Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Pluimvee en Eieren



Vergelijkbare documenten
Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Vee en Vlees

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel

Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel. 1. Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën

Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Dranken. 1. Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Tuinbouw

Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Tuinbouw. 1. Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Diervoeder en Hoofdproductschap

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Ambachten

Toezichtkamer 10 juni Onderzoeks- en beoordelingsprotocol representativiteit bedrijfslichamen

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Wijn en Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1. Inleiding. 2. Hergroepering bedrijfslichamen: zelfstandig bestaansrecht voor het productschap

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERGADERING : BESTUUR DATUM : 12 MAART 2009 AGENDAPUNT : 3 BIJLAGE : 6

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Verordening representativiteit organisaties

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang mei 2004 num mer 28

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

15 december Rapportage personele unies Inleiding

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Advies tot wijziging van de werkingssfeer van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders (PPE) 2010.

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I)

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

1. Inleiding. 2. Hergroepering bedrijfslichamen: zelfstandig bestaansrecht voor het Productschap Vee en Vlees

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Groothandel in Eieren en Eiproducten en de Eiproductenindustrie

1. Inleiding. 2. Hergroepering bedrijfslichamen: zelfstandig bestaansrecht voor het Productschap Zuivel

Toezichtkamer. 4 maart Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten Inleiding

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Advies van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad tot instelling van een bedrijfschap voor de bosbouw, het bosbeheer en de houtteelt

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3

Zaak Nr IV/M CEBECO / PLUKON. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998

Sociaal- Economische Raad

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PPE Statistisch Jaarrapport pluimveevlees en eieren 2012 voorlopig

Huishoudelijk reglement ter jaarlijkse vaststelling van de contributie COV

Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten (Tussensegmenten) 2009 t/m 2011

Bij het nemen van dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen:

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Productschap Diervoeder

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

VERORDENING (EEG) Nr. 968/68 VAN DE RAAD. van 15 juli houdende vaststelling van de regeling voor mengvoeders op basis van granen

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse pluimveesector

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Product- en bedrijfschappen anno 2003 Onderzoek naar het functioneren van de product- en bedrijfschappen - Eindrapport-

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse pluimveesector. Inleiding

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Openbare kennisgevingen 12 Verordeningen en besluiten 12

Copro 16105C. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Mededeling GMO Groenten en fruit : WAP 2014 bijlage III

Sociaal- Economische Raad

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Toezichtkamer. 15 september Rapportage Scan Jaarverslagen Inleiding

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

Circulaire gerechtsdeurwaarders Geachte mevrouw, heer,

Instellingsbesluit Productschap Dranken

Toelichting berekening aanbestedingsomzet 2001

Toezichtkamer. 15 september PBO special overzicht financiën bedrijfslichamen Inleiding

RECHTSOORDEEL. Vervoerkamer

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker

Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

Accountantsprotocol Uitvraag Financieringsregeling Jeugdzorg 2015 Regio Oost-Veluwe/Midden-IJssel

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Stichting S van de Ar beid

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken;

Transcriptie:

Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Pluimvee en Eieren 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging van de werkingssfeer van bedrijfslichamen heeft de Toezichtkamer tot taak onderzoek te doen naar het organisatorisch draagvlak van bedrijfslichamen en daarover te rapporteren aan de Bestuurskamer en de betrokken ministers. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen waarin nadere regels zijn gesteld. Artikel 5 van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen geeft aan dat de beoordeling van de representativiteit van het organisatorische draagvlak van een bedrijfslichaam in elk geval geschiedt, voorafgaand aan de instelling en vervolgens telkens na het verstrijken van een periode van vier jaar. Na de instelling van het Productschap Vee en Vlees en het Productschap Pluimvee en Eieren per 15 maart 2004 zijn inmiddels vier jaar verstreken, zodat een hernieuwde beoordeling van het organisatorisch draagvlak dient plaats te vinden. Deze notitie is daarvan een uitwerking, maar beperkt zich echter tot het Productschap Pluimvee en Eieren. Leeswijzer In paragraaf twee wordt een korte schets gegeven van het Productschap Pluimvee en Eieren, de samenstelling en de dragende (benoemingsgerechtigde) organisaties. Paragraaf drie bevat een nadere uitwerking van het beoordelingskader. In paragraaf vier wordt omschreven aan welke waarborgen onderzoeken naar het organisatorisch draagvlak moeten voldoen. Het feitelijke onderzoek naar de representativiteit van de dragende organisaties in de verschillende geledingen van het Productschap Pluimvee en Eieren is beschreven in paragraaf vijf. De laatste paragraaf bevat ten slotte de conclusie ten aanzien van het organisatorisch draagvlak bij het desbetreffende productschap. 2. Korte schets van het Productschap Pluimvee en Eieren Het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) is ingesteld voor de ondernemingen waar: - de pluimvee-, edelpelsdieren- of konijnenhouderij wordt uitgeoefend; - pluimvee, wild en tamme konijnen of daaruit verkregen producten worden be- of verwerkt tot producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen; - eieren of daaruit verkregen producten worden be- en verwerkt tot producten welke, al dan niet na verdere be- en verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen dan wel kunnen dienen als grondstof voor producten welke niet bestemd zijn tot menselijk voedsel; - de handel wordt uitgeoefend in:

