consumentenprijs btw tarief Rekenvoorbeeld Een bakker heeft aan het eind van de ochtend de volgende artikelen verkocht.
|
|
- Julia Goossens
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 4.2 Inkoopwaarde van de omzet De inkoopwaarde van de omzet is het edrag dat je het etaald voor de artikelen die je in een epaalde periode het verkocht. Omzet erekenen De consumentenomzet is dat wat je aan geld ontvangt door de verkoop van producten en/of diensten. De consumentenomzet is inclusief tw. Als je de tw er afhaalt, dan he je de omzet. De omzet kun je meestal aflezen uit je kassasysteem. Als je de consumentenprijs weet, dan kun je de verkoopprijs erekenen door te delen door het tw-percentage. Bij het hoge tw-tarief deel je de consumentenprijs door 1,21. Bij het lage tw-tarief deel je de consumentenprijs door 1,06. Verkoopprijs = consumentenprijs tw tarief 100 De omzet kun je dan als volgt erekenen: Omzet = afzet verkoopprijs product Rekenvooreeld Een akker heeft aan het eind van de ochtend de volgende artikelen verkocht. Afzet Verkoopprijs per stuk Omzet per product 30 volkorenrood 2,05 61,50 62 ruinrood 1,79 110,98 17 witrood 1,69 28,73 5 taart 12,50 62,50 87 geak 3,50 304,50 12 krentenrood 2,95 35,40 Totale omzet 603,61 82
2 Reken eerst voor elk product de omzet uit. Tel de omzet van de producten op. Alles ij elkaar opgeteld is de omzet 603,61. Inkoopwaarde van de omzet Het aantal producten dat je het verkocht noem je de afzet. De inkoopwaarde van de verkochte artikelen is het totale edrag dat je het etaald voor de verkochte artikelen. Dit noem je de inkoopwaarde van de omzet. Inkoopwaarde van de omzet = afzet inkoopprijs product (of dienst) Rekenvooreeld De akker uit het vorige vooreeld erekent de inkoopprijs van de producten die hij heeft verkocht. 4 Afzet Inkoopprijs per stuk Inkoopwaarde van de omzet per product 30 volkorenrood 1,00 30,00 62 ruinrood 0,87 53,94 17 witrood 0,82 13,94 5 taart 6,07 30,35 87 geak 1,70 147,90 12 krentenrood 1,43 17,16 Inkoopwaarde van de omzet 293,29 De inkoopwaarde van de omzet kort je ook wel af als IWO. De inkoopwaarde van de omzet he je nodig om de rutowinst te ereken. De inkoopwaarde van de omzet is het edrag dat je het etaald voor de artikelen die je in een epaalde periode het verkocht. Voor het erekenen van de inkoopwaarde van de omzet he je de volgende gegevens nodig: de waarde van de eginvoorraad de waarde van de inkopen de waarde van de eindvoorraad 83
3 ! Let op! De inkoopwaarde is altijd exclusief tw. Je erekent de inkoopwaarde van de omzet op deze manier: Waarde van de eginvoorraad Waarde van de inkopen + Totaal eschikare voorraad Waarde van de eindvoorraad Inkoopwaarde van de omzet Rekenvooreeld Een winkel heeft op 1 januari een voorraad ter waarde van Op 31 decemer heeft de voorraad een waarde van Gedurende het jaar is voor ingekocht. Wat is de inkoopwaarde van de omzet? Waarde van de eginvoorraad Waarde van de inkopen Totaal eschikare voorraad Waarde van de eindvoorraad Inkoopwaarde van de omzet De inkoopwaarde van de omzet is het edrag dat je het etaald voor de inkoop van de producten en/of de diensten (exclusief tw). Het gaat hier om de producten of de diensten die je in deze periode het verkocht. He je meer producten ingekocht dan verkocht, dan tellen de producten die je over het niet mee in de erekening van de winst. 84
4 Brutowinst erekenen Als je de inkoopwaarde van de omzet van je omzet aftrekt, dan houd je de rutowinst over. Brutowinst = omzet inkoopwaarde van de omzet Rekenvooreeld De akker heeft 603,61 omzet. De inkoopwaarde van deze omzet is 293,29. De rutowinst is: 603,61 293,29 = 310,32. Brutowinstmarge De rutowinst kan worden uitdrukt als een percentage van de omzet. Hierij kijk je naar de verhouding tussen omzet en winst. De rutowinstmarge geeft aan welk percentage van de omzet overlijft na de aftrek van de inkoopwaarde van de omzet. 4 Brutowinstmarge = rutowinst omzet 100% De rutowinstmarge of het rutowinstpercentage kun je erekenen door de rutowinst te delen door de omzet. Rekenvooreeld In het vooreeld van de akker is de rutowinst 310,32 en de omzet 603,61. Brutowinstmarge = 310,32 603,61 100% = 51,41% Basisrekenrekenopgaven 1 De consumentenprijs van een product is 3,75 per stuk. Een ondernemer verkoopt 400 stuks. Voor deze producten geldt het tw-tarief van 21%. a Hoe groot is de consumentenomzet? Hoe groot is de omzet? 85
