www.jooplengkeek.nl Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) Omzet belasting (BTW) Toegevoegde waarde: de waarde die het bedrijf toevoegt aan een al bestaande waarde. Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten) 1
Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) Omzet belasting (BTW) Het bedrag exclusief BTW is altijd 100% Het bedrag inclusief BTW is 121% (of 106%) Stel het bedrag exclusief BTW (6%) is 16,00 Hoeveel is het bedrag inclusief BTW? 16 *1,06 = 16,96 Stel het bedrag inclusief BTW (21%) is 90,75 Hoeveel is het bedrag exclusief BTW? 90,75 / 121 * 100 = 75 Bedrag inclusief BTW 121% BTW 21% Bedrag exclusief BTW 100% 2
Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) Voorbeeld: Een bedrijf verkoopt een product voor 100 exclusief 21% BTW. Het bedrijf koopt het product in voor 60 exclusief 21%BTW. De consument betaalt: 100 + 21 BTW = 121 inclusief BTW Deze BTW moet het bedrijf afdragen aan de belastingdienst. Het bedrijf betaalt aan de leverancier: 60 + 12,60 BTW = 72,60 inclusief BTW Deze BTW krijgt het bedrijf terug van de belastingdienst. Het bedrijf draagt dus 21-12,60 = 8,40 af aan de belastingdienst. Dit is hetzelfde als 21% van de toegevoegde waarde. De toegevoegde waarde is 100-60 = 40 21% van 40 = 8,40 3
Opgave 1+2+3 In les Een partij schoenen: 13.160 exclusief 19% BTW. Hoeveel is het bedrag inclusief BTW? 13.160 * 1,19 = 15.660,40 Jeans: 40.460 inclusief 19% BTW Hoeveel is het bedrag exclusief BTW? 40.460 / 1,19 = 34.000 Verkocht voor 100.000 exclusief 6% BTW Ingekocht voor 75.000 exclusief 6% BTW Bereken het bedrag wat de onderneming moet afdragen aan de belastingdienst. Ontvangen: 6% van 100.000 = 6.000 Betaald: 6% van 75.000 = 4.500 Te verrekenen (af te dragen) 6.000-4.500 = 1.500 (dit is ook 6% van 25.000) 4
Brutowinstopslagmethode Berekening van de verkoopprijs (exclusief BTW): De inkoopprijs verhogen met een opslag voor de brutowinst. Inkoopprijs 100 Brutowinstopslag (30%) 30 Verkoopprijs excl. BTW 130 BTW (21%) 27,30 Verkoopprijs inclusief BTW 157,30 5
Opgave 4 In les Inkoop 0,50 per flesje Brutowinstopslag 300% Omzetbelasting 6% Bereken de verkoopprijs Inkoop 0,50 + 1,50 opslag = 2,00 2,00 + 0,12 (BTW) = 2,12 Afgerond naar boven 2,20 Geef een verklaring voor de hoge winstopslag. Hoge kosten (?) weinig concurrentie (?) veel dagen dat er helemaal geen klanten zijn (?) 6
Opgave 5 Inkoop 400 per koelkast Verkoopprijs 761,60 (inclusief 19% BTW) Bereken de brutowinst als percentage van de inkoopprijs Bedrag inclusief BTW 119% De prijs inclusief BTW is 761,60 BTW 19% Dit is 119% Bedrag exclusief BTW 100% De prijs exclusief BTW is dan: 761,60 / 119 * 100 = 640 De inkoopprijs is 400 De brutomarge is dus 640-400 = 240 De brutomarge als percentage van de inkoopprijs is: 240 / 400 * 100% = 60% 7
Opgave 6 Inkoop 8 per stuk Verkoopprijs bij concurrenten 12,85 (inclusief 19% BTW) De vastgestelde prijs wordt 13,09 Wat vind je van deze prijs? De prijs is hoger dan de concurrentie. Krijgt de klant meer service? Welke prijs zou jij kiezen? 12,95 Bereken het percentage brutowinst van de inkoopprijs. Prijs exclusief BTW: 13,09 / 119 * 100 = 11 Brutowinst: 11-8 = 3 Brutowinstpercentage van de inkoopprijs: 3 / 8 *100% = 37,5% Stel de verkoopprijs wordt 10,98 De marge wordt dan 9,23-8 = 1,23 en dat is erg laag. Bovendien gaat de concurrent misschien ook de prijs verlagen. 8
Voorcalculatie en nacalculatie Voorcalculatie Wat is het verwachte resultaat? Nacalculatie Wat is het werkelijke resultaat? Overheadkosten Alle overige kosten die niets te maken hebben met de inkoop. Algemene kosten voor de onderneming maar niet toe te rekenen aan een bepaald product. Denk aan bijzondere opbrengsten als huuropbrengsten en rente-opbrengsten. 9
Brutowinstopslagmethode Let op: In de winst & verliesrekening is de omzet altijd exclusief BTW De winst rekenen we uit door van de omzet de kosten af te trekken. Voorbeeld 23.8 Als we uitgaan van een bepaalde omzet en een doelstelling voor de winst, kunnen we ook de noodzakelijke kosten besparing uitrekenen. 10
Opgave 7 huiswerk Inkoop 7 per stuk Verkoop 12,50 per stuk Kosten: 7.800 + 19.400 + 5.600 + 2.400 = 35.200 Verkoop aantallen: 8.400 Bereken de brutowinst. Omzet: 8.400 * 12,50 = 105.000 Inkoopkosten: 8.400 * 7 = 58.800 Bruto winst: 46.200 Overhead kosten 29.600 Inkoopkosten 5.600 Netto winst: 11.000 Dit is (te)weinig er moet ook nog (inkomsten)belasting betaald worden. 11
Opgave 8 12
Voorcalculatie en nacalculatie Voorcalculatie Wat is het verwachte resultaat? Nacalculatie Wat is het werkelijke resultaat? Voorbeeld 23.9 Je kunt de verschillen analyseren tussen de voorcalculatie & nacalculatie. Verschil in verkochte aantallen Verschil in de verkoopprijs Verschil in inkoopprijs en inkoopwaarde Verschil overige (overhead)kosten Verschil in overige opbrengsten (bijvoorbeeld rente) 13
Opgave 9 huiswerk 14
Opgave 9 huiswerk 15
Opgave 9 huiswerk 16
Opgave 10 huiswerk 17
Opgave 10 huiswerk (exclusief BTW) 18
Opgave 10 huiswerk 19
Opgave 11 Wat is full-price? De hoogste prijsklasse Om welke reden zijn cd s in de VS zo goedkoop? Marktstructuur (grootte, goedkope distributie, BTW) Welke oorzaak wordt er aangegeven voor de hoge prijs in Nederland? Veel speciaalzaken met een breed assortiment en een hoge BTW Wat is een breed assortiment? Veel variëteit in aanbod Hoeveel procent zijn de fabricagekosten van de verkoopprijs? 1,35 / 19,00 * 100% = 7,1% Hoeveel zijn de auteursrechten als er 250.000 cd s verkocht worden? 250.000 * 1,09 = 272.500 Wat vind je van de marge van de winkelier? Het lijkt hoog, maar er is een hoge kans dat hij met de CD blijft zitten. (als je weinig verkoopt verdien je ook niet veel ondanks een hoge marge) Door welke oorzaak is de CD in België goedkoper dan in Nederland? Winstmarge winkelier (verschil verkoopprijs en inkoopprijs) 20