het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Geert Bourgeois, minister-president,

Transcriptie

1 Overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en de provincie Oost- Vlaanderen betreffende de ondersteuning van een provinciaal steunpunt duurzaam wonen en bouwen. Tussen, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Geert Bourgeois, minister-president, en de provincie Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de heer Jozef Dauwe, gedeputeerde en de heer Albert De Smet, provinciegriffier Wordt het volgende overeengekomen: I. Begripsomschrijving Art 1 In deze overeenkomst wordt verstaan onder: (1) Duurzaam Wonen en Bouwen: wonen en bouwen volgens de principes van duurzame ontwikkeling en de principes zoals geformuleerd in de transitieprioriteit Slim Wonen en Leven in Visie 2050, de langetermijnstrategie voor Vlaanderen (2) Transitieproces DuWoBo: transitieproces met als doel versneld doorbraken te realiseren om in Vlaanderen te evolueren naar een duurzaam systeem van wonen en bouwen. Dit proces werd opgestart door de Vlaamse overheid en wordt gecoördineerd door het departement Kanselarij en Bestuur. II. Verbintenissen, actieplan en structuur Art 2 De provincie en het Vlaams Gewest verbinden zich ertoe om het provinciale steunpunt duurzaam wonen en bouwen verder te ondersteunen tot het einde van de lopende Vlaamse legislatuur (2019). Het steunpunt is de lokale gespreks- en adviespartner wat betreft duurzaam wonen en bouwen en initieert en begeleidt duurzame bouwprojecten. Art 3 Het steunpunt richt zich in grote lijnen tot drie doelgroepen: particulieren, lokale besturen en de professionele sector van wonen en bouwen. Het steunpunt initieert de principes van 1

2 duurzaam wonen en stimuleert de toepassing ervan bij elk van deze doelgroepen. Art 4 De duurzaamheidsmeters die zijn ontwikkeld door de Vlaamse overheid, zoals de Vlaamse maatstaf duurzame woningen, de Vlaamse maatstaf voor kantoorgebouwen, de duurzaamheidsmeter wijken en nieuw te ontwikkelen instrumenten, vormen het referentiekader voor de werking van de steunpunten. De Vlaamse overheid voorziet hiervoor de nodige vormingen. Art. 5 Om deze doelgroepen te bedienen, organiseert het steunpunt volgende acties: 1 Het onderhouden van een breed netwerk en het afsluiten van partnerschappen met lokale actoren om gezamenlijk de doelstellingen van het steunpunt uit te voeren. 2 Het verstrekken van informatie en advies op maat van particuliere (ver)bouwers, hetzij rechtreeks, hetzij via partners. Het verstrekken van advies gebeurt aan de hand van gemeenschappelijk standaarden, die ontwikkeld worden door en voor de vijf steunpunten. Deze instrumenten worden gebaseerd op bestaande en nieuw te ontwikkelen Vlaamse duurzaamheidsmeters, zoals vermeld in Art Het verstrekken van informatie en advies aan de andere doelgroepen, zoals geformuleerd in Art. 3. Het uitvoeren van deze actie gebeurt aan de hand van gemeenschappelijke instrumenten en concepten die zijn of worden ontwikkeld door en voor de vijf steunpunten. 4 Het adviseren, initiëren en begeleiden van projecten in gemeenten op het grondgebied van de provincie. Hieronder wordt verstaan: projecten op plannings- ontwikkelings- en gebouwenniveau van publieke of semi-publieke actoren (kantoorgebouwen, bibliotheken, sportinfrastructuur, scholen, masterplannen voor nieuwe ontwikkelingen) of projecten op het grondgebied van gemeenten die worden opgezet door bewoners of projectontwikkelaars (duurzame wijken, renovatie van bestaande wijken, nieuwe woonvormen) Voor deze opdracht wordt onder andere samengewerkt met het Team Vlaams Bouwmeester of initiatieven van andere entiteiten die projecten initiëren. 5 Het informeren, sensibiliseren en opleiden van lokale ambtenaren die de principes van duurzaam wonen en bouwen dienen uit te voeren in de praktijk (bv. stedenbouwkundige ambtenaren, technische diensten, gemeentelijke architecten). Deze actie wordt bij voorkeur uitgevoerd in samenwerking met bestaande netwerken van lokale ambtenaren. 6 Het opzetten van actieve sensibilisatieacties voor duurzaam wonen en bouwen: het steunpunt initieert in samenwerking met strategische partners campagnes, organiseert informatiesessies en workshops, promoot inspirerende projecten met een duidelijk aantoonbare meerwaarde op vlak van duurzaam wonen en bouwen 2