5 2 De consumentenprijs van een product is 9,90 per stuk. Een ondernemer verkoopt stuks. Voor deze producten geldt het tw-tarief van 6%. a Hoe groot is de consumentenomzet? Hoe groot is de omzet? 3 Een ondernemer verkoopt 250 producten van één soort met een verkoopprijs van 1,95 per stuk. Hij verkoopt ook 467 producten van een andere soort met een verkoopprijs van 8,25 per stuk. Voor eide producten geldt het tw-tarief van 21%. a Hoe groot is de omzet? Hoe groot is de consumentenomzet? 4 Een ondernemer verkoopt de volgende producten. De genoemde prijzen zijn de verkoopprijzen. 35 stuks van product a 24,95 per stuk 89 stuks van product 19,90 per stuk 120 stuks van product c 12,45 per stuk 79 stuks van product d 17,25 per stuk Voor alle producten geldt het tw-tarief van 21%. a Hoe groot is de omzet? Hoe groot is de consumentenomzet? 86
6 Bereken ij opgave 5 tot en met 10 de inkoopwaarde van de omzet. 5 Een ondernemer verkoopt 400 stuks van één soort product. De inkoopprijs is 7,50 per stuk. 6 Een ondernemer verkoopt stuks van één soort product. De inkoopprijs is 2,20 per stuk. 7 Een ondernemer verkoopt 12 producten van één soort met een inkoopprijs van 445. Hij verkoopt ook 23 producten van een andere soort met een inkoopprijs van Een ondernemer verkoopt de volgende producten: 42 stuks van product a, met een inkoopprijs van 18,00 per stuk 51 stuks van product, met een inkoopprijs van 53,60 per stuk 11 stuks van product c, met een inkoopprijs van 99,00 per stuk 133 stuks van product d, met een inkoopprijs van 12,35 per stuk 87
7 9 Een winkelier heeft op 1 januari een voorraad ter waarde van Op 31 decemer heeft de voorraad een waarde van Gedurende het jaar is voor ingekocht. 10 De waarde van de eindvoorraad van een winkel is De eginvoorraad had een waarde van Gedurende het jaar is voor ingekocht. 11 Een retailer heeft een jaar een omzet van De inkoopwaarde van de omzet edraagt dat jaar a Hoe groot is de rutowinst? Hoe groot is de rutowinstmarge? 88
8 12 Een retailer heeft op 1 januari een voorraad ter waarde van Op 31 decemer heeft de voorraad een waarde van Gedurende het jaar is voor ingekocht. De omzet was a Wat is de inkoopwaarde van de omzet? Hoe groot is de rutowinst? c Hoe groot is de rutowinstmarge? 4 Contextrijke rekenopgaven 13 Kim heeft een eigen winkel met koffieartikelen. Ze verkoopt verschillende soorten koffie, maar ook zoetigheden, serviesgoed en koffieautomaten voor thuisgeruik. Kim wil de winst erekenen over de afgelopen maand. Ze verzamelt daarvoor een aantal gegevens: Product Aantal verkocht Consumentenprijs Btw-tarief Zak koffieonen, merk a 180 4,60 6% Zak koffieonen, merk 233 3,25 6% Zak koffieonen, merk c 201 3,10 6% Espressomachine 4 280,00 21% Koffiepot groot 8 49,95 21% Koffiepot klein 17 29,95 21% Doosje onons 170 4,90 6% 89
9 a Bereken de consumentenomzet over deze maand. Product Aantal verkocht Consumentenprijs Consumentenomzet per soort product Zak koffieonen, merk a Zak koffieonen, merk Zak koffieonen, merk c Espressomachine Koffiepot groot Koffiepot klein Doosje onons Totale consumentenomzet Bereken de omzet over deze maand. Product Consumentenomzet per soort product Btw per soort product Omzet per soort product Zak koffieonen, merk a Zak koffieonen, merk Zak koffieonen, merk c Espressomachine Koffiepot groot Koffiepot klein Doosje onons Totale omzet 90
10 De dure producten waarvan er maandelijks niet veel worden verkocht, zijn relatief risicovol om in grote hoeveelheden op voorraad te heen. Dit geldt voor de espressomachine en de verschillende koffiepotten. Kim koopt daarom alleen de stuks die ze ook echt verkoopt. In de tael zie je hoeveel Kim van deze producten heeft ingekocht en welke inkoopprijs ze daarvoor heeft etaald. Product Aantal ingekocht Aantal verkocht Inkoopprijs Espressomachine Koffiepot groot Koffiepot klein c Bereken de inkoopwaarde van de omzet van deze maand voor de espressomachines en verschillende koffiepotten. 4 Product Aantal ingekocht en ook verkocht Inkoopprijs Inkoopwaarde per soort product Espressomachine Koffiepot groot Koffiepot klein Totale inkoopwaarde van de omzet d Bereken de rutowinst van de verkopen. (De omzet van de producten he je al erekend.) 91
