Medezeggenschap in het "nieuwe" kapitalisme. Ewald Engelen



Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat.

Verklaring van beleggingsbeginselen

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Pensioenbijeenkomst Abvakabo FNV Het pensioen van nu en de toekomst in zicht November Welkom

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

PERSBERICHT. Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro

Ezcorp Inc. TIP 2: Verenigde Staten. Ticker Symbol. Credit Services

AEGON STELT WIJZGINGEN IN CORPORATE GOVERNANCE VOOR OM ZEGGENSCHAP AANDEELHOUDERS TE VERSTERKEN

Pensioenuitspraak Donner mist inhoudelijk inzicht

datum onze referentie uw referentie doorkiesnummer

Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder?

5 plussen van collectief pensioen

Wat u moet weten over beleggen

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

Historische ontwikkeling van de gepensioneerdenvereniging

Notitie. 11 juni Datum. Onderwerp De meest gestelde vragen over het principe-akkoord AOW-pensioen. 1 Gemiddelde op basis van het verleden

Aan de leden werkzaam bij Maersk Line. Geachte leden werkzaam bij Maersk Line,

Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013.

Vragen en antwoorden pensioenakkoord

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014

Investeren in vertrouwen. Samenvatting Meerjarenbeleidsplan

12 VRAGEN over pensioen

HEDGEFONDSEN EN PRIVATE EQUITY IN NEDERLAND

TRIPARTITE VERHOUDING

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Medewerkerbetrokkenheid. 1. Werk aan medewerkertevredenheid. Betrokkenheid uit jezelf. Waarom zou iemand het maximale inzetten voor een werkgever?

Einddatumgericht Beleggen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

het gemak van het Pension Lifecycle Fund

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

Brochure. Beleggingsbeleid

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009

Samen uw risicoprofiel bepalen - Natuurlijke personen

Geachte Genodigden, beste kandidaten, beste vrienden. Trots op onze organisatie: de Liberale Vakbond.

Checklist beleggen in vastgoed

Het managen van balansen, risico s, risicoprofielen waar u allen druk mee bezig bent, herken ik dus goed.

De economische wereldcrisis

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

Een nieuwe pensioenregeling

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

Maatschappelijk Verantwoord beleggen Beleid

Het jaarverslag 2014 samengevat

Allereerst wil ik de organisatoren van deze dag, de Stichting Lezen en Schrijven

29STE JAARGANG NUMMER

Wie kopen er hypotheekloos?

Beleid voor Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Stichting Pensioenfonds voor de Architectenbureaus

Wat is er aan de hand met uw pensioen?

Visie 2020 Onze belofte aan de deelnemers. Samen bouwen aan goed pensioen

Opening Majesteit, dames en heren, ook ik heet u vandaag van harte welkom op het jaarlijkse pensioenseminar van DNB.

Kruis in onderstaande tabel aan hoeveel uw netto vermogen, uw liquide netto vermogen en uw totale vermogen bedraagt.

Checklist beleggen in vastgoed

Beroepsbevolking 2005

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds?

1. Inleiding 2. Analyse 2.1. Een derde van de ouders geeft aan minder te gaan werken

ABN AMRO. verzekeringen. Marktontwikkelingen & vooruitzichten. Portefeuilleverdeling & fondsselectie. Rendement. Profielfonds 3. Tweede kwartaal 2012

Populair beleggingsplan

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

Korte toespraak Joanne Kellermann uitreiking Benchmark VBDO 2014

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

Luxempart: defensief, groeipotentie en prima track record

Achmea life cycle beleggingen

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp

Het begint bij de doelstelling

De perspectief nota en de najaarsnota lieten een positief beeld zien.( ).

Verkort Jaarverslag 2013

Beleggen bij BeFrank. Helder. Eenvoudig. Online. I

Terugblik. Maandbericht maart 2018

Datum 9 december 2013 Betreft Kamervraag/vragen van het lid Klaver over investeringen van financiele instellingen in kernwapens

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

Financiële repressie: twee sleutelwoorden voor elke financieel intermediair in dit decennium. FiDiB, Vught, 17 september 2012

Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz. Lijfrenterekening. Beleggen voor de aanvulling op uw pensioen.