2 1 pluimvee, eieren, wild of tamme konijnen of in daaruit verkregen producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen; 2 broedeieren en eendagskuikens; 3 bont, of 4 technische eiproducten. Het PPE is hiernaast mede ingesteld voor veilingen van de bovengenoemde bedoelde producten. Aan ondernemerszijde in het bestuur kent het PPE de volgende benoemingsgerechtigde organisaties: Land- en Tuinbouworganisatie Nederland Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders van de drie Centrale Landbouw Organisaties Nederlandse Vakbond Pluimveehouders Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel Aan werknemerszijde betreft het de volgende benoemingsgerechtigde organisaties: CNV BedrijvenBond CNV Dienstenbond FNV Bondgenoten 3. Beoordelingskader Aan ondernemerszijde gelden de volgende kwantitatieve criteria. Voor de bepaling van de sociaal-economische grootte komen volgens artikel 9 van de Verordening representativiteit als maatstaf in aanmerking: het aantal ondernemers; de omzet van de ondernemingen; het totale aantal personen werkzaam in deze ondernemingen; zo nodig kunnen voorts als maatstaf in aanmerking worden genomen: het aantal zelfstandige ondernemingen of vestigingspunten; de betaalde lonen; of de verwerkte hoeveelheid grondstof. Als voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging aan ondernemerszijde wordt ingevolge artikel 3 van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen aangemerkt: een of meer ondernemersorganisaties die ten minste 55 procent vertegenwoordigen van alle ondernemers binnen de werkingssfeer van het bedrijfslichaam, berekend aan de hand van één van de bovengenoemde maatstaven; een of meer ondernemersorganisaties die meer dan 50 procent vertegenwoordigen van alle ondernemers binnen de werkingssfeer van het bedrijfslichaam, berekend aan de hand van twee van de bovengenoemde maatstaven.

3 Als voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging aan werknemerszijde wordt aangemerkt: één of meer werknemersorganisaties die ingevolge de Verordening representativiteit organisaties als (kwalitatief) representatief zijn te beschouwen. Indien een of meer andere als representatief te beschouwen werknemersorganisaties bezwaar maken, worden de hierboven bedoelde werknemersorganisaties slechts als voldoende representatieve vertegenwoordiging aangemerkt als zij gezamenlijk meer leden binnen de werkingssfeer van dat bedrijfslichaam hebben dan die andere organisaties gezamenlijk. Bij de totstandkoming van het instellingsbesluit van het PPE is vastgesteld dat de in paragraaf 2 genoemde dragende organisaties aan werknemerszijde als (kwalitatief) representatief zijn te beschouwen. Daarin heeft zich geen wijziging voorgedaan. Aangezien er voorts ook geen bezwaren bekend zijn van werknemersorganisaties, kan worden volstaan met een oordeel over de representativiteit aan ondernemerszijde. 4. Waarborgen Het proces van gegevensverzameling is uitgevoerd door het gezamenlijk secretariaat van het Productschap Vee en Vlees (PVV) en het PPE. Daarbij is gebruik gemaakt van gegevens die zijn aangeleverd door de organisaties die beschikken over benoemingsrechten voor het bestuur van het productschap alsmede de beschikbare gegevens zoals deze zijn vastgelegd in het heffingensysteem van het PPE. Het is hierbij van belang dat een externe accountant een verklaring opstelt. Deze verklaring bevat een beschrijving van het ingestelde onderzoek, de bevindingen en de daaruit te trekken conclusies. Als alternatief of aanvulling hierop is het ook mogelijk een gerenommeerd onderzoeksbureau in te schakelen of direct te putten uit objectieve statistische bronnen, bijvoorbeeld afkomstig van het CBS. Overigens is het belangrijk dat gegevens van ondernemers die lid zijn van één of meer benoemingsgerechtigde organisaties slechts één keer in het onderzoek worden meegenomen. Het is dan ook noodzakelijk dat de opgaven van organisaties worden gecorrigeerd voor mogelijke dubbeltellingen ( ontdubbeld ). Naast gegevens over de organisaties die beschikken over benoemingsrechten, dienen ook gegevens te worden overgelegd over bijvoorbeeld de totale omzet van alle ondernemingen die vallen binnen de werkingssfeer van het schap. Hiertoe kan ook een opdracht gegeven worden voor het in kaart brengen van de gehele markt of kan uit objectieve, statistische bronnen geput worden. Door het PPE is een verklaring overlegd van de externe accountant die het onderzoek heeft gecontroleerd. De Interne Audit Dienst van het PPE en het PVV heeft bovendien een beoordeling uitgevoerd op de door het PPE verstrekte gegevens in het kader van het representativiteitsonderzoek. Het PPE heeft deze beoordeling eveneens overlegd. Voorts is door het PPE gebruik gemaakt van gegevens die zijn verstrekt door het Landbouw Economisch Instituut (LEI) en gegevens van het onderzoeksbureau GfK. 5. Representativiteitsgegevens Het PPE kent een viertal geledingen, waaronder alle ondernemers zijn gebracht die vallen onder de werkingssfeer van het productschap. Het gaat daarbij om de volgende geledingen:

