De structuur van een scriptie (H.-Hartcollege / oktober 2006)



Vergelijkbare documenten
Huisstijlhandboek OPAC

1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een informatieve PowerPoint op JOMA: tweede en derde graad

DE TECHNISCHE VERZORGING VAN WERKSTUKKEN

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Eisen en lay-out van het PWS

Typografie. Hoe typografie toepassen

Referentienota eindwerken Óscar Romerocollege

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Stap 4: Indeling maken

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

De Schrijfregels. Christiaan Huygens College Rachmaninowlaan Talencluster

Vormgeving Tijdschrift

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

BIN normen. interne afspraken. algemeen. Lettertype en -grootte Arial 11. tijdsaanduiding 16 uur 16 u uur u. 16:45

Auteursinstructies tijdschriften

Laatste aanpassingen op 04 juli 2003.

Een verzorgd rapport. 1 Mogelijke onderdelen van de paper

HALLO WERELD WERKSTUK

Bronnen en bronvermelding

Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College

Naam: Groep: Willem Teellinckschool 15 juni 2016

Auteursinstructies Mens en Maatschappij

Richtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag

Communicatie voor iedereen

Als je de verwijzing tussen haakjes aan het einde van de zin zet gebruik je een & -teken. Wederom komt de punt pas na de verwijzing.

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een werkstuk op JOMA tweede graad

Voorpagina met titel

Deel E Lay-out. Voor de lay-out zijn er twee geboden : wees CONSISTENT en CONSEQUENT.

WERKSTUK Taalexpert PRIMO

Bijlage W2 groep 7 1

Auteursrichtlijnen voor Jaarboek De Zeventiende Eeuw. Lees de instructies goed door voordat u een artikel opstuurt.

READER OEFENINGEN TIJDSCHRIFT

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven

Amsterdam, november Aan de ouders/verzorgers van de vierde klas-leerlingen. Geachte ouders/verzorgers,

Academisch schrijven. Tips and tricks

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Eindwerk 3e jaar 3e graad DBSO (Lay- out) Mathieu Goeminne

Tips voor schriftelijke rapportering. Laura Versteele, in samenwerking met Prof. Joris De Schutter Faculteit Ingenieurswetenschappen 20 februari 2013

Literatuurverwijzingen

Gids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

INTERSTENO 2011 Paris World championship professional word processing

Verdiepingsopdracht A Het literatuuronderzoek NIVEAU 4

Het maken van een werkstuk

Hoe maak je een werkstuk?

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

Help, ik moet een werkstuk maken!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

De Holsbekenaar verschijnt zesmaal per jaar op 32 bladzijden in A4-formaat.

Dyslexievriendelijk. Checklist

Schrijven voor de Bondsklapper!

Hoe maak je een werkstuk?

Project Toegepaste Informatica 4BKa

Module 1. Welke soorten informatiebronnen zijn er?

Onderwerp. Plaatje. Uitleg over plaatje. Gemaakt door naam Groep Inleverdatum

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een werkstuk op JOMA tweede graad. Voornaam Naam jaar Studierichting Schooljaar 20xx-20xx

TIJDSCHRIFT VOOR FILOSOFIE HANDLEIDING VOOR HET VERZORGEN VAN TEKSTEN

Auteursinstructies ANTW

STAGEPERIODE : OPDRACHT KANTOORTECHNIEKEN

Maandag 25 april 2010 (net na de Paasvakantie)

Module 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier?

I Hoofdvraag en deelvragen

Auteursinstructies tijdschriften

KS JOMA Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een werkstuk op JOMA

KS JOMA Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een werkstuk op KS JOMA

Handleiding Schrijven. 1.1 Inleiding

1 Hoe werk ik mijn werkstuk af

Bibliografie en annotatie. Donderdag 20 oktober 2016

Auteursinstructies tijdschriften

TIJDSCHRIFT VOOR VREEMDELINGENRECHT AUTEURSINSTRUCTIES

Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts

GiP Opdracht Kantoortechnieken

Richtlijnen voor een professionele tekst

PeMeTRaS. Author: L.K.J. Roos. Personal Medical Tracking and recording software.

Verslag Nederlands Leesverslag

BRONNENONDERZOEK 2010/2011

Handreiking voor tekstopmaak (OOo Writer) Vooraf

M&L TIJDSCHRIFT VOOR MONUMENTEN, LANDSCHAPPEN EN ARCHEOLOGIE

Titel van het verslag

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Lettertypen Module 7. variaties binnen een lettertype aanbrengen.

