderwijsinstellingen, regiogemeenten, provincie Noord Brabant, Midpoint Brabant. Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg STAND VAN ZAKEN Toename binden van studenten De marketingstrategie hebben we in overleg met de instellingen voor hoger onderwijs herzien. Dit heeft onder andere geresulteerd in de hernieuwde website www.tilburgstudentenstad.com. In het najaar besluiten wij nog over de nota Kennis en Hoger Onderwijs, nadat deze is afgestemd met de betrokken instellingen voor hoger onderwijs. In de zomer heeft het kennisevenement Summerwise plaatsgevonden in Spoorzone013. De MKB-traineeships worden onderdeel van het TalentShip programma van Cardan en Linq Werkt. Het is de ambitie om TalentShip uiteindelijk ook te koppelen aan Brabant Talents (van Brainport Development). Onder leiding van Brainport in Eindhoven vond de kick-off van het Career Event plaats. Op basis van de resultaten van deze kick-off bereiden we de Tilburgse editie in voor. De uitwerking van de businesscase voor bedrijfsverzamelruimte voor kennisintensieve en creatieve starters nemen we mee in het scenario voor een beter gestroomlijnde ondernemersondersteuning (advisering en financiering). Voor het einde van het jaar ronden we deze af. Het beheersconcept geeft uitvoering aan de verbeterde ondernemersondersteuning. Toename binden van studenten Wij gaan samen met de instellingen voor hoger onderwijs de bestaande maatregelen voor Tilburg Studentenstad verbreden en actualiseren. Daarmee willen we bijdragen aan het versterken van het kennis- en vestigingsklimaat van onze stad, het vergroten van het ondernemerschap en het verruimen van de arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden. Deze maatregelen volgen uit de beleidsnota Hoger onderwijs. ACTIVITEITEN Zelfredzaamheid en meedoen: Het businessplan van Expat Centre South is gereed. Hierin zijn de aandachtspunten uit de evaluatie van de dienstverlening meegenomen. Daarnaast hebben we een platform internationalisering ingericht dat jaarlijks activiteiten voor expats organiseert. Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Reductie van het aantal vroegtijdige schoolverlaters Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Zie toelichtende tekst 607 647 Werkgelegenheid: Afname oververtegenwoordiging niet-westerse allochtonen t.a.v. schooluitval Zie toelichtende tekst 201 (33%) 236 (36%) Toename werkgelegenheid Percentage doelgroepkinderen dat voorschoolse educatie geniet 90% 103% 83% Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Terug ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Reductie van het aantal vroegtijdige schoolverlaters Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Zie toelichtende tekst 607 647 Werkgelegenheid: Afname oververtegenwoordiging niet-westerse allochtonen t.a.v. schooluitval Zie toelichtende tekst 201 (33%) 236 (36%) Toename werkgelegenheid Percentage doelgroepkinderen dat voorschoolse educatie geniet 90% 103% 83% Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Terug ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Reductie van het aantal vroegtijdige schoolverlaters Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Zie toelichtende tekst 607 647 Werkgelegenheid: Afname oververtegenwoordiging niet-westerse allochtonen t.a.v. schooluitval Zie toelichtende tekst 201 (33%) 236 (36%) Toename werkgelegenheid Percentage doelgroepkinderen dat voorschoolse educatie geniet 90% 103% 83% Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Terug ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Verminderen voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie Percentage schoolverlaters volgt de landelijke cijfers uit het afgesproken convenant (per onderwijscategorie). Ook voor de allochtone groepen geldt dat de percentages voortijdig schoolverlaten de maximum normen van het ministerie van OCW niet mag overschrijden. Betrokken partners: Werkgevers, UWVwerkbedrijf, Diamantgroep, Kennisinstellingen, Onderwijsinstellingen, Regiogemeenten. Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Verminderen voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie Met de schoolbesturen hebben wij afspraken gemaakt in het convenant Voortijdig Schoolverlaten 2012-2015 om het aantal jongeren dat ieder jaar de school verlaat zonder startkwalificatie terug te brengen. De scholen treffen maatregelen om jongeren een gefundeerde keuze te laten maken voor hun studie en om de zorg rondom de jongeren waar nodig op school te versterken. Verminderen voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie We gaan in door op de ingeslagen weg. De scholen treffen maatregelen om jongeren een gefundeerde keuze te laten maken voor hun studie en om de zorg rondom de jongeren waar nodig op school te versterken. Voor de periode 2012-2015 voert het ministerie van OCW een meet- en bekostigingssystematiek in waarin schoolinstellingen het percentage VSV-ers (ten opzichte van het aantal deelnemers) niet mogen laten oplopen boven een vastgesteld maximum per onderwijscategorie (onderbouw, bovenbouw vmbo, bovenbouw havo/vwo, mbo1, mbo2, mbo 3/4). De procentuele normen (uitgezonderd onderbouw) worden ieder jaar strenger. ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Voor het schooljaar 2013- gelden de volgende maximumnormen per onderwijscategorie: Onderbouw Vo: 1 % Bovenbouw vmbo: 4 % Bovenbouw havo/vwo: 0,5 % Mbo1: 27,5 % Mbo2: 11,5 % Mbo3/4: 3,5 % Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken In het Regionaal Trajectbureau werken wij met de scholen samen om te voorkomen dat jongeren uitvallen en om jongeren die de school toch voortijdig verlaten hebben alsnog terug te leiden naar school. Op basis van ervaringen uit voorgaande jaren gaan we met ingang van het trajectbureau permanent jongeren laten opsporen die de school voortijdig hebben verlaten en bij wie we meerdere persoonlijke problemen vermoeden. De medewerkers van het trajectbureau brengen deze jongeren dan in contact met professionele zorg. Daarmee zijn dan alle beoogde taken bij het trajectbureau ondergebracht: regionale meld- en coördinatiefunctie (RMC), studieloopbaankeuze en de outreachende aanpak. Voor wat betreft RMC breiden we de dienstverlening uit tot 27 jaar. Hiermee sluiten we aan op de verplichting voor jongeren tot 27 jaar, die een bijstandsuitkering aanvragen, om te onderzoeken of ze weer onderwijs kunnen gaan volgen. Binnen ons huidige instrumentarium blijven wij aandacht houden voor allochtone doelgroepen. In de meetsystematiek van het Convenant 2012-2015 zijn de maximumpercentages per onderwijscategorie eveneens van toepassing op onze doelstelling om de oververtegenwoordiging van allochtone groepen tegen te gaan. Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: DOELEN Verhogen van het doelgroepbereik van de voorschoolse educatie Verhoging van het percentage doelgroepkinderen dat een programma voorschoolse educatie heeft genoten met 5% per jaar ten opzichte van het nuljaar 2009 (bereik 70%). In 2012 willen we 80% realiseren, oplopend tot 90% in. Betrokken partners: Werkgevers, UWVwerkbedrijf, Diamantgroep, Kennisinstellingen, Onderwijsinstellingen, Regiogemeenten. Leerlingen met een taalachterstand verwerven aantoonbare taalvorderingen en de prestaties van leerlingen op het gebied van Nederlandse taal komen structureel op een hoger niveau. Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Verhogen van het doelgroepbereik van de voorschoolse educatie In het implementatieplan Klemtoon op taal 2013 hebben we acties opgenomen om de taalprestaties van peuters en basisschoolleerlingen structureel te verbeteren. Deze acties hebben we samen met de andere G32 gemeenten afgesproken met het rijk. Het rijk heeft het geld voor de uitvoering gegeven. Verhogen van het doelgroepbereik van de voorschoolse educatie De uitvoering van het implementatieplan Klemtoon op taal loopt nog door in en 2015. In laten we een tussentijdse evaluatie uitvoeren van de pilot voor Integrale Kindcentra (IKC). Met IKC s willen we samen met het primair onderwijs en de kinderopvang komen tot optimale en ononderbroken leerlijnen voor kinderen tussen de 0 en 12 jaar. Op basis van de tussentijdse evaluatie sturen we eventueel de pilot bij. De pilot-periode loopt tot en met 2015. ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Verminderen instroom jeugdigen in geïndiceerde jeugdzorg Deze indicator verval, omdat jeugdzorg in een provinciale taak is. De ambitie wordt wel betrokken bij de implementatie van de transitie jeugdzorg (zie verder het traject transitie jeugdzorg). Betrokken partners: Werkgevers, UWVwerkbedrijf, Diamantgroep, Kennisinstellingen, Onderwijsinstellingen, Regiogemeenten. Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Stijging WWB-ers op de participatieladder -- -- -- Gemiddelde verblijfsduur in de bijstand van klanten tussen 18 en 65 jaar Minimaal gelijk met benchmark WWB < 2jr Tilburg beter >2 jr Tilburg slechter Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Aantal ouderen 75+: - dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft - dat zelfstandig thuis woont Aantal mensen met een beperking: - dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft - dat zelfstandig thuis woont Aantal Tilburgers dat vrijwilligerswerk doet: - in een georganiseerd verband - buiten georganiseerd verband n.v.t. n.v.t. 10.397 (81%) n.v.t. n.v.t. 47% n.v.t. n.v.t. Aantal Tilburgers dat zich als mantelzorger inzet n.v.t. 17% 24% 76% 54% (2009) 10.042 (80%) ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Percentage mantelzorgers dat voldoende ondersteund wordt n.v.t. 56% Percentage ondergebrachte daklozen in een traject 100% (2013) 89,6% 86,6% Zelfredzaamheid en meedoen: Percentage opgevangen daklozen waarvoor passende huisvesting en zinvolle dagbesteding is geregeld 80% (2013) 74% 76% Bevorderen participatie Percentage aangemelde cliënten bij bemoeizorg dat naar zorg is toegeleid n.v.t. 62% 55% Verbeteren taal en kennis samenleving Percentage aantal aanmeldingen vrouwenopvang waarvoor doorgeleiding/trajecten is geregeld n.v.t. 76,5% Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Terug Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Stijging WWB-ers op de participatieladder -- -- -- Gemiddelde verblijfsduur in de bijstand van klanten tussen 18 en 65 jaar Minimaal gelijk met benchmark WWB < 2jr Tilburg beter >2 jr Tilburg slechter Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Aantal ouderen 75+: - dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft - dat zelfstandig thuis woont Aantal mensen met een beperking: - dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft - dat zelfstandig thuis woont Aantal Tilburgers dat vrijwilligerswerk doet: - in een georganiseerd verband - buiten georganiseerd verband n.v.t. n.v.t. 10.397 (81%) n.v.t. n.v.t. 47% n.v.t. n.v.t. Aantal Tilburgers dat zich als mantelzorger inzet n.v.t. 17% 24% 76% 54% (2009) 10.042 (80%) ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Percentage mantelzorgers dat voldoende ondersteund wordt n.v.t. 56% Percentage ondergebrachte daklozen in een traject 100% (2013) 89,6% 86,6% Zelfredzaamheid en meedoen: Percentage opgevangen daklozen waarvoor passende huisvesting en zinvolle dagbesteding is geregeld 80% (2013) 74% 76% Bevorderen participatie Percentage aangemelde cliënten bij bemoeizorg dat naar zorg is toegeleid n.v.t. 62% 55% Verbeteren taal en kennis samenleving Percentage aantal aanmeldingen vrouwenopvang waarvoor doorgeleiding/trajecten is geregeld n.v.t. 76,5% Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Terug Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Stijging WWB-ers op de participatieladder -- -- -- Gemiddelde verblijfsduur in de bijstand van klanten tussen 18 en 65 jaar Minimaal gelijk met benchmark WWB < 2jr Tilburg beter >2 jr Tilburg slechter Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Aantal ouderen 75+: - dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft - dat zelfstandig thuis woont Aantal mensen met een beperking: - dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft - dat zelfstandig thuis woont Aantal Tilburgers dat vrijwilligerswerk doet: - in een georganiseerd verband - buiten georganiseerd verband n.v.t. n.v.t. 10.397 (81%) n.v.t. n.v.t. 47% n.v.t. n.v.t. Aantal Tilburgers dat zich als mantelzorger inzet n.v.t. 17% 24% 76% 54% (2009) 10.042 (80%) ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Percentage mantelzorgers dat voldoende ondersteund wordt n.v.t. 56% Percentage ondergebrachte daklozen in een traject 100% (2013) 89,6% 86,6% Zelfredzaamheid en meedoen: Percentage opgevangen daklozen waarvoor passende huisvesting en zinvolle dagbesteding is geregeld 80% (2013) 74% 76% Bevorderen participatie Percentage aangemelde cliënten bij bemoeizorg dat naar zorg is toegeleid n.v.t. 62% 55% Verbeteren taal en kennis samenleving Percentage aantal aanmeldingen vrouwenopvang waarvoor doorgeleiding/trajecten is geregeld n.v.t. 76,5% Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Terug Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Stijging WWB-ers op de participatieladder -- -- -- Gemiddelde verblijfsduur in de bijstand van klanten tussen 18 en 65 jaar Minimaal gelijk met benchmark WWB < 2jr Tilburg beter >2 jr Tilburg slechter Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Aantal ouderen 75+: - dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft - dat zelfstandig thuis woont Aantal mensen met een beperking: - dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft - dat zelfstandig thuis woont Aantal Tilburgers dat vrijwilligerswerk doet: - in een georganiseerd verband - buiten georganiseerd verband n.v.t. n.v.t. 10.397 (81%) n.v.t. n.v.t. 47% n.v.t. n.v.t. Aantal Tilburgers dat zich als mantelzorger inzet n.v.t. 17% 24% 76% 54% (2009) 10.042 (80%) ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Percentage mantelzorgers dat voldoende ondersteund wordt n.v.t. 56% Percentage ondergebrachte daklozen in een traject 100% (2013) 89,6% 86,6% Zelfredzaamheid en meedoen: Percentage opgevangen daklozen waarvoor passende huisvesting en zinvolle dagbesteding is geregeld 80% (2013) 74% 76% Bevorderen participatie Percentage aangemelde cliënten bij bemoeizorg dat naar zorg is toegeleid n.v.t. 62% 55% Verbeteren taal en kennis samenleving Percentage aantal aanmeldingen vrouwenopvang waarvoor doorgeleiding/trajecten is geregeld n.v.t. 76,5% Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Terug Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën + DOELEN STAND VAN ZAKEN Bevorderen maatschappelijke participatie van alle burgers De ontwikkeling van het aantal WWB ers laat voor een stijging van het aantal klanten zien op de treden van de participatieladder. De gemiddelde verblijfsduur in de bijstand van klanten tussen 18 en 65 jaar houdt minimaal gelijke tred met het kringgemiddelde van de gemeenten (benchmark WWB); daarnaast wordt de mutatiegraad in de bijstand gemeten. Vanuit het beleidskader Vitaliteit en Veerkracht zijn onderstaande ambities en indicatoren benoemd: Aantal ouderen 75+ en mensen met een beperking dat zich eenzaam voelt c.q. weinig sociale contacten heeft. Aantal ouderen 75+ en mensen met een beperking dat zelfstandig thuis woont. Aantal Tilburgers dat in of buiten georganiseerd verband vrijwilligerswerk doet. Aantal Tilburgers dat zich als mantelzorger inzet en percentage mantelzorgers dat voldoende ondersteund wordt. In 2013 is de WMO in 6 wijken op orde. Mensen die een beroep doen op de WMO ervaren minder bureaucratie. WMO financieel duurzaam maken. Bevorderen maatschappelijke participatie van alle burgers De beleidsnota Meedoen en sociale stijging is vastgesteld. Via het programma van eisen Sociaal Werk wordt een opdracht aan Contour de Twern verstrekt. Betrokken partners: Bevorderen meedoen minima: Organisaties op het gebied van sport en cultuur, jeugdsportfonds, jeugdcultuurfonds, Stichting Leergeld, intermediairs minima, onderwijs, ContourdeTwern, werkgevers. Ouderen 75+, mensen met een beperking, mantelzorgers,vrijwilligers en wijkgericht werken: Zorgaanbieders, ContourdeTwern (welzijn), Expertisecentrum familiezorg en Zorgkantoor/ zorgverzekeraars Stedelijk Kompas: Traverse, Novadic Kentron, Zorg &Veiligheidshuis, Zorgkantoor en het RIBW/ MB. Bevorderen maatschappelijke participatie van alle burgers In het kader van de opgave Ondersteuning Dichtbij geven we verder vorm aan de frontlijn van generalisten. Met de frontlijn zetten we in op meer inzet van lichte interventies en meer zelfoplossend vermogen van de burger en zijn omgeving en fors minder inzet van zware interventies. Hier richten we onze dienstverlening op. De frontlijn moet zorgen voor minder hulpverleners in een huishouden, het voorkomen van dubbel werk in dienstverlening en inzet van de eigen kracht en omgeving van de burger. Ook krijgt de frontlijn een belangrijke verantwoordelijkheid in de toegang naar zwaardere interventies. We bereiden in de inkoop van de frontlijn en lichte ondersteuning verder voor via het programma van eisen frontlijn en lichte ondersteuning. De inkoop wordt afgestemd met de zorgverzekeraars en het zorgkantoor. In 2013 zijn in opdracht van ons in Groenewoud en Stokhasselt sociale wijkteams gestart. Deze pilots worden in voortgezet. Ook de pilots die we uitvoeren in samenwerking met de zorgverzekeraars CZ en VGZ lopen in door. In deze pilots staat de samenwerking tussen de huisartsen/wijkverpleegkundigen en het sociaal/ maatschappelijk domein centraal. De raad heeft op 13 mei 2013 bij de behandeling van de perspectiefnota een motie aangenomen om: te onderzoeken hoe ouderen betrokken kunnen worden bij de vorming van een integraal ouderenbeleid; te onderzoeken hoe specifieke problemen van ouderen gerichter kunnen worden geïdentificeerd en opgepakt zodat dit in concrete doelen kan worden omgezet en in kaders worden ondergebracht. Door de uitvoering van Ondersteuning Dichtbij en de inrichting van de frontlijn worden specifieke problemen van ouderen gericht geïdentificeerd en opgepakt o.a. door het gebruik van nieuwe instrumenten. In de wijk Wandelbos loopt in de periode 2013- i.s.m. zorgverzekeraar CZ een pilot om te onderzoeken hoe problemen van kwetsbare ouderen door de frontlijn van brede generalisten het beste kunnen worden herkend en opgepakt. Bij de voorbereiding van het volgende Wmo beleidskader (verwacht vanaf 2016) zullen wij onderzoeken welke problemen en welke groepen burgers binnen dit kader speciale aandacht verdienen en hoe dit in doelen kan worden omgezet. Conform de uitgangspunten van het collegebesluit van 11 juni 2013 gaan wij in een Sociale Raad vormen die voldoet aan de toekomstige wettelijke verplichtingen ten aanzien van cliënten- en burgerparticipatie. Aan de te vormen Sociale Raad zullen wij specifiek de opdracht geven om achterbanraadpleging te organiseren met burgers en cliënten (waaronder ouderen). Een voorstel voor aanpassing van de huidige verordeningen zal aan de raad worden voorgelegd. In wordt het beleid Meedoen en sociale stijging voor kwetsbare burgers voor het eerst integraal uitgevoerd middels één programma van eisen. ACTIVITEITEN

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid DOELEN Verbetering Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder allochtonen In 2012 wordt gewerkt aan een integrale beleidsnota waarin doelen en indicatoren m.b.t. taalonderwijs voor anderstaligen worden opgenomen. Betrokken partners: Bevorderen meedoen minima: Organisaties op het gebied van sport en cultuur, jeugdsportfonds, jeugdcultuurfonds, Stichting Leergeld, intermediairs minima, onderwijs, ContourdeTwern, werkgevers. Ouderen 75+, mensen met een beperking, mantelzorgers,vrijwilligers en wijkgericht werken: Zorgaanbieders, ContourdeTwern (welzijn), Expertisecentrum familiezorg en Zorgkantoor/ zorgverzekeraars Afname werkloosheid Toename binding studenten Stedelijk Kompas: Traverse, Novadic Kentron, Zorg &Veiligheidshuis, Zorgkantoor en het RIBW/ MB. Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: STAND VAN ZAKEN Verbetering Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder allochtonen Inburgeringstrajecten worden afgebouwd conform eerdere besluitvorming. Inburgering vormt vanaf 1 januari 2013 geen verantwoordelijkheid meer van de gemeentelijke overheid. Ten behoeve van een zorgvuldige afbouw is eerder een beleidsnota vastgesteld. Verbeteren Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder allochtonen Nederlandse taal aan niet-inburgeringsplichtigen en ex-inburgeraars wordt verzorgd vanuit de volwasseneneducatie (onderdeel van het Participatiebudget). ACTIVITEITEN Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid DOELEN Vergroten zelfredzaamheid van daklozen en deelname aan het maatschappelijk leven In 2013 zijn vrijwel alle daklozen in een traject ondergebracht. Van het aantal opgevangen daklozen is voor 80% van deze groep passende huisvesting en zinvolle dagbesteding geregeld. Percentage van het aantal aangemelde cliënten bij bemoeizorg dat naar zorg is toegeleid. Percentage van het aantal aanmeldingen bij de vrouwenopvang waarvoor doorgeleiding/trajecten zijn geregeld. Betrokken partners: Bevorderen meedoen minima: Organisaties op het gebied van sport en cultuur, jeugdsportfonds, jeugdcultuurfonds, Stichting Leergeld, intermediairs minima, onderwijs, ContourdeTwern, werkgevers. Ouderen 75+, mensen met een beperking, mantelzorgers,vrijwilligers en wijkgericht werken: Zorgaanbieders, ContourdeTwern (welzijn), Expertisecentrum familiezorg en Zorgkantoor/ zorgverzekeraars Afname werkloosheid Toename binding studenten Stedelijk Kompas: Traverse, Novadic Kentron, Zorg &Veiligheidshuis, Zorgkantoor en het RIBW/ MB. Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen STAND VAN ZAKEN Vergroten zelfredzaamheid van daklozen en deelname aan het maatschappelijk leven De afgelopen periode zijn de hoofdlijnen voor het nieuwe beleidskader Vangnet en doorgeleiding beschreven. De evaluatie van het stappenplan maatschappelijk gevoelige voorzieningen is gestart en de externe stadsbrede begeleidingscommissie is gevormd. De eindrapportage verwachten we in het najaar. De plannen voor herontwikkeling van de locaties van Traverse worden op dit moment uitgewerkt door Tiwos. Er is inmiddels een principeverzoek ingediend door Tiwos. Novadic-Kentron en GGz Breburg hebben een vlekkenplan gepresenteerd voor de invulling van de locatie Jan Wier. Het beheeroverleg loopt en vanuit dat overleg worden diverse maatregelen op het gebied van beheer uitgevoerd. Met de verschillende partijen stellen we het beheerprotocol op en worden samenwerkingsafspraken gemaakt. Vergroten zelfredzaamheid van daklozen en deelname aan het maatschappelijk leven In stellen we het uitvoeringsprogramma (op basis van het beleidskader Vangnet en doorgeleiding ) vast en starten we met de inkoop van de bijbehorende interventies via een programma van eisen voor 2015 en verder. Het gaat om de doelgroepen met een complexe en soms onduidelijke zorgbehoefte waar veelal sprake is van een crisissituatie (daklozen, vrouwenopvang, huiselijk geweld, bemoeizorg). ACTIVITEITEN Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid DOELEN Preventie Gezondheid: Inzetten op preventie met als doel gezondheidsproblemen die leiden tot verlies aan zelfredzaamheid terug te dringen. Uitvoering wettelijke taken GGD, JGZ en CJG, terugdringen sociaal economische gezondheidsverschillen, realiseren van een integrale aanpak voor overgewicht in Tilburg, verbeteren samenwerking/ketenaanpak door het realiseren van structurele samenwerking met één of meer zorgverzekeraars, realiseren integrale aanpak wijkgezondheidswerk in één of meer wijken. Betrokken partners: Bevorderen meedoen minima: Organisaties op het gebied van sport en cultuur, jeugdsportfonds, jeugdcultuurfonds, Stichting Leergeld, intermediairs minima, onderwijs, ContourdeTwern, werkgevers. Ouderen 75+, mensen met een beperking, mantelzorgers,vrijwilligers en wijkgericht werken: Zorgaanbieders, ContourdeTwern (welzijn), Expertisecentrum familiezorg en Zorgkantoor/ zorgverzekeraars Afname werkloosheid Toename binding studenten Stedelijk Kompas: Traverse, Novadic Kentron, Zorg &Veiligheidshuis, Zorgkantoor en het RIBW/ MB. Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie STAND VAN ZAKEN Preventie Gezondheid De nota lokaal Gezondheidsbeleid 2012-2015 is van kracht. Via de GGD zorgen we voor de uitvoering van taken in het kader van de Wet Publieke Gezondheid. Preventie Gezondheid Vanuit het lokale gezondheidsbeleid geven we uitvoering aan de preventieonderdelen van de convenanten met de zorgverzekeraars CZ en VGZ. We zetten in de JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht) aanpak door en implementeren het plan van aanpak JOGG in Stokhasselt. Ook het project Healthy Pregnancy for All continueren we. Het ingezette traject GGD Dichtbij sluit aan op onze ondersteuningsstructuur in het sociale domein. De GGD en met name jeugdgezondheidszorg is een belangrijke partner in de frontlijn. Vanuit het rijk zijn er middelen voor een extra contactmoment voor adolescenten. Deze middelen worden vanaf ingezet. ACTIVITEITEN Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Streefwaarde Aandeel huishoudens in Tilburg met een minimuminkomen Max. 10% Realisatie 2012 10.785 (10,6%) Realisatie 2011 10.500 (9%) Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Percentage wat gebruik maakt van inkomensondersteunende regelingen - Bijzondere bijstand - Langdurigheidstoeslag - Collectieve ziektekostenverzekering - Kwijtschelding - Meedoenregeling Terug 57% 65% 55% 53% 40% 55% 65% 52% 51% - 58% 67% 49% 51% - ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Streefwaarde Aandeel huishoudens in Tilburg met een minimuminkomen Max. 10% Realisatie 2012 10.785 (10,6%) Realisatie 2011 10.500 (9%) Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Percentage wat gebruik maakt van inkomensondersteunende regelingen - Bijzondere bijstand - Langdurigheidstoeslag - Collectieve ziektekostenverzekering - Kwijtschelding - Meedoenregeling Terug 57% 65% 55% 53% 40% 55% 65% 52% 51% - 58% 67% 49% 51% - ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Verminderen van het aantal Tilburgers zonder perspectief Aandeel huishoudens met een minimuminkomen is maximaal 10%. Betrokken partners: Onderwijs, corporaties, ContourdeTwern, werkgevers, IMW, schuldeisers, SVB, UWV. Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten STAND VAN ZAKEN Verminderen van het aantal Tilburgers zonder perspectief De nieuwe kadernota Armoede is vastgesteld. Eind 2013 wordt het uitvoeringsprogramma vastgesteld met een reeks van maatregelen en acties. Onze ambitie daarbij is dat de ondersteuning die de gemeente en maatschappelijke organisaties bieden eraan bijdraagt dat onze inwoners goed met geld kunnen omgaan, gecompenseerd worden voor onvermijdelijke persoonlijke uitgaven, laagdrempelig toegang hebben tot inkomensondersteunende maatregelen en diensten en participeren op het maatschappelijke, sportieve of culturele vlak. Het Ondersteuningsfonds wordt voortgezet tot 1 januari. De nieuwe collectieve zorgverzekering is van kracht. Verminderen van het aantal Tilburgers zonder perspectief We voeren de acties uit zoals die omschreven staan in het uitvoeringsprogramma. Het gaat bijvoorbeeld om dienstverlening aan ZZP-ers, het instellen van een eigen krachtenbudget, versterken expertise van de frontlijn, het inzetten van sociale netwerken bij armoedecommunicatie, versterken van de aansluiting frontlijn-2e lijn en het laten opstellen van een minima-effectrapportage door het Nibud. ACTIVITEITEN Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: DOELEN Toename van gebruik van inkomensondersteunende/participatieregelingen en Meedoenregeling Bijzondere bijstand 57% Langdurigheidstoeslag 65% Collectieve ziektekostenverzekering minima 55% Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 53% Meedoenregeling 40% Betrokken partners: Onderwijs, corporaties, ContourdeTwern, werkgevers, IMW, schuldeisers, SVB, UWV. Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie STAND VAN ZAKEN Toename van gebruik van inkomensondersteunende/participatieregelingen en Meedoenregeling De langdurigheidstoeslag zal vermoedelijk in door de rijksoverheid worden afgeschaft. Voor wat betreft bijzondere bijstand geldt dat we in het uitvoeringsprogramma nog met nadere voorstellen komen om de toegankelijkheid verder te verbeteren. Toename van gebruik van inkomensondersteunende/participatieregelingen en Meedoenregeling Met ingang van januari kunnen huishoudens met een minimuminkomen tot 130% gebruik maken van de Meedoenregeling. Zij krijgen dan een bedrag van 100,-. Door een bundeling van Meedoenactiviteiten voor kinderen tot 18 jaar bij stichting Leergeld, jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds verwachten wij dat het gebruik onder deze doelgroep zal stijgen. ACTIVITEITEN Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Percentage van huidige populatie werkzoekenden in de impulswijken Groenewoud, Kruidenbuurt en Stokhasselt wat uitgestroomd is naar werk 50% 35% Realisatie 2011 Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg STAND VAN ZAKEN Percentage afname aantal nieuwe vroegtijdig schoolverlaters in de vijf impulswijken vanaf schooljaar2011-2012 Gelijk aan gehele stad Alle basisscholen in de impulswijken voldoen jaarlijks aan de prestatienorm van de Inspectie van het Onderwijs 100% Percentage kinderen (4 t/m 17 jr) uit gezin met minimuminkomen dat mee doet aan ontwikkelen van talent en opbouw van een sociaal netwerk 100% (2018) Percentage huishoudens (met inwonende 65+ én minimum-inkomen) wat gebruik maakt van minimaal één inkomensondersteunende regeling 90% Impulswijken: -32% Totale stad: -24,5% In de impulswijken staan geen zwakke of zeer zwakke scholen Eerstvolgende leefbaarheids-monitor wordt in 2013 gehouden Indicator geen onderdeel van leefbaarheids- monitor 2011 ACTIVITEITEN Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie Verbeteren taal en kennis samenleving Terug Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Werkgelegenheid: Toename werkgelegenheid Afname werkloosheid Toename binding studenten DOELEN Verbeteren sociaal economische positie van mensen in de vijf impulswijken: - Jongeren doen het goed op school en halen een diploma (leren) - Elk huishouden heeft een kostwinner (werken) - Inwoners leven boven de armoedegrens (armoede bestrijden) In is 50% van de huidige populatie aan werkzoekenden in de impulswijken Groenewoud, Kruidenbuurt en Stokhasselt uitgestroomd naar werk. In 2018 doen alle kinderen in de leeftijdscategorie van 4 t/m 17 jaar uit een gezin met een minimuminkomen in de impulswijken mee aan het ontwikkelen van hun talenten en het opbouwen van sociale netwerken. In maakt 90% van de huishoudens waarin iemand woonachtig is met een leeftijd van 65 jaar of ouder én met een minimuminkomen (tot 130% van het sociaal minimum) gebruik van minimaal één van de gemeentelijke inkomensondersteunende regelingen. Vanaf het schooljaar 2011-2012 neemt het aantal nieuwe VSV-ers in de vijf impulswijken procentueel in gelijke mate af als in de stad. Alle basisscholen in de impulswijken voldoen jaarlijks aan de prestatienorm van de Inspectie van het Onderwijs. Jeugd en Onderwijs: Verminderen voortijdig schoolverlaten Vergroten bereik voorschoolse educatie Verminderen instroom jeugdzorg Zelfredzaamheid en meedoen: Bevorderen participatie STAND VAN ZAKEN Verbeteren sociaal economische positie van mensen in de vijf Impulswijken Tot 1 april 2013 was er een kwantitatieve norm van 350 gesprekken voor het opstellen van een ontwikkelperspectief opgenomen vanuit het Tilburg Akkoord. Dit aantal gesprekken is behaald. M.b.t. het uitstroomresultaat jobcoaches liggen we op koers. De stuurgroep Tilburg Akkoord wil bewoners meer ruimte geven voor initiatieven in de impulswijken. Om participatie van bewoners te bevorderen worden bewoners opgeroepen initiatieven te nemen op de doelen van de impulswijken of een bijdrage te leveren aan schoon, heel en veilig in de impulswijken. Deze actieve communicatie moet uitmonden in een werkconferentie wijkimpuls in het najaar, waarbij professionals en wijkbewoners elkaar gaan inspireren om de wijkaanpak en de experimenten de komende jaren nadrukkelijk op de kaart te zetten en door te ontwikkelen. Verbeteren sociaal economische positie van mensen in de vijf impulswijken De partners binnen het Tilburg Akkoord gaan, naast het doorzetten van de al ingezette activiteiten, actief campagne voeren om bewoners op te roepen te komen met initiatieven. Hierbij hebben ze speciale aandacht voor het gebruik van sociale media. Het Tilburg Akkoord houdt vast aan de lijn van experimenten en innovaties waarbij de instellingen in de stad uitgedaagd worden om een bijdrage te leveren aan de doelen. Het Tilburg Akkoord wil actiever en meer zichtbaar de wijk in, deels door de betrokkenheid van de adviescommissie te vergoten, maar ook door twee keer per jaar actief een impulswijk te bezoeken, het debat aan te gaan met bewoners en betrokkenen middels een wijkwandeling en het Tilburg Akkoord café. ACTIVITEITEN Verbeteren taal en kennis samenleving Daklozen Preventie gezondheid Armoede: Verminderen armoede Gebruik inkomensondersteuning Impulswijken: Inwoners in de vijf impulswijken Financiën +

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Rekening 2012 2013 2015 Bedragen x 1.000,- 2016 2017 Lasten 9.163 7.043 6.372 6.349 6.346 6.346 Baten -5.380-423 -304-304 -304-304 Netto lasten 3.783 6.620 6.068 6.045 6.042 6.042 ; herijkingen 1. Nominale bijstelling kinderopvang 23 23 23 23 2. Administratieve bijstellingen 9 ; nieuw beleid 3. Bestendiging project MKB 275 4. Uitbreiding capaciteit ondernemersadvies 160 5. Uitbreiding formatie arbeidsmarktbeleid 143 Totaal 3.783 6.620 6.678 6.068 6.065 6.065 10.000 Zelfredzaamheid en meedoen 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 Lasten Baten kosten 25% Subsidies 1% Doelen 3.000 Subsidies/reserves 2.000 1.000 Armoede - 2012 2013 2015 2016 2017 Organisatiekosten 74%

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Zelfredzaamheid en meedoen 1. Nominale bijstelling kinderopvang Als gevolg van reguliere indexering neemt het budget voor kinderopvang met 23.000,- toe. 2. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 3. Bestendiging project MKB Dit project biedt hulp aan MKB-bedrijven (die geen recht op bijstand (Bbz) hebben) in de vorm van een advies- en begeleidingstraject, waarmee een doorstart van de onderneming mogelijk wordt. Door preventief in te zetten en het voorkomen van faillissementen kan voorkomen worden dat de instroom in de bijstand toeneemt. De financiering van dit project loopt per 1 januari af. Voorgesteld wordt om incidenteel 275.000,- beschikbaar te stellen zodat dit project in voortgezet kan worden. 4. Uitbreiding capaciteit ondernemersadvies De huidige capaciteit is gebaseerd op een aantal aanmeldingen van 199 per jaar. Sinds 2009 zijn de aanmeldingen echter veel hoger (aantal aanmeldingen 2012: 430). De huidige capaciteit is onvoldoende om het enorm groeiend aantal instromende ondernemers aan te kunnen. Naast een hogere instroom loopt de gespreksduur per ondernemer ook op doordat er complexere problemen liggen dan voorheen. Daarnaast sturen steeds meer banken ondernemers door naar de gemeente. De extra aanmeldingen kunnen slechts voor een deel binnen de bestaande capaciteit opgevangen worden. De werkzaamheden voor betreffen tevens uitloop van de aanmeldingen. Voorgesteld wordt om de capaciteit voor één jaar uit te breiden met 1,0 fte relatiebeheerder 57.600,-, 0,5 fte administratieve ondersteuning 21.000,-. Daarnaast wordt nog gespecialiseerde inhuur ingezet ( 81.500,-). 5. Uitbreiding formatie arbeidsmarktbeleid De arbeidsmarkt van Midden-Brabant, specifiek die van Tilburg, is de achilleshiel voor de economische ontwikkeling. Door toename van een aantal externe ontwikkelingen in het 1e en 2e kwartaal 2013, zoals de aanhoudende economische recessie, het sociaal akkoord en het uitstel van de Participatiewet naar 2015, is het nodig om meer te investeren in een innovatieve aanpak. Daarom stellen we voor om de bezuinigingstaakstelling per 1 januari van 1,75 fte beleidsmedewerker arbeidsmarkt ( 143.000,-) niet te effectueren. Voor zijn hiervoor incidenteel projectmiddelen beschikbaar van 50.000,- (zie onderdeel Bevorderen zelfredzaamheid en meedoen). De structurele kosten vanaf 2015 worden betrokken bij de coalitieonderhandelingen. Doelen Subsidies/reserves Armoede

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Doelen/reguliere activiteiten Lasten Doelen: Bedragen x 1.000,- Baten Betere aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt - Toename binden van studenten 197-45 152 Reguliere activiteiten: Werkgelegenheid (m.n. uitvoeringskosten, wet kinderopvang, fraudebestrijding uitkeringen) 6.785-259 Totaal 6.982-304 6.678 Subsidies per doel Toename binden van studenten Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Saldo 6.526 Bedragen x 1.000,- Subsidie Economie 31 42 43 Totaal 31 42 43 Zelfredzaamheid en meedoen Reserves Nr. Omschrijving Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2016 Ultimo 2017 Doelen Subsidies/reserves Armoede C.047 Reserve Stimulering innovatie regionale arbeidsmarkt 0 68 79 78 61 10 psocialestijging/financien/

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Zelfredzaamheid en meedoen Rekening 2012 2013 2015 2016 2017 Lasten 44.709 37.264 38.615 38.247 37.900 37.899 Baten -16.334-8.917-9.610-9.380-9.234-9.234 Netto lasten 28.375 28.347 29.005 28.867 28.666 28.665 ; herijkingen 6. Bijstelling onderwijshuisvesting -186-307 -187-403 7. Hogere bijdrage GGD (onderdeel EKD) 18 18 18 18 8. Nominale bijstelling leerlingenvervoer 25 25 25 25 9. Bijstelling budgetten a.g.v. aanpassing rijksuitkeringen 195-15 -15-15 10. Administratieve bijstellingen -10-10 -10-10 ; nieuw beleid 11. Ver(nieuw)bouw Theresialyceum t.l.v. RGI 12a. Nieuwbouw vakcollege t.l.v. RGI 1.300-1.300 10.000-10.000 12b. Nieuwbouw vakcollege, kapitaallasten 281-281 12c. Nieuwbouw vakcollege, huurvergoeding Stappegoor 559-559 50 100 Totaal 28.375 28.347 29.047 28.578 28.547 28.380 60.000 Doelen Subsidies/reserves Armoede 50.000 40.000 30.000 Lasten Baten Subsidies 34% Kapitaallasten 31% 20.000 10.000-2012 2013 2015 2016 2017 Storting reserves 5% kosten 22% Organisatiekosten 8%

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Zelfredzaamheid en meedoen Doelen Subsidies/reserves Armoede 6. Bijstelling onderwijshuisvesting De vastgestelde huisvestingsprogramma s 2005 tot en met 2013 en de overige lasten en baten van de onderwijshuisvesting zijn geactualiseerd en waar nodig geïndexeerd naar prijspeil 2013. Op basis van de werkelijke investeringen tot en met 2012 en de geactualiseerde investeringsbudgetten vanaf 2013 dalen de kapitaallasten. Verder wijzigen de budgetten door extra huurvergoedingen, hogere raming voor OZB, lagere opbrengst verhuur en lagere verzekeringspremies. Gelet op de noodzakelijke onderhoudsvoorziening, opgenomen in het concept Huisvestingsprogramma Onderwijs, is voor het jaar een extra dotatie in de reserve onderhoud geraamd van 212.000,-. 7. Hogere bijdrage GGD (onderdeel EKD) Op basis van de begroting van de GGD Hart voor Brabant neemt de bijdrage voor het onderdeel Elektronisch Kinddossier toe met 17.900,- tot 260.750,-. De bijstelling heeft betrekking op nominale ontwikkelingen. 8. Nominale bijstelling leerlingenvervoer Als gevolg van reguliere indexering neemt het budget voor leerlingenvervoer toe met 25.000,-. 9. Bijstelling budgetten a.g.v. aanpassing rijksuitkeringen In de meicirculaire gemeentefonds 2013 heeft het Rijk aangegeven het geld voor de combinatiefuncties Sport structureel te verhogen met 107.640,-. Deze verhoging komt er om de uitbreiding van het aantal combinatiefuncties met 7,5 fte te kunnen betalen. Met ingang van 2015 schaft het rijk de wettelijk verplichte stage voor het voortgezet onderwijs af. Wij volgen deze lijn en verminderen de subsidie aan Contour voor de maatschappelijke stages in 2015 met 144.000,- (die wij nu ook niet meer van het rijk krijgen). De decentralisatie-uitkering Centrum Jeugd en Gezin stijgt structureel met 21.000,-. Voor uitvoeringskosten jeugdzorg ontvangen we incidenteel een bedrag van 66.000,- extra. 10. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 11. Ver(nieuw)bouw Theresialyceum Het schoolbestuur OMO heeft een plan gepresenteerd voor ver(nieuw)bouw en uitbreiding van het deel van het schoolgebouw van het Theresialyceum waarin met name de leslokalen zijn gesitueerd. De totale kosten van het plan bedragen 6,5 miljoen. In ons huisvestingsprogramma is reeds een budget van 2,9 miljoen opgenomen. Het schoolbestuur draagt 2,3 miljoen bij. Voor het resterende bedrag van 1,3 miljoen stellen wij voor om een aanvullende investering te doen. De kwaliteit van het betreffende deel van het schoolgebouw (bouwjaar 1965) is dusdanig dat we de aanvullende investering noodzakelijk achten om het gebouw aan te passen aan de hedendaagse eisen van modern onderwijs. Voorstel is om deze 1,3 miljoen te reserveren in de RGI. 12. Nieuwbouw Vakcollege Per 1 augustus 2013 zijn de Vakschool Tilburg en het MBC Economie en Groen gefuseerd tot Vakcollege Tilburg. De Onderwijsgroep verzoekt de gemeente medewerking te verlenen aan een nieuw schoolgebouw op een nieuwe locatie. De totale stichtingskosten bedragen 17,7 miljoen. De investering voor de inrichting ad 2,7 miljoen komt voor rekening van het schoolbestuur. Met betrekking tot het resterende bedrag van 15 miljoen gaan we er van uit dat de Onderwijsgroep een bijdrage levert van maximaal 5 miljoen. Het resterende bedrag van 10 miljoen komt ten laste van de gemeente. De nieuwe school gaat gebruik maken van de sportvoorzieningen in Stappegoor waardoor vanaf medio 2016 een structurele huurvergoeding van 100.000,- verschuldigd is aan het Sportbedrijf. Voorstel is om het resterende bedrag van 10 miljoen te reserveren in de RGI. Dit bedrag wordt gebruikt om de kapitaallasten af te dekken.

Bedragen x 1.000,- Onderwerpen + Doelen/reguliere activiteiten Lasten Baten Saldo Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Zelfredzaamheid en meedoen Doelen Subsidies/reserves Armoede Doelen: Verminderen voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie (m.n. leerplicht) 1.228-724 504 Verhogen van het doelgroepbereik van de voorschoolse educatie (m.n. peuterspeelzaalwerk incl. huisvesting) 8.125-6.037 2.088 Verminderen instroom jeugdigen in geïndiceerde jeugdzorg (m.n. centra jeugd en gezin) 3.959-392 3.567 Reguliere activiteiten: Basisonderwijs (m.n. accommodaties) 7.028-218 6.810 Voortgezet onderwijs (m.n. accommodaties) 7.499-1.327 6.172 Gemeenschappelijk onderwijs (m.n. Brede school, leerlingenvervoer, accommodaties) 11.119-1.946 9.173 Overige reguliere activiteiten 733 0 733 Totaal 39.691-10.644 29.047 Subsidies per doel/reguliere activiteiten Verhogen van het doelgroepbereik van de voorschoolse educatie Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Subsidie Brede school 4.794 5.055 5.075 Verminderen instroom jeugdigen in geïndiceerd jeugdzorg Jeugd en zorg 2.847 3.119 3.203 Verminderen voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie Startkwalificatie 1.280 904 892 Reguliere activiteiten Brede school 1.935 1.076 969 Totaal 10.856 10.154 10.139 Reserves Nr. Omschrijving C.007 Reserve Gem. Onderwijs Achterstandsbeleid E.002 Reserve Onderhoud onderwijsgebouwen F.001 Reserve kapitaallasten Onderwijsgebouwen Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Ultimo 2016 Ultimo 2017 672 16 16 17 17 18 888 502 367 0 0 0 437 425 413 400 387 375

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 232.619 226.404 210.877 206.222 201.426 198.806 Baten -156.170-135.326-125.600-121.657-117.184-114.564 Netto lasten 76.449 91.078 85.277 84.565 84.242 84.242 ; herijkingen 13. Nominale bijstellingen 174 171 171 171 14. Hogere inwonerbijdrage GGD 114 114 114 128 15. Bijstelling budgetten a.g.v. aanpassing rijksuitkeringen 1.898 1.454 1.454 1.454 16. Overige bijstellingen 8 21 31 64 17. Administratieve bijstellingen 165 152 152 152 ; nieuw beleid 18. Uitbreiding formatie arbeidsmarktbeleid, dekking projectmiddelen 19. Meedoen en sociale stijging voor kwetsbare burgers -50 0 0 0 0 Totaal 76.449 91.078 87.586 86.477 86.164 86.211 Zelfredzaamheid en meedoen Doelen 250.000 200.000 Subsidies 15% Kapitaallasten 0% Organisatiekosten 8% Armoede Subsidies/reserves 150.000 100.000 Lasten Baten 50.000-2012 2013 2015 2016 2017 kosten 77%

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Zelfredzaamheid en meedoen Doelen Subsidies/reserves Armoede 13. Nominale bijstellingen Reguliere indexering van de onderdelen Wonen, Vervoer en Rolstoelen (WVR) leidt tot een verhoging van het budget met 174.000,- voor en een verhoging van 171.000,- voor 2015 en verder. 14. Hogere inwonerbijdrage GGD Op basis van de begroting van de GGD Hart voor Brabant wordt de inwonerbijdrage verhoogd met 0,28 tot 13,49. Dit is het gevolg van nominale bijstellingen. Daarnaast wordt de bijdrage voor jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen verhoogd met 57.200,- tot 2.807.090,-. In totaliteit een nadeel van 114.000,- in oplopend naar 128.000,- in 2017. 15. Bijstelling budgetten a.g.v. aanpassing rijksuitkeringen Op basis van de mei- en septembercirculaire gemeentefonds 2013 worden diverse uitkeringen bijgesteld. In ontvangen we eenmalig een bedrag van 369.000,- ter compensatie van de (transitie)kosten die samenhangen met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo per 2015. De integratie-uitkering WMO neemt toe met 1.788.000,-. Daarnaast is sprake van een structurele verhoging met 10.000,- van de decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang. De decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang wordt voor verhoogd met 75.000,- in verband met het opstellen van een regiovisie. De bijdrage voor de uitvoeringskosten inburgering ad 344.000,- komt met ingang van te vervallen. 16. Overige bijstellingen Bij de jaarrekening 2012 zijn de oude WIN-gelden die bestemd zijn voor de wachtgelden van de Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingen (SNV) ten onrechte vrijgevallen. De verplichtingen lopen door tot en met 2017 en bedragen 16.964,- in en 2015 en 11.213,- in de jaren 2016 en 2017. Door actualisering van de onttrekkingen uit de reserve Stimulering Innovatie Regionale Arbeidsmarkt ontstaat in een voordeel van 9.000,- aflopend naar een nadeel van 53.000,- in 2017. 17. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 18. Uitbreiding formatie arbeidsmarktbeleid, dekking projectmiddelen Bij het onderdeel Werkgelegenheid is de uitbreiding van de formatie arbeidsmarktbeleid van 1,75 fte opgenomen. Voor zijn hiervoor incidenteel projectmiddelen beschikbaar van 50.000,-. 19. Meedoen en sociale stijging voor kwetsbare burgers De voorbije jaren boden wij aan burgers onder meer ondersteuning via het integratie- en emancipatiebeleid via subsidie aan verschillende organisaties. De versnipperde ondersteuningsstructuur, het besluit om het doelgroepenbeleid los te laten en bezuiniging op het participatiebudget waren aanleiding om het beleid vanaf te richten op het meedoen en de sociale stijging van kwetsbare burgers (zie Collegebesluit 19 februari 2013). Voor de uitvoering van dit beleid voegen wij alle huidige middelen voor het integratie- en emancipatiebeleid samen tot één budget. Dit houdt een samenvoeging in van de volgende budgetten: 1. De zes instellingen die betrokken zijn bij de uitvoering van overgangsbeleid 2013 ( 1.040.562,-), 2. Huis van de wereld, van rechtswege ontmanteld per 31-12-2013 ( 218.675,-) en 3. Het restantbudget Allemaal Tilburgers ( 140.000,-) tot een totaal van 1.399.237,-.