11 e Bereken de rutowinstmarge. Van de goedkope producten worden er maandelijks veel verkocht. Kim zorgt daarom dat ze deze producten op voorraad heeft. In de tael zie je hoeveel Kim van deze producten heeft ingekocht en tegen welke inkoopprijs. Product Aantal ingekocht Aantal verkocht Inkoopprijs Zak koffieonen, merk a ,38 Zak koffieonen, merk ,89 Zak koffieonen, merk c ,87 Doosje onons ,49 f Bereken de inkoopwaarde van de omzet voor deze producten (de koffieonen en onons). Product Aantal verkocht Inkoopprijs Inkoopwaarde per soort product Zak koffieonen, merk a Zak koffieonen, merk Zak koffieonen, merk c Doosje onons Totale inkoopwaarde van de omzet 92
12 g Bereken de rutowinst van deze maand. Consumentenomzet Btw Omzet Inkoopwaarde Brutowinst h Bereken de rutowinstmarge. 4 De zaken gaan goed voor Kim. Een jaar later is haar omzet toegenomen. Ze heeft ook theeproducten in haar assortiment opgenomen en haar winkel is nu zes dagen per week geopend. Daarom heeft ze twee medewerkers in dienst genomen. In de tael op de volgende pagina staan gegevens over de producten die zij deze maand heeft verkocht. 93
13 Product Aantal verkocht Consumentenprijs Btw-tarief Aantal ingekocht Inkoopprijs Koffieonen, merk a 250 4,60 6% 300 1,38 Koffieonen, merk 300 3,25 6% 350 0,89 Koffieonen, merk c 290 3,10 6% 300 0,87 Espressomachine 7 280,00 21% 7 115,00 Koffiepot groot 35 49,95 21% 35 2,00 Koffiepot klein 35 29,95 21% 35 9,00 Doosje onons 300 4,90 6% 350 1,49 Thee, merk a 290 2,50 6% 300 1,00 Thee, merk 300 1,75 6% 340 0,90 Thee, merk c 300 3,85 6% 340 1,20 Theepot 45 24,90 21% 45 9,00 Theekopje 90 4,90 21% 100 2,00 i Bereken de rutowinst die Kim deze maand heeft gemaakt. j Bereken de rutowinstmarge. 94
Samengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:
4.4 Bedrijfsresultaat Voor een retailer is het van belang wat het bedrijfsresultaat of nettowinst is van zijn onderneming. Het bedrijfsresultaat is namelijk dat wat van je omzet overblijft als je alle
Nadere informatieOmzetsnelheid en omzetduur Het beheren van de voorraad doe je op basis van kengetallen. Kengetallen helpen je te bepalen of je voorraad optimaal is.
.2 Voorraad, omzetsnelheid en omzetduur De technische voorraad is het aantal stuks product dat je op een bepaald moment in je winkel en magazijn hebt liggen. De economische voorraad houdt ook rekening
Nadere informatie... 1% = 1/100 = 0,01 = 1 van de % = 2/10 = 0,2 = 20 van de % = 1/4 = 0,25 = 25 van de % = 1/2 = 0,5 = 50 van de 100
3.4 Procenten Procenten worden in de retail veel gebruikt, bijvoorbeeld om btw of kortingen te berekenen. Procenten geven een verhouding aan tussen het geheel (100%) en een deel hiervan (bijvoorbeeld 10%
Nadere informatieDe formule van het opslagpercentage voor alle producten luidt:
4.3 Verkoopprijs erekenen Om een product of een dienst met winst te verkopen, moet je eerst goed weten wt de kosten zijn. Als je dt weet, dn kun je de verkoopprijs eplen. Kosten De kostprijs vn een product
Nadere informatieOverzicht formules. Copyright OVD Educatieve Uitgeverij bv Pagina 1 van 6 VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER
VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER Overzicht formules Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle rekenformules die aan bod komen in de hoofdstukken Voorraadbeheer, Bestellen, Voorraadinventarisatie en
Nadere informatie3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet
3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet 3.1 Inleiding De overheid profiteert mee van elke aankoop die wordt gedaan. Want iedere ondernemer is verplicht aan de fiscus omzetbelasting (btw) af
Nadere informatieWelke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)
www.jooplengkeek.nl Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) Omzet belasting (BTW) Toegevoegde waarde: de waarde die het bedrijf toevoegt aan een al bestaande waarde. Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen
Nadere informatiePrijs en winst 6. Test
Prijs en winst 6 In dit hoofdstuk worden de volgende rekenvaardigheden ehandeld: 6.1 Prijs per standaardhoeveelheid 6.2 Verkoopprijs en consumentenprijs 6.3 Omzet, inkoopwaarde, ruto- en nettowinst 6.4
Nadere informatie-> Bereken de brutowinst en de nettowinst van Jeroen.