3 Art. 6 7 Voorzien van vormingsmogelijkheden betreffende duurzaam wonen en bouwen voor particulieren en bouwprofessionelen. 8 Het promoten en het bieden van ondersteuning bij de toepassing van de Vlaamse duurzaamheidsmeters, zoals vernoemd in Art. 4. Bij het uitvoeren van deze acties moet de economische, ecologische en sociale pijler van duurzame ontwikkeling duidelijk herkenbaar en gelijkwaardig zijn. De provincie bepaalt de organisatiestructuur van het steunpunt. Het steunpunt kan voor het uitvoeren van de acties, zoals opgesomd onder Art. 5 een beroep doen op externe partners. Art 7 Het steunpunt neemt deel aan de bovenbouw, een overlegplatform van de vijf steunpunten en de Vlaamse overheid, en met name het departement Kanselarij en Bestuur waarbinnen de steunpunten hun werking onderling afstemmen, kennis uitwisselen, op zoek gaan naar nieuwe samenwerkingsverbanden, gezamenlijke instrumenten ontwikkelen en waarbinnen vormingen worden georganiseerd voor het personeel van de steunpunten. De Vlaamse overheid ondersteunt actief de werking van deze bovenbouw. Art 8 De Vlaamse overheid en de steunpunten stemmen hun werking maximaal op elkaar af. Deze afstemming gebeurt hoofdzakelijk via de bovenbouw, zoals beschreven in Art. 7, en de Vlaamse coördinatiewerkgroep duurzaam wonen en bouwen die wordt voorgezeten door het departement Kanselarij en Bestuur. Art. 9 Het steunpunt stelt de resultaten van zijn werking ter beschikking van het Vlaams beleid duurzaam wonen en bouwen, en specifiek ter beschikking van het transitieproces duurzaam wonen en bouwen, de acties in het kader van de transitieprioriteit Slim Wonen en Leven en het Team Vlaams Bouwmeester. Omgekeerd stelt de Vlaamse Overheid haar kennis en netwerk ter beschikking om de werking van de provinciale steunpunten te ondersteunen. Art. 10 Het steunpunt sluit een protocol met het Team Vlaams Bouwmeester met betrekking tot de begeleiding van projecten, zoals omschreven in Art. 5, 4 van deze overeenkomst. III. Jaarlijkse subsidie Art. 11 De Vlaamse ondersteuning wordt uitgekeerd via een jaarlijkse subsidie. Om deze subsidie te bekomen, dient het steunpunt jaarlijks een aanvraag in bij het departement Kanselarij en Bestuur. Art. 12 De Vlaamse subsidie wordt aangewend voor het opzetten van vernieuwende ontwikkelingen en projecten binnen de werking van de steunpunten die focussen op het actief begeleiden van 3

4 bouwheren (zowel publieke, semi-publieke als particuliere bouwheren), gebouwgebruikers, bouwactoren en intermediairen. De provincie staat minstens in voor de financiering van de basiswerking, zoals vastgelegd in Art. 5. Art. 13 De inhoudelijke bepalingen en de meetindicatoren voor de gesubsidieerde acties, alsook de financiële modaliteiten worden in onderling overleg opgenomen in een jaarlijks subsidiereglement, dat binnen de krijtlijnen van deze overeenkomst. wordt opgesteld door het departement Kanselarij en Bestuur Art 14 De provincie of het provinciaal steunpunt rapporteert jaarlijks de resultaten van het voorbije werkingsjaar conform de afspraken die worden opgenomen in het subsidiereglement. IV. Financiële modaliteiten Art 15 Om deze overeenkomst uit te voeren, kent het Vlaams Gewest, binnen de grenzen van de goedgekeurde begroting, jaarlijks een subsidie toe van maximaal euro. De ondersteuning van de steunpunten wordt aangerekend op het krediet van begrotingsartikel PA0-1PEA2AA-WT, basisallocatie 1PE00200 ESR 4311 (voor de ondersteuning van een Vlaams beleid duurzame ontwikkeling en de structurele onderbouwing van duurzaam bouwen en wonen in Vlaanderen) van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap. Art.16 De toekennings- en uitbetalingsmodaliteiten worden jaarlijks geregeld bij ministerieel besluit. Art 17 De provincie verbindt zich ertoe om ministens hetzelfde bedrag als de Vlaamse subsidie te investeren in de structurele onderbouwing van het provinciaal steunpunt duwobo. V. Organisatie van de uitvoering Art. 18 Het departement Kanselarij en Bestuur is namens het Vlaamse Gewest belast met de voortgangscontrole van deze overeenkomst. Art. 19 De provincie stelt één of meerdere personen aan die verantwoordelijk zijn voor de voortgangscontrole van deze overeenkomst en stelt het departement Kanselarij en Bestuur hiervan schriftelijk op de hoogte. VII. Opzegging en ontbinding van de overeenkomst Art. 20 De provincie en het Vlaams Gewest kunnen deze overeenkomst jaarlijks eenzijdig opzeggen op het einde van het werkingsjaar met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. Art. 21 Het Vlaamse Gewest kan deze overeenkomst zonder voorafgaande ingebrekestelling ontbinden als niet voldaan wordt aan de bepalingen van deze overeenkomst 4

5 VIII. Begin en einde van de overeenkomst Art. 22 Deze overeenkomst treedt in werking bij ondertekening en geldt voor de duur van vier jaar. Voor het Vlaams gewest: namens de Vlaamse Regering Geert Bourgeois Minister-president van de Vlaamse Regering Voor de provincie namens de deputatie Albert De Smet provinciegriffier Jozef Dauwe gedeputeerde te.. op 5