AANWIJZINGEN VOOR HET SCHRIJVEN VAN VERHALEN VOOR

Richtlijnen voor auteurs

Hand-out. Bronvermelding Auteurs: Drs. C.G.M. Piqué N. Esmeijer M.Z. Keus, MScBA Dr. H van Driel

Taalhulp voor een werkstuk op JOMA derde graad. Maantjessteenweg MERKSEM

Instructie. Werkstuk. Bovenbouw 10 e Montessori de Meidoorn Schooljaar

Auteursinstructie 2010 Uitgevers

MS Publisher. Module 0. tccbk MS Publisher, versie 2000 (NL) Nummer: 228 ( ) The Courseware Company

Word 2007 en APA bronvermelding. Nathalie van den Eerenbeemt december 2014

Vergeet niet achterin deze opdracht de tips voor lay-out te bekijken!

Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay

Handleiding Grote schriftelijke presentatie groep 6/7/8

Taalrichtlijnen voor auteurs

REFERENTIES INVOEGEN EN BRONNENLIJST MAKEN MET MS WORD 2013 (APA)

52 nd INTERSTENO congress Cagliari, July 2019

Literatuurverwijzing in de tekst

1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen.

Taalhulp voor een werkstuk op JOMA derde graad

Opmaak in Word. Cursus Word. Tekenopmaak

Het Harvard-verwijssysteem

Transcriptie:

De structuur van een scriptie (H.-Hartcollege / oktober 2006) WOORD VOORAF Hoewel dit overzicht geen scriptie is, delen we het, om de structuur van dit type van tekst te verduidelijken, toch als een scriptie in. INHOUDSTAFEL Woord vooraf... 1 Inhoudstafel... 1 Hoofdstuk 1: Overzicht... 2 1.1 Titelblad... 2 1.2 Woord vooraf... 2 1.3 Inhoudstafel (eventueel: Lijst figuren/tabellen)... 2 1.4 Inleiding... 2 1.5 Corpus... 2 1.6 Slot... 2 1.7 Bibliografie (Literatuurlijst) (eventueel: Personenregister / Zaakregister)... 2 1.8 Bladschikking... 2 Hoofdstuk 2: Toelichting... 3 1.1 Titelblad... 3 1.2 Woord vooraf... 3 1.3 Inhoudstafel... 3 1.3.1 Paginanummering... 3 1.3.2 Figuren en/of tabellen... 3 1.4 Inleiding... 3 1.5 Corpus... 4 1.5.1 De tekst... 4 1.5.2 Inleiding op een hoofdstuk... 4 1.5.3 Verwijzingen in de tekst... 4 1.5.4 Punctuatie (leestekens)... 4 1.5.5 Afkortingen en afspraken... 5 1.5.6 Voetnoten... 6 1.5.7 Aanhalingstekens... 6 1.5.8 Rangtelwoorden... 6 1.6 Slot... 6 1.7 Bibliografie (Literatuurlijst) (eventueel: Personenregister / Zaakregister)... 7 1.7.1 Rangschikking... 7 1.7.2 Verwijzing naar een boek... 7 1.7.3 Verwijzing naar een deel van een publicatie... 7 1.7.4 Verwijzing naar elektronische media... 8 1.7.5 Verwijzing naar een vertaling... 8 1.8 Bladschikking... 8 De structuur van een scriptie 1

HOOFDSTUK 1: OVERZICHT De verschillende delen van een scriptie (kunnen) zijn: 1.1 Titelblad 1.2 Woord vooraf 1.3 Inhoudstafel (eventueel: Lijst figuren/tabellen) 1.4 Inleiding 1.5 Corpus Hoofdstuk 1 1 Titel of Titel 1.1 Titel 1.1.1 Titel a. Titel b. Titel (Opsomming in de tekst mag met dit of een ander teken) 1.1.2 Titel 1.2 Titel 2 Titel of Titel 2.1 Titel 2.1.1 Titel a. Titel b. Titel (Opsomming in de tekst mag met dit of een ander teken) Hoofdstuk 2 enz. 1.6 Slot 1.7 Bibliografie (Literatuurlijst) (eventueel: Personenregister / Zaakregister) 1.8 Bladschikking De structuur van een scriptie 2