BEHEERS JIJ DIT AL? Beheers jij dit al? Bewijs dit dan door op de knop hieronder te klikken en direct de lastigste opgaven te maken. Kun jij dit foutloos? Dan mag je dit onderdeel overslaan! UITLEG Het
Nadere informatieAls je zelf gaat rekenen met voorraadaantallen, dan houd je rekening met: XX
5.1 Rekenen met voorraadaantallen In de retail moet je rekenen met voorraadaantallen. De voorraad bestaat uit de artikelen die je in de winkel en in het magazijn hebt liggen. De voorraadaantallen worden
Nadere informatieVoorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets.
1. Het berekenen van een percentage Voorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets. Bereken (in 1 decimaal nauwkeurig) hoeveel procent van de leerlingen
Nadere informatieBIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.
BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.) Een handelaar wil de van het artikel Bomol berekenen. Hij
Nadere informatieOPGAVEN BIJ VOORRAADBEHEER EN BESTELLEN
OPGAVEN BIJ VOORRAADBEHEER EN BESTELLEN 1. Klaas de Jager, als eerste verkoper verantwoordelijk voor het bestellen van de artikelgroep spijkerbroeken, gebruikt voor het bepalen van de juiste aantallen
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6 Opgave 1 a. Bereken de omzetsnelheid van de voorraad (afronden op 1 cijfer achter de komma). De formule om de berekening te maken is: Omloopsnelheid van de voorraad Omzet tegen de inkoopwaarde
Nadere informatieKaarten module 4 derde klas
1. Uit welke twee onderdelen bestaan de totale kosten? 2. Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 3. Geef 2 voorbeelden van vaste (of constante) kosten. 4. Waar is de totale winst gelijk aan? 5. Geef
Nadere informatieHoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! www.jooplengkeek.
www.jooplengkeek.nl De voorraad Hoofdstuk 21 Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! 1 De voorraad Hoofdstuk 21 Waarom is het belangrijk wat de
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2 Opgave 1 Jansen heeft een lening van 25.000 genomen om zijn auto te financieren. Voor deze lening moet hij 5% rente per jaar betalen. a. Welk bedrag aan rente is Jansen in één jaar aan de bank
Nadere informatieMODULE 3: Het eigen adviesbureau De eigen winkel (vaardigheidstoets voor de opleidingen Modestyling en Interieuradviseur) Inhoud:
Het eigen adviesbureau De eigen winkel (vaardigheidstoets voor de opleidingen Modestyling en Interieuradviseur) MODULE 3: BTW Inhoud: Consumentenprijs Verkoopprijs Te betalen btw Verschuldigde btw Af te
Nadere informatieVoorraad Beheer. In de voorraadadministratie houd je dus zorgvuldig bij hoeveel artikelen er op voorraad zijn en hoeveel er zijn afgeschreven.
