Nota reserves. en voorzieningen



Vergelijkbare documenten
Nota reserves en voorzieningen 2017 Eijsden-Margraten

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop

Nota reserves en voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen gemeente Someren 2018

Nota Reserves en Voorzieningen 2014 Gemeente Zundert

Nota Reserves en Voorzieningen Gemeente Bergen (N-H)

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

Versie Deelraad April Beleidsnotitie Reserves en Voorzieningen

Beleidsnota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Gemeente Oost Gelre 2010

Nota reserves en voorzieningen BghU 2018

Nota. Reserves en voorzieningen. Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

NOTA RESERVES & VOORZIENINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Nota reserves en voorzieningen Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE

NOTA RESERVES VOORZIENINGEN

Nota Reserves en voorzieningen

Beleidsnota. Reserves en voorzieningen. Versie: 9 november 2011

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN

Nota Reserves en voorzieningen

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN GEMEENTE DIEMEN 2009

Provincie Zuid Holland. Beleidsnota reserves en voorzieningen 2015

Nota Reserves en. Voorzieningen

Voorzien in reserves? Een geactualiseerde nota over reserves en voorzieningen bij de gemeente Schiermonnikoog

Nota reserves en voorzieningen. Concept, oktober 2014

Nota Reserves en Voorzieningen 2006

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN OPENBAAR LICHAAM NOABERKRACHT DINKELLAND TUBBERGEN

AB a. Nota Reserves en voorzieningen. 1. Inleiding

Nota Reserves en Voorzieningen RMH

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr Nota Reserves en Voorzieningen 2016

Nota reserves en voorzieningen gemeente Westerwolde 2018

2 Recapitulatie voorstellen college In de volgende paragrafen zijn de volgende voorstellen opgenomen.

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen. Gemeente Landsmeer

Nota reserve- en voorzieningenbeleid

GEMEENTE TERSCHELLING NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN

TOELICHTING OP DE FUNCTIES RESERVES EN VOORZIENINGEN

Kadernota reserves en voorzieningen

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Voorstel: Wij stellen uw raad voor bijgaande Nota Reserves en Voorzieningen 2013 vast te stellen. Burgemeester en wethouders van Ferwerderadiel,

Nota Reserves (en Voorzieningen) Gemeente Dinkelland

Nota reserves en voorzieningen

ll DOiq2oq Gemeente Losser o 't tut- jij NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN tóssé! Om m* it S 6 tl t« v e r s / / n a e r d n de- d i n k e ƒ

Gemeente Midden-Delfland - Nota reserves en voorzieningen

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN

xxxx 2012 Beleidskader Reserves en voorzieningen

1. Inleiding en richtlijnen

Nota. Reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen 2014 Gemeente Korendijk

NOTITIE HERIJKING RESERVES VOORZIENINGEN

RESERVE- EN VOORZIENINGEN BELEID STADSDEEL ZUIDOOST

Foech ried/kolleezje: De raad is bevoegd het gemeentelijk reservebeleid aan te passen en vast te stellen.

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

Notitie Rentebeleid 2007

Nota Reserves, Voorzieningen en Overlopende passiva Nota spaarpotten

Hoe financieel gezond is uw gemeente?

Nota reserves en voorzieningen 2015

Gemeente Purmerend. Workshop voor raadsen commissieleden over Reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen september (definitief)

Nota Reserves en voorzieningen gemeente Papendrecht 2015

Nota. reserves en voorzieningen gemeente Hellendoorn

Nota reserves en voorzieningenbeleid

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Nota reserves en voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Gemeente Ede 2016

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN

CVDR. Nr. CVDR74124_1. Reserves en voorzieningen, nota. 5 december Officiële uitgave van Oud-Beijerland.

Nota Reserves en voorzieningen 2018

Nota Reserves & Voorzieningen en Weerstandsvermogen

Nota reserves en voorzieningen

Collegevoorstel. Zaaknummer Onderwerp Nota reserves en voorzieningen 2017

Kadernota rentebeleid en rentetoerekening 2013 gemeente Heerhugowaard

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Herijking Reserves en Voorzieningen 2018

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

Wijzigingen nota financieel beleid 2018 tov 2013: Samenvatting. Hoofdstuk 1 Activeren, waarderen en afschrijven

Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit. Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit

VMLJ Sweelssen. Telefoonnummer:

Gemeente Putten Pagina 2 van 36 Nota reserves en voorzieningen 2015 Nota Reserves en voorzieningen 2015

Jaarrekening Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Nota Reserves en voorzieningen 2017

Themaraad financiën 3 april

Financiële begroting 2016

Nota reserves en voorzieningen Delfland 2016

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Uitgangspunten stresstest

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

Inleiding. Theoretisch kader. Functies reserves

Reserves en voorzieningen Geactualiseerde beleidsnota

Nota Reserves en voorzieningen gemeente Papendrecht 2018

Transcriptie:

Nota reserves en voorzieningen

Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Inleiding... 4 Het regelgevend kader... 4 Algemene reserves... 4 Bestemmingsreserve... 5 Stille reserve... 5 Voorzieningen... 6 Bevoegdheden... 7 Verwerking reserves en voorzieningen in programma s... 7 Functies reserves en voorzieningen... 8 De bufferfunctie... 8 De bestedingfunctie... 8 De financieringsfunctie... 9 De inkomensfunctie... 9 Rentebeleid...10 Beleidsuitgangspunten...11 Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 2

Samenvatting Een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke balans wordt gevormd door de reserves en voorzieningen. In de wet- en regelgeving zijn verschillende voorschriften opgenomen die samen een kader stellen voor het omgaan met de reserves en voorzieningen. Daarnaast is er ruimte voor een aantal autonome keuzes waarvoor door de gemeente zelf beleid kan worden ontwikkeld. Zowel op basis van de voorschriften als op grond van de door uw raad vastgestelde verordening ex. artikel 212 van de Gemeentewet en als gevolg van de fusie is het noodzakelijk gebleken een nieuwe nota reserves en voorzieningen op te stellen. Een van de doelstellingen van deze nota is het formuleren van regels over het omgaan met reserves en voorzieningen, zodanig dat het voor het bestuur en de ambtelijke organisatie duidelijk is wat mag (of moet) en wat niet. In de nota wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: - Het regelgevend kader; - Functies van reserves en voorzieningen; - Rentebeleid; - Beleidsuitgangspunten. Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 3

Inleiding Als gevolg van de fusie tussen de gemeenten Eijsden en Margraten is het noodzakelijk dat het beleid geharmoniseerd wordt. Zo dient ook het beleid ten aanzien van de reserves en voorzieningen van de gemeente Eijsden-Margraten geactualiseerd te worden. In deze nota treft u hiervoor de beslispunten aan. Naast het kader dat met deze nota wordt vastgesteld dienen door het samengaan van de gemeenten de bestaande reserves en voorzieningen ook beoordeeld te worden op noodzaak en toereikendheid. In bijlage 1 zijn de kaders zoals deze in de nota zijn gesteld verder uitgewerkt. Elk jaar zullen bij het opstellen van de jaarrekening deze kaders opnieuw worden beoordeeld. In bijlage 2 is de definitieve staat van reserves en voorzieningen opgenomen als gevolg van deze beoordeling. Het regelgevend kader Het relevante kader wordt primair gevormd door artikel 42 tot en met 44 van het BBV. Daarnaast heeft de commissie BBV via notities, stellige uitspraken, richtlijnen en antwoorden op vragen het kader verder uitgewerkt. Reserves Reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en vanuit de voorschriften en bedrijfseconomisch oogpunt vrij besteedbaar zijn. Reserves worden alleen gevormd, gewijzigd en opgeheven bij raadsbesluit. Onttrekkingen en toevoegingen verlopen altijd via de resultaatbestemming en derhalve nimmer via de exploitatie. Reserves mogen niet negatief zijn. Dit betekent dat eerst uitgeven en daarna sparen niet is toegestaan. Artikel 43 van het BBV luidt als volgt: 1. In de balans worden de reserves onderscheiden naar: a. de algemene reserve; b. de bestemmingsreserves. 2. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Algemene reserves De algemene reserves vormen in feite het spaargeld van de gemeente waaraan geen bestemming is gegeven. Het rekeningresultaat wordt in de regel jaarlijks verrekend met de algemene reserve. Bij een positief rekeningresultaat is dit de belangrijkste voedingsbron van de algemene reserves. Daarmee zijn de algemene reserves (naast de hieronder toegelichte bestemmingsreserves) een belangrijk onderdeel van het weerstandsvermogen van de gemeente. Het gaat hierbij om de mate waarin een gemeente in staat is de financiële consequenties van substantiële tegenvallers op te vangen. Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 4

