INTERACTIEVE VORMINGSMODULE MATERIAAL : «Trading our health away»



Vergelijkbare documenten
Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

2010 Integrated reporting

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST

Alcohol policy in Belgium: recent developments

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels)

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014

Aim of this presentation. Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 25/2/2016. Biocide CLOSED CIRCUIT

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 100

Building the next economy met Blockchain en real estate. Lelystad Airport, 2 november 2017 BT Event

NETWORK CHARTER. #ResourceEfficiency

IenM & INTERREG: Circulaire economie

Risico s van Technologisch Succes in digitale transformatie S T R A T E G I C A D V I S O R

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting:

Socio-economic situation of long-term flexworkers

Opleiding PECB IT Governance.

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Toegang tot overheidsinformatie: de gevolgen van Europese ontwikkelingen voor Nederland

(Big) Data in het sociaal domein

EU Data Protection Wetgeving

De Relatie Tussen de OESO Richtlijnen voor Multinationale Bedrijven en de Sustainable Development Goals verwachting vs uitnodiging

Private Governance : Werkt het? Is het genoeg?

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches?

Introduction Henk Schwietert

Standard Material Transfer Agreement (SMTA)

Issues in PET Drug Manufacturing Steve Zigler PETNET Solutions April 14, 2010

Future of the Financial Industry

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

PRIVACYVERKLARING KLANT- EN LEVERANCIERSADMINISTRATIE

ENERGY FOR DEPARTMENT OF DEFENSE INSTALLATIONS. JOSEPH CORRIGAN, PE Kelley Drye & Warren

Innovative SUMP-Process in Northeast-Brabant

Support Center GIS-Flanders

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

PROJECT INFORMATION Building De Meerlanden Nieuweweg 65 in Hoofddorp

Integratie van Due Diligence in bestaande risicomanagementsystemen volgens NPR 9036

VGZ verantwoord beleggingsbeleid in vergelijking met Code Duurzaam Beleggen VVV. geen. geen

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1968 Nr. 1

RE-INVENT OUR REGION

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

Sportopleidingen in Internationaal perspectief

Activant Prophet 21. Prophet 21 Version 12.0 Upgrade Information

INFORMATIEBIJEENKOMST ESFRI ROADMAP 2016 HANS CHANG (KNAW) EN LEO LE DUC (OCW)

CTI SUITE TSP DETAILS

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1992 Nr. 135

CHROMA STANDAARDREEKS

Replacement course / vervangend vak

OVERGANGSREGELS / TRANSITION RULES 2007/2008

European frameworks for VET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1999 Nr. 27

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

Van Commissionaire naar LRD?

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

APPROACHING THE FAMILY

Dutch Research Council: women in scientific careers

Laboratory report. Independent testing of material surfaces. Analysis of leaching substances in treated wood samples conform guide line EU 10/2011

Met uitzondering van de Griekse delegatie, die zich tegen dit besluit heeft uitgesproken.

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Seminar 360 on Renewable Energy

Globalisering en gender: privatisering en liberalisering van handel in diensten onder GATS

Geïntegreerde ex ante impactanalyse bij de Europese Commissie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1974 Nr. 59

Nationaal Agentschap Erasmus+ Volwasseneneducatie EDOS

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt The role of mobility in higher education for future employability

Opbouw Inclusief onderwijs; wat is het? Inclusief onderwijs; waarom? Inclusief onderwijs; waarom niet? De nationale context De internationale vergelij

Globalisering 2.0: Europa in woelig vaarwater?

NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans

Digital municipal services for entrepreneurs

Ius Commune Training Programme Amsterdam Masterclass 16 June 2016

Summary 124

Privacy in de zorg. Een primer over de wettelijke kaders rondom persoonsgegevens. Christiaan Hillen. Security consultant bij Madison Gurkha

Academisch schrijven Inleiding

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN- S (1975) Nr. 1. JAARGANG 1975 Nr. 65

TRACTATENBLAD VAN HET

Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) State of the State

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Working with Authorities

Extreem veilig Het product Our product Voordeel Advantage Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Smart Mobility. Marije de Vreeze Connekt / ITS

Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen

Belgian experience with international climate finance Peter Wittoeck Climate Finance Workshop Brussels, 15 May 2013

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

ETS 4.1 Beveiliging & ETS app concept

IFRS 15 Disaggregatie van opbrengsten

Internationale Handel. HOVO 2016 College 3 Dr. Hein Roelfsema

Quality of life in persons with profound intellectual and multiple disabilities. Marga Nieuwenhuijse maart 2016

Voorzorg is niet onredelijk. WF Passchier Gezondheidsraad en Universiteit Maastricht

MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

World Dutch Shepherd Federation. Beleidplan / Policy

Windows Server 2003 EoS. GGZ Nederland

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Press release Statistics Netherlands

Transcriptie:

INTERACTIEVE VORMINGSMODULE MATERIAAL : «Trading our health away»

1. Neem de pols : Begrippen definiëren

Aankoop en doorverkoop van goederen en diensten Complementariteit van de producten Competitie

Vrij verkeer van goederen Verwijdering van tolheffingen Bevordering van de economische ontwikkeling

Codificatie-instrument Onomkeerbaarheid Verschillende vormen

2. Health Cafe : vrijhandel en gezondheid

Vermindering van overheidsopbrengsten Veel ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van import- en exporttaksen om hun overheidsinkomsten te vermeerderen omdat er weinig binnenlandse bronnen van inkomsten zijn. De Werelbank schat dat de douane-inkomsten in zwart Afrika goed zijn voor 7 tot 10% van de overheidsinkomsten. Europese producten vertegenwoordigen 40% van de import in zwart Afrika. Deze douane-barrières op Europese producten opheffen zou de overheidsinkomsten dus gevoelig verminderen. Voor de meeste ontwikkelingslanden is het moeilijk om andere inkomsten te vinden. De overheden kunnen bijvoorbeeld de inkomensbelasting verhogen, maar daardoor zou de bevolking nog meer verarmen. Volgens een studie van het IMF zijn staten niet gelijk in hun capaciteit om de erosie van douane-inkomsten te compenseren door andere bronnen van financiering. Minder ontwikkelde landen slagen er niet in om meer dan 30% van hun douane-inkomsten te compenseren. De overheid heeft drie mogelijkheden om met de situatie om te gaan: Overheidsuitgaven, te beginnen bij de gezondheidszorg en onderwijs, verminderen. Als de overheid minder investeert in de gezondheidszorg, dreigt dit te leiden tot een degradatie van de werkomstandigheden in de gezondheidssector, met lageren lonen en een hogere werkdruk. Dit leidt tot de emigratie van gezondheidsprofessionals of de shift naar de privé-sector. Zo blijft er minder talent over voor de publieke gezondheidszorg. De overheid kan andere vormen van belastingen opleggen, waaronder minder eerlijke belastingen. Dit is bijvoorbeeld een hogere belasting op toegevoegde waarde (BTW) die armere huishoudens altijd zwaarder treft. Consumptiebelastingen hebben immers altijd een min of meer uniforme belastingvoet. Een persoon met een laag inkomen betaalt dezelfde som als iemand met een hoog inkomen. Indien men de BTW verhoogt zal de financiële impact zwaarder zijn voor arme gezinnen. De overheid kan bepaalde sectoren privatiseren om de kost hiervan niet meer te moeten dragen. Maar zo een privatisering zal de prijzen van de gezondheidszorg verhogen. De elite zal goede medische zorgen krijgen maar de meerheid van de armere bevolking zal enkel beroep kunnen doen op middelmatige dienstverlening.

De liberalisering van de gezondheidssector De overheid is altijd al de grootste verstrekker van gezondheidszorg geweest. Omdat de toegang tot de gezondheidszorg een recht is, is de doelstelling van de overheid om dit aan iedereen te verstrekken. Toch vindt men de laatste jaren meer en meer privédiensten met een verschillende doelstelling. Niet de toegang tot medische zorg maar het maken van winst staat centraal. Met de vrijhandelsakkoorden openen ontwikkelingslanden hun markt voor competitie van privé-ondernemingen. De overheid is nochtans de enige die universele toegang tot basisgezondheidszorg kan garanderen, gratis of gesubsidieerd voor de armere bevolkingsgroepen. Meerdere punten van kritiek duiken op bij de privatisering van de gezondheidszorg. De voornaamste zijn de volgende: In tegenstelling tot de staat, die normaal gezien in het belang van de hele bevolking maatregelen treft, willen privé-ondernemingen winst maken. De gezondheidszorg gaat dus duurder zijn en de toegang beperkt tot een elite die de behandelingen kunnen betalen. Bovendien zijn privé-praktijken vaak gericht op de behandeling van winstgevende medische problemen in plaats van op basisgezondheidszorg. De ongelijke toegang tot gezondheidszorg gaat dus toenemen. Een studie van 44 landen met lage of beperkte inkomsten toont aan dat naargelang het aandeel van privé-spelers in de gezondheidszorg toeneemt, ook de uitsluiting van armen toeneemt omwille van de hogere prijzen. De armen moeten zich laten verzorgen bij middelmatige publieke dienstverleners die niet genoeg inkomsten hebben (gezien de vermindering van overheidsinkomsten door de afschaffing van douanetarieven) om kwaliteit te bieden. De privé-sector kan de toegang tot een hoog niveau van dienstverlening faciliteren, maar ze kan ook menselijk kapitaal van de publieke naar de privédienstverlening aantrekken of ze naar het buitenland drijven. Dit zal het aantal gekwalificeerde artsen en de kwaliteit van het personeel verminderen of de salariskosten verhogen voor de publieke sector. Zonder vrijhandelsakkoord is een land vrij om zijn gezondheidszorg open de stellen en te reguleren in overeenstemming met de ontwikkelingsdoelstellingen. Als het slecht gaat, kan de overheid altijd de koers wijzigen. Als een land met een vrijhandelsakkoord buitenlandse investeerders weigert, kunnen deze laatsten een proces starten. Hetzelfde gebeurt als een investeerder zich geschonden voelt in zijn rechten. De overheid kan dus niet kiezen wat best is voor zijn land en moet zich sowieso buigen naar het akkoord.