11. Bijlage 2: Beleidsdocument Verantwoord Beleggen

Een nieuwe baan. Je toekomst uitgestippeld

VRAGENLIJST BELEGGERSPROFIEL

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

19 maart Onderzoek: Korten pensioenen?

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014

Lees deze tekst in maximaal 8 minuten. Geef daarna antwoord op de vragen.

Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is.

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen

Toekomst van de Sociale Zekerheid

Pensioeninformatiebijeenkomst over herstelplan 2009

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Transcriptie:

III Medezeggenschap in het "nieuwe" kapitalisme Ewald Engelen Medezeggenschap is een onderwerp met een wonderlijke politieke conjunctuur. Heftig omstreden en veel bediscussieerd in het ene decennium, alledaags en vrijwel vergeten in het andere. Na felle politieke debatten over de "socialisering van het kapitaal" en de "vermaatschappelijking van de onderneming", is economisch burgerschap in de loop van de jaren tachtig en negentig in het rustigere vaarwater van de (bedrijfs)economische functionaliteit terechtgekomen. Medezeggenschap "moest" niet omdat de onderschikking van de factor arbeid aan de factor kapitaal gepaard ging met "uitbuiting" en "vervreemding", zoals nog in de jaren zeventig werd betoogd, maar omdat participatie de productiviteit van de werknemer zou verhogen en daarmee ook de baas ten goede kwam. Oftewel, medezeggenschap "moest" eerst en vooral omdat het bedrijf er beter van werd. Hoe cynisch dit ook al klinkt, het zou nog erger worden in de jaren negentig. Onder invloed van een westenwind die waaide over de kale vlaktes en stekelige hoogtes van internationale financiële markten werden de juridische medezeggenschapsrechten die na jarenlange collectieve strijd waren veroverd van de ene op de andere dag als abnormaal afgeschilderd. Dat de werknemer via de ondernemingsraad zeggenschap had, hoe beperkt ook, over het beleid van de onderneming werd met groeiend succes afgeschilderd als een internationale afwijking die terstond moest worden gecorrigeerd om verdere schade aan de reputatie van Nederland als investeringsbestemming te voorkomen. Ik heb het hier uiteraard over de discussies die hier te lande begin 21 ste eeuw werden gevoerd over het structuurregime en de "corporate governance" codes, die als oogmerk hadden om Nederland meer in de pas te laten lopen met een geïdealiseerd Angelsaksisch buitenland. En met succes. De positie van de ondernemingsraad in de grote beursgenoteerde onderneming is momenteel marginaler dan ooit; paritaire vertegenwoordiging in de raad van commissarissen is verder weg dan ooit; raden van bestuur zijn meer en meer ingehuurd om de belangen van buitenlandse, kortzichtige aandeelhouders te dienen en de vakbonden werpen zich, zoals altijd, in corporatistisch verband met veel enthousiasme op de zoveelste herziening van de sociale zekerheid en veronachtzamen onverschillig de medezeggenschap. En zo kon het gebeuren dat, terwijl met canons, inburgeringscursussen, gevangenissen en migratieverboden wordt gereageerd op de toegenomen mobiliteit van arbeid, grensoverschrijdend kapitaal steeds minder in de weg wordt gelegd en Nederland en Nederlandse bedrijven zich als dank voor de liberalisering en deregulering van de laatste tien jaar in de warme belangstelling mogen verheugen van Britse, Amerikaanse en Kaaiman-Eilandse zwerf- en durfkapitalisten. Niet alleen was Nederland een van de eerste landen ter wereld die zijn financiële markten opengooiden voor buitenlandse beleggers, ook zijn de laatste jaren de beschermingen voor kleine aandeelhouders op Amerikaans peil gebracht, terwijl de bevoegdheden van de aandeelhoudersvergadering verder zijn verruimd wat uiteraard ten koste ging van die van werknemers. Inmiddels is meer dan de helft van de aandelen van de ondernemingen die zijn genoteerd aan de Amsterdamse effectenbeurs (die overigens al lang geen

