PVC Voetbal. Techniek Boek Pupillen. Versie 1.0. Januari 2016 Status: Concept



Vergelijkbare documenten
Trainingsmethoden en oefeningen

Cock van Dijk Voetbaltechniek

Trainingsplanning EWC/RESIA F-pupillen najaar seizoen 2009/2010

PVC Voetbal Werkboek 1 Dribbelen & Richtingsveranderingen JO10- JO11-pupillen. Datum: Juni 2017 Status: Versie 1.0 Auteur: J.M.

Voetbalschool Sportlust

Voetbalschool Sportlust

Train de trainers programma SDV Barneveld Sessie 2

Praktijktraining. René Meulensteen Academy

Training E-pupillen Woensdag 28 september 2011

Ieder onderdeel duurt ± 13 minuten. Na die 13 minuten wisselen de groepen van oefening.

TECHNIEKLIJST v.v. DSC Kerkdriel ( ) Basistechnieken

PVC Voetbal Werkboek 1 - Dribbelen JO8- JO9-pupillen. Datum: Juni 2017 Status: Versie 1.0 Auteur: J.M. van Maurik

Voetbalschool Sportlust

Verdediger komend vanaf de zijkant (wegdraaien van de tegenstander)

Training vrijdag Circuittraining EWC F-pupillen

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 1:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Praktijktraining NTK 2014

Trainingsplan E pupillen

vv Woudenberg 26 oktober 2011

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten):

Tegenstander voor je: 1-tegen-1 in de kleine ruimte met 2 kleine doeltjes

Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen

Teamtaak: opbouwen; het verbeteren van het creëren van kansen Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Trainingsprogramma 1 e jaars F-pupillen

doelschietspel met keeper

Training dinsdag Circuittraining EWC/RESIA E-pupillen

Statische rekoefeningen

Training vrijdag Circuittraining EWC F-pupillen

Trainingsplan F pupillen. Voor trainers en begeleiders

Vormen voor Warming up


poortschietspel vaste afstand

Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen

Club SVC 2000 Datum:

Training dinsdag Circuittraining EWC/RESIA E-pupillen

Training dinsdag Circuittraining EWC/RESIA E-pupillen

Trainingsplan seizoen

doelschietspel met keeper

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

PVC Voetbal Technisch Jeugdplan JO8- JO9-pupillen. Versie 3.0 Augustus 2017 Status: Definitief Auteur: Jos van Maurik

Voorbeeld trainingsvormen F- en puppy De makkelijkste vorm Moeilijkere vorm

Coaching - Tempo moet hoog liggen, agressief de kapbeweging uitvoeren - Een schijntrap maken voordat je de bal afkapt

Voorbeeldtraining train de trainer augustus 2006

Ieder onderdeel duurt ± 13 minuten. Na die 13 minuten wisselen de groepen van oefening. Balgevoel: oefening 3 t/m 6 Basisbewegingen: oefening 3 en 4

1) Warming-up: (afwisselen met jongleren) a. bal dribbelen + stoppen van de bal - op teken - zelf bepalen

2 (+k) tegen 2 (+k) grote doelen

Ieder onderdeel duurt ± 13 minuten. Na die 13 minuten wisselen de groepen van oefening.

Structuur jeugdopleiding A.S.C. Waterwijk: Onderbouw Seizoen 2009/ 2010 versie 1.1

Oefening A: loslopen Acties: Spelers lopen in een vierkant aan de zijkant van het veld lichtjes los. Dit voor een 4-tal minuten.

PVC Voetbal Technisch Jeugdplan JO10- JO11-pupillen. Versie 3.0 Augustus 2017 Status: Definitief Auteur: Jos van Maurik

Oefenstof voor pupillentrainers EV & AC De Tubanters

Skills. Organisatie. Aandachtspunten. Dribbelen/drijven (domineren) -dribbelen -passeren, uitspelen

kaatsen en positiespel

Winterprogramma U6-U7-U8-U9 Voor het winterprogramma van onze U6-U7-U8-U9 kiezen we voor een huiswerkbundel om nog wat extra aan de techniek te

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

groep 2 voorfase-wu 2.1 t/m 2.3 / oefenvorm 2.1 t/m 2.8 / partijvorm 2A t/m 2b llen aanva

Omschrijving. Leeftijd E-Pupillen en ouder Aantal spelers 10 spelers Fase Oriëntatiefase

Club Academy Club Brugge KV

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 2:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

Zaaltechnieken Techniek Omschrijving Criteria Veel gemaakte fouten Plaatje Forehand aannamen

Trainingsprogramma 1 e jaars E-pupillen

Trainingsvormen Jeugdopleiding VV Holten

PVC Voetbal. Technisch Jeugdplan Welpen. Augustus 2016 Status: Versie 1.0. Definitief. Jeugdbestuur

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Jeugdopleiding VV Holten. Trainingscyclus

Basistechniek 3 1 tegen 1 en 2 tegen 2 41 Pass en trap vormen 68 Positiespel/Partijspel 105 Opbouwen 145 Scoren 181 Storen 218 Doelpunt voorkomen 243

Trainingscyclus. verwijzing van alle tekens: - te coachen spelers. - tegenstander. - kaatser. - pion, petje. - bal. - keeper. - balbaan.

