B en W voorstel. Startnotitie decentralisatie functie begeleiding 12 juli 2011 11int00864 M.C.A. Gras (673) Inwoners / Welzijn en Educatie.



Vergelijkbare documenten
Behandelen Informeren Datum Commissie Fysiek Commissie Sociaal I Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/109

Voorstel voor de Raad

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Project Invoering Begeleiding uit AWBZ naar Wmo

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten. Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Financiële vertaling Bestuursakkoord

Begeleiding naar de Wmo?!

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie)

bijlage 1 fax (0591) onderwerp Aanbieding projectopdracht decentralisatie, budgettaire risico's decentralisatie en aankondiging bijeenkomsten.

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014

Raadsvoorstel 2005/16502

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Regionale Bijeenkomsten Zorgkantoorregio s

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Burgemeester en Wethouders

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 2

DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS. Zorgkantoor Friesland 15 december 2011

gemeente werkendam Raadsinformatiebrief werkendam.n 15 JAN 20U Brief van het college aan de raad Kennisnemen van deze informatie.

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update

Visie decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

De toegang tot zorg. Gerrit Overbeek

DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Geachte mevrouw Mete en heer Spoeltman,

Van AWBZ naar Wmo..en wat betekent dit voor de cliënten?

Gemeenten Regio kop. Deelnemende gemeenten: Gemeente Den Helder Gemeente Schagen Gemeente Hollands Kroon Gemeente Texel

B en W voorstel 14INT Inzet budget pakketmaatregel AWBZ

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost

Raadsmededeling - openbaar

Samenvatting AWBZ pakketmaatregel

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 3

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ

= = Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 Agendanr. 15. No.ZA /DV , afdeling Samenleving.

Agenda. Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding. Drechtraad. Alblasserdam, 2 oktober 2012

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 5

Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen

Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem Postbus AA Lochem

Gevolgen van het regeerakkoord voor de zorg Herman Klein Tiessink

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

( ) Anja Tissen - PPT Huisstijl[1].ppt Pagina 1. Welkom bij Gemeente Haaren

DE INHOUD ZORGINKOOP DOOR GEMEENTEN DE INHOUD ZORG EN WELZIJN / WMO AGENDA PROF. DR. JAN TELGEN ROTTERDAM, 28 MAART 2013

Factsheet AWBZ, 24 februari AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

Heroriëntatie Twentse samenwerking. Model formulering besluit in gemeenten REGELING REGIO TWENTE

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant.

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

en compensatieregelingen

Decentralisatie begeleiding naar de Wmo

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Informele raadscommissie Sociaal

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Nota. Nota openbaar: Ja. Nummer: 14INT Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) Onderwerp:

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Startbijeenkomst Decentralisatie AWBZ A2-gemeenten

Besluit op basis van de oplegnotitie behorend bij "Rapportage voor bepaling koers WSD" en een zienswijze op de betreffende rapportage.

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

ECSD/U Lbr. 14/010

RAADSVOORSTEL *D * D

# Hervorming Langdurige Zorg

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9.

Aan het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlem

VISIE. Op weg naar Maatschappelijke Zorg-, hulp en dienstverlening in de gemeente Nuth

aan deze doelgroep zorg geleverd worden vanuit

ZORGINKOOP DOOR GEMEENTEN PROF.DR. JAN TELGEN HOUTEN, 7 FEBRUARI 2013

Verblijf. Blijvende intramurale ondersteuning Tijdelijke intramurale ondersteuning

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Raadsvoorstel agendapunt

Onderwerp: Decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ (DAL).

Naam steller, Merlijn Kurvers Kenmerk. telefoon. Portefeuillehouder

Advies aan raad. Onderwerp: Opdrachtgeverschap Jeugdhulp

Decentralisatie AWBZ. Alleen ga je sneller, samen kom je verder

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

VERSLAG WMO WERKCONFERENTIE LEIDERDORP 19 APRIL 2011

brede welzijnsinstelling. MA 2. Projectplan/subsidieaanvraag Steller:

3) Verslag van de vergadering van 29 september 2014, zie bijlage 1 (16:05 uur)

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector

Gemeentelijk spoorboekje: vervolg op de toekomstvisie op het Beschermd Wonen

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

Transcriptie:

GEMEENTE BORNE B en W voorstel Onderwerp Datum Kenmerk Opgesteld door (tel.) Afdeling/productgroep Paraaf steller Paraaf manager Portefeuillehouder Paraaf portefeuillehouder Paraaf secretaris Afstemming Inhoudelijk afgestemd met Ondernemingsraad Openbaar/niet openbaar Ontwerpbesluit Startnotitie decentralisatie functie begeleiding 12 juli 2011 11int00864 M.C.A. Gras (673) Inwoners / Welzijn en Educatie Ibers 14 Twentse gemeenten; Aart de Vries^fceleidsmedewerker Wmo; Anthonie Nijman, financier^ Nee ^7 Openbaar 1. De "Startnotitie decentralisatie van de functie begeleiding Twente" vaststellen. 2. Voorwat betreft de werkzaamheden ter voorbereiding op de decentralisatie zoveel mogelijk in Twents verband samenwerken. 3. Volgens afspraak in het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Wmo een budget van in totaal 5.000 = beschikbaar te stellen voor regionale samenwerking (2011 en 2012 elk 2.500,=). 4. De gemeenteraad hierover informeren met bijgevoegde brief. 5. Kennis nemen van de "Memo stand van zaken decentralisatie functie begeleiding". B&WBesluit: akkoord / bespreken burgemeester Welten wethouder Kotteman wethouder Mulder wethouder Albers <rt> datum besluit : 6 - ^ _ T~*> U \ M o, Rheinepleinl 7622 DG Postbus200 7620 AE Borne Telefoon 074-265 86 86 fax 074-266 33 38 info@borne.nl www.borne.nl