Amsterdamse beurs meer is) in handen van buitenlandse beleggers. Daarnaast zijn ook niet-beursgenoteerde ondernemingen ontdekt door deze beleggers en neemt ook in dit segment van de Nederlandse economie hun invloed toe. Opvallend is niet zozeer de groei van dit buitenlandse belang in de jaren negentig deden Nederlandse bedrijven en Nederlandse beleggers in het grote buitenland immers ongeveer hetzelfde. Nee, opvallend is het activisme, of minder vriendelijk: de bemoeizucht van deze beleggers. Aandeelhouders in Nederland waren over het algemeen bedaagde, al wat oudere dames en heren die naar de aandeelhoudersvergadering kwamen om er een dagje uit te zijn en een gratis versnapering mee te pikken. Dat is definitief verleden tijd. Engelse en Amerikaanse zwerf- en durfkapitalisten nemen pontificaal plaats op de stoel van het management, en de decreten die ze van daaruit uitvaardigen kennen één duidelijke constante: een onderneming is niets meer of minder dan een portfolio aan risico s en inkomstenstromen en de enige relevante maatstaf voor de beoordeling van deze samengestelde risico s en inkomstenstromen is de waardering die andere aandeelhouders ervoor hebben. Zijn de afzonderlijk activiteiten meer waard dan de samengestelde dan moet het bedrijf, ter meerdere eer en glorie van de aandelenkoers, worden gesplitst, gestript, getrimd of gesloten. Luistert het management niet dan wordt via opties gespeculeerd op een koersdaling en wordt het bedrijf als gevolg van een dalende beurskoers alsnog gedwongen om te splitsen, strippen, trimmen of sluiten. De aandeelhouder is koning! Lang leve de aandeelhouder! Recentelijk is dan eindelijk publieke onrust gerezen over deze zelfbewuste "nieuwe" kapitalisten. Minister Wijn van Economische Zaken bestond het om frasen afkomstig uit een oude socialistische en christen-democratische traditie van speculantenafkeer in de mond te nemen. En vakbondsvoorzitter Van der Kolk herontdekte de medezeggenschap als wal om het giftige schip van buitenlandse zwerf- en durfkapitalisten te keren. Oftewel, een oud arbeideristisch verhaal werd ingezet om te pleiten voor het gebruik van oude instrumenten die de schijnbaar aloude streken van de kapitalist moesten bestrijden. En zo volgen op de hete jaren zeventig en de koele jaren negentig aan het begin van deze eeuw wellicht weer wat warmere jaren voor de medezeggenschap. Het is echter de vraag of de streken van deze "nieuwe" kapitalisten wel dezelfde zijn als die van vroegere kapitalisten, en of de oude instrumenten en het oude verhaal dus wel zo adequaat zijn. Om met dat verhaal te beginnen: de afkeer van speculatie hoort thuis in een marxistisch perspectief waarin financiële transacties die ten dienste stonden van nuttige productie (investeringen) werden onderscheiden van financiële transacties die om eigen wil werden verricht en dus parasitair waren (speculatie). In een tijd waarin tweederde van het Bruto Nationaal Product door de industrie werd gegenereerd (nooit in Nederland overigens), gaf het misschien pas om dit onderscheid te hanteren. In een economische orde waarin echter tweederde van de productie afkomstig is van de dienstensector is dat veel minder vanzelfsprekend. Bovendien is veel financiële bedrijvigheid bedoeld om risico s op te vangen. Weliswaar gaat het dan tenminste deels om risico s die door de financiële sector zelf zijn gecreëerd, maar niet uitsluitend. Tenslotte is de financiële sector zelf een belangrijke bron van welvaart geworden die aan vele mensen direct en indirect werk biedt. Zelfs in zo n mate dat het soms lijkt alsof financiële activiteiten niet langer ten dienste staan van de productie van (zeg) auto s, maar omgekeerd: dat bedrijven auto s maken om te kunnen speculeren op winst en omzetfluctuaties. In een groeiend aantal beursgenoteerde ondernemingen draagt de "treasury" inmiddels meer bij aan totale winst dan de activiteiten waar het bedrijf ooit voor is opgericht. Dat geldt voor

