1 Rampenprotocol Euregio Scheldemond H I E R N A G E N O E M D E P A R T I J E N, De Gouverneur van Oost-Vlaanderen, de heer H. Balthazer, De Gouverneur van West-Vlaanderen, de heer P. Breyne, Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland, vertegenwoordigd door de heer W.T. Van Gelder, Commissaris van de Koningin in Zeeland, en de heer L.J.M. Verdult, Provinciesecretaris, Gelet op de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen van 14 november 1985 alsmede de Eerste Aanvullende Overeenkomst van 5 februari 1990; op de Gemeenschappelijke Verklaring van de Minister van Binnenlandse Zaken van de Federale Regering van België, de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid van de Vlaamse Regering, de Minister-President en de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken van de Waalse Regering, de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van Nederland en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van Nederland inzake grensoverschrijdende samenwerking van 5 februari 2002; op de Benelux-Overeenkomst van 12 september 1986 inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale samenwerkingsverbanden of autoriteiten; op de Overeenkomst tussen de Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland en de Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen ter nadere regeling van de wederzijdse bijstandsverlening in het kader van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen en ter regeling van de informatie-uitwisseling ondertekend te 's-hertogenbosch op 10 juni 1992; op de Overeenkomst tussen de Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland en de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen ter nadere regeling van de wederzijdse bijstandsverlening in het kader van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen en ter regeling van de informatie-uitwisseling, ondertekend te 's-hertogenbosch op 10 juni 1992;
2 op de instelling van de Provinciale Veiligheidscel Oost-Vlaanderen in het kader van de rampenbestrijding door de Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, ingesteld te Gent op 4 november 1987; op de instelling van de Provinciale Veiligheidscel West-Vlaanderen in het kader van de rampenbestrijding door de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, ingesteld te Brugge op 5 december 2002; op de Samenwerkingsovereenkomst Openbare Veiligheid Zeeland in het kader van de rampenbestrijding tussen provincie Zeeland, de gemeenten in Zeeland, de waterschappen in Zeeland en Rijkswaterstaat, directie Zeeland, ondertekend te Vlissingen op 22 november 1993, waarbij de Commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland optreedt als voorzitter van de Stuurgroep Samenwerking Openbare Veiligheid Zeeland; op de beslissing van de ministerraad van 11 maart 1988, waarbij aan de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen bevoegdheden inzake de bestrijding van rampen op het water voor de kust van België werden toegekend; op de Afzonderlijke overeenkomst inzake de wederzijdse hulpverlening bij rampen of ernstige ongevallen en de organisatie van gezamenlijke rampoefeningen tussen de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en de Prefect van de Regio Nord-Pas-de-Calais, Prefect van het Departement Nord, ondertekend op 15 oktober 1999; op de Overeenkomst ter bevordering structureel overleg rampenbestrijding Zeeland en West-Vlaanderen te Zeebrugge op 29 november 2000; op de Intentieverklaring bevordering structureel overleg rampenbestrijding Zeeland en Oost-Vlaanderen" te Zelzate op 29 mei 2000; op de bestaande burenhulpovereenkomsten tussen gemeenten in de grensstreek; op de inspanningen in dit verband verricht door de Vakgroep Veiligheid werkzaam in het kader van de Euregio Scheldemond; op het Handboek Euregionale Samenwerking Rampenbestrijding Scheldemond; Overwegende Dat dit Protocol een aanvulling is op de bestaande interventieplannen of rampenplannen; Zijn het volgende overeengekomen:
3 I. Algemeen Artikel 1. Definities: Euregio Scheldemond: het Rampenprotocol: Handboek: het samenwerkingsverband tussen de Belgische provincies Oost- en West Vlaanderen en de Nederlandse provincie Zeeland; dit Euregionaal Rampenprotocol Scheldemond; het Handboek Euregionale Samenwerking Rampenbestrijding Scheldemond; De Werkgroep GROS-rampenbestrijding: Permanente Werkgroep GROS-rampenbestrijding van de Vakgroep Veiligheid Euregio Scheldemond; Artikel 2. Het Rampenprotocol heeft tot doel om de grootschalige hulpverlening bij ongevallen en rampen in de Euregio Scheldemond beter af te stemmen met de verantwoordelijke overheden aan beide zijden van de grens. Dit via een handboek met concrete afspraken over grensoverschrijdende samenwerking en bijstand, zodat een koppeling plaatsvindt tussen de veiligheidsnetwerken in de provincies Zeeland, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. Artikel 3. Het Handboek biedt een handreiking voor overheden en hulpdiensten en treedt niet in de plaats van bestaande rampenplannen of specifieke regelingen, maar is daarop aanvullend voor die situaties waarin calamiteiten een grensoverschrijdend effect tot gevolg hebben. Artikel 4. De partners bevorderen dat onderdelen van het Rampenprotocol en het Handboek worden opgenomen in daarvoor in aanmerking komende gemeentelijke of provinciale plannen of dat hiernaar wordt verwezen. Artikel 5. Het Rampenprotocol en het Handboek zijn openbaar te raadplegen. II. Bijstandverlening Artikel 6. De partners erkennen dat bijstand in het buurland in principe slechts mogelijk is voor de inzet van brandweer en geneeskundige inzet, zoals formeel mogelijk gemaakt door de in de aanhef genoemde Overeenkomsten.
4 Artikel 7. De partners zien erop toe dat de juiste maatregelen worden genomen ter bestrijding van elk der verschillende soorten incidenten. Artikel 8. De partners zien erop toe dat grensoverschrijdende bijstandverlening door brandweer plaatsvindt volgens het schema dat als bijlage 1 bij dit protocol is bijgevoegd. Artikel 9. De partners zien erop toe dat grensoverschrijdende geneeskundige bijstandverlening plaatsvindt volgens de schema s die als bijlagen 2 en 3 bij dit protocol zijn bijgevoegd. Artikel 10. De partners zien erop toe dat de financiële afwikkeling van de bijstandverlening plaatsvindt volgens de regeling in het handboek onder hoofdstuk 4 vermeld, die als bijlage 4 bij dit protocol is bijgevoegd. III. Communicatie Artikel 11. 1. De partners erkennen het belang van de meldings- /alarmeringsschema s en schema s voor bijstandsafhandeling zoals opgesteld door de Commissie Rutten en erkennen deze, aangepast aan de situatie in de Euregio Scheldemond, als basis voor de grensoverschrijdende afhandeling zoals vastgelegd in het Rampenprotocol. 2. De partners verplichten zich ertoe de communicatie tussen overheden te laten geschieden volgens de stroomschema s, die als bijlagen 5, 6, 1, 2 en 3 zijn bijgevoegd bij dit protocol, waarbij primair gebruik gemaakt wordt van telefoonverkeer of, indien noodzakelijk en in onderlinge afspraak, via het gebruik van fax of e-mail. Artikel 12. De partners bevorderen dat de hulpdiensten conform de schema s van melding/alarmering en bijstand werken alsmede dat specifieke instructies van personeel van meldkamers/alarmcentrales door de hulpdiensten plaatsvindt. Artikel 13. 1. De partners erkennen het belang van het Burgemeestersprotocol, dat de burgemeesters van gemeente in de grensstreek van de provincies Antwerpen en Noord-Brabant op 11 oktober 2002 hebben ondertekend.