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Bevorderen maatschappelijke participatie van alle burgers (m.n. sociale werkvoorziening, uitvoeringskosten WMO huishoudelijke verzorging, Wet voorziening gehandicapten, subsidies) Verbetering Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder allochtonen Vergroten zelfredzaamheid van daklozen en deelname aan het maatschappelijk leven (m.n. Traverse incl. nieuwbouw, La Poubelle) Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Saldo 103.295-50.626 52.699 666-736 -70 5.743-23 5.720 Preventie Gezondheid 5.961 0 5.961 Reguliere activiteiten: Bijstandsverlening 88.069-73.902 14.167 Maatschappelijke begeleiding/advies 2.243 0 2.243 Vreemdelingen 134 0 134 Huishoudelijke verzorging 2.653 0 2.653 Participatiebudget 2.561 0 2.561 Voorzieningen gehandicapten 1.548 0 1.548 Totaal 212.873-125.287 87.586 Zelfredzaamheid en meedoen Doelen Subsidies/reserves Armoede

Bedragen x 1.000,- Onderwerpen + Subsidies per doel/reguliere activiteiten Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Subsidie Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Zelfredzaamheid en meedoen Doelen Subsidies/reserves Armoede Bevorderen maatschappelijke participatie van alle burgers 26.862 28.865 22.886 Coalitie voor de jeugd 3.362 3.377 Gehandicaptenbeleid 189 162 Gezondheidszorg 718 903 Maatschappelijk werk 4.218 4.329 Maatschappelijke opvang 9.626 3.256 Ouderenbeleid 2.035 2.206 Oudereninstellingen 1.178 1.185 Rechtswinkel 312 317 Uitvoeringsprogramma multiculturele samenleving 893 837 Veiligheid en wijken 150 100 Veiligheidsbeleid 98 100 Verslavingszorg 8 8 Vrijwilligersbeleid 54 91 Vrouwenopvang 5.166 5.145 Werk en bijstand 559 568 Zorg- en ouderenbeleid algemeen 299 302 Preventie gezondheid: 3.222 482 490 Gezondheidszorg 482 490 Verbeteren Nederlandse taal en kennis van Nederlandse samenleving onder allochtonen 209 373 379 Brede school 373 379 Vergroten zelfredzaamheid van daklozen en deelname aan het maatschappelijk leven 7.041 670 6.910 Maatschappelijke opvang 670 6.910 Reguliere activiteiten 24 22 10 Werk en bijstand 22 10 Totaal 37.358 30.412 30.675 Reserves Nr. Omschrijving C.005 Reserve Internationale Samenwerking C.043 Bestemmingsreserve schuldhulpverlening (SHV) Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Ultimo 2016 Ultimo 2017 77 22 23 24 25 26 478 117 0 0 0 0

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 20.144 19.923 19.518 19.396 19.399 19.399 Baten -2.440-1.826-1.530-1.530-1.530-1.530 Netto lasten 17.704 18.097 17.988 17.866 17.869 17.869 ; herijkingen 20. Nominale bijstellingen 28 27 27 27 21. Administratieve bijstellingen -42-42 -42-42 ; nieuw beleid 22. Stijging aantal aanmeldingen schuldhulpverlening t.l.v. reserve Schuldhulpverlening Totaal 17.704 18.097 18.139 17.851 17.854 17.854 229-64 Jeugd en Onderwijs 25.000 20.000 Subsidies 0% Zelfredzaamheid en meedoen 15.000 10.000 Lasten Baten kosten 47% Organisatiekosten 53% Doelen 5.000 Subsidies/reserves Armoede - 2012 2013 2015 2016 2017

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Jeugd en Onderwijs Zelfredzaamheid en meedoen Doelen Subsidies/reserves Armoede 20. Nominale bijstellingen De budgetten voor bijzondere bijstand (BIJBIJ), langdurigheidtoeslag (LDT), Collectieve Ziektekostenverzekering voor Minima (CZM) en de meedoenregeling worden geïndexeerd. Totaal een nadeel van 57.718,- in en 56.783,- voor 2015 en verder. Het budget voor kwijtschelding gemeentelijke belastingen (KWS) wordt geïndexeerd op basis van de mutatie in de tarieven voor 2013 ten opzichte van 2012 in combinatie met het aantal toekenningen per heffingssoort in het (fiatterings)jaar 2012. Dit resulteert in een structurele daling van de lasten met 29.000,- (ca. 1,7%). Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door ASH (afvalstoffenheffing). 21. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 22. Stijging aantal aanmeldingen schuldhulpverlening In het verleden is een taakstelling op schuldhulpverlening ingeboekt van in totaal 490.000,-( 240.000,- efficiency en 250.000,- inzet op schuldpreventie en vroegsignalering). De dienstverlening schuldhulpverlening is hierop aangepast. Ondanks de investeringen in schuldpreventie, vroegsignalering en nazorg constateren we al twee jaar op rij een toename van het aantal aanmeldingen. Het meten en aantoonbaar maken van effecten van efficiency en preventie is, in combinatie met een verhoogde instroom als gevolg van de economische crisis, een zeer lastige opgave. Landelijke onderzoeken bevestigen echter wel de waarde van preventie. De toename van het aantal aanvragen maakt de eerder voorgenomen structurele besparing moeilijk realiseerbaar als we tegelijkertijd ook het bestaande beleid op schuldhulpverlening willen handhaven. Van de totale taakstelling op efficiency staat nog 127.000,- open en van de taakstelling op schuldpreventie en vroegsignalering nog 250.000,- (4 fte) open. De efficiencytaakstelling is te realiseren maar hangt samen met de invoering van nieuwe ICT. Vooralsnog gaan we ervan uit dat we dit nog komend jaar realiseren. Voorgesteld wordt om de resterende taakstelling van 250.000,- (4 fte) schuldpreventie en vroegsignalering) voor het jaar te laten vervallen. Ter dekking kan in het resterende bedrag in de reserve Schuldhulpverlening van 64.000,- ingezet worden. Om administratieve redenen is een bedrag van 21.000,- verwerkt in het programma bij voorstel 101.

Onderwerpen + Financiën Werkgelegenheid Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Verminderen van aantal Tilburgers zonder perspectief (m.n. bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag, schuldhulpverlening) Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Saldo 10.131-1.138 8.993 Toename gebruik inkomensondersteunende/participatieregelingen en meedoenregeling 0 0 0 Reguliere activiteiten: Gemeentelijk minimabeleid (m.n. uitvoeringskosten) 9.146 0 9.146 Totaal 19.277-1.138 18.139 Jeugd en Onderwijs Subsidies per doel Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Bedragen x 1.000,- Subsidie Verminderen van aantal Tilburgers zonder perspectief Werk en bijstand 185 315 369 Toename gebruik inkomensondersteunende/participatieregelingen en meedoenregeling Totaal 485 315 369 300 Zelfredzaamheid en meedoen Doelen Subsidies/reserves Armoede

Onderwerpen + Financiën + De stad moet aantrekkelijk zijn voor burgers en bedrijven om zich er te vestigen en ook om er te blijven. Een goede mix van wonen, werken, onderwijs, voorzieningen en cultuur vinden wij hiervoor van belang. Maar ook ruimte bieden voor initiatieven en innovaties. De maatregelen die wij in de begroting voorzien komen terug in de onderwerpen: Economie, Bereikbaarheid, Spoorzone, Binnenstad en Piushaven, Cultuur, Wonen en Natuur om de stad. Als gevolg van de crisis staat het investeringsvermogen van investeerders onder druk. Door voortdurend alle projecten integraal te beoordelen en te monitoren proberen we de goede faciliteiten aan te bieden om de voortgang van projecten te waarborgen. Met een constructieve houding zijn wij bereid om met initiatiefnemers te kijken naar de mogelijkheden om een initiatief kansen te bieden. Dit geldt voor de gehele stad en voor de Binnenstad, Spoorzone en Piushaven in het bijzonder. De slagkracht van de organisatie hebben we hiervoor versterkt en dit willen we continueren. De nieuwe structuurvisie en regionale ruimtelijk visie moeten duidelijk maken op welke wijze wij enerzijds volop ruimte willen bieden aan initiatieven en anderzijds toch ook richting willen geven, op lokaal niveau en in regionaal verband. Cultuur, evenementen, de kermis, maar ook de mogelijkheden tot vrije tijdsbesteding en groen blijven in onze ogen het visitekaartje van de stad. Naast de aantrekkelijkheid van de stad is ook de bereikbaarheid essentieel. Om ook de toekomstige bereikbaarheid te garanderen blijven we inzetten op verbetering van de A58 en het Wilhelminakanaal.

Overzicht Overzicht programma Lasten Baten bedragen x 1.000,- Saldo Onderwerpen + Financiën + Werken aan een andere overheid 38.470-38.470 0 Economie 18.631-30.648-12.017 Bereikbaarheid 48.062-15.937 32.125 Spoorzone, Binnenstad en Piushaven 28.153-28.036 117 Cultuur 29.106-5.746 23.360 Wonen 25.799-13.287 12.512 Natuur om de stad 9.568-626 8.942 Totaal 197.789-132.750 65.039 Verdeling lasten Natuur om de stad 5% Wonen 13% Werken aan een andere overheid 19% Cultuur 15% Economie 9% Spoorzone 14% Bereikbaarheid 25%

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat STAND VAN ZAKEN OPGAVEN Stedelijke ontwikkeling De opgave is te komen tot afgewogen programmatische, ruimtelijke en financiële keuzes zodat een realistische, duurzame en financieel verantwoorde stedelijke ontwikkeling bereikt wordt. Stedelijke ontwikkeling De Stedelijke Ontwikkelingsstrategie is vastgesteld. Ruimtelijke structuurvisie Tilburg 2040 De vaststelling van de ontwerp-structuurvisie kan voor het einde van het jaar plaatsvinden waarna de inspraakperiode start. Regionale ruimtelijke visie Hart van Brabant 2025 De concept ruimtelijke visie is voor input en advies (zienswijzen) aan de gemeenteraden van de gemeenten van de regio Hart van Brabant aangeboden. Tevens is feedback gevraagd van andere partners in de regionale samenwerking (overheden, onderwijs, marktpartijen, waterschappen). Vaststelling van de definitieve ruimtelijke visie door het Algemeen van de regio Hart van Brabant is voorzien in december 2013. Grondbedrijf op orde en ontwikkeling gericht In 2013 is de verkooporganisatie ingericht. Nieuwe kadernota s in : Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2040 Stedelijke ontwikkeling In een interactief werkproces zorgen wij voor een integrale beoordeling (programmatisch, financieel, ruimtelijk) van pre-/initiatieven, bouwplannen en programmawijzigingen binnen fysieke projecten. Op basis van de integrale beoordeling vindt vervolgens bestuurlijke besluitvorming plaats door het college dan wel door de stuurgroep Stedelijke Ontwikkeling. Op deze manier geven wij richting aan een duurzame en financieel verantwoorde stedelijke ontwikkeling van de stad en de twee dorpen op korte en lange termijn. Dit proces levert ook de input ten behoeve van besluitvorming over de programmeringscijfers (wonen en werken). Wij gebruiken als basis hiervoor periodieke monitoring van de actuele cijfers wonen en werken en de prognosecijfers voor de bevolkingsontwikkeling en economische groei die de provincie Noord-Brabant hanteert. Ruimtelijke structuurvisie Tilburg 2040 Begin verwerken wij de inspraakreacties op de ontwerp-structuurvisie in een reactienota. Zo spoedig mogelijk na de gemeenteraadsverkiezingen stelt het nieuwe college de definitieve Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2040 vast, gevolgd door vaststelling van de definitieve structuurvisie door de nieuwe gemeenteraad. Regionale Ruimtelijke visie Hart van Brabant 2025 In nodigen wij onze externe partners uit en proberen draagvlak te verwerven om mede invulling te geven aan de regionale visie. Dit moet leiden tot alliantievorming voor de realisatie van het uitvoeringsprogramma en initiatieven van derden die invulling geven aan de visie. Grondbedrijf op orde en ontwikkeling gericht We brengen het aanbod gemeentelijke grondposities goed in beeld en maken de beschikbare percelen inzichtelijk voor de markt. ACTIVITEITEN Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Groei bruto stedelijk product (BSP) Tilburg > gemiddelde B5 Rapportcijfer bezoekers Tilburgse kermis 7,9 8,0 Percentage Tilburgers dat Tilburg typeert als evenementenstad 79% 79% Tilburg: -1,2% B5: -1,1% Tilburg: 1,9% B5: 3,0% Positie op G50 Evenementen Monitor 15 e plaats 15 e plaats 32e plaats Lokale ecologische, water en C02-voetafdruk uit de duurzaamheidsbalans Daling Daling nulmeting Waardering ondernemersklimaat 6,8 6,9 6,7 Administratieve lastendruk ondernemers (periode 2012-2016) < gemiddelde G32 Economische groei in speerpuntsectoren Midpoint (periode 2012-2016) (resp. banen/vestigingen) Care Logistics Leisure Aerospace & Maintenance Beter dan landelijk gemiddelde 1 e plaats benchmark MRMS - 1,6%/ + 10,6% (NL:+ 0,8%/+ 3,9%) - 5,5%/- 1,3% (NL:- 1,5%/- 1,6%) + 1,0%/+ 7,0% (NL:-1,4%/+ 0,5%) + 0,9%/+ 3,5% (NL - 0,2%/+ 1,6%) Gemiddeld aantal hectare verkochte bedrijventerreinen per jaar (periode 2012-2016) 10,5 ha 14,93 ha. 1,91 ha. Geïnvesteerd bedrag vanuit Lokaal herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend) in periode 2012-2016 7,5 mln. (in 2015) 1,41 mln. 0 ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Terug Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Groei bruto stedelijk product (BSP) Tilburg > gemiddelde B5 Rapportcijfer bezoekers Tilburgse kermis 7,9 8,0 Percentage Tilburgers dat Tilburg typeert als evenementenstad 79% 79% Tilburg: -1,2% B5: -1,1% Tilburg: 1,9% B5: 3,0% Positie op G50 Evenementen Monitor 15 e plaats 15 e plaats 32e plaats Lokale ecologische, water en C02-voetafdruk uit de duurzaamheidsbalans Daling Daling nulmeting Waardering ondernemersklimaat 6,8 6,9 6,7 Administratieve lastendruk ondernemers (periode 2012-2016) < gemiddelde G32 Economische groei in speerpuntsectoren Midpoint (periode 2012-2016) (resp. banen/vestigingen) Care Logistics Leisure Aerospace & Maintenance Beter dan landelijk gemiddelde 1 e plaats benchmark MRMS - 1,6%/ + 10,6% (NL:+ 0,8%/+ 3,9%) - 5,5%/- 1,3% (NL:- 1,5%/- 1,6%) + 1,0%/+ 7,0% (NL:-1,4%/+ 0,5%) + 0,9%/+ 3,5% (NL - 0,2%/+ 1,6%) Gemiddeld aantal hectare verkochte bedrijventerreinen per jaar (periode 2012-2016) 10,5 ha 14,93 ha. 1,91 ha. Geïnvesteerd bedrag vanuit Lokaal herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend) in periode 2012-2016 7,5 mln. (in 2015) 1,41 mln. 0 ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Terug Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Groei bruto stedelijk product (BSP) Tilburg > gemiddelde B5 Rapportcijfer bezoekers Tilburgse kermis 7,9 8,0 Percentage Tilburgers dat Tilburg typeert als evenementenstad 79% 79% Tilburg: -1,2% B5: -1,1% Tilburg: 1,9% B5: 3,0% Positie op G50 Evenementen Monitor 15 e plaats 15 e plaats 32e plaats Lokale ecologische, water en C02-voetafdruk uit de duurzaamheidsbalans Daling Daling nulmeting Waardering ondernemersklimaat 6,8 6,9 6,7 Administratieve lastendruk ondernemers (periode 2012-2016) < gemiddelde G32 Economische groei in speerpuntsectoren Midpoint (periode 2012-2016) (resp. banen/vestigingen) Care Logistics Leisure Aerospace & Maintenance Beter dan landelijk gemiddelde 1 e plaats benchmark MRMS - 1,6%/ + 10,6% (NL:+ 0,8%/+ 3,9%) - 5,5%/- 1,3% (NL:- 1,5%/- 1,6%) + 1,0%/+ 7,0% (NL:-1,4%/+ 0,5%) + 0,9%/+ 3,5% (NL - 0,2%/+ 1,6%) Gemiddeld aantal hectare verkochte bedrijventerreinen per jaar (periode 2012-2016) 10,5 ha 14,93 ha. 1,91 ha. Geïnvesteerd bedrag vanuit Lokaal herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend) in periode 2012-2016 7,5 mln. (in 2015) 1,41 mln. 0 ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Terug Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Groei bruto stedelijk product (BSP) Tilburg > gemiddelde B5 Rapportcijfer bezoekers Tilburgse kermis 7,9 8,0 Percentage Tilburgers dat Tilburg typeert als evenementenstad 79% 79% Tilburg: -1,2% B5: -1,1% Tilburg: 1,9% B5: 3,0% Positie op G50 Evenementen Monitor 15 e plaats 15 e plaats 32e plaats Lokale ecologische, water en C02-voetafdruk uit de duurzaamheidsbalans Daling Daling nulmeting Waardering ondernemersklimaat 6,8 6,9 6,7 Administratieve lastendruk ondernemers (periode 2012-2016) < gemiddelde G32 Economische groei in speerpuntsectoren Midpoint (periode 2012-2016) (resp. banen/vestigingen) Care Logistics Leisure Aerospace & Maintenance Beter dan landelijk gemiddelde 1 e plaats benchmark MRMS - 1,6%/ + 10,6% (NL:+ 0,8%/+ 3,9%) - 5,5%/- 1,3% (NL:- 1,5%/- 1,6%) + 1,0%/+ 7,0% (NL:-1,4%/+ 0,5%) + 0,9%/+ 3,5% (NL - 0,2%/+ 1,6%) Gemiddeld aantal hectare verkochte bedrijventerreinen per jaar (periode 2012-2016) 10,5 ha 14,93 ha. 1,91 ha. Geïnvesteerd bedrag vanuit Lokaal herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend) in periode 2012-2016 7,5 mln. (in 2015) 1,41 mln. 0 ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Terug Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Groei bruto stedelijk product (BSP) Tilburg > gemiddelde B5 Rapportcijfer bezoekers Tilburgse kermis 7,9 8,0 Percentage Tilburgers dat Tilburg typeert als evenementenstad 79% 79% Tilburg: -1,2% B5: -1,1% Tilburg: 1,9% B5: 3,0% Positie op G50 Evenementen Monitor 15 e plaats 15 e plaats 32e plaats Lokale ecologische, water en C02-voetafdruk uit de duurzaamheidsbalans Daling Daling nulmeting Waardering ondernemersklimaat 6,8 6,9 6,7 Administratieve lastendruk ondernemers (periode 2012-2016) < gemiddelde G32 Economische groei in speerpuntsectoren Midpoint (periode 2012-2016) (resp. banen/vestigingen) Care Logistics Leisure Aerospace & Maintenance Beter dan landelijk gemiddelde 1 e plaats benchmark MRMS - 1,6%/ + 10,6% (NL:+ 0,8%/+ 3,9%) - 5,5%/- 1,3% (NL:- 1,5%/- 1,6%) + 1,0%/+ 7,0% (NL:-1,4%/+ 0,5%) + 0,9%/+ 3,5% (NL - 0,2%/+ 1,6%) Gemiddeld aantal hectare verkochte bedrijventerreinen per jaar (periode 2012-2016) 10,5 ha 14,93 ha. 1,91 ha. Geïnvesteerd bedrag vanuit Lokaal herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend) in periode 2012-2016 7,5 mln. (in 2015) 1,41 mln. 0 ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Terug Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Groei bruto stedelijk product (BSP) Tilburg > gemiddelde B5 Rapportcijfer bezoekers Tilburgse kermis 7,9 8,0 Percentage Tilburgers dat Tilburg typeert als evenementenstad 79% 79% Tilburg: -1,2% B5: -1,1% Tilburg: 1,9% B5: 3,0% Positie op G50 Evenementen Monitor 15 e plaats 15 e plaats 32e plaats Lokale ecologische, water en C02-voetafdruk uit de duurzaamheidsbalans Daling Daling nulmeting Waardering ondernemersklimaat 6,8 6,9 6,7 Administratieve lastendruk ondernemers (periode 2012-2016) < gemiddelde G32 Economische groei in speerpuntsectoren Midpoint (periode 2012-2016) (resp. banen/vestigingen) Care Logistics Leisure Aerospace & Maintenance Beter dan landelijk gemiddelde 1 e plaats benchmark MRMS - 1,6%/ + 10,6% (NL:+ 0,8%/+ 3,9%) - 5,5%/- 1,3% (NL:- 1,5%/- 1,6%) + 1,0%/+ 7,0% (NL:-1,4%/+ 0,5%) + 0,9%/+ 3,5% (NL - 0,2%/+ 1,6%) Gemiddeld aantal hectare verkochte bedrijventerreinen per jaar (periode 2012-2016) 10,5 ha 14,93 ha. 1,91 ha. Geïnvesteerd bedrag vanuit Lokaal herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend) in periode 2012-2016 7,5 mln. (in 2015) 1,41 mln. 0 ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Terug Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Groei bruto stedelijk product (BSP) Tilburg > gemiddelde B5 Rapportcijfer bezoekers Tilburgse kermis 7,9 8,0 Percentage Tilburgers dat Tilburg typeert als evenementenstad 79% 79% Tilburg: -1,2% B5: -1,1% Tilburg: 1,9% B5: 3,0% Positie op G50 Evenementen Monitor 15 e plaats 15 e plaats 32e plaats Lokale ecologische, water en C02-voetafdruk uit de duurzaamheidsbalans Daling Daling nulmeting Waardering ondernemersklimaat 6,8 6,9 6,7 Administratieve lastendruk ondernemers (periode 2012-2016) < gemiddelde G32 Economische groei in speerpuntsectoren Midpoint (periode 2012-2016) (resp. banen/vestigingen) Care Logistics Leisure Aerospace & Maintenance Beter dan landelijk gemiddelde 1 e plaats benchmark MRMS - 1,6%/ + 10,6% (NL:+ 0,8%/+ 3,9%) - 5,5%/- 1,3% (NL:- 1,5%/- 1,6%) + 1,0%/+ 7,0% (NL:-1,4%/+ 0,5%) + 0,9%/+ 3,5% (NL - 0,2%/+ 1,6%) Gemiddeld aantal hectare verkochte bedrijventerreinen per jaar (periode 2012-2016) 10,5 ha 14,93 ha. 1,91 ha. Geïnvesteerd bedrag vanuit Lokaal herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend) in periode 2012-2016 7,5 mln. (in 2015) 1,41 mln. 0 ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Terug Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Groei bruto stedelijk product (BSP) Tilburg > gemiddelde B5 Rapportcijfer bezoekers Tilburgse kermis 7,9 8,0 Percentage Tilburgers dat Tilburg typeert als evenementenstad 79% 79% Tilburg: -1,2% B5: -1,1% Tilburg: 1,9% B5: 3,0% Positie op G50 Evenementen Monitor 15 e plaats 15 e plaats 32e plaats Lokale ecologische, water en C02-voetafdruk uit de duurzaamheidsbalans Daling Daling nulmeting Waardering ondernemersklimaat 6,8 6,9 6,7 Administratieve lastendruk ondernemers (periode 2012-2016) < gemiddelde G32 Economische groei in speerpuntsectoren Midpoint (periode 2012-2016) (resp. banen/vestigingen) Care Logistics Leisure Aerospace & Maintenance Beter dan landelijk gemiddelde 1 e plaats benchmark MRMS - 1,6%/ + 10,6% (NL:+ 0,8%/+ 3,9%) - 5,5%/- 1,3% (NL:- 1,5%/- 1,6%) + 1,0%/+ 7,0% (NL:-1,4%/+ 0,5%) + 0,9%/+ 3,5% (NL - 0,2%/+ 1,6%) Gemiddeld aantal hectare verkochte bedrijventerreinen per jaar (periode 2012-2016) 10,5 ha 14,93 ha. 1,91 ha. Geïnvesteerd bedrag vanuit Lokaal herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend) in periode 2012-2016 7,5 mln. (in 2015) 1,41 mln. 0 ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Terug Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: DOELEN Versterken vestigingsklimaat Duurzame economische groei Groei van bruto stedelijk product (BSP) van Tilburg is groter dan het gemiddelde van de andere B5-gemeenten (periode 2012-2016). Daling van de lokale ecologische, water en CO2-voetafdruk (periode 2012-2016). Betrokken partners: Midpoint Brabant, BZW, BORT, BOM, Kamer van Koophandel, Binnenstadmanagement, OFT, kennis- en onderwijsinstellingen, regiogemeenten, Brabantstad, LHFT, nieuwe Citymarketingorganisatie, Parkmanagement. Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum STAND VAN ZAKEN Duurzame economische groei De oplevering van de duurzaamheidsbalans ligt op schema. De website www.mvo-013.nl is geprofessionaliseerd en de MVO community is inmiddels verhuisd naar een grotere locatie in de Spoorzone013 waar meer mogelijkheden voor groei en activiteiten zijn. Medio augustus waren er 34 betalende leden. We hebben inmiddels via Green Deals 60 energiescans uitgevoerd bij bedrijven. We zetten regionale ondernemers in voor de realisatie van duurzame toepassingen op basis van deze scan. Voor bedrijventerrein Loven (40 ondernemers) voeren we een integrale duurzaamheidsscan uit. De nieuwe nota detailhandel is vastgesteld. Deelname aan het provinciaal expertteam detailhandel is afgerond. Conform planning heeft het expertteam advies uitgebracht aan de provincie. Duurzame economische groei In een plan van aanpak geven wij aan op welke wijze we maatregelen nemen ten gunste van het klimaat bij ontwikkelingen in de stad. Om te kunnen meten of we een daling van de lokale ecologische, water- en CO2-voetafdruk kunnen realiseren benoemen we ook een set van indicatoren. Er zijn gemeentebreed diverse internationale activiteiten en agenda s. Doel is om in dit op economisch gebied te bundelen in één internationaliseringsagenda. Op basis van de nota detailhandel onderbouwen we per gebiedsontwikkeling wat de ruimte voor detailhandel (inclusief e-commerce) is. Daarnaast nemen we het detailhandelsfonds in gebruik wat een stimulering is voor de organisatiegraad ondernemers en winkeliersverenigingen, de visie per winkelgebied en kleinschalige fysieke projecten. Onze aanpak in het economische domein versterken we waarbij de nadruk ligt op het ondersteunen van initiatieven uit de stad en het bedrijfsleven. De ondersteuning bestaat uit raad en daad en eventuele financiele middelen. Waar mogelijk bemiddelen we om initiatieven te bundelen. ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Imagoversterking Tilburg staat bekend als een evenementenstad. Tilburgse Kermis de beste van Europa. Betrokken partners: Midpoint Brabant, BZW, BORT, BOM, Kamer van Koophandel, Binnenstadmanagement, OFT, kennis- en onderwijsinstellingen, regiogemeenten, Brabantstad, LHFT, nieuwe Citymarketingorganisatie, Parkmanagement. Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad STAND VAN ZAKEN Imagoversterking Evenementen De ambitie evenementenstad hebben wij geconcretiseerd door de beleidsdoelen uit de evenementennota van 2011 te vertalen in outputindicatoren en in een voorstel voor de monitoringsmethodiek. De nieuwe accountmanager voor grote evenementen is gestart. De besluitvorming over de aanvragen voor staat gepland voor december 2013 zodat organisaties vóór 1 januari helderheid hebben over hun aanvraag. Kermis We hebben besloten om geen criteria vast te stellen maar een boodschap waarmee we kunnen uitdragen waarom we beste binnenstadkermis 2013 zijn. Verbinding Kermis en cultuur Motie 008 TT2040 Het Opmaatproject Fairfest vond plaats voor en tijdens de Tilburgse Kermis. Het voorstel CultuurKermis (programmering Koepelhal) is in mei 2013 teruggetrokken door de externe initiatiefgroep. Vervolgens hebben wij opdracht gegeven om een alternatieve programmering tijdens de kermis in 2013 te realiseren op het NS Plein. Aanvullend hebben we de initiatiefgroep de opdracht gegeven om het plan voor de CultuurKermis verder uit te werken in een businessplan (voor e.v.) en hiervoor de benodigde aanvullende externe financiering te organiseren. Citymarketing Het voorstel voor de toekomstige organisatie voor citymarketing, de quick wins en de prioriteiten zijn inmiddels in de voorhoedegroep besproken. De kwartiermaker heeft tot nu toe ingezet op opening van de Piushavenbrug, de kermis en de opening van Talent Square. Hij heeft relaties opgebouwd tussen de citymarketingorganisatie en andere partners in de stad. Intern sturen we op samenwerking en samenhang tussen citymarketing en communicatie. De nota doorontwikkeling VVV is vastgesteld. Wij hebben akkoord gegeven voor verhuizing van de VVV naar de Spoorlaan (Natuurmuseum Brabant). De planning is erop gericht om de nieuwe VVV per 1 januari te openen. Fiber to the Home Een marktpartij is gestart met de vraagbundeling (deelname van bewoners aan glasvezel) in de Reeshof. Imagoversterking Evenementen We bewaken de beleidsdoelen uit de evenementennota 2011. Die betreffen Tilburg als evenementenstad, de kwaliteitsverbetering van de Tilburgse kermis en een jaarlijkse culturele activiteit met internationale bekendheid. We hebben outputindicatoren benoemd om de beleidsdoelen te monitoren. Daarnaast werken we aan een evenwichtige programmering van evenementen over de binnenstad. In overleg met het Binnenstadsmanagement organiseren we ook meer synergie tussen evenementen en horeca enerzijds en detailhandel anderzijds. We bereiden begin de discussie voor over het doorbelasten van extra kosten die door de gemeente gemaakt worden voor evenementen. Het gaat hierbij ondermeer om de gemeentelijke investeringen om de veiligheid van evenementen te waarborgen. In professionaliseren we de vergunningverlening voor evenementen op basis van de LEAN-methodiek. Kermis We leveren een plan van aanpak op voor de nieuwe kermis. Hierin is opgenomen: - visie toekomst kermis en routeplan - beeld van de toekomstige pachtopbrengst - invulling van de kermisronde - aanpak binden nieuwe doelgroep - verweven cultuur en kermis. Citymarketing Samen met partners starten we met de nieuwe (externe) citymarketingorganisatie. Eind 2013 hebben we helder wie deze partners zijn. We doen dit op basis van de aangescherpte focus voor citymarketing die we 1 e kwartaal ook voorleggen aan de Raad. Deze focus richt zich op vier domeinen: het binden van studenten, het versterken van het vestigingsklimaat, het trekken van meer bezoekers en het vergroten van de trots van de eigen bevolking. De citymarketingorganisatie stelt begin de concrete resultaten vast op basis van de aangescherpte focus. Fiber to the Home We bewaken de aanleg van glasvezelaansluitingen voor particulieren (Fiber to the Home) door marktpartijen via Next Generation Network ACTIVITEITEN Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Voorzien in voldoende (ook kwalitatief) (planologische) ruimte voor de eigen en de regionale groei Betrokken partners: Midpoint Brabant, BZW, BORT, BOM, Kamer van Koophandel, Binnenstadmanagement, OFT, kennis- en onderwijsinstellingen, regiogemeenten, Brabantstad, LHFT, nieuwe Citymarketingorganisatie, Parkmanagement. Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk STAND VAN ZAKEN Voorzien in voldoende (ook kwalitatief) (planologische) ruimte voor de eigen en de regionale groei De realisatie geschiedt door particuliere ontwikkelaars, waarop de gemeente geen invloed heeft. In het tweede kwartaal is het bestemmingsplan van Kempenbaan-west vastgesteld. In de zomer is gestart met bouwrijp maken van Heyhoef. Voor Scheg (Vossenberg) is een vastgesteld bestemmingsplan beschikbaar. Tevens is het gebied bouwrijp door de gemeente opgeleverd. Planologische ruimte In het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) Hart van Brabant stellen wij in overleg met de regiogemeenten en de provincie Noord-Brabant de regionale programmeringsafspraken voor wonen en werken (bedrijventerreinen) in de regio Hart van Brabant vast voor de periode -2024. Om tegemoet te komen aan de eisen die vanuit de gewenste economische ontwikkeling aan de omvang en bereikbaarheid van bedrijventerreinen gesteld worden, spannen wij ons in om in RRO-verband een positief besluit te nemen met betrekking tot het in de tijd naar voren halen van de realisatie van Wijkevoort fase 1. ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen De gemeente zorgt voor het bouwrijp (aanleg centrale ontsluitingsas) opleveren van Kempenbaan als terrein voor realisatie van een hotel en een zorgcomplex. Wij verwachten dat in maart het bestemmingsplan, bij een positieve uitspraak van de Raad van State op het ingestelde beroep, onherroepelijk zal zijn. Het terrein voor uitbreiding van het winkelcentrum Heyhoef incl. parkeervoorzieningen leveren wij begin bouw- en woonrijp op. Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: DOELEN Maximale ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Waardering van ondernemersklimaat > 6,8 Verminderen administratieve lastendruk Gemiddeld lagere administratieve lastendruk voor ondernemers dan gemiddelde overige G32-gemeenten (periode 2012-2016). Betrokken partners: Midpoint Brabant, BZW, BORT, BOM, Kamer van Koophandel, Binnenstadmanagement, OFT, kennis- en onderwijsinstellingen, regiogemeenten, Brabantstad, LHFT, nieuwe Citymarketingorganisatie, Parkmanagement. Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen STAND VAN ZAKEN Ondernemerstevredenheid en verminderen administratieve lastendruk We hebben de vervolgacties op de resultaten van het bedrijvenpanel Tilburg 2012 opgevolgd. Voor de uitvoering van de tevredenheidmeting hebben we opdracht gegeven een nieuwe/aangepaste vragenlijst op te stellen voor het bedrijvenpanel Tilburg. Ondernemerstevredenheid en verminderen administratieve lastendruk We bestendigen de professionalisering van het accountmanagement, zoals we deze in 2013 hebben uitgevoerd. 480 afgelegde bedrijfsbezoeken, waarvan minimaal 70% is gericht op het behalen van de doelen van de Economische Agenda Tilburg. We werken in het scenario voor een beter gestroomlijnde ondernemersondersteuning (advisering en financiering) uit en we implementeren deze. Dit doen we op basis van de uitkomsten van de discussie hierover met de commissie. In de gemeentelijke organisatie wordt intensief samengewerkt om de kwaliteit van de dienstverlening aan ondernemers te verhogen. Op dit moment bestaan er diverse instrumenten waarmee de gemeente Tilburg de kwaliteit van de dienstverlening aan ondernemers meet. Doel is deze instrumenten op elkaar af te stemmen binnen een cyclus waarin een verbeterplan met concrete verbeteracties voortkomt ten einde de dienstverlening aan ondernemers te verbeteren. ACTIVITEITEN Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Per gebiedsontwikkeling aan de hand van de detailhandelsvisie onderbouwen we wat de ruimte voor ontwikkeling is. Inzet Detailhandelsfonds. We faciliteren e-commerce activiteiten door middel van uitvoering van de beleidsformulering, inzet van het linten- en detailhandelsfonds en ondernemersondersteuning. Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Economische structuurversterking Groei speerpuntsectoren Midpoint Gemiddeld sterkere economische groei in speerpuntsectoren t.o.v. landelijk gemiddelde (periode 2012-2016). Betrokken partners: Midpoint Brabant, BZW, BORT, BOM, Kamer van Koophandel, Binnenstadmanagement, OFT, kennis- en onderwijsinstellingen, regiogemeenten, Brabantstad, LHFT, nieuwe Citymarketingorganisatie, Parkmanagement. Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen STAND VAN ZAKEN Groei speerpuntsectoren Midpoint Logistiek: - Midpoint Brabant verzorgt de eerste uitwerking van de actielijnen van het regionale ambitiedocument Logistiek. - De verkenning voor realisatie van een Truckparking is (als deelproject van Logistic Cities) gestart. We willen hierover voor het einde van het jaar een besluit nemen. - Eind 2013 besluiten we over het lokale ambitiedocument Logistiek. Leisure: - De conceptversie van de actielijnen voor het lokale ambitiedocument Leisure is gereed. - Realisatie van het House of Leisure is vertraagd door het ontbreken van funding en door ruimtelijke bezwaarprocedures. Aerospace & Maintenance: - De realisatie van het A&M House wordt eind 2013 afgerond. Hetzelfde geldt voor de realisatie van SimSynergy. - Eind 2013 besluiten we over het lokale ambitiedocument A&M. Care: - Het lokaal ambitiedocument Care is in concept gereed Midpoint Speerpuntsectoren Na het vaststellen van de verschillende ambitiedocumenten starten we met de uitvoering van de overheidsopgaven zoals we die in deze documenten beschrijven. Promotie en Acquisitie richt zich op de speerpuntsectoren van Midpoint, aangevuld met de zakelijke dienstverlening. Doelstellingen zijn het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen, doorvertalen van de regionale ambities per sector, nieuwe (internationale) toe te voegen aan Tilburg. E.e.a. zoals opgenomen in het actieplan Planning Promotie en Acquisitie 2013-. ACTIVITEITEN Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Logistic Cities Motie 011 TT2040 Logistic Cities ligt redelijk op koers. Vanuit de gemeente geven we inhoudelijke voeding aan Midpoint. Daarnaast is er veel eigen inzet op acquisitie en accountmanagement. Het uitvoeringsprogramma De logistieke ambitie van Midden-Brabant krijgt vorm onder aansturing van de regionaal programmamanager van Midpoint Brabant. Het screenen van regionale bestanden hebben we belegd binnen het onlangs opgerichte Huis van de Logistiek. Screening van de bestanden verloopt conform planning. Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen MKB united Motie 012 TT2040 Tijdens de European Social Innovation Week in september 2013 heeft een bijeenkomst over MKB United plaatsgevonden. Hierop volgend stellen we in triple helix verband een plan van aanpak MKB United op. Living Lab Social Innovation: Verbinden techniek aan zorg in de wijk Motie 006 TT2040 Het Position paper Healthy City (= lokaal ambitiedocument Care) is in concept gereed. Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Verkoop bedrijventerreinen Gemiddelde verkoop van 10 ha. per jaar (periode 2012-2016). Betrokken partners: Midpoint Brabant, BZW, BORT, BOM, Kamer van Koophandel, Binnenstadmanagement, OFT, kennis- en onderwijsinstellingen, regiogemeenten, Brabantstad, LHFT, nieuwe Citymarketingorganisatie, Parkmanagement. Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum STAND VAN ZAKEN Verkoop bedrijventerreinen In 2013 is inmiddels 11 ha verkocht/in erfpacht uitgegeven. Met diverse partijen loopt concreet overleg over verdere verkoop van percelen op zowel Vossenberg als T58. Fysieke belemmeringen voor T58 zijn weggenomen. Het geactualiseerde Strategieplan Promotie & Acquisitie, met concrete promotie- en marketingdoelstellingen, hebben we vastgesteld en op basis hiervan een actieagenda voor de periode 2013-. De marktanalyse Logistiek is afgerond en voor het einde van het jaar ronden we ook de marktanalyse Leisure af. De Eigendommenkaart als basis voor het portefeuille-inzicht is gereed. Een nadere differentiatie en het verzamelen van objectinformatie is gestart. Op de huidige gemeentesite wordt het bestaande aanbod geplaatst. De nieuwe gemeentesite (lancering in oktober) wordt gebruikt voor de optimalisatie, inzichtelijkheid & vindbaarheid. De uitlijning van het verkoopproces en -kaders is gereed voor het einde van het jaar. Verkoop bedrijventerreinen Gezien de verkoopresultaten in 2013 op logistiek bedrijventerrein Vossenberg II en de verwachting dat we dit in ook kunnen realiseren houden we vast aan onze ambitie om in de periode 2012-2016 gemiddeld 10,5 ha bedrijventerrein per jaar te verkopen. Voor bepaalde categorieën zal dan op termijn schaarste ontstaan. Dr. Hub van Doorneweg 101 Het kantoorgebouw aan de Dr. Hub van Doorneweg 101 staat reeds vier jaar leeg. Vanwege de huidige bouwtechnische staat van het gebouw, de hoge kosten van beheer en van noodzakelijke investeringen om het gebouw weer als courant pand op de markt te zetten is onlangs door het Vastgoedbedrijf voorgesteld over te gaan tot sloop en daarna de vrijgekomen kavel op de markt te brengen. In de afrondende fase van de besluitvorming hierover heeft zich alsnog een serieuze koper gemeld waarmee overeenstemming is bereikt; de koopovereenkomst wordt momenteel opgesteld en de verkoop wordt naar verwachting nog voor het einde van dit jaar afgerond. Verkoop van het gebouw zal leiden tot een positiever resultaat in de gebouwenexploitatie dan sloop. Indien de verkoop om onverwachte redenen alsnog niet doorgaat dan zal sloop op korte termijn worden voorbereid en uitgevoerd. ACTIVITEITEN Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Herstructurering bedrijventerreinen Uiterlijk 2015 7,5 miljoen geïnvesteerd vanuit reserve Lokaal Herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) (revolverend). Betrokken partners: Midpoint Brabant, BZW, BORT, BOM, Kamer van Koophandel, Binnenstadmanagement, OFT, kennis- en onderwijsinstellingen, regiogemeenten, Brabantstad, LHFT, nieuwe Citymarketingorganisatie, Parkmanagement. Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk STAND VAN ZAKEN Herstructurering bedrijventerreinen De stuurgroep heeft positief besloten over de inzet van het Lokaal Herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) op Het Laar. Het traject met de private partij voor een nieuwe LHFTparticipatie in de Kanaalzone neemt meer tijd in beslag. We sturen op een go/no-go beslissing uiterlijk 4e kwartaal 2013. Het opstellen van het regionaal herstructureringsprogramma verloopt conform planning. lijke vaststelling in het RRO staat gepland voor 4e kwartaal 2013. Herstructurering bedrijventerreinen Samen met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en het Bedrijvenoverleg Regio Tilburg (BORT) starten we in tenminste twee nieuwe herstructureringsprojecten op Tilburgse bedrijventerreinen. Uiterlijk in 2015 hebben we 7,5 miljoen revolverend geïnvesteerd vanuit het Lokaal Herstructureringsfonds Tilburg (LHFT). ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Parkmanagement De huidige interim parkmanager wordt door de gemeente betaald. Zijn voornaamste taak is om door middel van voorbeelden en kleine initiatieven het belang van parkmanagement onder de aandacht van de ondernemers te krijgen. Daarnaast is parkmanagement op T58, waar sprake is van een verplichte bijdrage, inmiddels operationeel waarbij alle structuren die nodig zijn voor een goede sturing door de ondernemers van T58 ingevuld zijn. We bereiden de vorming van een Tilburgs ondernemersfonds voor. Dit is een PPS constructie waarbij ondernemers en gemeente samen investeren in de vitaliteit van de bedrijventerreinen. Parkmanagement In gaat het Tilburgs Ondernemersfonds van start. Met dit fonds kunnen we op basis van parkmanagementplannen die opgezet worden door de vereniging van ondernemers op een terrein investeren in de vitaliteit van het bedrijventerrein. We gaan ervanuit dat hierdoor het vestigingsklimaat verbetert dan wel op niveau blijft. De ondernemers dragen zelf minimaal 50% bij aan de benodigde investeringen. Voor de bestaande terreinen waar nog geen sprake is van verplicht parkmanagement is het voornemen om middels de reclamebelasting te komen tot een verplichte solidariteitsheffing bij alle ondernemers op een terrein. Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Stappegoor Het ontwerp bestemmingsplan Stappegoor is in procedure. Naar verwachting zal het bestemmingsplan in december 2013 door de raad vastgesteld worden; aansluitend wordt ook de omgevevingsverunning voor de supermarkt XL verleend op basis van de zgn. coördinatieregeling. Stappegoor Na vaststelling van het bestemmingsplan door raad in december 2013, zal gelet op de te verwachten beroepen benut wordt voor het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan. De beroepstermijn is vanwege het van toepassing zijn van de Crisis en Herstel Wet beperkt tot een half jaar. Op basis van het onherroepelijk bestemmingsplan zal de grondlevering door de gemeente aan het Consortium Stappegoor plaats vinden. Aan de hand hiervan kan de bouw van de supermarkt XL in starten. We geven uitvoering aan de aanvullende overeenkomst. Het jaar staat verder in het teken van bouw rijp maken van de eerste woonvlekken en woningverkoop. Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Gemiddelde reistijd naar het centrum: Drukste ochtendspitsuur Auto Fiets Openbaar vervoer Drukste avondspitsuur Auto Fiets Openbaar vervoer Dalperiode (12.00-14.00u) Auto Fiets Openbaar vervoer Gemiddelde reistijd A58 (afrit 12) - Vossenberg: Ochtendspits (07.00-09.00u) voor opening Burg. Letschertweg na opening Burg. Letschertweg Avondspits (16.00-18.00u) voor opening Burg. Letschertweg na opening Burg. Letschertweg Dalperiode (12.00-14.00u) voor opening Burg. Letschertweg na opening Burg. Letschertweg Streefwaarde Verkorten reistijden Realisatie 2012 Realisatie 2011 14m34s 25 m 26 m 14m54s 25 m 27 m 14m11s 24 m 26 m 17m27s 9m28s 19m02s 9m31s 16m59s 9m47s n.v.t. (Vanaf 2012 is een nieuwe verbeterde meetmethode ingevoerd) n.v.t. (Vanaf 2012 is een nieuwe verbeterde meetmethode ingevoerd) ACTIVITEITEN Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Terug Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen DOELEN STAND VAN ZAKEN Vergroten bereikbaarheid van werk en het centrum In is de Bredaseweg binnen de tangenten in zijn geheel verdubbeld. Verbeteren reistijden van en naar het centrum via auto, openbaar vervoer en fiets. In zijn de tangenten gereed. Verbreding A58: lobby via Netwerkprogramma/ InnovA58. Vervanging tegelverharding fietspaden naar asfalt. Vergroten bereikbaarheid van werk en het centrum Regionale agenda Het algemeen bestuur van de regio Hart van Brabant heeft de regionale beleidsagenda verkeer en vervoer vastgesteld. Werken -De tangenten zijn geopend en aansluiting gerealiseerd. -De aannemer is gestart met de voorbereiding voor de verbreding van de Bredaseweg. -Voor de verruiming van het Wilhelminakanaal Fase 1 is gestart met het kabel- en leidingen tracé. -De gemaakte zuidelijke spooraansluiting Loven kon om veiligheidsredenen nog niet in gebruik worden genomen, maar zal eind oktober alsnog in gebruik worden genomen Meerjarenprogramma Openbare Ruimte Het MJP 2013-2016 is opnieuw geprogrammeerd en door de raad vastgesteld. In dit nieuwe MJP zijn een aantal projecten in latere jaren geprogrammeerd. De uitvoering van de in 2013 opnieuw geprogrammeerde projecten loopt voor 85-90% conform planning. Parkeren De ombouw van de parkeergarages loopt vertraging op vanwege de aanbesteding van het camerasysteem en de bekabeling/ switches. Start uitvoering werkzaamheden wordt verwacht voor half oktober. De vertraging in de ombouw van de parkeergarages leidt tot vertraging bij de invoering van GSM parkeren. Gratis parkeren wijkwinkelcentra als uitvloeisel van parkeren op orde is geheel afgerond. Wagnerplein en Heijhoef zijn ook contractueel afgerond. Contractuele afronding Westermarkt en Koningsoord worden in het totaal van die gebiedsontwikkelingen meegenomen. De fietsenstallingen blijven gratis. Vergroten bereikbaarheid van werk en het centrum Betrokken partners: De provincie Noord-Brabant, Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), de gemeenten Breda, Eindhoven, Helmond, s-hertogenbosch, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Noord-Brabant, Nederlandse Spoorwegen, Prorail, GGA Verkeer en vervoer Hart van Brabant, politie,- Midpoint Brabant, ondernemers (m.n. Bedrijven Overleg Regio Tilburg (BORT) en kanaalgebonden bedrijven voor het Wilhelminakanaal), Tilburg University, Dinalog Breda, Reizigers overleg Brabant, Fietsforum. Bredaseweg De verdubbeling van de Bredaseweg ronden we af in. In de eerste helft van zal het gedeelte tussen de Burgemeester van Voorst tot Voorstweg en de Reeshofweg gereed zijn. Hierna volgt het gedeelte tussen de Reeshofweg en de Burgemeester Letschertweg. Hiervoor is inmiddels het werk aanbesteed en het contract gegund. Verbeteren doorstroming In willen we de maatregelen die nodig zijn om de doorstroming op de ringbanen en hoofdwegen te verbeteren bepaald hebben. In 2013 is de Ringbanenstudie afgerond. Deze studie vormt de basis voor het besluitvormingsproces om een maatregelenpakket vast te stellen en hierover met de gemeenteraad van gedachten te kunnen wisselen. De belangrijkste maatregelen die we in uitvoeren om de bereikbaarheid van het centrum te vergroten zijn: Instellen van de groene golven (dynamisch verkeersmanagement) op de Hart van Brabantlaan en de Spoorlaan. Op de twee belangrijkste invalswegen naar Cityring en Spoorzone de doorstroming verbeteren zoals opgenomen in het maatregelenpakket. Herinrichting van de Kempenbaan (stadinwaarts) op basis van het programma Beter Benutten Kempenbaan. Dit zorgt voor een betere doorstroming van de A58 (afrit 10) richting het centrum. We blijven ons inzetten op verbetering van de regionale bereikbaarheid over de A58 en participeren in de projectgroep InnovA58. Wij zetten ons ondermeer actief in bij de studie/onderzoek voor een verbrede A58 tussen Eindhoven en Tilburg en tussen knooppunt St. Annabosch en Galder (uitvoering voorzien rond 2024). Ook stellen wij volgens afspraak in de regionale Beleidsagenda GGA een masterplan Zone A58 op namens de regio, om daarmee de lobby richting het Ministerie van Infrastructuur & Milieu/ Rijkswaterstaat kracht bij te kunnen zetten. Hierbij nemen we ook de extra op- en afritten van de A58 ter hoogte van Stappegoor mee. ACTIVITEITEN Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Vervolg Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: ACTIVITEITEN Trimodaal vervoer Begin 2013 is Rijkswaterstaat gestart met de werkzaamheden voor verruiming van het Wilhelminakanaal, klasse IV-verruiming (fase 1) tussen westgrens Tilburg en Kraaiven (afronding voorzien in 2016). Wij onderzoeken de mogelijkheden voor het aanboren van externe financieringsbronnen ten behoeve van de klasse IV-verruiming in het bestaand kanaal Albionstraat-Loven (fase 1,5). Deze verkenning ronden we in af. Voor een klasse IV bereikbaarheid van het Wilhelminakanaal tot aan Loven zijn aanvullende maatregelen nodig. Over de voorbereiding daarvan is overeenstemming bereikt met Rijkswaterstaat aangaande de opdrachtgeverrol van de gemeente. Daarnaast is een principeafspraak met Rijkswaterstaat gemaakt over het meeliften bij het onderhoudsbaggeren en het vernieuwen van de verkeerscentrale. Eerder (bij de sovereenkomst) is met alle partners in het project Wilhelminakanaal fase 1 afgesproken dat alle budgetten voor het Wilhelminakanaal beschikbaar blijven voor het Wilhelminakanaal gedurende de uitvoering van het gehele project. Partijen zijn echter bereid gebleken tot flexibiliteit voor inzet t.b.v. klasse IV-bereikbaarheid tot aan Loven. Aan de voorbereiding voor alle onderdelen kan verder invulling gegeven worden, waarbij de planning erop gericht is dat eind gestart kan worden met de aanbesteding. De voorbereidingskosten en latere uitvoeringskosten kunnen ten laste van de restantbudgetten van fase 1 gebracht worden. Lopende het uitvoeringstraject van fase 1 kan beoordeeld worden in hoeverre - naast de uitvoeringskosten - ook nog voorbereidingskosten ten laste van het in de RGI gereserveerde bedrag gebracht moeten worden. De realisatie van railterminal Tilburg Loven ronden we in af waarmee de railaansluiting Loven gereed is. Bereikbaarheid met openbaar vervoer (Koolhoven, station Berkel-Enschot) Met de provincie Noord-Brabant en de (nieuwe) vervoerder maken wij afspraken over de inzet van openbaar vervoer voor Koolhoven op het moment dat de Koolhovenlaan-Oost gerealiseerd is. Wij voeren de afspraken/maatregelen uit conform de afspraken van het OV-plan Hart van Brabant 2013-2020. Met de NS willen we afspraken maken over de haalbaarheid en termijn van realisatie van een station voor Berkel-Enschot. Benutten openbare wegen voor versterken Leisure Met onze partners in de regio willen we bekijken of en op welke wijze de openbare wegen beter benut kunnen worden voor vrijetijdsactiviteiten, bijvoorbeeld door het aanleggen van sportlanes. Hierbij onderzoeken we ook de mogelijkheden om andere partijen mee te laten betalen (cofinanciering, subsidiemogelijkheden). Na dit onderzoek leggen we de uitkomsten voor ter beoordeling van de gemeenteraad. Versterking recreatieve gebruiksfunctie Bels Lijntje We gaan een plan opstellen voor verbreding van het Bels lijntje, voor het Tilburgse traject, zodat wandelaars, fietsers, skeelerers en hardlopers elkaar ongestoord kunnen passeren. Daarbij overleggen we ook met de gemeenten Goirle/Riel, Alphen/Chaam en Baarle- Nassau over eventuele verbreding van het Bels Lijntje verder naar het zuiden. Hierbij nemen we ook de mogelijkheden mee om andere partijen mee te laten betalen. Na dit onderzoek leggen we de uitkomsten voor ter beoordeling aan de gemeenteraad. Truckparking A58 In voeren we een onderzoek uit naar de haalbaarheid van een truckparking. We doen dit op basis van de resultaten van het verkenningsonderzoek uit 2013. We brengen de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek in bij de ruimtelijke procedure die nodig is om eventuele realisatie van een truckparking mogelijk te maken. Fietspaden In alle in het Meerjarenprogramma (MJP) opgenomen projecten waar fietspaden voorkomen, zetten we de bestrating van de fietspaden om in asfalt. In zijn dit o.a. de Burg. Brokxlaan, Hart van Brabantlaan, Kwaadeindstraat, St. Josephstraat en de Siriusstraat. ACTIVITEITEN Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Terug Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: DOELEN Indicator Rapportcijfer binnenstad: - Fysieke waardering - Sfeer binnenstad n.v.t. Streefwaarde Realisatie 2012 7,1 6,2 Realisatie 2011 7,1 (2010) 6,1 (2010) Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk STAND VAN ZAKEN Terug ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën + DOELEN STAND VAN ZAKEN Versterken van de Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Rapportcijfer fysieke en functionele waardering van de binnenstad. Diverse projecten/trajecten opstarten. Deze zijn vaak van dermate grote omvang dat ze jaren lopen. De Binnenstad krijgt een impuls door versterking van het kernwinkelgebied en verbinding met het dwaalgebied. We creëren een levendige Piushaven waarbij het van belang is een grotere diversiteit en verdunning van woningbouw in de Piushaven te realiseren. Versterken van de Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Spoorzone Met uitzondering van het busstation (uitgesteld vanwege Tilburion) en Spoorlaan Boulevard (2015) zijn alle voorbereidingsactiviteiten voor de nieuwe stationsomgeving gereed tegen het eind van 2013. De oplevering van de Burgemeester Brokxlaan zal eind 2013 plaatsvinden. Gedurende het jaar worden werkzaamheden uitgevoerd om de Koepelhal en Wagenmakerij geschikter te maken voor evenementen en activiteiten. Het conceptontwerp voor de Stadscampus is nader uitgewerkt met het concept voor de Bibliotheek van de Toekomst. lijk is gekozen voor een conceptvariant voor de Bibliotheek van de Toekomst. Tevens is een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld t.b.v. de verdere uitwerking van de planstudie. We gaan het concept verder uitwerken met potentiële samenwerkingspartners. De Talent Square is opgeleverd. Binnenstad Het Voorlopig Ontwerp voor versterking van het winkelgebied wordt nog voor het einde van jaar voorgesteld. Dit geldt ook voor het beeldkwaliteitsplan. Het technisch kwaliteitshandboek wordt doorgeschoven naar om goede besluitvorming over voortgang van het project door de Raad mogelijk te maken. Het structuurontwerp voor Stadskantoor 1 is afgerond. Het voorlopig ontwerp voor Stadskantoor 3 is door de ontwikkelaar opgesteld en vormt onderdeel van de bestemmingsplanprocedure (begin ). De overige deellocaties zijn nog niet aan planontwikkeling toe. Er heeft een nieuwe aanbesteding voor de VMK gebiedsontwikkeling plaatsgevonden. De geselecteerde ontwikkelaar werkt momenteel aan de uitwerking van het plan. De 1e paal is nog niet gerealiseerd. De eerste uitvoeringsactiviteiten gaan in het 4e kwartaal van start In het 3e kwartaal 2013 voeren we een verkenning uit naar de wijze waarop we in Tilburg de ondersteuning voor ondernemers georganiseerd hebben. We zoeken hierbij (ook) de relatie met de ontwikkeling van het Center for Social Innovation (initiatief Midpoint Brabant) en de (mogelijke) locatie in de Spoorzone. De ontwikkeling van de Bibliotheek van de Toekomst verkennen we samen met de kennisinstellingen. Piushaven Start bouw Nieuw Jeruzalem is voorzien voor het einde van het jaar. De nieuwe brug over de Piushaven (Den Ophef) is opgeleverd en in juni geopend. Lourdesplein: De bouw is nog niet gestart en verwachten wij op z n vroegst begin. AaBe-complex: de contracten zijn inmiddels gesloten en start van de bouw is voorzien voor het einde van jaar. Betrokken partners: Spoorzone: o.a. - Volker Wessels, SDK Vastgoed BV, Bibliotheek Midden Brabant, Fontys, Van de Ven Bouw- en Ontwikkeling BV, Van Wijnen/Libre Vastgoed, TBV Wonen, Wonen Breburg, NS Stations, ProRail Binnenstad, ontwikkeling winkelrondje: vastgoedeigenaren in het gebied, ontwikkelaar(s), stichting Binnenstadmanagement Tilburg, de Samenwerkende Ondernemers Binnenstad Tilburg en stichting Stadskern. Binnenstad, Veemarktkwartier: vastgoedeigenaren en ontwikkelende partijen, netwerkorganisatie Studio VMK, Starterslift, TIC en Midpoint, TICTevens, Van de Ven. Versterken van de Spoorzone, Binnenstad en Piushaven We ontwikkelen in een integraal beeld van de kracht en potenties van het centrum van Tilburg. In dit beeld positioneren we de Spoorzone, de Binnenstad en de Piushaven ten opzichte van elkaar en beschrijven we ook hoe we deze gebieden beter met elkaar kunnen verweven. We zetten een eerste stap in de ontwikkeling van een integrale visie op het centrum van Tilburg waarin we de synergie beschrijven tussen kennis, bedrijvigheid, detailhandel, evenementen, horeca, cultuur en de ontwikkeling van een centrumstedelijk woonmilieu in deze gebieden en de wijze waarop we de gebieden beter met elkaar kunnen verbinden. Spoorzone Tijdens de werkzaamheden in de Spoorzone blijven we er activiteiten en evenementen programmeren. De tijdelijke programmering van de Koepelhal besteden we uit aan een marktpartij. Samen met Bibliotheek Midden-Brabant werken wij het concept van de Bibliotheek van Toekomst / Werkplaats van Kennis verder uit en komen in tot een definitief ontwerp en bestek. De mijlpalen voor zijn: bouw nieuw pand UWV (Zwijsen I), uitgifte Polygoonhal, definitief ontwerp Clarissenhof gereed, definitief ontwerp Bibliotheek van de toekomst gereed, start bouw vormenfabriek. Binnenstad We willen de organisatie Binnenstadsmanagement Tilburg faciliteren door een structurele financiële investering en het leveren van ambtelijke ondersteuning. Hiervoor richten we in het Ondernemersfonds Binnenstad voor Binnenstadsmanagement Tilburg (BMT) op. Samen met het Binnenstadsmanagement Tilburg organiseren we meer synergie tussen evenementen en horeca enerzijds en detailhandel anderzijds. Daarbij hoort ook een evenwichtige programmering van evenementen over de binnenstad. Piushaven Ook in de Piushaven volgt een nieuw seizoen evenementen Levend Podium. In evalueren we het Levend Podium en bekijken we hoe en met welke middelen we dit kunnen voortzetten. De mijlpalen voor zijn: realisatie van de eerste fase van het lichtplan, bouw Lourdesplein, herontwikkeling Aabe-complex. ACTIVITEITEN

