Lente uitgave 2013 groep 3/4
inhoud blz. Lente 3 1. Langer licht 4 2. Bollen 5 3. Wakker worden 6 4. Frisse blaadjes 7 5. Kikkerdril 8 6. Op reis 9 7. In de wei 10 8. Er op uit! 11 9. Filmpjes 12 Werkblad lente 14 Puzzel: de 7 verschillen 15 Woordzoeker Lente 16 Kruiswoordpuzzel 17
Lente Op 20 maart is de winter voorbij. Dan begint de lente. Je noemt de lent ook wel voorjaar. In dit e-boek lees je meer over de lente. Je leest over bloembollen. Over dieren die wakker worden. Over bomen die weer blaadjes krijgen. Over jonge dieren die geboren worden in het voorjaar. En over vogels die weer terugkomen. Maar ook over mensen die de kriebels krijgen.
1. Langer licht In de winter zijn de dagen kort. Het wordt laat licht en weer vroeg donker. In de lente worden de dagen weer langer. De zon komt vroeger op. En in de avond gaat hij weer later onder. In de lente wordt het warmer In de lente is het langer licht De zon krijgt meer kracht. Het wordt weer warmer. Planten en dieren voelen die warmte. De natuur wordt langzaam weer wakker. In de winter leken alle planten en bomen wel dood. Nu komt alles langzaam tot leven. In de lente verandert de natuur.
2. Bollen In de lente gaan de eerste bloemen weer bloeien. Die bloemen komen uit een bol. Het is een bloembol. Die bol zit onder de grond. Daar zat hij de hele winter. narcis hyacint tulp Zo groeit een tulp uit een bol bol krokus sneeuwklokje lentebloemen uit een bol In de bloembol zit het eten voor de plant. Door de warmte gaat uit de bol een steel groeien. Aan de steel gaat een bloem bloeien. De tulp groeit uit een bol. Maar ook de krokus, de narcis, het blauwe druifje, het sneeuwklokje en de hyacint. Het zijn allemaal lentebloemen.
3. Wakker worden Er zijn dieren die de hele winter slapen. In de herfst hebben ze zich vol gegeten. Ze waren dik en rond toen ze gingen slapen. Als ze in de winter slapen, hoeven ze niet te eten. de kikker de vleermuis de pad de egel Egels, padden, kikkers en vleermuizen houden een winterslaap. Nu het in de lente warmer wordt, doen ze hun ogen weer open. Er zijn weer planten om te eten. Ook komen de insecten weer te voorschijn. Voor alle dieren is er weer eten. Ze hoeven niet meer te slapen.
4. Frisse blaadjes In de winter zijn de takken kaal. De harde wind in de herfst heeft alle bruine bladeren van de bomen geblazen Ook de bomen slapen in de winter. Door de warmte en het licht van de zon worden bomen weer wakker. de bomen krijgen nieuwe blaadjes de knoppen aan de tak de bladknop Aan de takken zitten knoppen. Het zijn bladknoppen. Uit een bladknop groeit een nieuw klein, fris blaadje. Aan het eind van een tak zit ook een knop. Daar gaat de tak verder groeien. Ook gaan er zijtakjes groeien. De kale winterbomen worden langzaam weer helemaal groen.
5. Kikkerdril In het voorjaar worden veel jonge dieren geboren. In de sloot vind je kikkerdril. Het is een dikke klomp kleine eitjes. Die klomp drijft in het water Je ziet kleine zwarte stipjes. Daaruit groeien kikkervisjes. 1 2 3 van kikkervisje tot kikker 4 5 het kikkerdril Ze lijken op kleine visjes met een grote staart. Het visje krijgt eerst achterpoten. Later komen er voorpootjes aan. Nu lijkt het op een kikker met een staart. De staart valt er later af. Nu pas is het een echte kikker. De kikker kan in het water en op het land leven.
6. Op reis In de herfst gaat de zwaluw op reis. In een grote groep vliegt hij naar het zuiden. Daar is het warm. Er is ook eten. Er zijn volop vliegjes en muggen. Die vindt hij niet meer in de kou. In de lente komt de zwaluw terug. De zwaluw voert haar jongen de zwaluw Het wordt weer warmer en er is weer volop eten. Later zoeken mannetjes en vrouwtjes elkaar op. Ze bouwen een nest. Niet lang daarna liggen er eitjes in. Na 2 weken broeden komen de eitjes uit. Nu vliegen vader en moeder af en aan. Ze zijn druk met het zoeken naar voer voor de jongen.
