Koers Bewuste schoolkeuze basisonderwijs 2011-2014



Vergelijkbare documenten
CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN. Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan

Notitie: Analyse plaatsingen Schoolwijzer

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar

Bevorderen van integratie op de politieke agenda

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 13 mei tegengaan segregatie in het basisonderwijs

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

Spreiding van allochtone leerlingen in het basisonderwijs te Maassluis April 2003

Notitie: Analyse plaatsingen Schoolwijzer

SAMEN STERKER LEERLINGENSTROMEN IN BANEN LEIDEN

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33

Actieve ondersteuning vanuit het Rijk voor experimentele initiatieven van scholen;

Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit

Nieuwe koers brede school

KENNISNEMEN VAN De invulling van de ambitie van het college met betrekking tot frisse scholen.

Raadsstuk. 112/ juni 2009 STZ/JOS 09/109260

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Rapportage van de werkgroep identiteit en eigenheid

volledige kaart voor Wat zijn voor verschillende belanghebbenden voor en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs?

5. Concept raadsbesluit

Intentieverklaring. De ondergetekenden: 1. Gemeente Dordrecht en. 2. Schoolbestuur A en. 3. Schoolbestuur B en. 4. et cetera

Gemengd naar school Aannamebeleid

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:

2015D Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

Werkplan 2018 Regio 9

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS PROVINCIE GRONINGEN 2010 en 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aannamebeleid Basisschool Het Dok (Stichting r.-k., Algemeen Bijzonder en Openbaar Primair Onderwijs PANTA RHEI)

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper.

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Convenant en monitor. Kleine scholen van SPOVenray in de dorpen van de gemeente Venray

Aanmelding, zorgplicht en plaatsingsproblemen

Toelatingsprocedure PO en VO Velsen

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Van Meenen (D66) van uw Kamer inzake de aanmeldleeftijd in het onderwijs.

Gelet de Wet op het Primair Onderwijs; Wet op de Expertisecentra en Wet Passend Onderwijs;

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

obs Jaarfke Torum CL Scheemda Postbus ZH Scheemda

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW Geacht schoolbestuur,

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage

Ouders, schoolondersteuningsprofiel en medezeggenschap

RAPPORT VAN EEN INCIDENTEEL ONDERZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

Doordecentralisatie Onderwijshuisvesting

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs De Molenhoek

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht?

Ratificatie VN-verdrag 2006a

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana

De gemeente als aanjager van de doorgaande lijn

WIJKGERICHT WERKEN AAN GEZONDHEID

Betreft: uitwerking vragenlijsten onderwijsvoorzieningen Moergestel.

Strategisch BeleidsPlan en nu verder

Onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Rotterdam Een rapportage van Stichting Ouders010

Collegevoorstel AANLEIDING BEOOGD EFFECT ARGUMENTEN

Hieronder vindt u de reactie van de BSMR op het concept beleidsplan tegenprestatie.

Toelatingsreglement Voorgenomen besluit College van Bestuur: 2 april 2015 Advies Directieberaad: Instemming GMR:

Kadernotitie professionalisering

Nr Houten, 4 december Onderwerp: Kaderstellende nota met visie en uitgangspunten voor de brede school ontwikkeling in Houten

Startnotitie. Voorstelnummer RV/16/ Startnotitie leesstimulering en laaggeletterdheid

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Uitwerking beleidsuitgangspunten

24 september september 2018

Tweede Kamer der Staten Generaal Vaste Kamercommissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus BJ Den Haag.

Voorgenomen fusie basisschool Romero en openbare basisschool Nieuwenrooy

Brief m.b.t. leegstand en krimp over basisscholen in de Gildekamp

Verslag conferentie BasisBuren d.d. 10 november

Startnotitie (oriënterend)

Toelatingsprocedure PO en VO Velsen

: Vaststellen kaders van de onderwijsvisie

GEVOLGEN VOOR JA/NEE ROUTING DATUM Communicatie Nee College Financieel Juridisch

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

VERNIEUWDE PROCEDURE AANNAME BELEID JENAPLANSCHOOL WITTEVROUWEN APRIL 2014 INLEIDING

2. Waar staat de school voor?

Visie onderwijs en huisvesting SPOZ. Visie op onderwijs en huisvesting

Kaders voor burgerparticipatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

Doetinchem, 4 juli 2018

Uw wensen voor de verkiezingsprogramma's Ledenpeiling 26 april t/m 19 mei Korte rapportage

Actieplan visitatie 2014

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Krimpen met perspec,ef

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam

1. De raadsinformatiebrief over de stand van het Openbaar Onderwijs in Nijmegen vast te stellen.

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE

Protocol verwijzing naar voortgezet onderwijs

TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT EN HANDHAVING DOOR DE GEMEENTE. Winterswijk

Verkenning toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

Onderdelen van uw plan die al mogelijk zijn Uw plan bevat een aantal onderdelen waar u ook zonder experimenteerruimte mee aan de slag kunt.

Jaarplan De Zwaneridder

Veel gestelde vragen en de antwoorden m.b.t. 'scholen voor morgen'

Omgevingsvisie Maastricht Resultaten 2 e ronde dialoogsessies met strategische partners van Maastricht 24, 25 en 26 oktober 2018

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle

Transcriptie:

Koers Bewuste schoolkeuze basisonderwijs 2011-2014 Nijmegen, oktober 2011

1. Aanleiding en doel Aanleiding voor deze notitie is de afspraak die gemaakt is in het coalitieakkoord 2010-2014 om het centrale aanmeldpunt Schoolwijzer Nijmegen te evalueren, als onderdeel van het beleid gemengde scholen. In de evaluatie is niet alleen gekeken naar het centrale aanmeldpunt (pijler 1 van het beleid), maar is ook naar de invulling van de overige pijlers gekeken. Binnen dit beleid is de afgelopen jaren ingezet op de volgende onderdelen: 1. Centrale aanmelding. 2. Voorlichting om een bewuste schoolkeuze van ouders te stimuleren. 3. Investeren in scholen waar sprake is van sociaaleconomische of witte vlucht. 4. Via huisvestingsbeleid zorgen voor wijken met een gemengd sociaaleconomische samenstelling. Met deze notitie geven we aan hoe wij tegen de uitkomsten uit het evaluatierapport aankijken, mede in het licht van nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. We zetten uiteen hoe ons inziens de komende jaren het beleid eruit moet zien en welke rol de gemeente in het beleid heeft. Voordat we ingaan op de uitkomsten van de evaluatie en ons standpunt daarover, vinden we het van belang om terug te gaan naar de totstandkoming van het beleid. Waarom is er ooit beleid gemaakt op dit terrein en gelden de uitgangspunten van het beleid van toen nog steeds? 2. Totstandkoming van het beleid Het bestrijden van segregatie in het onderwijs heeft lange tijd op de landelijke agenda gestaan: In de visie van de regering moet segregatie worden bestreden om een tweedeling in de samenleving te voorkomen. Contacten tussen bevolkingsgroepen zijn dan van wezenlijk belang, zowel voor de inburgering en de taalvaardigheid van allochtone groepen als voor de sociale cohesie. Het onderwijs kan een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van segregatie 1. In Nijmegen zijn we sinds 2003 bezig met beleid gericht op het tegengaan van sociaaleconomische segregatie in het onderwijs. Er waren grote verschillen in de omvang van basisscholen ontstaan, wat zorgen baarde bij gemeente en schoolbesturen. Sommige scholen zaten tegen de opheffingsnorm aan, voor andere scholen moesten noodlokalen bijgebouwd worden. Uit een onderzoeksrapport uit 2003 2 bleek dat 34% van de leerlingen buiten de eigen wijk naar school ging en dat die leerlingenstroom gevolgen had voor de grootte van de scholen. Daarnaast zorgde het voor sociaaleconomische segregatie op scholen. Er ontstonden scholen waarbij de schoolpopulatie een veel hoger percentage kansarme leerlingen kende, dan de wijkpopulatie. De toenmalige coalitie onderschreef de visie van de regering dat een tweedeling van kansarm en kansrijk in de samenleving voorkomen moest worden en dat het voor de ontwikkelkansen van kinderen en de sociale cohesie van belang is dat zij in de eigen wijk naar school gaan. In december 2007 heeft de Raad besloten over de doordecentralisatie van de middelen voor onderwijshuisvesting 3. De algemene ambitie van de doordecentralisatie was een verbetering van de schoolgebouwen voor de leerlingen in Nijmegen. Enerzijds door een hogere en meer effectieve en efficiënte inzet van de gemeentelijke middelen voor onderwijshuisvesting en anderzijds door het bevorderen van de creativiteit van de schoolbesturen, daar waar het gaat om inzet en het gebruik van schoolgebouwen. 1 Staatssecretaris OCW 2008 2 Leerlingenstromen en de samenstelling van schoolpopulaties, afdeling O&S 2003 3 Het bestuur van de stichting Simonscholen (basisschool Hidaya) heeft de overeenkomst doordecentralisatie niet ondertekend. 2