4 De pluimveehouderij; De verwerkende industrie en de groothandel in eieren; De verwerkende industrie en de groothandel in pluimvee, wild en tamme konijnen; De detailhandel in eieren en pluimvee. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de bovenstaande onderverdeling in geledingen. Daarbij is het organisatorisch draagvlak per geleding berekend. Voor het bepalen van de totalen per dragende organisatie en voor de branchetotalen is enerzijds gebruik gemaakt van opgaven van de dragende organisaties en anderzijds gebruik gemaakt van gegevens uit de heffingsadministratie van het PPE, het LEI en het onderzoeksbureau GfK. De pluimveehouderij Het totaal aantal aangesloten leden bij respectievelijk de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO), de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders van de drie Centrale Landbouw Organisaties (NOP) en de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) is gebaseerd op de opgave over het jaar 2007. De opgaven van deze organisaties zijn allen voorzien van een accountantsverklaring. Het totale aantal ondernemers in deze geleding is afkomstig uit de Landbouwtelling 2007 van het LEI, waarvoor gebruik is gemaakt van de meitelling 2006. Opgemerkt moet worden dat het niet mogelijk is gebleken de gegevens aangaande het aantal lidondernemingen van de NVP enerzijds en LTO en NOP anderzijds te ontdubbelen. De opgaven van LTO en NOP zijn onderling wel gecorrigeerd voor dubbeltellingen. Vastgesteld wordt dat de representativiteit van LTO en NOP gezamenlijk, berekend op basis van het aantal leden, 62,6 procent bedraagt. Omdat dit percentage op zichzelf genomen al hoger is dan de vereiste 55 procent kan worden geconcludeerd dat deze geleding een voldoende organisatorisch draagvlak kent. Het is voor de beoordeling van het organisatorisch draagvlak dan ook niet noodzakelijk de gegevens van de NVP eveneens te ontdubbelen ten opzichte van de gegevens van LTO en NOP. Hoewel het organisatorisch draagvlak reeds op basis van het aantal lidondernemingen is vastgesteld, zijn ten overvloede ook de opgaven met betrekking tot de omzet in deze rapportage opgenomen. De omzetgegevens van LTO en NOP zijn gemeten in Nge (Nederlandse grootte-eenheden) en zijn gebaseerd op de Landbouwtelling 2007. De gegevens van LTO en NOP zijn afgezet tegen de totale omzet in deze geleding zoals opgenomen in de landbouwtelling. Voor LTO en NOP gezamenlijk is op omzetbasis een representativiteit van 67,9 procent gemeten. De opgave van de omzet van de leden van de NVP is niet gebaseerd op de landbouwtelling, maar betreft een grove schatting. Om deze reden zijn de omzetgegevens van de NVP niet overgenomen uit de rapportage van het PPE. De verwerkende industrie en de groothandel in eieren De representativiteit in deze geleding is bepaald op basis van de omzet in euro s en het aantal ondernemers. Het totaal aantal ondernemers dat aangesloten is bij de in deze geleding benoemingsgerechtigde organisatie Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren is gebaseerd op een opgave van de laatstgenoemde organisatie over het jaar 2007. Zowel de totale omzet en het totale aantal ondernemers in deze geleding zijn gebaseerd op de gegevens uit de heffingenadministratie bij het PPE. Aan de hand van deze gegevens is de representativiteit op omzetbasis en op basis van het aantal ondernemers binnen deze geleding berekend op respectievelijk 88,8 procent en 37,4 procent. De verwerkende industrie en de groothandel in pluimvee, wild en tamme konijnen Bij de bepaling van de representativiteit van de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) binnen de geleding de verwerkende industrie en