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Positie voor factor cultuuraanbod binnen woonaantrekkelijkheidsindex van de Atlas voor gemeenten Top 10 11 e Plaats 10 e plaats Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk STAND VAN ZAKEN Aantal gesubsidieerde ateliers in atelierbestand stedelijke beheersorganisatie 200 189 189 Aantal ondersteunde amateurproducties per jaar door stedelijk servicepunt amateursector; - waarvan percentage voor jongeren 500 >20% Aantal bereikte deelnemers per jaar via stedelijk centrum voor kunsteducatie 25.000 22.500 28.600 Percentage bemiddeling van leerlingen in het primair onderwijs via stedelijke ondersteuningsstructuur >75% 80,3% 84,5% Terug 700 17% 540 19% ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Positie voor factor cultuuraanbod binnen woonaantrekkelijkheidsindex van de Atlas voor gemeenten Top 10 11 e Plaats 10 e plaats Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk STAND VAN ZAKEN Aantal gesubsidieerde ateliers in atelierbestand stedelijke beheersorganisatie 200 189 189 Aantal ondersteunde amateurproducties per jaar door stedelijk servicepunt amateursector; - waarvan percentage voor jongeren Terug 500 >20% Aantal bereikte deelnemers per jaar via stedelijk centrum voor kunsteducatie 25.000 22.500 28.600 Percentage bemiddeling van leerlingen in het primair onderwijs via stedelijke ondersteuningsstructuur >75% 80,3% 84,5% 700 17% 540 19% ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Positie voor factor cultuuraanbod binnen woonaantrekkelijkheidsindex van de Atlas voor gemeenten Top 10 11 e Plaats 10 e plaats Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk STAND VAN ZAKEN Aantal gesubsidieerde ateliers in atelierbestand stedelijke beheersorganisatie 200 189 189 Aantal ondersteunde amateurproducties per jaar door stedelijk servicepunt amateursector; - waarvan percentage voor jongeren Terug 500 >20% Aantal bereikte deelnemers per jaar via stedelijk centrum voor kunsteducatie 25.000 22.500 28.600 Percentage bemiddeling van leerlingen in het primair onderwijs via stedelijke ondersteuningsstructuur >75% 80,3% 84,5% 700 17% 540 19% ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Top-10 positie voor cultuuraanbod Tilburg zit in de periode 2010- in de Top 10 van de factor cultuuraanbod binnen de woonaantrekkelijkheidsindex van de Atlas voor gemeenten. Elk jaar is er in de stad een cultuuraanbod met een internationale uitstraling. Betrokken partners: Cultuuraanbod: o.a. Het Zuidelijk Toneel, Station Zuid, 013, Paradox, Textielmuseum, Natuurmuseum, De Pont, Mundial, Incubate, Playgrounds, Roadburn, Gipsy, Dansmaand, commerciële bioscopen Productieklimaat, voorwaardenscheppend: Stichting Ateliers, ArtFact, Factorium Economie: Productieklimaat, productiehuizen: Muzieklab Brabant, Paradox, NWE Vorst, Kunstpodium T Productieklimaat, advies en ondersteuning: BKKC, Kunstbalie Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur STAND VAN ZAKEN Top-10 positie voor cultuuraanbod De titel van Culturele Hoofdstad van Europa is op 6 september 2013 verleend aan Leeuwarden en niet aan Eindhoven Brabant. Daarmee is onze medekandidatuur ten einde. De consequenties moeten nog nader worden uitgewerkt. Wij hechten er voor het vestigingsklimaat aan om door te pakken in cultuur. In deze begroting doen wij dat door middelen te bestemmen voor een toekomstgerichte verbouwing van 013 en de inrichting van de bibliotheek van de toekomst (zie hiervoor het programma : Spoorzone, binnenstad en Piushaven). Het belang om hiervoor een gezamenlijke lobby vorm te geven bezien wij nog in B5 verband en met de provincie. De uitvoering van het voorterrein van De Pont zal gereed zijn in het eerste kwartaal van conform herprogrammering MJP 2013-2016. Top-10 positie voor cultuuraanbod Zonder investeringen verliest 013 zijn nationale toppositie in de popmarkt. Vanwege de betekenis van het popcentrum voor het stedelijke vestigingsklimaat vinden wij een toekomstgerichte verbouwing van 013 noodzakelijk. Deze verbouwing vindt plaats in twee fases, waarbij in fase 1 achterstallig onderhoud wordt gepleegd en twee kleine zalen worden samengevoegd tot een middenzaal met een capaciteit van 400-700 bezoekers en in fase 2 de grote zaal wordt uitgebreid naar een capaciteit van 3000 bezoekers. Bij de begrotingsvoorstellen zijn hiervoor de betreffende bedragen gereserveerd. In 2013 leggen wij het raadsvoorstel voor fase 1 voor aan de raad. In wordt de planvorming voor fase 2 verder uitgewerkt en aan de raad voorgelegd. ACTIVITEITEN Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk DOELEN STAND VAN ZAKEN Het duurzaam op niveau houden van het culturele productieklimaat Het atelierbestand van de stedelijke beheersorganisatie omvat jaarlijks 200 gesubsidieerde ateliers. Het stedelijk servicepunt voor de amateursector ondersteunt jaarlijkse 500 amateurproducties, waarvan minimaal 20% voor jongeren. Het duurzaam op niveau houden van het culturele productieklimaat De subsidie van de provincie voor de Opmaatprojecten (proeftuinen) binnen Culturele Hoofdstad hebben we conform planning gebruikt om het culturele productieklimaat op niveau te houden. Betrokken partners: Cultuuraanbod: o.a. Het Zuidelijk Toneel, Station Zuid, 013, Paradox, Textielmuseum, Natuurmuseum, De Pont, Mundial, Incubate, Playgrounds, Roadburn, Gipsy, Dansmaand, commerciële bioscopen Productieklimaat, voorwaardenscheppend: Stichting Ateliers, ArtFact, Factorium Productieklimaat, productiehuizen: Muzieklab Brabant, Paradox, NWE Vorst, Kunstpodium T Productieklimaat, advies en ondersteuning: BKKC, Kunstbalie Het duurzaam op niveau houden van het culturele productieklimaat In formuleren we een programma van eisen Beheer ateliers en werkruimten resp. een programma van eisen Ondersteuning amateurkunst waarin we de randvoorwaarden (prestatie, indicatoren en budget) scheppen voor een cultureel productieklimaat. Onder regie van Stichting Mommerskwartier/Stadsmuseum presenteren de erfgoedinstellingen (inclusief musea) in Het Verhaal van Tilburg. Een eerste proeve van dit Verhaal is een tentoonstelling over de geschiedenis van Tilburg in de Spoorzone in. Op verschillende momenten (ook na ) en op andere locaties gaan in dit kader activiteiten plaatsvinden. ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur DOELEN STAND VAN ZAKEN Vergroten cultuurparticipatie van jeugd en volwassenen Aantal bereikte deelnemers per jaar via stedelijk centrum voor kunsteducatie. Percentage bemiddeling van leerlingen in het primair onderwijs via stedelijke ondersteuningsstructuur. Vergroten cultuurparticipatie van jeugd en volwassenen De integratie van CIST is vertraagd als gevolg van de discussie over de toekomst van de Stichting Brede School Tilburg. Betrokken partners: Cultuuraanbod: o.a. Het Zuidelijk Toneel, Station Zuid, 013, Paradox, Textielmuseum, Natuurmuseum, De Pont, Mundial, Incubate, Playgrounds, Roadburn, Gipsy, Dansmaand, commerciële bioscopen Productieklimaat, voorwaardenscheppend: Stichting Ateliers, ArtFact, Factorium Productieklimaat, productiehuizen: Muzieklab Brabant, Paradox, NWE Vorst, Kunstpodium T Productieklimaat, advies en ondersteuning: BKKC, Kunstbalie Vergroten cultuurparticipatie van jeugd en volwassenen De scholen in het primair onderwijs gaan samen met Factorium en CiST aan de slag met doorlopende leerlijnen. Dit doen zij mede op basis van de pilot doorlopende leerlijnen die op initiatief van de raad wordt uitgevoerd op basisscholen. De inzet past in de rijksregeling cultuureducatie, waar een deel van de middelen vandaan komt, en past bij onze visie op cultuureducatie en amateurkunst. Deze visie wordt in 2013 afgerond. In formuleren we het programma van eisen Dans, muziek en theatereducatie op grond waarvan het stedelijk centrum voor kunsteducatie activiteiten kan voortzetten en ontplooien. ACTIVITEITEN Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Aantal te bouwen woningen per jaar (2010-2020) 850 464 1.036 Percentage levensloopbestendige nieuwbouwwoningen (2010-) 40% 24% 25% Percentage nieuwbouwwoningen in goedkope sector (2010-) 30% 75% 45% Percentage particulier opdrachtgeverschap van de grondgebonden woningbouwproductie (2010-) >30% 9% 9% Kernvoorraad betaalbare huurwoningen per ultimo : - Onder 1 e aftoppingsgrens (tot 536,-, prijspeil 2013) - Onder liberalisatiegrens (tot 681,- prijspeil 2013) > 21.000 > 27.800 22.157 27.979 24.001 28.532 Aantal energetische verbeterde sociale huurwoningen in periode 2010-2015 4.000 716 800 Aantal energetische verbeterde particuliere woningen tot 2015 via een blok-voor-blok-aanpak 2.000 Voorbereiding in 2012 ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Terug Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Aantal te bouwen woningen per jaar (2010-2020) 850 464 1.036 Percentage levensloopbestendige nieuwbouwwoningen (2010-) 40% 24% 25% Percentage nieuwbouwwoningen in goedkope sector (2010-) 30% 75% 45% Percentage particulier opdrachtgeverschap van de grondgebonden woningbouwproductie (2010-) >30% 9% 9% Kernvoorraad betaalbare huurwoningen per ultimo : - Onder 1 e aftoppingsgrens (tot 536,-, prijspeil 2013) - Onder liberalisatiegrens (tot 681,- prijspeil 2013) > 21.000 > 27.800 22.157 27.979 24.001 28.532 Aantal energetische verbeterde sociale huurwoningen in periode 2010-2015 4.000 716 800 Aantal energetische verbeterde particuliere woningen tot 2015 via een blok-voor-blok-aanpak 2.000 Voorbereiding in 2012 ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Terug Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Aantal te bouwen woningen per jaar (2010-2020) 850 464 1.036 Percentage levensloopbestendige nieuwbouwwoningen (2010-) 40% 24% 25% Percentage nieuwbouwwoningen in goedkope sector (2010-) 30% 75% 45% Percentage particulier opdrachtgeverschap van de grondgebonden woningbouwproductie (2010-) >30% 9% 9% Kernvoorraad betaalbare huurwoningen per ultimo : - Onder 1 e aftoppingsgrens (tot 536,-, prijspeil 2013) - Onder liberalisatiegrens (tot 681,- prijspeil 2013) > 21.000 > 27.800 22.157 27.979 24.001 28.532 Aantal energetische verbeterde sociale huurwoningen in periode 2010-2015 4.000 716 800 Aantal energetische verbeterde particuliere woningen tot 2015 via een blok-voor-blok-aanpak 2.000 Voorbereiding in 2012 ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Terug Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: Duurzame economische groei DOELEN Bouwen van voldoende gedifferentieerde woningen, conform behoefte en vastgesteld beleid Realiseren van een woningbouwprogramma van 850 woningen in. Jaarlijks bij de Perspectiefnota (op basis van monitoring) bepalen of woonprogramma de woningbehoefteontwikkeling kan volgen. Voor de periode 2010-2020 is de woningbehoefteontwikkeling gemiddeld 1.000 woningen per jaar. 40% van de nieuwbouwwoningen wordt in de periode 2010- levensloopbestendig gebouwd. Ca. 30 % van de nieuw te bouwen woningen wordt in de periode 2010- in de goedkope sector gerealiseerd. Hiervan is ongeveer de helft sociale huur; de andere helft goedkope koop. Aan het eind van de collegeperiode () bedraagt het aandeel particulier opdrachtgeverschap minimaal 30% van de grondgebonden woningbouwproductie. Betrokken partners: Tilburgse woningcorporaties, particuliere woningbouwontwikkelaars en -beheerders in de regio Tilburg, makelaars in de regio Tilburg, stedelijk bewonersoverleg Tilburg en woonconsumentenorganisaties, regiogemeenten, provincie NB, zorg- en welzijnsinstellingen. Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint STAND VAN ZAKEN Bouwen van voldoende gedifferentieerde woningen, conform behoefte en vastgesteld beleid Particulier Opdrachtgeverschap Het plan van aanpak is afgerond. Er is een projectgroep opgericht voor het ontwikkelen van de door het college aangewezen locaties tot bouwrijpe kavels met bouwtitel. Onderzoek Erfpachtconstructies -We zijn actief bezig met het toepassen van erfpachtconstructie op het bedrijventerrein Vossenberg en bij de Vormenfabriek. -In het 4e kwartaal worden de nieuwe algemene erfpachtvoorwaarden aangepast. Overigens kunnen ook binnen de huidige voorwaarden al erfpachtconstructies worden toegepast. Bouwen van voldoende gedifferentieerde woningen, conform behoefte en vastgesteld beleid Wij voeren intensief overleg met onze partners (corporaties, bouwers, ontwikkelaars) met als vertrekpunt de in de doelen geformuleerde kwantitatieve vraag van 850 woningen en kwalitatieve aspecten qua woning- en woonmilieutype afgezet tegen de vraag van de woonconsument. In 2013 is versterkt ingezet op collectief particulier opdrachtgeverschap wat zijn vruchten in zal afwerpen. Als het gaat om de sociale voorraad hebben wij op dit punt nadere afspraken gemaakt met de corporaties in het kader van het Convenant Wonen (looptijd tot 2015). In wordt de voorbereiding gestart voor een nieuw Convenant Wonen 2015-2020. ACTIVITEITEN Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering Vogeltjesbuurt Het bestemmingsplan is vastgesteld. De corporatie is uitvoerder van de herstructurering. Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Gedifferentieerde woonmilieus Motie 001 TT2040 Het onderzoek naar woonmilieuvoorkeuren is samen met de corporaties uitgevoerd en gedeeld met de ontwikkelende partijen. Het Plan van Aanpak is vastgesteld met onder andere als actiepunten bekendheid geven aan het onderzoek, leefstijlen- en milieubenadering uitdragen onder ontwikkelaars (met als concrete projecten Jeruzalem en Rosmolen), de vertaling in het gemeentelijk beleid (woonvisie, stedelijke transitie en Structuurvisie 2040) en het inbrengen in het regionaal woningbehoefteonderzoek. Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: DOELEN Het in stand houden van een voldoende grote kernvoorraad betaalbare huurwoningen voor de doelgroepen van beleid Per 1 januari 2015 blijven -conform convenant met de woningbouwcorporaties- minimaal 21.000 woningen beschikbaar met een maximumhuur beneden de 1e aftoppingsgrens ( 536 prijspeil 2013) en 27.800 woningen met een maximumhuur onder de liberalisatiegrens ( 681,- prijspeil 2013). Betrokken partners: Tilburgse woningcorporaties, particuliere woningbouwontwikkelaars en -beheerders in de regio Tilburg, makelaars in de regio Tilburg, stedelijk bewonersoverleg Tilburg en woonconsumentenorganisaties, regiogemeenten, provincie NB, zorg- en welzijnsinstellingen. Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk STAND VAN ZAKEN Het in stand houden van een voldoende grote kernvoorraad betaalbare huurwoningen voor de doelgroepen van beleid Wij monitoren het aanbod van betaalbare huurwoningen voor doelgroepen beleid in de kernvoorraad. Wij bezien dit ook in relatie tot de financiële posities van de corporaties. Wij hebben hierover ook afspraken gemaakt met de corporaties in het Convenant Wonen. De stuurgroep Convenant Wonen heeft in juli de monitor besproken en opgenomen in de voortgangsrapportage. Samen met de corporaties wordt in dit kader het nieuwe Convenant 2015-2019 voorbereid. Het in stand houden van een voldoende grote kernvoorraad betaalbare huurwoningen voor de doelgroepen van beleid Eind is een voldoende grote kernvoorraad betaalbare huurwoningen voor de doelgroepen van beleid beschikbaar: 21.000 woningen met een maximumhuur beneden de 1e aftoppingsgrens en 27.800 woningen met een maximumhuur beneden de liberalisatiegrens. Wij maken nieuwe afspraken met de corporaties over het in stand houden van een voldoende grote kernvoorraad als onderdeel van het convenant Wonen 2015-2020. ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: DOELEN Betrokken partners: Tilburgse woningcorporaties, particuliere woningbouwontwikkelaars en -beheerders in de regio Tilburg, makelaars in de regio Tilburg, Het energetisch verbeteren van de bestaande woningvoorraad, stedelijk bewonersoverleg Tilburg en woonconsumentenorganisaties, zowel in de sociale als in de particuliere sector, mede in het licht van woonlastenbeheersing regiogemeenten, provincie NB, zorg- en welzijnsinstellingen. In de periode 2010-2015 4.000 sociale huurwoningen energetisch verbeteren met name bij bewoners uit de primaire doelgroep met een hoge woonlastenproblematiek en woonachtig in een complex met lage energiekwaliteit. Tot 2015 tenminste 2.000 particuliere woningen energetisch verbeteren via een blok-voor-blok-aanpak Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur STAND VAN ZAKEN Het energetisch verbeteren van de bestaande woningvoorraad, zowel in de sociale als in de particuliere sector, mede in het licht van woonlastenbeheersing Op basis van monitoring bepalen wij periodiek welke inzet nodig is om de doelstelling voor het energetisch verbeteren van de bestaande voorraad te halen. Onze verwachting is dat er extra inzet nodig is en/of extra investeringen en dat eind nog niet de afgesproken 4.000 sociale huurwoningen energetisch zijn verbeterd met minimaal 3 labelsprongen of minimaal energielabel B hebben. Het energetisch verbeteren van de bestaande woningvoorraad, zowel in de sociale als in de particuliere sector, mede in het licht van woonlastenbeheersing Wij voeren overleg met de woningcorporaties om hen te stimuleren de gemaakte afspraken na te komen. Nieuwe afspraken over energetisch verbeteren van huurwoningen (waaronder de restopgave van de afgesproken 4.000 sociale huurwoningen) zijn onderdeel van het nieuwe convenant Wonen 2015-2020. Om tegemoet te komen aan de intensivering van de doelstelling om tot e-nota-0 te komen (de opgave is verhoogd tot 5.000 woningen) is een pilot/ businesscase in ontwikkeling. Wij nemen deze opgave mee in de convenantonderhandeling met de corporaties voor de periode 2015-2020. ACTIVITEITEN Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen De aanpak verduurzaming bestaande particuliere bouw, op weg naar 2000 particuliere woningen continueren wij in. 600 woningen zullen eind energetisch verbeterd zijn via de blok-voor-blok -aanpak. Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven In 2013 is een nationaal Energieakkoord gesloten. Wij onderzoeken de effecten van dit akkoord op de ambitie voor verduurzaming van de bestaande woningvoorraad in Tilburg en welke inspanningen de gemeente en onze partners moeten leveren om de doelstellingen te realiseren. Wij vertalen de effecten naar de benodigde inzet van de gemeente. Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Aantal hectare te realiseren ecologisch groen in periode 2010-35 ha 14 ha 23,4 ha Economie: Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk STAND VAN ZAKEN Terug ACTIVITEITEN Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Economie: DOELEN Toename van ecologisch groen (Groene Mal) Voor de periode 2010- dient er 35 ha ecologisch groen te worden gerealiseerd. Het versterken van de karakteristiek van Midden-Brabant van de vervlechting van stad en land(schap) in het kader van het vestigingsklimaat. Als element van het vestigingsklimaat houden stedelijke en landschappelijke ontwikkelingen gelijke tred. Betrokken partners: Groene Mal-partners: Natuurmonumenten, Brabants Landschap, Brabantse Milieufederatie, Zuidelijke land- en tuinbouw organisatie, Provincie Noord-Brabant, Waterschap de Dommel, Waterschap Brabantse Delta, Werkgroep Natuur en Milieu Tilburg, Gemeente Oisterwijk. Partners Vitaal Leisurelandschap en regio Hart van Brabant gemeenten. Duurzame economische groei Imagoversterking Ruimte voor groei Ruimte voor ondernemen Toename ondernemerstevredenheid Minder administratieve lastendruk Economische structuur Groei speerpuntsectoren Midpoint Verkoop bedrijventerreinen Herstructurering bedrijventerreinen Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Cultuur: Top-10 positie voor cultuuraanbod STAND VAN ZAKEN Toename van ecologisch groen (Groene Mal) Projecten - Het project Wilderte Arm is binnen planning afgerond. - Een concreet voorstel voor het project Leemkuilen-Vennen zal voor het einde van jaar gereed zijn. - De uitvoering van de ecologische verbindingszone Burgemeester Bechtweg is gereed. Versterken verbindinglandschappen Motie 013 TT2040 De aanvraag voor de eerste tranche Landschappen van Allure is ingediend maar door de provincie niet gehonoreerd. Op dit moment stellen we een nieuwe aanvraag op voor de tweede tranche met de abdij Koningshoeven als centraal icoon. Toename van ecologisch groen (Groene Mal) In geven wij uitvoering aan het Groene Mal programma en realiseren wij conform de afspraken van het programma de projecten. Wij zetten ons in om een positief subsidiebesluit van de provincie Noord-Brabant te verkrijgen voor de Tilburgse aanvraag en verwerven steun bij andere partijen om de (gezamenlijke) aanvraag succesvol te laten slagen. Daarnaast willen wij continuïteit organiseren ten aanzien van het regionaal landschapsbeleid (natuur en groen om de stad) en is een herijking nodig van (de organisatie van) het regionaal landschapsbeleid. Belangrijke elementen om inzichtelijk te maken wat nodig is voor het regionale landschapsbeleid zijn de volgende vier onderdelen: Wij geven uitvoering aan de regionale afspraken in het kader van Vitaal Leisurelandschap Hart van Brabant. Wij onderzoeken wat de inhoudelijke bijdrage is van het landschap aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat van onze stad. Hiervoor gaan wij nader definiëren wat een aantrekkelijk landschap (op basis van natuurwaarde, belevingswaarde en gebruikswaarde) betekent. Voor de herijking van het regionaal landschapsbeleid onderzoeken wij welke organisatievorm nodig is om de continuïteit van het landschapsbeleid te borgen. Dit betekent ook dat wij een keuze maken welk schaalniveau voor het landschapsbeleid het meest passend is (lokaal en/of regionaal). Tot slot onderzoeken wij hoe de financiering van het landschapsbeleid het beste kan worden georganiseerd. Wij moeten bepalen welke financiële inzet wij willen en kunnen leveren ten behoeve van de continuïteit van het (regionaal) landschapsbeleid. ACTIVITEITEN Culturele productieklimaat Vergroten cultuurparticipatie Wonen: Bouwen Kernvoorraad huurwoningen Energetisch verbeteren woningen Natuur om de stad Financiën +

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 201.128 25.489 36.233 34.320 30.722 30.722 Baten -211.569-35.217-46.166-36.662-34.253-34.253 Netto lasten -10.441-9.728-9.933-2.342-3.531-3.531 ; herijkingen 23. Bijstelling grondexploitatie 9.933 2.342 3.531 3.531 Totaal -10.441-9.728 0 0 0 0 250.000 Bereikbaarheid van werk en centrum Storting reserves 13% Organisatiekosten 2% 200.000 Spoorzone, Binnenstad en Piushaven 150.000 100.000 50.000 Lasten Baten Cultuur svoorst./doelen/subsidies kosten 85% - 2012 2013 2015 2016 2017 /svoorst. Wonen Natuur om de stad 23. Bijstelling grondexploitatie In de bijstelling van de begroting is rekening gehouden met de baten en lasten van de geactualiseerde plannen zoals deze in de paragraaf 3.2 Grondbeleid zijn opgenomen. Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Stedelijke ontwikkeling 38.470-38.470 0 Totaal 38.470-38.470 0 Saldo

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 45.287 13.586 14.038 11.334 26.987 8.327 Baten -54.504-50.177-27.896-24.519-38.529-19.871 Netto lasten -9.217-36.591-13.858-13.185-11.542-11.544 ; herijkingen 24. Inwonerbijdrage Regio Hart van Brabant/ Midpoint 217 219 221 223 25. Aflossing bruglening Enexis 651 26. Bijstelling grondexploitatie 220-16.337-2.764-2.763 27. Administratieve bijstellingen 48 70 70 70 ; nieuw beleid 28. Vergroten slagkracht organisatie 256 256 256 256 29. Bijdrage Binnenstadsmanagement 50 50 50 50 30. Tilburgs Ondernemers Fonds (TOF) - Parkmanagement Totaal -9.217-36.591-12.017-28.927-13.709-13.057 1.050 Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Storting reserves 10% Subsidies 3% Kapitaallasten 7% 60.000 50.000 svoorst./doelen/subsidies Organisatiekosten 18% 40.000 Cultuur /svoorst. 30.000 20.000 10.000 Lasten Baten Wonen kosten 62% - 2012 2013 2015 2016 2017 Natuur om de stad

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Wonen Natuur om de stad 24. Inwonerbijdrage Regio Hart van Brabant/Midpoint In de begroting van de Regio Hart van Brabant is de gemeentelijke bijdrage voor Midpoint geraamd op 2,- per inwoner. Op basis van het aantal inwoners bedraagt de totale bijdrage 217.000,- oplopend tot 223.000,- in 2017. 25. Aflossing bruglening Enexis Als gevolg van deze aflossing door Enexis in 2016 van de derde bruglening ontvangen we in 2017 minder rente, namelijk 651.000,-. 26. Bijstelling grondexploitatie In de bijstelling van de begroting is rekening gehouden met de baten en lasten van de geactualiseerde plannen zoals deze in de paragraaf 3.2 Grondbeleid zijn opgenomen. 27. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 28. Vergroten slagkracht organisatie We stellen voor de beleidscapaciteit economie uit te breiden met 3 fte om te investeren in een goed vestigingsklimaat en een duurzame economische groei te realiseren. De domeinen waar de speerpunten liggen zijn: Logistiek en Aerospace & Maintenance Care, Promotie en Acquisitie Economie algemeen. 29. Bijdrage Binnenstadsmanagement Binnenstad Management Tilburg (BMT) 2.0 is een extern initiatief onder verantwoordelijkheid van de ondernemers in de binnenstad en heeft de volgende doelen: versterking ondernemersklimaat; vergroten veiligheid; ondersteunen collectieve ondernemersinitiatieven. We stellen voor structureel 50.000,- beschikbaar te stellen als cofinanciering. 30. Tilburgs Ondernemers Fonds (TOF) - Parkmanagement Wij stellen voor om een bedrag van 1.050.000,- toe te voegen aan de reserve Detailhandelsfonds. Hieruit kunnen we dan de jaarlijkse bijdrage van 350.000,- afdekken. De gemeentelijke bijdrage gaat in de vorm van een subsidie naar het TOF op het moment dat er een goedgekeurd parkmanagementplan ligt.

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Wonen Natuur om de stad Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Versterken vestigingsklimaat - Duurzame economische groei 4.714-4.700 14 Versterken vestigingsklimaat - Imagoversterking 4.146-3.415 731 Versterken vestigingsklimaat - Voorzien in voldoende (ook kwalitatief) (planologische) ruimte voor de eigen en de regionale groei 0 0 0 Maximale ruimte voor ondernemen - Toename ondernemerstevredenheid 1.100 0 1.100 Maximale ruimte voor ondernemen - Verminderen administratieve lastendruk 0 0 0 Economische structuurversterking - Groei speerpuntsectoren Midpoint 846-131 715 Economische structuurversterking - Verkoop bedrijventerreinen 1.549-1.341 208 Economische structuurversterking - Herstructurering bedrijventerreinen 1.500-1.508-8 Reguliere activiteiten: Handel en ambacht 2.443-832 1.611 Industrie 969 0 969 Nutsbedrijven 1.364-18.721-17.357 Totaal 18.631-30.648-12.017 Subsidies per doel Werkelijke subsidie 2012 Groei speerpuntsectoren Midpoint 3.939 Subsidie 2013 Saldo Bedragen x 1.000,- Subsidie Verkoop bedrijventerreinen 306 40 40 Economie 40 40 Imagoversterking 457 534 540 Imagoversterking 534 540 Reguliere activiteiten 188 Totaal 4.890 574 580 Reserves Nr. Omschrijving C.018 Reserve Opvang gevolgen economische crisis C.040 Reserve Lokaal Herstructureringsfonds Tilburg (LHFT) Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Ultimo 2016 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2017 1.625 1.541 0 0 0 0 6.106 5.944 4.515 3.583 3.653 3.726 C.049 Reserve Detailhandelsfonds 0 2.000 2.700 2.350 2.000 2.000

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 60.939 55.746 48.126 46.128 49.063 49.874 Baten -33.751-25.462-18.621-14.572-17.572-17.572 Netto lasten 27.188 30.284 29.505 31.556 31.491 31.402 ; herijkingen 31. Voortzetting Nachtnet 28 28 32. Herijkingen infrastructuur 177 217 193 341 33. Herprogrammering Meerjarenprogramma Openbare Ruimte 34. Bijstelling onderwijshuisvesting, onderdeel infrastructuur 35. Bijstelling parkeerexploitatie t.g.v. Reserve aanloopverliezen en onrendabele top parkeergarages/ Bestemmingsreserve betaald parkeren 2.382 757-277 161-7 -7-6 -8 36. Overige bijstellingen 40 40 40 40 ; nieuw beleid 37. Fietsen, verkeersveiligheid en leisure 34 85 101 38. Investeringskrediet vervangingen in Parkeergarages t.l.v. Bestemmingsreserve betaald parkeren Totaal 27.188 30.284 32.125 32.625 31.526 32.037-825 825 7-7 885-885 20-20 152-152 35-35 -117 117 46-46 svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Storting reserves 2% Subsidies 0% Kapitaallasten 21% 70.000 60.000 50.000 Wonen 40.000 30.000 Lasten Baten kosten 59% Organisatiekosten 18% 20.000 10.000-2012 2013 2015 2016 2017 Natuur om de stad

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Wonen Natuur om de stad 31. Voortzetting Nachtnet Op 14 januari 2013 heeft de raad ingestemd met het voortzetten van het Nachtnet, op vrijdag- en zaterdagnacht van 2.00u tot 4.00u en de pendel tussen Tilburg en s-hertogenbosch tot december 2015. Het aandeel van de gemeente Tilburg in de extra kosten bedraagt in en 2015 27.800,-. 32. Herijkingen infrastructuur In verband met uitbreidingen van het bestaande areaal vinden voor de volgende onderdelen budgetverhogingen plaats: Burgemeester Letschertweg (verbinding Reeshof en Vossenberg); weggedeelte met bijbehorende bermen ( 20.000,-); Tijdelijk beheer Spoorzone. Als gevolg van de beoogde tijdelijke invullingen zullen de gebouwen via het openbaar gebied moeten worden ontsloten. Het onderhoud van dit deelgebied wordt tot het moment van herontwikkeling onderhouden conform de ambitie van de woongebieden ( 30.000,-); De wetswijziging waaruit het afschaffen van rode diesel voortvloeit heeft tot gevolg dat de uitvoering van onderhoudsactiviteiten waarbij machines worden ingezet, zoals bijvoorbeeld maaiwerkzaamheden, vegen en onkruidbeheersing van de verharding, duurder wordt ( 70.000,-). Op basis van de woningbouwprognose worden jaarlijks de beschikbare onderhoudsbudgetten bijgesteld ( 66.000,-). Op basis van de te verwachten uitbreidingen van de verkeersregelinstallaties wordt het onderhoudsbudget herijkt (voordelig 9.000,-). 33. Herprogrammering Meerjarenprogramma Openbare Ruimte In het najaar van 2013 is de bijstelling afgerond betreffende de exploitatie- en investeringsbudgetten naar aanleiding van de herprogrammering van het Meerjarenprogramma (MJP). Als gevolg van de gewijzigde investeringsvolumes muteren ook de bijbehorende kapitaallasten en programmabudgetten. 34. Bijstelling onderwijshuisvesting, onderdeel infrastructuur De vastgestelde huisvestingsprogramma s 2005 tot en met 2013 en de overige lasten en baten van de onderwijshuisvesting zijn geactualiseerd en waar nodig geïndexeerd naar prijspeil 2013. Voor het onderdeel Beheer infrastructuur dalen de lasten met 7.000,-. 35. Bijstelling parkeerexploitatie De ramingen voor de parkeerexploitatie zijn geactualiseerd. Ook de consequenties van het project Parkeren op orde zijn verwerkt. Het beheer van de garages en het toezicht op straat zijn beide aanbesteed en gegund aan P1. Het ambtelijk personeel dat toezicht houdt in de garages wordt gedetacheerd naar P1. De aanbesteding, de andere manier van werken (met toezicht op afstand) en de kleinere formatie leiden tot een voordeel van 659.000,- in oplopend tot 1.096.000,- in 2017. Als gevolg van nominale bijstellingen is het budget verhoogd met 209.000,-. Het Parkeer- en Havenbedrijf haalt geen geld meer op voor andere gemeentelijke onderdelen (nadeel 21.000,-). De overige bijstellingen (m.n. kapitaallasten) bedragen 13.000,- nadelig in oplopend tot 9.000,- voordelig in 2017. Alle bijstellingen worden verrekend met de reserves. Per saldo kan er meer worden afgestort. Binnen de gesloten parkeerexploitatie worden hogere uitgaven indien nodig gecompenseerd door hogere (parkeer-)tarieven. De bestemmingsreserve heeft ook op langere termijn voldoende middelen. Voorgesteld wordt om de tarieven per 1 januari ongewijzigd te laten. 36. Overige bijstellingen In 2013 worden de eerste projectonderdelen van het lichtplan Piushaven gerealiseerd. De maatregelen houden in - naast de aanleg van dynamische openbare verlichting - aanlichting van de brug en bomen, een lichtprojectie en een lichtmanifestatie. De extra jaarlijkse kosten voor beheer voor de projectonderdelen die in 2013 gerealiseerd worden van deze maatregelen zijn geraamd op 7.200,-. Voor het onderhoud van onderdoorgangen brengt Prorail jaarlijks kosten in rekening. Op basis van het huidige aantal objecten wordt het budget structureel verhoogd met 15.000,-. Daarnaast zijn de zakelijke lasten, met name de waterschapslasten, de afgelopen jaren flink gestegen. De structurele bijstelling bedraagt 18.000,-. 37. Fietsen, verkeersveiligheid en leisure Voorgesteld wordt om voor de uit de verkeersveiligheidsscan voortvloeiende fietsinfrastructuurprojecten én/of voor fietsprojecten die een bijdrage leveren aan Vitaal Leisure Landschap een budget van 1.500.000,- beschikbaar te stellen. De bijbehorende kapitaalslasten zijn in de exploitatie opgenomen. De verbreding van het Bels lijntje, van 2 naar 3 meter, en de aanleg van fietspad Koningshoeve zijn projecten die hier onderdeel van uitmaken. 38. Investeringskrediet vervangingen in parkeergarages Voorgesteld wordt om jaarlijks een krediet van 100.000,- beschikbaar te stellen voor vervangingsinvesteringen in de parkeergarages. De kapitaallasten komen ten laste van de gesloten parkeerexploitatie. Voor de vervanging van parkeerapparatuur op straat is er al een structureel krediet beschikbaar van 76.000,-.