GEMEENTE BORNE 1 Aanleiding Nieuwe gemeentelijke taak De AWBZ-functie begeleiding (zowel in groep als individueel) wordt een nieuwe gemeentelijke taak binnen de Wmo. Daarbij geldt 2013 als overgangsjaar, waarin gemeenten (alleen) verantwoordelijk zijn voor nieuwe instroom. Per 2014 vervalt het recht op begeleiding vanuit de AWBZ en zijn gemeenten volledig verantwoordelijk. Momenteel wordt in de AWBZ landelijk 2 tot 3 miljard besteed aan de functie begeleiding. Het gaat daarbij om zo'n 170.000 indicaties per jaar. Op basis van inwoneraantal wordt geschat dat het op Twents niveau gaat om circa 6000 indicaties en een budget van circa 70 miljoen. Voor Borne betreft het waarschijnlijk ruim 400 indicaties. 2 Wet en beleid Startnotitie decentralisatie functie begeleiding Twente De startnotitie schetst een bestuurlijk kader waarbinnen de nieuwe gemeentelijke taak in gezamenlijkheid wordt uitgewerkt. Het doel van de Twentse samenwerking is om in de regio te komen tot vraaggestuurde, efficiente, betaalbare en effectieve ondersteuning die uitgaat van de client en waarbij het "recht op zorg" wordt vervangen door "een beroep op ondersteuning". De verantwoordelijkheid voor het creeren van het ondersteuningsnetwerk voor de client en de interne werkprocessen ligt bij de afzonderlijke gemeenten. De regionale samenwerking moet ertoe leiden dat er efficiency voordelen ontstaan zodat deze doelstelling voor de afzonderlijke gemeenten haalbaar wordt. Op het moment van schrijven van deze startnotitie is nog niet volledig duidelijk wat bovenlokaal moet worden vormgegeven. Het proces van de Twentse samenwerking zal vanzelfsprekend leiden tot het steeds verder aanscherpen van de regionale en lokale inhoudelijke opdracht. Twentse samenwerking De regionale Wmo-bestuurders constateren dat een zorgvuldige voorbereiding op de nieuwe gemeentelijke taak van groot belang is om niet achterop te raken. Ook nu het bestuursakkoord niet volledig is aangenomen is de verwachting dat de decentralisatie toch zal plaatsvinden. Een afwachtende houding is niet wenselijk. In het regionaal bestuurlijk overleg Wmo is op 10 februari 2011 ingestemd met het beschikbaar stellen van een budget van 70.000 = voor de voorbereiding. De gemeenten zullen hierin naar inwonertal bijdragen. Het budget zal worden besteed aan het uitvoeren van onderzoek en het organiseren van werkbijeenkomsten en conferenties voor en met zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Van Borne wordt een bijdrage van in totaal 5.000 = gevraagd voor de regionale samenwerking, voor 2011 en 2012 ( 2.500 = per jaar). Op 23 juni 2011 hebben de bestuurders in het bestuurlijk afstemmingsoverleg Wmo ingestemd met de startnotitie en is opnieuw commitment uitgesproken voor regionale samenwerking. In het regionale Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Jeugdzorg is 6 juli 2011 besloten om de bestuurlijke aansturing van de transitie jeugdzorg en de decentralisatie begeleiding gei'ntegreerd vorm te geven. De bestuurders van Hellendoorn, Hengelo, Twenterand en Enschede zullen gezamenlijk de transitie jeugdzorg en de decentralisatie begeleiding coordineren. Van de ambtelijk vertegenwoordigers wordt overleg en afstemming gevraagd. 3 Geld Van Borne wordt een incidentele bijdrage van in totaal 5.000 = gevraagd voorde regionale samenwerking, voor 2011 en 2012 ( 2.500 = per jaar). Deze incidentele dekking wordt gevonden in het budget Ouderenzorg (kostenplaats 463001000). Pagina 2

GEMEENTE BORNE Binnen dit budget is uit praktische overwegingen en toen tertijd in overleg met afdeling Financien, een vanuit het rijk overgeheveld bedrag voor Wmo-doeleinden opgenomen, in totaal 20.000 = structured. Hierbinnen is ruimte om deze incidentele bijdrage voor regionale samenwerking te financiered Voor de decentralisatie van de functie begeleiding is op dit moment niet bekend of en zo ja hoeveel budget aan invoerings- en/of uitvoeringskosten we vanuit de rijksoverheid beschikbaar gesteld krijgen. 4 Personeel De voorbereiding decentralisatie van de functie begeleiding Twente vraagt ambtelijke capaciteit. Met het management wordt dit nader afgestemd en ingevuld. \J o fict w4 y^/ o%~rjl Vv*.v» ft- «U. worax ai oca 4a3 5 Communicatie In regionaal verband wordt de communicatie ter hand genomen en wordt er een regionaal communicatieplan opgesteld. 6 Alternatieven Het alternatief is om dit proces (in tegenstelling tot algemeen beleid van de gemeente Borne) als gemeente Borne alleen uit te voeren. Hiervoor zal een forse uitbreiding van formatie noodzakelijk zijn. Deze formatie zal zich zowel moeten richten op het realiseren van nieuw beleid, het organiseren van het inkoopproces en de communicatie aan gebruikers en nieuwe gebruikers. Naast een toename in de kosten leidt deze keuze tot een verwarring voor clienten en organisaties. De vorm van de begeleiding verschilt dan immers per gemeente. Door voor dit alternatief te kiezen zullen de kosten toenemen en zal Borne in tegenstelling tot de uitgangspunten van de gemeente minder in piaats van meer samenwerken met de regio. 7 Korte samenvatting van het voorstel De AWBZ-functie begeleiding wordt een nieuwe gemeentelijke taak binnen de Wmo. Vanaf 2013 (alleen) voor nieuwe instroom, vanaf 2014 volledig. Voor wat betreft de werkzaamheden ter voorbereiding op de decentralisatie wordt zoveel mogelijk in Twents verband samengewerkt. De 14 Twentse gemeenten nemen afzonderlijk voor 1 augustus 2011 een besluit over de "Startnotitie decentralisatie functie begeleiding Twente". De startnotitie schetst een bestuurlijk kader waarbinnen de nieuwe gemeentelijke taak in gezamenlijkheid wordt uitgewerkt. Op het moment van schrijven van de startnotitie is nog niet volledig duidelijk wat bovenlokaal moet worden vormgegeven. Het proces van de Twentse samenwerking zal vanzelfsprekend leiden tot het steeds verder aanscherpen van de regionale en lokale inhoudelijke opdracht. Ter voorbereiding op de decentralisatie wordt een incidenteel budget van 5.000,=beschikbaar gesteld voor de regionale samenwerking. Pagina 3