De doordecentralisatie betrof niet alleen de fysieke onderwijshuisvesting. Er is tussen de scholen en de gemeente een convenant opgesteld waarbij afspraken gemaakt zijn over prestaties op onderwijsgebied in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen. Segregatie in het onderwijs was één van die ontwikkelingen. Met het afsluiten van het convenant zijn afspraken gemaakt die voor de schoolbesturen leidend zijn bij de uitvoering van hun taken op het terrein van onderwijshuisvesting. De doordecentralisatie van de huisvestingsmiddelen is dus onlosmakelijk verbonden met het convenant prestatieafspraken en dus met het beleid gemengde scholen. Een belangrijk uitgangspunt uit het convenant was een goede spreiding en bereikbaarheid van onderwijsvoorzieningen over de stad. Op basis van dat uitgangspunt hebben schoolbesturen zich gecommitteerd aan de afspraken om in elke wijk een volwaardige onderwijsvoorziening in stand te houden, het onderwijsaanbod pluriform te houden (in elk stadsdeel openbaar en bijzonder onderwijs en een diversiteit aan onderwijsconcepten) en maatregelen te treffen om segregatie in het onderwijs tegen te gaan. De schoolbesturen hebben zich door ondertekening van het convenant aan de volgende afspraken gecommitteerd: Het aannamebeleid van scholen dient vormen van segregatie zoveel mogelijk tegen te gaan. Streven is te komen tot een optimaal gemengde schoolpopulatie. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een optimaal gemengde schoolpopulatie bestaat uit 70% kinderen van ouders uit de midden of hogere sociaaleconomische klasse en maximaal 30% kinderen uit de lagere sociaaleconomische klasse. Om dit te realiseren verbinden de schoolbesturen zich aan de volgende afspraken: a) Schoolbesturen ondersteunen het realiseren van een model voor centrale aanmelding en participeren in een te ontwikkelen stadsbrede aanpak, opdat ouders meer gelijke kansen hebben in het kiezen van scholen. b) Schoolbesturen ondersteunen keuzeprocessen van ouders met als doel het realiseren van een optimaal gemengde schoolpopulatie, zoals hiervoor gedefinieerd. c) Schoolbesturen verbinden zich aan de afspraak om niet te bouwen voor gevolgen van segregatie: dit betekent concreet dat er geen uitbreiding plaatsvindt van een schoolgebouw nadat een afgesproken capaciteitsplafond is bereikt, tenzij demografische ontwikkelingen in een bepaalde wijk of een stadsdeel hiertoe aanleiding geven. Deze afspraken hebben uiteindelijk geleid tot het beleid bestaande uit de 4 pijlers zoals in de inleiding aangegeven. In het kader van centrale aanmelding is in 2009 een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen gemeente en schoolbesturen. Inmiddels zijn we twee jaar verder en is een nieuw coalitieakkoord gesloten. Daarin is aangegeven dat er behoefte bestaat aan een evaluatie van het beleid; voor wat betreft het centrale aanmeldpunt met name op het punt van keuzevrijheid van ouders. Maar ook zijn er maatschappelijke ontwikkelingen die wellicht vragen om nieuwe afspraken met de schoolbesturen. 3

3. Uitgangspunten Los van de resultaten uit het evaluatierapport formuleren we een aantal uitgangspunten die leidend zijn bij ons standpunt over de toekomst van dit beleid: 1. Vrije en bewuste keuze van ouders voor een basisschool staat voorop Vrije schoolkeuze van ouders moet gewaarborgd zijn. Naast een vrije keuze, vinden we een bewuste keuze van belang. Als ouders de vrijheid hebben om te kiezen en een bewuste keuze maken, brengt dit over het algemeen ook een grotere betrokkenheid met de school met zich mee. 2. De school is een belangrijke basisvoorziening in de wijk. De school kan een belangrijke bijdrage leveren aan de sociale cohesie in de wijk. Hier streven we ook naar in ons beleid ten aanzien van de Brede school. In de Brede school staat het bevorderen van de ontwikkeling van het kind in de sociale context ouders en de wijk - centraal. In de eigen wijk naar school gaan is goed voor de ontwikkeling van een kind doordat dit eraan bijdraagt dat het kind opgroeit in een omgeving waar mensen elkaar kennen, er voor elkaar kunnen zijn en elkaar kunnen aanspreken. Een leefbare omgeving heeft een positieve invloed op de ontwikkelkansen van een kind. De school speelt hierin een belangrijke rol. 3. Goede kwaliteit van onderwijs is een basisvoorwaarde. Beleid gericht op het naar school gaan in de eigen wijk kan alleen slagen als de kwaliteit van het onderwijs op alle scholen goed is. Als de kwaliteit van scholen goed is, kan dit voorbijloopgedrag voorkomen. 4. Verantwoordelijkheid voor aanname van leerlingen en voor kwaliteit van onderwijs ligt bij de schoolbesturen en scholen. Uitgangspunt is een duidelijke afbakening van de verantwoordelijkheid van gemeente en die van schoolbesturen. Gemeente en schoolbesturen zetten zich weliswaar gezamenlijk in om bepaalde maatschappelijke doelen te bereiken; de verantwoordelijkheid voor het aannamebeleid van leerlingen en voor de kwaliteit van het onderwijs ligt bij de schoolbesturen en de scholen. 4. Evaluatierapport We kijken naar de belangrijkste bevindingen uit het evaluatierapport en geven daarop onze reactie. Gaan kinderen nu dichter bij huis naar school en is de leerling-populatie nu meer gemengd? Is er een effect op de leerprestaties te zien? Uit het evaluatierapport blijkt dat niet bereikt is dat meer kinderen in de eigen wijk naar school gaan of dat de leerling-populatie een betere afspiegeling van de wijk is. Zo n 30% van de leerlingen loopt de school die het dichtst bij huis ligt voorbij, om naar een verderweggelegen school te gaan 4. In Nijmegen als geheel heeft 11% van de groep 1 leerlingen een lage startkans. Er zijn 6 basisscholen (met 7 locaties) die onder hun instroom een aandeel van meer dan 30% kinderen met een lage startkans hebben. De nieuwe leerlingen van deze scholen hebben voor 41% een lage startkans, terwijl dit in de wijk waarin de school ligt ongeveer 19% is. Dit betekent dat deze scholen geen afspiegeling van de wijk zijn. Los van het feit dat te verklaren valt waarom er op dit moment nog geen effect te zien is (zoals ook in het rapport verwoord: Schoolwijzer Nijmegen draait pas 1 schooljaar volledig, plafonds zijn in het eerste jaar bewust vastgesteld in lijn met de fysieke capaciteit van een school), vinden we het geen goede ontwikkeling dat er ouders zijn die de dichtstbijzijnde basisscholen in de eigen wijk voorbij lopen. We hebben het dan niet over ouders die bewust kiezen voor een bepaald onderwijsconcept, en daarom kiezen voor een verder weggelegen school. Overigens blijkt uit onderzoek 5 dat bij de keuze voor een school de sfeer op een school en of de school lopend bereikbaar is de belangrijkste motieven zijn voor een ouder. Maar als voorbijloopgedrag voortkomt uit een verschil in kwaliteit van onderwijs 4 Het percentage van 30% is het percentage ouders dat voor een school kiest die op meer dan 300 meter afstand ligt van de dichtstbijzijnde school. 5 Centraal Plan Bureau 2004 4