Warming-up & Cooling-down

Hoogeveen, 20 april 2004

TECHNIEKTRAINING. Thomas Vlaminck

Ieder onderdeel duurt ± 13 minuten. Na die 13 minuten wisselen de groepen van oefening.

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen

Warming-Up/Techniekoefeningen

Training vrijdag Circuittraining EWC F-pupillen

PVC Voetbal. Technisch Jeugdplan F pupillen. Versie 2.0 Januari 2015 Status: Definitief. Jeugdbestuur

Zorg. September Dynamische rekoefeningen Loopvormen en algemene oefeningen zonder bal. Dribbelen Houd een rustige looppas aan.

Teamfunctie: Aanvallen Oefening 1: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

groep 1 voorfase-wu 1.1 T/M 1.4 / oefenvorm 1.1 t/m 1.13 / partijvorm 1A t/m 1c llen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

PVC Voetbal Technisch Jeugdplan JO6 - Welpen

SDW Training. Heeft conditietraining zin bij pupillen?

Circuit-training. Mini s

D-pupillen Training 1

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Inhoudsopgave. Traingingsmap. Warming-up...3 Circuit...4 Overzicht...7 Scorelijst...8 Bronnen / achtergrondinformatie...9.

Jeugdwerking Dilbeek Sport

PVC Voetbal. Technisch Jeugdplan E-pupillen. Versie 1 Januari 2015 Status: Concept. Jeugdbestuur

Aan alle trainers van de afdeling E3 /E4 /E5 en F3 /F4 /F5 Jeugd

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. 2 e Periode: Passen en aannemen. 3 e Periode: Ruimteverkenning (op het veld)

JEUGDOPLEIDING IN DE PRAKTIJK

VOORBEREIDINGSPROGRAMMA KNAPEN CLUB BRUGGE

Circuit-training. Landenteams

Techniek Knieën licht gebogen Op de voorvoeten bewegen Rechte rug. Tip! Kijk op de AZ Voetbalschool voor utgebreide uitleg over deze oefenvormen.

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers

Transcriptie:

2016 PVC Voetbal Techniek Boek Pupillen Versie 1.0 Januari 2016 Status: Concept

INHOUDSOPGAVE: 1. Voorwoord. 3 2. Programma. 4 3. Toelichting trainingswijze. 5 4. Techniekprogramma 6 4.1 F-pupillen 4.2 E-pupillen 4.3 D-pupillen 5. Oefenstofprogramma pupillen 7 5.1 Balgevoel 5.2 Basisbeweging 5.3 Snel voetenwerk 5.4 Halve draaien 5.5 Schijn- en passeerbewegingen 6. Alle oefeningen uitgeschreven. Aandachtspunten 9 Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 2

1. Voorwoord: PVC is sinds 2015 aan de gang gegaan met het huidige Technische Jeugdplan. Dat loopt naar behoren echter is het niet de bedoeling dat we stil blijven zitten. Als we naar de hogere teams per leeftijdsgroep kijken zijn de resultaten over het algemeen goed te noemen. Dit geeft duidelijk aan dat we reeds een stapje gemaakt hebben. Als Technische Commissie wil je altijd meer. Kijkend naar de jeugdteams en vergelijkend met andere teams zien we dat we dat we vooral op technisch gebied nog een stap kunnen maken. Vooral aan de basis (pupillen). Vandaar dat we van mening zijn dat er nog iets meer aandacht gegeven moet worden aan de individuele speler, of ze nou in een selectieteam spelen of niet. Als we zorgen dat er voldoende technische bagage is aan de onderzijde van de keten (pupillen) moet dat zich gaan uitbetalen aan de bovenzijde van deze keten (junioren). Daarom hebben we een aantal technische handelingen op een rijtje gezet waarvan wij denken dat het balgevoel en balbeheersing ten goede komt. Het is de bedoeling dat, wanneer de F-pupil overstap naar de E-pupillen, hij baas is over de bal! Bij de E-pupillen breiden we dit uit naar de schijnbewegingen en 1:1 duels en combineren we zaken. Bij de D-pupillen moet men veel balgevoel hebben en de bal elke kant op kunnen sturen die men maar wilt. Zowel met het rechter- als linker been (ideaal situatie). En met een behoorlijke snelheid. Al deze oefeningen zijn in de volgende hoofdstukken uitgewerkt. Er worden wat aandachtpunten genoemd waarop men moet letten tijdens de uitvoering. Een extra toegift op het filmpje op onze website. Het is niet de bedoeling dat we de spelers 'kunstjes' leren maar gewoon het gevoel geven: de bal doet wat ik wil. En dat hij daar in de toekomst gebruikt van maakt bij het passeren van zijn tegenstander, het passen van de bal naar een medespeler, het uiteindelijk beter zijn dan de tegenstander. Wij hopen dat deze trainingsmethode, samengesteld naar aanleiding van een pilot met de F-pupillen van PVC, iets bijdraagt aan de ontwikkeling van onze jeugdspelers maar ook dat zij plezier beleven aan de uitvoering hiervan. Vriendelijke sportgroet; Jos van Maurik Technisch Jeugd Coördinator PVC Voetbal Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 3

