LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan oktober 2011 Erica de Bruïne (Hogeschool Windesheim) Hans van Huijgevoort (Fontys OSO) Hettie Siemons (Hogeschool Utrecht, Seminarium voor Orthopedagogiek)
LEOZ generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan Generiek competentieprofiel In 2009 is een onderzoek naar de generieke competenties van de leraar inclusief onderwijs afgerond met als titel: Inclusief Bekwaam, generiek competentieprofiel inclusief onderwijs (Claasen, De Bruïne, Schuman, Siemons & Van Veldhooven, 2009). Dit onderzoek was een van de activiteiten van het Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg (LEOZ), één van de landelijke expertisecentra voor het onderwijs. Hoewel dit profiel specifiek gericht is op de setting van inclusief onderwijs, betekent dat beslist niet dat dit profiel geen andere toepassingsmogelijkheden buiten deze setting heeft. Om kunnen gaan met heterogene groepen, uit kunnen gaan van diversiteit, samen kunnen werken met ouders en ketenpartners - dit zijn competenties waarover ook een leraar binnen de setting van Passend Onderwijs dient te beschikken. Leerkrachten in elke onderwijssetting moeten een bijdrage kunnen leveren aan gewoon goed onderwijs en een antwoord kunnen geven op de uitdagingen waar het onderwijs op dit moment voor staat. Het competentieprofiel wil daar een hulpmiddel voor zijn. Uitdagingen voor goed onderwijs: burgerschapsperspectief: het uiteindelijk doel van onderwijs is leerlingen zo toe te rusten dat zij volwaardig kunnen functioneren als burger en zelf een bijdrage aan de maatschappij kunnen leveren; empowerment: de focus van goed onderwijs ligt niet op de deficiënties, op wat de leerlingen níet kakunnen, maar op de krachtbronnen en mogelijkheden van de leerlingen zelf én in hun omgeving; eigenaarschap en gedeelde verantwoordelijkheid: aansluitend bij bovengenoemde perspectieven hebben leerlingen een eigen (doorslaggevende) stem in de te stellen doelen en de ondersteuning die ze daarvoor nodig hebben; diversiteit: bij goed onderwijs gaan leraren niet bij voorbaat uit van de gemiddelde leerling. maar stemmen doelen en werkwijzen ook af op perspectieven en mogelijkheden van individuele leerlingen; maatwerk: voorzieningen worden flexibel afgestemd op de specifieke persoon en context; samenwerking en participatie: goed onderwijs vraagt om een actieve en nabije samenwerking met ouders en diverse betrokkenen binnen en buiten de school; Al deze ontwikkelingen hebben invloed op de kernaspecten van het professioneel handelen (vrij naar Claasen et al., 2009, pp 22). 2
Van competentieprofiel naar ontwikkelscan Het competentieprofiel van Inclusief Bekwaam beschrijft de competenties waarover een leerkracht die werkt in een inclusieve onderwijssetting moet beschikken. Dit profiel is, samen met de zeven door de SBL 1 beschreven lerarencompetenties, als basis genomen voor een ontwikkelscan voor leerkrachten. De scan is gericht op leerkrachten in het primair of speciaal onderwijs. Ook kan de scan gebruikt worden door studenten aan de PaBo. In een later stadium zal de scan toegesneden worden op leraren in het voorgezet onderwijs. In deze scan zijn de competenties zoals beschreven in Inclusief Bekwaam uitgewerkt in deelcompetenties en gedragsindicatoren. De deelcompetenties zijn gebaseerd op wat een leerkrachten iedere dag doen: zij vormen zich een beeld van een leerling of een groep, ze plannen en bereiden zich voor op wat ze gaan doen; zij voeren die plannen uit en blikken terug of hun inspanningen effect hadden en of (en zo ja: hoe) het een volgende keer anders zou kunnen (de regulatieve cyclus ). De gedragsindicatoren beschrijven het concrete gedrag van de leerkracht. Als een leerkracht of student de scan invult, stelt ze zich de vraag in