1. Computer, Voor een keertje lekker paaspelletjes spelen op Nodig: leesblad over de lente, computers

Transcriptie

1 Thema Voorjaar en Pasen We werken eraan op Maandag 26 maart,, woensdag 28 maart, donderdag 29 maart, maandag 2 april, dinsdag 3 april en woensdag 4 april We werken ongeveer 45 minuten per keer. Er zijn 6 groepen van 4 a 5 leerlingen. stations 1. computer : paasspelletjes op: 2. schooltje over paasverhaal,tafel van 8, paaswoorden enz. 3. jonge dieren 4. paasliedjes zingen, uitbeelden 5. zaadjes planten 6. wasco-ecoline tekening Alle groepen beginnen met het samen lezen van de informatie over pasen, de lente, jonge dieren, nieuw leven.. Pas daarna gaan ze daadwerkelijk aan de slag met de opdracht. 1. Computer, Voor een keertje lekker paaspelletjes spelen op Nodig: leesblad over de lente, computers 2. het schooltje Lees eerst de ingekorte versie van het paasverhaal uit de Kijkbijbel. Oefen de tafel van 8 met paaseitjes.maak het werkblad van rekenweb. Maak het werkblad met paaswoorden. Maak een vrolijke paaskaart. Schrijf er Vrolijk Paasfeest op. En nog andere aardige dingen. Aan wie ga je hem geven? Nodig:, leesblad kijkbijbel, tafelblad, paaseitjes, karton of papier voor de paaskaart 3. Jonge dieren Lees dan de informatie over jonge dieren. Maak daarna het werkblad over jonge dieren. (hoe heten vader-moeder-kind) Ken je alle dierengeluiden? Probeer het maar samen. Maak een kuikenslinger: vouw een strook als een waaier. Trek de mal over. Knip uit. Klaar. Plak de kuikens ergens op (raam-papier) Nodig: leesblad, werkblad jonge dieren(internet), mal kuiken, stroken 4. Paasliedjes zingen en uitbeelden Lees eerst samen het verhaal over de paashaas.. Oefen de 2 paasliedjes ( Hip-hip-hip, 30 verse eieren), spreek af wat jullie gaan uitbeelden/dansen.(op de gang) Tijd over:maak de paaswoordzoeker/ kleur de kleurplaat. Nodig: leesblad paasverhaal, casetterecorder, bandjes met de liedjes, kleurplaat met woordzoeker

2 5. Zaadjes planten Lees eerst het leesblad over bollen en zaadjes en bloesems. Dan gaan ze aan de slag. In een lege eierdop natte watten plaatsen, dan zaadjes van tuinkers zaaien. Vervolgens gaan ze ganzenbord spelen met het lentespringspel (met 2 of 3 kinderen). Zij kunnen ook bloemen bollen tekenen/kleuren. Nodig: leesblad, lege eierdoppen (laten we meenemen),2 ganzenborden met pionnen en dobbelstenen, tekenpapier. 6. Wasco-ecoline tekenen Lees eerst het blad over vogels Maak een mooie wascotekening met oliepastels. Onderwerp pasen. Tot slot allerlei kleuren ecoline erover verven. Nodig: leesblad, papier, oliepastels, ecoline, penselen Slot: Iedereen komt bij elkaar voor het muzikale optreden. We bewonderen de werkstukken en bespreken de diverse werkgroepen. Is er een mooi werk gemaakt voor in onze groeps- portfolio?

3 Opdracht bij : De computer Voor een keertje lekker paaspelletjes spelen op

4 Opdracht bij : Het Schooltje 1. Lees eerst het paasverhaal uit de Kijkbijbel 2. Oefen de tafel van 8 met paaseitjes. Maak het werkblad van rekenweb. 3. Maak het werkblad met Paaswoorden 4. Maak een vrolijke paaskaart. Schrijf er Vrolijk Paasfeest op. En nog andere aardige dingen. Aan wie ga je hem geven?

5 Opdracht bij : De jonge dieren Lees eerst de informatie over jonge dieren. Maak daarna het werkblad over jonge dieren. (hoe heten vader-moeder-kind) Ken je alle dierengeluiden? Probeer het maar samen. (zachtjes he) Maak een kuikenslinger Vouw een strook als een waaier. Trek de mal over. Knip uit. Klaar.

6 Opdracht bij : Paasliedjes Lees eerst samen het paasverhaal over de paashaas. Oefen de 2 paasliedjes ( Hip-hip-hip, 30 verse eieren), Spreek af wat jullie gaan uitbeelden/dansen Tijd over?... Maak de paaswoordzoeker Kleur de kleurplaat

7 Opdracht bij : Zaadjes planten Lees eerst het leesblad over bollen en zaadjes en bloesems Ga dan aan de slag Doe in een lege eierdop natte watten Zaai de zaadjes van tuinkers.. En nu maar wachten!! Ga ganzenbord spelen met het lentespringspel (met 2 of 3 kinderen). Je mag ook nog bloemen,bollen tekenen en kleuren.

8 Opdracht bij : De wasco-ecoline Lees eerst het blad over vogels in de lente Maak een mooie wascotekening over pasen. En nu maar kleuren ecoline erover verven.