1 S T A R T N O T I T I E D E C E N T R A L I S A T I E 1 V A N DE F U N C T I E B E G E L E I D I N G T W E N T E 1.1 Inleiding Voor u ligt de startnotitie 'Decentralisatie functie begeleiding Twente'. Het doel van de startnotitie is om op bestuurlijk niveau een kader overeen te komen, waarbinnen de nieuwe gemeentelijke taken op het gebied van de functie Begeleiding, voor zover relevant, in gezamenlijkheid verder worden uitgewerkt. In de voorliggende startnotitie wordt een inhoudelijke toelichting gegeven (op hoofdlijnen) van de decentralisatie van de begeleiding. Daarnaast wordt het proces beschreven waarop de Twentse gemeenten tot op heden hebben samengewerkt op dit relatief nieuwe dossier. Uiteindelijk dient het document als eerste stap (deelresultaat) om, vanuit een heldere structuur formeel en in gezamenlijkheid invulling te geven aan de decentralisatie van de begeleiding. In deze startnotie wordt geadviseerd om hiertoe het bestuurlijk afstemmingsoverleg Wmo (BO Wmo) te gebruiken. Het is wenselijk dat de colleges van Burgemeester en Wethouders zich uitspreken over de samenwerking. Om de besluitvorming op overeenkomstige wijze te laten verlopen, wordt een voorbeeld collegevoorstel opgesteld. Gelet op de bestuurlijke (en financiele) relevantie ligt het voor de hand om ook de eigen gemeenteraad hierbij te betrekken. In dit proces kan de voorgestelde structuur faciliterend zijn. Wei is er een nadrukkelijke rol weggelegd voor de lokaal verantwoordelijke portefeuillehouder, ondersteund door de beleidsfunctionaris binnen de eigen gemeente. De wijze waarop een en ander kan worden gefaciliteerd vanuit de samenwerking, zal gedurende het samenwerkingsproces verder vormgegeven moeten worden. In het BO Wmo van 10 februari 2011 is ingestemd met de opdracht 'Overheveling functie begeleiding'. Op basis van deze opdracht is de ambtelijke werkgroep AWBZ geherinstalleerd en deze is gestart met de Twentse voorbereiding voor de decentralisatie van de begeleiding. Hoewel het beeld van de impact en omvang van de decentralisatie van de begeleiding voor gemeenten groeiende is, voert het op het moment van schrijven van deze startnotitie te ver om de inhoud volledig uit te diepen. In de voorliggende notitie wordt in dit licht dan ook geen volledigheid nagestreefd. Het proces van de Twentse samenwerking zal vanzelfsprekend moeten leiden tot het steeds verder aanscherpen van de regionale en lokale inhoudelijke opdracht. 11n navolging van VWS / VNG wordt ervoor gekozen niet langer te spreken over transitie of overheveling, maar over decentralisatie van de functie begeleiding. 1

Het doel van deze startnotitie is in Twente te komen tot een vraaggestuurde, efficiente, betaalbare en effectieve ondersteuning die uitgaat van de client en waarbij het ' recht op zorg' wordt vervangen door "een beroep op ondersteuning'. De verantwoordelijkheid voor het creeren van het ondersteuningsnetwerk en de interne werkprocessen ligt bij de afzonderlijke gemeenten. De regionale samenwerking moet er toe leiden dat er efficiency voordelen ontstaan zodat deze doelstelling voor de afzonderlijke gemeenten haalbaar wordt. Het uitgangspunt van de samenwerking is lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. 1.2 Aanleiding De reeds met het schrappen van de hulp bij het huishouden ingezette lijn van modernisering van de AWBZ, wordt nu voortgezet door het schrappen van de functie begeleiding uit de AWBZ. Begeleiding is een van de vijf 'functies' waarin de AWBZ-zorg wordt ingedeeld (verpleging, behandeling, verblijf, persoonlijke verzorging en begeleiding). Onder begeleiding wordt verstaan: hulp bij het aanbrengen van structuur, het voeren van regie, ondersteuning bij praktische vaardigheden en het bieden van toezicht. Ze valt uiteen in individuele begeleiding en groepsgewijze begeleiding (waaronder dag bested ing). Voor de decentralisatie geldt de volgende planning: 2011 - Aanpassing wet- en regelgeving en parlementair traject 2012 - Voorbereiding gemeenten en aanbieders op de invoering 2013 - Overgangsjaar: gemeenten (alleen) verantwoordelijke voor nieuwe instroom 2014 - Structurele invoering 1.3 Achtergrond De kosten van de AWBZ zijn in de afgelopen decennia gestegen (van 20,3 miljard in 2003 naar 23,5 miljard in 2010). Aanvankelijk was de wet bedoeld als verzekering voor zware geneeskundige risico's. Onder druk van de Tweede Kamer is de wet al bij de invoering verbreed met voorzieningen in de sfeer van welzijn en maatschappelijke participatie. Door de jaren heen is de dekking steeds verder uitgebreid, terwijl de inkomsten uit premie-inkomsten, rijksbijdragen en eigen bijdragen nauwelijks zijn gestegen. Het tekort op de dekking van de AWBZ is daarmee in 2010 opgelopen tot 2 miljard. Door middel van verschillende maatregelen is geprobeerd om de doelmatigheid van de AWBZ te vergroten en beter greep te krijgen op de verschillende kostencomponenten. Maatregelen die onder andere zijn genomen of aangekondigd, zijn de ontwikkeling van nieuwe financieringsgrondslagen, zoals zorgzwaartepakketten en het risicodragend maken van zorgverzekeraars doordat zij voortaan de AWBZ voor hun eigen verzekerden moeten uitvoeren. In het licht van de vergrijzing zijn deze maatregelen mogelijk noodzakelijk maar niet afdoende om de houdbaarheid van de AWBZ te waarborgen. Er zijn dan ook de afgelopen 2

