Meer Kennemerlandse jongeren met depressieve klachten in 2013/ 14 dan in 2009/ 10 Is dit resultaat van de Jeugdmonitor Emovo zorgelijk?

Vergelijkbare documenten
Depressie in Zeeland

6 Psychische problemen

Resultaten van het EMOVO-onderzoek

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

V O LW A S S E N E N

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in Oost gezond en wel?

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OInleiding1c Psychische ongezondheid Psychische problemen Ervaren gezondheid Eenzaamheid

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017

Samenvatting, conclusies en discussie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmermeer

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

1566 en 1567 Hoe zorgen we ervoor dat kinderen en jongeren in Saendelft gezond blijven?

J O N G E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam.

Tabel 1. Verstrekkingen van stimulerende middelen voor psychische aandoeningen (CBS, 2014).

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

De SDQ: invulgedrag van ouders en leerkrachten een vergelijking tussen bevolkingsgroepen

Psychosociale gezondheid van jongeren in Fryslân. November 2017

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Wadist? of Oeist? Meten van welbevinden bij schoolgaande kinderen en jongeren in Vlaanderen: kencijfers en implicaties voor de leerlingenbegeleiding

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

De ondervertegenwoordiging van migrantenjeugd in de jeugdhulpverlening: de rol van de schoolcontext

Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages)

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27

Depressie en depressieve klachten

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Suicidaal gedrag bij jongeren

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Onderzoeksfiche nr. e00742.pdf. 1. Referentie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Regionale VTV Psychische gezondheid - Depressie

Financiering Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)

Gezondheid DEEL 1 LICHAMELIJKE GEZONDHEID. Ervaren gezondheid

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Titel Sporten op en buiten school

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

FACTSHEET. Gezondheid en natuur

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

16 Depressie bij jongeren in de regio Gelre-IJssel

Samenvatting (summary in Dutch)

Geestelijke gezondheid

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016

Nederlandse Samenvatting

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Gemeente rapportage Nederweert Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016

JEUGDMONITOR EMOVO Gemeente Heemstede

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

Gemeente Waterland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Transcriptie:

Meer Kennemerlandse jongeren met depressieve klachten in 2013/ 14 dan in 2009/ 10 Is dit resultaat van de Jeugdmonitor Emovo zorgelijk? R. Cluitmans, N. Jans, D. Kramer Advies & Onderzoek, GGD Kennemerland, epi@ggdkennemerland.nl Belangrijkste bevindingen Uit de Jeugdmonitor Emovo Kennemerland 2013/ 14 kwam het signaal dat het percentage jongeren met depressieve klachten hoger was dan 4 jaar daarvoor. Op verzoek van de gemeenten, die zich afvragen of dit een zorgelijk resultaat is, heeft GGD Kennemerland dit signaal nader onderzocht. Uit deze verdieping blijkt dat het verschil in het percentage jongeren met depressieve klachten tussen 2009/ 10 en 2013/ 14 momenteel niet zorgelijk is te noemen. Als we echter kijken naar het percentage jongeren dat in 2013/ 14 depressieve klachten heeft, dan is dit wel zorgelijk hoog. Ook zien we hardnekkige verschillen tussen groepen jongeren in het vóórkomen van depressieve klachten. Aanleiding Uit de Jeugdmonitor Emovo 2013/ 14 is gebleken dat het percentage leerlingen in Kennemerland dat volgens de Mental Health Inventory-5 (MHI-5) psychisch ongezond was, in dat jaar significant hoger was dan in 2009/ 10 (23% resp. 18%). Het verschil tussen beide jaren was in grotere of kleinere mate zichtbaar in de meeste gemeenten van de regio. Enkele gemeenten in Kennemerland hebben aangegeven er belang aan te hechten dat dit signaal in regionaal verband nader wordt uitgezocht. Zij willen weten of er sprake is van een zorgelijke stijging en of er aanleiding is om extra aandacht te besteden aan dit probleem. In deze factsheet presenteren we een verdieping op dit onderwerp. U vindt hierin achtereenvolgens een toelichting op het signaal, een nadere verkenning van het signaal, en een toelichting op verwante meetinstrumenten die in Emovo zijn gebruikt. De factsheet is mede tot stand gekomen met de hulp van prof. Pim Cuijpers (professor Klinische Psychologie aan de VU Amsterdam) en dr. Gonneke Stevens (Universitair docent Algemene Sociale Wetenschappen aan Universiteit Utrecht), die als inhoudsdeskundigen hun visie hebben gegeven op de hierboven genoemde resultaten. Depressieve klachten in plaats van psychische gezondheid In deze factsheet spreken we, voor zover het om de MHI-5 gaat, over depressieve klachten in plaats van over het bredere begrip psychische gezondheid. Zoals verderop zal blijken, dekt de term depressieve klachten beter de lading van de MHI-5. 1