9 De lente begint op 20 maart. Dan zijn de dag én de nacht even lang! De natuur mag wakker worden uit haar winterslaap. De takken van de bomen laten hun knoppen groeien. Er komen weer bloemen in de velden en alles wordt groener. Het weer wisselt nog wel: soms een zonnetje soms een bui soms zelfs nog een sneeuwbui! Het wordt toch ook al weer wat warmer. In april gaat alles echt groeien. De bomen krijgen weer bladeren. De fruitbomen krijgen mooie bloesems (wit of rose). De bollenvelden bloeien:de tulp, de narcis, de hyacint. De trekvogels komen al weer terug. De zwaluw is er vaak al weer snel. Het wordt steeds een beetje warmer, maar ook in april kan het nog koud zijn, hoor! Soms vriest het s nachts ineens en dan bevriezen alle bloesems! In de maand mei worden de jonge vogeltjes geboren. Zij piepen om het hardst. Hun ouders vliegen af en aan om eten te zoeken: insecten, larven. Er zijn ook weer jonge eendjes in de sloot. Het is nu veel langer dag en best lekker warm.

10 In de lente worden veel jonge dieren geboren. Weet je alle namen van deze dieren al? Bij de stier(vader) en de koe (moeder) wordt een kalfje geboren. Een vader schaap heet een ram en moeder schaap is een ooi. Het jong heet een lammetje. Bij een varken heet de vader een beer, de moeder een zeug en het kind heet big of biggetje. Bij de paarden heb je een hengst (= papa), een merry( = mama) en het jong heet een veulen. De kuikens worden geboren bij de haan ( is het mannetje) en de hen ( is het vrouwtje). Een hen noem je ook wel gewoon een kip. Bij de honden krijgen de reu en de teef een puppie. Bij de katten krijgen de kater en de moederpoes een kitten. De ganzen en eenden krijgen kuikens. De vogels krijgen jongen. De kikkers hebben kikkerdril en daaruit komen de kikkervisjes. En nu maar beschuit met muisjes eten!!!!!!! Het is weer lente!!!!!!!!!!!!!

11 In de lente begint alles weer te groeien. Al het nieuwe leven begint dus weer. De zaadjes die je zaait worden weer plantjes. Gewoon een zaadje in de aarde. Doe er wat water bij (of regen). Een beetje zon op zijn tijd (of wat warmte). En hup. Daar komt het kopje van de plant boven de grond. In de herfst zijn de bollen in de grond gestopt. In het voorjaar gaan de bollen groeien. De krokus is het eerst! De narcis, de hyacint komen ook al snel boven de grond. De tulp is de laatste, maar ook wel de mooiste! Sommige bomen krijgen ook bloemen. De kale takken krijgen dan witte of rose bloempjes. Pas als de bloesem uitgebloeid is, komen er blaadjes aan de takken. Maar er komen nog meer bloemen : de paardebloem, de boterbloem, de klaproos, een madeliefje. Die groeien gewoon in het gras langs de kant van de weg of in de wei. Lente.. De natuur groeit en bloeit weer!!

12 Weet je nog van de trekvogels? Die gingen in de herfst weg naar een warm land. Want in de winter is het te koud in Nederland. Dat was bijvoorbeeld een zwaluw of een rietgans. Als het lente wordt in ons land, wordt het weer warmer. En dus komen de trekvogels weer terug. Meestal komt de zwaluw het eerst. De mensen denken dan meteen dat het zomer is. Maar dat is echt niet zo hoor! De wintergasten gaan in de lente ook weer terug naar hun eigen land. Daar is het dan ook weer wat warmer geworden. De Koperwiek en sommige zwanen vliegen dus weer weg. Maar de standgasten zijn er nog steeds. Zij bleven de hele winter in ons land. De mus, de vink, een ekster, een koolmees. Je ziet ze best wel vaak in de tuin. Alle vogels beginnen een nestje te bouwen. Ze vliegen af en aan. Takjes, stro, een blaadje. Ze maken een mooi, stevig nest. Dan worden er eitjes gelegd. En nu maar afwachten tot de jongen eruit komen. Het is een gepiep! En dan hebben vader en moeder het nog drukker. Want al die vogeltjes willen eten Een insect, een larve. Tot ze groot genoeg zijn om zelf te vliegen!

13 Jezus gaat naar Jeruzalem.Met zijn leerlingen. Hij rijdt op een ezel de stad in. De mensen zijn blij. Ze wuiven met takken en leggen mantels op de weg. Ze zingen: Hosanna Dat is Jezus!! Jezus hoort bij God. Niet alle mensen zijn blij met Jezus. Die willen Jezus weg hebben! Een leerling heet Judas. Hij verraadt Jezus voor geld. Hij vertelt later aan de soldaten waar Jezus is. Als het avond is gaat Jezus paasfeest vieren. Jezus gaat eerst eten met zijn leerlingen. Hij breekt het brood en dankt God. Hij zegt: neemt en eet dit brood Dit is mijn lichaam, Zo geef Ik Mijzelf aan jullie. Dat doet hij ook met de wijn. Hij zegt: Drink allen uit deze beker. Zo geef ik mijzelf aan jullie. Dan hoor je ook bij God. Dan gaat Jezus de tuin in. Daar gaat hij alleen bidden. Dan komt Judas met de soldaten. De mensen zeggen: Jezus moet dood. Kruisig hem naar. Jezus gaat zelf zijn kruis dragen. Dan hangt Jezus aan het kruis. Hij buigt zijn hoofd en sterft. Later wordt Jezus begraven in een rots. Ze rollen een zware steen voor de rots. De volgende dag is de steen zo maar weg. Jezus is er ook niet meer..

14 1.pasen/voorjaar doorschuifsysteem computer: speelzolder Schooltje Paasverhaal Paas-Muziek Jonge dieren zaadjes en bloemen wascoecoline paastekening

20