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Wonen Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Vergroten bereikbaarheid van werk en het centrum 3.519-175 3.344 Reguliere activiteiten: Beheer infrastructuur (m.n. beheer, schoonhouden) 25.002-1.148 23.854 Verkeer 5.025-142 4.883 Binnenhavens en waterwegen 192 0 192 Openbaar vervoer 2 0 2 Parkeren 14.322-14.472-150 Totaal 48.062-15.937 32.125 Subsidies per doel Reguliere activiteiten Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Saldo Bedragen x 1.000,- Subsidie Fiets 25 20 22 Openbaar vervoer 2 1 1 Totaal 27 21 23 Reserves Nr. Omschrijving Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Ultimo 2016 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2017 C.006 Reserve Openbaar vervoer 1.947 2.015 2.086 2.159 0 0 C.025 Bestemmingsreserve Betaald parkeren E.006 Reserve Aanloopverliezen/ onrendabele top nieuwe parkeergarages 2.085 3.489 2.999 2.105 1.215 1.294 15.147 11.917 9.817 9.509 9.201 8.879 Natuur om de stad

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 22.006 60.518 23.208 11.673 14.171 11.172 Baten -18.429-45.017-12.938-25.551-13.287-10.287 Netto lasten 3.577 15.501 10.270-13.878 884 885 ; herijkingen 39. Bijstelling grondexploitatie -10.153 13.995-767 -768 ; nieuw beleid 40. Transitie- en inrichtingskosten Bibliotheek van de Toekomst t.l.v. RGI Totaal 3.577 15.501 117 117 117 117 550-550 950-950 Bereikbaarheid van werk en centrum Storting reserves 2% Subsidies 0% 70.000 60.000 50.000 Spoorzone, Binnenstad en Piushaven 40.000 30.000 Lasten Baten 20.000 svoorst./doelen/subsidies 10.000 Cultuur kosten 98% - 2012 2013 2015 2016 2017 /svoorst. Wonen Natuur om de stad

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. 39. Bijstelling grondexploitatie In de bijstelling van de begroting is rekening gehouden met de baten en lasten van de geactualiseerde plannen zoals deze in de paragraaf 3.2 Grondbeleid zijn opgenomen. 40. Transitie- en inrichtingskosten Bibliotheek van de Toekomst De gemeenteraad heeft voor de nieuw te realiseren Bibliotheek van de Toekomst in de Stadscampus in juni 2013 een budget van 15,7 miljoen gereserveerd. Daarbij is aangegeven dat nog geen middelen zijn gereserveerd voor de transitie- en inrichtingskosten. Deze kosten werden in het raadsvoorstel tentatief ingeschat op 1,5 a 2 miljoen. De planontwikkeling is op dit moment nog niet zo concreet dat deze inschatting kan worden verfijnd. De transitie- en inrichtingskosten zullen worden gemaakt in de jaren 2016 en 2017, met een nadruk op het laatste jaar. Voorstel is in totaal een bedrag van 1,5 miljoen te reserveren in de RGI. Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Versterken van de Spoorzone, Binnenstad en Piushaven 28.153-28.036 117 Totaal 28.153-28.036 117 Subsidies per doel Versterken van de Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Saldo Bedragen x 1.000,- Subsidie Veiligheid en wijken 55 55 Totaal 135 55 55 Wonen Natuur om de stad

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 27.070 31.145 25.927 25.264 32.717 32.717 Baten -3.421-7.546-2.567-2.160-9.615-9.615 Netto lasten 23.649 23.599 23.360 23.104 23.102 23.102 ; herijkingen 41. Overige bijstellingen 30 30 ; nieuw beleid 42. Verbouwing 013 t.l.v. RGI 43. Led scherm t.l.v. Reserve beeldende kunst 3.150-3.150 4.550-4.550 Totaal 23.649 23.599 23.360 23.104 23.132 23.132 30-30 30-30 30-30 30-30 Bereikbaarheid van werk en centrum Kapitaallasten 0% Organisatiekosten 2% kosten 17% 35.000 30.000 25.000 Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Storting reserves 1% 20.000 15.000 Lasten Baten svoorst./doelen/subsidies 10.000 Cultuur /svoorst. Subsidies 80% 5.000-2012 2013 2015 2016 2017 Wonen Natuur om de stad 41. Overige bijstellingen De incidentele bezuiniging voor en 2015 op de uitgaven voor promotie en communicatie bij hergebruik van historische panden ad. 30.000,- per jaar is abusievelijk structureel verwerkt. Dit geeft vanaf 2016 een nadeel van jaarlijks 30.000,-. 42. Verbouwing 013 In 2012 heeft Popcentrum 013 een analyse gemaakt van zijn financiële situatie en zijn marktpositie. Hieruit blijkt dat het popcentrum zonder koerswijziging zijn nationale toppositie verliest en in financiële problemen komt. In haar businessplan beschrijft de directie van 013 hoe verbouwing (fase 1, 3.150.000,- ) en uitbreiding (fase 2, 4.550.000,-) kunnen leiden tot een gezonde financiële situatie en duurzame herpositionering in de popmarkt. Vanwege de betekenis van het popcentrum voor het stedelijke vestigingsklimaat achten wij een investering in 013 noodzakelijk. Het uitvoeren van alleen fase 1 leidt vanaf 2015 tot een extra exploitatietekort van 372.000,-. Als ook fase 2 wordt gerealiseerd is geen aanvulling van het exploitatietekort nodig. De gevolgen voor parkeren zullen wij hierbij uitwerken. Wij stellen voor om voor zowel fase 1 als fase 2 de bedragen te reserveren in de RGI. 43. LEDscherm Met de realisatie van het LEDscherm Between You & Me in 2010 bij het Factorium is de verplichting aangegaan het kunstwerk voor minimaal 10 jaar operationeel te houden. Voor de periode tot en met 2020 is nog geen budget gereserveerd. De jaarlijkse kosten bedragen 29.500,-. Op basis van een evaluatie is gebleken dat dit reële kosten zijn die niet lager worden door het vertonen van commercials. Voorgesteld wordt om de kosten ten laste van de reserve beeldende kunst te brengen.

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Wonen Natuur om de stad Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Tilburg wil een Top-10 positie voor cultuuraanbod 600-600 0 Het duurzaam op niveau houden van het culturele productieklimaat 27.179-4.933 22.246 Vergroting cultuurparticipatie van jeugd en volwassenen 0 0 0 Reguliere activiteiten: Vormings- en ontwikkelingswerk 324-20 304 Kunst 736 0 736 Oudheidkunde/musea 267-193 74 Totaal 29.106-5.746 23.360 Subsidies per doel Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Saldo Bedragen x 1.000,- Subsidie Het duurzaam op niveau houden van het culturele productieklimaat 23.506 22.819 22.506 Amateurkunst en kunstzinnige vorming 2.499 2.537 Bibliotheekwerk en letteren 6.246 6.082 Culturele werkplaatsen 135 12 Cultuurbeleid algemeen 330 332 Cultuureducatie 227 231 Economie 35 35 Internationale samenwerking 291 295 Kunstenaarsinitiatieven 363 369 Mediabeleid 149 121 Musea 6.221 6.257 Podiumkunst 6.579 6.494 Totaal 24.153 23.075 22.765 Reserves Nr. Omschrijving Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Ultimo 2016 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2017 C.004 Reserve ende kunst 433 389 275 255 234 212 C.012 Reserve Culturele vernieuwing E.003 Reserve Stimuleringsfonds hergebruik historische panden 538 141 146 151 156 161 636 524 508 492 483 475 H.003 Reserve CIST 324 185 192 199 206 213

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 22.620 41.561 17.550 16.614 13.339 13.282 Baten -9.078-17.222-7.824-6.715-4.485-4.485 Netto lasten 13.542 24.339 9.726 9.899 8.854 8.797 ; herijkingen 44. Inwonerbijdrage Veiligheidsregio MWB, onderdeel toezicht 45. Bijstelling budgetten a.g.v. aanpassing rijksuitkeringen -127-127 -127-127 2.523 50 46. Overige bijstellingen 15 15 15 15 ; nieuw beleid 47. Extra bijdrage lopende grootschalige herstructureringen 48. Invulling binnenstedelijke herstructurering 49. Voeding reserve herstructurering, bijbetaling omzetting erfpacht 50. Startersleningen t.l.v. reserve Volkshuisvesting 51. Scherper aan de wind II, mutatie rentebaten uitgezette leningen 1.000-1.000 1.781-1.781 175-175 1.000-1.000 1.000-1.000 2.500-2.500 375 375 375 375 Totaal 13.542 24.339 12.512 10.212 9.117 9.060 svoorst./doelen/subsidies 45.000 Cultuur /svoorst. Subsidies 7% Kapitaallasten 1% 40.000 35.000 30.000 Wonen Storting reserves 30% 25.000 20.000 15.000 10.000 Lasten Baten kosten 5% Organisatiekosten 57% 5.000-2012 2013 2015 2016 2017 Natuur om de stad

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Wonen Natuur om de stad 44. Inwonerbijdrage Veiligheidsregio MWB, onderdeel toezicht De begroting - 2016 van de Veiligheidsregio leidt voor de gemeente Tilburg tot structureel lagere kosten. De reden hiervan is dat een aantal kosten (m.n. kosten FLO en kantoren) in het zg. kostenverdeelmodel van de Veiligheidsregio zijn opgenomen en daardoor over alle aangesloten gemeenten verdeeld wordt. 45. Bijstelling budgetten a.g.v. aanpassing rijksuitkeringen Op basis van de mei- en septembercirculaire gemeentefonds 2013 worden diverse uitkeringen bijgesteld. Voor jaren 2013 tot en met 2015 ontvangen wij alsnog het ingehouden btw-deel van de decentralisatie-uitkering 2012 ( 28.000, 2015 50.000,-). Via de algemene uitkering wordt daarnaast een vergoeding ontvangen voor de kosten rond het opsporen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. De vergoeding voor wordt voorlopig geraamd op 2.495.000,-. 46. Overige bijstellingen Vorig jaar is in het kader van de aanpassing nieuwbouwwoningen abusievelijk een te hoog voordeel gemeld op de personele kosten ( 40.000,- i.p.v. 25.000,-). Dit wordt nu gecorrigeerd. Toerekening vindt plaats aan het onderdeel omgevingsvergunningen en is dus 100% kostendekkend. 47. Extra bijdrage lopende grootschalige herstructureringen Als gevolg van de crisis hebben de grootschalige herstructureringsprojecten te kampen met vertraging en teruglopende (verkoop)opbrengsten. Daar komt bovenop dat de betrokken woningcorporaties te maken hebben met een drastische inperking van het investeringscapaciteit. Ze herbezinnen zich op de plannen en zijn terughoudender in de uitvoering. Dit geldt ook voor de bestaande herstructureringsplannen. Hierdoor ontstaan bij de gemeente grotere financiële tekorten. Zoals nu berekend bedragen de extra tekorten ca. 6 miljoen. Voorgesteld wordt om de in 2015, 2016 en 2017 hiervoor beschikbare middelen in de reserve Herstructurering ( 4,5 miljoen) te reserveren. Het resterende tekort ( 1,5 miljoen) wordt in de jaren daarna afgedekt. 48. Invulling binnenstedelijke herstructurering In het project Clarissenhof hebben twee Tilburgse corporaties zich geïnteresseerd getoond om een deel van het woningbouwprogramma in het sociale segment af te nemen. Het invoeren van sociale woningbouw in dit project is ontstaan vanuit de gedachte om het plan sneller te kunnen realiseren door middel van een hogere afzetzekerheid. Stagnatie van dit project zou een negatieve impact kunnen hebben op het totale Spoorzone project. Onlosmakelijk verbonden met het verhogen van het programma sociale woningen (en het verlagen van het programma markt koopwoningen) ontstaat hierdoor bij de gemeente een financieel tekort in de grondexploitaties van het plan Clarissenhof. Daarom wordt voorgesteld om 1 miljoen uit de beschikbare middelen hiervoor te reserveren. Hiermee zal een deel van het tekort afgedekt kunnen worden en het risico van stagnatie van het project danig worden ingeperkt. 49. Voeding reserve herstructurering, bijbetaling omzetting erfpacht Bij de verkoop van erfpachtgronden aan corporaties in 2000 is bepaald dat corporaties bij verkoop van voormalige erfpachtwoningen het verschil tussen de grondwaarde sociale huurwoning en koopwoning aan de gemeente moeten voldoen. Deze opbrengst wordt in het beleggingsfonds gestort en bij gebleken noodzaak vanuit dit fonds doorgestort naar de reserve Herstructurering. Het bestedingsplan van de reserve Herstructurering, in het bijzonder de extra bijdragen voor lopende grootschalige herstructureringsprojecten, verlangt het jaarlijks doorzetten van deze opbrengst. Voorgesteld wordt de afdrachten van de corporaties in 2012 ad. 1.781.349,- te storten in de reserve Herstructurering. 50. Startersleningen Sinds juli 2013 verstrekt de gemeente opnieuw Startersleningen aan starters op de woningmarkt. Ook in willen we de regeling doorzetten. Het Rijk neemt 50% van de kosten voor haar rekening, de Provincie Noord-Brabant en de gemeente elk 25%. We verwachten dat er behoefte is aan 100 leningen in. Een starterslening bedraagt, net als bij de voorgaande regeling, maximaal 25.000,-. De gemiddelde kosten per lening bedragen voor de gemeente over de gehele looptijd van de lening (maximaal 30 jaar) indicatief 1.750,- (25% van 7.000,- zijnde de verwachte totale kosten per lening). In totaal is aanvullend budget nodig van 175.000,- hetgeen in de reserve Startersleningen wordt gestort. Dekking komt uit het saldo van de reserve Volkshuisvesting. Het bijbehorende krediet bedraagt 625.000,-. 51. Scherper aan de wind II, mutatie rentebaten uitgezette leningen Voorgesteld wordt om met ingang van de begroting het rentevoordeel (verschil tussen omslagrente van 3,5% en berekende rente) niet meer toe te voegen aan de RGI. In totaal betreft het een bedrag van 2,9 miljoen (zie nr. 98). Hiervan komt 0,375 miljoen tot uiting bij het onderdeel Wonen.

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Wonen Natuur om de stad Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Bouwen van voldoende gedifferentieerde woningen, conform behoefte en vastgesteld beleid Het in stand houden van een voldoende grote kernvoorraad betaalbare huurwoningen voor de doelgroepen van beleid Het energetisch verbeteren van de bestaande woningvoorraad, zowel in de sociale als in de particuliere sector, mede in het licht van woonlastenbeheersing Reguliere activiteiten: Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Saldo 485-485 0 14.959-11.332 3.627 755-755 0 Woningexploitatie/woningbouw 790-512 278 Volkshuisvesting 5.294-203 5.091 Bouwgrondexploitatie 3.516 0 3.516 Totaal 25.799-13.287 12.512 Subsidies per doel Het in stand houden van een voldoende grote kernvoorraad betaalbare huurwoningen voor de doelgroepen van beleid Werkelijke subsidie 2012 99 Bedragen x 1.000,- Subsidie 2013 Subsidie Wonen subsidies 81 32 Reguliere actitiviteiten 79 Architectuur, welstand en beeldkwaliteit 72 73 Totaal 178 153 105 Reserves Nr. Omschrijving Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2016 Ultimo 2017 C.008 Reserve Volkshuisvesting 3.695 1.432 0 0 0 0 C.019 Reserve Herstructurering uit erfpachtomzettingen C.045 Reserve Verduurzaming Woningbouw C.048 Reserve Risico s grondexploitatie D.002 Reserve Compensatie BCF verschillen 16.868 7.828 3.234 106 67 38 0 1.000 1.035 1.071 1.108 1.147 0 38.600 39.951 41.349 42.796 44.294 6.889 6.889 6.889 6.889 6.889 6.889 E.004 Reserve Startersleningen 1.437 1.233 1.141 856 561 256 H.004 Algemene bedrijfsreserve grondexploitatie H.005 Reserve Bovenwijkse voorzieningen 11.786 6.016 4.695 3.419 2.186 954 35.772 18.188 16.780 19.892 19.392 22.056

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 10.184 8.778 8.895 8.918 8.950 8.950 Baten -1.921-251 -401-401 -401-401 Netto lasten 8.263 8.527 8.494 8.517 8.549 8.549 ; herijkingen 52. Herijkingen groen en recreatie en recreatieve voorzieningen 53. Leges kapvergunningen -15 15 ; nieuw beleid 54. Kinderboerderijen t.l.v. reserve Volkshuisvesting 195 198 184 267 194-50 -15 15-15 15-15 15 14 14 14 55. Vieringen en herdenkingen 109 59 59 59 Totaal 8.263 8.527 8.942 8.788 8.806 8.889 Spoorzone, Binnenstad en Piushaven Subsidies 3% Kapitaallasten Storting reserves 2% 1% 12.000 10.000 svoorst./doelen/subsidies Organisatiekosten 31% 8.000 6.000 Lasten Baten Cultuur 4.000 /svoorst. Wonen kosten 63% 2.000-2012 2013 2015 2016 2017 Natuur om de stad

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Cultuur /svoorst. Wonen Natuur om de stad 52. Herijkingen groen en recreatie en recreatieve voorzieningen In verband met uitbreidingen van het bestaande areaal vinden voor de volgende onderdelen budgetverhogingen plaats: Burgemeester Letschertweg (verbinding Reeshof en Vossenberg); weggedeelte met bijbehorende bermen ( 3.000,-); Tijdelijk beheer Spoorzone. Als gevolg van de beoogde tijdelijke invullingen zullen de gebouwen via het openbaar gebied moeten worden ontsloten. Het onderhoud van dit deelgebied wordt tot het moment van herontwikkeling onderhouden conform de ambitie van de woongebieden ( 30.000,-); De wetswijziging waaruit het afschaffen van rode diesel voortvloeit heeft tot gevolg dat de uitvoering van onderhoudsactiviteiten waarbij machines worden ingezet, zoals bijvoorbeeld maaiwerkzaamheden, vegen en onkruidbeheersing van de verharding, duurder wordt ( 95.000,-). Op basis van de woningbouwprognose worden jaarlijks de beschikbare onderhoudsbudgetten bijgesteld ( 37.000,-). Diverse bijzondere areaaluitbreidingen ( 30.000,-). Het betreft hier uitbreidingen die geen directe relatie hebben met de ontwikkeling van de woningbouw (semi-autonome groei). De bijzondere areaaluitbreidingen zijn: Speelvoorzieningen (Spelenplan Noordhoek en schoolterreinen Meander en de Cleijn); Ecozone Witbrant Oost; Zwaaikom Vossenberg. 53. Aanpassing niveau leges kapvergunningen De opbrengst van de leges kapvergunningen is structureel 15.000,- lager, grotendeels door het inzakken van de woningmarkt. Het effect is dat een lager bedrag in de reserve Bomen wordt gestort. 54. Kinderboerderijen Voor het opknappen van de hoofdgebouwen van de kinderboerderijen Stokhasselt en Echowaaike is circa 173.000,- beschikbaar. Dit bedrag dekt ongeveer 17% van de geraamde kosten van het hoofdgebouw van elke kinderboerderij waarbij de ramingen gebaseerd zijn op een op en top kinderboerderij. Voorgesteld wordt om 180.000,- extra beschikbaar te stellen voor de twee hoofdgebouwen van beide kinderboerderijen. De dekkingsgraad stijgt tot circa 34%. Met dit voorstel wordt een verdere stap in de richting van de verzelfstandiging van kinderboerderijen gezet en mag verwacht worden dat ook de kinderboerderijen verder stappen zullen zetten. Voor de dierenverblijven c.a. wordt ingezet op 100% eigen bijdragen van de stichtingsbesturen. Het overleg met de besturen van de kinderboerderijen heeft ook duidelijk gemaakt dat de huidige bezetting van twee beheerders onvoldoende is. Met een beheerder meer kan worden voorzien in de ondergrens om te kunnen blijven functioneren. Het overige beheer wordt door vrijwilligers opgevangen. Voor één extra beheerder is jaarlijks 14.000, nodig. 55. Vieringen en herdenkingen Op 27 oktober is het 70 jaar geleden dat Tilburg is bevrijd. Daarnaast wordt in het 800-jarig bestaan van het dorp Berkel en het 850 jarig bestaan van het dorp Enschot gevierd. Voor beide herdenkingen zijn verzoeken voor incidentele ondersteuning ingediend. Voor dit soort verzoeken zijn in de huidige gemeentebegroting geen structurele budgetten opgenomen. Deze twee verzoeken zijn wel exemplarisch voor andere verzoeken die ons zo nu en dan bereiken. Gezien de ontwikkelingen in de maatschappij verwachten we een toename van het aantal verzoeken: partijen in de stad zijn steeds meer en beter in staat om zelf initiatieven te ontplooien. Dat willen we als gemeente graag ondersteunen; zeker als deze verzoeken een bijdrage kunnen leveren aan onze eigen doelstellingen. We stellen daarom voor om het huidige budget voor vieringen en herdenkingen te verhogen met 59.000,- tot 100.000,-. Hierdoor kunnen we op een sobere en doelmatige manier recht doen aan initiatieven uit de stad. Om in beide aanvragen te kunnen honoreren is ons voorstel om eenmalig 50.000,- extra ten laste van de exploitatie te brengen.

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Economie Bereikbaarheid van werk en centrum Spoorzone, Binnenstad en Piushaven svoorst./doelen/subsidies Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Toename van ecologisch groen (Groene Mal) 0 0 0 Reguliere activiteiten: Beheer groen en recreatie 9.040-626 8.414 Recreatieve voorzieningen 528 0 528 Totaal 9.568-626 8.942 Subsidies per doel/reguliere activiteiten Reguliere activiteiten Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Saldo Bedragen x 1.000,- Subsidie 18 18 Veiligheidsbeleid 143 143 Totaal 380 161 161 Reserves Nr. Omschrijving C.020 Reserve Natuurontwikkeling Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2016 Ultimo 2017 1.666 1.596 1.285 400 301 0 Cultuur /svoorst. Wonen Natuur om de stad

Onderwerpen + Financiën + Het leefbaar zijn en houden van onze gemeente vraagt om voortdurende inzet. Meerdere factoren spelen hierbij een rol. Het openbaar gebied moet schoon, heel en veilig zijn. De stad moet veilig zijn om in te wonen, werken en recreëren. Waar achterstandsproblemen zijn moeten we extra inzetten. Voor de leefbaarheid in de toekomst zijn inspanningen op duurzaamheid noodzakelijk. In de begroting komen onze maatregelen voor de leefbaarheid terug in de onderwerpen: Veiligheid, Fysieke en sociale leefomgeving, Sport, Duurzaamheid en Groen in de stad. is ook in grote mate afhankelijk van hoe we met elkaar omgaan. Bewoners onderling. Maar ook de gemeente samen met de bewoners en ondernemers. De wijkaanpak is hiervan een concretisering. De wijkschouwen blijven een belangrijk instrument om samen met bewoners de plekken in de wijk te benoemen waar aanpak gewenst is. Veiligheid is hierbij een van de belangrijkste aandachtspunten. Met het offensief Veiligheid willen we in doorgaan met de inzet op bestrijding van criminaliteit en woninginbraken. Het meerjarenprogramma biedt inzicht in de maatregelen die in de komende jaren worden uitgevoerd in het openbaar gebied. Daarnaast houden wij financiële ruimte om in te spelen op verloedering en initiatieven uit de stad. Met een duurzaam afvalbeleid en maatregelen om meer te streven naar CO2neutraal geven we invulling aan een duurzame toekomst van onze stad.

Overzicht Overzicht programma Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Saldo Onderwerpen + Financiën + Werken aan een andere overheid 0 0 0 Veiligheid 35.007-3.801 31.206 Fysieke en sociale leefomgeving 53.905-6.896 47.009 Sport 28.866-9.912 18.954 Duurzaamheid 9.487-2.225 7.262 Groen in de stad 2.044-405 1.639 Totaal 129.309-23.239 106.070 Verdeling lasten Groen in de stad 2% Duurzaamheid 7% Werken aan een andere overheid 0% Veiligheid 27% Sport 22% Fysieke en sociale leefomgeving 42%

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Veiligheid: Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving Sport: Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid CO2 neutraal Groen in de stad STAND VAN ZAKEN OPGAVEN Wijkaanpak Wijkgericht werken. Versterken van het gemeentebreed wijkgericht werken in samenhang met de burgers en partners in de wijken. Wijkaanpak Het wijkgericht werken is verbeterd op drie punten: de zichtbaarheid in de wijken, slagvaardig handelen en er is budget beschikbaar als handgeld om snel te kunnen acteren. De omgevingsmanagers en wijkregisseurs zijn bekender in de wijk via de netwerken en sociale media. De wijktoets geeft input voor het gemeentelijke beleid op wijkniveau. Met corporaties is gewerkt aan de voorbereiding van deze tweejaarlijkse monitor. Met strategische partners in de stad zijn er afspraken op basis van de wijktoets over (verdeling van) inzet in wijken waar iets extra s nodig is. Bijna 50.000 vragenlijsten voor het grote leefbaarheidsonderzoek zijn verspreid. De resultaten zijn begin bekend. Initiatieven uit de wijken worden vlot voorzien van een heldere reactie, en indien positief, slagvaardig gefaciliteerd zonder het van de initiatiefnemer over te nemen. Wijkaanpak In zetten we de ingezette lijn van het wijkgericht werken voort. Een belangrijk accent hierin is de vertaling van de wijktoets in het gemeentelijke beleid (daarin samenwerkend met de corporaties). De wijktoets is een gemeentebreed signaleringsinstrument waarin we de stand van zaken in de wijken op fysiek, sociaal, economisch en leefbaarheidsgebied in beeld krijgen. We zijn en blijven zichtbaar in de wijken aanwezig, acteren slagvaardig op kleine knelpunten om de leefbaarheid te verbeteren en verbinden het wijkperspectief aan ons beleid. Initiatieven van burgers in de wijken bevorderen en faciliteren we zonder deze over te nemen. We verbinden burgers en vragen hen om in hun eigen wijken mee te doen aan het verbeteren van de leefbaarheid door deel te nemen aan buurtpreventie en andere activiteiten. Wij continueren de aanpak om via wijkschouwen burgers te betrekken bij de aanpak van hun wijk. ACTIVITEITEN Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Veiligheid: DOELEN Minder criminaliteit Tilburg wil vanaf uit de top 10 van onveilige steden blijven. Afname van het aantal geweldsincidenten met 20% (2015 t.o.v. 2011). Reductie aantal overvallen met 11% per jaar. Verlaging van het woninginbraakrisico met 20% volgens de politieregistratie (2015 t.o.v. 2011). Reductie (uitgaans)geweld in de binnenstad met 60% in 2015 ten opzichte van 2009 (aansluitend op de gestelde doelen in de horecanota). Betrokken partners: OM, politie, burgers/buurtpreventieteams, particuliere beveiligingsbedrijven, partners zorg- en veiligheidshuis, parkmanagement, woningcorporaties, Traverse, banken, verzekeringsmaatschappijen straatcoaches. Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving STAND VAN ZAKEN Minder criminaliteit Het instrumentarium Damoclesbeleid is vastgesteld en geïmplementeerd. Gezinsmanagement en de inrichting van de zorgstructuur lopen conform planning. De capaciteit van het outreachend interventieteam is geborgd tot eind. Minder criminaliteit De veiligheid willen we verder vergroten door de maatregelen van de jaarschijf zoals opgenomen in de Kadernota Veiligheid uit te voeren. Belangrijke onderdelen daarbij zijn: integrale aanpak, goede analyses (intelligence) en innovatie, intensieve aanpak geweld en woninginbraken, uitwerking cameratoezicht, onze bijdrage leveren aan integrale aanpak van drugs- en vastgoedcriminaliteit, de verwevenheid onderwereld/bovenwereld tegen te gaan (faciliterende overheid), uitbouwen van integrale samenwerking en kennis vanuit de Taskforce B5, afpakken van criminele gelden en daarover op landelijk niveau afspraken maken. ACTIVITEITEN Sport: Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid CO2 neutraal Groen in de stad Financiën + Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Positie top 10 onveilige steden (o.b.v. AD misdaadmeter) Uit top 10 14 7 Daling criminaliteitscijfers: - Woninginbraken (2015 t.o.v. 2011) - Geweld in centrum (2015 t.o.v. 2009) - Bedrijfsinbraken - 20% - 60% - 1.596 (- 4,2%) 306 (- 28,2%) 611 Afname geweldsincidenten (2015 t.o.v. 2011) - 20% 2.166 (- 1,7%) Aantal overvallen, reductie per jaar -11% 30 (- 53,8%) Aantal delicten en overlastmeldingen in periode 2011-2015 - Delicten - Overlast Afname overlastgevende jeugdgroepen (2015 t.o.v. 2011) - Rondhangende jongeren (CMP) - Overlast jeugd (politie) -10% -33% 11.858 (+ 4,4%) 3.208 (+ 16,7%) 157 (- 11,3%) 1.176 (+ 24,7%) 1.666 374 (- 12,2%) 524 2.204 65 (+ 8,3%) 11.355 Percentage Tilburgers dat zich wel eens onveilig zegt te voelen in de eigen buurt Daling 29,6% 33,0% 2.749 177 943

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Minder criminaliteit en overlast * 10% afname van het aantal delicten en overlastmeldingen in de periode 2012 tot 2015, op grond van de politieregistratie. * Top 100 meest impact hebbende criminelen en overlastgevers samenstellen en intensief aanpakken. Veiligheid: Minder criminaliteit Minder overlast * Afname van de overlastgevende jeugdgroepen met 33% binnen de planperiode. * Meer aandacht voor outreachend maatschappelijk werk (o.a. via bemoeizorg light). Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving STAND VAN ZAKEN Minder criminaliteit en overlast De Top 100 meest impact hebbende criminelen/overlastgevers is samengesteld en cases worden besproken in de stuurploeg van het district en de lokale driehoek waar acties worden benoemd en integraal uitgevoerd. Er zijn hernieuwde afspraken met de samenwerkingspartners gemaakt. De persoonsgerichte aanpak op jeugdgroepen is geïntensiveerd. Het uitvoeren van het plan van aanpak Pater van den Elzenplein loopt conform planning. Minder criminaliteit en overlast De aanpak Top 100 meest impact hebbende criminelen en overlastgevers zetten we verder voort en passen deze waar nodig aan om het effect te vergroten. ACTIVITEITEN Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving Sport: Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid CO2 neutraal Groen in de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Minder onveiligheidsgevoelens bij burgers Zorg voor slachtoffers van high impact misdrijven wordt verbeterd. Positievere uitkomsten voor alle wijken in de enquête LVM t.a.v. slachtofferervaring, vermijdingsgedrag, risicoperceptie (2015 t.o.v. 2012). Veiligheid: Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving STAND VAN ZAKEN Minder onveiligheidsgevoelens bij burgers In de zorg voor slachtoffers van criminaliteit of ernstige gebeurtenissen is er vanuit de burgemeester contact met slachtoffers of nabestaanden. Tevens is vastgelegd dat er altijd contact is vanuit de burgemeester met slachtoffers van overvallen (zowel voor winkeliers als bij overvallen op woningen). Hierover zijn afspraken gemaakt met de politie. De uitvoering van de wijkactieplannen verloopt volgens planning. De veiligheidsindex gaat over in de Wijktoets. Vanuit Schoon, heel en veilig wordt zoveel mogelijk zichtbaar blauw (Taskforce Tilburg Veilig en Stadstoezicht) ingezet. Minder onveiligheidsgevoelens bij burgers De onveiligheidsgevoelens bij burgers willen we verder terugdringen door: het plan van aanpak voor het verbeteren van zorg aan slachtoffers verder door te ontwikkelen, voor de gehele stad wijkactieplannen op te stellen, het opsporen en selecteren van projecten voor het EMERGO fonds om daarmee die specifieke gebieden en hotspots veiliger te maken. ACTIVITEITEN Sport: Verhogen sportdeelname De eerste potentiële projecten voor het EMERGOfonds zijn in kaart gebracht en worden verder onderzocht op kansrijkheid. Een plan van aanpak voor aankoop, herontwikkeling en/of verkoop van slechte panden is in ontwikkeling en zal naar verwachting in het najaar worden afgerond. Duurzaamheid: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid CO2 neutraal Groen in de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Verbeteren fysieke leefomgeving Totaaloordeel Tilburgers over de leefbaarheid in de buurt. Oordeel Tilburgers over de fysieke woonomgeving uitgedrukt in een rapportcijfer. Eind is er minder zwerfafval en illegaal storten in de stad. Betrokken partners: Schoon en heel: Woningbouwverenigingen, Ondernemers, Scholengemeenschappen, Aannemerij, Diamant-Groep. Wmo in de wijk: Aanbieders zorg en welzijn, Zorgkantoor/zorgverzekeraars. Veiligheid: Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving Sport: STAND VAN ZAKEN Verbeteren fysieke leefomgeving Het intensieve traject voor realisatie van het Meerjarenprogramma Openbare Ruimte 2012-2013 loopt volgens planning. De strakke sturing op de uitvoering is een feit en de administratieve organisatie wordt aangepakt. Het oorspronkelijke handhavingtraject op zwerfvuil is gestopt omdat de pakkans niet werd vergroot. Er is nu gekozen om op een aantal hotsspots gericht te gaan handhaven door te gaan posten. Het aantal meldingen zwerfvuil is fors toegenomen. Verbeteren fysieke leefomgeving Schoon, heel en veilig staat voorop. Door de plannen van het Meerjarenprogramma Openbare ruimte, het dagelijks onderhoud en het kort cyclisch onderhoud uit te voeren, zijn we voortdurend in de stad aan de slag om de leefomgeving op peil te houden en te verbeteren. Vanuit het dagelijks beheer m.b.t. groen en schoonhouden is dit d.m.v. keuringen geborgd. Naast onze eigen voornemens uit het Meerjarenprogramma geven de wijkschouwen ons informatie over knelpunten op het gebied van zwerfvuil en groenvoorzieningen. We kunnen deze aanpakken op basis van concrete actieplannen met inzet van de middelen uit de reserve verloedering. Deze reserve gebruiken we ook om graffiti te verwijderen en te bestrijden. Door deze gerichte aanpak gaan we ervan uit dat er minder verloedering in onze gemeente voorkomt. We pakken dit zoveel mogelijk aan samen met burgers in de wijken. ACTIVITEITEN Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid CO2 neutraal Groen in de stad Financiën + Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Totaaloordeel Tilburgers over leefbaarheid in de buurt n.v.t. n.v.t. (leefbaarheidsmonitor Lemon 1x per 3 jaar) Oordeel Tilburgers (rapportcijfer) over fysieke woonomgeving n.v.t. n.v.t. (idem) Percentage bijplaatsingen zwerfafval wat binnen 24 uur na melding is verwijderd 90% 7,3 (2010) 6,7 (2010) Waardering sociale kwaliteit woonomgeving n.v.t. 6,0

Onderwerpen Werken aan een andere overheid DOELEN Verhoging sociale kwaliteit woonomgeving Veiligheid: Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving STAND VAN ZAKEN Verhoging sociale kwaliteit woonomgeving De verdere doorontwikkeling van stadstoezicht loopt volgens planning. Per 1 januari wordt de nieuwe organisatie gevormd. De inhoud van de wijktoets is afgestemd en akkoord na overleg met corporaties over integratie van de Lemon monitor en de kostenverdeling. De wijktoets wordt nu uitgevoerd en is gereed kort nadat het Lemon onderzoek uitgevoerd is. De analyse vindt begin plaats. Verhogen sociale kwaliteit woonomgeving Met de wijkschouwen betrekken we reeds de buurt bij de bestrijding van verloedering. Bij het opstellen van het Meerjarenprogramma overleggen we met de wijk- en dorpsraden over de benodigde maatregelen en de daarvoor nodige budgetten. Deze input willen we het komende jaar verbeteren. Door goed te luisteren naar de inbreng uit de wijk vertrouwen we erop dat de waardering voor de woonomgeving ook verbetert op het gebied van sociale aspecten. Hierbij valt te denken aan speelvoorzieningen, sociale samenhang, overlastaanpak, vandalisme en verloedering. ACTIVITEITEN Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving Sport: Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid CO2 neutraal Groen in de stad Financiën +

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Veiligheid: DOELEN Verhogen van de sportdeelname onder jeugd (6-11 jaar) en jongeren (12-17 jaar) In 2016 sport 60% van de jeugd (6-11 jaar) minimaal 2x per week. In 2016 sport 75% van de jongeren (12-17 jaar) minimaal 2x per week. Sportdeelname volwassenen In 2016 sport 50% van de volwassenen (18-64 jaar) minimaal 1x per week. In 2016 neemt 50% van de ouderen (vanaf 65 jaar) deel aan een bewegingsaanbod Betrokken partners: Basisonderwijs, ROC Sport en Bewegen, Fontys Sporthogeschool en Sporteconomie, de Twern, GGD. Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving Sport: Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid STAND VAN ZAKEN Verhogen van de sportdeelname onder jeugd (6-11 jaar), jongeren (12-17 jaar) en volwassenen In 2013 is het aantal combinatiefunctionarissen sport uitgebreid met 7,5 fte (totaal 18 fte). Hiermee bereiken we ruim 70% van de Tilburgse basisschoolleerlingen. De ingebruikname van de Drieburcht staat gepland op 21 december 2013. Bedrijfsvoering en programmering van activiteiten is uitgewerkt. Een betere sturing op contracten en financiële afspraken en een efficiëntere verhuurplanning van de accommodaties leidt reeds tot een hogere bezettingsgraad. Er zijn extra marketingactiviteiten gestart, met name voor de Ireen Wüstbaan. We zijn bezig met een marktverkenning om de accommodaties breder in te zetten. De harmonisering van de sporttarieven en het efficiënter gebruik van voetbalaccommodaties leidt in de toekomst ook tot betere exploitatieresultaten van het Sportbedrijf. De KNVB voert, conform het procesplan, in opdracht van de gemeente met alle voetbalverenigingen gesprekken over hun toekomst en over de mogelijkheden van meer samenwerking tussen verenigingen. De verwachting is dat er eind dit jaar een rapportage wordt opgeleverd. Verhogen van de sportdeelname onder jeugd (6-11 jaar), jongeren (12-17 jaar) en volwassenen De inzet van de uitgebreide capaciteit combinatiefunctionarissen sport in en rondom het primair onderwijs loopt door in. In geven we verder uitvoering aan sportdeelname via de reguliere taken van het Sportbedrijf en de Jeugdsportsubsidies. Begin wordt aan de raad een voorstel gedaan om de tarieven voor binnen- en buitensport vanaf het seizoen -2015 aan te passen, om zo de verschillen tussen binnen- en buitensport kleiner te maken. Uitgangspunt hierbij is dat deze aanpassing budgettair neutraal verloopt voor de gemeente. De Tilburgse Sportraad wordt betrokken bij de uitwerking van het voorstel. De visie over toekomstbestendige voetbalcomplexen stellen we in vast. ACTIVITEITEN CO2 neutraal Groen in de stad De nieuwe subsidieconstructie voor topsport (talentherkenning en talentontwikkeling) is in ontwikkeling. Regionale talentcentra (RTC) vormen daarin een belangrijke pijler. Met twee sportbonden zijn we daarover in overleg. Financiën + Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Percentage jeugd (6-11 jr.) wat minimaal 2x per week sport in 2016 Percentage jongeren (12-17 jr.) wat minimaal 2 x per week sport in 2016 Percentage volwassenen (18-64 jr.) wat minimaal 1 x per week sport in 2016 Percentage ouderen (65+) wat deelneemt aan bewegingsaanbod in 2016 60% n.v.t. (In 2012 heeft geen meting plaatsgevonden) 52% (2010) 75% Idem 68% (2010) 50% 52% 41% 50% 43% 45%

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Veiligheid: DOELEN Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid Uiterlijk in 2015 is door het uitvoeren van vernieuwde inzamelmethoden een afvalscheidingpercentage bereikt van minimaal 50%. Uitvoering toekomstgericht duurzaam afvalbeleid. Betrokken partners: Klimaatprogramma: Meer dan 100 partijen hebben de Tilburgse Klimaatverklaring ondertekend. Al deze partijen hebben in meer of mindere mate een link met het Klimaatprogramma. Dit zijn partijen vanuit de middenbrabantse overheden, het bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen als ook maatschappelijke organisaties (NGO s) en bewonersinitiatieven. Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving Sport: Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: STAND VAN ZAKEN Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid In 2011 hebben we in ons nieuw afvalbeleid een 8-tal optimaliseringvoorstellen geformuleerd. Met de uitvoering van deze voorstellen zijn we in 2012 gestart. Voor de totale uitvoering hebben we een periode uitgetrokken tot en met 2015. Vrijwel alle projecten lopen volgens planning. Vanwege de reorganisatie Stadstoezicht is de intensivering van handhaving en toezicht iets vertraagd. Optimalisatieprojecten worden na afronding ter bespreking voorgelegd zoals eerder met de raad is afgesproken. We doen mee aan een landelijke pilot voor het inzamelen van Drankenkartons. We sluiten niet uit om na afloop van deze pilot (in november) te besluiten door te gaan met het afzonderlijk inzamelen van drankenkartons in en volgende jaren. De pilot GFT ronden we eind 2013 af waarna we besluiten over mogelijke voortzetting. Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid De pilot kunststofinzameling heeft geleid tot een aanpassing van de inzamelmethode. Met ingang van 1 januari staan bij elk adres in de gemeente twee duobakken voor het inzamelen van afval. Door het huis aan huis inzamelen van rest, GFT, papier en plastic verwachten we dat het afvalscheidingpercentage aanzienlijk zal verbeteren. In de eerste helft van zal dit project worden afgerond. We gaan op de gerenoveerde milieustraat in samenwerking met het kringloopbedrijf La Poubelle de mogelijkheden van het sorteren van grof huishoudelijk afval onderzoeken. In willen we alle nieuwe communicatie-uitingen volledig uitgewerkt hebben en toepassen. Wij verwachten daarmee zowel het gedrag van de burger als de dienstverlening aan de burger positief te beïnvloeden. Het project ondergrondse containers ronden we in 2015 naar verwachting volledig af. ACTIVITEITEN Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid CO2 neutraal Groen in de stad We verwachten dat de voorstellen die we hebben voor optimalisering van inzameling van textiel en elektrische apparaten geborgd zijn in de werkwijze van de organisatie. De aanbesteding voor de verwerking van huishoudelijk afval vanaf 1 februari 2017 is voorzien in de tweede helft van 2013. De gunning zal eind 2013/begin plaatsvinden. Financiën + Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Afvalscheidingpercentage, uiterlijk in 2015 50% 45,2% 45,2% Percentage nieuwbouwwoningen waarvan energieprestatiecoëfficiënt (EPC) minimaal 10% onder eisen bouwbesluit ligt - n.v.t. 77% Percentage nieuwbouwwoningen GPR gebouw >= 7 100% (2013) Geen monitoring meer. 100% Percentage nieuwe utiliteitsgebouwen GPR gebouw > 6,5 Geen monitoring meer. 50% Aantal gesaneerde woningen 140 83

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Veiligheid: DOELEN CO2 neutraal Tilburg gaat voor een CO2 neutrale stad in 2045 en zet hiervoor een klimaatprogramma in. We zetten in het klimaatprogramma voort waarin de veranderende rol van de overheid is geconcretiseerd. Inzicht in de evenwichtigheid van Tilburg wat betreft Triple P. Tilburg ontwikkelt zich evenwichtig op de invalshoeken van People, Planet en Profit. CO2 neutraal Om de doelstelling van een CO2 neutrale stad in 2045 te bereiken, zetten wij de uitvoering van het Klimaatwerkplan 2013-2015 voort. Wij maken afspraken met partijen in de stad via green deals, op basis van de doelen/aanpak in het Klimaatwerkplan. De voortgang van het Klimaatwerkplan 2013-2015 monitoren wij periodiek. Eind stellen we een voortgangsbericht op over het Klimaatprogramma 2013-2015. Het bericht zal begin 2015 worden uitgebracht. Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving Sport: Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: STAND VAN ZAKEN CO2 neutraal Duurzame ontwikkeling Motie 009 TT2040 Op advies van de klimaatadviesraad is er geen apart klimaatakkoord opgesteld. De klimaatadviesraad vertegenwoordigt de eerder genoemde 100 ondertekenaars. De beoogde doelen worden via de vastgestelde klimaataanpak gerealiseerd. Green deals Green deals is een continue activiteit. De Green deal met scholen is afgesloten. De Green deal elektrisch vervoer wordt in B5-verband afgesloten. MOED Door de stuurgroep MOED is in samenspraak met Midpoint de besluitvorming over de integratie van MOED in Midpoint uitgesteld. Het bestuur van Hart van Brabant heeft op 19 september ingestemd met de notitie positionering MOED in e.v. waarin is opgenomen dat MOED in een aparte stichting wordt ondergebracht. Op basis van de vastgestelde Klimaataanpak 2013-2020 initiëren wij drie green deals met en tussen partners. Daarbij zetten we o.a. in op een green deal met de verpleeg- en verzorgingshuizen, als ook een green deal voor het realiseren van een klimaatneutraal bedrijventerrein. Wij vinden het belangrijk om vanuit verschillende beleidsvelden een plan van aanpak Klimaatadaptatie op te stellen waarin de vraag beantwoord wordt op welke wijze Tilburg zich kan/moet aanpassen aan de lokale effecten van de klimaatverandering. In het kader van het landelijke programma De Energiesprong maken wij met de corporaties afspraken over de invulling van de energieparagraaf in het vervolg op het huidige Convenant Wonen (dat loopt tot eind ). Afspraken hebben betrekking op het renoveren van woningen op basis van het nul-op-de-meter-concept en betreffen o.a. aantallen woningen, financiering en monitoring. Wij sluiten een Green Deal met de woningcorporaties over de invulling van het energiedeel voor het nieuwe Convenant Wonen 2015-2020. Op basis van de evaluatie over het verloop van de uitvoering Green Deal Energiebesparing Basisscholen, bepalen wij of en zo ja welke inspanning de gemeente moet inzetten voor het daadwerkelijk realiseren van de energiebesparingen. Indien nodig maken wij een voorstel voor de inzet van financiële middelen (Revolverend Fonds Gemeentelijke Gebouwen) voor het realiseren van energiemaatregelen. ACTIVITEITEN Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid CO2 neutraal Groen in de stad Financiën + In geven wij uitvoering aan het in het paper Sustainable Region geformuleerde stappenplan. Dit betekent dat wij een regionaal proces organiseren om draagvlak te verwerven en besluitvorming over de uitvoering (laten) organiseren. Gelijktijdig vindt in college en raad besluitvorming plaats over de bijdrage en rol van de gemeente Tilburg voor de verankering van Sustainable Region in Hart van Brabant. Op basis van (de vertaling van) het position paper kunnen wij onze lobbyinspanningen beter richten om zo steun te verwerven in Europa. Wij zien kansen voor het aanboren van EU-fondsen (Structuurfondsen -2020/Horizon 2020) voor de uitvoering van projecten, op basis van de Klimaataanpak 2013-2020. Voor het succesvol laten slagen van onze lobbyinzet en het verwerven van Europese middelen is het cruciaal ons internationale netwerk op te bouwen en te verstevigen o.a. via ons lidmaatschap (namens BrabantStad) aan Eurocities. In 2013 is een nationaal Energieakkoord gesloten. Wij onderzoeken de effecten van dit akkoord op de ambitie van verduurzaming van de bestaande woningvoorraad in Tilburg en welke inspanningen de gemeente en onze partners moeten leveren om de doelstellingen te realiseren. Wij vertalen de effecten naar de benodigde inzet van de gemeente.