Verstrenging van het intellectueel eigendomsrecht In ontwikkelingslanden heeft de bevolking een laag inkomen. Daarom zijn de prijzen van medicijnen en diagnostische procedures zeer belangrijke factoren die de toegankelijkheid van de gezondheidszorg bepalen. Normaal moet de staat dit recht op toegang garanderen, maar vaak opent de markt zich voor concurrentie tussen privéspelers. De economische logica wil dat hoe meer spelers op de markt, hoe lager de prijzen zullen zijn. De concurrentie tussen generische geneesmiddelen kan de prijs 40 tot 80% laten zakken in vergelijking met de originele aanbieder. Maar privéondernemingen gaan toch op zoek naar winst en gaan vaak over tot kartelvorming en de daarmee gepaarde prijsstijgingen. Bij een vrijhandelsakkoord wil het ontwikkelde land vaak zijn intellectuele eigendomsrechten versterken om de effectieve implementatie op te leggen ten voordele van de houders van een octrooi. Intellectuele eigendomsrechten maken het mogelijk voor farmaceutische multinationals om hun productiemonopolie te behouden en om hun medicijnen te commercialiseren. Het octrooi is dus een vitaal instrument voor farmaceutische bedrijven want daardoor kunnen ze hun productie behoeden van concurrentie door de komst van goedkope alternatieven te blokkeren. Een octrooi leidt tot hogere prijzen voor medicijnen en belet een land om zijn eigen farmaceutische industrie te ontwikkelen. Een behandeling van AIDS bijvoorbeeld met retrovirale medicijnen waarop een octrooi genomen is, kost 12000 dollar per jaar, terwijl generische middelen 420 dollar per jaar kosten. Deze intellectuele eigendomsrechten kunnen dus leiden tot een verminderde toegang tot generische geneesmiddelen op het grondgebied of vertraging van de introductie van generische middelen op de markt. Hierdoor zullen alleen de rijken toegang hebben tot gezondheidszorg, hoewel dit een basisrecht is voor iedereen. Deze principes worden nog eens versterkt met het TRIPS akkoord (Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights of Aspecten van het Intellectueel Eigendomsrecht in verband met Handel). Deze akkoorden werden getekend in het kader van de WTO (Wereldhandelsorganisatie) in 1994 en introduceren intellectuele eigendomsrechten in de regels van de internationale handel. Deze octrooien hebben ernstige gevolgen voor de medische sector. De leden van de WTO zijn verplicht octrooien te respecteren gedurende een minimun van 20 jaar vanaf de deponering van een octrooi op een farmaceutisch product of productieproces. Met de vrijhandelsakkoorden profiteerde de Europese Unie ervan om TRIPS-plus maatregelen in te voeren die de prijs van geneesmiddelen sterk doen stijgen en de competitie van generische middelen stopzet. Dit gebeurt via verschillende wegen, waaronder octrooien van meer dan 20 jaar, een octrooi op tweede gebruik, exclusiviteit van gegevens en verbod op parallelle import. De speciale rapporteur van de VN voor het recht op gezondheid, Anand Grover, waarschuwt ons voor de gevolgen: Ontwikkelingslanden en minder ontwikkelde landen

zouden beter geen TRIPS-plus maatregelen accepteren in hun wetgeving. Ontwikkelde landen mogen ontwikkelingslanden niet dwingen om TRIPS-plus maatregelen op te nemen in vrijhandelsakkoorden en moeten oppassen om geen maatregelen op te leggen die het recht op gezondheid schenden. * Met een «second medical use patent» bedoelt men dat een tweede octrooi kan genomen worden op eenzelfde product wanneer het gaat om een nieuwe indicatie. * Exclusiviteit van gegevens ( Data exclusivity ) toestaan betekent dat een bedrijf geen gebruik kan maken van onderzoeksgegevens van een ander bedrijf om een medicijn te registreren. Elk bedrijf moet dan dezelfde (dure) testen opnieuw uitvoeren om een product te laten registreren. * Parallelle import betekent dat een land een medicijn invoert uit een ander land als het daar goedkoper wordt geproduceerd. Het TRIPS-akkoord laat dit toe.