Voorraad Beheer Winkels moeten voldoen aan de vraag van klanten. Klanten staan niet graag voor lege schappen en winkels verkopen klanten niet graag nee. Dat kost klanten en dus geld. Om nee-verkoop te
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele kosten
Nadere informatie18.6 B Omzet: = IWO: = Winst verkopen
18 Vermogen en winst hoofdstuk 18.1 D 18.2 18.3 B 18.4 C 18.5 C 18.6 B Omzet: 3.000 25 + 7.000 24 = 243.000 IWO: 500 19 + 4.000 20 + 5.500 19 = 194.000 Winst verkopen 49.000 2.500 19 = 47.500 18.7 C Omzet:
Nadere informatieRendement van artikelpresentaties berekenen
Extra oefenopgaven VS KT5 OD en MAN KT1 en KT2 Rendement van artikelpresentaties berekenen Rendement van artikelpresentaties berekenen Opgave 1 Vul de volgende zin in. Bij een positieve schapruimte-elasticiteit
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2 Opgave 1 a. Welk bedrag aan rente is Jansen in één jaar aan de bank verschuldigd? 25.000 5 = 1.250 100 Opgave 2 a. Hoeveel procent van de klanten is vrouw (afronden op 1 decimaal)? 1.800 2.300
Nadere informatieANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2
ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 Opgave 1 Jansen heeft een lening van 25.000 genomen om zijn auto te financieren. Voor deze lening moet hij 5% rente per jaar betalen. a. Welk bedrag aan rente is Jansen in
Nadere informatieOpgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =
Opgave 9.1 Normale productie is: 70% 12.000 = 8.400 eenheden Overbezetting is: 10.800-8.400 = 2.400 eenheden Opgave 9.2 a. Onderbezetting bij productie: 20.000-18.000 = 2.000 eenheden b. Onderbezetting
Nadere informatieHoofdstuk 24. Nettowinstopslagmethode
www.jooplengkeek.nl Nettowinstopslagmethode Inkoopprijs + opslag voor inkoopkosten Vaste verrekenprijs + opslag voor overheadkosten Kostprijs + netto winstopslag Verkoopprijs (exclusief BTW) BTW Verkoopprijs
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5+6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je
Nadere informatieKengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.
Hoofdstuk 3 Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte Extra opgaven Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Opgave 3.6a Vazzo bv koopt en verkoopt
Nadere informatieElobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid. Financieel 1 Ondernemer / Manager. Hoofdstuk 2 Consumentenprijs
Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid Theorieboek voor het theorie-examen kerntaak 1 Financieel 1 Ondernemer / Manager Hoofdstuk 2 Consumentenprijs 1 Theorieboek Kerntaak 1 Ondernemingsbeleid/
Nadere informatieBreak-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.
www.jooplengkeek.nl Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. De omzet is dus gelijk aan de kosten. Om het break-evenpunt te berekenen gaan
Nadere informatieBasiskennis Calculatie
Proefexamen Beshikare tijd: 90 minuten 160829P 1 Proefexamen DIT PROEFEXAMEN BESTAAT UIT 9 GENUMMERDE PAGINA S, waarin opgenomen: 25 GESLOTEN VRAGEN, geriht op toetsing van de kennis van de theorie en
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieAmbitie.info. Werkboek Rekenvaardigheid. Niveau 3 & 4. Serienummer. DigiCode. Te activeren tot
Ambitie.info Werkboek Rekenvaardigheid Niveau 3 & 4 Serienummer DigiCode Te activeren tot Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Auteur: C. Bakker, E. Lockefeer, A. Schouten Redactie: Uitgeverij
Nadere informatieElobase Detailhandel Extra rekenkatern aanvullend op het theoriehoofdstuk voorraadbeheer en bestellen kerntaak 2 Ondernemer / Manager handel
Elobase Detailhandel Extra rekenkatern aanvullend op het theoriehoofdstuk voorraadbeheer en bestellen kerntaak 2 Ondernemer / Manager handel Dit rekenwerkboek is van: Telefoonnummer: Klas: 1 Rekenwerkboek,
Nadere informatieUitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie
Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie Vraag 1 Machinekosten: Machine inclusief 21% omzetbelasting 96.800. Dat is exclusief omzetbelasting 96.800 1,21 = 80.000 Installatiekosten van 10.000 horen
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: Een eigen bedrijf
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: Een eigen bedrijf Samenvatting door L. 1904 woorden 25 maart 2013 7 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Hoofdstuk 3 Een eigen bedrijf 5.1 Werken in loondienst
Nadere informatieElobase Detailhandel. Rekenwerkboek. kerntaak 2 Ondernemer en Manager handel
Elobase Detailhandel Rekenwerkboek Antwoorden rekenopgaven aanvullend op het theorieboek voor het theorie-examen kerntaak 2 Ondernemer en Manager handel Dit antwoordboek is van de docent: Telefoonnummer:
Nadere informatieM & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.