1. Een toelichting op het signaal 1.1. Meetinstrument MHI-5 Het bovengenoemde signaal is voortgekomen uit antwoorden op de Mental Health Inventory-5 (MHI-5). Dit instrument bestaat uit vijf korte vragen (tabel 1). Tabel 1. Vraagstelling en antwoorden van meetinstrument MHI-5 De volgende vragen gaan over hoe je je de afgelopen vier weken hebt gevoeld. Wil je bij elke vraag het antwoord geven dat het beste aansluit bij hoe je je hebt gevoeld? Voort durend meestal vaak soms zelden nooit Voelde je je erg zenuwachtig? Voelde je je kalm en rustig? Voelde je je neerslachtig en somber? Voelde je je gelukkig? Zat je zo erg in de put dat niets je kon opvrolijken? De antwoorden op de vijf vragen leveren, na het omcoderen van de positief geformuleerde vragen, een somscore op tussen de 0 en 100. Daarbij geldt dat een hogere score gunstiger is. Aan de hand van zogenaamde afkappunten wordt een scheidslijn aangebracht tussen gunstig en ongunstig. Er is internationaal veel onderzoek gedaan naar het beste afkappunt voor de MHI-5, maar hierover is (nog) geen consensus bereikt [1]. Het enige Nederlandse onderzoek op dit gebied is uitgevoerd door TNO [2]. De GGD heeft in navolging van TNO en het CBS, een score van 60 of lager gedefinieerd als ongunstig. TNO heeft daarnaast ook afkappunten bepaald voor verschillende gradaties binnen de groep die ongunstig scoort (licht, matig, ernstig) [1,2]. De GGD heeft ook deze afkappunten gevolgd. 1.2. MHI-5 voornamelijk goede indicator van depressie onder volwassenen De MHI-5 wordt vaak gebruikt als indicator voor de algehele psychische gezondheid van jongeren en volwassenen. Echter, uit wetenschappelijk onderzoek onder volwassenen blijkt dat de MHI-5 met name een aantrekkelijke, zeer korte en goede screeningsvragenlijst is voor depressie en voor sommige angststoornissen in de volwassen bevolking [3,4]. Het gaat daarbij vooral om stoornissen in de afgelopen maand [4]. Daarentegen lijkt het een minder goede indicator te zijn van langlopende stoornissen en van andersoortige psychische stoornissen [4]. Voor zover bekend is er geen onderzoek gedaan naar de validiteit onder jongeren. Het is dus niet bekend in hoeverre dit instrument goed in staat is om depressieve klachten bij jongeren vast te stellen en welk afkappunt gebruikt moet worden. 1.3. MHI-5 is een screeningsinstrument en niet bedoeld voor diagnostiek De MHI-5 is een screeningsinstrument dat is bedoeld om in de algemene bevolking vroegtijdig individuen op te sporen met een verhoogd risico op depressie. Doordat het instrument wordt ingezet bij individuen met én zonder depressieve klachten, geeft het een indicatie van het vóórkomen van depressieve klachten in de algemene populatie. Om een diagnose te kunnen stellen, dus om uitsluitsel te krijgen of er bij een individu daadwerkelijk sprake is van een depressie, is altijd nader onderzoek nodig. Dit soort onderzoek is te duur, tijdrovend en inefficiënt om op grote schaal in te zetten. Daarom wordt in monitoronderzoeken van de GGD gebruik gemaakt van screeningsinstrumenten zoals de MHI-5. 1.4. Depressie bij jongeren moeilijk te herkennen Een depressie is een aandoening die valt onder de stemmingsstoornissen. Een depressie bij jongeren kenmerkt zich door het feit dat ze vaak mat en prikkelbaar zijn [5]. Bij deze jongeren worden vaak schoolproblemen en moeilijkheden in contact met leeftijdgenoten gezien. Dit kan zich uiten in pesten of er niet bij horen. Een depressie herkennen bij jongeren is moeilijk. Signalen worden vaak overschaduwd door andere gedragsproblemen, die op het eerste gezicht niets met depressie te maken hebben. 2

