LOB en techniek. Geef jongeren praktijkervaringen die ertoe doen. 5 tips voor een praktijkgericht programma White paper
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) leert jongeren keuzes te maken die passen bij hun kwaliteiten en interesses. Ze leren hoe ze gegronde keuzes kunnen maken voor hun opleiding en beroep. Zodat ze op daar terechtkomen waar ze zich als een vis in het water voelen en hun talenten kunnen ontwikkelen. Het belang van een goede invulling van het LOB-programma voor techniek is groot. Een goede invulling zorgt er namelijk voor dat jongeren: een juist en volledig beeld krijgen van de wereld(en) van techniek; hun eigen kwaliteiten en drijfveren verbinden met een (vervolg)keuze voor techniek; weten wat het regionale bedrijfsleven te bieden heeft op het gebied van (werken in) de techniek en technologische ontwikkelingen. Niet alleen het onderwijs, ook het technische bedrijfsleven speelt een grote rol in een succesvolle LOB-aanpak. Technische bedrijven laten jongeren kennismaken met de praktijk en brengen rolmodellen in beeld. Hoe zorgt u samen met het bedrijfsleven dat de LOB-activiteiten die uw school biedt, aansluiten bij het oriëntatieproces van jongeren? En dat ze hen helpen bij de ontwikkeling van een reëel zelf- en beroepsbeeld? Vijf tips voor praktijkervaringen met techniek die ertoe doen: 1. Kies een aanpak die past bij uw school. 2. Werk aan een gevarieerd en samenhangend programma. 3. Zorg voor levensechte praktijkervaringen. 4. Betrek de ouders bij activiteiten. 5. Laat jongeren succes ervaren en trots zijn op hun prestaties. 1. Kies een aanpak die past bij uw school. Een groot deel van de scholen in het voortgezet onderwijs 1 hebben hun visie op LOB op papier staan. Meestal is LOB als vast onderdeel in de mentorlessen opgenomen. Elke school vult zijn LOB-programma op zijn eigen manier in, maar uiteindelijk voeren drie modellen de boventoon: de vakkenschool: LOB-activiteiten zijn er op vaste momenten, er is een eerstelijnsdecaan en deze voert de LOB-dialoog met de jongeren. de activerende school: het LOB-programma is vast onderdeel in een leerlijn, er is een tweedelijnsdecaan, en de jongeren voeren de LOB-dialoog met mentor. de flexibele school: deze biedt een flexibel LOBprogramma (meer vraaggestuurd en met keuzes voor de leerling), en de LOB-dialoog vindt zo mogelijk plaats met (alle) relevante actoren in de leeromgeving, met de mentor als spil. het bepalen van uw ambitie dan ook dat die in de pas loopt met de ambitie van uw school. Kies bewust of u in één keer een heel nieuw programma gaat inrichten, of begint met het verbeteren van één of meerdere LOB-activiteiten. En weet wat u van uw collega s kunt vragen. Klein beginnen kan Welk model dominant is op uw school en waar uw schoolleiding naartoe wil, heeft natuurlijk invloed op wat wel en niet realistisch is voor het programma LOB en techniek op uw school. Zorg bij 1 90% volgens cijfers van de VO-raad, 46% volgens cijfers van Platform Bèta Techniek.