Onderwerpen Werken aan een andere overheid Veiligheid: Minder criminaliteit Minder criminaliteit en overlast Minder onveiligheidsgevoelens Fysieke en sociale leefomgeving: Verbeteren fysieke leefomgeving DOELEN Het duurzaam in stand houden van de groenstructuur en waar nodig ontwikkelen Eind is het openbaar groen in de Oude stad toegenomen. Nader onderzoek is nodig om de oppervlakte extra groen te bepalen. Groen dichterbij (beleefbaar groen) en voor iedereen De groenstructuur (zowel in landelijk als stedelijk gebied) duurzaam in stand houden en waar nodig ontwikkelen of versterken, ruimte voor natuur en ecologie, kwaliteit groen verhogen, eigen karakter behouden. Biodiversiteit verhogen en beter beschermen De achteruitgang van de biodiversiteit stoppen (vanaf 2010) voor zowel het buitengebied als het bebouwde gebied, biodiversiteit tot aan de voordeur, in 2020 levert 50% van de aangeplante bomen en struiken binnen de bebouwde kom een bijdrage aan de biodiversiteit. Betrokken partners: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische vereniging afdeling Tilburg (KNV), platform Biodiversiteit. Verhogen sociale kwaliteit leefomgeving Sport: Verhogen sportdeelname Duurzaamheid: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid STAND VAN ZAKEN Het duurzaam in stand houden van de groenstructuur en waar nodig ontwikkelen Het actieplan Groenplan Oude Stad is opgesteld en wordt uitgevoerd. Er zijn twee bermen op bedrijventerrein Vossenberg ingezaaid met een bloemenmengsel. Door de aantrekkende werking op dieren (met name insecten) is de biodiversiteit ter plekke verhoogd. Het duurzaam in stand houden van de groenstructuur en waar nodig ontwikkelen Wij voeren de groen- en biodiversiteitprojecten conform het Meerjarenprogramma Openbare Ruimte (MJP) uit (gebaseerd op het Uitvoeringsprogramma Groen en Biodiversiteit). De belangrijkste projecten zijn: Oude Stad - versterken groen, Molenbochtstraat - herinrichting, Haarensebaan - laanherstel, Kromhoutpark (indien uit lopend onderzoek advies tot groenrenovatie volgt). ACTIVITEITEN CO2 neutraal Groen in de stad Financiën + Voor het beheer en onderhoud van groen in de stad willen wij structurele middelen organiseren. Hiervoor gaan we het totaal aan benodigde investerings- en beheermiddelen in beeld brengen om het aanwezige groen duurzaam in stand te kunnen houden. De budgetvraag voor beheer van nieuw groen (areaaluitbreiding) is onderdeel van het op te stellen overzicht. Dit inzicht in het totaal benodigd budget voor investerings- en beheermiddelen groen gebruiken wij om een nota Middelen openbaar groen op te stellen. Deze nota willen we tijdig t.b.v. de programmabegroting 2015 aan de raad hebben voorgelegd. Wij geven uitvoering aan het voorstel nieuw beleid voor een impuls groen meeliftprojecten. Het betreft de besteding van incidentele middelen in, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de nota Middelen openbaar groen na. Het betreft een eenmalige extra financiële impuls van 0,4 miljoen ten behoeve van meeliftprojecten groen voor realisatie van een kwaliteitsverbetering van groenvoorzieningen. Daarnaast zetten wij de uitvoering van het programma Groenplan Oude Stad in voort. Projecten uit het Groenplan die in gerealiseerd worden zijn Frankische driehoek Rosmolenplein, Zuid-Oosterstraat en de Ringbanen Noord en Zuid.

Onderwerpen + Financiën Veiligheid: Fysieke en sociale leefomgeving: Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 33.371 34.043 33.103 32.926 32.920 32.920 Baten -5.405-2.809-3.201-2.447-2.448-2.448 Netto lasten 27.966 31.234 29.902 30.479 30.472 30.472 ; herijkingen 56. Bijstelling programmabudgetten 32 32 32 57. Inwonerbijdrage Veiligheidsregio -251-120 134-13 58. Invoering nieuwe Drank- en Horecawet 29 29 29 29 59. Administratieve bijstellingen -6-6 -6-6 ; nieuw beleid 60. Offensief Veiligheid 1.500 61. Reparatie wegvallen middelen wijkgericht werken 565 565 565 Totaal 27.966 31.234 31.206 30.979 31.226 31.047 Doelen/subsidies Reserves Sport: Kapitaallasten Subsidies 0% 6% 40.000 35.000 30.000 svoorst./doelen/subsidies Organisatiekosten 39% 25.000 20.000 Lasten Baten Duurzaamheid: 15.000 kosten 55% 10.000 5.000-2012 2013 2015 2016 2017 Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies

Onderwerpen + Financiën Veiligheid: Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies 56. Bijstelling programmabudgetten Als gevolg van de herprogrammering van het Meerjarenprogramma Openbare Ruimte worden ook de bijbehorende programmabudgetten bijgesteld. Voor de jaren t/m 2016 betekent dit een verhoging van 32.000,-. 57. Inwonerbijdrage Veiligheidsregio; adviezen brandweer De begroting - 2016 van de Veiligheidsregio leidt voor de gemeente Tilburg tot structureel lagere kosten. De reden hiervan is dat een aantal kosten (m.n. kosten FLO en kantoren) in het zg. kostenverdeelmodel van de Veiligheidsregio zijn opgenomen en daardoor over alle aangesloten gemeenten verdeeld wordt. Daarnaast wordt vanaf 2016 een bedrag van 0,6 miljoen structureel bezuinigd op de begroting van de Veiligheidsregio. 58. Invoering nieuwe Drank- en Horecawet De invoering van de nieuwe Drank- en Horecawet heeft grote consequenties voor de gemeenten, met name omdat het toezicht overgaat van het Rijk naar gemeenten. Voorgesteld wordt om de formatie met 0,5 fte uit te breiden. 59. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 60. Offensief Veiligheid Het offensief Veiligheid heeft als doelstelling om onze bestaande aanpak te versterken en waar nodig te intensiveren/aan te vullen en te borgen. Het offensief Veiligheid omvat de VVD-motie Pak de Boef waarin gepleit wordt voor versterking van de WOS aanpak en intensivering van cameratoezicht (live view). In het offensief Veiligheid richten we ons op versterking van het volgende: Aanpak georganiseerde criminaliteit 600.000,- (bijdrage Taskforce B5 300.000,-, projectmanagementcapaciteit 200.000,- en uitbreiding analysecapaciteit met 1,5 fte 100.000,-), Cameratoezicht 500.000,- (aanschaf, onderhoud en plaatsing slimme camera s 200.000,-, projectleider live view 1 fte 100.000,-, incidentele vervanging verouderde camera s 150.000,- en inhuur projectleider 50.000,-), Aanpak woninginbraken, overvallen en straatroof 400.000,- (versterken heterdaadkracht 200.000,-, instellen adviesteam 100.000,- en invoering concept Waakzame burger 100.000,-). 61. Reparatie wegvallen middelen wijkgericht werken De raad heeft ten aanzien van het wijkgericht werken de prioriteit gesteld dat er slagkracht aanwezig moet zijn om te handelen, dat daarvoor budget aanwezig dient te zijn en dat omgevingsmanagers en wijkregisseurs zichtbaar in de wijken aanwezig moeten zijn. Om slagvaardig te kunnen handelen is budget nodig dat snel ingezet kan worden. Dit budget neemt per 1 januari 2015 met 1,2 miljoen af als gevolg van het wegvallen van ISV-middelen (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3)). Om de aanpak van kleine fysieke en sociale knelpunten en aanpak van veiligheid in de wijk voort te kunnen zetten is in totaal een bedrag van 835.000,- benodigd. Hiervan kan 200.000,- gedekt worden uit een herschikking van het Meerjarenprogramma door middelen in te zetten die voor flexibele inzet bestemd zijn voor gelijksoortige uitgaven op gebied van verharding, verkeersveiligheid etc. Door aanpak van kleine knelpunten voorkomen we dat grote uitgaven eerder dan gepland nodig zijn. Voor het onderdeel Veiligheid wordt het budget met 565.000,- verhoogd. Het resterende bedrag van 70.000,- heeft betrekking op het onderdeel Fysieke en sociale leefomgeving. p/financien/veiligheid/begrotingsvoorstellen

Onderwerpen + Financiën Veiligheid: Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Groen in de stad Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Minder criminaliteit 6.125-2.466 3.659 Minder criminaliteit en overlast 1.389-130 1.259 Minder overlast 968-122 846 Minder onveiligheidsgevoelens bij burgers 1.379-1.010 369 Reguliere activiteiten: Brandweer en rampenbestrijding 12.983 0 12.983 Openbare orde en veiligheid (m.n. handhaving openbaar gebied) 12.163-73 12.090 Totaal 35.007-3.801 31.206 Subsidies per doel Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Saldo Bedragen x 1.000,- Subsidie Minder criminaliteit 2.208 1.063 984 Jeugd en veiligheid 618 628 Jeugd en zorg 180 183 Maatschappelijke opvang 50 51 Veiligheidsbeleid 215 122 Minder onveiligheidsgevoelens bij burgers 4 13 6 Veiligheid en wijken 13 6 Totaal 2.212 1.076 990 Reserves Nr. Omschrijving Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Ultimo 2016 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2017 C.003 Reserve Veiligheidsbeleid 837 601 408 208 0 0 C.044 Reserve EMERGO 0 1.500 1.423 1.343 1.260 1.174 svoorst./doelen/subsidies

Bedragen x 1.000,- Onderwerpen + Rekening 2012 2013 2015 2016 2017 Financiën Veiligheid: Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: Lasten 57.066 54.756 53.810 53.020 53.698 54.029 Baten -10.310-7.048-6.679-5.305-5.059-4.980 Netto lasten 46.756 47.708 47.131 47.715 48.639 49.049 ; herijkingen 62. Bijstelling kosten BAT 292 292 292 292 63. Bijstelling kosten riolering -510 39-28 52 64. Administratieve bijstellingen -82-82 -82-82 ; nieuw beleid 65. Vergroten slagkracht organisatie, opdrachtgeverschap 66. Reparatie wegvallen middelen wijkgericht werken 67. Streekraad Het Groene Woud en Overlegorgaan Loonse en Drunense duinen 138 138 70 70 70 40 40 40 40 Totaal 46.756 47.708 47.009 48.212 48.931 49.421 svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies

Onderwerpen + Financiën Veiligheid: Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies 62. Bijstelling kosten BAT Op basis van de ontwikkeling van het aantal huishoudens vindt bijstelling plaats van afvalverwerkingkosten en de overige inzamelkosten (manuren en voertuiguren) (nadelig 63.000,-). Daarnaast zijn ook de prijzen en het volume van de afvalverwerkingkosten geactualiseerd (nadelig 119.000,-). Bijstelling van de brandstofkosten leidt tot een structureel nadeel van 100.000,-. Door de verbouwing/herinrichting van de milieustraat zijn de huurkosten met 10.000,- gestegen. Alle bijstellingen worden volledig toegerekend aan de afvalstoffenheffing. 63. Bijstelling kosten riolering De budgetten met betrekking tot riolering wijzigen door bijstelling van kapitaallasten, verschuiving van programmabudgetten en autonome bijstellingen. Deze bijstellingen worden voor 100% verrekend in de tarieven rioolheffing. 64. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 65. Vergroten slagkracht organisatie, opdrachtgeverschap Verdere professionalisering en versterking van het opdrachtgeverschap voor vastgoedprojecten is noodzakelijk. Om dit inhoud te geven stellen we voor om in en 2015 de formatie uit te breiden met 1,66 fte. In 2015 vindt evaluatie plaats om het structurele karakter van deze uitbreiding te beoordelen. 66. Reparatie wegvallen middelen wijkgericht werken De raad heeft ten aanzien van het wijkgericht werken de prioriteit gesteld dat er slagkracht aanwezig moet zijn om te handelen, dat daarvoor budget aanwezig dient te zijn en dat omgevingsmanagers en wijkregisseurs zichtbaar in de wijken aanwezig moeten zijn. Om slagvaardig te kunnen handelen is budget nodig dat snel ingezet kan worden. Dit budget neemt per 1 januari 2015 met 1,2 miljoen af als gevolg van het wegvallen van ISV-middelen (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3)). Om de aanpak van kleine fysieke en sociale knelpunten en aanpak van veiligheid in de wijk voort te kunnen zetten is in totaal een bedrag van 835.000,- benodigd. Hiervan kan 200.000,- gedekt worden uit een herschikking van het Meerjarenprogramma door middelen in te zetten die voor flexibele inzet bestemd zijn voor gelijksoortige uitgaven op gebied van verharding, verkeersveiligheid etc. Door aanpak van kleine knelpunten voorkomen we dat grote uitgaven eerder dan gepland nodig zijn. Voor het onderdeel Fysieke en sociale leefomgeving wordt het budget met 70.000,- verhoogd. Het resterende bedrag van 565.000,- heeft betrekking op het onderdeel Veiligheid. 67. Streekraad Het Groene Woud en Overlegorgaan Loonse en Drunense duinen Het Groene Woud geldt als één van de drie top landschappen in Noord Brabant. Voor Tilburg en de regio blijft samenwerking binnen de Streekraad Het Groene Woud, waarbinnen de andere grote steden Den Bosch en Eindhoven ook actief zijn, noodzakelijk. Het is zaak om dit strategisch uit te bouwen en te versterken. Een aantrekkelijk landschap dient namelijk als drager en ondersteuner voor het verbeteren en verhogen van het vestigingsklimaat, de leefbaarheid en de leisure ambities, waardoor opbrengsten als economische groei, werkgelegenheid, welvaart en vitaliteit substantieel worden vergroot. Dat geldt ook voor het andere icoon in Noord-Brabant; het Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen. Tilburg en de regio hebben baat bij het bestaan van dit belangwekkend en nu al aantrekkelijk en uniek Nationaal Park. Blijvend participeren en meesturen in ontwikkelingen is de komende jaren van belang. Zeker nu traditionele financieringen van Rijk en Provincie opdrogen en dus gezocht moet worden naar andere middelen en nieuwe economische dragers om de kwaliteit te behouden en te versterken. Dit voorstel continueert en verzekert regionale deelname en actief lidmaatschap in beide (streek)netwerken Het Groene Woud en De Loonse en Drunense Duinen.

Doelen/reguliere activiteiten Lasten Baten Saldo Onderwerpen + Financiën Veiligheid: Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Groen in de stad Doelen: Verbeteren fysieke leefomgeving 1.076-953 123 Verhoging sociale kwaliteit woonomgeving 9.085-459 8.626 Reguliere activiteiten: Sociaal-cultureel werk 1.443 0 1.443 Stads- en dorpsvernieuwing 340-303 37 Afval (m.n. inzameling huishoudelijk afval) 25.026-3.795 21.231 Riolering (m.n. beheer riolering en waterhuishouding) 11.934-539 11.395 Ruimtelijke ordening 5.001-847 4.154 Totaal 53.905-6.896 47.009 Subsidies per doel/reguliere activiteiten Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Bedragen x 1.000,- Subsidie Verbeteren fysieke leefomgeving 234 139 128 Economie 13 0 Veiligheid en wijken 126 128 Verhoging sociale kwaliteit woonomgeving 10.062 8.564 8.355 Veiligheid en wijken 70 71 Verrijk je wijk 363 369 Verslavingszorg 3 3 Wijk- en buurtwerk 8.128 7.912 Reguliere activiteiten 6 832 845 Huishoudelijk afval divers 2 138 140 Milieubeheer 4 Vrijwilligersbeleid 694 705 Totaal 10.296 9.535 9.328 svoorst./doelen/subsidies

Onderwerpen + Financiën Veiligheid: Reserves Nr. Omschrijving C.013 Reserve Bodem, geluid en lucht C.021 Reserve Verloedering bestaande stad Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Ultimo 2016 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2017 3.234 2.210 1.097 515 287 249 1.055 956 718 487 248 0 C.022 Reserve Bomen 942 675 479 441 401 360 C.042 Bestemmingsreserve uitkeringen ISV/ IPSV 2.246 1.009 100 78 0 0 Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies C.046 Bestemmingsreserve Gebiedsgericht Grondwaterbeheer G.011 Reserve Meerjarenprogramma openbare ruimte 0 0 862 891 877 794 4.146 4.146 4.146 4.146 4.146 4.146

Onderwerpen + Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Financiën Veiligheid: Fysieke en sociale leefomgeving: Lasten 38.907 28.221 28.360 28.251 28.372 28.371 Baten -20.255-9.324-9.425-9.376-9.379-9.379 Netto lasten 18.652 18.897 18.935 18.875 18.993 18.992 ; herijkingen 68. Bijstelling kapitaallasten 125 99 114 113 69. Bijstelling huurinkomsten i.r.t. Vakcollege -50-100 70. Administratieve bijstellingen -106-106 -106-106 Totaal 18.652 18.897 18.954 18.868 18.951 18.899 Doelen/subsidies 45.000 Reserves Subsidies 2% Kapitaallasten 8% 40.000 Sport: svoorst./doelen/subsidies kosten 36% 35.000 30.000 25.000 20.000 Lasten Baten Duurzaamheid: Organisatiekosten 54% 15.000 10.000 5.000-2012 2013 2015 2016 2017 Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies

Onderwerpen + 68. Bijstelling kapitaallasten Als gevolg van aanpassing van investeringsbedragen, worden ook de bijbehorende kapitaallasten bijgesteld. Financiën Veiligheid: 69. Bijstelling huurinkomsten i.r.t. Vakcollege In sporthal T-kwadraat is voldoende capaciteit beschikbaar om te voldoen aan de gymnastiekbehoefte van het nieuwe Vakcollege. De huurvergoeding voor het gebruik van T-kwadraat wordt ingeschat op 100.000,- per jaar. Fysieke en sociale leefomgeving: 70. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. Doelen/reguliere activiteiten Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Saldo Doelen/subsidies Doelen: Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies Verhogen van de sportdeelname onder jeugd (6-11 jaar) en jongeren (12-17 jaar) 0 0 0 Sportdeelname volwassenen 958-2.193-1.235 Reguliere activiteiten: Sport 23.479-6.656 16.823 Sport infrastructuur 4.429-1.063 3.366 Totaal 28.866-9.912 18.954 Subsidies per doel/reguliere activiteiten Werkelijke subsidie 2012 Sportdeelname volwassenen 2 Reguliere activiteiten 2.173 Subsidie 2013 Bedragen x 1.000,- Subsidie Sport 423 394 Sportinstellingen 143 144 Totaal 2.175 566 538

Bedragen x 1.000,- Onderwerpen + Rekening 2012 2013 2015 2016 2017 Financiën Veiligheid: Lasten 7.481 7.853 9.226 7.179 6.388 6.389 Baten -3.679-2.562-1.999-652 130 130 Netto lasten 3.802 5.291 7.227 6.527 6.518 6.519 ; nieuw beleid 71. Natuur- en milieueducatie -2017 35 35 35 35 Totaal 3.802 5.291 7.262 6.562 6.553 6.554 Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Kapitaallasten Subsidies 0% 2% 10.000 9.000 8.000 7.000 Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies kosten 54% Organisatiekosten 44% 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 Lasten Baten Duurzaamheid: Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies - 2012 2013 2015 2016 2017

Onderwerpen + Financiën Veiligheid: 71. Natuur- en milieueducatie -2017 Het Natuur- en milieueducatieprogramma (NME) 2009-2012 loopt ten einde in 2013. Inmiddels is het programma geëvalueerd. De uitvoering heeft ervoor gezorgd dat natuur- en milieueducatie succesvol is opgepakt door vrijwilligersgroepen, scholen en andere instellingen in de stad. Om in de komende jaren invulling te blijven geven aan onze NME-visie is een nieuw programma en financiering nodig om nieuwe initiatieven te helpen opstarten en bestaande, zo nodig, te ondersteunen. Voorgesteld wordt om hiervoor in de jaren -2017 35.000,- per jaar beschikbaar te stellen. Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies

Onderwerpen + Doelen/reguliere activiteiten Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Saldo Financiën Veiligheid: Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Doelen: Toekomstgericht duurzaam afvalbeleid 0-20 -20 CO2 neutraal 1.067-930 137 Reguliere activiteiten: Milieubeheer 8.420-1.275 7.145 Totaal 9.487-2.225 7.262 Subsidies per doel Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Bedragen x 1.000,- Subsidie CO2 neutraal 191 185 187 Milieu 171 173 14 14 Totaal 197 185 187 Reserves Nr. Omschrijving Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2016 Ultimo 2017 B.002 Reserve Duurzame investeringen 4.364 2.472 1.519 624 211 153 C.015 Reserve Essent 8.223 931 249 61 0 0 Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies

Bedragen x 1.000,- Onderwerpen + Rekening 2012 2013 2015 2016 2017 Financiën Veiligheid: Lasten 1.477 1.594 1.644 1.593 1.654 1.704 Baten -409-388 -405-322 -322-322 Netto lasten 1.068 1.206 1.239 1.271 1.332 1.382 ; nieuw beleid 72. Impuls groen meeliftprojecten 400 Totaal 1.068 1.206 1.639 1.271 1.332 1.382 Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies kosten 31% 2.500 2.000 Reserves 1.500 Sport: Kapitaallasten 59% 1.000 Lasten Baten svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Organisatiekosten 10% 500-2012 2013 2015 2016 2017 Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies

Onderwerpen + Financiën Veiligheid: 72. Impuls groen meeliftprojecten In de jaarschijf is een groot aantal projecten opgenomen die voortvloeien uit de deelprogramma s riolering en wegen. Bij het merendeel van deze projecten is het wenselijk om ook te investeren in de kwaliteit van de groenvoorzieningen, maar de budgetomvang van het groenprogramma is hiervoor niet toereikend. Een globale kostenraming heeft uitgewezen dat circa 400.000,- benodigd is om het groen te kunnen laten meeliften. Het is conform het Uitvoeringsprogramma Groen en Biodiversiteit wenselijk dat er bij nieuwe plantkeuzes (vervangingen oude beplanting) zoveel mogelijk gekozen wordt voor soorten die een bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Het op orde brengen van de groenkwaliteit heeft direct een gunstige invloed op de belevingswaarde en leefbaarheid van de betreffende locaties. Fysieke en sociale leefomgeving: Doelen/subsidies Reserves Sport: svoorst./doelen/subsidies Duurzaamheid: Doelen/reguliere activiteiten Doelen: Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Het duurzaam in stand houden van de groenstructuur en waar nodig ontwikkelen 1.725-100 1.625 Reguliere activiteiten: Begraafplaatsen 319-305 14 Totaal 2.044-405 1.639 Subsidies per doel/reguliere activiteiten Werkelijke subsidie 2012 Reguliere activiteiten 20 Subsidie 2013 Saldo Bedragen x 1.000,- Subsidie Groen 15 15 Totaal 20 15 15 Groen in de stad svoorst./doelen/subsidies

Onderwerpen + Financiën + Om het beste voor onze gemeente te verwezenlijken is goed bestuur en samenwerking essentieel. Samenwerking met de stad, samenwerking in de regio, maar ook oriëntatie op bovenregionaal, landelijk en europees niveau. Van een goed lokaal bestuur mag ook verwacht worden dat de dienstverlening aan de burger optimaal is, het huishoudboekje op orde, de tarieven redelijk en billijk zijn en de ambtelijke organisatie kostenefficiënt en slagvaardig is. Onze maatregelen hiervoor komen terug in de onderwerpen van de begroting: Samenwerken en netwerken, Dienstverlening, Tarieven en Organisatie. Om burgerparticipatie meer kansen te geven, verruimen we de mogelijkheden voor burgers om met initiatieven te komen. vraagt van de samenwerking in de regio inspanning op de sociale transities omdat deze een regionale uitvoeringscomponent krijgen. Gelijktijdig moeten we ons met de regio ook richten op de nieuwe Europese fondsen. De uitwerking van het plan van aanpak Social Innovation is hierbij onze leidraad. Het huishoudboekje is op orde, we trachten voor de woonlasten zo laag mogelijk te houden door in ieder geval de gemeentelijke lasten voor de burger waar mogelijk te laten dalen, dan wel minimaal gelijk te houden. De klanttevredenheid blijft voor ons een belangrijke graadmeter voor de dienstverlening. Met de nieuwe ambtelijke organisatie is de gemeente klaar om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden. De organisatie moet zich hiervoor blijvend ontwikkelen om in te spelen op de veranderende vraag vanuit de tilburgse samenleving en het lokale bestuur.

Overzicht Overzicht programma Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Saldo Onderwerpen + Financiën + Werken aan een andere overheid 330 0 330 Samenwerking en netwerken 7.041-6.539 502 Dienstverlening 8.045-4.265 3.780 Tarieven 2.136-80.482-78.346 Organisatie 5.715-114 5.601 Algemeen 87.408-335.692-248.284 Totaal 110.675-427.092-316.417 Verdeling lasten Werken aan een andere overheid 0% Samenwerking en netwerken 6% Dienstverlening 7% Tarieven 2% Organisatie 5% Algemeen 80%

Overzicht programma Onderwerpen Werken aan een andere overheid Onderwerpen + Samenwerken en netwerken: Versterken regionale samenwerking Financiën + Ontwikkelingssamenwerking Dienstverlening: Verbeteren klanttevredenheid Tarieven: Handhaven lage woonlasten Organisatie: Functioneren als één concern Financiën + STAND VAN ZAKEN OPGAVEN Burgerparticipatie Verbeteren van de communicatie en interactie met burgers. Hierbij hanteren we de volgende nieuwe indicatoren: - Vaststellen bespreekagenda s Wijk- en Dorpsraden (doel: 90%), - Bespreken meerjarenprogramma openbare ruimte met Wijk- en dorpsraden (doel: 90%), - Doorlooptijd behandeling burgerinitiatief (doel: 90% binnen 8 weken voor eerste inhoudelijke beoordeling van het initiatief), - Bestemmingsplanprocedures (incl. -wijzigingen) openstellen voor burgerparticipatie. Waarbij dit is op te vatten als burgers actief vragen om input te leveren op voorstellen van gemeenten en private initiatiefnemers (doel: 95%). Gebouwen op orde Het veilig maken van de gebouwen in de gemeentelijke gebouwenexploitatie evenals het kostenefficiënt en slim (lean) exploiteren van deze gebouwen. Burgerparticipatie De vernieuwde wijze waarop we met burgerparticipatie (communicatie en interactie) willen omgaan is vastgelegd in de uitvoeringsagenda. Gebouwen op orde De raad heeft begin juli een raadsbrief ontvangen met daarin een stand van zaken van het project. De volgende update volgt aan het einde van dit jaar. Burgerparticipatie We voeren de uitvoeringsagenda Burgerparticipatie uit. Deze agenda zet in op interactieve beleidsvorming, actief burgerschap, afspraken over samenwerking met de wijk- en dorpsraden, borging in de gemeentelijke organisatie en een bijbehorend actieprogramma. Gebouwen op orde De volgende werkzaamheden hebben we gepland voor in het project gebouwen op orde: Deelproject 1 (veilige gebouwen): afronden herstelwerkzaamheden brandveiligheid zowel door eigenaar als huurders; gebouwen ook beoordelen op andere aspecten van veiligheid. Vooralsnog geen financiële gevolgen. Deelproject 2 (conditie afhankelijk onderhoud): afronden inspecties en vaststellen (gewenst) onderhoudsniveau; informatie als input voor nieuw op te stellen onderhoudsprogramma s. Deelproject 3 (informatievoorziening en informatisering): implementatie gekozen vastgoedbeheersysteem en ontsluiten beschikbare informatie (registratie documenten voor borgen veiligheid en informatie voor efficiënte exploitatie). Deelproject 4/5 (processen en werkafspraken/organisatie): implementeren nieuw ontwikkelde of heringerichte werkprocessen en systeemcontrole; werken aan houding en gedrag van medewerkers (eigen verantwoordelijkheden, samenwerken aan veiligheid). ACTIVITEITEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Vaststellen bespreekagenda s Wijk- en Dorpsraden 90% n.v.t. n.v.t. Bespreken meerjarenprogramma openbare ruimte met Wijk- en dorpsraden Doorlooptijd behandeling burgerinitiatief 90% binnen 8 weken 90% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Bestemmingsplanprocedures (incl. -wijzigingen) openstellen voor burgerparticipatie. Waarbij dit is op te vatten als burgers actief vragen om input te leveren op voorstellen van gemeenten en private initiatiefnemers. 95% n.v.t. n.v.t.

Overzicht programma Onderwerpen Werken aan een andere overheid Onderwerpen + Samenwerken en netwerken: DOELEN Versterken van de regionale samenwerking De regio smoel geven met Social Innovation als verbindend thema. Hart van Brabant op de kaart: eind 2013 is aan de hand van de strategische agenda veelvuldig gelobbyd in Den Haag en Brussel over logistiek en multimodaliteit. Betrokken partners: Regiogemeenten Hart van Brabant, B5 en Provincie, partners binnen Midpoint met in het bijzonder Tilburg University Versterken regionale samenwerking Financiën + Ontwikkelingssamenwerking Dienstverlening: Verbeteren klanttevredenheid Tarieven: Handhaven lage woonlasten Organisatie: Functioneren als één concern Financiën + STAND VAN ZAKEN Versterken van de regionale samenwerking Organisatie en governance Wij hebben, mede in Hart van Brabant verband een reactie gegeven op het rapport Krachtig in Midden Brabant. Tilburg herkent zich in het positieve beeld van de samenwerking en de rol van Tilburg daarin. Wij wensen de samenwerking voort te zetten en hebben geen behoefte aan herindeling. Over de governance Hart van Brabant en Midpoint zijn besluiten genomen in het Algemeen van Hart van Brabant. Internationale profilering Social innovation Motie 002 TT2040 De profilering van Social Innovation werken we uit in de position papers enabling region, healthy region, sustainable region en MKB United. Zij dienen als onderlegger voor het Strategisch van Midpoint. Tilburg University (TiU) heeft besloten social innovation als speerpunt in het strategisch plan op te nemen. Tien hoogleraren onder leiding van Roel in t Veld hebben hun krachten gebundeld om tot een universiteit van social innovation uit te groeien. Met de TiU wordt gewerkt aan het uitbreiden van het stedennetwerk Social Innovation met Wenen en Dortmund (naast Bilbao). Regionale samenwerking De regionale samenwerking in relatie tot de transities loopt goed. In het tweede kwartaal zijn er ambtelijk, en met externe ondersteuning, instrumenten ontwikkeld voor frontlijnsturing. In het derde kwartaal worden deze binnen Hart van Brabant tot besluitvorming gebracht. De investeringsagenda 2013-2017 voor de regionale infrastructuur is vastgesteld. Er zijn vier deelagenda s toekomstagenda, lobbyagenda, afstemmingsagenda en uitvoeringsagenda. Uit deze vier deelagenda s is de GGA-agenda 2013/ (Gebieds Gerichte Aanpak) gedestilleerd. Voor alle opgenomen projecten wordt een projectformat gemaakt, inclusief financiële paragraaf. Alle projecten worden bovendien opgenomen in een projectvolgsysteem (voor status- en voortgangsbewaking). Lobbyagenda en organisatie Een gezamenlijk steunpunt lobby en Europese fondsen met Midpoint, universiteit en bedrijfsleven is in voorbereiding. De werving van een nieuwe lobbyist binnen de gemeente Tilburg loopt. s op basis waarvan projectvoorstellen Europese fondsen kunnen worden geschreven, zijn opgesteld in samenwerking met Midpoint. Versterken van de regionale samenwerking Samen met de andere gemeenten in de regio positioneren wij ons als regio Hart van Brabant als dé regio van Social Innovation. Deze onderscheidende strategie is speerpunt in de agenda s van Hart van Brabant en Midpoint. Aan de uitvoering van beide agenda s leveren wij een bijdrage. In gaat het om de volgende activiteiten die wij als Tilburg op ons genomen hebben (tevens opgenomen in ons eigen plan van aanpak over Social Innovation): Vertalen van ambitiedocument enabling region, healthy region en sustainable region en MKB United naar programma s en projecten voor het strategische programma Midpoint. Bestendigen van netwerk van Social Innovation Cities (Bilbao, Dortmund en Wenen) o.a. door samen projectvoorstellen bij Europese fondsen in te dienen enerzijds en het delen van kennis anderzijds. Ook ondersteunen we Tilburg University bij het organiseren van een conferentie over Social Innovation in. ders Hart van Brabant informeren over de ontwikkelingen op het terrein van Social Innovation. Voor de regio positie verwerven binnen de Brainport 2020 strategie. Deze activiteiten doen we niet alleen, maar steeds samen met ondernemers en onderwijsinstellingen (triple helix). Ook richten we deze activiteiten steeds op het ontsluiten van financiële middelen in Brussel (EU), Den Haag (nationaal) en Den Bosch (provinciaal). Deze potentiële financieringsbronnen vragen in toenemende mate cofinanciering van de deelnemende partners, dus ook van de gemeente. Het oprichten van een economisch investeringsfonds ten behoeven van cofinanciering is van belang om snel te kunnen reageren om zo de slagkracht van de regio te vergroten. Daarnaast worden in Hart van Brabant projecten uitgevoerd zoals opgenomen in de werkagenda Hart van Brabant. Tilburg is zowel bestuurlijk als ambtelijk trekker van de Regionale Sociale Agenda, de Investeringsagenda Regionale Infrastructuur, Regionaal Arbeidsmarktbeleid, Regionale Detailhandelsfoto en MOED. Voor het Vitaal Leisure Landschap en het Expact Center South zijn wij bestuurlijk trekker en voor de Regionale Programmering Werklokaties en Landschappen van Allure ambtelijk. Bij andere projecten uit de werkagenda zoals Regionale Ruimtelijke Visie, Slowfood en Civiel medegebruik vliegbasis Gilze-Rijen is het trekkerschap nog niet of elders (te weten; een andere gemeenten of Midpoint Brabant) belegd. ACTIVITEITEN Project Pathfinders Motie 004 TT2040 Het traject op initiatief van Midpoint Brabant is verlengd tot eind 3e kwartaal 2013. Afronding gepland tijdens European Social Innovation Week in september 2013.

Overzicht programma Onderwerpen Werken aan een andere overheid Onderwerpen + Samenwerken en netwerken: DOELEN Ontwikkelingssamenwerking Betrokken partners: Regiogemeenten Hart van Brabant, B5 en Provincie, partners binnen Midpoint met in het bijzonder Tilburg University Versterken regionale samenwerking Financiën + Ontwikkelingssamenwerking Dienstverlening: Verbeteren klanttevredenheid Tarieven: Handhaven lage woonlasten STAND VAN ZAKEN Ontwikkelingssamenwerking In dialoog met de raad is door het college besloten om uiterlijk het vierde kwartaal een startnotitie voor te leggen aan de raad en de kadernota in vast te stellen. Voor wordt een overgangs-pve vastgesteld. Ontwikkelingssamenwerking Wij stellen een nieuwe lokale werkagenda op voor internationale samenwerking zodra de uitwerking van het rijksbeleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking beschikbaar is. Bij het opstellen van die werkagenda betrekken wij het onderwijsveld, het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven. Tevens bekijken wij in hoeverre afstemming van initiatieven op het terrein van internationale samenwerking in onze regio kan plaatsvinden. ACTIVITEITEN Organisatie: Functioneren als één concern Financiën +

Overzicht programma Onderwerpen Werken aan een andere overheid Onderwerpen + Samenwerken en netwerken: Versterken regionale samenwerking Financiën + Ontwikkelingssamenwerking Dienstverlening: Verbeteren klanttevredenheid Tarieven: Handhaven lage woonlasten DOELEN STAND VAN ZAKEN Indicator Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Waarderingscijfer dienstverlening stadswinkels 7 7,9 7,5 Klanttevredenheid WMO, tevredenheid bij: contact met gemeente procedure aanvraag (toegang tot de individuele Wmovoorziening) Hulp bij huishouden (HBH) Voorzieningen Wonen, Vervoer, Rolstoelen (WVR) Collectief vervoer Percentage klanten Sociale Zaken dat dienstverlening met minimaal 7 waardeert 70% 75% 77% (2010) Terugdringen regeldruk t.o.v. landelijk gemiddelde -25% Ca. -25% -14,2% Terug 7 7 7 7 7 7,3 7,0 7,7 7,5 6,4-7,4 7,8 7,3 6,5 ACTIVITEITEN Organisatie: Functioneren als één concern Financiën +

Overzicht programma Onderwerpen Werken aan een andere overheid Onderwerpen + Samenwerken en netwerken: Versterken regionale samenwerking Financiën + Ontwikkelingssamenwerking Dienstverlening: Verbeteren klanttevredenheid Tarieven: Handhaven lage woonlasten DOELEN STAND VAN ZAKEN Verbeteren van de klanttevredenheid van de gemeentelijke dienstverlening De waardering van de klanttevredenheid over de balies in de stadswinkels en de dienstverlening ligt minimaal op een 7 (landelijke norm). Klanttevredenheid WMO minimaal op 7. Klanttevredenheid Werk & Inkomen: minimaal 70% van de klanten is tevreden over de dienstverlening. Terugdringen van de regeldruk conform norm Bewijs van Goede Dienst 25% lager dan landelijk gemiddelde. Verbeteren van de klanttevredenheid van de gemeentelijke dienstverlening De deelname aan normering Bewijs van Goede Dienst eindigt. Dit was een project voor twee jaar waarbij het doel, het terugdringen van de regeldruk conform de norm Bewijs van Goede Dienst met 25%, eind 2013 is gerealiseerd. Van het vastgestelde projectenprogramma 2012- zijn 9 van de 14 projecten gerealiseerd. De overige projecten lopen volgens planning. Zo is de dienstverlening verder gestandaardiseerd en geconcentreerd, een nieuwe website ontwikkeld en een nieuwe digitale winkel geïmplementeerd. Betrokken partners: Voor het onderdeel terugdringen regeldruk wordt het bedrijfsleven (BORT en andere ondernemersverenigingen) ingezet als klankbord en ideeëngenerator. Daarnaast werken we op het gebied van horeca samen met Horeca Nederland. Bij de ontwikkeling van de regeldruk wordt samengewerkt met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken. Verbeteren van de klanttevredenheid van de gemeentelijke dienstverlening We maken onze dienstverlening moderner en efficiënter. De basis voor de modernisering van de dienstverlening aan burgers vormt het landelijke Antwoord concept. De burger ervaart dit in door de kortere doorlooptijd, een moderne (digitale) winkel, het hergebruik van bekende informatie, een vriendelijke bejegening en het juiste standaardproduct op maat en op tijd. De ondernemer merkt dit aan een integrale benadering via de accountmanager en het juiste advies of dienst binnen de afgesproken norm. ACTIVITEITEN Organisatie: Functioneren als één concern Financiën + Medio 2013 is het project Service- en prestatienormen gestart. Dit is één van de projecten uit de visie op dienstverlening 2012-2015. Het beoogde resultaat is een gemeentebrede set van bestuurlijk vastgestelde servicenormen voor burgers en bedrijven waarmee het voor hen duidelijk is wat ze van onze dienstverlening mogen verwachten. We willen de bestuurlijke besluitvorming nog in 2013 afronden zodat de servicenormen in van kracht worden. De in 2013 op landelijk niveau verschenen visiebrief digitale overheid 2017 en de Kamerbrief goed geregeld een verantwoorde vermindering van de regeldruk 2012-2017 geven een opdracht aan de betrokken overheidsinstanties voor de doorontwikkeling van de (digitale) dienstverlening. Deze opdracht past uitstekend in de ontwikkeling die we in Tilburg doormaken. De tweede meting van de administratieve lastendruk loopt. Ten opzichte van de 1e meting in 2007 zijn - op basis van deze tussenrapportage - de administratieve lasten voor burgers gedaald met 20% en voor bedrijven met 41%. Gemiddeld bezien zitten we op een daling van 34% en daarmee boven de doelstelling van 25% daling. In 2013 hebben we de cijfers van de metingen door de mystery guests over 2012 ontvangen. De score op het kanaal balie is 7,8 en op telefonie 8,5. In 2013 zijn we ook gestart met een meting op email door mystery mailers. De resultaten over 2013 krijgen we in gerapporteerd. Daarnaast meten we vanaf eind juni dagelijkse klanttevredenheid in de winkel met behulp van Klant In Focus. Hierbij wordt de klantbeleving gemeten op onderwerpen als wachttijd, afhandeltijd en kwaliteit van het antwoord. De klant scoort met smiley s: tevreden, ontevreden of neutraal. Het betreft een pilot voor de duur van 6 maanden. In 2013 hebben we ook de cijfers van de meting van de klanttevredenheid WMO door SGBO over 2012 ontvangen. De scores liggen in lijn met de meting over 2011; doelstelling is een 7. Het contact met de gemeente 7,3 De aanvraagprocedure 7,0 Hulp bij het huishouden 7,7 Wonen, vervoer, rolstoelen (incl. collectief vervoer) 7,5 Collectief vervoer 6,4 We zetten in op verschillende sporen: kanaalsturing, lean en terugdringen van failure demand. Met kanaalsturing wordt bedoeld het actief sturen op terugdringen van de dure kanalen post, telefoon en balie, en de dienstverlening meer te laten lopen via het preferente digitale kanaal. Dit conform de visie op de dienstverlening 2012-2015. Ten eerste verleiden we de burgers en ondernemers om producten en diensten af te nemen via het goedkoopste kanaal. Vanaf 2017 zal dit dwingender worden uitgevoerd. Ten tweede ruimen we alle overbodige schakels op en laten de toegevoegde waarde voor de klant leidend zijn. Hiertoe hebben we alle processen doorgelicht en richten we ze nu lean en met moderne hulpmiddelen in. Ten derde sturen we op het terugdringen van failure demand. Dit zijn vragen die niet gesteld hoeven te worden als de vraagsteller beter geïnformeerd was of beter bediend was. Met het samenvoegen van de teams WMO en Inkomensondersteuning per 1 januari krijgen de klanten een meer integrale dienstverlening. Het programma in staat verder in het teken van een verdere kanaalonafhankelijke afwikkeling van de dienstverlening, het verder concentreren van de kort-cyclische dienstverlening die elders in de organisatie is ondergebracht naar het KCC, het verder verminderen van de administratieve lasten voor burgers en ondernemers en het invoeren van zaakgericht werken. Per 1 januari zal de vergunningverlening voor evenementen worden ondergebracht bij de afdeling Dienstverlening. Nagenoeg alle vergunningen zijn dan op één plaats georganiseerd. Dit komt de duidelijkheid voor klant en de kwaliteit van de dienstverlening ten goede. In 2013 is een traject opgestart om de professionaliteit van de vergunningverlening met betrekking tot evenementen te verbeteren. De verbeteringen voeren we in door.