1.5. Depressie heeft niet één duidelijke oorzaak Depressies hebben niet één duidelijke oorzaak [6]. Zowel biologische, psychische als sociale factoren kunnen hierbij een rol spelen. Het is een combinatie van erfelijkheid, persoonlijke eigenschappen en wat iemand meemaakt in zijn leven. Het ontstaan van een depressie kan voor een deel erfelijk bepaald zijn. Dat wil zeggen dat als depressie veel in de familie voorkomt, de kans groter is dat een depressie ook bij een ander familielid optreedt. Het hoeft echter niet te betekenen dat een ander familielid daadwerkelijk een depressie krijgt. Dit is niet alleen afhankelijk van de nature (datgene wat we vanuit evolutie en erfelijkheid hebben meegekregen), maar ook van nurture (opvoeding en omgevingsinvloeden). Zowel de nature als nurture kunnen een beschermende invloed hebben, maar ook de kans op depressie vergroten. 1.6. Depressie grote gevolgen voor jongeren en voor de volksgezondheid Een depressie heeft zowel op psychisch als fysiek gebied negatieve gevolgen voor jongeren. Jongeren met een depressie zien vaak vooral het negatieve. Ook slapen ze vaak minder goed, hebben ze weinig zin in sporten en hebben ze wisselende eetpatronen [7]. Een risico is dat een depressie kan bijdragen aan het ontstaan van suïcidaliteit, drank- en drugsmisbruik of een manisch depressief beeld. Depressie heeft niet alleen grote gevolgen voor de jongere zelf en zijn naaste omgeving, maar is ook een belangrijk en groot probleem voor de volksgezondheid. Depressie behoort tot de top drie van oorzaken van de ziektelast van jeugd, met een op de vier jongeren die symptomen van een depressieve stoornis ervaart voor het 18de levensjaar [8]. Wat betreft de gehele Nederlandse bevolking staat depressie al jaren in de top vijf van hoogste ziektelast, hoogste ziektekosten en grootste veroorzakers van arbeidsverzuim [9]. Daarnaast heeft depressie een belangrijke associatie met suïcide [9, 10]. 2. Een nadere verkenning van het signaal 2.1. Verschil in depressieve klachten tussen jaren zichtbaar in alle subgroepen Gezondheid en ziekte zijn niet gelijk verdeeld over verschillende bevolkingsgroepen. Dit geldt ook voor depressieve klachten. De resultaten van de Jeugdmonitor Emovo 2013/ 14 laten zien dat ruim twee keer zoveel meisjes als jongens depressieve klachten hebben (31% versus 15%) (figuur 1). Daarnaast komen depressieve klachten meer voor bij vierdeklassers dan bij tweedeklassers, meer bij vmbo-leerlingen dan bij havo/vwo-leerlingen en meer bij zowel westerse als niet-westerse allochtone- dan bij autochtone leerlingen. Deze verschillen zijn allemaal significant, behalve het verschil tussen niet-westerse allochtone- en autochtone leerlingen. In al deze subgroepen is het percentage jongeren dat depressieve klachten heeft, in 2013 significant hoger dan in 2009 (figuur 1). 30 20 10 23 18 15 11 24 31 21 16 25 26 19 20 21 22 16 17 26 25 21 21 0 2009/'10 2013/'14 Figuur 1. Percentage Kennemerlandse jongeren met depressieve klachten in 2009/ 10 en 2013/ 14, uitgesplitst naar geslacht, klas, schooltype en etniciteit 3