een heel effectieve manier zijn om anderen te enthousiasmeren en mee te nemen in verdergaande aanpassingen. Of het nu gaat om een LOB-activiteit, een reeks LOB-activiteiten of een compleet LOB-programma, drie elementen zijn onmisbaar: DIALOOG DE LEERLING ER ZIJN LOOPBAAN- COMPETENTIES KEUZEMOGELIJKHEDEN PRAKTIJKERVARNG Praten met leerlingen, de dialoog aangaan, is essentieel voor hun keuzeproces. Luister naar wat ze zelf naar voren brengen; dit vormt een prima uitgangspunt voor een gesprek. Gaan uw leerlingen praktijkervaringen opdoen? Vraag dan aan de betrokkenen van het bedrijf om ook aandacht aan de dialoog te besteden, bijvoorbeeld door open vragen te stellen. Bedrijven en vervolgopleidingen (ROC s) kunnen uw leerlingen helpen aan de noodzakelijke praktijkervaring. Bijvoorbeeld door in overleg realistische praktijkopdrachten, lezingen of gastlessen te verzorgen, bedrijfsbezoeken te organiseren, (snuffel)stageplaatsen aan te bieden of door zich te presenteren tijdens techniekevenementen. Samen met verschillende partijen uit het bedrijfsleven kunt u zorgen voor een gevarieerd aanbod van praktijkopdrachten met concrete LOB-doelen, waardoor een leerling keuzemogelijkheden heeft. 2. Werk aan een gevarieerd en samenhangend programma Het zelfbeeld dat jongeren hebben over hoe exact ze zijn, wordt in de eerste veertien levensjaren bepaald. Voor hun 12e jaar sluiten jongeren vaak al beroepen uit die zij niet vinden passen bij hun geslacht en sociale klasse. Leerlingen van ongeveer 12 tot 14 jaar hebben daarnaast de neiging om beroepen uit te sluiten die een te grote leerinvestering vragen. Zo krijgen beroepen die misschien heel interessant voor ze zijn, toch geen kans. Het is dus belangrijk om leerlingen al vanaf het eerste schooljaar te stimuleren om echt gefundeerde keuzes te maken. Een gevarieerd en samenhangend programma helpt daarbij. Hoe zorg je daarvoor? SPEEL IN OP DE DRIJFVEREN EN INTERESSES VAN UW LEERLINGEN Maar liefst 87 procent van de jongeren is te motiveren voor techniek, blijkt uit onderzoek. Als ze maar op hun persoonlijke drijfveren worden aangesproken. Dé jongere bestaat niet; het BètaMentality-model onderscheidt wel vier sterk verschillende bètatypes met elk hun eigen houding tegenover techniek, die elk hun eigen aanpak vragen. Daar kunt u bij de invulling van uw LOBprogramma op inspelen: geef jongeren de ruimte hun eigen drijfveren te ontdekken. SPECIALE AANDACHT VOOR MEIDEN EN JONGE MIGRANTEN Meiden en migrantenjongeren kiezen minder vaak voor techniek. Dit heeft te maken met (onbedoelde) stereotyperingen en vooroordelen over techniek, en ook met cultuurverschillen en rolopvattingen uit de Wilt u het programma LOB en techniek laten aansluiten op de interessegebieden van uw leerlingen? Laat u dan eerst zelf door een workshop of presentatie Bètamentality. En betrek er dan meteen de mensen en partijen bij die u nodig heeft voor uw aanpak, zoals (vak) docenten, mentoren, ouders en minstens drie bedrijven. U kunt de workshop of presentatie ook incompany aanvragen.
omgeving. Wilt u meer meiden en migrantenjongeren stimuleren om voor techniek te kiezen? Zet daar dan extra activiteiten voor in. Door deze jongeren in contact te brengen met rolmodellen uit de techniek met verschillende culturele achtergronden en functieniveaus, geeft hun dat een reëel beeld. En een goede balans tussen mannen en vrouwen uit het bedrijfsleven werkt goed om meisjes een minder stereotype beeld te geven. Wees uzelf ook bewust van eventuele vooroordelen over vrouwen en migranten in de techniek en praat erover met contactpersonen in de bedrijven. Uw houding heeft meer invloed dan u misschien denkt. Wat voor onbewuste vooroordelen heeft u? Doe hier de test. VOOR ELK WAT WILS: VARIATIE IN ACTIVITEITEN Omdat het uiteindelijk gaat om het keuzeproces van individuele leerlingen, is het mooi als u verschillende soorten activiteiten aan kunt bieden. Bespreek