2. Programma. Het moeilijkste van een trainingsprogramma maken is: waar beginnen we mee en wanneer zijn we toe aan de volgende fase? Feit is dat er een bepaalde opbouw moet zijn en dat we niet lukraak kunnen beginnen met bijvoorbeeld schijnbewegingen. Immers, de spelers zullen eerst een bepaalde basis moeten hebben ten aanzien van het balgevoel zodat zij de bal die kant op kunnen sturen als zij willen. We denken dat we met de volgende opbouw uiteindelijk bereiken wat we willen. De speler is baas over de bal (balgevoel) en kan hem laten doen wat hij wil (balcontrole): 2.1 Balgevoel 2.2 Basisbewegingen 2.3 Snel voetenwerk 2.4 Halve draaien 2.5 Schijn- en Passeerbewegingen Het moeilijke is te bepalen; waar is het instapmoment. Zeker voor diegene die al 3 jaar voetballen zullen zaken gesneden koek zijn. Echter de net beginnende F- pupillen zullen met de eerste oefening 'dribbelen' al voldoende moeite hebben en daardoor veel meer tijd kwijt zijn. Het is dan ook de bedoeling dat iedereen op het 'nulpunt begint' en de volgende stap pas maakt wanneer de eerste stap reeds gezet is. Dat wil zeggen dat de geoefende derdejaars F-pupil eerder toe is aan het laatste hoofdstuk schijn- en passeerbewegingen dan de eerstejaars -pupil. Maar 'das logisch' zou onze Johan zeggen. De volgende stap kan pas gezet worden wanneer de oefening goed en met een bepaalde snelheid uitgevoerd kan worden. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 4

3. Toelichting trainingswijze Techniektrainingen zijn trainingen op zich. De grote moeilijkheid is daarbij om het uitdagend voor de kinderen te houden. Een spelmoment is daarbij erg belangrijk. Daarom is het de bedoeling om elk onderdeel af te sluiten met een spelvorm; er moet wat te verdienen zijn. Aan de trainer de uitdaging om dit toe te voegen aan de trainingen. Voorbeeld: Oefening 3.01 bal tussen 2 voeten heen en weer tikken. Op zich een vrij statische oefening die je kort moet doen die anders, zeker bij regelmatig herhalen, gauw verveelt. Toch liggen zijn er variaties mogelijk door een spelelement toe te voegen. Zie onderstaande voorbeelden: Variatie 1: Variatie 2: Variatie 3: Spelers bewegen zich Spelers bewegen zich in een 2 teams. Eerste speler van met de bal tussen beide vak rond. De bal wordt elk team gaat met voeten heen en weer tussen rode en blauwe daarbij met tussentikken van tussentikken om de pion beide voeten meebewogen. heen. Eenmaal om de pion pion. Elke keer dat ze bij Een tikker moet proberen de heen probeert hij te scoren de blauwe pion zijn ballen weg te tikken (niet met een schot. Zodra hij scoren ze een punt. buiten het vak!) in bepaalde schiet start de volgende. tijd. Welke speler scoort het meeste punten binnen 20 seconden? Welk team (A of B) scoort de meeste punten binnen 20 seconden? Welke speler lukt het om zo veel mogelijk ballen aan te tikken? Hij mag niet twee keer achtereen dezelfde bal bij dezelfde speler aantikken. Welk team heeft als eerste 5 doelpunten gescoord? In bovenstaande oefening is ook waar te nemen dat men een combinatie kan maken tussen diverse oefenvormen. Bij variatie 2 moet men ook proberen de bal af te schermen (lichaam tussen verdediger en bal) en bij variatie 3 zit het extra element erbij van het scoren (mikken). Op deze manier wordt het voor de spelers leuker (er zijn punten te verdienen!) en kan men een bepaalde vaardigheid (tussentikken) op verschillende manieren oefenen. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 5