3. Naar de rechtbank: een argumentatie opbouwen

Privatiseringen schaden de gezondheid Alexia Fouarge Wanneer de staat de gezondheidszorg privatiseert, is het de kwetsbare groepen die er het meest onder lijden Van Colombia tot China, tot de voormalige Sovjetunie, wanneer de staat de gezondheidszorg privatiseert, is de drijvende kracht achter dat systeem concurrentie en winst ten koste van de armen. De sociale zekerheid, de gezondheidszorg en de universele verzekering van gezondheid komen in het gedrang. De middelen voor ziekenhuisdiensten dalen en de administratieve kosten stijgen. Het zijn de kwetsbare groepen die er het meest onder lijden en die hun toegang tot de gezondheidszorg zien verminderen. Colombia: de negatieve impact van Wet 100 op de gezondhei Het nieuwe Colombiaanse gezondheidsstelsel is niet in staat om de problemen inzake toegankelijkheid, gelijkheid en doeltreffendheid op te lossen. In 2000 bevestigde het UNDP (United Nations Development Programme) dat 46% van de bevolking niet gedekt was voor gezondheidsrisico s of geen gezondheidsverzekering had, wat overeenkomt met een stijging van 4,6% sinds 1997. Vóór 1993 was het gezondheidssysteem verdeeld over drie sectoren: een private sector voor de patiënten die het zich konden veroorloven, een verplicht socialezekerheidsstelsel voor arbeiders en bedienden en publieke gezondheidszorg voor de armen. Op het einde van de jaren 80 had 25% van de bevolking geen enkele gezondheidsverzekering. In 1993 werd met de hervorming van wet 100 de rol van de staat als inrichter van gezondheidszorg sterk verminderd. Het nieuwe systeem kan onderverdeeld worden in twee delen. Aan de ene kant heb je de individuele diensten (curatieve zorgen) die grotendeels geprivatiseerd zijn. Aan de andere kant de collectieve diensten (preventieve zorgen) die in handen van de staat zijn. De verzekeraars en publieke en private dienstverleners beconcurreren elkaar in dezelfde gereguleerde gezondheidsmarkt en strijden om de patiënten van optimale zorgen te voorzien. Sommigen prijzen de voordelen van dit systeem en het klopt dat het op korte termijn zijn vruchten afgeworpen heeft. De totale uitgaven voor de gezondheidszorg zijn zeker toegenomen van 7% van het BNP in 1990 tot 10,5% in 1999, maar het ziet er naar uit dat de verhoging van deze uitgaven de ongelijkheden in de gezondheidszorg vergroot hebben. Een aanzienlijk deel van dit bedrag gaat rechtstreeks naar winst voor de privésector en wordt niet opnieuw geïnvesteerd. Een deel van het publiek geld wordt op die manier onttrokken aan de sociale doelstellingen. China: de staat erkent de schadelijke effecten van de privatisering Tussen 1952 en 1982 financierde en beheerde de Chinese regering de gezondheidszorg. Verbeteringen in de gezondheidssector waren een belangrijke stap voorwaarts. De kindersterfte daalde van 20% naar 3,4% en de levensverwachting kende bijna een verdubbeling. In de jaren 80 heeft de staat de gezondheidssector ingrijpend geprivatiseerd, met desastreuze gevolgen voor de billijkheid. Door de verschuiving van de openbare naar de