of te eenzijdig samengestelde scholen, waardoor ouders en kinderen zich op de school in hun wijk niet thuis voelen en op de school verder weg wel, dan moeten de schoolbesturen in de komende jaren inspanningen blijven verrichten om daar verandering in te brengen. Het betekent namelijk dat er voor ouders nog steeds redenen zijn om bepaalde scholen in hun eigen wijk niet in overweging te nemen, wat hen in zekere zin beperkt in hun keuze voor een school. Ouders en kinderen moeten de mogelijkheid hebben om naar school te gaan in de eigen vertrouwde omgeving, de eigen wijk en daarvoor moeten bepaalde randvoorwaarden aanwezig zijn; een goede kwaliteit van onderwijs op alle scholen en onderwijs dat toegesneden is op de doelgroep in de wijk. Maar niet alleen vanuit het perspectief van keuzemogelijkheid voor ouders is dit nog steeds onwenselijk. In het kader van een efficiënte en effectieve inzet van overheidsgelden, is het niet gewenst dat sommige scholen leeg lopen, terwijl het bij andere scholen noodzakelijk is om noodlokalen bij te houden. Een meer evenwichtige spreiding van leerlingen over de stad leidt tot efficiëntere en effectievere inzet van huisvestingsmiddelen. Een effect op de leerprestaties is in deze evaluatie niet gemeten, omdat dit zich pas op een langere termijn voordoet. We komen bij de ontwikkelingen nog op dit punt terug. Is de plaatsing eerlijk en transparant? Hoe verloopt de praktische uitvoering van Schoolwijzer Nijmegen? Uit het rapport blijkt dat de plaatsing over het algemeen eerlijk en transparant gevonden wordt. In tegenstelling tot de situatie van vóór Schoolwijzer Nijmegen is voor ouders nu duidelijk op welke wijze de plaatsing verloopt. Overigens ontstaat door deze transparantie ook automatisch veel meer maatschappelijke discussie. Ouders weten nu welke keuzes gemaakt worden, waar dit voorheen een black box was. Omdat er op vaste momenten schoolplekken toegewezen worden, hebben ouders gelijke kansen op een plek op een school. Er is geen sprake meer van schaduw wachtlijsten bij de scholen, doordat ouders zich bij een aantal populaire scholen op de wachtlijst laten zetten om hun kansen te vergroten. Het merendeel van de betrokkenen is ook positief over de spel- en voorrangsregels, waarbij de nuancering aangebracht moet worden dat het draagvlak voor de derde voorrangsregel (verhouding kansarm/kansrijk 30%/70%) lager ligt, 50% is het daarmee eens, 50% oneens. Het feit dat broertjes en zusjes en kinderen uit de buurt voorrang krijgen wordt breed gesteund. De helft van de ouders geeft aan dat zij Schoolwijzer Nijmegen als beknotting voelt van de keuzevrijheid. De belangrijkste redenen die hiervoor gegeven worden zijn van uitvoeringstechnische aard: de verplichting om 2 e en 3 e voorkeuren op te geven en het feit dat er 3 buurtscholen verschijnen als ingelogd wordt op het aanmeldformulier. Ondanks het feit dat ouders vrij zijn om deze scholen te veranderen naar hun eigen scholen van voorkeur en ouders dus vrij zijn in hun schoolkeuze, voelen ouders deze benadering toch als een beperking van hun keuzevrijheid. Zo n 10% van de ouders geeft aan de centrale aanmelding als onterechte overheidsbemoeienis te ervaren. Ook komt naar voren dat het soms ontbreekt aan flexibiliteit; in het rapport benoemd als de keerzijde van eenduidige en objectieve regels. In sommige situaties zou je bijvoorbeeld rekening moeten kunnen houden met een verkeerssituatie of een voorkeur voor een buitenschoolse opvang. Het feit dat een buurtschool bepaald wordt door te kijken naar de afstand tussen de woning en de school wordt in sommige gevallen onlogisch gevonden, omdat een school buiten de wijkgrens dan soms een buurtschool is en een school binnen de wijkgrens niet. En het systeem sluit bijvoorbeeld niet altijd aan bij verhuissituaties. Schoolwijzer Nijmegen wordt ook wel als onpersoonlijk en bureaucratisch ervaren, met te weinig mogelijkheid tot maatwerk en individuele aandacht voor de plaatsing van een kind. Dit knelpunt nemen wij en ook de schoolbesturen zeer serieus. Wij begrijpen dat de schoolkeuze een belangrijk en emotioneel moment is voor ouders en kinderen, waar bij de aanmelding recht aan moet worden gedaan. Wij vragen de schoolbesturen hierin verbeteringen door te voeren. Over de commissie heroverweging zijn de schoolbesturen tevreden. Ouders hebben een wisselende mening. De commissie wordt door sommige ouders als te formeel en juridisch ervaren. Blijkbaar voldoet de commissie dus niet geheel aan de verwachtingen van ouders. Schooldirecteuren hebben voornamelijk kritiek op de door hen ervaren verzwaring van de administratieve last door het systeem. 5