jaren rapporten van onder andere de SER en de Raad voor de Volksgezondheid gepubliceerd met zienswijzen hoe ook op de langere termijn de uitgaven aan AWBZ zorg kunnen worden beteugeld. Het nieuwe kabinet kiest voor het verder terugbrengen van de AWBZ tot de kern: het bieden van hoognodige en noodzakelijke voorzieningen voor mensen met serieuze beperkingen. De AWBZ zal verder worden versoberd door de functie begeleiding en dagbesteding naar gemeenten over te hevelen, de revalidatiezorg via de zorgverzekering te bekostigen en op termijn de woonkosten niet langer uit de AWBZ te financieren. 1.4 Ontwikkelingen rondom begeleiding De AWBZ-functie was ook de afgelopen jaren al volop in beweging, waarbij de ontwikkelingen goed pasten binnen de genoemde beleidsrichting om de AWBZ terug te brengen tot de kern. Ten eerste werd vanaf 2008 de toegang tot de AWBZ voor clienten met louter psychosociale problematiek afgebouwd. Per 2009 verviel hun recht op AWBZ-zorg helemaal (Staatssecretaris van VWS, 2008). De middelen voor de zorg aan die groep werden volledig overgeheveld naar gemeenten, zodat zij alternatieve ondersteuningsvormen konden ontwikkelen. Ten tweede werd per 1 januari 2009 de zogeheten 'pakketmaatregel' van kracht. Daarin werden de criteria om aanspraak te kunnen maken op de functie 'begeleiding' aangescherpt. Clienten met een lichte beperking verloren hun aanspraak op zorg; voortaan was alleen een matige of ernstige beperking voldoende om AWBZ-zorg te kunnen krijgen. Ook werd de omvang van het aantal beschikbare uren ingeperkt. 1.5 Doeigroep Het gaat nu om de decentralisatie van de begeleiding voor jongeren, volwassenen en ouderen met een matige tot zware beperking. Deze matige tot zware beperking vindt zijn grondslag in een zintuiglijke, verstandelijke of lichamelijke handicap, in psych iatrische of psychogeriatrische problematiek of in een somatische aandoening. Aandachtspunten ten aanzien van de doeigroep: o o o o Het gaat om een doeigroep met een serieus probleem: het zijn mensen die nog (net) zelfstandig wonen, maar dat alleen kunnen met ondersteuning. Van eigen kracht moet niet te veel worden verwacht. Het gaat niet alleen en ook niet vooral om ouderen: het gaat met name om mensen met een psych iatrische aandoening of een verstandelijke beperking. Bij de ouderen die begeleiding ontvangen gaat het vooral om dementerenden. Ondersteuning in de thuissituatie heeft een preventieve functie: meer of zwaardere zorg kan worden voorkomen of worden uitgesteld. De begeleiding maakt vaak onderdeel uit van integrale zorg: de klanten ontvangen tevens zorg op basis van andere AWBZ functies of vanuit de Zvw. 3

2 L A N D E L I J K B E L E I D 2.1 Bestuursakkoord In het bestuursakkoord tussen VNG en het kabinet zijn uitgangspunten en randvoorwaarden voor de decentralisatie van de begeleiding beschreven. De VNG heeft op 8 juni jl. ingestemd met dit AWBZ-deel van het onderhandelingsakkoord. Doel en randvoorwaarden De AWBZ-functie dagbesteding en begeleiding wordt een gemeentelijke taak binnen de Wmo. Dit betreft momenteel ongeveer 170.000 personen en tussen de twee en drie miljard aan AWBZ-middelen. Het doel van het kabinet is om de ondersteuning dichterbij de burger te organiseren en 5% te bezuinigen. Daarbij geldt 2013 als overgangsjaar, waarbij gemeenten (alleen) verantwoordelijk zijn voor nieuwe instroom. Per 2014 vervalt het recht op begeleiding vanuit de AWBZ en zijn gemeenten verantwoordelijk. Macrobudget Welke taken en bijbehorende bedragen worden gedecentraliseerd staat nog niet precies vast. Wei is zeker dat met ingang van 2013 nieuwe clienten door de gemeenten zullen moeten worden bediend. Met ingang van 2014 gaat het totale clientenbestand naar de gemeenten over (zonder behoud van rechten). Het macrobudget kan pas worden vastgesteld wanneer knopen zijn doorgehakt over het over te hevelen takenpakket. Het naar de gemeenten over te hevelen bedrag in 2013 (naar rato) en 2014 wordt gebaseerd op de werkelijke uitgaven 2010 van de huidige uitvoerders. Op het totale geindexeerde budget dat wordt overgeheveld in 2013/2014 wordt een korting toegepast van 5%. Invoeringskosten Voor de invoeringskosten decentralisatie AWBZ-begeleiding is in totaal eenmalig 130 miljoen beschikbaar. De gemeenten ontvangen daarvan 80 miljoen, mits zij kunnen aantonen dit bedrag werkelijk nodig te hebben. Het ligt voor de hand dat de gemeenten die 80 miljoen ontvangen, verdeeld over 2012 en 2013. Welk deel in welk jaar moet nog worden vastgesteld. Uitvoeringskosten Voor de uitvoering van de AWBZ-begeleiding krijgen gemeenten structured een bedrag dat gelijk is aan de huidige uitvoeringskosten aan rijkszijde. Dat wordt overgeheveld naar gemeenten. Het kabinet stelt in een oplopende reeks middelen beschikbaar voor uitvoeringskosten van zorg voor jeugd en AWBZ-begeleiding samen. In 2014 gaat het daarbij om 35 miljoen, in 2015 om 45 miljoen en vanaf 2016 structureel om 55 miljoen. 4