privésector trok de staat zich terug uit de sociale sfeer en namen de ongelijkheden tussen kustregio s en niet aan zee grenzende provincies toe, net als die tussen de stad en het platteland. Diensten die voorheen gratis waren, worden nu gefactureerd door privéziekenhuizen. Verzekeringen om gezondheidsuitgaven te dekken werden opgestart. Evenwel is 80% van de armen die in landelijke gebieden wonen niet gedekt. In deze streken zijn de kwaliteit en de kwantiteit van de verzorgers en van de infrastructuur van de gezondheidszorg onvoldoende. De kindersterfte ligt er driemaal hoger dan in verstedelijkte gebieden. De belangrijkste oorzaak van verarming in deze regio s is ziekte. Dit gezondheidssysteem, gebaseerd op winst, is onbillijk en komt dus niet ten goede aan de volledige bevolking. Door de SARS-crisis (Severe Acute Respiratory Syndrome) van 2003 werd de regering zich bewust van de ondoeltreffendheid van het gezondheidssysteem. Ze kondigde aan een belangrijkere rol te willen spelen op vlak van gezondheidszorg door haar rol van weleer terug op te nemen. Sinds 2006 wordt de gezondheidszorg hervormd en is men bezig met een systeem op te zetten waardoor elementaire medische zorg en medische verzekering voor iedereen toegankelijk wordt. USSR: privatisering valt de levensverwachting aan De overgang van het socialisme naar het kapitalisme in Europa midden jaren 90 heeft in de sovjetregio geleid tot de privatisering van duizenden inefficiënte bedrijven. Deze privatisering leidde tot het ontslag van heel wat mensen vooraleer de nieuwe bedrijven werden opgericht. Werkloosheid trof vooral werknemers in kapitaalintensieve ondernemingen. De stijging van de werkloosheid zorgde voor desastreuze gevolgen voor de gezondheid. UNICEF heeft het over 3 miljoen voortijdige sterftes als gevolg van deze overgang! Meer dan 15 jaar na datum heeft slechts iets meer dan de helft van de ex-communistische landen haar niveau van levensverwachting hervonden. De omvang van dit verschijnsel is mede te wijten aan het feit dat in deze landen de overgang naar het kapitalisme via een niet-graduele schok gebeurde, waardoor de werkloosheid er met 60% extra steeg in vergelijking met landen waar de privatisering "geleidelijker" gebeurde. Die werd gekarakteriseerd door de liberalisering van de prijzen en van de handel waardoor de markten de middelen konden herverdelen, de stabilisatieprogramma s om de inflatie tegen te gaan en de privatisering van duizenden overheidsbedrijven.

Vrijhandelsakkoord EU-Colombia/Peru: Eenrichtingsakkoord ten voordele van de minderheid Alexia Fouarge In oktober spreekt het Europees Parlement zich uit over een vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie, Colombia en Peru. In oktober spreekt het Europees Parlement zich uit over een vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie, Colombia en Peru. De kans bestaat dat het Parlement het akkoord goedkeurt, omdat dat de Europese Unie de voordelen ervan voor de betrokken landen al maanden bewierookt. Een memo van de Europese Commissie (1) benadrukt dat het vrijhandelsakkoord tussen de EU, Colombia en Peru de stabiliteit van hun handelsbetrekkingen, geschat op 16 miljard euro in 2010, zal verhogen. De memo benadrukt ook dat het akkoord maatregelen bevat om mensenrechten te garanderen. Bovendien gaan de partijen een engagement aan om internationale conventies over arbeidsrecht en milieubescherming te implementeren. Maar is dit werkelijk het geval? Intal en G3W bekijken het akkoord kritisch. Voordelen voor de Europese Unie om de afschaffing van de douanerechten De EU bevestigt dat dankzij dit vrijhandelsakkoord importheffingen verdwijnen. Hierdoor moeten Europese bedrijven geen belastingen betalen bij export naar Colombia en Peru. Dit zorgt voor winst bij sectoren die al actief zijn in de regio, maar creëert ook mogelijkheden voor buitenstaanders. Een voorbeeld: dankzij de afschaffing van importheffingen moet er op farmaceutische producten 16 miljoen euro minder douanerechten worden betaald. Dit akkoord is inderdaad positief voor farmaceutische multinationals, maar heeft ook een negatieve impact op de gezondheidssector in Colombia en Peru. Met het verdwijnen van importheffingen dalen de fiscale opbrengsten van de overheden. Daardoor wordt er mogelijks bespaard op sociale uitgaven, te beginnen bij de gezondheidszorg. In Peru is een daling van fiscale opbrengsten met 27,8 % te voorzien (2). Toch ziet de EU hier geen graten in. Volgens de EU wordt het akkoord niet van de ene op de andere dag werkelijkheid, dus hebben regeringen nog tijd genoeg om alternatieve inkomsten te vinden. Als argument klinkt dit niet erg overtuigend. Europese bedrijven en multinationals in Colombia en Peru Bovendien kan men in de memo lezen dat Europese bedrijven in een competitieve omgeving zullen terechtkomen. De partijen zullen verplicht worden om via nationale en regionale wetgeving geen anticoncurrentiële praktijken, zoals kartelvorming, misbruik van machtspositie en restrictieve akkoorden, meer toe te staan. Peruviaanse en Colombiaanse bedrijven kunnen nog niet hetzelfde gewicht in de schaal leggen als hun Europese tegenhangers. Is dit akkoord dan eerlijk voor alle partijen? Waar gaan we naartoe als de EU regels uitvaardigt die alleen haar eigen belang beschermen? De farmareuzen bijvoorbeeld hebben alle ruimte om voet aan grond te krijgen in Colombia en Peru, waardoor de gezondheidszorg beetje bij beetje geprivatiseerd wordt.