4.1 Techniekprogramma F-pupillen. Balgevoel Basisbeweging Snel voetenwerk Halve draaien Schijn- en passeerbeweging 1.01 2.01 3.01 4.01 5.01 1.02 2.04 3.02 4.02 5.03 1.03 2.06 3.05 4.03 5.07 1.04 2.08 3.10 4.04 1.05 3.15 4.05 1.06 1.07 Voor elke leeftijdsgroep zijn hier de oefeningen weergegeven. Uiteindelijk zullen ze deze oefeningen onder controle moeten hebben naar de volgende leeftijdsgroep. Natuurlijk is de een de basis voor de andere en zal dit een vervolg krijgen in de hogere leeftijdsgroep. Let op; alle oefeningen worden zover nodig met beide benen uitgevoerd! Dus ook het 'chocoladebeen'. 1.08 1.09 1.10 1.11 4.2 Techniekprogramma E-pupillen. Basisbeweging Snel voetenwerk Halve draaien Schijn- en passeerbeweging 2.02 3.01 4.01 5.01 2.04 3.02 4.02 5.03 2.05 3.05 4.03 5.07 2.07 3.10 4.04 8.01 2.09 3.15 4.07 8.03 2.10 3.18 4.08 8.08 4.12 4.3 Techniekprogramma D-pupillen. Basisbeweging Snel voetenwerk Halve draaien Schijn- en passeerbeweging 2.02 3.01 4.01 5.01 2.04 3.03 4.02 5.03 2.05 3.08 4.03 5.07 2.07 3.09 4.04 8.01 2.09 3.11 4.07 8.03 2.10 3.13 4.08 8.08 3.14 4.12 3.15 3.16 3.18 Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 6

5. Oefenstofprogramma pupillen. 5.1 Balgevoel. 1.01 Dribbelen 1.02 Voorvoet bal voor- en achteruit lopen. 1.03 Terughalen en vooruitduwen van de bal. 1.04 Zijwaarts lopen en bal met de voetzool meenemen. 1.05 Met de voetzool schuin voorlangs spelen. 1.06 Voet op de bal en met andere voet tikken. 1.07 Voet op de bal en met de andere voet achterlangs tikken. 1.08 De bal met de voetzolen aanraken. 1.09 Bal met voetzolen afrollen. 1.10 Zijwaarts afrollen van de bal. 1.11 Met binnenkant voet schuin afrollen. 5.2 Basisbeweging. 2.01 Voorlangs spelen met de binnenkant van de voet. 2.02 Kappen met de binnenkant van de voet. 2.03 Kappen met binnen en buitenkant van de voet. 2.04 Voorlangs spelen met de punt van de voet. 2.05 Met de punt van de voet onder het lichaam draaien. 2.06 Overstap. 2.07 Terughalen en schuin vooruit spelen. 2.08 Terughalen en met het andere been meenemen. 2.09 Terughalen en zijwaarts meenemen. 2.10 Terughalen en achterlangs spelen. 2.11 Voorlangs de bal stappen (uitvalstap). 2.12 Schaarbeweging met stilliggende bal. 5.3 Snel voetenwerk 3.01 Tussentikken binnenkant voet. 3.02 Zijwaarts meenemen van de bal. 3.03 Van teen tot hak afrollen. 3.04 Met de binnenkant voet afrollen. 3.05 Overstap. 3.06 Onder voetzool terughalen en achterlangs spelen. 3.07 Met de binnenkant wreef achter het standbeen. 3.08 Onderkant voet terughalen op het zelfde been. 3.09 Onderkant voet terughalen op het andere been. 3.10 Van binnen naar buiten afrollen. 3.11 Van buiten naar binnen afrollen. 3.12 Voet op de bal en meenemen binnenkant andere voet. 3.13 Zidane beweging als voetenwerk. 3.14 Overstap en terughalen. 3.15 Afrollen. 3.16 Schuin vooruit tikken. 3.17 Kappen binnenkant van de voet. 3.18 Terughalen en met buitenkant voet meenemen. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 7

5.4 Halve draaien 4.01 Kappen binnenkant voet. 4.02 Kappen buitenkant voet. 4.03 Afrollend. 4.04 Overstap. 4.05 Met voetzool terughalen en met andere voet meenemen. 4.07 Met voetzool terug en met andere voet meenemen. 4.08 Achter het standbeen meenemen. 4.12 Achter het standbeen langs kappen. 5.5 Schijn- en passeerbewegingen 5.01 Schaarbeweging. 5.03 Uitvalstap. 5.07 Overstap en zijwaarts meenemen. 8.01 Binnenkant voet. 8.03 De overstap. 8.08 De Zidane beweging. *** De nummers voor de oefeningen komen overeen met de nummers vermeld op de website http://trainingsplan.webklik.nl (F-pupillen) Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 8