Overzicht programma Onderwerpen Werken aan een andere overheid Onderwerpen + Samenwerken en netwerken: DOELEN Indicator Positie op ranglijst van lokale lastendruk van Belastingoverzicht Grote Gemeenten (COELO) Streefwaarde Realisatie 2012 Realisatie 2011 Behoud lage positie 3 2 Versterken regionale samenwerking Financiën + Ontwikkelingssamenwerking Dienstverlening: Verbeteren klanttevredenheid Tarieven: Handhaven lage woonlasten STAND VAN ZAKEN Terug ACTIVITEITEN Organisatie: Functioneren als één concern Financiën +

Overzicht programma Onderwerpen Werken aan een andere overheid Onderwerpen + Samenwerken en netwerken: DOELEN Handhaven positie als grote gemeente met lage woonlasten Behoud van lage positie op de ranglijst van lokale lastendruk. Versterken regionale samenwerking Financiën + Ontwikkelingssamenwerking Dienstverlening: Verbeteren klanttevredenheid Tarieven: Handhaven lage woonlasten Organisatie: STAND VAN ZAKEN Handhaven positie als grote gemeente met lage woonlasten De gemeente heeft haar lage positie behouden. Handhaven positie als grote gemeente met lage woonlasten Om de woonlasten te matigen hebben we reeds bij de Perspectiefnota besloten om eenmalig de woonlasten in te verlagen door de storting van 2012 in de egalisatiereserve afvalstoffenheffing volledig in te zetten. Daarnaast doen wij het voorstel om de reguliere OZB-verhoging (voor : 2,5%) te dempen met een verlaging van 2%. Zoals in de perspectiefnota al aangekondigd gaan we de WOZ-pilot gemeentebreed uitrollen. Daardoor krijgen alle particuliere woningbezitters in onze gemeente inzicht in de opbouw van de WOZ waarde van hun woning voordat de OZB-aanslag wordt verzonden. ACTIVITEITEN Functioneren als één concern Financiën +

Overzicht programma Onderwerpen Werken aan een andere overheid Onderwerpen + Samenwerken en netwerken: DOELEN Ontwikkelen van een organisatie die functioneert als één concern De gemeente Tilburg is een toonaangevende organisatie die efficiënt werkt en effectief is in de realisatie van haar beleid Versterken regionale samenwerking Financiën + Ontwikkelingssamenwerking Dienstverlening: Verbeteren klanttevredenheid Tarieven: Handhaven lage woonlasten Organisatie: Functioneren als één concern Financiën + STAND VAN ZAKEN Ontwikkelen van een organisatie die functioneert als één concern Belangrijke gemaakte stappen zijn: De vernieuwde instrumenten voor de inzet op leiderschap en werkstijl zijn ingevoerd (o.a. managementleergang, L-seminar, potential traject). De bezuinigingen voor 2013 zijn doorgevoerd en die voor worden voorbereid door o.a. het doorlichten van (keten)processen in het programma LINT. De evaluaties van de begroting en het proces van de jaarstukken zijn afgerond. De verbeterpunten worden in het laatste deel van 2013 opgepakt. De aan de raad toegezegde bredere evaluatie van de P&C instrumenten is gestart en wordt voor eind 2013 afgerond. De tussenevaluatie van Tilburg Transformeert is gehouden en de verbeterpunten die daaruit voortkomen zijn belegd bij de proceseigenaren. Naar aanleiding van de evaluatie van Tilburg Transformeert eind 2013 besluiten we of we extra investeringen doen om de hoofdopgaven van de organisatie goed te kunnen vervullen. De kadernota Bedrijfsvoering is vastgesteld. In deze programmabegroting worden in de paragraaf bedrijfsvoering indicatoren opgenomen waarmee we de bedrijfsvoering monitoren. Ontwikkelen van een organisatie die functioneert als één concern Het uitgangspunt van de gemeentelijke organisatie is dat we effectief zijn in het realiseren van ons beleid en dat onze werkwijzen efficiënt zijn. Daarom investeren we in het blijvend ontwikkelen van de ambtelijke organisatie. Op deze manier kunnen we voldoen aan de veranderende opgaven. Hierbij zetten wij in- en extern netwerken in. Belangrijke ontwikkelingen van de organisatie in zijn: Invoering van een jaarlijks auditplan en een vierjaarlijkse zelfevaluatie ter versterking van het kwaliteitsmanagement, waarbij het INK-model ingezet wordt als hulpmiddel om de organisatie aan te spiegelen; Continuering van de doorlichtingen van (keten)processen conform de Leanmethodiek (LINT) met in de focus op het realiseren van de bezuinigingen op de organisatie (zie hiervoor ook paragraaf 3.1 bedrijfsvoering); Vertaling van de principes van het Nieuwe werken voor de medewerkers in de sporen Bricks (huisvesting), Bytes (ICT-ondersteuning) en Behaviour (gedrag). In het spoor Bytes gaat het o.a. om een nieuw social intranet voor medewerkers en ketenpartners. In het spoor Behaviour zetten we de inzet van Tilburg Transformeert op leiderschap en werkstijl voort. In seminars, leergangen en leerwerkplaatssessies worden door de medewerkers o.a. gedragscodes ontwikkeld die horen bij het Nieuwe werken en krijgt het management training op o.a. het uitdragen van een visie en sturen op output en uitgaan van vertrouwen. De accenten in de verbetering van leiderschap en werkstijl zullen mede afhankelijk zijn van de uitkomsten van de evaluatie TT, maar in elk geval is duidelijk dat verdere verbetering gewenst is van helder adviseren, resultaatgericht werken en strategisch vermogen. Activiteiten en instrumenten gericht op leiderschap en werkstijl zullen vooral in de lijn en in de dagelijkse uitvoering plaatsvinden, ondersteund door gemeentebrede ontwikkeltrajecten en leer-werkplaatssessies. ACTIVITEITEN De drie transities in het sociale domein krijgen in 2015 vorm inclusief de daarvoor benodigde organisatiewijziging. Wij verwachten dat de mijlpalen die benoemd zijn voor in de kadernota bedrijfsvoering gerealiseerd worden. Het gaat dan om onder meer het actualiseren van de administratieve organisatie (AO) en de interne controle, de deelname aan benchmarks en de opzet van bedrijfsmodellen om te kunnen normeren. Voor de coalitieonderhandelingen na de verkiezingen komt de nodige informatie beschikbaar vanuit de organisatie. Die informatie is onder meer gericht op het voorbereiden van mogelijke bezuinigingen om financiële ruimte in de begroting te kunnen creëren. Een compleet beeld van de benodigde informatie zal eind 2013 beschikbaar zijn zodat er nog voldoende tijd is om de informatie ook daadwerkelijk te vergaren.

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken Bedragen x 1.000,- Rekening 2012 2013 2015 2016 2017 Lasten - - - - - - Baten - - - - - - Netto lasten 0 0 0 0 0 0 ; nieuw beleid 73. Burgerparticipatie, fonds burgerintatieven 330 330 60 60 Totaal 0 0 330 330 60 60 /doelen Dienstverlening Organisatiekosten 24% 350 300 /doelen Tarieven 250 200 150 Lasten Baten 100 begrotingsvoorstellen kosten 76% 50 Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves - 2012 2013 2015 2016 2017

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening /doelen 73. Burgerparticipatie, fonds burgerinitiatieven Uit alle moties die de raad recentelijk heeft aangenomen blijkt duidelijk een gewenste intensivering van de aandacht voor burgerparticipatie. Voor deze taakintensiveringen is structureel 0,75 fte schaal 12 extra nodig ( 60.000,-). Een Innovatiefonds voor burgerinitiatieven waarin burgers taken overnemen die voorheen door de overheid werden gedaan beschouwen wij als innovatief, kansrijk en zinvol. Hiervoor is wel nodig dat we burgers gaan uitnodigen om taken uit te voeren die de overheid nu voor haar rekening neemt. Voorgesteld wordt om in en 2015 250.000,- in het fonds te storten. De begeleidingskosten voor en 2015 worden geraamd op 20.000,- (0,25 fte) per jaar. Dit fonds kan financiële ondersteuning bieden in de orde van grootte van maximaal 25.000,- per aanvraag, bedoeld om de haalbaarheid te onderzoeken en initiatieven te starten. Als we voor tien experimenten/aanvragen middelen hebben dan lijkt dat voldoende. De exacte regeling moet nog nader worden uitgewerkt. Het fonds zal zich beperken tot aanvragen waar nu nog geen regelingen voor zijn en deze regelingen ook benoemen. Het fonds wordt jaarlijks geëvalueerd. Doelen/reguliere activiteiten Lasten Doelen: Bedragen x 1.000,- Baten Burgerparticipatie 330 0 330 Totaal 330 0 330 Saldo Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 1.678 3.134 1.608 1.595 1.596 1.596 Baten -1.287-2.760-1.539-1.539-1.539-1.539 Netto lasten 391 374 69 56 57 57 ; herijkingen 74. Inwonerbijdrage Regio Hart van Brabant/Midpoint 75. Contributie VNG 1 ; nieuw beleid 76. Economisch investeringsfonds ten behoeve van cofinanciering t.l.v. RGI 432 434 436 439 5.000-5.000 Totaal 391 374 502 490 493 496 /doelen 8.000 7.000 Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Storting reserves 58% Organisatiekosten 33% 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 Lasten Baten Organisatie /doelen kosten 9% 1.000-2012 2013 2015 2016 2017 Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen 74. Inwonerbijdrage Regio Hart van Brabant Op basis van de begroting van de Regio Hart van Brabant is de inwonersbijdrage verhoogd tot 2,45. Rekening houdende met de ontwikkeling van het aantal inwoners wordt het budget bijgesteld met 432.000,- in oplopend tot 439.000,- in 2017. 75. Contributie VNG De raming van de contributie voor de VNG is aangepast op basis van het werkelijk aantal inwoners op 1 januari 2013. 76. Economisch investeringsfonds ten behoeve van cofinanciering In gaan de Europese Structuurfondsen voor de periode -2020 van start. Deze structuurfondsen (EFRO, ESF, Horizon2020 en Interreg) kunnen op de punten waar onze agenda s die van Europa raken een financiële hefboom vormen voor onze (regionale) strategische agenda. Deels zetten we in op cofinanciering van bestaande ambities en initiatieven. Deels zijn ons programma en projecten (in triple helix verband) nog in ontwikkeling. Het is van belang om snel te kunnen schakelen op het moment dat er kansen zijn om als gemeente of in triple helix verband aanvragen te doen op de Europese structuurfondsen. Daarnaast wordt er op dit moment binnen de provincie een viertal fondsen ontwikkeld rondom innovatie, glasvezel, natuur en energie die eenzelfde hefboom voor de regio kunnen zijn. Om snel te kunnen handelen is het hebben van een economisch investeringsfonds gewenst. In Den Haag werken ze al langere tijd met een dergelijk fonds. Wij stellen voor om in hiervoor 5 miljoen ten laste van de RGI te brengen en te storten in een (nieuw) economisch investeringsfonds t.b.v. cofinanciering. Dienstverlening /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen Doelen/reguliere activiteiten Reguliere activiteiten: Lasten Bedragen x 1.000,- Baten lijke samenwerking 5.841-5.000 841 Regionale dienstverlening 1.200-1.539-339 Totaal 7.041-6.539 502 Reserves Nr. Omschrijving C.050 Reserve Economisch investeringsfonds t.b.v. cofinanciering Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Saldo Bedragen x 1.000,- Ultimo 2016 Ultimo 2017 0 0 5.000 5.175 5.356 5.543 begrotingsvoorstellen Doelen Reserves

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 7.880 7.874 7.955 7.633 7.656 7.656 Baten -4.105-4.144-4.265-4.060-4.204-4.204 Netto lasten 3.775 3.730 3.690 3.573 3.452 3.452 ; herijkingen 77. Nominale bijstelling bedrijfsmodel 90 90 90 90 78. Productcyclus, bijstelling leges -433 79. Verkiezingen, bijstelling jaarschijf 2017-190 Totaal 3.775 3.730 3.780 3.663 3.542 2.919 /doelen Dienstverlening /doelen Tarieven kosten 23% Kapitaallasten 0% 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 Lasten Baten begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatiekosten 77% 1.000-2012 2013 2015 2016 2017 Organisatie /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening 77. Nominale bijstelling bedrijfsmodel Het bedrijfsmodel van het Klantencontactcentrum (KCC) wordt jaarlijks geactualiseerd voor het eerstvolgende begrotingsjaar. De meerjarige productcyclus is bepalend voor de formatie die beschikbaar is voor KCC. Het bedrijfsmodel geeft een stijging voor met 1,68 fte. Het bijbehorende budget bedraagt 90.000,-. 78. Productcyclus, bijstelling leges Op basis van de verwachte ontwikkeling van het aantal inwoners in 2017 worden de geraamde aantallen paspoorten, Nederlandse identiteitskaarten en de rijbewijzen aangepast. De hogere afdracht rijksleges wordt geraamd op 184.000,-. Hiertegenover staan hogere legesinkomsten van 617.000,-. 79. Verkiezingen, bijstelling jaarschijf 2017 In 2017 vinden geen verkiezingen plaats. Het budget in 2017 van 190.000,- is daarom niet nodig. Doelen/reguliere activiteiten Reguliere activiteiten: Lasten Bedragen x 1.000,- Baten Burgerzaken 8.045-221 7.824 Leges burgerzaken 0-4.044-4.044 Totaal 8.045-4.265 3.780 Saldo /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 2.031 2.377 2.222 2.205 2.205 2.205 Baten -78.474-79.810-81.000-82.798-84.167-84.615 Netto lasten -76.443-77.433-78.778-80.593-81.962-82.410 ; herijkingen 80. Inzet egalisatiereserve afvalstoffenheffing -1.714 81. Opbrengst afvalstoffenheffing, bijstelling tarief 1.292-423 -420-435 82. Opbrengst rioolheffing, bijstelling tarief 740 191 258 178 83. Opbrengst onroerendezaakbelasting, autonoom + indexering -554-544 -550-914 84. Opbrengst toeristenbelasting 106 106 106 106 85. Opbrengst bouwvergunningen/ omgevingsvergunningen -67-67 -67-67 86. Opbrengst precario, autonoom -80-80 -80-80 87. Opbrengst hondenbelasting -11-11 -11-11 88. Administratieve bijstellingen -79 ; nieuw beleid 89. Verlaging opbrengst onroerendezaakbelasting met 2% 747 762 769 777 90. Afschaffen precario op evenementen 52 52 52 52 Totaal -76.443-77.433-78.346-80.607-81.905-82.804 Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen kosten 13% 90.000 80.000 70.000 60.000 begrotingsvoorstellen Doelen 50.000 40.000 30.000 Lasten Baten Reserves 20.000 10.000 Organisatiekosten 87% - 2012 2013 2015 2016 2017

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves 80. Inzet egalisatiereserve afvalstoffenheffing Bij de behandeling van de Perspectiefnota is besloten om de toevoeging 2012 ad 1.714.000,- in te zetten voor tariefsmatiging in. 81. Opbrengst afvalstoffenheffing Een aantal herijkingen heeft effect op de toerekening aan de afvalstoffenheffing waardoor ook de betreffende tarieven wijzigen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar 3.5 Lokale heffingen. 82. Opbrengst rioolheffing Een aantal herijkingen heeft effect op de toerekening aan de rioolheffing waardoor ook de betreffende tarieven wijzigen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar 3.5 Lokale heffingen. 83. Opbrengst onroerendezaakbelasting De opbrengst OZB wordt bijgesteld op basis van de ontwikkeling van de (niet-) woningvoorraad en de inflatiecorrectie. De inflatiecorrectie bedraagt voor 1,5%. Als gevolg hiervan neemt de opbrengst toe met 551.000,- in oplopend tot 575.000,- in 2017. Daarnaast wordt op basis van de hogere (niet-)woningvoorraad de verwachte opbrengst voor 2017 bijgesteld. 84. Opbrengst toeristenbelasting Met ingang van 1 juli 2012 is gestart met het heffen van toeristenbelasting. In het voorjaar van 2013 zijn de definitieve aanslagen opgelegd over 2012. Zowel de bezettingsgraad als de gemiddelde overnachtingprijs is lager dan waar in de tariefsberekening vanuit is gegaan. Dit resulteert in een nadeel op de opbrengsten van 106.000,-. Gekoppeld aan de evaluatie, die in de tweede helft van zal plaatsvinden, zal ook de tariefstelling nader bekeken worden. Indien nodig zal de begroting op basis daarvan opnieuw bijgesteld worden. 85. Opbrengst bouwvergunningen/omgevingsvergunningen Een aantal herijkingen heeft effect op de toerekening waardoor ook de betreffende tarieven wijzigen. 86. Opbrengst precario, autonoom Eind 2012 heeft een grootschalige controle van de binnenstad plaatsgevonden. Deze controle heeft geleid tot meer precario inkomsten dan verwacht. De opbrengst kan daardoor structureel met 80.000,- worden verhoogd. 87. Opbrengst hondenbelasting Een aantal herijkingen heeft effect op de toerekening aan de hondenbelasting. Hierdoor wijzigen ook de betreffende tarieven. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar 3.5 Lokale heffingen. 88. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 89. Verlaging opbrengst onroerendezaakbelasting met 2% Voorgesteld wordt om de opbrengst OZB met 2% te verlagen. De opbrengst daalt hierdoor met 747.000,- in. Als gevolg van autonome bijstellingen loopt dit op tot een daling van 777.000,- in 2017. Voor de effecten op het tarief van de OZB wordt verwezen naar 3.5 Lokale heffingen. 90. Afschaffen precario op evenementen Voorgesteld wordt om de evenementen vrij te stellen van precarioheffing. Vrijstelling neemt een drempel weg bij het organiseren van evenementen. Het afschaffen leidt tot een minderopbrengst van 52.000,-.

Bedragen x 1.000,- Onderwerpen + Doelen/reguliere activiteiten Reguliere activiteiten: Lasten Baten Saldo Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Heffing en invordering 466-349 117 Reinigingsrechten 0-22.320-22.320 Rioolheffing 0-12.998-12.998 Leges bouwvergunningen 0-5.663-5.663 Onroerendezaakbelasting (gebruikers en eigenaren) 1.670-36.587-34.917 Baatbelasting 0-7 -7 Toeristenbelasting 0-210 -210 Hondenbelasting 0-1.768-1.768 Precariobelasting 0-580 -580 Totaal 2.136-80.482-78.346 Reserves Nr. Omschrijving Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2016 Ultimo 2017 H.006 Egalisatiereserve Rioolrecht 4.554 4.583 4.743 4.909 5.081 5.259 H.007 Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing 8.436 7.867 6.349 6.571 6.801 7.039 Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid Rekening 2012 2013 2015 2016 Bedragen x 1.000,- 2017 Lasten 5.826 5.831 5.715 5.706 5.702 5.702 Baten -196-222 -114-114 -114-114 Netto lasten 5.630 5.609 5.601 5.592 5.588 5.588 n.v.t. Totaal 5.630 5.609 5.601 5.592 5.588 5.588 /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Kapitaallasten 0% 7.000 6.000 Dienstverlening /doelen kosten 62% Organisatiekosten 38% 5.000 4.000 3.000 2.000 Lasten Baten Tarieven 1.000 begrotingsvoorstellen - 2012 2013 2015 2016 2017 Doelen/reserves Bedragen x 1.000,- Organisatie Doelen/reguliere activiteiten Lasten Baten Saldo /doelen Reguliere activiteiten: Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen sorganen 2.791-3 2.788 sondersteuning college 1.914-111 1.803 sondersteuning raad/rekenkamer 1.010 0 1.010 Totaal 5.715-114 5.601 Reserves

Bedragen x 1.000,- Onderwerpen + Rekening 2012 2013 2015 2016 2017 Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen Lasten 83.444 150.708 90.343 94.233 78.780 78.770 Baten -325.965-387.410-328.191-312.503-313.574-313.574 Netto lasten -242.521-236.702-237.848-218.270-234.794-234.794 ; herijkingen 91. Bijstelling gemeentefonds -10.671-3.638-1.110-120 92. Vervallen taakstelling politieke ambtsdragers 93. Vrijval reserves -258 94. Herschikking budgetten project bedrijfsverzamelgebouw UWV 1.375 1.375 1.375-638 2.213-159 -126 95. Bijstelling gebouwenexploitatie -433-339 -937-952 96. Nominale bijstellingen 3.203 3.203 3.203 3.203 97. Administratieve bijstellingen 103 24 24 24 ; nieuw beleid 98. Scherper aan de wind II -3.652-3.652-3.652-3.652 99. Inzet middelen reserve ontwikkeling informatisering (ROI) 1.200-1.200 100. Gemeentelijke huisvesting t.l.v. RGI 4.920-4.200 101. Stijging aantal aanmeldingen SHV 21 102. Verevening begrotingsresultaat 1.889-1.889 1.366 2.700 Totaal -242.521-236.702-248.284-220.253-234.684-232.342 begrotingsvoorstellen Subsidies 0% 450.000 400.000 Doelen Reserves Storting reserves 33% Kapitaallasten 27% 350.000 300.000 250.000 200.000 Lasten Baten Organisatiekosten 5% 150.000 100.000 50.000 kosten 35% - 2012 2013 2015 2016 2017

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves 91. Bijstelling gemeentefonds Op basis van de mei- en septembercirculaire 2013 gemeentefonds is de uitkering bijgesteld. Ook zijn de maatstaven geactualiseerd. 92. Vervallen taakstelling politieke ambtsdragers Het verminderen van het aantal politieke ambtsdragers met 25% zoals opgenomen in het regeerakkoord Rutte I vindt voor gemeenten geen doorgang. De in de huidige ramingen opgenomen taakstelling ad 1,375 miljoen komt hiermee ook te vervallen. 93. Vrijval reserves De reserve Essent en de reserve Opvang gevolgen economische crisis hebben een looptijd tot en met. De resterende bedragen ultimo kunnen daarom vrijvallen. 94. Herschikking budgetten project bedrijfsverzamelgebouw UWV Het project heeft vertraging opgelopen waardoor de beschikbare budgetten doorgeschoven worden. Daarnaast heeft de verhuurder een BTW-nadeel doordat hij het gebouw verhuurt ten behoeve van niet BTW belaste prestaties. Dit nadeel wordt in een eenmalige vergoeding van 1,2 miljoen aan de verhuurder gecompenseerd. De dekking van deze kosten vindt plaats via verlaging van de huurbudgetten in 2015 t/m 2024. 95. Bijstelling gebouwenexploitatie De ramingen voor de gebouwenexploitatie zijn geactualiseerd. Het betreft met name indexering huuropbrengsten (voordelig 500.000,-), aanbestedingsvoordeel verzekeringsportefeuille (voordelig 262.000,-), energiekosten leegstaande panden (nadelig 216.000,-) en activering achterstallig onderhanden werk (nadelig 200.000,). Per 1-1-2016 wordt de taakstelling boekwinst bij verkopen beëindigd (cf. bezuinigingstaakstelling bij begroting 2011). In de gebouwenexploitatie was dit nog niet verwerkt (nadelig 300.000,- vanaf 2016). Verder is de taakstelling op het budget voor preventief onderhoud met ingang van 2016 komen te vervallen. In de meerjarenonderhoudsplanning voor preventief onderhoud was hier al rekening mee gehouden, waardoor deze budgetverhoging abusievelijk twee keer verwerkt is (voordelig 650.000,- vanaf 2016). 96. Nominale bijstellingen Op basis van de nominale uitgangspunten vindt bijstelling van de budgetten plaats. De volgende specificatie kan worden gegeven: - compensatie loonontwikkeling 1,2% van 114,0 miljoen 1.368.000,- - compensatie prijsontwikkeling 0,85% van 72,8 miljoen 619.000,- - compensatie gesubsidieerde instellingen 1,56% van 78,0 miljoen 1.216.000,- 3.203.000,- 97. Administratieve bijstellingen Naast de begrotingsvoorstellen zoals toegelicht bij de diverse onderdelen worden in de begroting ook administratieve correcties verwerkt. De administratieve correcties hebben geen beleidsmatige consequenties en zijn in totaliteit budgettair neutraal, maar moeten wel formeel vastgesteld worden om aan het budgetrecht te voldoen. 98. Scherper aan de wind II Voorgesteld wordt om met ingang van de begroting het rentevoordeel (verschil tussen omslagrente van 3,5% en berekende rente) niet meer toe te voegen aan de RGI. 99. Inzet middelen reserve ontwikkeling informatisering (ROI) In het informatieplan 2013- zijn de kaders voor het informatiebeleid neergezet. In deze kaders wordt uitdrukkelijk ingezet op een betaalbare organisatie. Gezien de noodzaak van de maatschappelijke veranderingen blijft een continu ontwikkelen met ICT noodzakelijk. Belangrijke ontwikkelingen waarbij ICT investeringen nodig zijn, zijn de drie transities, de invoering van het nieuwe werken en het doen van aanpassingen met automatisering als gevolg van de Lintdoorlichtingen van processen en ketens om de organisatie betaalbaar te houden en de efficiencytaakstelling op de organisatie te kunnen realiseren. Voorgesteld wordt om in voor de volgende projecten middelen uit de ROI beschikbaar te stellen: 1. Tilburg.nl als toegangspoort, participatie en digitale dienstverlening en ketens 300.000,- 2. Digitalisering primaire processen, LINT, verbeteren doelmatigheid 150.000,- 3. I-NUP verplichtingen/aansluiting landelijke voorzieningen 150.000,- 4. Bedrijfsvoering, decentralisaties, beveiliging en Het Nieuwe Werken 400.000,- 5. Generieke infrastructuur 200.000,- Totaal 1.200.000,- 100. Gemeentelijke huisvesting Het project gemeentelijke huisvesting leidt tot een stijging van de huisvestingslasten. Als gevolg van de casco renovatie van stadskantoor 1 moet er daarnaast eenmalig een desinvestering plaatsvinden van 4,2 miljoen per 1 juni 2015 op de huidige boekwaarde (zowel boekwaarde van het gebouw als boekwaarde van de vaste inrichting). Voorgesteld wordt om voor Stadskantoor 1 en Stadskantoor 2 over te gaan op een annuïtaire afschrijvingsmethode. De lasten worden hierdoor afgevlakt. Wijziging van de afschrijvingsmethode zullen we opnemen als beslispunt bij de aanvraag van het uitvoeringskrediet, aangezien afwijken van de lineaire afschrijvingsmethodiek een expliciete keuze van de raad is. 101. Stijging aantal aanmeldingen Schuldhulpverlening Betreft de administatieve verwerking van voorstel 22. 102. Verevening begrotingsresultaat -2015 Voorgesteld wordt om een deel van het positieve resultaat in te reserveren om het incidentele negatieve resultaat in 2015 ad 1.889.000,- te dempen. Zie ook de toelichting bij het beeld.

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening Doelen/reguliere activiteiten Reguliere activiteiten: Lasten Baten Bedragen x 1.000,- Gemeentegebouwen 41.255-42.680-1.425 Geldleningen en uitzettingen 28.528-38.317-9.789 Overige financiële middelen 2.095-3.242-1.147 Uitkering gemeentefonds 1.360-244.150-242.790 Algemene baten en lasten 11.640-5.830 5.810 Reserves 2.530-1.473 1.057 Totaal 87.408-335.692-248.284 Subsidies per doel/reguliere activiteiten Werkelijke subsidie 2012 Subsidie 2013 Saldo Bedragen x 1.000,- Subsidie Reguliere activiteiten 24 0 0 Totaal 24 0 0 /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatie /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves

Onderwerpen + Financiën Werken aan een andere overheid /doelen Samenwerking en netwerken /doelen Dienstverlening /doelen Tarieven begrotingsvoorstellen Doelen/reserves Organisatie Reserves Nr. Omschrijving Ultimo 2012 Ultimo 2013 Ultimo Ultimo 2015 Ultimo 2016 Bedragen x 1.000,- Ultimo 2017 A.001 Algemene reserve 24.200 24.200 26.093 24.200 24.200 24.200 B.001 Reserve Grootschalige investeringswerken (RGI) C.001 Reserve Ontwikkeling Informatisering (ROI) C.035 Reserve Revolverend fonds gemeente gebouwen en installaties C.036 Reserve Flankerend Beleid (RFB) C.039 Bestemmingsreserve Samen Investeren D.001 Bestemmingsreserve Gaswinstuitkering D.003 Bestemmingsreserve verkoop Essent E.001 Bestemmingsreserve Winstuitkering HNG E.008 Beleggingsreserve Bouwfonds E.009 Reserve Beleggingsfonds 2000 57.180 54.333 31.756 35.900 9.190 8.362 3.196 1.560 415 429 445 461 1.505 1.558 1.613 1.669 1.727 1.787 4.407 2.070 0 0 0 0 1.816 1.702 1.762 1.824 1.888 1.954 46.092 46.092 46.092 46.092 46.092 46.092 216.380 235.038 235.038 235.038 253.696 253.696 680 607 532 457 382 308 22.984 22.984 22.984 22.984 22.984 22.984 79.552 76.209 71.870 68.225 64.508 60.716 E.010 Reserve Ex-Essent 50.379 31.721 31.721 31.721 13.063 13.063 F.002 Reserve kapitaallasten 95.670 92.427 89.184 85.948 82.714 79.544 H.001 Egalisatiereserve Gebouwenexploitatie 455 455 455 455 455 455 /doelen Algemeen begrotingsvoorstellen Doelen Reserves

: Inzicht financiële status en financiële weerbaarheid Bedrijfsvoering Grondbeleid Subsidies Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Inleiding specifieke inderwerpen In dit hoofdstuk brengen wij een aantal belangrijke onderwerpen, die verspreid over de programma s in de begroting staan, gebundeld in een overzicht en expliciet onder de aandacht van uw raad waardoor wij een beter inzicht verschaffen in deze aspecten van het gemeentelijk beleid. Het hoofdstuk begint met de paragraaf Inzicht financiële status en weerbaarheid. Deze paragraaf is een uitwerking van de stresstest zoals deze is ontwikkeld door de 100.000+ gemeenten. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op de speerpunten binnen de bedrijfsvoering van de ambtelijke organisatie. In de paragraaf Grondbeleid geven wij informatie over het grondbeleid op portefeuilleniveau alsmede in de bijlage het totale financiële overzicht. In de paragraaf Subsidies wordt aangegeven wat het subsidiebeleid voor is en welke bedragen binnen de programma s voor subsidies zijn opgenomen. In de paragraaf Algemene dekkingsmiddelen wordt een integraal overzicht gegeven van de middelen die de gemeente in kan zetten voor eigen beleid (algemene uitkering, belastingen, dividenden etc.). Verder worden de lokale heffingen, het gemeentelijk weerstandsvermogen, het onderhoud van kapitaalgoederen, de financiering van de gemeentelijke activiteiten en de verbonden partijen als specifieke onderwerpen aan de orde gesteld. Verbonden partijen Bijlagen (link naar www.tilburg.nl/begrotingen): Budgetoverzichten Reserves en voorzieningen Investeringen Overzicht incidentele lasten en baten Structurele toevoegingen en onttrekkingen reserves Grondexploitatie Servicenormen Onderzoeken doelmatigheid / doeltreffendheid Kengetallen

3.0 Inzicht financiële status en financiële weerbaarheid Van belang is dat we inzicht hebben in de financiële status (hoe financieel gezond zijn we) en financiële weerbaarheid (welke mogelijkheden zijn er in financieel moeilijke tijden) van onze gemeente. Een landelijke werkgroep van 100.000+ gemeenten heeft hiervoor een set van indicatoren en normen samengesteld met als aanbeveling twee keer per jaar (bij begroting en jaarrekening) deze (status)foto te maken. Door het invullen worden de sterke en zwakke punten van een gemeente zichtbaar en hebben we in een beknopt overzicht helder waar we als gemeente staan. Bovendien is dit op termijn een goed instrument om te benchmarken en de ontwikkelingen intern te volgen. Omdat deze landelijke benchmark op dit moment nog niet beschikbaar is, hanteren wij hierna op een aantal normen de bij de VNG bekend zijnde benchmarkgegevens (lijst kengetal schulden Nederlandse gemeenten 2011). Omdat het merendeel van de indicatoren in het verlengde ligt van de hierna opgenomen paragrafen nemen we onze status als inleiding op dit hoofdstuk op en lichten wij de indicatoren en score daaropvolgend toe. Conclusie Uit onderstaand overzicht concluderen we dat de gemeente Tilburg op de genoemde indicatoren in ruime mate voldoende scoort. De hieruit naar voren komende indicatoren die nadere aandacht behoeven zijn bekend en hier wordt waar mogelijk actief op gestuurd. Specifieke onderwerpen 94

Indicatorgroep Indicator Voldoende 1. Schuldpositie (vreemd vermogen) 1.1 Schuldratio 1.2 Netto schuld / exploitatie (netto schuldquote) 1.3 Netto schuld per inwoner 1.4 Schuldevolutie 1.5 Netto rentelasten / exploitatie Attentie/ kwetsbaar Kwetsbaar 1.6 Rentereserve 1.7 Omslagrente - werkelijke rente 2. Reservepositie (eigen vermogen) 2.1 Ratio weerstandsvermogen 2.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren 3. Grondexploitatie 3.1 Afhankelijkheid van grondexploitatie voor sluitende begroting 3.2 Winstverwachting grondexploitaties (meerjarig) 3.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico s 4. Leningen, garantstellingen en waarborgen 5. Meerjarig onderhoud kapitaalgoederen 4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen 5.1 Toereikendheid onderhoudsbudgetten, incl. vervangingsinvesteringen 6. Lokale lasten 6.1 Lokale lastendruk 6.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB 6.3 Derving OZB i.v.m. leegstand 6.4 Kostendekkendheid leges 7. Meerjarig financieel evenwicht 7.1 Ombuigingen, taakstellingen 7.2 Verhouding Structurele / Incidentele baten en lasten 7.3 Meerjarig sluitende begroting 1. Schuldpositie (vreemd vermogen) 1.1. Schuldratio De schuldratio geeft aan welk deel van het gemeentebezit is belast met schulden. Hoe lager de uitkomst hoe gunstiger. We financieren dan immers meer met eigen vermogen. Op basis van de jaarrekeningcijfers 2012 scoort Tilburg een ratio van 22% (2011: 23%). 95

1.2. Netto schuld/exploitatie (schuldquote) De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden. Bij een score tussen de 100% en 130% is voorzichtigheid geboden. Bij een netto schuldquote hoger dan 130% doet een gemeente er goed aan om schulden af te bouwen. Op basis van de jaarrekeningcijfers 2012 scoort Tilburg 12% (2011: 16%). De VNG publiceert in dit kader ook rangnummers van gemeenten. Op basis van dit kengetal stond Tilburg ultimo 2011 op de 90e plaats. 1.3. Netto schuld per inwoner 1.4. Schuldevolutie De netto schuld per inwoner van Tilburg bedraagt volgens de jaarrekening 2012 330,- (2011: 679,-). De gemiddelde netto schuld per inwoner in Nederland bedroeg in 2011 2.184,-. De netto schuld per inwoner neemt ten opzichte van 2011 af met 51% (= schuldevolutie). 1.5. Netto rentelasten/exploitatie De indicator netto rentelasten/exploitatie geeft aan het aandeel van de externe rentelasten in de exploitatie. Op basis van de begrotingscijfers is 0,41% van de lasten, externe rentelasten. Uit de SEO-stresstest is eveneens naar voren gekomen dat wij vanwege onze geringe externe financiering niet erg gevoelig zijn voor toekomstige renteschommelingen. 1.6. Rentereserve In Tilburg hanteren we geen afzonderlijke rentereserve. Onze algemene reserve dient tevens om tegenvallers op het renteresultaat binnen het begrotingsjaar op te vangen. Kijkend naar de omvang van onze algemene reserve en onze lage schuldratio vinden wij de vorming van een afzonderlijke rentereserve dan ook niet noodzakelijk. 1.7. Omslagrente - werkelijke rente De omslagrente is berekend op 2,86%. Aan de exploitatie wordt een rente van 3,5% toegerekend. Op basis van afspraken in het kader van Scherper aan de wind II wordt het positieve resultaat met ingang van de begroting structureel ten gunste van de algemene middelen gebracht. Voorheen werd dit verschil enkel voor het lopende begrotingsjaar aan de Reserve Grootschalige Investeringswerken (RGI) toegevoegd. Hoewel we vanwege onze lage schuldquote niet echt gevoelig zijn voor rentewijzigingen, heeft een stijging van de omslagrente in de komende jaren toch een direct structureel negatief effect op onze exploitatie. Vandaar dat we, ondanks de ruimte die er zit tussen interne rentevoet en omslagrente en de status voldoende (groen) zou scoren toch de status attentie (oranje) meegeven in dit overzicht. Het risicoprofiel ten aanzien van deze gekozen verwerkingswijze is immers groter geworden. 2. Reservepositie (eigen vermogen) 2.1. Ratio weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is om mogelijk nadelige gevolgen van risico s op te vangen zonder dat beleid moet worden gewijzigd. Uit paragraaf 3.6 Weerstandsvermogen en risicobeheersing blijkt dat onze (incidentele ) weerstandscapaciteit, zijnde de vrij beschikbare reserves, per 1 januari naar verwachting 128,9 miljoen bedraagt. 2.2. Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren Naast de aanwezige vrije reserves is er nog een (structureel) onbenutte belastingcapaciteit van ruim 9,6 miljoen beschikbaar. De (incidentele) weerstandscapaciteit en onbenutte belastingcapaciteit, samen de totale weerstandscapaciteit van de gemeente, bedraagt per 1 januari naar verwachting ca. 139 miljoen. Wij achten deze weerstandscapaciteit voldoende gelet op de in de risicoparagraaf opgenomen specifieke risico s. De weerstandscapaciteit gedeeld door het totaal van de geïdentificeerde specifieke risico s bedraagt > 1,2 waarmee deze als voldoende kan worden beoordeeld. Deze norm van > 1,2 betreft de in dit instrument opgenomen norm. 3. Grondexploitatie 3.1. Afhankelijkheid van grondexploitatie voor sluitende begroting Als in de meerjarenbegroting rekening wordt gehouden met winsten van de grondexploitatie bestaat er een bepaalde druk op de exploitaties om deze winsten daadwerkelijk te realiseren. Geen realisatie betekent dan immers een direct dekkingsprobleem in de begroting. In onze meerjarenbegroting nemen wij geen resultaten uit de grondexploitatie mee Onze exploitatie wordt hier dus niet door beïnvloed hetgeen tot bovenstaande score voldoende leidt. Specifieke onderwerpen 96

3.2. Winstverwachting grondexploitaties (meerjarig) Voor elke grondexploitatie berekenen wij een individueel planresultaat. Bij de berekening worden reeds gemaakte kosten en in de toekomst nog te maken kosten verrekend met verwachte opbrengsten. De optelling van alle individuele planresultaten leidt tot een tekort van 71,2 miljoen (zie paragraaf 3.2 Grondbeleid). Zoals in de paragraaf grondbeleid opgenomen wordt dit tekort met de daartegenover staande risicoreservering op dit moment, op basis van de daartoe gehanteerde uitgangspunten, reëel geacht. 3.3. Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico s Door de bijstorting in 2012 van 77,6 miljoen in het grondbedrijf zijn vermogen en risicoreservering op zodanig peil gebracht dat het huidige geprognosticeerde tekort en de volgens de Rismanmethode berekende risico s opgevangen kunnen worden. 4. Leningen, garantstellingen en waarborgen 4.1. Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen Wij kennen gegarandeerde geldleningen met contragarantie (m.n. WSW-leningen) waarbij een derde partij mede garant staat en leningen zonder contragarantie (leningen aan zorg- en cultuurinstellingen). Het totaal van de leningen, garantstellingen en waarborgen bedraagt volgens de jaarrekening 2012 ruim 1,4 miljard. De hiertegenover gestelde zekerheden bedragen ruim 1,3 miljard en dekken daarmee circa 93% van de totale verstrekking af. Een dekking van <90% wordt binnen de stresstest als kwetsbaar gedefinieerd. Ons risico ligt hier met name in de borgstelling inzake het project Stappegoor. Door een directe goede sturing hierop trachten wij dit risico zo gericht mogelijk te mitigeren. Vandaar voorliggende score attentie/ kwetsbaar. 5. Meerjarig onderhoud kapitaalgoederen 5.1. Toereikendheid onderhoudsbudgetten, incl. vervangingsinvesteringen Zoals in paragraaf 3.7 Onderhoud kapitaalgoederen nader toegelicht zijn de huidige onderhoudsbudgetten (exploitatie- en investeringsbudgetten) toereikend om aan de afgesproken onderhoudsniveaus te voldoen. Er is geen budget gereserveerd om civiele kunstwerken te vervangen aan het einde van de levensduur. Als vervanging aan de orde is, brengen we via de reguliere budgetcyclus een voorstel tot vervanging in. Met betrekking tot gebouwen zullen op basis van inspecties die doorlopen tot begin meerdere scenario s worden uitgewerkt en voorgelegd op basis waarvan gekozen kan worden voor het gewenste kwaliteitsniveau en bijbehorende financiële consequenties. Omdat beide punten mogelijk tot extra aanspraken op onze financiële middelen gaan leiden in de komende jaren, hebben wij hier de score attentie/kwetsbaar aan toegekend. 6. Lokale lasten 6.1. Lokale lastendruk De lokale lastendruk (kosten rioolheffing, afvalstoffenheffing en OZB) voor een gemiddelde woning, ofwel de woonlasten bedragen op basis van de begroting 538,56. Over 2013 bedroegen deze 553,85. Van de 36 grote gemeenten neemt Tilburg in 2013 de gedeelde 1e plaats (laagste lasten voor burger) in. Ook voor verwachten wij een hoge score in deze ranglijst (dus lage lasten voor de burger). 6.2. Onbenutte belastingcapaciteit OZB De (structureel) onbenutte belastingcapaciteit ad 9,6 miljoen ten opzichte van het totaal van de exploitatielasten in deze begroting (voor mutatie reserves) zit ruim boven de 0,25% en wordt daarmee voldoende geacht. Deze norm van 0,25% is in dit door de 100.000+ gemeenten uitgewerkte model bepaald. 6.3. Derving OZB i.v.m. leegstand niet-woningen Leegstand kost de gemeente geld. Er bestaat een directe relatie tussen de opbrengst OZB gebruikers niet-woningen en leegstand. Op basis van de begroting bedraagt de inkomstenderving 2,26% van de totale opbrengst OZB niet-woningen. Dit is een stijging ten opzichte van 2013 (2,21%). Leegstand is verdisconteerd in de tarieven. Hoewel de dekking van deze opbrengstenderving verdisconteerd wordt in het tarief, vinden wij dit toch een attentiepunt. Het geeft in deze lastige economische tijden toch ook een indicatie van andere ontwikkelingen binnen onze gemeente. 6.4. Kostendekkendheid leges Het dekkingspercentage van de totale legesverordening mag wettelijk maximaal 100% bedragen. Voor 2013 bedroeg dit percentage 73%. Voor is het dekkingspercentage 77,8%. Bij de begroting 2012 is besloten onze leges meer kostendekkend te maken met als uitgangspunt waar mogelijk 100% kostendekkendheid in 2015. In de meerjarenramingen is hiermee al rekening gehouden. Er is dus geen mogelijkheid om de leges nog verder te verhogen. 97

Omdat we, door de eerdere besluiten, geen mogelijkheden hebben om de kostendekkendheid verder te verhogen, scoren wij deze indicator als kwetsbaar. 7. Meerjarig financieel evenwicht 7.1. Ombuigingen, taakstellingen De ombuigingen en taakstellingen waartoe in voorgaande jaren is besloten en die voor het begrotingsjaar nog concrete invulling moesten krijgen, zijn inmiddels ook als zodanig ingevuld. De ombuigingen en taakstellingen zijn tot en met 2013 ook gerealiseerd. 7.2. Verhouding structurele/incidentele baten en lasten De (meerjaren)begroting moet materieel in evenwicht zijn. Dit betekent dat structurele lasten worden afgedekt door structurele baten. Andersom kunnen incidentele lasten worden afgedekt door incidentele baten waaronder onttrekkingen aan de algemene reserve. Wanneer we het incidentele saldo verrekenen met het totale saldo van de begroting, kunnen we concluderen dat onze structurele lasten in en 2016 worden gedekt door structurele baten. Rekening houdend met de eerder genoemde extra rijksmiddelen voor armoedebestrijding zal ook 2015 en 2017 een structureel sluitend beeld te zien geven. 7.3. Meerjarig sluitende begroting De meerjarige begroting is in de jaren, 2016 en 2017 sluitend. Het incidentele nadeel in 2015 kan door een deel van het incidentele overschot hiervoor te reserveren, worden opgevangen. Vandaar dat wij voldoende scoren met deze structureel sluitende begroting. Specifieke onderwerpen 98