Bestemmingsreserve Naast de algemene reserve(s) kennen wij de bestemmingsreserves. Hierin is spaargeld gestort waaraan een bestemming is gegeven. De bestemmingsreserves zijn door de gemeenteraad ingesteld voor het kunnen realiseren van een specifiek doel. De bestemmingsreserves maken daarom geen deel uit van het algemene weerstandsvermogen. De raad is overigens vrij om de bestemming van deze reserves naar goeddunken te wijzigen. Bestemmingsreserves kunnen worden onderverdeeld in egalisatiereserves en overige bestemmingsreserves. Een egalisatiereserve wordt in de regel gebruikt voor het afromen van voor- en nadelige saldi van bepaald beleid door de jaren heen of om te komen tot een gelijkmatige verdeling van kosten over de jaren heen om piekvorming van kosten te voorkomen. Een bestemmingsreserve is gerelateerd aan het doel waarvoor de reserve is ingesteld. Jaarlijks wordt bij de samenstelling van de begroting en jaarrekening de noodzaak en de omvang in relatie tot het doel van de reserves beoordeeld. Dit betekent niet dat in het geval een reserve ontoereikend is, dat direct een extra dotatie moet worden gedaan. Er zijn dan naast het wel toereikend maken verschillende mogelijkheden, zoals uitstellen of versoberen van de uitvoering van het onderliggende beleid of alternatieve dekkingsmogelijkheden zoeken. Een toevoeging aan reserves mag niet direct ten laste van de exploitatie, maar alleen ten laste van het rekeningresultaat worden gedaan en dan alleen voor zover de gemeente zich dit kan permitteren. Concreet betekent dit, dat in geval van een nadelig exploitatieresultaat voor bestemming in relatie met de omvang van de algemene reserves goed moet worden overwogen of dotaties aan reserves worden uitgevoerd. Het besluit tot het instellen van een bestemmingsreserve heeft een ad hoc karakter. Enige terughoudendheid met het instellen van een reserve wordt gehanteerd om te voorkomen dat er teveel potjes worden gevormd. Stille reserve Stille reserves, die van substantiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal dan wel de financiële positie, dienen zichtbaar te worden gemaakt bij de jaarrekening in de toelichting bij de balans. Van een stille reserve is sprake als de marktwaarde (actuele opbrengstwaarde) van een actief hoger is dan de boekwaarde, die gebaseerd is op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het betreft niet-bedrijfsgebonden activa (niet voor de openbare dienst bestemd) die een aanzienlijk hogere waarde hebben dan de boekwaarde. Hiertoe behoren bijvoorbeeld gebouwen en (landbouw)gronden die in pacht zijn uitgegeven. Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 5

Voorzieningen Voorzieningen worden voor de balans gekenmerkt als vreemd vermogen. Aan een voorziening zijn namelijk middelen toegevoegd waarop een (min of meer onzekere) verplichting rust waardoor de middelen niet meer vrij te besteden zijn. Artikel 44 van het BBV luidt als volgt: 1. Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. 2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b. 3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Op grond van artikel 49, onderdeel b van het BBV worden in de balans onder de overlopende passiva afzonderlijk opgenomen de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Het gaat bij voorzieningen om min of meer onzekere verplichtingen, die te zijner tijd schulden kunnen worden, zoals garantieverplichtingen en dergelijke. Ook kunnen voorzieningen betrekking hebben op verplichtingen samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van bepaalde kosten, zoals bijvoorbeeld groot onderhoud. Verder kunnen voorzieningen een schatting betreffen van de lasten voortvloeiend uit de bedrijfsvoering, zoals rechtsgedingen, reorganisaties en dergelijke. Voor de gevolgen van toekomstige gebeurtenissen, die niet in causale relatie staan tot het bedrijfsgebeuren in de periode voorafgaand aan de balansdatum, kunnen geen voorzieningen worden gevormd. Er mogen geen voorzieningen worden getroffen voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume, zoals pensioen en wachtgeldverplichtingen. Reden hiervoor is dat dergelijke verplichtingen bij gemeenten reeds in de begroting en de meerjaren raming zijn verwerkt. Verplichtingen waarvan het bedrag oploopt dienen wel als voorziening te worden opgenomen, bijvoorbeeld kan gedacht worden aan wachtgeldverplichtingen bij personele krimp. Voorzieningen moeten naar beste schatting dekkend zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico s. Als onderligger voor de voorzieningen wordt in de meeste gevallen gebruik gemaakt van Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 6