Balgevoel. 1.01 Dribbelen: (Fase 1) Lopen met de bal aan de voet. Bal wordt met de wreef van de voet voortbewogen (veterdribbel). Voet strak naar beneden. Bal raken met kleine tikjes. (Fase 2) Lopen met de bal aan de voet. Bij elke pas wordt de bal geraakt met, afwisselend, de buiten- en de binnenkant van de voet. De bal veranderd steeds van richting. Ontspannen op de voervoet lopen en de bal met korte tikjes meenemen. De bal is altijd kort bij het lichaam. (Fase 3) Tweebenig. na de bal 4x met ene voet aangeraakt te hebben de bal met andere voet meenemen. Steeds meer snelheid in de bewegingen. 1.02 Voorvoet bal voor- en achteruitlopen: Beginnend met wandelpas. Bij elke pas wordt de bal geraakt met de voorkant van de voetzool, afwisselend met de rechter- en linkervoet. Goed met de punt van de voet de bal steeds een klein stukje vooruit spelen. Dit geldt ook voor het achteruitlopen, alleen wordt de bal steeds een stukje teruggerold. Lichaam rechtop houden. (Fase 2) in looppas in plaats van wandelpas. 1.03 Terughalen met de voetzool en vooruit duwen met binnenkant voet. Eerst twee keer de bal aantikken met binnen- en buitenkant voet. Dan bal met de voetzool terughalen en in de zelfde beweging weer met de binnenkant van de voet vooruit spelen. Tijdens het terughalen van de bal niet vol op het standbeen gaan staan. Het standbeen gaat ook iets naar achteren. Goed bewegen op de voorvoeten. Eerst oefenen been voor been. (Fase 2) Wanneer de bal vooruit is gespeeld met de binnenkant van de voet gaat hij over naar het andere been. Dus linker- en rechter been worden in de zelfde oefening geoefend. 1.04 Zijwaarts lopend de bal met de voetzool meenemen. Bal wordt, zijwaarts lopend, met de voetzool meegenomen. Draaiend vanuit de heupen. Na elke pas de bal raken met de voetzool. Knieën omhoog bewegen. Op de voorvoeten. Bal moet in rechte lijn rollen. Bal goed met de voetzool raken. 1.05 Met de voetzool de bal schuin voorlangs spelen. De bal wordt met de punt van de voetzool schuin voorlangs de andere voet gespeeld. Na het voorlangs spelen steeds een aantal tussenstapjes. Voet goed strekken. Afwisselend met sterke en zwakke been. Dus linker- en rechterbeen worden in zelfde oefening geoefend. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 9

1.06 Voet op de bal en met de andere voet aantikken. Onderkant voorvoet op de bal en gelijker tijd met de andere voet de bal een klein stukje vooruit spelen. Beide benen maken gelijktijdig een actie. Een op de bal de andere geven de bal een tikje. Bal kort bij houden, dus niet te ver weg spelen. Bal in het midden raken; dus vooruit spelen in één lijn. 1.07 Voet op de bal en met de andere voet achterlangs tikken. Zelfde als oefening 1.06 bal wordt nu achter het standbeen gespeeld. Na het plaatsen van de voet wordt het lichaam een kwart slag gedraaid. Bal wordt met de binnenkant van de voet een stukje naar voren gespeeld. 1.08 Met voetzolen de bal aanraken. Afwisselend met sterke en zwakke been. Bal wordt geraakt maar blijft op de plaats. Bewegen op voorvoeten. Knieën goed buigen. Niet achter- of sterk voorover hellen. Bovenlichaam zoveel mogelijk boven de bal. 1.09 Van teen tot hak afrollen. Met rechts schuin voorlangs het linkerbeen. Met links schuin voorlangs het rechterbeen. Licht duwen op de bal. Goed van teen tot hak. Na het ene been het lichaam goed draaien. Bewegen op de voorvoeten. 1.10 Zijwaarts afrollen. Eerste fase stilstaand. Met de binnenkant van de voet. Voordat de voet op de grond komt terugrollen. Eerste fase stilstaand Fase 2: Standbeen huppelend mee laten gaan. 4 á 5 x afrollen voordat men overgaat met andere been. 1.11 Met de binnenkant van de voet schuin afrollen. Stilstaand. Met de voetzool de bal schuin afrollen heen en terug. Doen alsof de bal met de binnenkant van de voet gespeeld wordt maar dan afrollen en weer terug. Om en om met sterke en zwakke been. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 10

Basisbeweging. 2.01 Bal voorlangs spelen met de binnenkant van de voet. Bal wordt eerst met de binnenkant van de voet schuin voorlangs de andere voet gespeeld. Daarna direct meenemen met de buitenkant van de andere voet. Daarna wordt de bal verlengd met twee tikken met de buitenkant van de andere voet. Elke pas de bal raken. Zowel met het sterke als zwakke been uitvoeren. 2.02 Kappen met de binnenkant van de voet. In zig-zag baan. Bal wordt terug gekapt met de binnenkant van de voet. Met binnenkant wreef onder het lichaam terugkappen. Daarna bal meenemen met de binnenkant van de andere voet. Gevolgd door een korte tik met de buitenkant van die voet. 2.03 Kappen met binnen en buitenkant van de voet. In zig-zag baan. Bal wordt terug gekapt met de binnenkant van de voet. Met binnenkant wreef onder het lichaam terugkappen. Daarna bal meenemen met de buitenkant van de zelfde voet. Tussentik met de binnenkant van de zelfde voet. Daarna kappen met de buitenkant van de zelfde voet. Bal meenemen met de binnenkant van de zelfde voet. Tussentik met de buitenkant van de zelfde voet en weer voor af aan beginnen. Na verloop van tijd afwisselen van been. 2.04 Bal voorlangs spelen met de punt van de voet. In zig-zag baan. Bal wordt voorlangs het andere been gespeeld met de punt van de onderkant van de voet. Daarna twee tikken meenemen met de buitenkant van de voet. Soepel bewegen op de voorvoeten. 2.05 Met punt van de voet onder het lichaam draaien. In zig-zag baan. Over de bal stappen. Met de binnenkant van de andere voet schuin vooruit meenemen. Een tussentik met de buitenkant. Dan de bal met de andere voet onder het lichaam draaien. Niet op bal staan maar bal stilleggen en in één beweging doorstappen. Niet stil komen te staan. 2.06 Overstap. Met binnenkant voet van het dribbelbeen een overstap maken. Met binnenkant andere voet de bal weer meenemen. Na tweede tik met de buitenkant van de voet nu met dat been over de bal heen stappen. Na de, felle, overstap op de voorvoet komen om snel weg te kunnen draaien. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 11