2.2. Verschil tussen jaren zichtbaar bij alle gradaties van depressieve klachten In het voorgaande is onderscheid gemaakt tussen jongeren die wel of geen depressieve klachten hebben volgens de MHI-5. Binnen de groep met depressieve klachten, zijn drie gradaties te onderscheiden: licht, matig en ernstig. Zowel lichte, matige als ernstige depressieve klachten kwamen in 2013/ 14 vaker voor bij Kennemerlandse scholieren dan in 2009/ 10 (figuur 2). 30 20 13 15 10 4,9 2,8 1,7 3,2 0 Lichte klachten Matige klachten Enstige klachten 2009/'10 2013/'14 Figuur 2. Percentage Kennemerlandse jongeren met depressieve klachten in 2009/ 10 en 2013/ 14, uitgesplitst naar gradatie van klachten Aanvullende analyses laten zien dat het verschil in depressieve klachten tussen beide jaren niet te maken heeft met een verschuiving in de scores rondom het afkappunt (de zogenaamde grensgevallen ). Er is dus geen sprake van dat in 2009/ 10 een relatief grote groep net boven het afkappunt scoorde, en in 2013/ 14 net onder het afkappunt. 2.3. Verschil tussen jaren bij ene GGD-regio wel zichtbaar, bij andere niet De GGD en Hollands Noorden en Gooi en Vechtstreek hebben zowel in 2009/ 10 als in 2013/ 14 op dezelfde wijze en met dezelfde vragen Emovo uitgevoerd als in Kennemerland. In Gooi en Vechtstreek is het percentage jongeren dat ongunstig scoort op de MHI-5 in 2013/ 14 hetzelfde als in 2009/ 10 [11]. In Hollands Noorden is het percentage jongeren dat ongunstig scoort op de MHI-5 in 2013/ 14 hoger dan in 2009/ 10 (21% versus 18%) [12]. 2.4. Twee meetmomenten niet voldoende om te spreken van trend Het signaal dat de aanleiding vormde voor deze verdiepende factsheet, bestond uit het verschil in het percentage leerlingen met depressieve klachten tussen de Emovo-onderzoeken van 2009/ 10 en van 2013/ 14. Op basis van twee onderzoeken ( meetmomenten ) kan echter niet worden gesproken van een trend. Uit onderzoek van Duinhof et al. [13] blijkt dat er nog wel eens verschillen op kunnen treden tussen twee willekeurige meetmomenten. Echter, wanneer men naar de lange termijn kijkt, blijken deze schommelingen niet op consistente veranderingen te wijzen. Om op betrouwbare wijze trends in psychische klachten bij jongeren te bestuderen zijn daarom meerdere meetmomenten nodig, waarbij psychische klachten op vergelijkbare wijze worden gemeten bij een representatieve steekproef van jongeren [13, 14]. Enkele deskundigen geven aan dat hiervoor minstens vier meetmomenten nodig zijn. 3. Verwante meetinstrumenten in Emovo 3.1. Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) In paragraaf 1.2 zagen we dat de MHI-5 voornamelijk een goede indicator is van depressie onder volwassenen, en dat niet bekend is in hoeverre dit instrument goed in staat is om depressieve klachten bij jongeren vast te stellen. Om het signaal beter te begrijpen is daarom ook gekeken naar een ander verwant- meetinstrument van psychische problemen binnen Emovo, de zogenaamde Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ). De SDQ is een goed instrument om op basis van zelfrapportage psychische problemen in kaart te brengen [15, 16]. 4