7. In de wei In de winter is de wei leeg. De koeien staan op stal. Buiten is het koud. Het gras groeit niet. In de stal krijgt de koe droogvoer en gedroogd gras. De koeien zijn weer buiten de lammetjes in de wei In de lente gaan de dieren van de boerderij weer naar buiten. In de wei eten ze het frisse gras. De lammetjes springen rond in de wei. Het varken ligt lui in de zon. Een koe rent wild door de wei. Het lijkt wel of de dieren de kriebels krijgen van de lente.
8. Er op uit! In de winter zitten mensen veel binnen. Buiten is het donker en koud. Nu is het langer licht en het wordt warmer. Mensen zijn nu opeens meer buiten. Ze genieten van de eerst stralen van de zon in de lente. Ze gaan de natuur in. Ze lopen of fietsen in het bos. Ze zien dat de natuur weer gaat leven. Mensen lijken een stuk vrolijker. Een nieuw seizoen begint. De lente kleurt de wereld. Ook krijgen mensen de kriebels.
9. Filmpjes Kikkervisjes Van bol tot bloem Bekijk het filmpje Jonge zwaluwen Bekijk het filmpje Lammetjes Bekijk het filmpje Bekijk het filmpje
Zo groeit een blad Zo bloeit bloesem Bekijk het filmpje Huisje, boompje, beestje Huisje, boompje, Lente beestje Lente Bekijk het filmpje Huisje, boompje, beestje Feest! Het is lente Bekijk het filmpje Bekijk het filmpje
Werkblad Lente 1. Ken je de naam van de bloemen. Trek een lijn. Werkblad Lente 3. Wat vind je leuk aan de lente? Teken het maar....... de hyacint. de narcis. de tulp. de krokus. het sneeuwklokje goed /fout 2. Kies uit de twee woorden. Welk woord is goed? A. Een roos/tulp groeit uit een bol. B. In de lente wordt het langer/korter licht. C. In een bloembol zit het eten/water voor de plant. D. Een kikkervisje krijgt eerst voorpoten/achterpoten. E. Een zwaluw vliegt weg in de herfst/winter. F. De blaadjes van een boom zitten in een knop/tak. G. Een pad/eekhoorn houdt een winterslaap. H. Een koe eet in de lente vers gras/hooi.
Zoek de 7 verschillen tussen de twee platen.
woordzoeker Kijk op de vleugel van de vlinder Zie je de 10 lentewoorden? Zoek die woorden tussen de bloemen. Ze zitten overal verstopt. Lees van links naar rechts. Lees van boven naar beneden Lees schuin omhoog. Of lees schuin naar beneden. Trek een lijn om elk woord. Speuren maar! lente voorjaar tulp kikker bloembol krokus knoppen lammetje zwaluw dril
Kruiswoordpuzzel Van links naar rechts 1. Dit dier huppelt in de lente in de wei. 2. Hier woont een zwaluw in. 3. Dit dier houdt een winterslaap. 5. Hier groeit een tulp uit. 1 2 Van boven naar beneden 1. Een ander woord voor voorjaar. 4. Hieruit groeit een tak en een blad. 3 4 5 EclipseCrossword.com
Een greep uit de collectie van bijna 200 digitale boeken Hier registreren voor toegang tot de webwinkel. Neem een gratis abonnement op de nieuwsbrief! meer boeken groep 3 /4 meer boeken groep 5/6 meer boeken groep 7/8 Voor meer informatie: Volg Eduboek op:
Antwoordenblad Lente 1. Ken je de naam van de bloemen. Trek een lijn. Antwoordenblad Lente 3. Wat vind je leuk aan de lente? Teken het maar....... de hyacint. de narcis. de tulp. de krokus. het sneeuwklokje goed /fout 2. Kies uit de twee woorden. Welk woord is goed? A. Een roos/tulp groeit uit een bol. B. In de lente wordt het langer/korter licht. C. In een bloembol zit het eten/water voor de plant. D. Een kikkervisje krijgt eerst voorpoten/achterpoten. E. Een zwaluw vliegt weg in de herfst/winter. F. De blaadjes van een boom zitten in een knop/tak. G. Een pad/eekhoorn houdt een winterslaap. H. Een koe eet in de lente vers gras/hooi.
oplossingen
1 L A M 2 E N E S T 3 4 K I K K T E R 5 B N O L P EclipseCrossword.com