HOOFDSTUK 2: TOELICHTING 1.1 Titelblad Hierop bevinden zich de identificatiegegevens van je scriptie: H.-Hartcollege Albertlaan 44 1970 Wezembeek-Oppem TITEL eventueel ondertitel Naam Klas Datum Leerkracht 1.2 Woord vooraf In dit onderdeel geef je informatie over: het ontstaan van je scriptie (verantwoording van de keuze van je onderwerp); de hulp waarop je kon rekenen (zowel inhoudelijke als praktische hulp). 1.3 Inhoudstafel 1.3.1 Paginanummering In de inhoudstafel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste delen van je werk (hoofdstukken, paragrafen enz ). Kijk na of de paginanummering die je hier weergeeft, ook klopt met de realiteit. 1.3.2 Figuren en/of tabellen Wie veel figuren of tabellen gebruikt, geeft ook best een overzicht van de pagina waarop ze zich bevinden. Vergeet niet om steeds de inhoud van de tabel of figuur te vermelden (bijv. Figuur 3: Jeugdportret van Paul Van Ostaijen). 1.4 Inleiding In de inleiding probeer je, zonder in details te vervallen, de lezer te laten kennismaken met jouw onderwerp. Hierin kan het volgende aan bod komen: Welke aspecten van het onderwerp worden behandeld? Welke aspecten laat je achterwege en waarom? Wat probeer je te verduidelijken? De structuur van een scriptie 3

Welke volgorde wordt gehanteerd?.. 1.5 Corpus Voor het belangrijkste deel van de scriptie geven we een aantal losse bedenkingen. Hou er wel rekening mee. 1.5.1 De tekst In het corpus gaat het om de eigenlijke tekst, het resultaat van je opzoekingswerk. Probeer een logische indeling te respecteren waarbij je je houdt aan het onderwerp dat je in de titel aankondigt. Denk er ook om een alineastructuur te respecteren: één gedachte, één alinea. Vergeet niet toe te passen wat je hebt geleerd over de themazin. 1.5.2 Inleiding op een hoofdstuk Tussen de vermelding HOOFDSTUK 1, 2 en de daaropvolgende paragraaf mag je samenvatten waarover je het in dit hoofdstuk wil hebben. 1.5.3 Verwijzingen in de tekst Een scriptie is geen collage van tekstfragmenten die je van het internet hebt geplukt, maar een persoonlijk geformuleerde tekst. Wil je toch een tekstfragment letterlijk weergeven, dan moet je steeds naar de bron ervan verwijzen. De verwijzing moet zodanig zijn dat de lezer de volledige bibliografische referentie in de literatuurlijst kan terugvinden. Dit gebeurt op de volgende manier: Bibliografische referentie (zie verder): van Istendael, G. (1989). Het Belgisch labyrint. Amsterdam, Antwerpen: De Arbeiderspers. Verwijzing in de tekst: Volgens G. van Istendael (1989) p. 224 " was Boudewijn ongetwijfeld een schatkamer van politieke achtergrondinformatie ". Voor een verwijzing naar het werk van twee auteurs, dienen beide namen te worden vermeld (Peeters & Peters (2001) pp. 7-17). Zijn het meer dan twee auteurs, dan wordt gewoonlijk alleen de eerste naam vernoemd (Van Gastel e.a. (2003) p. 58). 1.5.4 Punctuatie (leestekens) Verzorg je typwerk. Lees niet alleen je tekst meer dan één keer na. Laat hem eventueel door een neutrale lezer beoordelen. Verzorg ook de interpunctie van je tekst. Als algemene regel geldt dat het leesteken onmiddellijk na de tekst volgt. Na elk leesteken volgt dan een spatie. Bijv.: Jan kwam blijgemoed thuispuntspatiehij trok zijn jas uit en ging dadelijk naar zijn kamer. Jan kwam blijgemoed thuis. Hij trok zijn jas uit en ging dadelijk naar zijn kamer. Ik zeg u ditdubbelepuntspatie"blijf hier weg!" Ik zeg u dit: "Blijf hier weg!" De structuur van een scriptie 4