Antwoorden door een scholier 1631 woorden 8 april 2005 7,1 39 keer beoordeeld Vak M&O M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat. Resultatenbegroting
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele
Nadere informatieCursus financieel management
Cursus financieel management Toelichting op de cursus De Investeringsbegroting BTW Santana Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl Cursus Financieel Management Even voorstellen:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management Samenvatting door een scholier 459 woorden 23 juni 2013 5,6 7 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Omzet % Omzet incl. BTW 119,00% BTW
Nadere informatieb. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%
Opgave 8.1 a. Indirecte kosten afhankelijk van de materiaalkosten: 500.000 100% = 125% 400.000 Opslag indirecte kosten: 125% 4.000 5.000 + 15.100 Opgave 8.2 a. Indirecte kosten afhankelijk van de directe
Nadere informatieb Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico
Hoofdstuk 20 1 a Kenmerkend voor een handelsonderneming is dat de goederen in (vrijwel) dezelfde staat (tegen een hogere prijs) worden verkocht als zij worden ingekocht. b Economische voorraad: de voorraad
Nadere informatieVoorbereiding 6.2. Peter van de Minkelis. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Voorbereiding 6.2 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Peter van de Minkelis 13 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/79168 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs
Nadere informatieb Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico
Docentenhandleiding Hoofdstuk 20 1 a Kenmerkend voor een handelsonderneming is dat de goederen in (vrijwel) dezelfde staat (tegen een hogere prijs) worden verkocht als zij worden ingekocht. b Economische
Nadere informatieHet eigen interieuradviesbureau (vaardigheidstoets)
Het eigen interieuradviesbureau (vaardigheidstoets) MODULE 4: LOGISTIEK & VERKOOP Inhoud: Technische en economische voorraad Voorraadkosten Servicegraad Bestellen Verkopen en brutowinst Handelen Verkopen
Nadere informatieExamen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 vrijdag 1 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 2007 tijdvak 1 vrijdag 1 juni 13.30-16.30 uur management & organisatie Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieOm de optimale bestelgrootte te vinden neem je de volgende stappen: XX. Bereken de totale voorraad- en bestelkosten per jaar. XX
5.3 Bestellen De bestelfrequentie is het aantal keren dat je een bestelling plaatst. Hoe vaak dat moet, hangt af van het soort product. Versproducten kun je bijvoorbeeld dagelijks bestellen, terwijl dit
Nadere informatieBeginner. Beginner. Beginner
Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Antwoordmodel Antwoordmodel Antwoordmodel Nummer 3 2014: uitgave 0/kosten 30 Afschrijving De waardevermindering van de auto (een onderdeel van de vaste activa)
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet? Dit is de afzet waarbij
Nadere informatieBasiscalculaties voor de commerciële sector
Basiscalculaties voor de commerciële sector Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit boek. Te activeren tot: Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522235235 info@eduactief.nl
Nadere informatieFabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs
www.jooplengkeek.nl Voorcalculatie Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs Verkoop kosten Reclamekosten
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Waar komen de grootboekrekeningen met betrekking tot privéonttrekkingen en privétoevoegingen voor, op de balans of de resultatenrekening? Privétoevoegingen en privéonttrekkingen
Nadere informatieBasiscalculaties voor de commerciële sector - Rekenvaardigheid
Basiscalculaties voor de commerciële sector Rekenvaardigheid Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522235235 info@eduactief.nl www.eduactief.nl Auteurs: E. Lockefeer en A. Schouten Eindredacteur: R. van
Nadere informatieLever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave GECONSOLIDEERDE JAARREKENING WOENSDAG 5 OKTOBER 2016 15.00-17.30 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 10 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer
Nadere informatieBij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.
De liquiditeits - en resultatenbegroting Een bedrijf wil graag weten of hij aan zijn betaalverplichtingen kan voldoen. Daarom wordt een planning gemaakt in de ontvangsten en de uitgaven (vaak binnen een
Nadere informatieExamen HAVO. Voorbeeldopgaven Hazo. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid
Examen HAVO 2017 Voorbeeldopgaven Hazo Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid Voorbeeldopgave nieuwe programma onderdelen bij Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid
Nadere informatieEindexamen m&o havo 2007-I
Beoordelingsmodel Opgave 1 1 maximumscore 1 Bij huurkoop loopt Witgoed minder risico omdat bij huurkoop Witgoed eigenaar blijft van de verkochte goederen tot de laatste termijnbetaling voldaan is. (Indien
Nadere informatieVerkoopcijfers Retail. Eerste verkoper en Verkoopspecialist (3) Theorie editie 2017 ESS-examen: Verkoopcijfers
www.sarphati-dehandelsroute.nl 3 Logistiek Ondernemerschap EV VS Retail Eerste verkoper en Verkoopspecialist (3) Verkoopcijfers L O 3 Entreeopleiding Assistent logistiek Entreeopleiding Assistent verkoop/retail
Nadere informatieHoofdstuk 1. Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124.
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124. Opgave 1.4 1. 25,24. 2. 1.486,35. 3. 28.459.000,-. 4. 4.659,-.
Nadere informatieToegepast Rekenen Opdrachten:
Toegepast Rekenen Opdrachten: Hfst 1: Rekenen Opdr. 1: a. 66 : 3 = c. -66 : (-3) = e. 12 - (+5) = b. 66 : (-3) = d. -12 + 5 = f. -12 (-5) = De omzet van een laptopwinkel is 15.000,-. De verkoopprijs per
Nadere informatieLesbrief CBS, inflatie en indexcijfers
2COLLEGE RUIVEN Lesrief CBS, inflatie en indexijfers Consumptie PSB en JKH 2016-2017 Deze lesrief geeft extra informatie over CBS, inflatie en indexijfers die je nodig het voor je PTA-toetsen en eindexamen.