2.2 Aansluitende transities 2.3a Nieuwe wet werken naar vermogen (WWNV) Naar verwachting zullen per 2013 de WWB, de Wajong en de WSW worden samengevoegd tot een regeling. Deze regeling is voor clienten die niet in het reguliere arbeidsproces passen, maar die ook niet (langer) een beroep kunnen doen op beschut werk. Het aantal clienten dat een beroep kan doen op beschut werk wordt tegelijkertijd teruggebracht. Binnen de functie begeleiding voor verstandelijk en zintuiglijk gehandicapten en psych iatrische patienten van 18 tot 65 jaar bestaat een deel van de begeleiding uit arbeidsmatige begeleiding / dagbesteding. Het gaat daarbij om toeleiden naar werk, het opdoen van werkervaring, begeleid werk, productiewerk en maatschappelijke (her)integratie. Een groot deel van hen heeft een wajong-uitkering. Samenhang met, en eventueel aansluiting bij, dit arbeidsmatig deel van de functie van begeleiding met de vernieuwende arbeidsmarktaanpak lijkt een logische stap. 2.3b Transitie jeugdzorg Een ander onderwerp uit het bestuursakkoord betreft de transitie van de jeugdzorg. De jeugdzorg moet wezenlijk anders georganiseerd worden. Er komt een nieuw financieel kader waarin alle huidige regelingen opgaan en er is nieuwe wetgeving aangekondigd. De stelselherziening maakt het mogelijk om ondersteuning en hulpverlening aan kinderen, jongeren en/of hun opvoeders inhoudelijk anders te organiseren. Gemeenten worden de verantwoordelijke bestuurslaag. Het Rijk blijft stelselverantwoordelijk. Er bestaat momenteel overlap tussen de ondersteuning die kinderen, jongeren en/of hun opvoeders ontvangen vanuit de jeugdzorg en vanuit de begeleiding vanuit de AWBZ. Samenhang met, en eventueel aansluiting bij, dit opvoedkundige deel van de functie van begeleiding met de stelselherziening van de jeugdzorg is noodzakelijk. 2.3 Zorg voor clienten met een IQ tussen de 70 en 85 uit de AWBZ Het kabinet is voornemens om per 1 januari 2013 de zorg voor clienten met een IQ tussen de 70 en 85 uit de AWBZ te halen. Het gaat daarbij niet alleen (maar wel vooral) om de functie begeleiding, maar om het schrappen van alle AWBZ-functies. Onduidelijk is hoe de zorg voor deze clientengroep moet worden opgevangen, door wie en met welke middelen. Het gaat om een kwetsbare groep waarvan de beperkingen in de dagelijkse omgang niet altijd worden herkend. Een groep die zichzelf veelal overschat en daardoor niet gauw tot een hulpvraag komt. Het gaat om beinvloedbare jongeren en jongvolwassenen waarbij schooluitval, (rand)crimineel gedrag en druggebruik een risico vormen. 5

2.4 Scheiden van wonen en zorg Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat alleen de begeleiding aan clienten die bij familie wonen of zelfstandig (al dan niet in groepsverband) uit de AWBZ wordt geschrapt. In relatie met het verder doorvoeren van scheiden van wonen en zorg, is de verwachting dat de lichtere zorgzwaarte pakketten (ZZP 1 en 2) zoals deze momenteel bij de functie verblijf worden geleverd, eveneens in de decentralisatie naar de gemeenten zullen worden meegenomen. Zorgvragers kunnen kiezen of ZZP 1 en 2 wordt omgezet naar begeleiding. Er zijn signalen dat deze omzetting nu al plaats vindt, met name bij ouderen. De start van scheiden van wonen en zorg per 2013 lijkt (nu al) te leiden tot een toename van de begeleiding. Onduidelijk is of daarmee rekening wordt gehouden bij de bepaling van het budget dat naar de gemeenten wordt overgeheveld. Landelijk is de schatting dat het zou kunnen gaan om meer dan een verdubbeling van het aantal indicaties bij ouderen van 40.000 naar 98.000. 2.5 Overheveling hulpmiddelen vanuit de AWBZ naar de Wmo en Zvw Op 1 juni 2011 heeft de minister van VWS de Tweede Kamer gemformeerd over het besluit om de verstrekking van hulpmiddelen te verbeteren en de loketten van drie (AWBZ, Zvw en Wmo) naar twee (Zvw en Wmo) terug te brengen. Om dit te realiseren is besloten: om alle hulpmiddelen die te maken hebben met 'zelfredzaamheid in en om de woning' in de Wmo onder te brengen. dat de hulpmiddelen die primair gericht zijn op een specifieke beperking in de Zvw komen. dat de aanspraak op bruikleen verpleegartikelen uit de AWBZ verdwijnt. dat de hulpmiddelen uit de AWBZ-kortdurende uitleenregeling die aan zelfredzaamheid gerelateerd zijn in de Wmo komen en de hulpmiddelen die bedoeld zijn voor een specifieke beperking in de Zvw worden ondergebracht. De nieuwe regelingen zullen waarschijnlijk per 1 januari 2013 in werking treden. Een wetswijziging is niet noodzakelijk. Gemeenten zullen hun beleid moeten aanpassen en zorgverzekeraars zullen hun zorgpolissen moeten afstemmen op de nieuwe situatie. Ook de informatievoorziening aan burgers, maar ook die aan zorgkantoren, zorgverzekeraars, gemeenten en zorgaanbieders moet op tijd op orde zijn. Mogelijk zal ook een uitbreiding van uitvoeringscapaciteit bij de gemeenten nodig zijn. 3 V l S I E O P B E G E L E I D I N G D O O R G E M E E N T E N De decentralisatie van de begeleiding is ingegeven door de overtuiging dat gemeenten in staat zijn zorg te dragen voor ondersteuning op maat, omdat deze bestuurslaag het 6