Een overzicht (volgens de BIN-normen) Benaming Teken Spaties voor Spaties na Punt (einde van een zin). 0 1 Komma en Puntkomma, en ; 0 1 Dubbelpunt : 0 1 Uitroepteken en Vraagteken! en? 0 1 Haakjes openen ( of [ 1 0 Haakjes sluiten ) of ] 0 1 Gedachtestreep - 1 1 Beletselteken - in een zin - einde van een zin - opsomming... 1 1 Aanhalingstekens openen (zie ook: 1.5.7) 1 0 Aanhalingstekens sluiten (zie ook 1.5.7) 0 1 1.5.5 Afkortingen en afspraken Let ook op de afkortingen die naar pagina's verwijzen: 'p. 7' maar 'pp. 7-17' Een overzicht van andere afspraken (volgens de BIN-normen): Wat Hoe Voorbeeld Decimaalteken Als decimaalteken gebruik je steeds een komma. Na de komma volgt geen spatie 40,50 EUR - 24,30 m 0,006 kg Tijdsaanduiding Er zijn verschillende mogelijkheden 16 uur - 16 u. 16.45 uur - 16.45 u. 16:45 De wetenschappelijke tijdsaanduiding: 16 h 45 min 50 s of 16:45:50 Getallen groeperen In getallen met meer dan drie cijfers vóór of na de komma groepeer je de cijfers vanaf het decimaalteken. Dit doe je per drie om de leesbaarheid te verhogen. Als scheidingsteken gebruik je een vaste spatie (Word: CTRL-Spatiebalk). 142 320,00 EUR 25 250 inwoners 0,240 456 7 De structuur van een scriptie 5

Valutacodes Symbolen voor geldeenheden Valutacodes voor geldeenheden plaats je achter het bedrag. Tussen het bedrag en de code komt een spatie. Symbolen voor geldeenheden plaats je voor het bedrag, gevolgd door een spatie. In niet gespecialiseerde teksten gebruik je geen valutacodes. Heb jij 20 euro bij je? We hebben euro's tegen dollars gewisseld. 125,45 EUR 68 USD 125,45 $ 68 1.5.6 Voetnoten Vermijd het gebruik van voetnoten. Door de faciliteiten die tekstverwerking biedt, is het bijna steeds mogelijk teksten zonder voetnoten af te leveren. Gebruik ze dus alleen maar in uiterste nood. 1.5.7 Aanhalingstekens Hoewel steeds vaker uitsluitend gebruik wordt gemaakt van enkele aanhalingstekens, is het toch praktisch om met dubbele aanhalingstekens citaten aan te duiden. In alle andere gevallen kan één enkel aanhalingsteken worden gebruikt. Om tekst in reliëf te plaatsen is ook cursivering mogelijk. Dit is bijv. praktisch bij het weergeven van boektitels. De directeur zei: "Ik wil niet dat zoiets hier nog gebeurt." Weet jij wat wordt bedoeld met het begrip 'rekeningrijden'? 'De toverberg' van Thomas Mann en 'Mijn eeuw' van Günter Grass, vond hij de mooiste boeken die hij tot dan toe gelezen had. (ook: De toverberg van Thomas Mann en Mijn eeuw van Günter Grass, vond hij de mooiste boeken die hij tot dan toe gelezen had.) 1.5.8 Rangtelwoorden Sommige standaardinstellingen van de Word-editor moeten voor Nederlandse teksten wel worden gewijzigd. Zo worden rangtelwoorden in het Nederlands niet met superscript afgekort. Dus niet: 5 e maar wel: 5e of 5de. Hiervoor moeten de instellingen bij 'extra', 'autocorrectie', 'autocorrectie tijdens typen' worden aangepast ('rangtelwoorden door superscript' uitvinken). 1.6 Slot Het slot van een scriptie is zeer belangrijk omdat het in alles de sporen moet dragen van je persoonlijk werk. Daarenboven moet daaruit veel zin voor synthese blijken, d.w.z. dat het essentiële uit je werk hier bondig maar overzichtelijk moet worden De structuur van een scriptie 6

weergegeven. Uiteraard komen hier geen nieuwe ideeën aan bod. Wel mag je vertellen wat aan je (literatuur)onderzoek ontbreekt en eventueel in een volgend werkstuk kan worden uitgezocht. 1.7 Bibliografie of literatuurlijst Maak er een gewoonte van nog vóór je een werk raadpleegt de bibliografische referentie op te schrijven. Het bespaart je heel wat zoekwerk wanneer je ze later moet samenstellen en blijkt dat je niet meer over de bedoelde werken beschikt (bijv. wanneer je ze al terug naar de bibliotheek hebt gebracht). 1.7.1 Rangschikking De geraadpleegde werken worden alfabetisch gerangschikt. Het is niet meer gebruikelijk de in Vlaanderen en Nederland veel voorkomende de's en van's te negeren (dus: 'Bruyne, de K.' of 'Istendael, van G.' is niet nodig). Ze worden gewoon consequent alfabetisch gerangschikt. 1.7.2 Verwijzing naar een boek De bibliografische verwijzing naar een boek gebeurt als volgt: Naam, Initiaal voornaam.(datum van uitgave).titel. Plaats van uitgave: uitgeverij. Een boek van één auteur: Janssen, T. (1997). Communiceren over taal en taa gebruik. l Den Haag: Sdu Uitgevers. van twee auteurs: Godijns, R. & Loncke, F. (1983). Leerproces en taalverwerving bij kinderen. Leuven: Acco. van meerdere auteurs: Bolckmans, A., Vloebergh, T. & Willekens, E. (1963). Leerboek Noorse taal. Groningen: Wolters. 1.7.3 Verwijzing naar een deel van een publicatie Wordt slechts gebruik gemaakt van een deel van een uitgave dan is de volgorde: voor een boek: Naam, Initiaal voornaam. (datum van uitgave). Titel bijdrage. In Initiaal Voornaam. Naam, Titel boek (pp. begin tekstgedeelte-einde tekstgedeelte). Plaats uitgave: uitgeverij. Freud, S. (1961). The ego and the id. In J. Strachey (Ed.), The standard edition of the complete psychological works of Sigmund Freud. (Vol. 19, pp. 3-66). London: Hogarth Press. De structuur van een scriptie 7