3.2. SDQ bredere maat voor psychische gezondheid De Strengths and Difficulties Questionnaire maakt sinds 2009 deel uit van de Jeugdmonitor Emovo. Vergeleken met de MHI-5, is de SDQ een bredere maat van psychische gezondheid. De SDQ maakt een onderscheid tussen vier typen problemen ( difficulties ): emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactiviteit en problemen met leeftijdsgenoten. Elk type problemen wordt gemeten met een subschaal bestaande uit vijf vragen, waarvoor een aparte score wordt berekend. Deze vier schalen vormen samen de totale probleemscore. Daarnaast meet de SDQ de strengths, het zogenaamde prosociaal gedrag. Dit gebeurt eveneens met een subschaal van vijf vragen [17]. 3.3. MHI-5 hangt matig samen met SDQ-emotioneel Voor de Emovo-deelnemers in 2013/ 14 is gekeken naar de mate waarin hun score op de MHI-5 samenhangt ( correleert ) met hun score op de vijf afzonderlijke SDQ-subschalen. De MHI-5 vertoont een middelmatige samenhang met de SDQ-subschaal emotionele problemen (Pearson Correlatie coëfficiënt -0,647). Tot deze subschaal behoren diverse internaliserende stoornissen, zoals stemmingsstoornissen, angsten en psychosomatische klachten. De MHI-5 hangt niet of nauwelijks samen met de andere vier SDQ-subschalen (gedragsproblemen, hyperactiviteit, problemen met leeftijdsgenoten en prosociaal gedrag). 3.4. SDQ-emotioneel kleinere stijging dan MHI-5 In 2013/ 14 heeft 12% van de leerlingen in Kennemerland een verhoogde score op de SDQ subschaal emotionele problemen. In 2009/ 10 was dit 9%. Het verschil tussen beide onderzoeksjaren is significant. 3.5. Landelijk geen duidelijke trend in SDQ-emotioneel Landelijk is onderzocht of er in de periode 2003-2013 sprake was van een trend in zelfgerapporteerde emotionele en gedragsproblemen van jongeren op basis van de SDQ [13]. Daarvoor is gebruik gemaakt van data uit vijf onafhankelijke en representatieve landelijke steekproeven van jongeren. De conclusie van het landelijke onderzoek is dat de mentale gezondheid in de onderzochte 10-jaarsperiode stabiel is gebleven. Er waren wel enkele kleine verschillen tussen de vijf onderzochte jaren, maar deze waren niet consistent. Verschillen tussen groepen (geslacht, etniciteit en opleidingsniveau) bleven in deze periode wel bestaan, wat wijst op consistente ongelijkheden in mentale ongezondheid over de tijd. Deze bevindingen golden voor alle problemen- subschalen van de SDQ. 4. Samenvatting, conclusie en aanbevelingen Uit de Jeugdmonitor Emovo 2013/ 14 bleek dat het percentage Kennemerlandse jongeren met een ongunstige score op de MHI-5, in dat jaar significant hoger was dan vier jaar daarvoor. In opdracht van de gemeenten in de regio, heeft GGD Kennemerland dit signaal in regionaal verband nader onderzocht. De resultaten hiervan zijn te vinden in voorliggende factsheet. 4.1. Samenvatting Het screeningsinstrument MHI-5 blijkt geen goede indicator te zijn voor de algehele psychische gezondheid van jongeren, maar met name een indicator voor het risico op depressie. Depressie bij jongeren is moeilijk te herkennen en heeft niet één duidelijke oorzaak, maar heeft wel zeer grote gevolgen voor de jongere zelf. Ook is het een belangrijk volksgezondheidsprobleem: depressie behoort tot de top drie van oorzaken van de ziektelast van jeugd. Het verschil in depressieve klachten tussen beide schooljaren is zichtbaar in alle gradaties van depressieve klachten en in alle subgroepen van geslacht, klas, schooltype en etniciteit. In Noord- Holland is niet bij alle GGD-en een verschil zichtbaar tussen beide onderzoeksjaren. Eerder onderzoek wijst erop dat bovenstaande gegevens zorgvuldig dienen te worden geïnterpreteerd. Zo blijkt dat er meer dan twee meetmomenten nodig zijn om op betrouwbare wijze 5

trends in psychische klachten bij jongeren te bestuderen Tevens blijkt dat een verschil tussen twee meetmomenten in eerste instantie verontrustend dan wel hoopvol kan lijken, maar dat het vaak niet wijst op consistente veranderingen op de langere termijn. Een ander meetinstrument dat beter in staat is om de algehele psychische gezondheid van jongeren te meten is de SDQ. De SDQ bestaat uit verschillende componenten, waarvan de emotionele problemen component verwant is aan de MHI-5. Net als de MHI-5, is in 2013/ 14 het aantal Kennemerlandse jongeren dat volgens de SDQ een verhoogd risico loopt op emotionele problemen, hoger dan in 2009/ 10. Landelijk waren in de afgelopen 10 jaar ook lichte schommelingen zichtbaar tussen losse onderzoeksjaren, maar op de lange termijn waren geen consistente veranderingen zichtbaar. 4.2. Conclusie Uit deze verdieping blijkt dat het verschil in het percentage jongeren met depressieve klachten tussen 2013/ 14 en 2009/ 10 op dit moment niet zorgelijk is te noemen. Op basis van twee meetmomenten kunnen geen conclusies worden getrokken over een eventuele stijging, en uit eerder onderzoek blijkt dat een verschil tussen twee meetmomenten vaak niet wijst op consistente veranderingen op de langere termijn. Als we echter kijken naar het percentage jongeren dat in 2013/ 14 depressieve klachten heeft, dan is dit wel zorgelijk hoog. Ook is het zorgelijk dat de verschillen tussen subgroepen zijn blijven bestaan. Vanwege het grote aantal jongeren dat kampt met depressieve klachten en de impact die dat heeft op hun huidige leven, de toekomst en de omgeving is aandacht voor dit probleem nodig. 4.3. Aanbevelingen De GGD beveelt aan om een integrale aanpak te ontwikkelen op het gebied van depressiepreventie bij de jeugd. Voor een goede preventieve aanpak van depressie onder de jeugd dient er politiek bestuurlijk draagvlak te zijn voor een integrale aanpak. Idealiter zijn hierin doelstellingen helder geformuleerd, afspraken over regie vastgelegd en financiering van activiteiten benoemd. Binnen een integrale aanpak wordt ingezet op de pijlers: omgeving, regelgeving, voorlichting en educatie, signalering en toeleiding en ondersteuning. Een eerste stap naar een integrale aanpak is om te inventariseren wat er nu gebeurt binnen deze pijlers en wat nog nodig is om tot een effectieve aanpak te komen. Daarnaast is het van belang om de psychische gezondheid van jongeren te blijven monitoren. Vanaf 2015 voeren alle GGD en in Nederland samen met het Rivm de Gezondheidsmonitor Jeugd uit. Bij deze landelijke harmonisatie is ervoor gekozen dat nu de SDQ in de vragenlijst wordt opgenomen. De SDQ meet breder de aspecten van psychische gezondheid dan de MHI-5. Ook is de SDQ beter gevalideerd voor de leeftijdsgroep van 12-18 jaar. Referenties 1. Driessen, M (2011). Geestelijke ongezondheid in Nederland in kaart gebracht. Een beschrijving van de MHI-5 in de gezondheids-module van het Permanent Onderzoek Leefsituatie. CBS, Den Haag/Heerlen. 2. Perenboom R, Oudshoorn K, Herten L van, Hoeymans N & Bijl R (2000). Bepaling afkappunten en wegingsfactoren voor de MHI-5 en GHQ-12 ten behoeve van de berekening van een levensverwachting in goede geestelijke gezondheid. TNO Preventie en Gezondheid, Leiden. 3. Cuijpers P, Smits N, Donker T, ten Have M, de Graaf R (2009). Screening for mood and anxiety disorders with the five-item, the three-item, and the two-item Mental Health Inventory. Psychiatry Research, 168:250-255. 4. Rumpf HJ, Meyer C, Hapke U, John U (2001). Screening for mental health: validity of the MHI-5 using DSM- IV Axis I psychiatric disorders as gold standard. Psychiatry Research, 105:243-253. 5. www.depressie.nl/achtergrondinformatie/depressie-naar-leeftijd/kinderen-en-adolescenten 6. www.depressie.nl/achtergrondinformatie/visie-en-theorieen 7. www.mentaalbeter.nl/pages/nl-nl/jong-depressie/gevolgen-van-een-depressie-bij-jongeren 6