bijvoorbeeld met technische bedrijven of het mogelijk is dat een leerling met interesse in techniek een dagje extra meeloopt. Of organiseer afzonderlijke bedrijfsbezoeken voor leerlingen die zich nog willen oriënteren en leerlingen die zich willen verdiepen in techniek. Handige en concrete tips hiervoor vindt u in de whitepaper Bedrijfsbezoeken. Doe het goed of doe het niet. Het gaat erom dat de technische praktijk zo vroeg mogelijk in beeld komt, HELDERE CONTEXT EN CONCRETE EINDPRODUCTEN Het werkt voor jongeren inspirerend om technische en exacte vakken in een concrete context of wereld te plaatsen waarin deze sectoren en beroepen een belangrijke rol spelen. De zeven werelden van techniek vormen een mooie kapstok om techniek in z n volle breedte te laten zien. Concrete, tastbare eindproducten doen ook wonderen voor de beeldvorming. Als dat te regelen is, laat de jongeren dan echt iets maken dat ze liefst nog mee naar huis kunnen nemen ook. Dan kunnen ze trots op hun prestatie en dat is de beste aanjager voor motivatie. AANDACHT VOOR VOORBEREIDING, LEERDOEL EN REFLECTIE Een goede voorbereiding en reflectie op een LOB-activiteit geeft leerlingen - en u - inzicht in de relatie tussen hun praktijkervaring en hun eigen talenten en interesses. Uw betrokkenheid is hierbij onmisbaar. Het is bovendien belangrijk dat u goed overleg voert met de bedrijven. Het leerdoel van de leerlingen zal altijd de invalshoek voor de activiteit moeten zijn. Neem dus als school de tijd voor een goede voorbereiding van de activiteit(en) en stem de leerdoelen daarvan af met meewerkende bedrijven. Zodat ook die zich goed kunnen voorbereiden. Voor u is het de uitdaging om mogelijkheden te zoeken om te reflecteren op de ervaring van de leerlingen. Een dialoog met een betrokken volwassene die de leerling hoog heeft zitten, slaat het beste aan. Dit kunt u zelf zijn, maar
bijvoorbeeld ook een ouder, oom of buurvrouw. Is dit niet haalbaar? Leerlingen kunnen ook met elkaar napraten en op hun ervaringen reflecteren. Dan nog blijft het voor leerlingen in de bovenbouw aan te raden om tijd en middelen vrij te maken voor LOB-gesprekken. Juist omdat ze in zo n belangrijke fase van hun oriëntatieproces zitten. En een goed gesprek hoeft soms maar tien minuten te kosten. Bij activiteiten in samenwerking met het technische bedrijfsleven is de houding en actieve betrokkenheid van (vak)docenten en mentoren cruciaal. Leerlingen willen gezien worden door hun docent of mentor. Als zij de nieuwsgierigheid van leerlingen weten te prikkelen, ze uitdagen om te ontdekken waar ze echt goed in zijn of willen worden en wat ze belangrijk vinden, dan haalt een leerling het beste uit zichzelf. U, als vakdocent of mentor, bent dus de sleutel tot een effectieve LOB-activiteit. 3. Zorg voor levensechte praktijkervaringen. Hoewel 95% van onze leefwereld te maken heeft met techniek, is de techniek zelf uit het straatbeeld verdwenen. Het netwerk van jongeren en met name van vmbo ers is meestal niet groot. Ze horen vooral veel van gelijkgestemden. In het algemeen hebben zij minder toegang tot kennis van buiten hun directe kring. Daarom is het belangrijk te blijven investeren in een breed beeld van de mogelijkheden in techniek en om praktijkervaringen met techniek aan te bieden. Bedrijven kunnen leerlingen de noodzakelijke praktijkervaring geven, die passen bij hun leeftijd en de oriëntatiefase waar ze in zitten. Voor jonge leerlingen kunnen bedrijven onder meer bijdragen aan de gewenste krachtige leeromgeving door realistische praktijkopdrachten, lezingen of gastlessen te verzorgen of door mee te werken aan bedrijfsbezoeken. bevordert u ook door ze te informeren over de doelen van het LOB-programma en de arbeidsmarktperspectieven van een technische opleiding. Of heel eenvoudig, door in de aanloop naar een praktijkopdracht een brief te sturen met uitleg over het doel daarvan. Als ouders eenmaal goed geïnformeerd zijn en zich betrokken voelen, is de weg ook vrij om gebruik te maken van hun netwerk. 