3.1 Bedrijfsvoering 3.1.1 Inleiding In de paragraaf Bedrijfsvoering staat de ontwikkeling van de organisatie centraal zodat de organisatie ons in staat stelt onze doelen te realiseren en onze werkwijze effectief (doen we de goede dingen) en efficiënt (doen we de dingen goed) is. De manier waarop we onze bedrijfsvoering hebben ingericht draagt eraan bij op een geïntegreerde wijze doelen en ontwikkelingen te kunnen bezien en hierop tijdig te acteren. We investeren in continue organisatieontwikkeling om blijvend te kunnen voldoen aan de veranderende opgaven. We ondersteunen interne en externe netwerken die nodig zijn om de bestuurlijke doelen te realiseren. Het bovenstaande houdt in dat onze bedrijfsvoering bijdraagt aan: - Organisatie die functioneert als één concern; - De gemeente Tilburg als toonaangevende organisatie die efficiënt werkt en effectief is in de realisatie van haar beleid. Om deze bijdrage inzichtelijk te maken zijn de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering in deze paragraaf als volgt onderverdeeld: 1. Eén concern 2. Betaalbare organisatie 3. Toonaangevende organisatie Beleidskader In de Kadernota bedrijfsvoering zijn de volgende doelen opgenomen: 1. We (kunnen) sturen op het behalen van de bestuurlijke doelen en wettelijke taken en zullen dat waar nodig ook bij beleidsontwikkeling betrekken; 2. We organiseren de primaire processen op een effectieve en efficiënte wijze en optimaliseren deze voortdurend door middel van periodieke doorlichting en benchmarks; 3. We organiseren de ondersteunende functie op een efficiënte wijze en optimaliseren deze voortdurende door middel van periodieke doorlichting en benchmarks. 3.1.2 Activiteiten, organisatie die functioneert als één concern We hebben één bedrijfsvoering voor de totale organisatie, dit creëert meer inzicht en daarom zijn we in staat om op gemeentelijk niveau te sturen op gemeentelijke (bestuurlijke) prioriteiten. Eén gemeenschappelijke informatiehuishouding De gemeenschappelijke informatiehuishouding heeft tot doel om van gegevens informatie te maken en te komen tot een uniforme methode van informatievoorziening voor de totale organisatie. De informatiehuishouding omvat ook alle basisregistraties en administraties in onze organisatie zodat deze in onderlinge samenhang kunnen worden bezien en tot informatie leiden. De informatiehuishouding levert informatie aan bestuur en management om te kunnen sturen, bijsturen en verantwoorden; het gaat om informatie om te beoordelen of we de dingen goed doen (managementinformatie) en informatie of we de goede dingen doen (informatie ten behoeve van het maken van juiste beleidskeuzes). Wat hebben we al gedaan: Sinds 2012 loopt het project één gemeenschappelijke informatievoorziening. In 2013 zijn de eerste twee gemeentebrede dashboards, lijke doelen en Bedrijfsvoering opgeleverd. Daarnaast is gestart met dashboards op afdelingsniveau (o.a. Dienstverlening, Sociaal, Ruimtelijke keten, Sport). In totaal zijn zes dashboards in 2013 opgeleverd. In wordt de gemeenschappelijke informatiehuishouding verder uitgebouwd en worden afhankelijk van de complexiteit maximaal 6 nieuwe dashboards opgeleverd. Wat zetten we voort: We gaan door met het verhogen van de kwaliteit van de stuur- en verantwoordingsinformatie voor management, college en raad. Dat doen we door het aantal dashboards en onderliggende informatiesystemen uit te breiden, maar ook door onze processen en producten van de P&C-cyclus verder te verbeteren en te vernieuwen en daarbij betrekken we de Raad. We gaan door met het uitvoeren van het informatieplan 2013-. Daar waar ICT nodig is om (meer) efficiency te halen krijgt dit prioriteit. Nieuwe activiteiten : Informatievoorziening We bouwen de gemeenschappelijke informatiehuishouding verder uit en er worden maximaal 6 nieuwe dashboards Bedrijfsvoering 99

opgeleverd: o.a. fase 2 Dienstverlening, Sociaal, Ruimtelijke Keten, Sport. Bovendien gaan we het dashboard bestuurlijke doelen actualiseren op basis van het nieuwe coalitieakkoord -2018. We nemen de normeringen uit de kadernota bedrijfsvoering op in een dashboard bedrijfsvoering en gebruiken dit als input voor de jaarstukken 2013. We onderzoeken hoe de dashboards bedrijfsvoering kunnen bijdragen aan een continue actuele informatievoorziening voor de raad. We bekijken of het Informatieplan moet worden bijgesteld door het nieuwe coalitieakkoord. We leveren voorzieningen voor het distribueren en raadplegen van de informatie uit Basisregistraties om het gebruik hiervan te stimuleren. Voor de modernisering van de GBA sluiten we aan bij de landelijke ontwikkelingen en planning. We ronden de implementatie van de Basisregistratie Grootschalige Topografie af. De vernieuwde Basisregistratie Kadaster voegen we toe aan de gemeentelijke Informatiehuishouding. De transities in het sociale domein hebben gevolgen voor de bedrijfsvoering als geheel maar zeker ook voor de informatiebehoefte binnen deze werkprocessen. We zijn in 2013 gestart om deze behoefte in beeld te brengen en zullen dit verder uitwerken zodat er zowel vanuit de primaire beleidsinhoudelijke kant als vanuit de ondersteunende kant een integrale aanpak is om te kunnen sturen op deze nieuwe taken. We versterken de informatieketen door de uitvoering van de interne controle meer te richten op geconstateerde risico s, duidelijke (werk)afspraken te maken tussen alle betrokkenen en het realiseren van één aanspreekpunt. Het belang van een goede informatiebeveiliging wordt groter doordat de gemeente meer digitaal gaat werken. We voeren het door de raad vastgestelde beveiligingsbeleid 2013-2016 uit. Daarnaast werken we gestaag aan het continu verder professionaliseren van de plan-do-check-act cyclus van informatiebeveiliging. Benchmarks We nemen deel aan de benchmarks die in de kadernota bedrijfsvoering zijn genoemd en rapporteren erover in de jaarstukken. Financiële administratie We vereenvoudigen de financiële administratie om te komen tot een betere budgetbeheersing. We sluiten de financiële administratie periodiek af om de kwaliteit van de begrotingsbeheersing te vergroten. We dragen zorg voor een actualisering van de administratieve organisatie en interne controle zodat deze aan het einde van het jaar voor alle hoofdprocessen actueel en integraal beschreven is. Aanbestedingsbeleid We gaan werken volgens het nieuwe aanbestedingsbeleid.in het beleid worden Gemeentelijke doelstellingen op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), social return on investment (SROI), Duurzaamheid en Fair Trade1 geïmplementeerd. Doel hiervan is om naast het rechtmatig uitvoeren van aanbestedingsbeleid, inkoopkracht in te zetten om deze doelstellingen te behalen en meer kansen te bieden voor het regionaal bedrijfsleven. We meten de realisatie van de doelstellingen in en evalueren deze. 3.1.3 Activiteiten, betaalbare organisatie Een van de hoofdopgaven voor de organisatie is om een betaalbaar huis te behouden. We richten ons met onze bedrijfsvoering op de betaalbaarheid, de efficiency. We zoeken kansen voor innovatie om de betaalbaarheid van de organisatie te borgen. Deze hoofdopgave heeft nog meer urgentie gekregen gezien de bezuinigingsopgaven. Wat hebben we al gedaan: Om een betaalbare organisatie te houden is er vanaf 2011 bezuinigd. Tot en met 2013 gaat het om bijna 35 miljoen, zowel op programmakosten als in de bedrijfsvoering. Onze formatie is als gevolg van de bezuinigingen lager geworden. We constateren dat de werkdruk bij medewerkers onverminderd hoog is. De noodzaak om keuzes te maken wat prioriteit heeft, waar medewerkers op moeten worden ingezet neemt toe. Ook heeft de lagere formatie geleid tot boventalligheid van medewerkers. Tot dusver is het oplossen van de boventalligheid van medewerkers als gevolg van de bezuinigingen en reorganisatie behoorlijk succesvol verlopen. We slagen er goed in om mensen van werk naar werk te begeleiden. Wat zetten we voort: Ook in bezuinigen we, een bedrag van circa 6,4 miljoen, waarvan ongeveer 2,5 miljoen in de bedrijfsvoering. Net zoals in voorgaande jaren bewaken we de voortgang scherp zodat we tijdig kunnen bijsturen. We gaan door met het uitvoeren van het programma LEAN in Tilburg (LinT). We lichten hiermee onze (keten)processen door om de bezuinigingen op de organisatie te realiseren. De doorlichtingen gaan uit van de toegevoegde waarde voor de klant, elimineren van verspilling en aandacht voor continu verbeteren. 1 Fair Trade: bevordering van duurzame ontwikkeling in de internationale handel Bedrijfsvoering 100

We houden aandacht voor de werkbelasting van en werkdruk bij medewerkers. Wij continueren de aandacht voor de begeleiding van ziekteverzuim en zullen goed monitoren of het verzuim werkgerelateerd is als gevolg van werkdruk of werkbelasting. We gaan door met het begeleiden van werk naar werk van medewerkers die boventallig dan wel bovenformatief zijn of worden. Wij houden er rekening mee dat nieuwe bezuinigingen in ook leiden tot nieuwe boventalligheid van medewerkers. De concretisering van aard en aantal te schrappen formatieplaatsen wordt gemaakt in de afdelingsplannen, op basis van de vastgestelde begroting. Er zijn nu 44 boventallige medewerkers2 als gevolg van de bezuinigingen en reorganisatie. Als gevolg van mutaties en de activiteiten in het kader van re-integratie verwachten we eind 2013 een stand van 32 boventallige en 2 bovenformatieve medewerkers. We blijven onszelf spiegelen aan andere organisaties om onze efficiency te kunnen vergelijken met anderen. Conform de kaders voor bedrijfsvoering zullen we jaarlijks deelnemen aan de benchmark ICT kosten. Voor de ontwikkeling van de formatie doen we regelmatig mee (recent: 2013) aan de Berenschot benchmarks op formatie, overhead en ICT. Ook de ICTU-benchmark Vensters op de bedrijfsvoering geeft informatie over ICT. De jaarlijkse Personeelsmonitor Gemeenten geeft benchmarks op relevante ontwikkelingen binnen het personeelsbestand. De rapporten over de formatie en over ICT zijn inmiddels ontvangen, zodat ze in kwartaal 2013-4 geanalyseerd kunnen worden om verbeterpunten te genereren, die mogelijk al vanaf geïmplementeerd kunnen worden. Nieuwe activiteiten in : Personeel We gaan werken met de nieuwe afspraken (met bonden en OR) rondom strak vacaturemanagement. Nu we voor het zesde jaar te maken hebben met strak vacaturemanagement en bezuinigingen is het af en toe nodig toch eerder over te gaan tot ambtelijke aanstellingen, om te voorkomen dat op sommige plekken de verhouding tijdelijk en vast personeel ernstig uit evenwicht raakt en om desinvesteringen in mensen te voorkomen. Dit is maatwerk. Met OR en bonden zijn extra rapportagemomenten overeengekomen. Efficiency In geven we invulling aan de taakstelling op de organisatie (voor 1,9 miljoen) langs de volgende lijnen: Per 1 januari wordt de Werkkostenregeling ingevoerd. Hiermee wordt structureel 250.000,- bespaard. Deze komen t.g.v. de eerder vastgestelde bezuinigingstaakstelling op de organisatie. In worden verdere mogelijkheden verkend om de arbeidskosten betaalbaar te houden. We voeren ons meerjarenprogramma LinT (LEAN in Tilburg) waarmee in ongeveer 30 processen worden doorgelicht. Bij alle processen gaan we uit van een gemiddelde reductie van 10% van de uitvoeringskosten van de doorgelichte processen. Omdat processen soms beginnen of eindigen bij, of onderweg afhankelijk zijn van ketenpartners kijken we binnen LEAN nog beter naar onze samenwerking met ketenpartners. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van de bezuinigingen ligt bij het afdelingsmanagement. Elke individuele procesdoorlichting wordt opgevolgd door de concrete implementatie van de verbetering. We geven uitvoering aan de kadernota bedrijfsvoering door bij de afdelingen waar processen op basis van LEAN management zijn doorgelicht te starten met het opzetten van bedrijfsmodellen. Bezuinigen op ICT We zullen starten met invulling en uitvoering van het bezuinigingsspoor bezuinigen op ICT. In 2013 is bureau Gartner gestart met als opdracht te onderzoeken wat er nodig is om onze ICT-organisatie slagvaardig, toekomstbestendig en kosteneffectief te houden of te maken. Dit levert eind 2013 een Transitieplan op dat in wordt geïmplementeerd. 3.1.4 Activiteiten, Toonaangevende organisatie In haar organisatie wil de gemeente Tilburg toonaangevend zijn. Dat betekent dat we een visie hebben op de ontwikkeling van de organisatie en gericht zijn op innovatie. Deze visie wordt gevoed vanuit een externe oriëntatie; ook voor bedrijfsvoering van de organisatie kijken we of we nog steeds de goede dingen doen. We richten de organisatie zo in dat we flexibel zijn en op tijd kunnen bijsturen. De focus ligt daarbij op de langere termijn. We hebben oog voor de veranderingen om ons heen. Een van de belangrijkste genoemde ontwikkelingen is de decentralisatie van rijkstaken: AWBZ, Jeugd en Participatie. We zijn in 2013 begonnen om de gevolgen van de drie sociale transities voor de bedrijfsvoering in beeld te brengen. Wat hebben we al gedaan: Organisatieontwikkeling Werkstijl en realiseren bestuurlijke doelen 2 Stand: 01.07.13 101

De jaren 2012 en 2013 zijn gebruikt om de nieuwe structuur en bijbehorende werkstijl te implementeren en effectueren. Eind 2012 heeft een tussenevaluatie plaatsgevonden. Op basis hiervan is een projectplan TT voor 2013 opgesteld. Organisatiethema s zijn verbonden met inhoudelijke thema s uit het coalitieakkoord. Op basis van dit plan zijn in 2013 o.a. de volgende zaken opgeleverd en uitgevoerd: Nota Stedelijke transitie, pilot LEAN ruimtelijke procesketen, Actieplan Wijkgericht werken, wegwerken van de boeggolf. Alle managers hebben deelgenomen aan de managementleergang waarmee een investering is gedaan in de gevraagde werkstijl en werkhouding. Voor de versterking van het projectmatig werken is stevig geïnvesteerd in projectleiders. De opdrachtgevers hebben we getraind en in de organisatie hebben we bewustzijn gecreëerd over het belang van projectmatig werken en de wijze van afspraken maken aangepakt (Tilburgse Standaard Projectmatig Werken). We hebben een projectmanagementsysteem aangeschaft, de Principal Toolbox, dat door alle projectmanagers wordt gebruikt. Corporate control In 2013 hebben we besloten hoe we (het systeem van) corporate control vorm willen geven. Uitgangspunt zijn de vragen: doen we de goede dingen, doen we ze goed en hoe kan het beter? Het antwoord op de drie vragen geeft aan of het systeem van control werkt of dat dit verbeterd kan worden. Het stellen van deze vragen met het systeem van Control als subject is de kern van Corporate Control. We hebben de volgende conclusies getrokken: in de sturing en beheersing meer de nadruk te leggen op de sturing bij de doelen meer de vraag stellen of we de goede dingen doen bij het sluiten van de PDCA-cirkel meer accent leggen op Check en Act bij programmacontrol meer werken vanuit samenhang beleid/organisatie en middelen Wij hebben in 2013 het INK-model3 gekozen als methode om kwaliteitsmanagement4 vorm te geven. Het is een hulpmiddel om ons als organisatie te kunnen spiegelen en te zien op welke onderdelen we (bestaande) instrumenten adequaat inzetten. Kadernota bedrijfsvoering We hebben de kadernota bedrijfsvoering vastgesteld. Daarin hebben we opgenomen dat we in de bedrijfsvoeringparagraaf binnen de verantwoordingscyclus over de voortgang rapporteren. In de kadernota zijn naast de doelen voor de bedrijfsvoering ook een aantal acties in Mijlpalen 2013-2016 benoemd die de komende jaren zullen worden uitgewerkt en die bijdragen aan de doelen en aan het toonaangevend worden als organisatie. Faciliteiten Het nieuwe werken In 2013 zijn we gestart met het introduceren van nieuwe mobiele devices zoals tablets. Het doel van deze devices is dat ze de principes van HNW ondersteunen en het gedachtegoed van de nieuwe ontwikkeling stimuleren. Huisvesting Voor de gemeentelijke huisvesting is in 2013 door de raad een voorbereidingskrediet van 7 miljoen toegekend om te komen tot renovatie van SK1 en SK2. Het voorbereidingskrediet dekt de periode vanaf ontwerptraject tot aan start bouw. De ontwikkeling van de huisvesting is verbonden met de ontwikkeling van het kernwinkelgebied en de introductie van het nieuwe werken (HNW). Voor huisvesting en HNW hanteren we een driedeling: Bricks (Huisvesting), Bytes (ICT-inrichting en -ondersteuning) en Behaviour (gedrag). In 2012 zijn we gestart met het vernieuwen van onze website en in oktober 2013 is de nieuwe website live gegaan. We brengen het aantal gemeentelijke websites (was : 158) terug tot een beheersbaar aantal zodat alle sites actueel en tegen aanvaardbare kosten te onderhouden zijn. De nieuwe website is zo ingericht dat deze uitgaat van de gebruiker, van hetgeen hij zoekt en verwacht van de gemeentelijke website, en niet van hetgeen de gemeente wil zenden. We hebben dit getoetst met gebruikers. Wat zetten we voort: Organisatieontwikkeling Eind 2013 is Tilburg Transformeert als project afgerond. De eindevaluatie zal ons leren wat nog nadere aandacht verdient en hoe we dat gaan aanpakken. De ontwikkeling van de organisatie houdt uiteraard niet op na afronding van het project TT. We vinden het, anders dan we gewend waren, normaal om ons voortdurend af te vragen of we nog de goede dingen doen en of we die goed doen. Dit doen we vanuit een externe oriëntatie, hierdoor ontstaat een continue organisatieontwikkeling. De doorontwikkeling van onze bedrijfsprocessen om de organisatie als één concern met één bedrijfsvoering te laten werken, gaat in verder. 3 INK: Instituut Nederlandse Kwaliteit. Het model is een instrument dat managers in staat stelt in control te zijn aan de hand van de aandachtsvelden Leiderschap, Medewerkers (managen van), Strategie en beleid, Middelen, Processen, Medewerkers (tevredenheid), Klanten en partners ((tevredenheid), Maatschappij, en financiers. 4 Kwaliteitsmanagement: De aansturing en het borgen van het verbeteren van de kwaliteit in de organisatie als belangrijke opgave voor alle managers. Bedrijfsvoering 102

Activiteiten en instrumenten gericht op op leiderschap en werkstijl blijven in de lijn en in de dagelijkse uitvoering plaatsvinden, ondersteund door gemeentebrede ontwikkeltrajecten en leer-werkplaatssessies. We gaan door met de verdere uitbouw en borging van de normering van de doelen van de bedrijfsvoering en de doorontwikkeling van de corporate control. Op het gebied van projectmanagement gaan we door met investeren in projectleiders door hen te trainen samen met opdrachtgevers. Om een goede arbeidsmarktpositie en wervingskracht te behouden willen we in beeld blijven voor nieuwe medewerkers. Dit doen we door het aantrekken van enkele hoogopgeleide trainees, zo mogelijk in samenwerking met partners in de regio. De evenknie hiervan is potential- en talentmanagement5, dat we ook in toepassen. Evenals in 2013 zullen we enkele medewerkers aantrekken in het kader van maatschappelijk werkgeverschap. We gaan door met de aanpassingen van onze nieuwe website en blijven het gebruik door burgers en ondernemers volgen. Als dit gebruik verandert kunnen we onze website aanpassen. Huisvesting We gaan in verder met de voorbereidingen voor de renovatie van SK1 en SK2. We richten ons daarbij op invoering van de vastgestelde principes van HNW in de definitieve huisvesting in SK1 en SK2 respectievelijk eind 2016 en begin 2018. We gaan door met het vertalen van de principes van HNW voor de medewerkers in de sporen Bricks, Bytes en Behaviour. Nieuwe activiteiten in : Organisatieontwikkeling Eind 2013 is de eindevaluatie van TT. Op basis van de eindevaluatie zullen we besluiten wat nog nadere aandacht verdient en of we extra investeringen doen om de hoofdopgaven van de organisatie goed te kunnen vervullen. Continue organisatieontwikkeling krijgt gestalte in de drie sporen van Het Nieuwe Werken (HNW); in de meerjarige doorlichting van de processen met aandacht voor continue kwaliteitsverbetering in LinT en met de invoering van het kwaliteitsmanagement door het benutten van de INK methodiek. De accenten in de verbetering van leiderschap en werkstijl zullen mede afhankelijk zijn van de uitkomsten van de evaluatie TT, maar in elk geval is verdere verbetering gewenst is van helder adviseren, resultaatgericht werken en strategisch vermogen. Uitvoeren van training Helder Adviseren II. Als vervolg op het in de 2e helft van 2013 opgestelde beleidskader risicomanagement worden in risicosessies gehouden met een aantal nog te selecteren afdelingen. Deze sessies moeten leiden tot enerzijds een open cultuur waarin zowel risico s als kansen bespreekbaar worden gemaakt; anderzijds een betere dan wel explicietere vastlegging en sturing hierop We brengen meer samenhang in de programmacontrol door financiën en activiteiten/inhoud meer met elkaar te verbinden. Aanvullend op het INK-model gaan we periodieke zelfevaluatie organiseren en hanteren we een jaarlijks auditplan voor enkele onderzoeken op integrale thema s of dossiers. Die zelfevaluatie vindt voor het eerst, eind 2017 plaats, volgend op de evaluatie TT van december 2013. Bij grote veranderingen zullen we, eveneens aanvullend op het INK-model, periodieke doorlichting gebruiken die ons helpt bij de gedegen voorbereiding van die verandering. Voor de kadernota bedrijfsvoering werken we de Mijlpalen 2013-2016 uit en komen we tot de afgesproken normering van de bedrijfsvoering. We stellen vast wat een reële norm is voor Tilburg gelet op de gekozen ambitie tenminste beter dan het benchmarkgemiddelde en gebruiken daarbij de vensters voor bedrijfsvoering. We gebruiken de normering als input voor de begroting 2015 De afdelingen voeren het MTO-verbeterplan6 uit. Ter ondersteuning van projectleiders en projectmanagers zetten we vaker projectassistenten in. We gaan het gebruik en de toepassingen van de nieuwe tablets uitbreiden. Dit houdt in dat het aantal gebruikers van tablets toeneemt en dat we het aantal zakelijke apps binnen de gemeente uitbreiden.omdat beveiliging gegarandeerd moet zijn, zullen we hiervoor eerst een oplossing zoeken. Bij HNW hoort ook een digitale ondersteuning op andere terreinen. We zetten concrete stappen in de implementatie van E-HRM7. Huisvesting Voor de ontwikkeling van de nieuwe huisvesting starten we met het ontwerp voor SK1 en SK2, met de aanbesteding van een marktpartij voor uitwerking en uitvoering ontwerp en nemen we een definitief besluit over de tijdelijke huisvesting van raadsvoorzieningen en stadswinkel tijdens de verbouwing van SK1. Zaakgericht werken We gaan voor het eerst echt werken met zaakgericht werken binnen de dienstverlening. We draaien proef met drie processen: 5 potential- en talentmanagement: het in positie brengen en trainen van intern beschikbare medewerkers voor leidinggevende en specialistische functies. 6 MTO-verbeterplan: betreft verbeteracties n.a.v. de bevindingen uit het medewerkerteveredenheidonderzoek 2013. 7 E-HRM: digitale, gestandaardiseerde ondersteuning van management en medewerkers in het kader van routinematig personeelsmanagement en -beheer, op basis van zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. 103

meldingen openbare ruimte, bezwaar W&I en inkomensverklaringen. We zorgen er voor dat alle klantinformatie bijeen wordt gebracht in het klantcontactsysteem. Decentralisaties rijkstaken / transities De drie grote decentralisaties hebben gevolgen voor de bedrijfsvoering. We starten met het doorvoeren van noodzakelijke veranderingen binnen de bedrijfsvoering om deze te kunnen sturen en beheersen. We gaan nadrukkelijker aan de slag met de sourcingsvraag: we onderzoeken hoe in de ketengerichte benadering optimalisering van de samenwerking met de ketenpartners plaats kan vinden. Sourcing is geen doel op zich. Bij de drie transities is deze benadering al aan de orde. Ook op andere beleidsterreinen gaan wij ketengerichte samenwerking nastreven in relatie tot de bestuurlijke doelen, waarbij we ook aandacht besteden aan cocreatie. WOZ We breiden de WOZ-pilot uit : In 2011 en 2012 hebben we succesvolle proefprojecten gehouden met het openstellen van de basisinformatie om de WOZ-waarde van woningen te bepalen. In het najaar van 2013 is dit voor de gehele stad uitgerold (ca. 50.000 objecten). Bij het opstellen van de WOZ-beschikking gaan we deze gegevens gebruiken. Communicatie In zijn de verschillende digitale kanalen voor externe communicatie niet meer onderscheidend van elkaar. In zetten we www.tilburg.nl en sociale media in om te Luisteren, te Bespreken, te Presenteren en te Vertellen. Facebook biedt mogelijkheden groepen gericht een vraag te stellen, twitter helpt ons bij korte interacties met inwoners. Www.tilburg.nl wordt de centrale website van de gemeente Tilburg. Eind moet de huidige hoeveelheid overbodige websites zijn gesaneerd. We toetsen bij burgers en bedrijven of onze dienstverlening via de website nog het beste aansluit bij het gewenste gebruiksgemak. Dienstverlening in de regio Voor zover gemeenten in de regio in een beroep op Tilburg doen om taken op het gebied van bedrijfsvoering of publieke dienstverlening uit te voeren, zullen wij dat positief benaderen binnen het kader dat de raad daarvoor eind 2010 heeft gesteld. Als door de actuele ontwikkelingen de behoefte ontstaat om meer integraal en meer initiatiefrijk op te treden dan komen wij met een voorstel om het kader aan te passen. Wij zetten krachtig in op functionele samenwerking binnen Hart van Brabant en Midpoint. Strategische agenda bedrijfsvoering De strategische agenda voor de bedrijfsvoering in ( - 2018) heeft als basis drie belangrijke, reeds lopende ontwikkelingen: Toekomstbestendige ICT-organisatie (Gartner); HNW/huisvesting; Nieuwe bezuinigingen: de personele implicaties en de interne en externe arbeidsmarkt. In deze agenda geven we over een periode van vier jaar aan wat de belangrijkste ontwikkelingen zijn waar we ons op richten vanuit de bedrijfsvoering. Het is een integrale agenda voor de bedrijfsvoering waarin alle aspecten in samenhang worden bezien. We baseren ons voor deze agenda op de bestuurlijke doelen vanuit het nieuwe coalitieakkoord en overige relevante, interne en externe, ontwikkelingen. Bedrijfsvoering 104

3.1.5 Bedrijfsvoeringsindicatoren (mei 2013) Doelen en indicatoren sturen op bedrijfsvoering (uit: kadernota bedrijfsvoering) Doel 1: we kunnen sturen op het halen van de bestuurlijke doelen en wettelijke taken Indicatoren Laatste uitkomst / norm 1 Dekkingsgraad meting indicatoren bestuurlijke doelen 58% 100% 2 Dekkingsgraad meting indicatoren lopende zaken met servicenormen 100% 100% 3 Voldoen aan de rechtmatigheideis / goedkeurende accountantsverklaring. Ja Ja Doel 2: we organiseren de primaire processen op een effectieve en efficiënte wijze Indicatoren Laatste uitkomst / norm 1 Formatie /1.000 inw. bij de taken van de primaire afdelingen. 2,22 -- 2 Formatie/1.000 inw. bij de taken van de bedrijfsmatige afdelingen. 4,71 -- 3 Totaalscore dienstverlening (minder regels/meer service) max = 100% 64% -- 4 Responsiviteit: - Brieven (binnen 8 weken) - Mails (binnen 2 dagen) - Call center (rapportcijfer bereikbaarheid) 88% 95% 89,2% 100% 8,5 -- Doel 3: we organiseren de ondersteunende processen op een effectieve en efficiënte wijze Indicatoren Laatste uitkomst / norm 1 Overhead % (incl. uitsplitsing naar PIOFAH) incl. leiding 41% -- 2 ICT kosten per werkplek 5.582 -- 3 Flexfactor (werkplekken per FTE) 1,5 0,75 4 Kosten documentmanagement/fte 1.718 -- 5 Totaalscore volwassenheid digitale dienstverlening (Max =3,00) 2,43 -- Algemeen (geldt voor de organisatie als geheel, dus zowel mbt doel 2 als 3) Indicatoren Laatste uitkomst / norm 1 Apparaatskosten/inw. 700 -- 2 Inhuur derden 19% -- 3 Span of control 14,21 TT norm = 15 4 Ziekteverzuim 5,9% 5,4% 5 Medewerkertevredenheid (Max = 5) 4,0 -- 3.1.6 Organisatiekosten Onder de organisatiekosten van de gemeente Tilburg worden verstaan alle personele - en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de gemeentelijke organisatie (excl. bestuur), maar niet de programmakosten zelf. 105

De gemeentelijke organisatie van Tilburg bestaat uit: de Griffie de Directie (incl. Strategie & Control) de Ondersteunende afdelingen de Primaire afdelingen de Bedrijfsmatige afdelingen hierna te noemen indirecte afdelingen hierna te noemen directe afdelingen Soorten organisatiekosten De organisatiekosten worden onderscheiden in: 1. Overhead 2. Organisatiekosten niet zijnde overhead Ad. 1. Overhead Bij de overhead gaat het om alle organisatiekosten (waaronder loonkosten) welke door de Directie, Strategie en control en Ondersteunende afdelingen (de indirecte afdelingen) worden gemaakt respectievelijk waarvan de verantwoordelijkheid bij deze afdelingen berust. In de kosten van de indirecte afdelingen kunnen ook kosten zijn begrepen, welke direct toe te wijzen zijn aan een of meerdere kostencentra c.q. kostendragers. Daarnaast vallen onder de overhead de kosten gemaakt door de overige afdelingen die niet rechtstreeks toe te wijzen zijn aan de programma s. Ad. 2. Organisatiekosten niet zijnde overhead De loonkosten van de primaire - en bedrijfsmatige afdelingen (de directe afdelingen) vallen wel onder de organisatiekosten, maar niet onder de overheadkosten. Immers, de loonkosten van de directe afdelingen zijn direct toewijsbaar naar de kostendragers. Bedrijfsvoering 106

Organisatiekosten gemeente Tilburg Bedragen x 1.000,- Overhead 70.028 50,1% Overhead: Overige organisatiekosten 71.310 51,0% salarissen indirecte afd. 42.641 60,9% Nog te verdelen taakstellingen - 1.439-1,0% afd.overhead indirecte afdelingen 594 0,8% Totale organisatiekosten 139.899 100,0% personeel & organisatie 3.167 4,5% informatisering & automatisering 5.466 7,8% financiën & basisregistraties 689 1,0% communicatie 200 0,3% faciliteiten & huisvesting 13.395 19,1% Organisatiekosten doorbelast naar de programma's 139.899 19,5% juridisch 341 0,5% Directe programmakosten 576.696 80,5% overige kosten bedrijfsvoering 2.096 3,0% Totale programmakosten 716.595 100,0% afd.overhead directe afdelingen 1.439 2,1% Subtotaal 70.028 100,0% Overige organisatiekosten: salarissen directe afdelingen 67.990 95,3% afdelingsoverhead griffie 5 0,0% wagenpark bat/sport 2.328 3,3% werkplaatsen/opslag 587 0,8% callcenter kcc 400 0,6% Subtotaal 71.310 100,0% Nog te verdelen taakstellingen - 1.439 Organisatiekosten totaal 139.899 Totale programmakosten 717 mln. Organisatiekosten totaal 140 mln. Organisatie-kosten 19,5% Overhead 49,5% Directe programmakosten 80,5% Overige organisatiekosten <> overhead 50,5% Organisatiekosten, overhead 70 mln. Overige organisatiekosten 71 mln. faciliteiten & huisvesting 19,1% juridisch 0,5% overige kosten bedrijfsvoering 3,0% afd.overhead directe afdelingen 2,1% wagenpark bat/ sport 3,3% werkplaatsen/ opslag 0,8% callcenter kcc 0,6% communicatie 0,3% afdelingsoverhead griffie 0,0% financiën & basisregistraties 1,0% informatisering & automatisering 7,8% personeel & organisatie 4,5% afd.overhead indirecte afdelingen 0,8% salarissen indirecte afd. 60,9% salarissen directe afdelingen 95,3% 107

Ontwikkeling organisatiekosten absoluut x 1 mln. Ontwikkeling programmakosten x 1 mln. Aandeel organisatiekosten 1.000 144 143 143 900 800 142 700 141 141 600 140 139 138 140 138 139 500 400 300 685 577 549 543 480 137 200 136 135 2013 2015 2016 2017 100 0 140 143 141 138 139 2013 2015 2016 2017 Aandeel organisatiekosten Directe programmakosten Ontwikkeling formatieplaatsen (stand 1 jan.) Ontwikkeling span of control in fte* 2.000,00 1.800,00 1.600,00 1.780,1 1.758,0 1.745,6 1.740,2 1.733,2 15,0 14,5 14,0 1.400,00 13,5 13,1 13,2 13,2 13,2 13,1 1.200,00 13,0 1.000,00 12,5 800,00 12,0 600,00 11,5 400,00 11,0 200,00 125,9 123,9 122,9 122,9 122,9 10,5 0,00 2013 2015 2016 2017 10,0 2013 2015 2016 2017 FTE's totaal FTE's management Kosten per hoofdfunctie x 1 mln. * span of control = fte's uitvoerend / fte's leidinggevend 300,0 250,0 200,0 242,8 150,0 166,9 100,0 73,9 93,1 50,0 0,0 30,9 55,4 36,0 17,6 Sociale stijging Organisatiekosten kosten Bedrijfsvoering 108

3.2 Grondbeleid 3.2.1 Samenvatting De gemeente Tilburg heeft in totaal ongeveer 950 ha grond in bezit die nog geen eindbestemming bereikt heeft. Dit zijn gronden die we nog kunnen inzetten voor het behalen van bestuurlijke doelen. We doen dit binnen het grondbedrijf. Van de totale oppervlakte is bijna 450 ha gelegen binnen grondexploitatiegebieden. Dit zijn gebieden waar een bestemmingsplanwijziging met bouwmogelijkheden aan ten grondslag ligt. Ambtelijke projectgroepen werken op dit moment binnen gestelde kaders aan de ontwikkeling van deze gebieden. Voor de overige ruim 500 ha geldt dat de ontwikkelhorizon meer dan 10 jaar in de toekomst ligt. Die gronden zijn op de balans gerubriceerd onder de materiële vaste activa en de waardering ervan is gebaseerd op de huidige - veelal agrarische - bestemming. Voor elke grondexploitatie berekenen wij een individueel planresultaat door tot op heden gemaakte en in de toekomst nog te maken kosten te verrekenen met verwachte opbrengsten. Daarbij houden we rekening met de toekomstige rentekosten. Voor het te ontwikkelen programma (aantallen woningen of oppervlakte voor bedrijfsterreinen en voor overige functies), de hoogte van de rente, de stijging van de kosten en de ontwikkeling van de grondopbrengsten sluiten wij volledig aan bij hetgeen daarover is opgenomen in de Perspectiefnota. Een optelling van alle individuele planresultaten leidt tot een tekort van 71,2 mln. Naast het planresultaat spelen vele risico s in de grondexploitaties een belangrijke rol. In deze programmabegroting hebben wij de omvang van de risico s voor het eerst bepaald op basis van de Rismanmethode. Voorheen gebruikten we de IFLOnormering. Wij berekenen het totale risico over alle grondexploitaties op een bedrag van 51,5 mln. Omdat niet alle risico s zich in gelijke mate in alle exploitaties zullen voordoen is het gangbaar om een correctie toe te passen. In afstemming met de accountant hebben wij een correctie van 25% toegepast. Hierdoor bedraagt het totale risico in deze begroting 38,6 miljoen. In deze begroting hebben wij het stopzetten van de grondexploitatie De Akker en een grondprijsverlaging voor de grondexploitatie Tradepark 58 meegenomen. Eerstgenoemde ingreep sluit aan bij de in de programmabegroting 2013 vastgestelde verwachte afname van de woningbouwaantallen op stedelijk niveau, waarbij de kosten voor een actieve ambtelijke inzet voor de langere termijn niet meer opwegen tegen de te behalen opbrengsten uit grondverkopen. De gemeentelijke gronden binnen deze grondexploitatie worden daarom afgewaardeerd en overgeboekt naar de materiële vaste activa. De grondprijsverlaging in het exploitatiegebied T58 sluit aan bij de prijsontwikkeling op regionaal niveau en verbetert daarmee de concurrentiepositie in een momenteel moeilijk segment. Bij het opstellen van de Jaarrekening 2013 handelen wij volgens de spelregels van het BBV waarbij ten aanzien van de waardering van grondexploitatieprojecten wordt uitgegaan van het voorzichtigheidsprincipe. Verliezen worden volgens dit principe meteen genomen en winsten mogen pas ingeboekt worden op het moment dat deze daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Voor de verliezen wordt een voorziening voor verlieslatende plannen gevormd. Voor de voeding van deze verliesvoorziening, het stopzetten van De Akker en afboeken tot landbouwwaarde, en de risico s verwachten we bij het opmaken van de Jaarrekening 2013 een bedrag van 128 mln. nodig te hebben. Tegenover dit negatief financieel beeld staan de in het (deels nabije) verleden opgebouwde reserves binnen het grondbedrijf. Het totaal van deze reserves bedraagt 129,4 mln. De reserves zijn daarmee op dit moment voldoende om het totale tekort en risico binnen lopende grondexploitaties af te dekken. Wij komen daarom tot de conclusie dat het grondbedrijf momenteel over voldoende reserves beschikt om het nu berekende tekort en risico op te vangen. 3.2.2 Inleiding In deze paragraaf grondbeleid geven wij informatie over het grondbeleid op portefeuilleniveau alsmede het totale financiële overzicht. Het Besluit en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat de raad jaarlijks de herziening van de grondexploitaties vaststelt. Tegelijk met deze programmabegroting stelt de raad dan ook het financiële overzicht van alle grondexploitaties (zie bijlage 7A) vast. In 2013 vond een systeemwijziging plaats. Op 18 maart 2013 heeft de raad de nota Bepaling weerstandsvermogen voor grondexploitaties vastgesteld. Voor wordt het weerstandsvermogen voor de grondexploitaties niet meer bepaald op basis van de IFLO-norm, maar worden risicoanalyses volgens de Risman-methodiek als uitgangspunt gebruikt. Voor het totaal van de risico s wordt per 31 december 2013 een afzonderlijke reserve gevormd (Reserve Risico s Grondexploitaties). De risico s worden vanaf dat moment niet meer opgenomen in de voorziening voor verlieslatende plannen. Aangezien per project detailinformatie is opgenomen over onder andere bedragen, termijnen en risico s kunnen wij door 3.2 Grondbeleid 109

openbare publicatie onze eigen belangen schaden. De informatie van de afzonderlijke grondexploitaties wordt daarom niet in deze begroting opgenomen, maar aan de raad in een aparte (rapportage)tool via internet vertrouwelijk ter beschikking gesteld. Voor de Spoorzone en de Piushaven is daar een uitgebreide paragraaf te vinden. In deze paragraaf geven wij inzicht in de gehanteerde kaders, uitgangspunten en financiële resultaten van de huidige grondexploitaties. 3.2.3 Algemene en specifieke uitgangspunten De gemeente Tilburg heeft documenten vastgesteld, die richting geven aan het ruimtelijk beleid en die de kaders en doelen van het grondbeleid bepalen. Op strategisch niveau zijn dit: de Nota Grondbeleid, op 18 maart 2013 vastgesteld door de raad (bevat een kwalitatief beleidskader met daarin onder andere meerjarige, meetbare en evalueerbare doelen en beleidsindicatoren); het Coalitieakkoord 2010 - ; de Woonvisie Tilburg samen vernieuwen: naar een nieuwe balans 2011 t/m ; de structuurvisies Tilburg stad van contrasten (ook bekend als Ruimtelijke structuurvisie Tilburg 2020 ), Noordoost 2020 en Zuidwest ; de Economische Agenda Tilburg 2012-2020. die de kaders en doelen van het grondbeleid bepalen. De Ruimtelijke structuurvisie Tilburg 2020 is de vigerende kadernota waarin de belangrijkste ruimtelijke doelen zijn weergegeven. Deze nota actualiseren wij in 2013 tot de Ruimtelijke structuurvisie Tilburg 2030 die wij medio aan de raad aanbieden. Doelen voor de ruimtelijke opgave(n) en bijbehorende streefcijfers worden daarbij ingebed en vormgegeven. Daarnaast betreft het op tactisch niveau: de in 2011 en 2012 genomen raadsbesluiten met betrekking tot de optimalisering van de grondexploitaties; de jaarlijkse programmabegroting inclusief bijlagen. Op operationeel niveau komt het grondbeleid aan de orde in: de paragraaf grondbeleid bij begroting en jaarrekening waarin wij rapporteren over de ontwikkeling van de kosten en opbrengsten van alle lopende grondexploitaties; het jaarlijks door de raad vastgestelde Kader Grondprijzen over de hoogte van de grondprijzen bij gronduitgifte en de methode van de grondprijsbepaling; de nota over het normatief residueel berekenen van grondprijzen, op 10 november 2011 vastgesteld door de raad; de Nota systematiek kostenverhaal bovenwijkse voorzieningen, op 21 juni 2010 vastgesteld door de raad. Het coalitieakkoord prioriteert enkele grote gebiedsontwikkelingen en streeft naar prioritering van woningbouwprojecten om overprogrammering te verminderen. Het proces waarmee dit de komende jaren wordt gerealiseerd - het zogenaamde transitieproces is inmiddels ontwikkeld en zal na bestuurlijke besluitvorming structureel worden geïmplementeerd. Ons doel is om periodiek de voortgang van ruimtelijke ontwikkelingen te vergelijken met het scenario dat ten grondslag ligt aan de grondexploitatie. Genoemde strategische documenten blijven hierbij het uitgangspunt, naast actuele maatschappelijke ontwikkelingen en financiële afwegingen. Daarnaast zijn de navolgende uitgangspunten gehanteerd: De afdracht voor bovenwijkse voorzieningen vindt plaats conform de in juni 2010 door raad vastgestelde Nota systematiek kostenverhaal bovenwijkse voorzieningen. Hiermee wordt een deel van de gemeentelijke infrastructurele projecten bekostigd De omvang van het portefeuillerisico is als weerstandsvermogen opgenomen in de Reserve Risico s Grondexploitatie. De grondprijzen worden - waar mogelijk - (genormeerd) residueel berekend. Voor enkele specifiek genoemde locaties binnen de gemeente zijn de grondopbrengsten berekend overeenkomstig de puntprijzen zoals opgenomen in het Kader Grondprijzen. Voor nazorg op alle afgesloten plannen gedurende vier jaar is een stelpost van 250.000 per jaar opgenomen. De Plan- en Apparaatskosten (PAK) zijn berekend op basis van het plankostenmodel van VROM of de daadwerkelijk opgenomen bedragen in de afgesloten exploitatieovereenkomsten. Bij plannen die nagenoeg gereed zijn, volstaan we met een schatting van de nog te maken uren/kosten. 3.2 Grondbeleid 110

Verder wijzen wij op de navolgende specifieke uitgangspunten: In de berekening van het portefeuilleresultaat hebben wij rekening gehouden met een grondprijskorting van 20% voor de gronden op het bedrijventerrein Tradepark 58 Noord (resultaatsverschil: begroting N 4,6 mln.; jaarrekening 2013 N 1,4 mln.). Door de verlaging van de grondprijzen neemt het risico van onverkoopbaarheid af. Dit positieve effect is ingeschat op 0,9 mln. waardoor de risicoreserve met 0,9 mln. daalt. In de berekening van het portefeuilleresultaat is rekening gehouden met het staken van de grondexploitatie van het plan De Akker. De desbetreffende gronden worden afgewaardeerd tot landbouwwaarde en onder de Materiële Vaste Activa opgenomen (resultaatsverschil: begroting N 2,9 mln.; jaarrekening 2013: N 1,0 mln.) Vanwege de vermindering met 25% voor plannen in de ontwerpfase was in de voorziening verlies een bedrag van 3,1 mln. opgenomen terwijl nu het volledige bedrag van 4,1 mln. moet worden afgeboekt). In de berekening van de hoogte van de voorziening verlies voor de Jaarrekening 2013 gaan we er van uit dat de bij de begroting 2013 toegekende bijdragen vanuit het herstructureringsfonds (ter hoogte van NCW 5,4 mln.) concreet worden gelabeld aan de volgende herstructureringsplannen: Wagnerplein, Kruidenbuurt, Stokhasselt en Rosmolen. Het labelen heeft geen effect op het resultaat van de programmabegroting maar voorkomt dat er bij de Jaarrekening 2013 extra middelen in de voorziening verlies moeten worden gestort. Bij de begroting moet de jaarschijf van de door het herstructureringfonds aan het Vastgoedbedrijf toegekende bijdrage van 1 mln. aan een vastgoedproject gelabeld worden. Voorgesteld wordt het bedrag van 1 mln. te koppelen aan het plan Ringbaan West Skatecentrum. Dit heeft geen effect op het resultaat van de programmabegroting maar wel een positief effect op de jaarrekening, omdat de voorziening verlies 1 mln. lager kan zijn. De voorziening verlies per 31 december 2013 is op dezelfde wijze berekend als bij de jaarrekening 2012. Hierbij zijn de risico s buiten beschouwing gelaten omdat die juist in de risicoreserve worden opgenomen. Bij de jaarrekening 2013 bezien we of we een meer eenvoudige bepaling van de risico s toe kunnen passen omdat de huidige wijze van berekening van de voorziening verlies te complex en subjectief is en daarnaast waarderingsverschillen veroorzaakt tussen begroting en jaarrekening. Het grote verschil in waardering wordt veroorzaakt doordat in de programmabegroting rekening wordt gehouden met het resultaat van de totale realisatie van alle plannen terwijl bij de jaarrekening (voor plannen in de ontwerp en voorbereidingsfase) rekening wordt gehouden met de tekorten die optreden bij het tussentijds stoppen van de plannen. 3.2.4 Gehanteerde parameters programma Voor de prognose van de resultaten van het Grondbedrijf zijn woningbouwprogramma en de uitgifte van bedrijventerreinen bepalend. We zien dat de nieuwbouw van woningen de laatste jaren zware klappen heeft gehad en dat deze zich waarschijnlijk de komende jaren uiterst moeizaam ontwikkelt. Daarnaast zien we dat bedrijven moeite hebben om financieringen rond te krijgen. Vaker dan voorheen doen zij bij gronduitgifte een beroep op erfpachtconstructies. De gemeente Tilburg heeft, behalve in de Spoorzone, nagenoeg geen risicodragende posities in een kantorenprogramma. De bedrijventerreinuitgifte is op gang gekomen, na vertragingen bij de totstandkoming van het bestemmingsplan Vossenberg. De verwachte afzet van het woningbouwprogramma is sterk afhankelijk van de economische omstandigheden. Woningbouw Op basis van de huidige vooruitzichten en actuele marktverkenningen, zoals in de Woonvisie 2011- en Perspectiefnota is aangegeven, verwachten we op portefeuilleniveau een afzet van 850 woningen per jaar. Op projectniveau gaan we uit van een gemiddeld programma van 1.120 woningen per jaar (inclusief Spoorzone). Door middel van een generieke stelpost van 2,5 mln. wordt op portefeuilleniveau het verschil in programma gecorrigeerd zonder daarbij specifieke projectkeuzes te maken. Deze stelpost is lager dan in voorgaand jaar omdat het totale volume aan nog te verkopen gronden is afgenomen. Redenen hiervoor zijn grondprijsdalingen, gerealiseerde grondverkopen en het stopzetten van plannen. In een meer vraaggestuurde markt is het moeilijk om deze macro-effecten te vertalen naar effecten op projectniveau, mede omdat deze projecten voor een belangrijk deel in handen zijn van particuliere ontwikkelaars. Dergelijke keuzes worden door de markt gemaakt. Wij monitoren de ontwikkelingen op de markt nauwgezet. De gemeentelijke projecten kunnen in samenhang met de markt geprioriteerd worden. Bedrijventerreinen Met de Provincie Noord-Brabant zijn regionale afspraken gemaakt over de bedrijventerreinen die we de komende jaren ontwikkelen. De gemaakte afspraken omvatten een gemiddelde maximale uitgifte van 13,5 ha per jaar. Wij hebben vanuit de economische invalshoek prognoses gemaakt op basis van ramingen van de groeicijfers voor de Nederlandse economie van het Centraal Plan Bureau. Voor Tilburg betekent dit dat we in de komende jaren uitgaan van een bedrijventerreinuitgifte van 10,5 ha per jaar. Deze verlaagde grondverkopen zijn reeds verwerkt in de resultaten van de grondexploitaties van de desbetreffende bedrijventerreinen omdat nagenoeg alle gronden in handen zijn van de gemeente. Hierdoor hoeft er voor 111

deze categorie geen generieke stelpost te worden opgenomen. Indien er toch meer vraag is vanuit de markt kan hieraan worden voldaan. Overige uitgiften De planning van de uitgifte van kantoren en gronden voor bijzondere doeleinden hangt af van de voortgang van de individuele plannen. Dit is verwerkt in de desbetreffende grondexploitaties; met name Spoorzone en winkelcentrum Heyhoef. 3.2.5 Overige parameters Planspecifieke en algemene aannamen beïnvloeden de prognose van de grondexploitatie. Hieronder staan de overige gehanteerde uitgangspunten (parameters) voor de prognose op een rij. Deze percentages zijn in de Perspectiefnota voor opgenomen. Ter vergelijking zijn de in voorgaand jaar (prognose 2013) gehanteerde parameters opgenomen. Tevens wordt verwezen naar de gehanteerde bronnen. Het advies van Deloitte Real Estate over de opbrengstenstijging is ten opzichte van voorgaand jaar ongewijzigd gebleven. parameter PB PB 2013 bron Rentepercentage 3,5% 3,5% Perspectiefnota en begroting 2013 Kosten verwerving, bouw- 2,0% 2,0% Prijsontwikkeling GWV afgelopen 10 jaar en woonrijp maken (indexering) en gemiddelde CPI vanaf 1985 Opbrengstenstijging (indexering) Advies Deloitte Real Estate, ontwikkeling - tot en met 2016 0,0% 0,0% netto besteedbaar huishoudinkomen - na 2016 1,0% 1,0% 3.2.6 Gevoeligheidsanalyse van de parameters De gevoeligheid van de gehanteerde parameters worden hieronder afzonderlijk financieel vertaald. Het gaat hierbij om de financiële effecten die optreden indien de werkelijke (plan-)ontwikkelingen afwijken van de gekozen uitgangspunten. Algemene risico s mogelijk verdere daling van de woningprijzen (VON) een verdere daling van het aantal afzetbare woningen de moeilijke financierbaarheid van vastgoed en woningen Bij de woningbouw kan een en ander leiden tot lagere grondopbrengsten dan voorzien (1% daling verkoopprijs VON vertaalt zich bij hantering van de residuele grondwaarde, uitgaande van volledige vertaling prijsdaling in grondwaarde, in een risico van circa 2 mln. lagere grondopbrengst op portefeuilleniveau). Ontwikkeling parameters In onderstaande tabel zijn de financiële effecten aangegeven indien de gehanteerde parameters wijzigen (zie paragraaf 3.2.5). Bij de bepaling van de omvang van de te verkopen gronden gaan we uit van de Netto Contante Waarde van de toekomstige grondverkopen per uitgiftecategorie. Uitgiftecategorie Geraamde inkomsten grondverkoop tot 2027 (NCW 1-1-2013) Verandering Nadelig effect in Woningbouw 42 mln. 1 jaar algehele vertraging 1,7 mln. 1% prijsdaling VON 2,0 mln. BTW 1% verhoging 2,0 mln. 1% rentestijging 1,3 mln. Bedrijven 131 mln. 1 jaar algehele vertraging 4,3 mln. 3.2 Grondbeleid 112