witgoedfabrikant General Electric, autofabrikant Ford, maar ook bijvoorbeeld voor supermarktketen Ahold. Hoezo is speculatie parasitair? Dan de streken: de wereldwijde verbreiding van de aandeelhoudersideologie ging niet toevallig samen met de geleidelijke verwatering van het voor het marxistische wereldbeeld cruciale onderscheid tussen kapitalist en arbeider. In een groot aantal landen zijn na de Tweede Wereldoorlog speciale fondsen opgericht waarin werkgevers en werknemers ieder een afgesproken bedrag stortten om de werknemer ook na zijn arbeidzame leven van inkomsten te voorzien. In vijftig jaar tijd zijn deze fondsen uitgegroeid tot de grootste concentraties kapitaal die wereldwijd beschikbaar zijn. Zo kent het kleine Nederland in de vorm van ABP en PGGM een tweetal pensioenfondsen die gezamenlijk ongeveer de helft van het Nederlandse nationale product bezitten en tot de grootste pensioenfondsen ter wereld behoren. Het ingenieuze van deze fondsen is dat zij inkomsten uit arbeid via beleggingen transformeren in kapitaalinkomsten. In eerste instantie belegden de Nederlandse pensioenfondsen hoofdzakelijk in overheidsobligaties. Vanaf de vroege jaren negentig veranderde dat, deels als gevolg van de privatisering van ABP en PGGM, deels doordat het aanbod van staatsobligaties als gevolg van bezuinigingen en de Europese Monetaire Unie geleidelijk opdroogde. Pensioenfondsen werden daarom aandeelhouders, eerst in Nederland, maar toen de Amsterdamse beurs te klein werd om het sterk aanzwellende kapitaal te absorberen (onder andere door de sterk gestegen arbeidsparticipatie van vrouwen) ook daarbuiten. Zeer geleidelijk zijn pensioenfondsen zodoende de grootste aandelenbezitters ter wereld geworden, daarmee hun leden geleidelijk transformerend in het wonderlijke monster van de werknemer-kapitalist of kapitalist-werknemer. De instroom van pensioenkapitaal dreef in de jaren negentig de aandelenkoersen op naar ongekende hoogten. Met de correctie van 2001-2003 namen de rendementen echter af. In een context van vergrijzing is dat een ramp die op twee manieren onschadelijk kan worden gemaakt. Ofwel door de premies te verhogen ofwel door de beleggingsopbrengsten te maximaliseren. In Nederland is na de beurskrach voor het eerste gekozen, met sterke loonkostenstijgingen, dalende koopkracht en uiteindelijk een nationale recessie als gevolg. De laatste jaren is daarom de druk van werkgevers (en dat zijn zowel de overheid als het bedrijfsleven) op de fondsbesturen om de beleggingsopbrengsten te verhogen groter geworden. In hun jacht op rendement zijn pensioenfondsen vervolgens op zoek gegaan naar risicovollere maar ook beter renderende investeringsmogelijkheden die, in een soort vreemde travestie, bekend zijn komen te staan als "alternative investments". Werden daar in de jaren zeventig en tachtig nog investeringen in sociale of ecologisch duurzame projecten onder verstaan, anno 2006 is alternatief investeren simpelweg je geld steken in risicominnende zwerf- of durfkapitalisten. En zo doemt het vreemde beeld op dat de werknemer-kapitalist, via zijn pensioenfonds dat met het oog op het garanderen van een degelijk en genereus pensioen straks tegen zo laag mogelijke premies nu, op jacht gaat naar het hoogste rendement, in feite het gestrip, gesplits en getrim van het Nederlandse bedrijfsleven financiert. Of om de paradox nog pregnanter te formuleren: de Nederlandse werknemer financiert via zijn pensioenfonds zijn eigen werkloosheid om zijn latere pensioen veilig te stellen. En het meest wrange is nog wel dat de Nederlandse vakbonden die zeggen de belangen van Nederlandse werknemers te dienen, paritaire zeggenschap hebben in de fondsbesturen. Zijn het dan nog wel kapitalistenstreken? Wie het weet mag het zeggen. Zijn het dan geen streken? Ja, dat zijn het, maar ze worden geleverd om de belangen van de werknemer in zijn gedaante van aanstaand gepensioneerde te dienen. En dat verandert de zaak wel enigszins.