De resultaten uit het onderzoek geven voor ons aan dat het principe van centrale aanmelding breed gedragen wordt, maar dat de uitvoering verder doorontwikkeld moet worden om aanmelding voor ouders en kinderen weer persoonlijker te maken en om de uitvoering efficiënter te laten verlopen. Voor ouders en kinderen is transparantie, helderheid over criteria, gelijke kansen en een onafhankelijke beroepsmogelijkheid belangrijk. Centrale aanmelding draagt daar aan bij. Ten opzichte van de situatie van vóór Schoolwijzer Nijmegen, waarin het principe wie het eerst komt, wie het eerst maalt bepalend was voor het verdelen van de schoolplekken, is een centraal aanmeldmoment met een objectieve/transparante procedure een verbetering voor ouders. De schoolbesturen moet naar aanleiding van het evaluatierapport kritisch kijken naar mogelijke verbeteringen in de uitvoering van Schoolwijzer. Hierop komen we bij de koers voor de toekomst terug. Een deel van de ouders laat zich door de centrale aanmelding en de informatie op de website van Schoolwijzer Nijmegen beter voorlichten en oriënteert zich breder bij de schoolkeuze. Ouders bezoeken meer scholen dan voorheen, voordat een keuze wordt gemaakt. Dit is een positieve ontwikkeling. Welk resultaat is bereikt met de overige pijlers? In de eerste jaren is de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de centrale aanmelding en minder naar de overige pijlers. De centrale aanmelding had prioriteit binnen het beleid en heeft veel inspanning gevraagd omdat er sprake was van de ontwikkeling van een totaal nieuw systeem van aanmelding. Uit het rapport blijkt dat niet extra geïnvesteerd is in scholen waar sprake is van sociaal economische of witte vlucht of in gemengde wijken (dit valt ook buiten het onderwijsbeleid). De wijk Wolfskuil is een voorbeeld waarbij een combinatie van inspanningen op de pijlers geleid heeft tot meer kinderen die in de eigen wijk naar school gaan en een school die een betere afspiegeling is van de wijk, basisschool de Wieken. In deze wijk heeft nieuwbouw voor 200 woningen plaatsgevonden. Een combinatie van laagbouw, etagewoningen, koopwoningen en huurwoningen. Na aanvankelijke aarzeling van een aantal ouders om naar de Wieken te gaan, is er ouderinitiatief ontstaan waardoor uiteindelijk een groep ouders gezamenlijk besloten heeft de kinderen op de Wieken in te schrijven. Om ouders te overtuigen heeft ook een scholentocht plaatsgevonden waarbij voorlichting gegeven is over de school. En tot slot heeft meegespeeld dat de school zich, doordat deze een nieuw soort doelgroep binnen kreeg, duidelijk is gaan profileren als: kleinschalig, vernieuwend, veilig en overzichtelijk. Dit voorbeeld toont aan dat goede voorlichting zeer belangrijk is, alsook de profilering van een school en het stimuleren van initiatieven vanuit de ouders zelf. In combinatie met gemengde woningbouw leidt dit tot een mooi resultaat. We zien dat het heel belangrijk is dat een school een onderwijsaanbod heeft dat past bij de doelgroep. Ouders moeten zich er thuis voelen. In 2011 is de organisatie van scholentochten weer actief opgepakt. In het voorjaar van 2011 zijn 2 scholentochten gehouden en ook in het najaar vinden er weer tochten plaats. De tochten worden als positief ervaren door ouders en scholen. Ouders gaan kijken op scholen waar zij voorheen niet naar toe zouden gaan en zijn in veel gevallen in positieve zin verrast. Of zij daadwerkelijk een andere keuze gemaakt hebben door scholentochten is nu nog niet zichtbaar. Het effect is wel dat ouders zich breder oriënteren en een bewustere keuze maken voor een school. 5. Nieuwe ontwikkelingen De afspraken die in het verleden gemaakt zijn tussen gemeente en schoolbesturen, hielden rekening met de op dat moment bekende maatschappelijke ontwikkelingen. De vraag is of de afspraken van toen nog passen bij de huidige werkelijkheid. We beschrijven de belangrijkste ontwikkelingen. Krimp in de bestaande stad zet door Bij de totstandkoming van het beleid was de krimp in de bestaande stad nog maar beperkt zichtbaar. Inmiddels is duidelijk dat deze trend zich doorzet. Er ontstaat op lange termijn een situatie van overcapaciteit, wellicht ook bij populaire scholen. Bij de totstandkoming van het beleid ging men nog uit van de situatie dat populaire scholen te maken hebben met een ondercapaciteit, waarbij het onnodig plaatsen van noodlokalen tegenaan 6

moest worden door het instellen van plafonds. Het principe van plafonds kan in een situatie van krimp een hele andere betekenis hebben en zal gecombineerd moeten worden met een lange termijn visie op de huisvesting van scholen stadsbreed. Krimp geldt overigens niet voor de hele stad. In Nijmegen Noord is de situatie anders. Daar is sprake van een groei van het aantal leerlingen. De scholen in Nijmegen Noord mogen daardoor ook groeien. Van belang is dat er bij nieuwbouw in Nijmegen Noord aandacht blijft voor het bouwen van gemengde wijken, zodat op termijn ook gemengde scholen ontstaan. Standpunt Rijk In de afgelopen 4 jaar ondersteunde het Rijk initiatieven voor het tegengaan van segregatie in het onderwijs. Over de jaren 2008-2011 hebben we als pilotgemeente jaarlijks 50.000,- ontvangen en was er sprake van beleidsondersteuning vanuit het Kenniscentrum Gemengde Scholen. In 2011 heeft het Rijk aangegeven dat zij prioriteit gaat geven aan het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs. Het Rijk vindt initiatieven in het kader van gemengde scholen nog steeds zeer belangrijk 6, omdat onderwijs een brede vormende maatschappelijke functie heeft, maar laat dit de komende kabinetsperiode aan de scholen zelf over. In het actieplan Basis voor Presteren gaat de aandacht o.a. uit naar het verbeteren van taal- en rekenprestaties, focus op opbrengstgericht werken en kwaliteit van leraren. Kwaliteit van onderwijs het predicaat zwakke school De kwaliteit van het basisonderwijs is Nijmegen is - net als in 2008 overigens - goed. De Onderwijsinspectie beoordeelt geen enkele school als zeer zwak. Bij de totstandkoming van het beleid werd al geformuleerd dat een goede kwaliteit van onderwijs een basisvoorwaarde is voor het slagen van het beleid. In de afgelopen twee jaar zijn we in Nijmegen echter wel geconfronteerd met het fenomeen zwakke basisschool. Ten tijde van het evaluatierapport (voorjaar 2011) werden in Nijmegen 6 scholen door de onderwijsinspectie als zwak beoordeeld. Inmiddels zijn dat er nog maar 2: De Lindenhoeve (sinds 29-09-2009 verscherpt toezicht) en de Luithorst (sinds 17-11-2010 verscherpt toezicht). Binnen het verantwoordelijke schoolbestuur Conexus is inmiddels een gerichte aanpak ontwikkeld voor het verbeteren van de kwaliteit van de scholen die door de inspectie als zwak beoordeeld worden. Wetenschap De wetenschappelijke discussie over het mengen van scholen is nog volop gaande. Er is dan ook nog geen eenduidige conclusie. Over een aantal punten is men het wel min of meer eens. Als er beleidsmatig ingezet wordt op mengen, dan is mengen op basis van de sociaal economische status (zoals in Nijmegen gebeurt) het juiste uitgangspunt. De opbrengst en meerwaarde van menging lijkt met name te liggen op het gebied van integratie en sociale vorming. Over de opbrengsten van mengen ten aanzien van leerprestaties zijn de meningen verdeeld. Waar de verschillende onderzoekers het wel over eens zijn, is het nut van het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Dit zal leiden tot betere onderwijsprestaties. Op de vraag of de focus op kwaliteitsverbetering van het onderwijs of op mengen zou moeten liggen, heeft de wetenschap echter geen eensluidend antwoord. Voor ouders en kinderen is het van belang dat we samen met de schoolbesturen blijven investeren in de kwaliteit van onderwijs. Kwaliteit van onderwijs is voor ons meer dan alleen taal- en rekenprestaties. Zoals het kabinet aangeeft, het onderwijs heeft een brede vormende functie; o.a. burgerschapsontwikkeling, het stimuleren van sociale integratie. Scholen die een afspiegeling zijn van de wijk, dragen daar aan bij. 6 Onlangs noemde minister Bijsterveldt de aanpak in Nijmegen nog als voorbeeld voor andere gemeenten 7