dichtst bij de burger staat en haar inwoners het beste kent. Daarbij komt dat gemeenten veel taken hebben op aanpalende beleidsterreinen (wonen, werk en inkomen), zodat zij in de gelegenheid zijn de noodzakelijke verbindingen te leggen en al doende tot een integraie aanpak van problemen te komen. Om hier invulling aan te kunnen geven zullen gemeenten een eigen visie op begeleiding moeten ontwikkelen. De G32 is gestart met het ontwikkelen van een visie. Op 27 mei jl. werd een eerste concept op ambtelijk niveau gepresenteerd. Elementen uit de visie: o o o o creeren van een betere balans: meer informele zorg, minder ge'mdiceerde (formele) zorg ontwikkeling van professional 'nieuwe stijl': generalisten die zich richten op preventie en presentie, en op het gehele systeem random de zorgvrager ontschotting en verbinden met welzijn, jeugd, werken naar vermogen begeleiding vooral richten op ondersteuning bij participatie: ondersteunen naar meer betekenisvolle contacten en naar meer zinvolle activiteiten 4 S T R U C T U U R V A N S A M E N W E R K I N G 4.1 Bestuurlijk De decentralisatie van de begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo zal in de komende periode een van de belangrijkste onderwerpen worden binnen het bestuurlijk afstemmingsoverleg Wmo (BO Wmo). In februari 2011 is er binnen dit overleg reeds afgesproken om op Twents niveau te starten met enkele voorbereidende werkzaamheden om de decentralisatie tot een succes te maken. Lopende zaken en nieuwe onderwerpen waarover afstemming dan wel besluitvorming dient piaats te vinden, komen te zijner tijd op de agenda van het BO Wmo Het BO Wmo fungeert als opdrachtgever inzake het proces van de decentralisatie van de begeleiding. Het BO Wmo kent een voorbereidend overleg, het trekkersoverleg Wmo. In dit overleg zijn drie trekkende gemeenten actief (Enschede, Hengelo en Hellendoorn). Bestuurders en ambtenaren van deze drie gemeenten vormen op deze manier de 'linking pin' tussen het AO en het BO Wmo. De bestuurlijk trekkers fungeren als gezicht voor de 14 Twentse gemeenten inzake de decentralisatie van de begeleiding. Zij verrichten de concrete en formele handelingen (zoals het ondertekenen van documenten, openen van bijeenkomsten e.d.) die nodig zijn binnen het gehele proces van deze decentralisatie. Het trekkersoverleg fungeert als stuurgroep inzake het proces van de decentralisatie van de begeleiding. 7

4.2 Ambtelijk De decentralisatie van de begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo zal in de komende periode tevens een van de belangrijkste onderwerpen worden binnen het ambtelijk afstemmingsoverleg Wmo (AO Wmo). In het AO Wmo wordt op ambtelijk niveau afstemming gezocht inzake het proces van de decentralisatie van de begeleiding. Verder bereidt het AO besluitvorming die noodzakelijk wordt geacht binnen het BO voor. Het AO Wmo fungeert als klankbord inzake het proces van de decentralisatie van de begeleiding. 4.3 Werkgroep AWBZ In opdracht van de Wmo-bestuurders van de 14 Twentse gemeenten is een regionale werkgroep AWBZ geformeerd, onder voorzitterschap van Gemeente Enschede. De werkgroep bestaat uit de volgende deelnemers: Ambtelijk ondersteuner van de bestuurlijk trekker Enschede en tevens voorzitter van de werkgroep Ambtelijk ondersteuner van de bestuurlijk trekker Hellendoorn Ambtelijk ondersteuner van de bestuurlijk trekker Hengelo Ambtelijk ondersteuner Haaksbergen Ambtelijk ondersteuner Oldenzaal Ambtelijk ondersteuner Dinkelland Ambtelijk ondersteuner Hof van Twente Ambtelijk ondersteuner Wierden Ambtelijk ondersteuner Almelo (Extra) Ondersteuner voor het proces vanuit de Regio Twente Martine Bik N.n.t.b. Annemarie Kristen Annette Zwiep Hanneke Vrijburcht Hans Bosch Harmke Scholte Angelique Efftink Han Reimerink N.n.t.b. De werkgroep AWBZ fungeert als werkgroep inzake het proces van de decentralisatie van de begeleiding. 4.4 Coordinatie Regio Twente Het BO en het AO Wmo worden momenteel ondersteunt door de Regio Twente. Ook de werkgroep AWBZ die momenteel werkzaamheden uitvoert inzake de decentralisatie van de begeleiding wordt hierdoor ondersteunt. Hiervoor is eind 2010 budget vrijgemaakt door de 14 gemeenten. Het is mogelijk dat er gaandeweg het proces meer ondersteuning gewenst is vanuit de Regio. Daarover zal te zijner tijd in het AO en het BO worden besloten. 8