2.07 Terughalen met de voetzool en schuin vooruit spelen. (Fase 1) Bal terughalen met de voetzool. Daarna gelijk met de buitenkant van de zelfde voet de bal schuin vooruit duwen. Daarna direct weer terug halen met de voetzool van de andere voet. Niet dribbelen dus maar gelijk de bal weer terughalen. (Fase 2) Bal weer terughalen met de voetzool. Daarna de bal met de buitenkant van de andere voet schuin vooruit duwen. Bal onder het lichaam terughalen en goed wegstappen. (Fase 3) Bal weer terughalen met de onderkant van de voetzool. Bal wordt nu met de binnenkant van de andere voet meegenomen. Daarna een tussentik met de buitenkant van de zelfde voet. 2.08 Terughalen en met de andere voet meenemen. Bal terughalen met de onderkant van de voetzool. Stoppen met de binnenkant van de zelfde voet. De bal met het andere been binnenkant voet schuin meenemen. Één tik met de buitenkant van die voet en oefening herhalen met die voet. 2.09 Terughalen en zijwaarts meenemen. Bal terughalen met de voetzool. Bal met de buitenkant van de zelfde voet opzij duwen. Bal met de binnenkant van de voet weer vooruit spelen. Twee tikken vooruit. Bal nu terughalen en met de binnenkant van de voet voorlangs duwen. Bal nu met de buitenkant van de voet vooruit spelen. Twee tikken vooruit, etc. Stand been met de bal terug bewegen (stapje achteruit om ruimte te maken). Wisselen van been. 2.10 Terughalen en achterlangs spelen. Bal met de voetzool terughalen. Dwars achter het standbeen langs spelen met de hak; los van de bal komen.. Binnenkant van de andere voet direct vooruit meenemen. 1 keer aantikken met de buitenkant van de voet en dan weer de bal terughalen met dat been. Zodra bal achterlangs gaat is het andere been onderweg om de bal weer direct rechtuit mee te nemen. Standbeen beweegt mee. Doorbewegen en niet stilstaan. 2.11 Voorlangs de bal stappen (uitvalstap). Met de voetzool de bal stoppen. Voorlangs de bal stappen. De bal met de buitenkant van het andere been schuin meenemen. 2.12 Schaarbeweging met stilliggende bal. Met de voet om de stil liggende bal stappen. Bal met de buitenkant van de andere voet meenemen. Daarna gelijk de bal weer stil liggen met de onderkant van de voetzool. Herhalen met de andere voet. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 12

Snel voetenwerk. 3.01 Tussentikken binnenkant voet. Op de plaats. Binnenkant voeten. Goed op de voorvoeten. Ontspannen. Door de knieën buigen. Knieën recht omhoog bewegen. Rechte rug. 3.02 Bal zijwaarts meenemen. Idem als boven alleen wordt de bal door kleine tikjes een kant op meegenomen. Bovenstaande tussentikken zijn de basis voor de volgende oefeningen. Na enkele pasjes volgt er dan een beweging: 3.03 Van teen tot hak afrollen. Na aantal tussen tikken de bal van hak tot teen afrollen schuin voor het andere been. Goed contact maken met de voetzool. Standbeen beweegt met de voorvoet mee. Lichaam in de goede richting draaien. Bij het afrollen niet stil komen te staan. Kies voor een vast aantal tussentikken. Beide voeten uitvoeren. 3.04 Met de binnenkant voet afrollen. Bal wordt met de binnenkant van de voet afgerold schuin voorlangs de andere voet. Je doet alsof je past met de binnenkant van de voet maar de bal wordt met de onderkant van de voet weer teruggerold. Goed contact houden met de bal. Kies weer voor een vast aantal tussentikken. Beide voeten uitvoeren. 3.05 Overstap. Na 3 tussentikken om de bal heen stappen. Halve draai maken. Na halve draai eerste tik met binnenkant andere voet (overstap voet) (variatie) Eerste tussentik is met de buitenkant van het overstap been. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 13