6. Koers voor de toekomst Op grond van de uitgangspunten, het evaluatierapport en een aantal nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen geven we aan wat de koers voor de toekomst wordt. De vraag die we ons daarbij hebben gesteld is: staan wij nog steeds achter de doelstelling van het beleid en vinden we dat we als gemeente een rol moeten spelen op het terrein van schoolkeuze en aanname van leerlingen, een terrein dat toch primair onder verantwoordelijkheid van de schoolbesturen valt. Doelstelling Het beleid zoals dat in 2009 gezamenlijk door gemeente en schoolbesturen is ingezet, sluit aan bij actuele doelstellingen van ons onderwijs(huisvesting)beleid, huidige maatschappelijke ontwikkelingen en heeft ons inziens nog niet voldoende tijd gekregen om concrete resultaten te kunnen laten zien. We staan nog steeds achter de doelstelling van ons beleid: Stimuleren dat ouders een bewuste keuze maken voor een basisschool en dat zij op basis van eigen overtuiging kiezen voor een basisschool in de eigen wijk. Daarmee bereiken we dat sommige scholen niet meer bewust voorbij gelopen worden en dat scholen een afspiegeling zijn van de wijk. Dit is van belang omdat ouders en kinderen de kans moeten hebben om in de vertrouwde omgeving naar school te gaan, een school in de eigen wijk. De sociale cohesie in de wijk en de daarmee samenhangende ontwikkelkansen voor kinderen worden hierdoor verstrekt. Daarnaast leidt het tot een evenwichtige spreiding van leerlingen over de stad (geen leegstand op de ene school en noodlokalen bij een andere school). Een bewust keuzeproces van ouders staat centraal, we noemen het beleid in de toekomst daarom: Bewuste schoolkeuze basisonderwijs. Rol gemeente Het keuzeproces en aanname van leerlingen op scholen is een verantwoordelijkheid van ouders, schoolbesturen en scholen. De gemeente bepaalt niet wie naar welke school gaat. Toch zien we een rol voor de gemeente. De gemeente heeft - ondanks het feit dat we niet verantwoordelijk zijn voor de kernfunctie van het onderwijs - op diverse terreinen binnen het onderwijs een regierol. Ook bij de doordecentralisatie van de middelen voor onderwijshuisvesting is de primaire verantwoordelijkheid voor de besteding van huisvestingsmiddelen weliswaar bij schoolbesturen gelegd, maar houdt de gemeente de regie. De doelen die we met dit beleid na streven zijn van maatschappelijk belang en vanuit de algemene verantwoordelijkheid voor een kwalitatief goed en gespreid onderwijsaanbod in de stad, past een regierol van de gemeente. Dit wil zeggen dat wij als gemeente niet betrokken willen zijn bij de concrete uitvoering van het beleid, maar dat we met de schoolbesturen wel kaderstellende afspraken maken waarbinnen zij het beleid uitvoeren. Koers Om de beleidsdoelen te bereiken is het noodzakelijk dat ouders goed voorgelicht worden over het onderwijsaanbod in Nijmegen en de kwaliteit van alle scholen goed is. Het is van belang dat ouders uit eigen overtuiging een bewuste keuze maken voor een school in de buurt. De eerste ervaringen met scholentochten, voorlichting en het voorbeeld van de Wieken zijn overwegend positief. Hiermee kan nog veel meer bereikt worden op het terrein van bewuste schoolkeuze van ouders en het bevorderen van het naar school gaan in de wijk. Uit de evaluatie komen belangrijke aandachtspunten naar voren, met name met betrekking tot de uitvoering van centrale aanmelding, maar ouders hebben er wel belang bij dat het aannamebeleid eerlijk en transparant is en op basis van heldere criteria verloopt. Het moet inzichtelijk zijn voor ouders op welke grond zij kans maken op een plek op een school. En op die punten zijn de eerste ervaringen met centrale aanmelding overwegend positief. Ook is één aanmeldmoment belangrijk, omdat zo wachtlijsten voorkomen kunnen worden. Randvoorwaarde blijft dat de kwaliteit van scholen goed is. Voor de toekomst willen wij met de schoolbesturen de afspraak maken dat er meer nadruk gelegd wordt op voorlichting, profilering van scholen en de kwaliteit van onderwijs. In het kort ligt de focus de komende jaren op het volgende: Gemeentelijke rol versterken bij voorlichting en bewust schoolkeuzegedrag van ouders. Continue aandacht voor de kwaliteit van onderwijs, gericht investeren in de scholen waar sprake is van voorbijloopgedrag en zwakke scholen. 8

Inspelen op kansen die herstructurering van wijken biedt. Opstellen huisvestingsplan waarin de effecten van krimp en groei stadsbreed vanuit een gedeelde strategische visie, zowel gemeente als schoolbesturen, voor de komende 10 á 15 jaar in beeld worden gebracht. Aanmelding, uit te voeren onder volledige verantwoordelijkheid van de schoolbesturen, minder bureaucratisch georganiseerd en dichter bij de scholen, waarbij er meer individuele aandacht is voor ouders en kinderen. Met een minimale faciliterende rol voor de gemeente op ICT- en GBAondersteuning. Uitgangspunten vanuit de gemeente: het bevorderen van naar school gaan in de eigen wijk, een transparant en objectief aanmeldingsproces, één centraal aanmeldmoment om wachtlijsten te voorkomen en kwalitatief goede scholen. Toelichting per onderwerp Voorlichting en stimuleren van bewust keuzegedrag van ouders Uit de evaluatie blijkt dat door betere voorlichting en informatievoorziening, meer ouders bewust gaan nadenken over een schoolkeuze. Omdat vrije en bewuste keuze van ouders voor een school van groot belang is, willen wij met de schoolbesturen afspreken dat zij hierin de komende jaren meer investeren. We willen concretere afspraken maken over bijvoorbeeld scholentochten, voorlichtingsavonden voor ouders en het stimuleren van ouderinitiatieven. Hier ligt ook een nadrukkelijk faciliterende rol voor de gemeente omdat bewustwording bij schoolkeuze bijdraagt aan onze beleidsdoelstellingen. We vragen aan de schoolbesturen een plan hoe zij hier invulling aan kunnen geven. Kwaliteit van onderwijs, gericht investeren in de scholen waar sprake is van voorbijloopgedrag Omdat slagen van het beleid valt of staat met de kwaliteit van scholen vragen we hiervoor continue aandacht bij de schoolbesturen. Zij zijn primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijs. Uit de evaluatie blijkt dat ouders nog steeds bepaalde scholen voorbij lopen, terwijl deze wel dicht in de buurt liggen. Er wordt binnen het onderwijsachterstandenbeleid en door de schoolbesturen al voortdurend geïnvesteerd in de kwaliteit van scholen, maar wij vragen met betrekking tot scholen waar sprake is van voorbijloopgedrag, onder andere ook de scholen met het predicaat zwak, een gerichte aanpak aan de schoolbesturen en zullen kwaliteit van onderwijs nadrukkelijk aan de orde stellen in overleggen met de schoolbesturen met als doel dat de kwaliteit op alle scholen goed is en Nijmegen geen zwakke basisscholen meer kent. Huisvesting We streven naar een schoolpopulatie die een afspiegeling is van de wijk. Het voorbeeld van de Wieken geeft aan dat het belangrijk is dat op het moment dat er ergens geherstructureerd wordt, die kans moet worden aangegrepen om op dat moment ook te investeren in ouderinitiatieven en informatieavonden, omdat een combinatie kan leiden tot een keuze van ouders voor de school in de wijk. Op het gebied van huisvesting is de ontwikkeling van krimp van belang. In een situatie van krimp zullen capaciteitsplafonds naar beneden bijgesteld moeten worden om een effect te hebben op een evenwichtige spreiding van leerlingen over de stad. Dit kunnen schoolbesturen ons inziens alleen doen in combinatie met een stadsbreed meerjaren strategisch onderwijshuisvestingsplan waarin rekening gehouden wordt met de krimp in de bestaande stad en de groei in Nijmegen Noord. De huisvestingscomponent wordt nader bekeken bij de evaluatie van de doordecentralisatie onderwijshuisvesting die in 2012/2013 zal plaatsvinden. Centrale Aanmelding Het principe van centrale aanmelding en plaatsing van leerlingen ondersteunen wij. Wij pleiten er dus voor dat Schoolwijzer Nijmegen blijft voortbestaan, om de eerder genoemde redenen: het belang van transparantie, eerlijke, heldere criteria en een onafhankelijke beroepsmogelijkheid. Een systeem van centrale aanmelding draagt daar aan bij. Door een vast aanmeldmoment geldt het ongewenste principe wie het eerst komt, wie het eerst maalt niet meer en hebben ouders gelijke kansen op een plek op een school. In vergelijking met de situatie van vóór Schoolwijzer waar een ouder te maken kreeg met de willekeur van een school, vinden wij dit een verbetering. Daarnaast kennen scholen door één vast aanmeldmoment geen vervuilde wachtlijsten meer. De concrete invulling van de aanmelding en de uitvoering ervan moet wel verbeterd worden. De schoolbesturen moeten naar aanleiding van het evaluatierapport bekijken waar verbetering mogelijk is. Hoe 9