5 P L A N N I N G Zoals beschreven in de op 10 februari in het BO Wmo goedgekeurde opdracht, zal de werkgroep AWBZ van het AO de decentralisatie van de begeleiding langs de volgende stappen uitwerken: Stap 1. Stap 2. Stap 3. Stap 4. Stap 5. Bepalen van omvang clientengroep en aanbod: Inzicht krijgen in huidige aanbod aan begeleiding: Ontwikkelen van vernieuwende oplossingen: Bepalen prioriteiten, aanpak implementatie: Sturing op invoering: 1sie en 2ae kwartaal van 2011 2de kwartaal van 2011 2deen3de kwartaal 2011 4de kwartaal 2011 2012 Bij elk van deze stappen onderzoekt de werkgroep in hoeverre de stap regionaal kan worden uitgewerkt. Regionale uitwerking van stap 1 lijkt zeer aan te bevelen (efficiency, elke gemeente zal aard en omvang van de doeigroep moeten vaststellen; gelet op de ervaringen bij de pakketmaatregelen lijkt het verstandig tijd en energie daarbij te bundelen). Voor stappen 2 en 3 lijkt regionale uitwerking ook wenselijk (veel clienten maken gebruik van (sub)regionale voorzieningen / aantallen clienten nopen tot het gezamenlijk ontwikkelen van oplossingen). Bij voorkeur zullen stappen 4 en 5 ook gezamenlijk kunnen worden uitgewerkt. 6 C O M M U N I C A T I E Om deze veranderingen mogelijk te maken is communicatie van cruciaal belang. Het voorstel is om in regionaal verband de communicatie ter hand te nemen en hiervoor een regionaal communicatieplan te ontwikkelen. Het voordeel hiervan is dat: er gebruik gemaakt wordt van elkaars kennis versterking van elkaars expertise afstemming over het benaderen van doelgroepen efficiency in uitvoering van taken verdeling van de kosten Naast informatieoverdracht moet communicatie ook bijdragen aan het realiseren van een cultuurverandering bij: de gemeente (ambtelijke en bestuurlijk); (zorg) instellingen; maatschappelijke organisaties en burgers. De werkgroep wil een nieuwsbrief starten en een eigen emailadres instellen om de communicatie vanuit en naar de werkgroep te vergemakkelijken. Deze nieuwsbrief is o.a. bedoeld voor gemeenteraden en colleges, regionale zorgaanbieders, belangenvertegenwoordigers, informele zorgorganisaties en huisartsen. Waar mogelijk wordt gezocht naar afstemming en samenhang met communicatie over de transities jeugdzorg en de regeling werken naar vermogen. Bij alle drie de transities: moet een transformatie van uitgangspunten (paradigma shift) worden doorgevoerd; hebben we te maken met (deels) dezelfde uitvoerende instanties; 9

gaat het (deels) over dezelfde doelgroepen. 7 F l N A N C I E E L K A D E R Uit de financiele bijiage bij het regeerakkoord wordt duidelijk dat bij de decentralisatie naar de gemeenten een efficiencykorting van 140 miljoen is ingeboekt. De binnen de functie begeleiding van AWBZ te besteden middelen liggen momenteel tussen de 2 tot 3 miljard euro. Een en ander is nog afhankelijk van hetgeen definitief overkomt naar de gemeenten. Om ervoor te zorgen dat de decentralisatie soepel verloopt hebben de 14 gemeenten in het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Wmo in februari reeds besloten 1% van het verwachte totale Twentse budget voor de decentralisatie van de AWBZ Begeleiding ( 70.000,-) te reserveren om de ambtelijke werkgroep in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren. 10

M E M O Datum : 7 juni 2011 Van : Werkgroep AWBZ Aan : AO Wmo Onderwerp : Stand van zaken decentralisatie functie begeleiding In het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Wmo van 10 februari jl. is besloten tot het herinstalleren van de werkgroep AWBZ. Opdracht aan de werkgroep is om in de regio Twente de decentralisatie van de functie begeleiding van de AWBZ naar de gemeenten voor te bereiden. De werkgroep bestaat uit: Martine Bik Enschede Annette Zwiep Haaksbergen Hanneke Vrijburcht Oldenzaal Hans Bosch Dinkelland Harmke Scholte Hof van Twente Angelique Efftink Wierden Han Reimerink Almelo Annemarie Kristen Hengelo In dit memo worden de landelijke en regionale stand van zaken op hoofdiijnen weergegeven en worden de werkzaamheden van de werkgroep toegelicht. Landelijke stand van zaken In het onderhandelingsakkoord over het bestuursakkoord tussen VNG en het kabinet zijn uitgangspunten en randvoorwaarden voor de decentralisatie van de functie begeleiding beschreven. Voor details uit het onderhandelingsakkoord wordt verwezen naar de website van de VNG. In het onderhandelingsakkoord is aangegeven dat een aantal zaken nog nader moet worden ingevuld. Inmiddels is een aantal aanvullende gegevens bekend. Aanpassing compensatiebeginsel art. 4 Wmo: er wordt een 5e prestatie toegevoegd aan de huidige vier prestaties in artikel 4 van de Wmo. De prestaties van artikel 4 worden daarmee: het gaat om hulp en ondersteuning zodat een burger o 1. een huishouden kan voeren o 2. zich in en om de woning kan verplaatsen o 3. zich lokaal kan verplaatsen o 4. kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en sociale verbanden kan aangaan o (tekstvoorstel): 5. dagelijkse levensverrichtingen kan uitvoeren en het persoonlijk leven structureert en daarover regie voert. 1

Overigens maakt de VNG bezwaar tegen het begrip 'dagelijkse levensverrichtingen' omdat met deze omschrijving niet de essentie van het beoogde resultaat van begeleiding wordt benoemd. Mantelzorg belangrijkste doel van de huidige dagbesteding bij een aantal doelgroepen (ouderen en jongeren) is het ontlasten van mantelzorgers. Met de overgang van deze ondersteuning naar de gemeenten wordt de discussie her/geopend of mantelzorgers ook een doeigroep voor de compensatieplicht zouden kunnen / moeten zijn. Scheiden van wonen en zorg: de scheiding van wonen en zorg wordt waarschijnlijk gestart in 2013 en er wordt gestart met ZZP1 1&2. Zorgvragers kunnen kiezen of ZZP 1&2 wordt omgezet naar begeleiding. Er zijn signalen dat deze omzetting nu al piaats vindt, met name bij ouderen. De start van scheiden van wonen en zorg per 2013 lijkt zou k(nu al) te leiden tot een toename van de begeleiding. Onduidelijk is of daarmee rekening wordt gehouden bij de bepaling van het budget dat naar de gemeenten wordt overgeheveld. Landelijk is de schatting dat kunnen gaan om een toename van 40.000 naar 98.000 indicaties. Visie op begeleiding door gemeenten: op verzoek van de G32 wordt door Jeroen Hoenderkamp van PC-kwadraat een visie op begeleiding ontwikkeld. Op 27 mei jl. werd het eerste concept van deze visie op ambtelijk niveau gepresenteerd. Elementen uit de visie: o creeren van een betere balans: meer informele zorg, minder gei'ndiceerde (formele) zorg o ontwikkeling van professional 'nieuwe stijp: generalisten die zich richten op preventie en presentie, en op het gehele systeem random de zorgvrager o ontschotting en verbinden met welzijn, jeugd, werken naar vermogen o begeleiding vooral richten op ondersteuning bij participatie: ondersteunen naar meer betekenisvolle contacten en naar meer zinvolle activiteiten Aandachtspunten ten aanzien van de doeigroep: o het blijkt lastig om een representatief beeld te krijgen van de doeigroep o het gaat om een doeigroep met een serieus probleem: het zijn mensen die nog (net) zelfstandig wonen, maar dat alleen kunnen met ondersteuning. Van eigen kracht moet niet te veel worden verwacht. o het gaat niet alleen en ook niet vooral om ouderen: het gaat met name om mensen met een psychiatrische aandoening of een verstandelijke beperking. Bij de ouderen die begeleiding ontvangen gaat het vooral om dementerenden. o ondersteuning in de thuissituatie heeft een preventieve functie: meer of zwaardere zorg kan worden voorkomen of worden uitgesteld. o De begeleiding maakt vaak onderdeel uit van integrale zorg: de klanten ontvangen tevens zorg op basis van andere AWBZ functies of vanuit de Zvw of Wmo. Werkgroepen G32 vanuit de G32 zijn drie werkgroepen gestart om voorbereidingen en lobbywerk te verrichten. Het gaat om de volgende werkgroepen: financien getrokken door Dordrecht, scheiden wonen en zorg getrokken door Nijmegen en de decentralisatievan de begeleiding getrokken door Groningen. 1 ZZP = Zorg Zwaarte Pakket 2