8. www.trimbos.nl/themas/gamen/serious-gaming-bij-angst-en-depressie 9. Poel A van, Duivis H, Laghaei F, Lokkerbol J, Smit F en Boon B (2014). Strategische verkenning Depressiepreventie: gerichte aanpak voor risicogroepen. Pas bevallen moeders, jongeren, huisartspatiënten, chronisch zieken, mantelzorgers en werknemers. Trimbos-instituut, Utrecht. 10. Kerkhof AJFM, Arensman E, Neeleman J, Wilde EJ de (2004). Suïcide en suïcidepreventie in Nederland. Psychopraxis, 6(4):128-133. 11. Acker MB en Laméris IC (2014). Factsheet Gezondheid, welzijn en leefstijl van leerlingen in de regio Gooi en Vechtstreek. Resultaten van het Emovo-onderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. GGD Gooi & Vechtstreek, Bussum. 12. Waardenburg C, Duin E, Levijn M (2015). Hoe gaat het met de jongeren in Noord-Holland Noord? Jeugdmonitor Emovo 2013/2014. GGD Hollands Noorden, Schagen. 13. Duinhof EL, Stevens GWJM, Dorsselaer S. van, Monshouwer K., Vollebergh WAM (2015). Ten year trends in adolescents self reported emotional and behavioral problems in the Netherlands. Eur Child Adolesc Psychiatry, 24:1119 1128. 14. Maughan B, Iervolino AC, Collishaw S (2005). Time trends in child and adolescent mental disorders. Curr Opin Psychiatry, 18:381 385 15. Stevens G (2014). 6. Psychische problemen. In: Looze, M., de., Dorsselaer, S. van, Roos, S. de, Verdurmen, J., Stevens, G., Gommans, R., Bon-Martens, M. van, Bogt, T. ter & Vollebergh, W. (2014). 'Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland : HBSC-2013 : Health Behavior in School-aged Children'. Utrecht: Universiteit Utrecht. 16. Goedhart A, Treffers F, Widenfelt B (2003). Vragen naar psychische problemen bij kinderen en adolescenten: de Strengths and Difficulties Questionnaire. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 58: 1018-1035. 17. www.nji.nl/nl/databanken/databank-instrumenten/strengths-and-difficulties-questionnaire-(sdq) Hoofddorp, december 2015 7