5 de groothandel in pluimvee, wild en tamme konijnen is uitgegaan van de omzet en het aantal ondernemers. De totale omzet in euro s in deze geleding is gebaseerd op de opgave van het LEI over 2006. Het aandeel van de omzet van de bij NEPLUVI aangesloten ondernemers bedraagt ten opzichte van het totaal in deze geleding 100 procent. De dekkingsgraad is op basis van het aantal ondernemers eveneens op 100 procent berekend. 1 De detailhandel in eieren en pluimvee Voor de geleding detailhandel is de representativiteit bepaald op basis van de omzet en het aantal ondernemers. Voor de bepaling van het aantal ondernemers dat aangesloten is bij de Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is gebruik gemaakt van de opgave van de laatstgenoemde organisatie over het jaar 2007. 2 Dit aantal is vervolgens neergezet tegen het totaal aantal ondernemers zoals bekend bij de heffingenadministratie van het PPE. Dit leverde een dekkingspercentage van 78,4 procent. Op basis van de door de CBL overlegde omzetgegevens is bovendien een dekkingspercentage van 95 procent berekend. Op basis van de gegevens van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel waren er in 2007 428 poeliersbedrijven actief in Nederland. Volgens de opgave van de Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren (NBPW) betrof zijn aandeel 270 bedrijven. Dit levert een representativiteit van 63,1 procent op. Op basis van de gegevens aangaande het aantal ondernemers kan de representativiteit in deze geleding bepaald worden op 77,3 procent. Hoewel de representativiteitscijfers op omzetbasis voor deze geleding in principe niet nodig zijn om de representativiteit aan te tonen, wordt opgemerkt dat de representativiteit op omzetbasis voor de NBPW niet exact aangetoond kan worden. Uitgaande dat er geen significant verschil is tussen de omzet van leden en niet-leden van de NBPW, is aangenomen dat de representativiteit op omzetbasis rond 63 procent is. 1 Bij de berekening van de representativiteit binnen deze geleding is uitgegaan van de slachterijen. Het vlees wordt immers geproduceerd in de slachterijen. Het vlees uit deze slachterijen wordt daarna doorverkocht aan niet-slachtende uitsnijderijen of wordt verder verwerkt door deze slachterijen zelf. Het PPE heeft om dubbele heffing te voorkomen ervoor geopteerd om slechts eenmaal over het geproduceerde volume vlees te heffen (welke plaatsvindt bij de slachterijen). Om oneigenlijke dubbeltellingen over de verwerking van vlees te vermijden en aansluiting te vinden bij de heffingssystematiek, heeft de berekening van de representativiteit zich daarom beperkt tot de slachterijen. 2 Deze opgave is ook eerder verstrekt aan en gebruikt door het voormalig Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten bij zijn representativiteitonderzoek.

6 In de onderstaande tabel is een totaal overzicht weergegeven van de representativiteit binnen het bestuur van het PPE. Tabel 1: Organisatorisch draagvlak PPE Geleding Organisatie Leden Totaal % Omzet in Є/ton Totaal % Pluimveehouderij Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) & Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders van de drie Centrale Landbouw Organisaties (NOP) 3 1.976 3.159 62,6 163.654 nge 240.939 nge 67,9 Verwerkende industrie en de groothandel in eieren Verwerkende industrie en de groothandel in pluimvee, wild en tamme konijnen Detailhandel in eieren en pluimvee Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) 321 3.159 10,2 - - - Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren (Anevei) 46 123 37,4 Є 506.964.000 Є 571.150.000 88,8 Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) 21 21 100 Є 1.106..312.146 Є 1.106..312.146 100 Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) 4.500 5.740 78,4 Є 27.400.000.000 Є 28.842.000.000 95 Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren (NBPW) 270 428 63,1 51.728.972 82.000.000 4 63,1 per geleding 4.770 6.168 77,3 27.451.728.972 28.924.000.000 94,9 6. Oordeel De Toezichtkamer is van oordeel dat het organisatorische draagvlak van het Productschap Pluimvee en Eieren, zoals verenigd in de dragende organisaties, voldoet aan de criteria, zoals opgenomen in de Verordening representativiteit en het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen. Het productschap en de betrokken organisaties worden overigens van deze bevindingen op de hoogte gesteld. --- 3 Hier zijn dubbeltellingen van de leden van LTO en NOP geélimineerd. 4 De totale omzet is gebaseerd op de jaarcijfers huishoudelijke aankopen 2007 voor pluimveevlees en eieren van het onderzoeksbureau GfK.