Intellectuele eigendomsrechten en in stand houden van innovatie en concurrentie voor Europese bedrijven Volgens de EU garandeert dit vrijhandelsakkoord effectieve bescherming van intellectuele eigendomsrechten en industriële of commerciële eigendommen. De EU is optimistisch want hierdoor kan innovatie en concurrentie in stand gehouden worden, zowel binnen als buiten de EU. Toch staat het vast dat de farmareuzen al sterk staan. Bovendien leiden monopolies tot gevoelig hogere prijzen. Een behandeling van aids met gepatenteerde retrovirale medicijnen kost 12000 dollar per jaar, een behandeling met generische medicijnen 420 dollar.(3) Het is nochtans voorzien dat tegen 2025 in Peru het volume van gepatenteerde medicijnen met 11 % zal stijgen. Daarop volgt een prijsstijging van 25 % en een meerkost van 48 miljoen dollar voor gezondheidszorg (4). Zo ontstaat een nog grotere kloof tussen rijk en arm, want enkel de rijken zullen toegang hebben tot gezondheidszorg. Een analyse van de gegevens van 44 landen met lage tot middelmatige inkomsten toont aan dat naarmate het participatieniveau van de privésector in de gezondheidszorg stijgt, minder armen toegang hebben tot de sector.(5) Bovendien dreigt door deze situatie een verslechtering van de arbeidsomstandigheden, minder loon en meer arbeidsdruk. Dit kan ertoe leiden dat professionals uit de gezondheidssector emigreren, waardoor er een tekort aan menselijk talent in de gezondheidszorg ontstaat. Verhoog het niveau van de rijkdom van Colombia en Peru Volgens de EU-memo zal door het akkoord het BNP van Colombia met 1,3 % en van Peru met 0,7 % stijgen op lange termijn. Deze algemene cijfers reflecteren de interne realiteit niet. Er zullen sowieso meer verliezers dan winnaars zijn. Meestal worden de rijken rijker en de armen armer. Belastingsvermindering en de openstelling van de arbeidsmarkt hangen samen met meer loonongelijkheid, waardoor goed gekwalificeerde werknemers beter betaald zullen worden en minder gekwalificeerden blijven hangen. De armsten zullen moeilijker toegang krijgen tot gezondheidszorg, wat hun precaire situatie zeker niet zal verbeteren. In een rapport uit de VN zijn bezorgheid over de gevolgen van deze akkoorden voor de minderbedeelden. Het Comité is bezorgd dat bilaterale en multilaterale handelsakkoorden de uitoefening van bepaalde economische, sociale en culturele rechten zal beïnvloeden, meerbepaald bij gemarginaliseerde en achtergestelde groepen zoals de autochtonen, Afro-Colombianen en mensen die in rurale zones leven. (6) Toch insisteert de EU erop dat dit akkoord een hoge mate van arbeidsbescherming voorziet en een clausule bevat over de naleving van de mensenrechten. Toch toont de onderhandelde versie van de tekst dat wat in artikel 16 staat, een intentieverklaring zonder controlemechanisme en sancties is. De Europese Commissie heeft eveneens toegegeven dat: In de mate dat het over mensenrechten en democratische waarden gaat het akkoord deze kwesties niet in detail regelt. (7) Zeg nee tegen het vrijhandelsakkoord, onderteken de petitie hier. 1.http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?

reference=memo/12/487&format=html&aged=0&language=en&guilanguage=en 2. http://www.france.attac.org/sites/default/files/rapport_accords_ue-colombie.pdf 3. http://viva.org.co/cajavirtual/svc0294/articulo07.html 4. http://www.haiweb.org/11112009/reportifarmaimpactstudyperu%28en%29.pdf 5. http://www.sante-solidarite.be/pub/dossier-eus-bilateral-fta-negotiations-arethreat-right-health 6. UN United Nations Committee on Economic, Social and Cultural Rights (2010) Concluding Observations of the Committee on Economic, Social and Cultural Rights. Colombia. E/C.12/COL/CO/5. http:// www2.ohchr.org/english/bodies/cescr/ docs/co/e.c.12.col.co.5_auv.doc 7. European Commission (2010) Reaction to the Trade Sustainability Impact Assessment (SIA) of the Multi-party Trade Agreement with Andean Countries, November. Disponible en ligne : http://trade. ec.europa.eu/doclib/docs/2010/november/ tradoc_146987.pdf