Nadere informatieElobase Detailhandel Rekenopgaven over het onderwerp rendement berekenen kerntaak 2 Ondernemer / Manager handel
Elobase Detailhandel Rekenopgaven over het onderwerp rendement berekenen kerntaak 2 Ondernemer / Manager handel Dit rekenwerkboek is van: Telefoonnummer: Klas: 1 Rekenwerkboek, aanvullend op het theorieboek.
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Berekeningen
Samenvatting Management & Organisatie Bereke Samenvatting door een scholier 834 woorden 7 november 2003 6,5 127 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoe uit te rekenen Lineaire lening: 1. Bereken
Nadere informatieAntwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof
Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof 1 Antwoordenboek Inhoudsopgave Antwoorden opgaven hoofdstuk 1 t/m 4... 3 Antwoorden en normering proefexamen Associatie...
Nadere informatiehandel en verkoop CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 3
handel en verkoop CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 3 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). - Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld
Nadere informatieBeginbalans. Grootboek
3 eginbalans Verlies- en winstrekening en eindbalans Financiële feiten Proef- en saldibalans Journaal Grootboek In dit hoofdstuk behandelen we de grootboekrekeningen. Je leert in dit hoofdstuk hoe je grootboekrekeningen
Nadere informatieverkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) consument commissie (9% van de verkoopprijs) verkoopprijs (touroperator) reisbureau (commissie 9%)
opgave 1 consument verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) commissie (9% van de verkoopprijs) 600 54 reisbureau (commissie 9%) verkoopprijs (touroperator) 546 marge (touroperator) touroperator kostprijs
Nadere informatieFinanciën. Exploitatiebegroting Omzet ,50 x 50 = 625,00. 0,67 x 350 = 234,50. Inkoopwaarde. Brutowinst 390,50. Promotie kosten 10,00
Financiën Exploitatiebegroting Omzet 500+ 2,50 x 50 = 625,00 Inkoopwaarde 0,67 x 350 = 234,50 Brutowinst 390,50 Promotie kosten 10,00 Personeelskosten - Loonkosten 0,10 x 450 = 45,00 Nettowinst voor belasting
Nadere informatiebedrijfseconomie havo voorbeeldvraag
Voorbeeldopgave nieuwe programma onderdelen bij Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid titel opgave HAZO schooltype domein + globale eindterm havo F2: De kandidaat kan voor dienstverlenende
Nadere informatieANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9
ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet?
Nadere informatieEen product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.
Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product
Nadere informatieBedrijfsadministratie Deel I
Bedrijfsadministratie Deel I BTW in de boekhouding BAARHVILLE STUDIEHULP August 3, 2016 Opgesteld door: Deborah Baarh 1 Bedrijfsadministratie Deel I Thema Les DE BALANS SKIT-MODEL Startfase Duur fase:
Nadere informatieProefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63
Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2
Nadere informatieTOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)
TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) Het maximaal aantal te behalen punten voor deze toets is 90. Bij elke vraag of opdracht staat aangegeven hoeveel punten u daarvoor kunt halen. De beschikbare examentijd
Nadere informatieElementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel + Werkboek
Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel + Werkboek Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel + Werkboek P. H. C. Hintzen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2011 Omslagontwerp: Proforma, Barcelona Zetwerk:
Nadere informatieHoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124. Opgave 1.4 1. 25,24. 2. 1.486,35. 3. 28.459.000,-. 4. 4.659,-.
Nadere informatieBij delen met getallen en bedragen is het volgende van belang: Gebruik een rekenmachine Controleer het antwoord door te schatten
.3 Delen In een week tijd heb je 3.229 producten verkocht voor 73.588. Dit noem je de weekomzet. Maar wat was de gemiddelde verkoopprijs per product? Om dit uit te rekenen, moet je de weekomzet delen door
Nadere informatieFinancieel management - Rekenvaardigheid
Financieel management Rekenvaardigheid Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: E. Lockefeer, R. van Midde, A. Schouten Redactie: Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: J. Benneker, R.
Nadere informatieInkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de
Marge berekeningen Inkoopprijs + marge = verkoopprijs Een voorbeeld marge van de inkoopprijs Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% marge van de verkoopprijs Inkoopprijs 90% + marge 10% = verkoopprijs
Nadere informatieHoofdstuk 3: Resultaten
Hoofdstuk 3: Resultaten M&O HAVO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H3: Resultaten Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting
Nadere informatieHet teken < betekent is kleiner dan. In plaats van 4 is kleiner dan 2 schrijf je dus 4 < 2. Elk negatief getal is kleiner dan 0.