3.06 Onder voetzool terughalen en achterlangs spelen. Bal met de onderkant van de voetzool terughalen. Achter het standbeen langs spelen met de zelfde voet (hak). Halve draai maken. Meebewegen op de voorvoet van het andere been. Bal met de binnenkant van de zelfde voet meenemen. Na aantal tussen tikken de bal met de onderkant van de voetzool van het andere been terughalen. (variatie) Bal wordt na de halve draai niet met de binnenkant van de zelfde voet meegenomen maar met de buitenkant van de andere voet. 3.07 Met de binnenkant wreef achter het standbeen. Bal wordt, na een aantal tussentikken, met de binnenkant van de wreef achter het standbeen langs gespeeld. Bal gaat iets naar de buitenkant. Halve draai op standbeen. Bal wordt direct meegenomen met de binnenkant van het andere been. 3.08 Met de onderkant van de voet terughalen op het zelfde been. Na aantal tussentikken de bal recht vooruit spelen met de binnenkant van de voet. Met de onderkant van het zelfde been de bal weer terughalen onder het lichaam op het zelfde been Na aantal tussentikken weer de bal met het andere been wegspelen. Op de plaats blijven. 3.09 Met de onderkant van de voet terughalen op het andere been. Na aantal tussentikken de bal schuin vooruit spelen met de binnenkant van de voet. De bal met de onderkant van de andere voet weer terughalen op het eerste been. 3.10 Van binnen naar buiten afrollen. Bal wordt van binnen naar buiten afgerold. Daarna gelijk, zonder dat de voet de grond raakt, met de zelfde voet naar binnen geduwd. Zijwaartse pas maken voordat de andere voet de bal raakt. 3.11 Van buiten naar binnen afrollen. Bal wordt van buiten naar binnen afgerold. Daarna gelijk, zonder dat de voet de grond raakt, wordt de bal met de buitenkant van de zelfde voet naar buiten geduwd. Na een zijwaartse stap gelijk weer de eerste tik met de binnenkant van dat been. Bij het zijwaarts gaan goed door de knie van het standbeen buigen. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 14

3.12 Voet op de bal en meenemen binnenkant andere voet. Voet op de bal. Over de bal stappen. Tussentikken maken. Andere voet op de bal. Niet echt met volle gewicht op de bal staan. Vloeiende beweging. Zig-zag beweging vooruit bewegen. 3.13 Zidane als snel voetenwerk. Bal met de voetzool stoppen of terughalen. Over de bal stappen. In een halve draai de bal met de andere voetzool meenemen. Breng het lichaam boven de bal. 3.14 Overstap en terughalen. Bal schuin vooruit spelen. Overstap maken met het andere been. Bal direct terughalen met de voetzool van dat been. Na tussen tikken de bal nu met het andere been schuin vooruit spelen. 3.15 Afrollen. (zijwaarts) Bal met de binnenkant van de voet afrollen voor het lichaam langs. Op de binnenkant van de andere voet. (schuin vooruit) Bal wordt nu niet zijwaarts gespeeld maar schuin vooruit. Hierdoor wordt de bal al zig-zaggend meegenomen. 3.16 Schuin vooruit tikken. Bal wordt al zig-zaggend schuin vooruit getikt tussen beide voeten. Bal dus niet kappen! Goed op de voorvoeten en ontspannen. Knieën iets omhoog bewegen. Na aantal tikken veranderen van richting. 3.17 Kappen binnenkant van de voet. Zelfde als boven maar wordt de richtingsverandering ingezet met een kapbeweging van de buitenste voet. Bal wordt naar de andere voet gekapt. 3.18 Terughalen en met de buitenkant van de voet meenemen. Bal schuin vooruit spelen. Onderkant voet van andere been terughalen. Direct met de zelfde voet de bal schuin vooruit duwen. Bij vooruit duwen goed door de knieën gaan. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 15