voor een tijdschrift of krant Naam, Initiaal voornaam. (datum van uitgave). Titel bijdrage. Titel tijdschrift, jaargang, pp. begin tekstgedeelte-einde tekstgedeelte. Moens, G. (1983). De stijging van de zelfmoordsterfte in België tussen 1970 en 1980. Tijdschrift voor Sociale Gezondheidszorg, 61, 979-983. D'Haene, A. & Nauwelaers, I. (2005). Een gezonde geest in een gezond lichaam. Test Gezondheid, 12, 34-36. 1.7.4 Verwijzing naar elektronische media Soms ontbreekt bij (elektronische) publicaties (website of cd-rom) een gedeelte van de informatie. In dat geval wordt de volgorde: 1/ de auteur (indien bekend) of 2/ verantwoordelijke instelling (bijv. de Taalunie, het Heilig-Hartcollege) of 3/ (uitzonderlijk) gewoon de titel van de uitgave, de naam van het lemma. Wordt geen datum en/of plaats vermeld dan kan je eventueel 's.d.' (sine dato) en/of 's.l.' (sine loco) invullen. Pluis de website echter grondig uit: er is meer bibliografische informatie te vinden dan je denkt, vooral bij ernstige websites! Bij cd-roms vind je meestal informatie in het 'help-venster' onder de knop 'info'. Wicks, R. (2004). Friedrich Nietzsche. Opgevraagd op 3 januari 2006 via http://plato.stanford.edu/entries/nietzsche De Nederlandse Taalunie (2005). Deelname Republiek Suriname aan detaalunie een feit. Opgevraagd op 27 december 2007 via http://taalunieversum.org/taalunie/ Arthur Schopenhauer (6 sept 2006). In: Wikipedia, die freie Enzykopädie. Opgevraagd op 20 september 2006 via http://de.wikipedia.org/wiki/arthur_schopenhauer Encarta Encyclopedie Winkler Prins (1993-2003). Rubens, Peter Paul. Redmond: Microsoft Corporation/Het Spectrum. Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal (1995). momentenstelling. (12de druk). Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie. 1.7.5 Verwijzing naar een vertaling Is het werk een vertaling dan wordt dit als volgt vermeld: Leech, G. (1976). Semantiek 1. (vert. J. Hendrickx). Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum (oorspronkelijk gepubliceerd in 1974). Het is onnodig te zeggen dat bij bibliografische verwijzingen, elke punt, elke komma, elke spatie, cursivering of niet van het grootste belang is. Doe hiervoor je uiterste best! De structuur van een scriptie 8

1.8 Bladschikking In geval meerdere scripties worden samengevoegd tot één (jaar)werk, is het nuttig vooraf afspraken te maken over de lay-out (pagina-indeling, kopteksten/voetteksten met de paginanummering, inspringing en regelafstand, lettertype en lettergrootte!). Werk je alleen, dan kunnen de standaardinstellingen van de Word-editor worden gebruikt. Kies wel een sober lettertype (bijv. Verdana, Microsoft Sans Serif, Lucida Sans Unicode, Tahoma, Arial voor de schreefloze lettertypes of Times New Roman, Book antiqua, Garamond voor schreefletters). Een aanvaardbare puntgrootte is pt12. De onontbeerlijke paginanummering komt dan gecentreerd (dus in het midden) onderaan. Hoewel er verschillende methodes bestaan om een tekst in alinea's te verdelen, is de eenvoudigste weg het aanbrengen van een witregel nà de alinea. (W.H.) De structuur van een scriptie 9