1% huurafname 8,0 mln. BTW 1% verhoging 0,0 mln. 1% rentestijging 2,1 mln. Kantoren 6 mln. 1 jaar algehele vertraging 0,2 mln. 1% huurafname 0,3 mln. 1% rentestijging 0,1 mln. Overig (winkels, bijzondere doeleinden, sport, etc.) 30 mln. 1 jaar algehele vertraging 1,1 mln. 1% huurafname 1,5 mln. 1% rentestijging 0,7 mln. In onderstaande tabel voor woningbouw zijn voor een tweetal scenario s - zowel meer woningen dan basisvariant (optimistisch scenario) als minder woningen dan basisvariant (pessimistisch scenario) - de effecten aangegeven ten opzichte van het gehanteerde uitgangspunt van 850 woningen per jaar. Woningbouw Basisvariant 850 woningen per jaar Verschil in totaal resultaat Optimistische variant 1.120 woningen per jaar Verbetering resultaat 2,5 mln. Pessimistische variant 600 woningen per jaar Afname resultaat 6,8 mln. In onderstaande tabel voor de bedrijventerreinen zijn eveneens voor een tweetal scenario s - zowel meer uitgifte van grond dan basisvariant (optimistisch scenario) als minder uitgifte dan basisvariant (pessimistisch scenario) - de effecten aangegeven ten opzichte van het gehanteerde uitgangspunt van de uitgifte van 10,5 ha per jaar. Bedrijventerreinen Basisvariant 10,5 ha per jaar Verschil in totaal resultaat Optimistische variant 13 ha per jaar Verbetering resultaat 6,5 mln. Pessimistische variant 8 ha per jaar Afname resultaat 12 mln. Specifieke risico s Ontwikkeling Plan- en Apparaatskosten Voor de gemeentelijke en particuliere grondexploitaties is uitgerekend welke plan- en apparaatskosten redelijkerwijs kunnen worden berekend. Het gaat hierbij ondermeer om de kosten van stedenbouw, procedure bestemmingsplan, projectleiding, communicatie, projectadvisering (in- en extern) en onderzoekskosten. Bij gemeentelijke grondexploitaties worden deze als kostenpost opgenomen en verwerkt in de grondprijs. Bij particuliere grondexploitaties worden deze - via een exploitatieovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst - bij de marktpartij(en) in rekening gebracht. Als hulpmiddel voor de berekening van deze kosten is door het Rijk een plankostenmodel opgesteld dat wij hanteren. Dit 113

model wordt gevuld met een veronderstelde planning, een verondersteld af te zetten programma en een veronderstelde verdeling van de (kosten van) geplande werkzaamheden tussen gemeente en marktpartij(en) zoals thans bekend. Bij afwijkingen in planning, programma en/of verdeling van de geplande werkzaamheden tussen gemeente en marktpartij(en) ontstaat een verschil tussen daadwerkelijk te maken kosten ten opzichte van de bij aanvang (conform model) geraamde kosten en op basis daarvan gemaakte budgetafspraken. Afwijkingen in planning en programma zijn de afgelopen jaren volop aan de orde geweest. Volgens de diverse economische barometers zal daar ook de komende jaren (mogelijk zelfs in versterkte mate) sprake van zijn. Gelet op het voorgaande voorzien wij dat de daadwerkelijk te maken plan- en apparaatskosten vooralsnog blijvend hoger zullen zijn dan de bij aanvang modelmatig bepaalde budgetten, die in veel gevallen contractueel zijn vastgelegd. Kortom, hoog blijvende kosten bij afnemende budgetten. We moeten daarom goed sturen om de werkelijke kosten zoveel mogelijk binnen de beschikbare budgetten op te kunnen vangen. Met name richten we de aandacht op de plankosten in de eerste fase van het plan en op het in een vroegtijdig stadium bepalen van de afzetmogelijkheden. De plankosten in de eerste verkennende fases van projecten worden verrekend met marktpartijen via dienstverleningsovereenkomsten. Daarnaast is begin 2013 een start gemaakt om per grondexploitatie nog strikter budgettair te sturen op de plan- en apparaatskosten. Het stedelijke transitieproces dat is ontwikkeld moet er voor zorgen dat er enkel aan projecten wordt gewerkt die prioriteit hebben. Op de projecten waar geen prioriteit zit zal dan niet gewerkt worden. Op deze manier kan er beter gestuurd worden op de plan- en apparaatskosten en kan hierop worden bespaard. Naast enkel werken op projecten die prioriteit hebben dient ook nader onderzocht te worden in hoeverre het gehanteerde plankostenmodel nog een geschikt instrument is voor de bepaling van het benodigde pak-budget. Een herijking van de budgetten is gezien de huidige ontwikkelingen bij gebiedsontwikkelingen wellicht noodzakelijk om de gewenste werkzaamheden te kunnen uitvoeren. In de sturing en beheersing van de grondexploitatie wordt het steeds belangrijker om ook op de daadwerkelijke kasstromen te sturen. Dit wil zeggen dat niet alleen op de eindresultaten van plannen gestuurd wordt, maar ook op de jaarlijkse bedragen die op kasbasis ontvangen en uitgegeven worden. Achterliggende gedachte is om terughoudend om te gaan met het principe de kost gaat voor de baat omdat in de afgelopen jaren de uitgaven niet terugverdiend werden. Diverse grote gemeenten, waaronder Amsterdam, zijn inmiddels actief met sturing op kasstromen aan de slag gegaan. Een belangrijk onderdeel van de kassturing heeft betrekking op de plan- en apparaatskosten. In de programmabegroting 2013 is reeds aangegeven, dat - zonder bijsturing - de werkelijke plan- en apparaatskosten hoger zullen zijn dan de beschikbare budgetten. In het laatste kwartaal van 2013 wordt een nadere analyse van de beschikbare budgetten in relatie met het historisch verloop van de werkelijke plan- en apparaatskosten uitgevoerd. In de Perspectiefnota 2015-2018 wordt een voorstel opgenomen voor de concrete taakstelling in bedragen op de plan- en apparaatskosten. Naast de kassturing is meer richting nodig over projecten waar wel plan- en apparaatskosten voor gemaakt mogen worden en projecten waar dit niet (meer) mag. Voor een samenvatting van de resultatenrekening over 2013 en verwijzen wij naar bijlage 7D. In de resultatenrekening zijn de kasstromen over 2013 en zichtbaar. 3.2.7 Nieuwe plannen en afgesloten plannen Voor de begroting zijn er geen nieuwe plannen in de grondexploitatieberekeningen opgenomen. De navolgende plannen die eind 2012 zijn afgesloten en waarvan de resultaten in de Jaarrekening 2012 zijn verwerkt zijn niet meer opgenomen in de grondexploitatie: Udenhout Residence: plan gaat niet door, nadelig resultaat 83.000. Vogelenzang 5: verkoop voormalig onderwijsgebouw met ondergrond, nadelig resultaat 808.000. De Akker wordt in 2013 afgesloten (zie uitgangspunten). De gronden worden tegen landbouwwaarde overgeboekt naar de Materiële Vaste Activa. Na deze overboeking resteert een tekort van 4,1 mln. dat ten laste van de voorziening verlies en de Reserve Risico s Grondexploitatie wordt gebracht. 3.2.8 beeld grondexploitaties Het resultaat van het grondexploitatiebedrijf wordt bepaald door het verwachte saldo (zowel winst- als verlies) van alle lopende grondexploitaties. De grondexploitatiewet verplicht de raad om bij vaststelling van het bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen (indien het kostenverhaal niet is verzekerd). Voor de opstelling van een exploitatieplan maken we gebruik van een basismodel van het Ministerie van VROM dat uitgaat van de Netto Contante Waarde (NCW) berekening. Analoog aan de methodiek van de grondexploitatiewet wordt ook bij de gemeentelijke exploitatieopzetten de Netto Contante 3.2 Grondbeleid 114

Waarde berekening gehanteerd. Het financiële resultaat bij toekomstige afronding van het project wordt hierbij uitgedrukt in euro s van het huidige exploitatiejaar. De gemeente Tilburg is betrokken bij circa 77 lopende grondexploitaties met een geraamd verlies van in totaal 71,2 mln. tot einde looptijd alle projecten op basis van de gehanteerde uitgangspunten. Tabel 1.a. Prognose resultaat lopende grondexploitaties Grondexploitaties: Spoorzone Overige grondexploitaties Totaal Geraamd resultaat grondexploitaties Spoorzone N 16,8 Geraamd resultaat grondexploitaties Vastgoed (inclusief stoppen plan De Akker en verlagen grondprijzen T58 Noord) N 51,9 Totaal geraamd resultaat grondexploitaties N 68,7 Stelpost planvertraging woningbouw (van 1.120 naar 850 woningen per jaar, zie paragraaf 3.2.4) N 2,5 Resultaat grondexploitaties (bijlage 7A, kolom B). N 71,2 Voor een nadere specificatie verwijzen we naar bijlage 7A (Overzicht plannen onderverdeeld naar programma, kolom begroting ). De volledige financiële informatie van de afzonderlijke grondexploitaties zijn opgenomen in de aparte (rapportage)tool, welke via het internet vertrouwelijk aan de raad ter beschikking is gesteld. Onderstaand volgt een toelichting op de voortgang van de grootste grondexploitaties. Spoorzone De spoorzone is een ontwikkelgebied in Tilburg naast het spoor van 75 hectare groot, uitgestrekt over 3 kilometer. Het ligt tussen de Ringbanen West en Oost en wordt gemarkeerd door de woontoren Westpoint en het hoofdkantoor van Interpolis. Het bestaat grofweg uit drie deelgebieden: Het van Gend & Loos-terrein, het Middengebied met particuliere locaties (Lochstraat, Zwijssen, Vormenfabriek en Hart van Brabantlaan) en het Kerngebied (de vml NS-werkplaats). De spoorzone is volop in beweging. Op alle terreinen, letterlijk en figuurlijk, wordt er gewerkt. De (voorbereiding)werkzaamheden aan de hoofdinfrastructuur en de OV-knoop zijn in volle gang. Binnen het Kerngebied is er een start gemaakt met de planuitwerking voor de locatie Clarissenhof en de Stadscampus. In het Middengebied zijn de locaties Lochstraat (Twee complex) en Hart van Brabantlaan (TTS) (fase 1) nagenoeg afgerond en zijn de voorbereidingswerkzaamheden begonnen voor de bouw van een kantoor op de locatie Zwijssen. Het van Gend & Loos-terrein wordt eind 2013 gesaneerd opgeleverd. Al deze werkzaamheden lopen conform de beoogde planning. Een uitgebreide toelichting op de gebiedsexploitatie Spoorzone is in de aparte (rapportage)tool opgenomen welke via internet vertrouwelijk aan raad ter beschikking is gesteld. Piushaven De bouwprojecten in de Piushaven zijn een verzameling van particuliere ontwikkelingen. Een aantal bouwprojecten is reeds in realisatie of (deels) opgeleverd: de Werf, de Havenmeester, De Admiraal (vml. Vehorn), het Gezondheidscentrum, de Sligro. Een aantal bouwprojecten gaat na afronding van de procedures eind 2013/begin gefaseerd van start: herontwikkeling AaBe-complex, Lourdesplein en Nieuw Jeruzalem (vml Jeruzalem en Kanaalzicht). Daarnaast worden er bouwprojecten verwacht op middellange termijn (Galjoenstraat Noord, Cementbouw, Wolstad en Spinaker) Op de langere termijn ligt er nog een visie voor ontwikkelingen in deelplan Fabriekskwartier Noord. Naast de bouwprojecten is de aanleg/aanpassing van de openbare ruimte een essentieel onderdeel van de gebiedsontwikkeling Piushaven. De zuidelijke gebiedsontsluitingsweg en de brug zijn essentiële nieuwe infrastructuur. Ook de bestaande infrastructuur wordt aangepakt. De havenkom is reeds opnieuw ingericht en de Havendijk is in ontwikkeling. Naast de infrastructuur wordt ook het openbaar groen (havenpark/oevers) in de Piushaven aangepakt. De oevers bij de Werf zijn aansluitend op de realisatie van de woningen door de ontwikkelaar aangelegd. Dit zal ook gebeuren bij de particuliere ontwikkeling Kanaalzicht. De overige onderdelen van het havenpark zullen aangepakt worden zodra de bouw van de omliggende particuliere ontwikkelingen gereed is. Een uitgebreide toelichting op de gebiedsexploitatie Piushaven is in de aparte (rapportage)tool opgenomen welke via internet vertrouwelijk aan raad ter beschikking is gesteld. 115

Bedrijvenhuisvesting Heyhoef uitbereiding winkelcentrum: In 2013 is overeenstemming bereikt met projectontwikkelaar MAB over de uitbreiding winkelcentrum Heijhoef. Grondverkoop zal plaatsvinden in. De gemeente pakt de herinrichting van het parkeerterrein inclusief de infrastructurele veranderingen voor haar rekening. Project wordt bekostigd uit de grondverkoop van het perceel voor de uitbreiding van het winkelcentrum. Kempenbaan westzijde: In 2013 zijn (concept)contracten gereed gekomen met betrekking tot de verkoop van de gronden ten behoeve van het ziekenhuis en een zorgresort. Ook is de grondsanering afgerond en zijn contracten met betrekking tot het bouw- en woonrijp maken in concept gereed. Swaardvenstraat: In 2013 zijn geen activiteiten met betrekking tot de uitvoering gedaan noch gepland. De planvorming zal weer worden opgepakt zodra meer bekend is over de ontwikkelingen die momenteel plaatsvinden in het naastliggende gebied Albion. Tradepark 58 noord: Tot op heden is er één perceel binnen deze grondexploitatie verkocht. De grondverkoop stagneerde omdat WKO van toepassing was en omdat omliggende gemeenten vergelijkbare terreinen tegen een lagere prijs aanbieden. Om de verkoop te bevorderen is er een gasleidingnet aangelegd en wordt voorgesteld om de grondprijs meer marktconform te maken. Dit is in het kader grondprijzen van verwerkt. Het financieel resultaat is neerwaarts bijgesteld. Vossenberg west II: Het bedrijventerrein is bouwrijp gemaakt, bouwpercelen staan in de verkoop. Via een coördinerende verkooptafel worden de bouwpercelen verkocht. Verkoop loopt volgens planning. Veemarktkwartier: Voor het project is medio 2012 gewijzigde subsidieaanvraag bij Stimulus ingediend. De subsidiebeschikking is afgegeven onder voorwaarden. Project is als concessie voor gebiedsontwikkeling europees aanbesteed. Van de Ven bouw en ontwikkeling is de geselecteerde partij voor het realiseren van een marktplaats voor creatieve bedrijvigheid in het Veemarktkwartier. Het plan zal dit jaar nader worden uitgewerkt Wonen Dalem Stadsrand: Het project bevindt zich nog in de ontwerpfase. Gedacht wordt aan de invulling van de locatie met ca. 50% woningbouw (grondgebonden) en 50% aan voorzieningen en kleinschalige bedrijvigheid. Voor de woningbouw is de gemeente in onderhandeling met een projectontwikkelaar in het kader van een bouwclaim die deze partij heeft. Den Bogerd: Den Bogerd is de beoogde nieuwbouwwijk van Udenhout. In de wijk is plaats voor ca. 380 woningen, een school en een groen middengebied. Het bestemmingsplan is momenteel in procedure. Na vaststelling van het bestemmingsplan zal de PPS (samenwerkingsverband tussen gemeente en projectontwikkelaars) de gronden bouwrijpmaken en vervolgens uitgeven. Witbrant West: Het plan is nagenoeg geheel afgerond. Er vinden onderhandelingen plaats over de laatste grondverkopen. Indien de onderhandelingen slagen kan de grondexploitatie naar verwachting over 3 jaar afgesloten worden. Er worden geen grote verschillen met het geraamde resultaat verwacht. Herstructurering Stokhasselt: De voortgang van dit project verloopt traag. Door de crisis en het aanbod van goedkope bestaande woningen in dezelfde wijk is de nieuwbouwontwikkeling een moeilijke opgave geworden. Daarnaast is de financiële armslag van Wonenbreburg door rijksmaatregelen beperkt waardoor zij financieel niet meer kunnen participeren in de herstructurering van het bedrijventerrein. Momenteel is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met Wonenbreburg in uitwerking. Doordat Wonenbreburg niet meer deelneemt in de grondexploitatie van het bedrijventerrein stijgt het tekort voor de gemeente. 3.2 Grondbeleid 116

Hoefstraat/Groeseind/Rosmolen: Door de crisis stagneert de woningverkoop van de laatste woningen in het plandeel St. Pietersbuurt. Doordat de gemeentelijke grondexploitaties in de plandelen van Hoefstraat/Groeseind grotendeels zijn afgerond zijn de financiële effecten van deze vertraging gering. Door de financiële druk op Wonenbreburg kan deze corporatie haar oorspronkelijke afspraken voor de herstructurering Rosmolen niet meer nakomen. De samenwerkingsovereenkomst met Wonenbreburg zal herzien worden en het plan zal in een sobere doch doelmatige variant worden uitgevoerd. Door de financiële tegemoetkomingen aan Wonenbreburg zal het tekort van deze herstructurering voor de gemeente toenemen. Quirijnboulevard: De Wijkontwikkelingsmaatschappij Quirijn wordt opgeheven omdat de laatste plandelen vanwege marktomstandigheden niet ontwikkeld kunnen worden. De bij de gemeente gereserveerde middelen voor de WOM en herstructurering zijn voldoende om het gemeentelijk aandeel in het tekort van de WOM af te dekken. Momenteel worden door gemeente marktpartijen gezocht om de resterende locaties te herontwikkelen. Vogeltjesbuurt: In 2013 is gestart met de sloop van de oude bebouwing en de verdere realisatie verloopt volgens planning. Doordat alle nieuwe woningen als huurwoning worden gerealiseerd zijn er geen problemen met de afzet te verwachten. De voor dit plan toegekende middelen vanuit het herstructureringsfonds zijn voldoende om het gehele plan te realiseren. Particuliere exploitaties Overhoeken: De uitvoering van het plandeel Akker wordt in 2013 gestaakt. De overige plandelen worden door marktpartijen ontwikkelt. De uitvoering van de plandelen Enschotse baan en Hoge Hoek is volledig afhankelijk van de woningverkopen. De start van Koningsoord stagneert verder vanwege het economisch klimaat. 3.2.9 Jaarrekening 2013 Waarderingsgrondslag grondexploitatie in de Jaarrekening 2013 Bij het opstellen van de jaarrekening moet we - zoals in de BBV is voorgeschreven - bij het waarderen van lopende projecten uitgaan van het voorzichtigheidsprincipe. Hierdoor mogen nog te realiseren toekomstige winsten op een project eerst worden genomen als de winst daadwerkelijk is gerealiseerd. Daarnaast wordt bij de waardering van verliesgevende plannen in de voorbereiding en ontwerpfase uitgegaan van de boekwaarde in plaats van het exploitatieresultaat. Door deze verschillen in waarderingsgrondslag ontstaat de afwijking tussen de waardering resultaat lopende grondexploitaties tot einde looptijd (negatief 71,2 mln. uit tabel 1.a.) (inclusief alle nog te realiseren toekomstige winsten) en de waardering van de lopende grondexploitaties (negatief 84,4 mln.) per balansdatum. De bij de Jaarrekening 2012 al gerealiseerde winstneming op lopende plannen is als reserve winstneming lopende exploitaties verantwoord (zie tabel 4 reserve winstneming lopende projecten ad 10,7 mln.). Bij het opmaken van de Jaarrekening 2013 worden de lopende grondexploitaties gewaardeerd op 84,4 mln. negatief als volgt nader te specificeren: Tabel 1.b. Prognose waardering lopende grondexploitaties Jaarrekening 2013 (x 1 mln.) Voorziening verlies: Spoorzone Overige grondexploitaties Totaal Projecten in de uitvoeringsfase N 16,8 N 32,5 N 49,3 Projecten in de definitie- en ontwerpfase N 0,0 N 36,6 N 36,6 Correctie voorziening verlies V 0,0 V 9,1 V 9,1 Afboeking De Akker N 4,1 N 4,1 Totaal N 16,8 N 64,1 N 80,9 Stelpost planvertraging woningbouw N 2,5 117

Totaal grondexploitatie inclusief planvertraging (bijlage 7A kolom G) N 83,4 Stelpost saldo beheer grondbedrijf N 1,0 Grondexploitaties waarde 1-1-2013 N 84,4 In de berekening van de hoogte van de voorziening verlies voor de Jaarrekening 2013 is ervan uitgegaan dat de bij de begroting 2013 toegekende bijdragen vanuit het herstructureringsfonds (ter hoogte van NCW 5,4 mln.) bij de begroting concreet worden gelabeld aan specifieke herstructurerings-plannen. Dit labelen heeft plaatsgevonden in het overzicht van alle grondexploitaties (zie bijlage 7A, onderdeel herstructureringsplannen). Doordat de middelen rechtstreeks aan de concrete plannen zijn toegewezen, drukken deze middelen het tekort van de desbetreffende plannen. Gevolg hiervan is dat bij de Jaarrekening 2013 voor hetzelfde bedrag minder middelen in de voorziening verlies gestort moeten worden. Verschil met 2012 In de voorgaande programmabegroting kwam de waarde van de grondexploitatie uit op een bedrag van 125,7 negatief. Het verschil van ruim 40 mln. wordt veroorzaakt door de systeemwijziging dat de risico s nu afzonderlijk, voor een bedrag van bijna 39 mln. - zijn opgenomen in de Reserve Risico s Grondexploitaties (zie paragraaf 3.2.11). De overige verschillen worden veroorzaakt door de mutaties binnen de afzonderlijke plannen. Correctie voorziening verlies Bij de projecten in de definitie- en ontwerpfase wordt de hoogte van de voorziening verlies berekend op basis van een stopvariant. Omdat het niet aannemelijk is dat alle plannen gelijktijdig stoppen wordt er een zogenaamde portefeuillecorrectie op de berekende voorziening verlies in de definitie- en ontwerpfase van 25% toegepast. Negatieve effecten die zich bij het ene plan daadwerkelijk voordoen, kunnen immers leiden tot positieve effecten bij een ander plan. Bij de jaarrekening 2013 bezien we hoe we de waarderingssystematiek kunnen vereenvoudigen teneinde meer aansluiting te krijgen bij de waardering van de programmabegroting. In bijlage 7C wordt een overzicht gegeven van de financiële effecten van het doorgaan en stoppen van de grootste grondexploitaties. In dit overzicht is ook de hoogte van de bij de jaarrekening 2012 getroffen voorziening verlies aangegeven. Saldo beheer grondexploitaties Dit betreft het resultaat van de activiteiten en kosten die buiten de grondexploitaties om gemaakt worden en bij de jaarrekening direct ten laste van de reserves grondbedrijf worden gebracht. Zoals het resultaat over 2013 op erfpacht, het resultaat van ons landbouwbedrijf, de renteverrekeningen, de onrendabele PAK, het resultaat op de verkoop van panden etc. Voor een nadere specificatie verwijzen we naar bijlage 7A (Overzicht plannen onderverdeeld naar programma, kolommen Effect op Jaarrekening 2013). 3.2.10 beeld Materiële Vaste Activa (MVA) De gemeente Tilburg heeft ruim 500 ha gronden in haar bezit die zijn gewaardeerd tegen landbouwwaarde en op de balans zijn gerubriceerd onder de Materiële Vaste Activa (MVA). Per 31 december 2012 bedraagt de waarde van deze gronden 39,6 mln. Alle oorspronkelijke Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) zijn per 31 december 2012 uit de grondexploitatie gehaald en op de balans geherrubriceerd onder de Materiële Vaste Activa. Het verschil tussen oorspronkelijke boekwaarde en marktwaarde is daarbij ten laste van het resultaat 2012 afgeboekt. De huidige marktwaarde van deze gronden ligt tussen de 5 en 8 per m² en voor de panden is 90% van de WOZ waarde aangehouden. Het project waarbij alle gronden van het grondbedrijf geografisch en financieel opnieuw in beeld worden gebracht, is nagenoeg afgerond. Naar verwachting worden de financiële resultaten die hieruit naar voren komen (verplichte afwaardering, daling WOZ waarde panden en afboeking variabele lasten) in het najaar van 2013 zichtbaar. Hiertoe is bij het opstellen van de jaarrekening 2012 vooralsnog een stelpost van 5 mln. opgenomen. Voor toekomstige rentelasten is in de Jaarrekening 2012 een rentereservering ter grootte van 7,4 mln. gecreëerd. Hiermee kunnen de rentelasten voor de eerste 6 jaren (2013-2018) worden opgevangen. Voor eventuele afschrijvingen is geen 3.2 Grondbeleid 118

reservering getroffen. Indien de omvang van deze MVA-post in de komende jaren niet wordt afgebouwd, komt er na zes jaar jaarlijks een rentekostenpost van circa 1,5 mln. ten laste van de algemene middelen. Als gevolg van de met ingang van 2012 verplichte BBV-voorschriften houden wij voor de actualisering van de grondvoorraad, de verplichte afschrijvingen, de daling van de WOZ waarde van de panden en de verplichte afboeking van de variabele lasten vooralsnog een stelpost van 5 mln. aan. Alleen voor de toekomstige rentelasten is bij de Jaarrekening 2012 een rentereservering gecreëerd. Voor de afschrijvingen etc. nog niet. Tabel 2 Prognose waardebepaling Materiële Vaste Activa (MVA) (X 1 mln.) Totaal Stelpost voor: Afboeking variabele lasten. Verplichte afschrijvingen. Verschillen bij definitief in kaart brengen van de gronden met bijbehorende waardering. Afname waardering panden door afname WOZ waarde N 5,0 Effect MVA N 5,0 3.2.11 Weerstandsvermogen/Reserve Risico s Grondexploitaties Voor de analyse en het managen van risico s wordt op projectniveau gebruik gemaakt van de Risman-methode. Op het niveau van de afzonderlijke projecten wordt gestuurd op type samenwerking, programma, kwaliteit, tijd, en plankosten. Op portefeuilleniveau is het berekenen van samenhangende risico s (bijvoorbeeld het voorkomen van concurrentie tussen locaties), het anticiperen op mogelijke beleidswijzigingen of externe omstandigheden en de beschikking over een adequate risicovoorziening van belang. Op 18 maart 2013 heeft de raad de nota Bepaling weerstandsvermogen voor grondexploitaties vastgesteld. In deze nota is gekozen om voor de Jaarrekening 2013 het weerstandsvermogen voor de grondexploitaties niet meer te bepalen op basis van de IFLO-norm, maar te onderbouwen met risicoanalyses volgens de Risman-methodiek. De financiële impact van de risico s na het nemen van beheersmaatregelen wordt hierbij bepaald door zowel de kans van optreden als de financiële gevolgen in te schatten in bepaalde klassen. Kleine risico s worden gedekt uit de in het plan opgenomen post onvoorzien; Risico s met een kans van optreden van meer dan 70% worden opgenomen in het planresultaat. Indien het planresultaat negatief is, loopt dit mee in de verliesneming en volgt storting in de voorziening verlieslatende projecten; Overige risico s: Hiervoor moet weerstandsvermogen aanwezig zijn. De Reserve Risico s Grondexploitatie moet van voldoende omvang zijn om deze risico s af te dekken. Risico s in de hoogste klasse (> 2,5 mln.) moeten worden onderbouwd met een berekening. De overige risico s voor de begroting komen op basis van de uitgevoerde risicoanalyses uit op 51,5 mln. Omdat niet alle risico s zich in gelijke mate in alle exploitaties zullen voordoen, is het gangbaar om een correctie toe te passen. In afstemming met de accountant wordt een correctie van 25% toegepast. Hierdoor bedraagt het totale risico in deze begroting 38,6 mln. (In de begroting 2013 bedroeg het risico volgens de IFLO-norm 52,4 mln.) Tabel 3 Prognose omvang weerstandsvermogen/reserve Risico s Grondexploitaties (X 1 mln.) Totaal Totaal uitgevoerde risicoanalyses Spoorzone 23,4 Totaal overige uitgevoerde risicoanalyses 17,8 Totale risicoanalyses (deze projecten vertegenwoordigen ongeveer 80% van de totale projectkosten) 41,2 119

Extrapolatie naar 100% kosten 51,5 Correctiepost 25% omdat niet alle risico s in alle projecten zich tegelijkertijd zullen voordoen -12,9 Totaal risicoanalyses na correctie 38,6 Prognose benodigde Reserve Risico s Grondexploitaties per 31 december 2013. 38,6 Het bedrag van 38,6 mln. wordt gestort in de Reserve Risico s Grondexploitaties. Twee keer per jaar (bij de jaarrekening en de programmabegroting) actualiseren wij de risico analyses en aan de hand van het uiteindelijke resultaat wordt de reserve verhoogd of verlaagd. Voor een nadere specificatie verwijzen we naar bijlage 7B (Onderbouwing Reserve Risico s Grondexploitatie). 3.2.12 Beschikbare reserves en voorzieningen grondbedrijf Het grondbedrijf beschikt per 1 januari 2013 over een bedrag van 129,4 mln. aan reserves en voorzieningen, dat wordt ingezet om het tekort op lopende exploitaties, de risico s en de financiële effecten van de MVA af te dekken. Voor de toekomstige rentelasten over de MVA is een bedrag van 7,4 mln. beschikbaar. Tabel 4 Beschikbare reserves en voorzieningen X 1 mln. Totaal Jaarrekening 2012: Voorziening tekorten lopende exploitaties 129,4 Besteedbare reserve 7,4 Totaal beschikbaar 136,8 Rentereservering voor MVA (zie par.3.2.10) -7,4 Beschikbare reserves en voorzieningen 129,4 3.2.13 Resultaat GREX Nadat de beschikbare middelen zijn ingezet om de voorziening voor verlieslatende plannen te voeden en de verplichte afboeking van de Materiële Vaste Activa door te voeren, resteert er per 31 december 2013 van de beschikbare middelen nog een bedrag van 1,5 mln., hetgeen als volgt is te specificeren: Tabel 5 Totaaloverzicht resultaat grondexploitatie (X 1 mln.) Totaal Resultaat grondexploitaties (tabel 1.b) N 84,4 Resultaat Materiële vaste Activa (MVA) (tabel 2) N 5,0 Negatief resultaat grondbedrijf N 89,4 3.2 Grondbeleid 120

Benodigde Reserve Risico s Grondexploitaties (tabel 3) N 38,6 Totaal benodigde middelen N 128,0 Beschikbare reserves en voorzieningen (tabel 4) V 129,4 Resterende middelen per 1 januari 2013 V 1,4 Rente 2013 over overschot (3,5%) V 0,1 Aanvulling vrij besteedbare reserve per 31 december 2013 V 1,5 Het geraamde resultaat ad 1,5 mln. kent een bandbreedte van +/- 5 mln. Deze bandbreedte betreft de resterende onzekerheid inzake de geraamde resultaten alsmede de geraamde afboeking MVA aangezien nog niet alle gronden zijn getaxeerd. Het overschot van 1,5 mln. blijft binnen de grondexploitatie beschikbaar en wordt gestort in de vrij besteedbare reserve. Bij de Perspectiefnota werd een neutraal resultaat voorzien. Het verschil is veroorzaakt omdat uit de risicoanalyses blijkt dat er per saldo minder middelen voor de risico s gereserveerd behoeven te worden. In dit saldo zijn de bedragen die nodig zijn voor de grondprijsverlaging van Tradepark 58 en het stopzetten van het plan De Akker meegenomen. 3.2.14 Verklaring verschil grondexploitaties PB 2013 - PB Het begrotingstekort voor de zuivere grondexploitaties ultimo 2012, zoals opgenomen in de begroting 2013, bedroeg 77,0 mln. Uit de begroting blijkt dat het begrotingsresultaat van de grondexploitaties met 5,8 mln. is afgenomen naar een tekort van 71,2 mln. (zonder risico, zonder NIEGG of MVA en zonder invloed van de reserves en voorzieningen). Onderstaand wordt een analyse van het verschil gegeven. Tabel 6 Verklaring verschil grondexploitatieresultaat PB 2013 - PB Reeds eerder gemelde/opgetreden verschillen Renteverschil tussen 2013 en N 2,8 Afgesloten plannen bij Jaarrekening 2012 V 5,3 Toegezegde bijdrage vanuit herstructureringsfonds bij begroting 2013. V 5,4 Planvoordelen gemeld in Januari-notitie V 5,4 Afname financieel effect programmavertraging V 3,5 Totaal 121

Nog niet eerder gemelde verschillen Toename tekorten herstructureringen N 4,8 Verbetering planresultaat Vossenberg V 0,9 Verbetering Dongewijk door start Forum V 2,0 Stadsrand Dalem (geluidsmaatregelen) N 1,1 Den Bogerd (dalende afzetmogelijkheden) N 1,1 Stopzetting Plan De Akker N 2,9 Tradepark 58 grondprijsverlaging N 4,6 Overige verschillen V 0,6 Totaal verschil grondexploitatietekort V 5,8 3.2 Grondbeleid 122

3.2.15 Overige informatie grondexploitatie Uit het rekenkameronderzoek naar de kwaliteit van de informatievoorziening met betrekking tot de gemeentelijke grondexploitatie volgde een aantal aanbevelingen. Om aan deze aanbevelingen te voldoen volgt hierna aanvullende informatie. In bijlage 7C hebben wij een overzicht toegevoegd van de effecten van het stoppen of doorgaan bij de grootste grondexploitaties. 3.2.15.A Tabel 7 Kengetallen Kengetallen Omschrijving Boekwaarde of m² per 1-1-2013 Boekwaarde NIEGG Boekwaarde Spoorzone Boekwaarde Vossenberg West II + haven Boekwaarde overige grondexploitaties 0 mln. 8 mln. 66 mln. 78 mln. Totaal aantal m² grond NIEGG per 1 jan 2013 0 m² Vermoedelijk totaal aantal m² grond NIEGG per 31 december 2013 * 0 m² Totaal aantal m² grond in grondexploitaties opgenomen per 1 jan 2013 4.473.000 m² * Als gevolg van de nieuwe BBV-richtlijn is er geen sprake meer van NIEG-gronden. Aangezien er geen sprake is van een stellig voornemen om deze gronden te exploiteren zijn deze gronden op de balans per 31 december 2012 gerubriceerd onder de Materiële Vaste Activa. 3.2.15.B Grondverkopen Geraamde gemeentelijke grondverkopen Binnen de lopende grondexploitaties is in totaal voor een bedrag van 251 mln. aan gemeentelijke grondverkopen geraamd (uitgedrukt in reële waarde). Hierbij is rekening gehouden met de fasering van de afzonderlijke projecten en de totale portefeuilleomzet. Uitgegaan is van een totale productie van maximaal 1.000 woningen per jaar (op particuliere en gemeentegronden samen) en daar bovenop de realisatie van de Spoorzone, dus 1.120 woningen per jaar. Bij de bedrijventerreinen is rekening gehouden met een verkoop van circa 10,5 ha per jaar (ook op particuliere en gemeentegronden samen). De afname van het woningbouwprogramma van 1.120 woningen naar 850 woningen is nog niet verwerkt in de resultaten van de afzonderlijke grondexploitaties (voor het vertragingeffect is wel een stelpost van 2,5 mln. binnen het resultaat van de grondexploitatie opgenomen). De planningen binnen de projecten zijn opgezet volgens de meest reële verwachtingen over het te volgen tijdpad. In de praktijk blijkt dat er zowel vanwege externe als interne factoren vertragingen ontstaan. Het financiële risico van deze vertragingen kan in beperkte mate binnen de trendmatige opbrengststijgingen (overeenkomstig de parameters) en de voor het planvertragingsrisico afgezonderde bedragen worden opgevangen. Zie hiertoe paragraaf 3.2.6 over de bepaling van het risico. Voor de komende vier jaar wordt een gemiddelde grondverkoop van circa 25 mln. verwacht. Hiervan is grofweg 25% woningbouw, 50% bedrijven en kantoren en 25% overige (winkelcentrum Heyhoef en PDV Zwaluwenbunders). Voor 2013 is een grondverkoop van 14,4 mln. geraamd. Hiervan is per 31 juli 2013 9,4 mln. gerealiseerd in de vorm van gronduitgiften. 123

Gerealiseerde gemeentelijke grondverkopen Gedurende 2012 is er voor een totaalbedrag van 22,8 mln. aan bouwrijpe grond verkocht. Hiervan was 6,6 mln. voor woningbouw (waarvan 0,2 mln. voor de Spoorzone en 4,6 mln. voor het plan Dongewijk). De woningbouw in de uitleggebieden in 2012 heeft voor het grootste deel plaatsgevonden op gronden die in handen zijn van en worden ontwikkeld door ontwikkelaars. Voorbeelden hiervan zijn de plannen Koolhoven, Enschotsebaan en Piushaven. De gronduitgifte voor bedrijventerreinen liet in 2012 een volume zien van 16,2 mln. De grondverkopen hebben in hoofdzaak plaatsgevonden in de plannen Vossenberg, Loven Noord en Bedrijventerrein Tradepark 58. Een bedrag van 9,2 mln. van de gronduitgifte is geschied in de vorm van erfpacht. De aanwezigheid van marktpartijen is duidelijk voelbaar in de woningmarkt. In de laatste jaren vindt de woningbouw voor het grootste deel plaats op gronden die in handen zijn van en worden ontwikkeld door ontwikkelaars. Voorbeelden hiervan zijn de plannen Koolhoven, Koningsoord en Enschotsebaan. In onderstaande grafiek is de spreiding van de geraamde gemeentelijke grondverkopen over de jaren 2013 t/m 2026 aangegeven alsmede de gerealiseerde grondverkopen over de periode 2007 t/m 2012 in beeld gebracht. Gerealiseerde en geraamde gemeentelijke grondverkopen Miljoenen 40,00 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 Jaren gerealiseerd woningen bedrijven overige Grafiek grondverkopen 3.2.15.C Ontwikkeling Plan- en Apparaatskosten (PAK s) In onderstaande grafiek is gevisualiseerd wat de werkelijke plan- en apparaatskosten in de afgelopen zes jaar zijn geweest. Deze kosten zijn jaarlijks ten laste van de grondexploitatie gebracht. Het gaat hierbij om zo n 8 tot 10,7 mln. per jaar. Tevens is op basis van de lopende exploitaties (en de daarin opgenomen planning en programma s) een raming gemaakt van de plan- en apparaatskosten voor de komende jaren (2013-2017). Voor een belangrijk deel zijn hierover afspraken contractueel vastgelegd met marktpartijen en is er dus sprake van vastgestelde budgetten. Specifieke onderwerpen 124

Grafiek PAK kosten De dalende trend in de budgetten voor de komende jaren vindt in belangrijke mate zijn oorsprong in de gehanteerde te optimistische planningen en in de wijze waarop het kostenmodel dit vertaalt in budgetten. Veel projecten zitten modelmatig in de overgang van de voorbereidende fases (waarin relatief veel apparaatskosten gemaakt worden) naar de realisatiefase (waarin plan- en apparaatskosten sterk afnemen). Juist daar doet zich naar verwachting een discrepantie voor tussen de modelmatige situatie en de werkelijkheid. De tendens van de laatste jaren laat namelijk zien dat: - projecten niet of slechts zeer moeizaam van de voorbereidingsfase naar de realisatiefase komen; - projecten nog in de oude werkelijkheid zijn ontworpen en geheel moeten worden herontwikkeld om kans te maken tot realisering te komen; - door een afname van realiseerbaar omvang programma (bijv. van 1.120 woningen naar 850 woningen per jaar) krijgen projecten een aanzienlijk langere doorlooptijd. Voor het risico ten aanzien van de PAK s verwijzen we naar paragraaf 3.2.6 specifieke risico s. Gerealiseerde en geraamde PAK 12,0 10,0 mln 8,0 6,0 4,0 2,0-2007 2008 2009 2010 2011 2012 jaren 2013 2015 2016 2017 gerealiseerd budget Specifieke onderwerpen 125

3.3 Subsidies We voeren het gemeentelijk beleid voor een deel uit via subsidieverstrekking aan organisaties in de stad. In totaal verstrekken we in voor een bedrag van ca. 76 miljoen aan subsidies. In de kadernota Subsidiebeleid zijn de kaders opgenomen voor het verlenen en vaststellen van alle subsidies in de gemeente Tilburg gedurende de periode 2012-2016. De kadernota is uitgewerkt vanuit het perspectief van de volgende uitgangspunten: werken op basis van vertrouwen; verminderen van de administratieve last en regeldruk; verhoging van de dienstverlening aan instellingen en burgers; efficiënt en effectief organiseren; komen tot één bedrijfsvoering en één administratie. Deze uitgangspunten zijn niet uniek en passen in een breder kader bij de landelijke ontwikkelingen. Naast het wettelijk kader waar de subsidieverlening in Tilburg aan moet voldoen, geeft de gemeenteraad vanuit zijn kaderstellende rol ook een specifiek karakter aan het subsidiebeleid in Tilburg. De inzet van de subsidies per programma is als volgt : (bedragen x 1.000,-) Onderdeel Werkelijk 2012 2013 Sociale stijging Werkgelegenheid 31 42 43 Jeugd en onderwijs 10.856 10.154 10.139 Bevorderen zelfredzaamheid en meedoen 37.358 30.412 30.675 Armoede 485 315 369 Totaal 48.729 40.923 41.226 Economie 4.890 574 580 Bereikbaarheid 27 21 22 Spoorzone, Binnenstad en Piushaven 135 55 55 Cultuur 24.153 23.075 22.765 Wonen 178 153 105 Natuur om de stad 380 161 161 Totaal 29.761 24.040 23.689 Veiligheid 2.212 1.076 990 Fysieke en sociale leefomgeving 10.296 9.535 9.328 Sport 2.175 566 538 Duurzaamheid 197 185 187 Groen in de stad 20 15 15 Totaal 14.900 11.377 11.058 Algemeen 24 0 0 Totaal 24 0 0 Eindtotaal 93.414 1 76.340 75.974 1 Bij de jaarrekening 2012 is het totaal opgenomen van alle daadwerkelijk verleende subsidies. De cijfers 2013 en hebben uitsluitend betrekking op de subsidies die opgenomen zijn in de Subsidienota. Voor de jaarrekeningcontrole 2013 zullen de budgetten en de realisatie met elkaar worden uitgelijnd. Subsidies 126

3.4 Algemene Dekkingsmiddelen De algemene dekkingsmiddelen zijn die inkomsten die geen specifiek bestedingsdoel kennen. De belangrijkste daarvan zijn de opbrengst Onroerende Zaak Belasting (OZB) en de uitkering uit het Gemeentefonds. Daarnaast zijn er nog een aantal kleinere opbrengsten zonder specifiek bestedingsdoel, de belangrijkste daarvan staan in onderstaand overzicht: Uitkering Gemeentefonds De raming voor is gebaseerd op de septembercirculaire 2013. De specificatie is als volgt: (bedragen x 1.000,-) Jaarrekening 2012 2013 Algemene uitkering (incl. suppletie-uitkering) 196.314 192.413 198.824 Integratie-uitkeringen 20.449 20.039 22.600 Decentralisatie-uitkeringen 22.842 21.598 22.276 Verzameluitkering 1.450 450 450 Totaal 241.055 234.500 244.150 Vanaf 2015 is sprake van een relatie tussen de ontwikkeling van het gemeentefonds en de ontwikkeling van het BTWcompensatiefonds. In de septembercirculaire 2013 raamt het Rijk in dit kader een structurele toevoeging aan het gemeentefonds. Gezien de onzekerheid van deze post hanteren we hierbij hetzelfde uitgangspunt als voor de raming van de meerjarige accressen (50% zijnde 1 miljoen voordelig). De herverdeling van het gemeentefonds is uitgesteld naar 2015. Er is een overgangsregeling om gemeenten niet van de ene op de andere dag met een groot voor- of nadeel te confronteren. Zodoende wordt er gelegenheid gecreëerd om de kosten aan de inkomsten aan te passen tezamen met de decentralisaties. OZB-opbrengsten Bij de berekening van de ozb-opbrengsten houden we rekening met de verwachte mutatie in het aantal woningen en niet woningen. Voor de gehanteerde uitgangspunten ten aanzien van het tarief verwijzen we naar de paragraaf lokale heffingen. Algemene Dekkingsmiddelen 127