beheerplannen. De onderbouwing, planning van de uitgaven en de voeding van de voorzieningen zijn in de beheerplannen samengevat en in de tijd uitgezet. Vereist is dat periodiek beheerplannen worden geëvalueerd en dienovereenkomstig, indien noodzakelijk, worden bijgesteld. Bevoegdheden Het instellen, wijzigen en opheffen van reserves is gelet op het budgetrecht een bevoegdheid van de gemeenteraad. Om die reden behoren alle reserves en de voorgestelde wijzigingen daarin aan de gemeenteraad te worden voorgelegd. De raad kan de bevoegdheid ook bij het college neerleggen, maar dient hiertoe wel een specifiek besluit te nemen. Bij voorzieningen is altijd sprake van een (redelijkerwijs in te schatten) verplichting. Bij voorzieningen is er voor de raad inhoudelijk gezien geen expliciete keuzemogelijkheid, vanwege het verplichtende karakter. Indirect kan de raad echter wel invloed uitoefenen op de hoogte van een voorziening. Dit geldt bijvoorbeeld bij onderhoudsvoorzieningen, waarbij het gewenste kwaliteitsniveau bepalend is voor het bedrag dat jaarlijks in een voorziening wordt gestort (denk aan gebouwen en wegenonderhoud). Om het budgetrecht van de raad tot zijn recht te laten komen zal het instellen of opheffen van voorzieningen bij afzonderlijk raadsbesluit (apart beslispunt) dienen plaats te vinden. Het college is bevoegd over de voorzieningen te beschikken. Verwerking reserves en voorzieningen in programma s Er bestaat een samenhang tussen de begroting (baten en lasten) en mutaties in reserves en voorzieningen. Technisch gezien wordt gesproken over resultaat vóór bestemming (of resultaatbepaling) en resultaat na bestemming (ofwel resultaatbestemming). Zowel de vorming van als de toevoeging aan een voorziening hebben een lastenverhogend effect. Uitgaven die ten laste van een voorziening komen, hebben geen effect op het resultaat. Er is alleen sprake van een balansmutatie. De uitgave c.q. last is immers bij de vorming van de voorziening al genomen. Vrijval van voorzieningen heeft een gunstig effect op het resultaat voor bestemming. Zowel de vorming/toevoeging als de onttrekking aan reserves geschieden (via functie 980) in de sfeer van de resultaatbestemming. Daarom wordt een besteding van reserves anders verwerkt dan een uitgave ten laste van een voorziening. De besteding van een reserve vormt namelijk de dekking van de in de exploitatie verwerkte bijbehorende lasten. Verschil tussen een bestemmingsreserve en een voorziening Een bestemmingsreserve maakt onderdeel uit van het eigen vermogen en wordt ingesteld door een besluit van de gemeenteraad. Een voorziening maakt onderdeel uit van het vreemd vermogen en is gevormd door het nemen van een last. Een bestemmingsreserve is vrij besteedbaar, in tegenstelling tot een voorziening. Het BBV legt het onderscheid tussen (bestemmings)reserves en voorzieningen bij de mogelijkheid dat de raad de bestemming kan wijzigen. Zolang de bestemming veranderd kan worden, is er sprake van Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 7