Vrijhandel goed voor de welvaart Rob Van Hemert De theorie bestond al langer: landen die makkelijk en goedkoop toegang hebben tot de markt van andere landen, zijn rijker. Geografisch econoom Maarten Bosker promoveerde onlangs op onderzoek dat die theorie bevestigt. Afrikaanse landen zijn welvarender als zij vrij kunnen handelen met hun buren en de rest van de wereld. Nederland is rijk en welvarend. Met een bruto nationaal inkomen van 43.050 dollar per hoofd van de bevolking zijn we een stuk rijker dan landen als Bolivia, China of Namibië. Zo verdient de gemiddelde Nederlander ruim dertien keer het inkomen van een Namibiër (43050 tegen 3210 dollar, zie ook onderstaande tabel). Hoe kun je deze welvaartsverschillen verklaren? Waarom zijn Afrikaanse landen zo veel armer dan Europese? Volgens geografisch econoom Maarten Bosker kan de geografie helpen om inkomensverschillen te verklaren. Ook inkomens-verschillen binnen landen, of zelfs steden, kunnen aanzienlijk verschillen. Toetsen van theorieën Maarten Bosker promoveerde deze maand aan de Universiteit Utrecht op zijn onderzoek. Hij heeft onderzocht in hoeverre bestaande theorieën binnen de geografische economie empirisch te bewijzen zijn. Hij heeft onder andere gekeken naar landen in Sub-Sahara Afrika en naar Zuid-Afrika sinds de afschaffing van de Apartheid. Aan de hand van statistisch en econometrisch onderzoek heeft Bosker gekeken of de werkelijkheid overeenkomt met de theorie. De wetenschapper meent voor verschillende theorieën bewijzen te hebben gevonden.

Inkomen per hoofd van de bevolking voor verschillende landen (in $, 2006).De gemiddelde Nederlander verdient volgens de tabel ruim dertien keer het inkomen van een inwoner van Namibië (43050 tegen 3210 dollar). De verschillen tussen Nederland en de Verenigde Staten zijn veel minder groot. Het verschil met het gemiddelde inkomen van een inwoner uit China en Bolivia is weer groter: de Nederlander verdient respectievelijk 21 en 34 keer zo veel. Bron: Wereldbank. De toegang tot buitenlandse markten De eerste theorie die Bosker heeft getoetst is of landen die een betere toegang hebben tot de markt in andere landen, het economisch beter doen dan landen die veel minder geïntegreerd zijn in de wereldeconomie. Hij heeft hiervoor de inkomensverschillen van 48 landen in Sub-Sahara Afrika onderzocht. De theorie afkomstig uit de geografische economie blijkt juist te zijn. Bosker vindt er bewijzen voor in de gegevens over de verschillende factoren die van invloed zijn op de economische groei in de Afrikaanse landen. De resultaten laten zien dat, ook nadat gecontroleerd is voor de invloed van andere factoren die de armoede in Sub-Sahara Afrika kunnen verklaren, een goede toegang tot de markt van andere landen, en met name ook tot de markten van andere Sub-Sahara Afrikaanse landen, van groot belang is voor de economische ontwikkeling van het subcontinent. Om de armoede te bestrijden moeten de regeringen zich volgens Bosker richten op het verbeteren van de infrastructuur en het sluiten van vrijhandelsverdragen om de toegang tot buitenlandse markten te vergroten. In de geografische economie spelen de handelskosten een belangrijke rol. Dit zijn de kosten om goederen van de ene plaats naar de andere plaats te krijgen. Slechte wegen, weinig bootverbindingen en hoge import- en exportbelastingen maken de handelskosten hoger. Als deze kosten hoog zijn zal elke regio zijn eigen producten maken. Bosker legt uit wat er gebeurt als de handelskosten dalen: Zijn de handelskosten lager dan is de kans groter dat economische activiteit zich concentreert in één of een paar regio s. Dit is omdat bedrijven hun producten goedkoop naar andere regio s kunnen transporteren en ondertussen voordelen ondervinden door in dezelfde regio te gaan produceren. Voor een fietsenfabrikant is het gunstig dat hij bij leveranciers in de buurt zit, maar ook dat