kan bereikt worden dat Schoolwijzer Nijmegen minder bureaucratisch en persoonlijker wordt voor ouders en weer meer als iets van de scholen zelf wordt georganiseerd? Is het bijvoorbeeld wenselijk om wel op een centraal moment alle aanmeldingen te verwerken, maar de aanmelding bij de school van voorkeur te doen, in plaats van bij een centraal loket, zodat het voor ouders minder onpersoonlijk is. Veelbesproken is ook de kwestie of een systeem van centrale aanmelding al dan niet een inperking inhoudt van de vrije schoolkeuze van ouders op grond van de vrijheid van onderwijs, een grondrecht neergelegd in artikel 23 van de Grondwet. Dat is puur juridisch gezien niet het geval. Een uitgebreide toelichting hierop staat in bijlage 1. Uit de evaluatie blijkt wel dat de helft van de ouders de centrale aanmelding als inbreuk voelt op hun keuzevrijheid en dat dit voornamelijk komt doordat er minimaal 3 scholen opgegeven moeten worden en de buurtscholen bij de aanmelding vanzelf verschijnen. Dit kan in de uitvoering van Schoolwijzer Nijmegen veranderd worden. Er zou bijvoorbeeld voor kunnen worden gekozen om ouders alleen hun school van eerste voorkeur op te laten geven en wanneer op die school geen plek is, het gesprek met ouders aan te gaan. Aan de schoolbesturen vragen wij een plan waarin zij aangeven op welke punten zij de uitvoering van Schoolwijzer Nijmegen kunnen aanpassen om tegemoet te komen aan de kritiek die geuit is in het evaluatierapport. Procedure aanmelding Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de aanname van leerlingen. Verantwoordelijkheid voor de spel- en voorrangsregels binnen Schoolwijzer Nijmegen ligt dan ook nadrukkelijk bij de schoolbesturen. We maken met de schoolbesturen wel de afspraak dat er een vast aanmeldmoment moet zijn, de aanmeldprocedure tot eerlijkheid en transparantie moeten leiden en dat het aannamebeleid van de scholen primair gericht moet zijn op het naar school gaan in de eigen wijk. Stellen we deze voorwaarden niet, dan zou bijvoorbeeld een systeem van loting kunnen ontstaan, zoals in het voortgezet onderwijs. Op zichzelf is dat ook een transparante manier van toewijzen van schoolplekken, maar doet geen recht aan de gezamenlijke beleidsuitgangspunten van gemeente en schoolbesturen. De invulling van de uitvoering van Schoolwijzer Nijmegen is binnen deze uitgangspunten aan de schoolbesturen. Wij blijven met de schoolbesturen wel in algemene zin in gesprek over de spel- en voorrangsregels, maar de schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de invulling van de spelregels, binnen de door ons gestelde kaders. Dat neemt niet weg dat wij van mening zijn dat de huidige spelregels die de schoolbesturen hanteren nog steeds passen bij onze beleidsuitgangspunten. Eerst voorrang voor broertjes en zusjes en dan voorrang voor kinderen uit de buurt. Voor de derde spelregel, verhouding kansarme/kansrijke kinderen, is minder draagvlak onder ouders bleek uit de evaluatie. Wanneer er echter nog een plek vrij is op een school, nadat alle broertjes en zusjes en alle kinderen uit de buurt die zich voor die school hebben aangemeld geplaatst zijn, vinden wij het belangrijk dat op die plek een kansarme leerling de mogelijkheid krijgt zich op een school met meer kansrijke kinderen, in een meer taalrijke omgeving optimaal te ontwikkelen. Op de meer gemengde school profiteren de kansrijke kinderen daarvan op het punt van burgerschapsontwikkeling, sociale integratie. Wij geven daarom de voorkeur aan het handhaven van de derde spelregel, ten opzichte van bijvoorbeeld het alternatief van loting. Een andere voorrangsregel is dat kinderen uit Nijmegen voorrang hebben op kinderen van buiten Nijmegen. Dit speelt met name een rol bij aanmeldingen van kinderen uit Heilig Landstichting. De vraag is of voor deze kinderen een uitzondering moet worden gemaakt, omdat de dichtstbijzijnde school in hun eigen gemeente op 6 kilometer afstand ligt en de scholen in Nijmegen op 2 kilometer. Bij de totstandkoming van de spel- en voorrangsregels is door de schoolbesturen gesproken over de gevolgen van de centrale aanmelding voor kinderen uit omliggende kernen van Nijmegen, zoals Heilig Landstichting. Het is niet zo dat kinderen van buiten Nijmegen geen kans meer hebben om op een school in Nijmegen te komen. De voorrangsregels spelen in de praktijk namelijk alleen een rol, wanneer er meer aanmeldingen voor een school zijn dan plekken en dat is maar bij een zeer beperkt aantal scholen het geval. In het geval van Heilig Landstichting is het zo dat er meerdere scholen in de buurt zijn (bijv. basisschool de Muze, basisschool Brakkenstein), die na de eerste en tweede plaatsingsronde niet vol zaten en waar álle kinderen, dus ook de kinderen van buiten Nijmegen, terecht kunnen. Wij zien daarom geen aanleiding om met de schoolbesturen in overleg te gaan over aanpassing van de spelregels op dit punt. 10