Dan de instrumenten: gepleit wordt bij monde van Van der Kolk voor het versterken van de medezeggenschap om werknemers en hun vertegenwoordigers via de raad van commissarissen meer tegenwicht te laten kunnen bieden tegen de toegenomen macht van de aandeelhouder. Het is de vraag of dat effectief zal zijn. Medezeggenschap is gestoeld op een zekere mate van stabiliteit. Duidelijk zichtbaar is dat in de deelname aan de ondernemingsraad. Het gemiddelde raadslid is man, wit, lager opgeleid, vakbondslid en heeft een contract van onbepaalde duur. Werknemers met contracten van bepaalde duur zijn weliswaar wettelijk niet uitgesloten van deelname aan de ondernemingsraad, maar zijn in de praktijk nauwelijks vertegenwoordigd. Datzelfde geldt voor werknemers met deeltijdcontracten. Hoewel daar goede redenen voor zijn effectieve medezeggenschap kost tijd, vereist een grote mate van betrokkenheid bij en kennis van het bedrijf en wordt gedomineerd door vakbondsleden is het tekenend voor de conservatieve instelling van vakbonden dat ze de uitsluitende kanten van deze gegroeide praktijk nimmer geproblematiseerd hebben. Temeer daar in het nieuwe kapitalisme van vandaag de categorieën van gisteren werknemer, kapitalist, bedrijf steeds minder de kapitalistische werkelijkheid dekken. Namens wie spreekt de ondernemingsraad? Namens iedere werkende die op een of andere manier, via een of andere contractuele relatie, bij het wel en wee van de onderneming is betrokken? Of alleen voor een kleine werknemerselite van oude witte mannen? Waarom zouden alleen de laatsten medezeggenschapsrechten mogen hebben? Wie garandeert dat zij ook de belangen van anderen behartigen en niet alleen die van henzelf? En hoe wil men de aandeelhouder ter verantwoording roepen als aandelen gehuurd, verhuurd en onderverhuurd kunnen worden, als eigendomstitels sneller van eigenaar wisselen dan een mannequin van kledingstukken wisselt? Kortom, de mobiliteit van het nieuwe kapitalisme verhoudt zich slecht tot de instrumenten van weleer. Wat dan wel? Onbevredigend zal het zijn dat ik me wat dat betreft beperk tot de kapitaalzijde, maar ik denk dat de sleutel voor de vernieuwing van de medezeggenschap daar ligt. Het is een brevet van strategisch onvermogen van-hebik-jou-daar dat de vakbeweging in Nederland er nooit in is geslaagd om via doeltreffende interne coördinatie de ondernemingskennis van haar leden te gebruiken om haar machtspositie in de fondsbesturen sociaal aan te wenden. Waarom heeft de vakbeweging het toegestaan dat de internationalisering van het beleggingsbeleid van ABP en PGGM ertoe heeft geleid dat deze fondsen in toenemende mate aansluiting hebben gezocht bij de Amerikaanse financiële dienstverlening in plaats van bij het sociaal activisme, zoals bij Amerikaanse vakbondsfondsen, zoals CalPers, wel is gebeurd? ABP en PGGM spiegelen zich naar de mores van Amerikaanse investeringsbanken en doen er alles aan om hun verleden als ambtenarenfondsen te verloochenen. Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Toch niet omdat het de vakbeweging aan wettelijke gegarandeerde ingangen ontbrak? Toch alleen vanwege strategisch onvermogen? Wil de vakbeweging ook in het "nieuwe" kapitalisme het democratisch ideaal dat ten grondslag heeft gelegen aan de vormgeving van de medezeggenschap in Nederland gestalte geven en het moet gezegd dat er vooralsnog geen enkele indicatie is dat ze dat ook inderdaad wil dan zal ze eindelijk eens een langetermijnstrategie moeten bedenken over de wijze waarop het werknemerskapitaal dat pensioen heet zo kan worden ingezet, dat niet alleen de belangen van gepensioneerden straks worden gediend en ook niet alleen die van werknemers nu, maar eveneens die van burgers straks en nu. Daarmee is nog geen oplossing gegeven voor het dilemma van de

werknemer-kapitalist, maar dat dilemma is wel benoemd en er is tenminste een richting aangewezen waar een mogelijke oplossing zich zou kunnen ophouden.