hoeverre zij dit gedrag vertonen - zij beoordelen zichzelf. Op basis van deze zelfbeoordeling wordt de scan vervolgens ingevuld. Zo kan de student of leraar zich een beeld vormen van de eigen competenties. Deze zelfbeoordeling kan leiden tot verdere professionalisering op specifieke aspecten van het competentieprofiel. De scan koppelt de competenties aan kennisgebieden - zo krijgt de invuller zicht op de kennis die hij/zij kan gebruiken om zich in bepaalde competenties verder te ontwikkelen. Daarnaast worden in de scan de competenties gekoppeld aan (voor)beelden uit de praktijk: er bestaat een doorklikmogelijkheid naar videobeelden die op Leraar 24 zijn te vinden rond deze competenties. 1 SBL: Stichting beroepskwaliteit leraren en andere beroepen in het onderwijs. De SBL is sinds 2011 opgegaan in de Onderwijscoöperatie. 3
Rapportage van de resultaten De scan is opgebouwd uit zeven competenties, die elk afzonderlijk ingevuld kunnen worden. De scores worden gepresenteerd in grafieken en kunnen desgewenst geprint worden. Deze grafiek biedt een overzicht van álle competenties, maar ook van iedere competentie afzonderlijk. De invuller krijgt meteen een rapportage. Het programma houdt de vorderingen bij en kan onderbroken worden (het invullen van de scan hoeft niet in één sessie te worden afgerond). De resultaten van alle respondenten worden anoniem verwerkt om een totaaloverzicht voor het PO en SO te maken. De opstellers van de scan willen nagaan of er belangrijke verschillen zijn tussen bijvoorbeeld verschillende sectoren en functies van het PO en SO of tussen leeftijdsgroepen. Daarom start de scan met het verzoek om enkele algemene gegevens in te vullen. 4
Het gebruik van de scan. De scan kan integraal worden ingevuld, maar het is ook mogelijk slechts een of enkele competenties in te vullen. Het kan als zelfreflectie worden gebruikt, maar ook als middel om een discussie op gang te brengen. De scan richt zich op verschillende doelgroepen en kan op verschillende manieren gebruikt worden: leraren Primair of Speciaal Onderwijs De scan kan een hulpmiddel voor individuele leraren zijn om - (meer) zicht te krijgen op de eigen bekwaamheden en ontwikkelmogelijkheden; - (meer) inzicht te verkrijgen in welke specifieke bekwaamheden nodig zijn voor het werken binnen de setting van Passend Onderwijs. studenten PaBo of master SEN De scan kan een hulpmiddel voor individuele studenten zijn om inzicht te verkrijgen in en te reflecteren op de eigen bekwaamheden om te werken binnen passend onderwijs. Studenten kunnen op verschillende momenten tijdens de opleiding de scan invullen, zodat zij zicht krijgen op de ontwikkeling en groei van hun competenties intern begeleiders De scan kan een hulpmiddel zijn bij het coachen van leerkrachten bij het omgaan met heterogene groepen en alles dat daar bij komt kijken (bijv. werken met groepsplannen). schoolteams Primair of Speciaal Onderwijs De scan kan een hulpmiddel zijn voor teams om - (meer) zicht te verkrijgen in de bekwaamheden binnen het team. De scan kan dan ingezet worden tijdens studiebijeenkomsten of workshops; - als bouwsteen voor het ontwikkelen van een professionaliseringsplan voor school of team. opleidingsdocenten PaBo of master SEN De scan kan een hulpmiddel zijn bij (verdere) toerusting van studenten op de praktijk van Passend Onderwijs, als onderdeel van het curriculum. Literatuur Bruïne, E. de, Claasen, W., Siemons, H. & Jansma, F. (2004). Bekwaam en Speciaal. Generiek competentieprofiel Speciale Onderwijszorg. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Claasen, W., Bruïne, E. de, Schuman, H., Siemons, H. & Veldhoven, B., van, (2009). Inclusief Bekwaam. Generiek competentieprofiel inclusief onderwijs. LEOZ deelproject 4. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. 5