Ondersteuning bij uitvoering Schoolwijzer De samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en schoolbesturen loopt in april 2012 af. Vanaf dat moment gaan de schoolbesturen de volledige verantwoordelijkheid dragen over de uitvoering van Schoolwijzer Nijmegen. We willen als gemeente een beperkte faciliterende rol. Wij denken dan aan de mogelijkheid tot het doen van een GBA-check binnen het aanmeldformulier, adressen uit het GBA ter beschikking stellen en het gebruik van het automatiseringssysteem tot aan het moment dat dit bij de schoolbesturen geïmplementeerd is. 7. Standpunt schoolbesturen n.a.v. evaluatierapport De schoolbesturen hebben aangegeven de uitgangspunten van het beleid te ondersteunen en door te willen met Schoolwijzer Nijmegen, met uitzondering van de stichting Simonscholen (bestuur van basisschool Hidaya). De standpunten van de afzonderlijke besturen zijn opgenomen in bijlage 2. De besturen zijn in het algemeen van mening dat er meer tijd nodig is om zicht te krijgen op de effecten van onder andere Schoolwijzer Nijmegen ten aanzien van het mengen van scholen. Centrale aanmelding zien zij als een duidelijk, transparant en eerlijk systeem. Ook onderschrijven zij dat er goed gekeken moet worden naar de effectiviteit en de wijze van uitvoering van Schoolwijzer en dat daar waar nodig verbeteringen moeten worden aangebracht. Zij zijn van mening dat de gemeente vanuit het maatschappelijk belang om tot komen tot gemengde scholen, een actieve rol moet blijven houden binnen het beleid en stellen als voorwaarde dat de gemeente ook een financiële bijdrage blijft leveren. Het bestuur van basisschool Hidaya heeft aangegeven niet meer te willen participeren in Schoolwijzer Nijmegen. Redenen die zij hiervoor geven zijn onder andere dat ouders voor Hidaya kiezen vanwege haar Islamitische karakter en de school daardoor geen wijkbelang dient en het instrument Schoolwijzer Nijmegen niet aansluit bij de doelgroep van de school. Andere schoolbesturen zoals bijvoorbeeld basisschool Geldershof en de Vrije school geven aan dat zij niet direct een eigen belang hebben bij centrale aanmelding, maar dat zij vanwege loyaliteit richting de overige besturen en het belang dat zij hechten aan het gezamenlijk optrekken als schoolbesturen, aangeven door te willen gaan met centrale aanmelding. De overige schoolbesturen zijn van mening dat er zonder deelname van Hidaya nog meer dan voldoende draagvlak voor de centrale aanmelding is. 11

Bijlage 1: Juridische uitleg van vrijheid van onderwijs in relatie tot centrale aanmelding Hoe verhoudt een systeem van centrale aanmelding zicht tot de vrijheid van onderwijs, een grondrecht neergelegd in artikel 23 van de Grondwet? In de eerste plaats is er sprake van vrijheid van onderwijs voor de aanbieders van bijzonder onderwijs. De dragers ( eigenaren ) van dit grondrecht zijn zij die een bijzondere school oprichten, in standhouden en daarbinnen onderwijs (doen) geven, in concreto de schoolbesturen. Het systeem van centrale aanmelding is daarmee niet strijdig, want het blijven uitsluitend de schoolbesturen die beslissen over toelating en die daartoe beleid ontwikkelen, zoals in de vorm van een postcode-systeem, een lotingssysteem (zoals in het voortgezet onderwijs gebeurt) of een systeem van centrale aanmelding voor alle basisscholen in de gemeente. Vanuit ouderperspectief: Op grond van artikel 23 van de Grondwet is er geen ouderlijk recht op vrije schoolkeuze. Overigens konden ook in de situatie van vóór centrale aanmelding niet alle ouders hun kinderen op de school van hun eerste keuze geplaatst krijgen. Veel populaire scholen hadden immers wachtlijsten en konden niet alle kinderen plaatsen. In de tweede plaats impliceert de vrijheid van onderwijs dat ouders de mogelijkheid hebben te kiezen tussen openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs van een bepaalde richting. Maar aan de andere kant hebben ouders geen recht op een plek voor hun kind op een bepaalde school. Wel hebben zij het recht op bijzonder onderwijs naar eigen voorkeur. Dit recht betreft echter uitsluitend een bijzondere school van een bepaalde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dus niet de voorkeur voor bijvoorbeeld een Jenaplan- of Montessori-school waar het om een bepaald onderwijskundig concept gaat. 12

Bijlage 2: standpunten Nijmeegse schoolbesturen Stichting St. Josephscholen Het bestuur van de Stichting Josephscholen is op 13 september 2011 in vergadering bijeen geweest. In deze vergadering is gesproken over het evaluatierapport van het beleid gemengde scholen. Het bestuur SJS heeft in zijn bespreking zich de volgende opdracht gesteld: - een kwalitatieve uitspraak te doen over het evaluatierapport; - aan te geven of men met de uitwerking van één van de vier pijlers, centrale aanmelding, wel of niet wil doorgaan; - uitspraken te doen over de consequenties die verbonden zijn aan het besluit om wel of niet met de centrale aanmelding door te gaan. Deze uitspraken hebben betrekking op de mogelijke financiële consequenties, de aanmeldingsprocedures bij het opheffen van schoolwijzer, versterking/verbetering van de aanmeldprocedures bij handhaving van schoolwijzer en de communicatie naar personeel en ouders. Het is de opvatting van het schoolbestuur dat er meer tijd nodig is om zicht te krijgen de effecten van schoolwijzer t.a.v. segregatiebestrijding. De looptijd van het project is daarvoor tot nu toe te kort geweest. De hoogte van de leerlingenplafonds zoals die voor de scholen worden vastgesteld zijn bepalend voor het behalen van de doelstelling om de segregatie in de Nijmeegse basisscholen te verkleinen. Schoolbesturen dienen opnieuw met elkaar in overleg te gaan om tot bijstelling van de schoolplafonds te komen. Schoolwijzer wordt door het bestuur van SJS gezien als een duidelijk, transparant en eerlijk systeem om op een gereguleerde wijze tot plaatsing van kinderen te komen op de basisscholen. Er moet goed gekeken worden naar de effectiviteit en de wijze van uitvoering van Schoolwijzer en daar waar nodig moeten verbeteringen worden aangebracht. Het bestuur van SJS geeft aan in principe door te willen gaan met Schoolwijzer. Hieraan worden enkele voorwaarden verbonden: - de schoolbesturen blijven (in meerderheid en in ieder geval Conexus) participeren in Schoolwijzer; - de schoolbesturen moeten de plafonds herzien om de onderliggende doelstelling van Schoolwijzer, het verkleinen van de segregatie in het onderwijs, te realiseren; - de gemeente Nijmegen dient vanuit het maatschappelijk belang om segregatie in het onderwijs te bestrijden, een actieve participant te zijn in Schoolwijzer. Conexus Het College van Bestuur van Conexus heeft zich gebogen over het evaluatierapport van de gemeente Nijmegen mbt het anti-segregatiebeleid en het instrument Schoolwijzer. In opdracht van de wethouder onderwijs is het anti-segregatiebeleid eind 2010 / begin 2011 geëvalueerd. Het evaluatierapport geeft een uitwerking van de evaluatie met de daarbij behorende conclusies. De wethouder vraagt aan de schoolbesturen hun mening te vormen over het rapport en hun zienswijze op de toekomst van dit beleid en het instrument Schoolwijzer kenbaar te maken. De Nijmeegse gemeenteraad stelt middels subsidies kredieten beschikbaar die met de financiële bijdragen van de genoemde schoolbesturen de uitvoering van Schoolwijzer mogelijk maakt. Schoolbesturen zullen een uitspraak moeten doen over de behaalde resultaten van het anti-segregatiebeleid en richting geven aan de beantwoording van de vraag of Schoolwijzer als één van de instrumenten binnen het anti-segregatiebeleid moet worden doorgezet. Daarbij moeten ook de financiële consequenties voor de schoolbesturen in acht worden genomen. Het College van Bestuur van Conexus heeft zich over deze vragen gebogen en een standpunt bepaald, op basis van de rapportage aangaande de voortzetting van de centrale aanmelding en het instrument Schoolwijzer. Het standpunt van het college van Bestuur laat zich samenvatten in de volgende kernuitspraken: * Conexus verklaart zich loyaal aan het ingezette beleid en de uitvoering daarvan. Daaraan ook gebonden door bestuurlijke afspraken en de overeenkomst doordecentralisatie. 13