een (bestemmings)reserve; zodra dit niet meer kan, is er sprake van een voorziening. Uitzondering hierop vormt de bestemmingsreserve die aangehouden wordt voor de dekking van kapitaallasten van activa die reeds in het bezit zijn van de gemeente. Het veranderen van de bestemming van deze laatste categorie heeft immers gevolgen voor de exploitatie. Functies reserves en voorzieningen In het totale financiële beleid hebben de reserves en voorzieningen verschillende functies, te weten: a) de bufferfunctie; b) de bestedingsfunctie; c) de financieringsfunctie; d) de inkomensfunctie. De onder a. en b. genoemde functies worden aangeduid als de primaire functies, de beide andere als secundaire functies. De bufferfunctie Dit is de belangrijkste functie van het eigen vermogen. Met name de algemene reserve dient als bufferfunctie voor het opvangen van eventuele onvoorziene uitgaven (incidenteel) waarmee in de planning geen rekening is gehouden en die noodzakelijkerwijs dienen plaats te vinden. Hierbij kan men denken aan: - Financiële risico's waarvoor geen bestemmingsreserve of voorzieningen zijn gevormd, of waarvoor elders in de begroting geen financiële middelen zijn gereserveerd, omdat er nog geen getrouwe kwantificering van de risico's kan plaatsvinden; - Het opvangen van eventuele jaarrekeningtekorten; - Het opvangen van een (deel van) eventueel begrotingstekort. Voor de bepaling van de omvang van de hierboven genoemde risico's bestaan geen landelijke richtlijnen. Voor de berekening van de minimale hoogte van de buffer worden in de praktijk diverse criteria gehanteerd. Voorbeelden hiervan zijn een bedrag per inwoner, een percentage van de algemene uitkering (GUN, genormeerde uitgavenniveau) of een percentage van de totale gemeentelijke exploitatie. De bestedingfunctie De overige reserves en voorzieningen zijn, al dan niet verplicht, in het leven geroepen om besteed te worden aan een van tevoren bepaald doel. Bij de zogenaamde bestemmingsreserves ligt het bestedingsdoel vast. Bij reserves met een bestedingsfunctie is een onderscheid te maken tussen: eenmalige, op korte termijn te realiseren doelen, meestal in de investeringssfeer; in de tijd gezien ongelimiteerde doelen, waarvoor steeds naar behoefte een beroep op de reserve wordt gedaan. Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 8

De financieringsfunctie Van belang is hierbij de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Deze wet beoogt een solide financieringswijze van de decentrale overheden te bevorderen en schommelingen van rentelasten zo veel mogelijk te beperken. De financiering van kapitaaluitgaven kan geschieden door het gebruiken van de reserves en voorzieningen als financieringsmiddel (interne financiering) of anderzijds door het aantrekken van vaste geldleningen (externe financiering). Bij gebruik van reserves (eigen vermogen) en voorzieningen (vreemd vermogen) behoeft geen beroep te worden gedaan op de gelden van de kapitaalmarkt. Indien een reserve of voorziening wordt aangewend vervalt automatisch de financieringsfunctie en moet via de kapitaalmarkt een vaste geldlening worden aangetrokken ter vervanging van de weggevallen financieringsmiddelen. De inkomensfunctie Door aanwending van reserves en voorzieningen voor de financiering van kapitaaluitgaven wordt op aan externe financiers te betalen rentelasten bespaard. Door in de renteomslag voor deze bespaarde rentelasten een fictieve rentelast op te nemen worden de producten via de kapitaallasten belast met het niveau van de rentelasten als ware er sprake van externe financiering. Deze rente die vrij beschikbaar komt, kan worden toegevoegd aan de reserve, die als financieringsmiddel heeft gediend. Ook kan de rente als structureel dekkingsmiddel ten gunste van de exploitatie worden gebracht. Deze handelswijze impliceert dat, indien de desbetreffende reserve geheel of gedeeltelijk wordt aangewend, de renteopbrengst vervalt en er in de exploitatie een structureel tekort ontstaat. Derhalve is er dan sprake van een beperking in de besteedbaarheid van de reserve. Verplichtingenfunctie De verplichtingenfunctie heeft betrekking op voorzieningen. Een voorziening heeft een karakter van een verplichting die de gemeente is aangegaan en waarvoor de benodigde middelen beschikbaar moeten zijn. Bijvoorbeeld pensioen- en wachtgeldverplichtingen van (oud) wethouders. Egalisatiefunctie Hiermee wordt het mogelijk gemaakt noodzakelijke aanpassingsprocessen geleidelijk (en dus niet schoksgewijs) te laten verlopen. Er ontstaat zodoende een regelmatige verdeling over de jaren heen, mede om ongewenste schommelingen (pieken en dalen) in de tarieven en het resultaat te voorkomen. Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 9