hij zijn fietsen goedkoop naar verschillende markten kan vervoeren. Wordt het verhandelen van goederen bijna kosteloos dan kan de economische activiteit zich weer verspreiden over de regio s. Een website-ontwerper is minder afhankelijk van leveranciers en goederenvervoer. Hij kan zich dan ook op meer plekken vestigen. Het einde van de Apartheid in Zuid-Afrika Sinds de afschaffing van de Apartheid heeft Zuid-Afrika grote veranderingen doorgemaakt. Twee veranderingen zijn bijzonder interessant voor de geografische economie. Zo zijn na 1994 de internationale sancties verdwenen. Hierdoor kon het land beter gaan deelnemen aan de wereldhandel. Daarnaast kon de bevolking zich vrijer bewegen. Tijdens de Apartheid mochten gekleurde en zwarte Zuid-Afrikanen immers niet overal werken en wonen. Zwarte Afrikanen moesten verplicht in onvruchtbare en verafgelegen thuislanden wonen en konden alleen met een werkvergunning naar rijkere gebieden zoals Johannesburg. Zulke maatregelen hebben een grote invloed op de economie van een land. Volgens Bosker voorspelt de geografisch-economische theorie twee veranderingen in het nieuwe Zuid-Afrika. Op de eerste plaats zorgt de opheffing van internationale handelssancties voor nieuwe exportmogelijkheden. Dat betekent dat regio s met een gunstige ligging, met goede import- en exportfaciliteiten en met een adequate infrastructuur, meer profiteren dan afgelegen regio s, aldus Bosker. Op de tweede plaats voorspelt de theorie dat Zuid-Afrikanen, nu ze zelf mogen weten waar ze gaan werken, dicht bij elkaar gaan wonen en werken. Je spreekt dan van een agglomeratie van economische activiteit. Deze twee voorspellingen heeft Bosker gecontroleerd met data van na 1994 (het einde van de Apartheid). Ook in dit geval blijkt de theorie voor Zuid-Afrika te kloppen. De regio s met de meeste internationale handel groeien het snelst en kennen een grote aantrekkingskracht op de omgeving. Ze vormen groeikernen die de omgeving als het ware leegzuigen. De regionale inkomensongelijkheid is na de afschaffing van de Apartheid dan ook toegenomen. Daar is volgens Bosker moeilijk wat aan te doen. Kennis van de geografische economie is volgens Bosker van groot belang voor beleidsmakers, bijvoorbeeld bij de Wereldbank of het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Met de toenemende globalisering wordt de onderlinge afhankelijk tussen landen, regio s en zelfs steden alleen nog maar groter. Zonder de inzichten uit de geografische economie serieus te nemen, kunnen de effecten van globalisering niet adequaat bestudeerd worden, aldus Bosker. Hij concludeert dan ook dat de geografische economie een grote bijdrage kan leveren aan het beter begrijpen van de verschillen in welvaart tussen zowel landen, regio s als steden. Maarten Boskers proefschrift heet The empirical relevance of geographical economics en werd op 30 mei 2008 aan de Universiteit Utrecht verdedigd. Drs. Rob van Hemert werkt als docent aan de Universiteit van Amsterdam en is correspondent voor Kennislink.

Highlights of the Trade Agreement between Colombia, Peru and the European Union Europese Commissie The newly signed agreement between the EU, Colombia and Peru will open up markets on both sides and increase the stability of the trade relationship that was worth 21.1 billion in bilateral trade in goods in 2011. The agreement includes far-reaching measures on the protection of human rights and the rule of law, as well as commitments to effectively implement international conventions on labour rights and environmental protection. The agreement will provisionally take effect once the European Parliament has given its consent and ratification procedures are concluded in Peru and Colombia. Full entry into force will be pending ratification by the 27 EU Member States. The key elements of this agreement are outlined in this Memo. 1/ Substantially improved market access for EU exports to Colombia and Peru Tariff elimination The Trade Agreement between the EU, Colombia and Peru establishes the conditions for EU economic operators to take full advantage of the opportunities and the emerging complementarities between our respective economies. Over the course of its implementation, the Agreement will fully relieve EU exporters of industrial and fisheries products to Peru and Colombia from paying customs duties. At the latest 10 years after its entry into force, EU exporters of these products will be saving at least 250 million annually in tariffs to these two countries. After a gradual liberalisation over a slightly longer period (up to 17 years) an additional 22 million will be saved annually on exports of agricultural and processed agricultural products, bringing the total benefit for the EU export sector at the end of the transition period to more than 270 million a year. This means concrete gains for specific sectors that are already exporting to the region as well as new opportunities for those who are still out of those markets. For instance, exports in the automotive and car parts sector will be relieved of over 33 million in tariffs. EU chemicals producers that export to Peru and Colombia will save more than 16 million on duties each year. The textiles industry will see significant savings of over 60 million annually. The telecoms equipment industry alone will save 18 million annually, not to mention the basis it creates to support the development of an EU telecommunications services industry in the region. Finally, pharmaceuticals products will be relieved of the current 16 million in duties that are paid annually. Addressing other obstacles to trade in goods Tariff elimination is meaningless if other technical or procedural obstacles to trade remain to hamper EU exports. The proposed Trade Agreement with Colombia and Peru addresses these matters beyond existing commitments in the WTO through systemic mechanisms but also in a very concrete and targeted way. Systemically, the Parties will cooperate on market surveillance and will improve transparency by enhancing communication and cooperation in the area of technical regulations, standards and conformity assessment. Concretely this means extended