T(ransitie) bureau: VNG en VWS hebben een Tbureau (transitiebureau) opgericht dat wordt ondersteund door Deloitte. Het Tbureau heeft voor de zomer een aantal regionale bijeenkomsten gepland waarvoor gemeenten en zorgaanbieders zijn uitgenodigd (zie hieronder). Regionale stand van zaken In het plan van aanpak van de werkgroep zijn de volgende stappen geformuleerd: Stap 1. Stap 2. Stap 3. Stap 4. Stap 5. Bepalen van omvang clientengroep en aanbod Inzicht krijgen in huidige aanbod aan begeleiding Ontwikkelen van vernieuwende oplossingen Bepalen prioriteiten, aanpak implementatie Sturing op invoering De werkgroep heeft zich in dit eerste half jaar op stap 1 en 2 gericht en is zich daarnaast aan het orienteren op onderwerpen als zorgtoeleiding, zorginhoud, registratie, organisatie, samenhang en afstemming met de twee andere transities, (Jeugdzorg en Werken naar vermogen). Gegevens: met zorgkantoor Menzis is intensief overleg gevoerd over de overdracht van gegevens, zodat beter inzicht wordt gekregen in de omvang en samenstelling van de clientengroep en het aanbod. Door Menzis werd een eerste overzicht van de gegevens van Enschede geleverd om te kunnen bepalen of daarmee in de behoefte van de gemeenten kon worden voorzien. Geconstateerd werd dat gegevensuitlevering een goede start vormde, maar dat de informatie voor gemeenten te eendimensionaal was. Ondersteund door onderzoeksbureau HHM wordt momenteel een format opgesteld waarmee de gegevens in meerdere dimensies kunnen worden geleverd. Het format wordt afgestemd met Menzis. Na proefdraaien en eventuele bijstelling wordt het format vastgesteld zodat Menzis de gegevens van alle 14 Twentse gemeenten kan leveren. HHM zal de gegevens analyseren en daarover rapporteren. Oplevering vindt nog voor de zomer plaats. Startbijeenkomst: de werkgroep heeft ideeen ontwikkeld voor het organiseren van een regionale werkconferentie voor gemeenten en zorgaanbieders. Tijdens de uitwerking van die ideeen werd bekend dat door het Tbureau (zie hierboven) op 6 juli a.s. een regionale startbijeenkomst organiseert. Er is contact gezocht met het Tbureau om te kijken of de bijeenkomst van 6 juli een meer regionaal tintje kan krijgen. Dit kan bijvoorbeeld vorm krijgen door de zorgaanbieders (ook) vanuit de regio voor deze bijeenkomst uit te nodigen, door de opening door een bestuurder van de regio te laten verrichten en door de uitnodiging te verbreden naar bijvoorbeeld bestuurders en raadsleden. De werkgroep is nog bezig met de uitwerking en nadere informatie volgt zo spoedig mogelijk. LHV Huisartsenkring Twente in de zorgtoeleiding spelen naast de zorgaanbieders ook de huisartsen een belangrijke rol. De werkgroep wil investeren in een goed contact met de huisartsen in de regio. Enerzijds om hen te informeren over de veranderingen ten aanzien van de functie begeleiding. Anderzijds om hen te vragen welke mogelijkheden en rol zij zien op het moment dat de ondersteuning van mensen met een beperking onder 3

verantwoordelijkheid van de gemeente valt. Eind juni vindt daarover overleg piaats met het bestuur van de LHV Huisartsenkring Twente. Vervolgstappen Voor het zetten van de vervolgstappen 3, 4 en 5 is de werkgroep zich aan het orienteren hoe daarin gezamenlijk kan worden opgetrokken. Van belang lijkt om contacten met zorgaanbieders te coordineren en met elkaar af te stemmen. Dit om te voorkomen dat regionaal opererende zorgaanbieders worden overvraagd. Ook lijkt afstemming met de agenda van transitie jeugdzorg en de uitvoerders van de wet werken naar vermogen relevant, omdat daar deels dezelfde partners worden benaderd. Communicatie: de werkgroep wil een nieuwsbrief starten en een eigen emailadres instellen om de communicatie vanuit en naar de werkgroep te vergemakkelijken. Deze nieuwsbrief is o.a. bedoeld voor gemeenteraden en colleges, regionale zorgaanbieders, belangenvertegenwoordigers, informele zorgorganisaties en huisartsen. Er wordt gezocht naar afstemming en samenhang met communicatie over de transities jeugdzorg en de regeling werken naar vermogen. 4