Halve draaien. 4.01 Kappen met de binnenkant van de voet. Bal wordt gekapt met de binnenkant van de voet. Men maakt een halve draai van 180 graden. Bal direct meenemen met de binnenkant van de zelfde voet. Bal mag niet stil te komen leggen. Niet om de bal heen stappen (standbeen blijft achter de bal). 4.02 Kappen met de buitenkant van de voet. Bal wordt gekapt met de buitenkant van de voet. Men maakt een halve draai van 180 graden. Bal direct meenemen met de buitenkant van de zelfde voet. Bal mag niet stil te komen liggen. Niet om de bal heen stappen (standbeen blijft achter de bal). 4.03 Afrollend kappen. Bal wordt gekapt door middel van met de binnenkant van de voet over de bal te rollen. Bal meteen met buitenkant van de zelfde voet in de tegengestelde richting met een halve draai meenemen. Met een felle beweging en altijd contact met de bal houden. 4.04 Overstap. (Fase 1) Over de bal heen stappen met een halve draai van buiten naar binnen. Na de halve draai de bal meenemen met de binnenkant van de andere voet. Dit steeds na een aantal tikken met binnen- en buitenkant voet (dribbel). Overstap maken met het been waar men mee dribbelt. Korte felle overstap. Draai op de voorvoet maken. (Fase 2) Overstap wordt gemaakt met het andere been. Bal wordt meegenomen met de binnenkant van de voet waarmee men ook dribbelt. Geen tussenstappen maken bij het overstappen. (fase 3) Eerste een vooractie maken. Bijvoorbeeld de bal op de zelfde voet even terughalen met de voetzool en binnenkant voet meenemen. 4.05 Met de voetzool terug en met de andere voet meenemen. Bal wordt met de onderkant van de voet teruggehaald. Halve draai maken. Bal met de binnenkant van de andere voet meenemen. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 16

4.06 Voet kort over de bal en met buitenkant zelfde voet meenemen. Voet wordt over de bal bewogen. Bal wordt stilgelegd met de voetzool van dat been. Men stapt met een halve draai kort over de bal. Bal wordt weer meegenomen met de buitenkant van de zelfde voet. 4.07 Voet kort over de bal en met buitenkant van de andere voet meenemen. Voet wordt over de bal bewogen. Bal wordt stilgelegd met de voetzool van dat been. Men stapt met een halve draai kort over de bal. Bal wordt weer meegenomen met de buitenkant van de andere voet. Men draait dus andersom over de bal heen als bovenstaande oefening. 4.08 Bal achter het standbeen zijwaarts kappen en weer meenemen. Bal wordt met de voetzool teruggehaald. Daarna achter het standbeen met de binnenkant van de wreef gespeeld. Halve draai maken. Bal weer meenemen met de binnenkant van het zelfde been. Oefening me andere been uitvoeren. (fase 2) Idem als boven maar nu wordt de bal meegenomen met de buitenkant van de andere voet meegenomen. 4.09 Voet op de bal en doordraaien. Voet op de bal. Na een snelle halve draai boven de bal. Niet op bal staan! Bal stil leggen en doordraaien. Door bewegen niet stil staan. Bal met de binnenkant van de andere voet meenemen. 4.10 Terughalen en achterlangs slepen. Bal wordt met de onderkant van de voet teruggehaald. Binnenkant van de zelfde voet achterlangs gesleept. Bal hard terughalen zodat er een draai van 270 graden (3/4) gemaakt wordt. Er wordt gedraaid op het standbeen. Bal word met de binnenkant van de zelfde voet weer meegenomen. Oefening met de andere voet uitvoeren. 4.11 Binnenkant kappen en buitenkant andere voet meenemen. Bal wordt met de binnenkant van het ene been gekapt op het andere been. Bal wordt lichtjes geraakt met het andere been. Om daarna weer meegenomen te worden, na een halve draai, met de buitenkant van de andere voet. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 17

4.12 Achter het standbeen langs kappen. Bal met de wreef achter het standbeen heen kappen. Bal direct weer meenemen na een halve draai met de binnenkant van het andere been. Bal van het standbeen wegspelen. Goed door de knieën buigen. 4.13 Zidane beweging als halve draai. Bal met de voetzool stoppen of terughalen. Over de bal stappen. Bal terughalen met andere been. En na een halve draai de bal weer meenemen met de binnenkant van dat been. Breng het bovenlichaam boven de bal. (fase 2) Bal wordt met de binnenkant van de wreef terug gekapt in plaats dat men de bal met de voetzool terughaald. (fase 3) Eender als fase 1 echter de bal met de buitenkant van de voet zijwaarts of in willekeurige richting meenemen. Schijn- en passeerbewegingen. 5.01 Schaarbeweging Met de voet van binnen naar buiten om de bal. Bal wordt met de buitenkant van de andere voet zijwaarts meegenomen. Bal met twee tikken vooruit en de beweging herhalen met het andere been. Bal kort aan de voet houden. Bal elke pas raken. (fase 2) Dubbele schaar. Met de voet van binnen naar buiten om de bal. Gelijk met de andere voet ook weer van binnen naar buiten om de bal. 5.03 Uitvalstap. Vanuit dribbel. (fase 1) Doen alsof de bal meegenomen wordt maar voorlangs de bal uitstappen. Goed door het standbeen zaken. Bal wordt met de binnenkant voorwaarts meegenomen. (fase 2) Idem als fase 1 maar. de bal met de buitenkant van de andere voet meenemen. Daarna weer gelijk controle met de binnenkant van de voet. (fase 3) Dubbel uitvoeren. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 18

5.05 Kappen en met buitenkant andere voet meenemen. Bal voor de tegenstander kappen met de binnenkant van de voet. Doordraaien. Bal met de buitenkant van de andere voet meenemen. Versie : 1.0-2016 Bladzijde: 19