5. Laat jongeren succes ervaren en trots zijn op hun prestaties. Als jongeren iets blijken te kunnen wat ze niet hadden verwacht, is dat een succeservaring. Ze zijn dan natuurlijk trots. Hoe vaker jongeren techniek associëren met zulke positieve ervaringen, hoe groter de kans dat ze uiteindelijk kiezen voor een technische richting. Experimenteer dan ook vooral met Onderzoekend en Ontwerpend Leren. Waar het maar kan. Want vooral voor techniek blijkt het zinvol om een creatieve, onderzoekende, probleemoplossende en ontwerpende houding bij jongeren te stimuleren. Onderzoekend en Ontwerpend Leren doet dit. Door leerlingen zich in te laten leven in een probleem en eigen oplossingen te laten verzinnen, ontwikkelen ze competenties en vaardigheden die passen bij techniek. Het gaat daarbij om de eigen interpretaties, de zoektocht. Om het leerproces. En het mooie is: daarbij kun je niet falen. 4. Betrek de ouders bij LOB-activiteiten. Ook ouders hebben een grote invloed op de studieen beroepskeuze van hun kinderen, maar zijn zich daar niet altijd van bewust. Nodig hen daarom uit waar dat mogelijk is en betrek hen bij de activiteiten wanneer dat kan. Hun betrokkenheid Hoe gaat u aan de slag met LOB en techniek? Voor meer inspiratie en praktische handvatten volg de workshop of presentatie LOB Loont. Link workshop of presentatie LOB Loont naar http://www.techniektalent.nu/scholen/vmbo/ activiteit/presentatie-enof-workshop-lobloont. U kunt de workshop of presentatie ook incompany aanvragen.
Checklist voor een praktijkgericht programma LOB en techniek 1. Is het ambitieniveau voor uw aanpak LOB en techniek helder? Kiest u voor het verbeteren van een of meerdere activiteiten of wilt u een programma opzetten? 2. Zorg voor een gevarieerd en samenhangend programma. Denk aan de volgende punten: a. Begin al in het eerste jaar. b. Is het helder welke doelgroepen u voor u heeft (Bètamentality-types, meiden, migranten)? c. Zijn er specifieke activiteiten voor meiden en/of migrantenjongeren? d. Komen leerlingen in contact met minstens drie bedrijven? Kijk eens wat TechNet voor u kan betekenen. e. Kunnen leerlingen kiezen uit zowel oriënterende als verdiepende activiteiten? f. Worden activiteiten in verschillende werelden van techniek aangeboden? g. Komen leerlingen in contact met een diversiteit aan rolmodellen? Kunnen zij met een van hen in gesprek? h. Zit er minstens één maakopdracht in het programma? 3. Bied praktijkervaringen aan die ertoe doen a. Is het leerdoel van de activiteit helder? Weet het bedrijf dit ook? b. Is de activiteit voorbereid met de leerlingen? c. Is er een aanwijsbaar moment waarop leerlingen in gesprek gaan met een volwassene uit hun omgeving over hun loopbaankeuzes (ouders, vakdocent, mentor of decaan) d. Is de docent actief bij de activiteit betrokken? e. Komt een eindproduct in beeld? 4. Zorg dat ouders bij alle buitenschoolse activiteiten betrokken zijn. a. Zijn ze geïnformeerd of worden ze actief betrokken? b. Worden ouders geïnformeerd over perspectief arbeidsmarkt in de techniek? 5. Krijgen leerlingen de gelegenheid voor een succeservaring met techniek? Kunnen leerlingen actief iets doen, worden ze uitgedaagd problemen op te lossen? Meer weten? Ga voor meer informatie naar: www.techniektalent.nu/lob Of neem contact op met TechniekTalent.nu: T: 0348 744066 of E: info@techniektalent.nu TechniekTalent.nu is een samenwerkingsverband van acht technische sectoren, in opdracht van werknemers- en werkgeversorganisaties. Met maar één doel: meer instroom en behoud van (jonge) mensen in de techniek. Om dat voor elkaar te krijgen, hebben we een groot aantal producten en ondersteunende diensten ontwikkeld. Ga voor meer informatie over al onze activiteiten naar www.techniektalent.nu. Foto s: TechniekBeeldbank.nu september 2015