* Centrale aanmelding wordt daarbij door Conexus gezien als een zinvol instrument om zicht te krijgen op leerlingstromen en de mogelijkheid om daarin bij te sturen. * Het onderzoek geeft ons inziens geen uitsluitsel over de vraag of het van het instrument Schoolwijzer bijdraagt aan het beoogde effect in de richting van de gewenste spreiding. Daarvoor wordt het nog te vroeg geacht. * Schoolwijzer wordt gezien als een duidelijk, transparant en eerlijk systeem om op een gereguleerde wijze tot plaatsing van kinderen op de basisscholen te komen. Vanuit een waardenperspectief een verbetering ten opzichte van vroeger toen de principes van wie het eerst komt het eerst maalt en als je de weg weet ben je beter af golden. * Het instrument Schoolwijzer vereist een verbeterslag daar waar het gaat om effectiviteit en beheersbaarheid (administratieve last en uitvoeringslast) * Vormgeving en uitwerking van het anti-segragatiebeleid is en blijft ons inziens een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbesturen * Vanuit deze gezamenlijke verantwoordelijkheid is een actieve (en financiële) bijdrage van de gemeente Nijmegen noodzakelijk bij voortzetting van het instrument Schoolwijzer * Indien de gemeente Nijmegen besluit om actief te participeren en op deze wijze het instrument Schoolwijzer voort te zetten, dient dat niet ten te koste gaan van gemeentelijke onderwijsmiddelen als onderdeel van het onderwijsachterstandenbeleid, de zorg aan (achterstands) leerlingen of het beleid ten aanzien van de (door)ontwikkeling van brede scholen in Nijmegen. Geldershof Het bestuur kennis heeft genomen van de evaluatie. Daaruit werd niet duidelijk of het beleid het gewenste doel dichterbij brengt. Het bestuur werkt mee aan dit beleid vanwege het belang voor de stad, maar heeft er zelf geen belang bij. Het bestuur wil daarom wel voort gaan met het segregatiebeleid, maar niet als daar hoge kosten mee gemoeid zijn voor het bestuur. Stichting Pallas (vrije school Meander) Betreft: standpunt inzake project tegengaan van segregatie Datum: Nijmegen, 20-09-2011 Het bestuur van de Stichting Pallas, waartoe Meander Vrijeschool voor basisonderwijs behoort, wil hierbij aangeven hoe het zich verhoudt tot voornoemd project. Het bestuur is van mening dat het een zeer belangrijk streven is van de gemeenschap segregatie tegen te gaan. Het is een goed signaal dat alle schoolbesturen zich hiermee verbonden hebben, zij nemen hierdoor een maatschappelijke verantwoordelijkheid op zich. Het is volgens het bestuur van Pallas noodzakelijk dat de gemeente op alle fronten actief hierin participeert. De bestrijding van de segregatie, d.m.v. het inzetten van een centraal aanmeldpunt, is een traject dat op langere termijn effect kan resulteren. De tijdspanne vanaf de start van schoolwijzer is van dien aard, dat een gunstige wending nog niet aantoonbaar gemaakt kan zijn. Het wel zichtbare effect is dat de huidige werkwijze eerlijk en duidelijk is. Voorheen gold te sterk wie het eerst komt, het eerst maalt. Door de regelgeving is een transparant systeem ontstaan. Daarnaast is het bestuur van mening dat de samenwerking tussen alle schoolbesturen en de gemeente van zulk een kwaliteit is, dat het een voorbeeldfunctie is voor de omgang met elkaar in de gemeente Nijmegen. Het bestuur van de stichting Pallas wil in principe doorgaan met de centrale aanmelding. Voorwaarden die daaraan gesteld worden zijn: - De gemeente Nijmegen participeert hierin en draagt mede zorg voor de organisatie en de financiële mogelijkheden. - De grote schoolbesturen (Conexus en Josephscholen) participeren hierin. 14

De klokkenberg Graag wil ik u, mede namens mijn bestuur, ons standpunt laten weten naar aanleiding van het evaluatierapport anti-segregatiebeleid. Ik richt me hierbij vooral op de centrale aanmelding, schoolwijzer. Wij zijn als school van mening dat het evaluatierapport duidelijk en helder is. Door middel van subsidies vanuit de gemeente en een financiële bijdrage van alle schoolbesturen zorgen we ervoor dat schoolwijzer kan draaien en dat alle leerlingen volgens dezelfde richtlijnen op een school geplaatst worden. We krijgen door middel van schoolwijzer een goed inzicht in de in- en doorstroom van leerlingen naar de verschillende scholen in Nijmegen. Daarnaast heeft het er voor gezorgd dat ouders bewuster een keuze maken voor de school van hun kind. Dit vinden wij positieve ontwikkelingen. Of het instrument ervoor gezorgd heeft dat de kinderen meer in hun eigen wijk naar school gaan is naar ons idee nog niet helemaal duidelijk. Dit zal de komende periode hopelijk meer duidelijk worden. Wij vinden het belangrijk om met schoolwijzer door te gaan. De belangrijkste reden hiervoor is dat het een eerlijk systeem is dat iedereen dezelfde kansen biedt om op een school van voorkeur geplaatst te worden. Hierbij zullen wel een aantal aanpassingen gedaan moeten worden wat betreft het specifieke systeem van schoolwijzer. Daarnaast vinden wij het ook erg belangrijk dat de gemeente Nijmegen dit plan blijft steunen, zowel financieel als qua personele bezetting. Het is naar ons idee immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de scholen en de gemeente, waar beiden hun bijdrage aan zullen moeten leveren. Stichting Simonscholen (Hidaya) Nijmegen: 26-09-2011 Betreft: reactie op anti-segregatiebeleid en Schoolwijzer Het bestuur van de Stichting SIMON (waaronder basisschool Hidaya valt) heeft het evaluatierapport bekeken en is tot de volgende conclusie gekomen: Schoolwijzer is een instrument dat voor onze school niet werkt. Onze ouders kiezen voor Hidaya vanwege haar Islamitische karakter en komen daardoor uit heel Nijmegen en omgeving. Wij dienen geen wijkbelang. Schoolwijzer is een moeilijk instrument voor de ouders. Het voordeel dat andere ouders hebben (het op Schoolwijzer kunnen vergelijken van scholen) vervalt ook, omdat de tekst te moeilijk is voor hen. Ouders zoeken niet op Schoolwijzer, wij helpen hen bij de aanmelding. Ook zijn we tot nu toe buiten de scholentochten gevallen. De werkgroep heeft wel besproken om hier over na te denken, maar de oplossing is op dit moment nog niet duidelijk. De kosten verbonden aan Schoolwijzer kunnen we ook inzetten voor eigen informatieverstrekking. Het bestuur van de stichting SIMON besluit op grond van deze punten te stoppen met de samenwerking t.a.v. het bovenstaande project. De samenwerking met de schoolbesturen in Nijmegen vinden we wel belangrijk. We willen daarom graag blijven participeren in andere werkgroepen van de gezamenlijke schoolbesturen. 15