1 Rekenen 1.1 Getallen De getallenlijn De telgetallen of natuurlijke getallen zijn: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, Dit zijn allemaal gehele getallen. De getallen 1, 2, 3, zijn positief. Je kunt dat aangeven door
Nadere informatieconstante en variabele kosten
constante en variabele kosten constante kostentarief en bezettingsresultaat hoe vast is constant Om de constante kosten die je in het nieuwe jaar begroot hebt, via de verkoopprijzen van de te verkopen
Nadere informatie(Voorlopige omschrijving.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn.
pen analyseren verkoopcijfers UITWERKING begrip nettowinst brutowinstpercentage brutowinst brutowinst (Voorlopige.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn. Percentage waarmee de inkoopprijs
Nadere informatievoorraadkosten d e 3 r s
voorraadkosten d e 3 r s wat kost het Als je ernaar streeft om de servicegraad op 100% te houden, betekent dit dat er veel geld geïnvesteerd wordt in het aanhouden van voorraden. Dit is bedrijfseconomisch
Nadere informatieSamenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld
Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1
Nadere informatieHoofdstuk 10 Calculaties op korte termijn
Hoofdstuk 10 Calculaties op korte termijn 10.5 Jorco BV De productiecapaciteit van de onderneming Jorco BV is 30 000 eenheden product per jaar. Met etrekking tot het vorig jaar is het volgende overzicht
Nadere informatieBelastingen en de boekhouding
BAD1.1 les 7 programma Belastingen en de boekhouding Drie groepen belastingen Ondernemer als onbezoldigd ontvanger Loonbelasting Omzetbelasting Belastingen Drie groepen zakelijke belastingen waterschapslasten,
Nadere informatieKamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.
Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier
Nadere informatieExamen HAVO. Voorbeeldopgaven HAZO. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid
Examen HAVO 2017 Voorbeeldopgaven HAZO Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid Voorbeeldopgave nieuwe programma onderdelen bij Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid
Nadere informatieExamen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 vrijdag 10 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 2019 tijdvak 1 vrijdag 10 mei 13.30-16.30 uur management & organisatie Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieHet aantal te behalen punten is 100. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten je daarvoor kunt behalen.
asiskennis alculatie (K ) Oefenexamen 1 SISKENNIS LULTIE (K ) elangrijke informatie Het aantal te behalen punten is 100. ij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten je daarvoor kunt behalen. e beschikbare
Nadere informatieHoofdstuk 1. Oefenopgaven. Oefenopgave 1A. Bereken: 1. 178,37 25,79 + 1.267,66. 2. 2.442 : 8,25 12,5. 3. 460 + 3.690 2,45.
Hoofdstuk 1 Oefenopgaven Oefenopgave 1A Bereken: 1. 178,37 25,79 + 1.267,66. 2. 2.442 : 8,25 12,5. 3. 460 + 3.690 2,45. 4. 32,76 28 : 2,5 (of anders geschreven: 32,76 28/2,5). 5. 7 4 5,5. 6. 4.800 0,60
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. De heilige koe 1 maximumscore 1 per jaar: 4 x 80 = 320 2 maximumscore 1 1,167 0,321 x 100% = 72,5% 1,167 Als niet
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.
Nadere informatie2 Kostprijsberekening en opslagmethode
2 Kostprijsberekening en opslagmethode 2.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie hebben we al uitgebreid stilgestaan bij het bepalen van de kostprijs. We hebben kennisgemaakt met directe en indirecte
Nadere informatieDeze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd
Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN 978-94-92705-01-3 VERSIE 2 dd 04-07-2018 1 Examentraining 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 De juiste
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN Opgave 1 a. Welke kostensoorten zijn er zoal? Grondstofkosten, loonkosten, afschrijvingskosten, interestkosten, kostprijsverhogende belastingen en diensten van derden. b.
Nadere informatieFinanciële aspecten van de planning
14 hoofdstuk Financiële aspecten van de planning 14.1 B 14.2 A 14.3 D 14.4 D 14.5 D 14.6 C 14.7 C 14.8 C 14.9 A 14.10 D 14.11 B 14.12 D 14.13 C 1 12 18.000 = 1.500 14.14 A 14.15 C Ontvangen wordt november,
Nadere informatieVerdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo
Sectie economie 2012-2013 1 Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo In de bovenbouw kunnen jullie in de vrije ruimte het vak M&O opnemen. Het is daarom handig om dit jaar al een aantal lessen
Nadere informatie