5 2. De partners verbinden zich ertoe de ondertekening van een soortgelijk Burgemeestersprotocol voor de gemeenten in het gebied van de Euregio Scheldemond, waar mogelijk, te bevorderen. 3. Het Burgemeestersprotocol grensoverschrijdende informatieverschaffing en alarmering bij rampen en andere crises in de Euregio Scheldemond is als bijlage 7 bij dit protocol gevoegd. Artikel 14. 1. De partners verplichten zich ertoe gegevens uit te wisselen over gevaren en schadegevallen die een weerslag hebben of kunnen hebben op het grondgebied van het buurland. 2. De partners verplichten zich ertoe, indien het buurland daadwerkelijk wordt bedreigd, zo snel mogelijk via de daartoe aangewezen procedure grensoverschrijdend te alarmeren. Artikel 15. De partners zien er, voor zover mogelijk, op toe dat: 1. de communicatie tussen overheden en hulpdiensten voornamelijk zal plaatsvinden tussen de functionarissen van de verantwoordelijke bestuurders; 2. de (eerste adviseurs van) Commissaris van de Koningin en de Gouverneur(s) het nationaal niveau informeren; 3. de communicatie tussen de hulpdiensten plaatsvindt volgens de bijgevoegde stroomschema s, waarbij op het niveau van de coördinatiecentra van hulpdiensten primair gebruik gemaakt wordt van telefoonverkeer of, indien noodzakelijk en in onderlinge afspraak, via het gebruik van fax of e-mail; 4. voor de communicatie tussen de diensten op het terrein gebruik wordt gemaakt van mobilofoon of radio-apparatuur, alsmede van elkaars frequenties. Zodra beide landen zijn overgeschakeld op de TETRA-standaard kan rechtstreeks grensoverschrijdend worden gecommuniceerd op basis van afspraken tussen de hulpdiensten; 5. communicatie tussen de overheden en hulpdiensten zal plaatsvinden volgens bijgevoegde stroomschema s. Daarbij wordt primair gebruik gemaakt van telefoonverkeer, waarbij kan worden afgesproken bepaalde zaken per fax of e-mail te verzenden; 6. overheden niet communiceren met de hulpdiensten in het buurland. IV. Structuur Artikel 16. 1. Beheer van het Rampenprotocol en het Handboek wordt door de Provincie Zeeland gewaarborgd. 2. De Provincie Zeeland draagt zorg ervoor dat alle actualisaties blijvend zullen worden gemeld aan de in de verzendlijst in het
6 Handboek opgenomen instanties en personen. Deze dienen zelf zorg te dragen voor het ophalen van deze actualisatie van de website van de provincie Zeeland. 3. De Werkgroep GROS-rampenbestrijding bewaakt de periodieke actualiseringen. V. Slotbepalingen Artikel 17. De partners verplichten zich ertoe de actualiteit van risicokaarten, die digitaal op de websites van de provincies worden geplaatst, jaarlijks te evalueren en indien noodzakelijk te bevorderen deze te actualiseren. Artikel 18. De partners verplichten zich ertoe de actualiteit van de lijst van telefoonnummers van overheden en hulpdiensten, die zijn bijgevoegd als bijlage 8 bij dit protocol, jaarlijks te evalueren en indien noodzakelijk te actualiseren. Artikel 19. De partners verbinden zich ertoe, ieder voor zich naar vermogen, in hun provincie, en voor zover nodig, in overleg met de bevoegde instanties, bijkomende regelingen te treffen ter uitvoering van dit protocol. Artikel 20. De partners verbinden zich ertoe na 2 jaren deel te nemen aan een evaluatie van dit protocol met het oog op de voortgang van de uitvoering van de afspraken zoals opgenomen. Artikel 21. De partners verbinden zich ertoe de nodige inspanningen te verrichten om structurele oplossingen te zoeken voor nog resterende en eventuele nieuwe knelpunten voor zover het hun bevoegdheden betreft. Artikel 22. Het Rampenprotocol treedt in werking de dag na de ondertekening en geldt voor onbepaalde duur. Gedaan te Zaffelare (B.) Op 14 april 2003
7 Voor Zeeland De Commissaris van de Koningin in Zeeland, W.T. van Gelder, En De Provinciesecretaris, L.J.M. Verdult, Voor Oost-Vlaanderen De Gouverneur van Oost-Vlaanderen, H. Balthazar, Voor West-Vlaanderen De Gouverneur van West-Vlaanderen, P. Breyne,