Rentebeleid De activiteiten van gemeentes worden gefinancierd met behulp van eigen vermogen en vreemd vermogen. Over het vreemd vermogen dient in het algemeen een vergoeding te worden betaald in de vorm van rente. Over het eigen vermogen is geen rentevergoeding verschuldigd. De rentekosten worden doorberekend in de kostprijs van de gemeentelijke producten. Het BBV staat toe om in de begroting rente toe te rekenen aan het eigen vermogen. De zogenaamde bespaarde rente. Dit zijn rentelasten die worden bespaard omdat activiteiten met eigen vermogen worden gefinancierd in plaats met vreemd vermogen. Bij de kostprijsberekening van een gemeentetaak mag de financieringswijze geen rol spelen. Daarom rekenen gemeenten aan elke taak de kosten toe die samenhangen met het beslag op het gehele vermogen. Het onderscheid tussen eigen en vreemd vermogen speelt hierbij geen rol. In de kostprijs van de producten is op deze manier integraal een financieringscomponent opgenomen. Het gevolg van dit alles is dat ook rente wordt berekend over het eigen vermogen (de zogenaamde bespaarde rente). In de kostensfeer is dus sprake van rentelasten over eigen vermogen. De rentevergoeding over het eigen vermogen blijft uiteraard binnen de eigen begroting. Tegenover deze rentelasten staan dus renteopbrengsten (art 2 lid 4 BBV). Deze (fictieve) rentecomponent op zich verloopt budgettair neutraal in de begroting, maar geeft een correcter inzicht in de werkelijke kostprijs per product. Aanvullend wordt met het toerekenen van bespaarde rente tevens een stabieler lastenpatroon bereikt. Ingeval het eigen vermogen afneemt zal er, in verband met de continuïteit van de bedrijfsvoering, vreemd vermogen moeten worden aangetrokken om de benodigde investeringen te kunnen financieren. Als er tot dat moment geen bespaarde rente is mee berekend in de kostprijs van de producten stijgen de (rente)kosten per product met eventuele gevolgen voor gemeentelijke tarieven e.d. Dit wordt voorkomen door een component bespaarde rente op te nemen. Rentetoerekening aan voorzieningen is niet toegestaan, behalve in het geval dat: a) de voorziening tegen contante waarde is gewaardeerd; b) de rentetoevoeging verplicht is opgelegd, bijvoorbeeld bij een voorziening gevormd uit bijdragen van derden, waarbij de rentetoevoeging wordt gezien als een toevoeging om de voorziening op de juiste hoogte te houden. Gelet op het bovenstaande is het aan te bevelen om de nodige terughoudendheid in acht te nemen ten aanzien van de toerekening van rente aan reserves en voorzieningen. Omdat bestemmingsreserves kostendekkend moeten zijn voor het doel waarvoor zij zijn gevormd, wordt bij onze gemeente geen rente toegevoegd aan de reserves. Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 10

Beleidsuitgangspunten Een duidelijke en overzichtelijke indeling van de reserves en voorzieningen Dit betekent onder andere dat het aantal reserves en voorzieningen beperkt blijft tot de hoogst noodzakelijke. Reserves en voorzieningen dienen onderbouwd te worden. Zo dient per reserve en voorziening de doelstelling helder te zijn, en daar waar mogelijk de noodzakelijke omvang en looptijd aan gegeven te worden alsmede de wijze (en omvang) van stortingen en beschikkingen vastgelegd te worden. Indien er teveel potjes ontstaan (en tot een te grote omvang), bestaat het gevaar dat er onnodig beslag wordt gelegd op gemeenschapsgelden. Instellen nieuwe reserves en voorzieningen Indien zich de noodzaak voordoet nieuwe reserves en voorzieningen in te stellen, gebeurt dit bij besluit van de gemeenteraad. Het budgetrecht ligt namelijk bij de gemeenteraad. In het raadsbesluit dienen in ieder geval de volgende bestanddelen opgenomen te worden: het doel, de budgethouder, de voeding, de maximale hoogte, de maximale duur en het verloop van de toevoegingen cq. onttrekkingen. Toevoeging en aanwending reserves In de begroting wordt een zo reëel mogelijk beeld gegeven van de toevoegingen en aanwendingen van de reserves in een bepaald jaar. Nieuwe toevoegingen en aanwendingen worden in principe alleen via een tussentijdse rapportage tot stand gebracht. Toevoeging en aanwending van reserves gebeurt altijd bij besluit van de gemeenteraad. Toevoeging en aanwending voorzieningen Zoals al is vermeld, dient een voorziening de omvang te hebben van de betreffende verplichting (of risico). De voeding van de voorzieningen vindt plaats via de exploitatie, maar de onttrekkingen geschieden rechtstreeks ten laste van de voorziening. Vanuit dit startpunt is duidelijk dat ook toevoegingen aan voorzieningen een besluit van de gemeenteraad vereisen (normaal gesproken via de begroting of een wijziging daarop). Het reservebeleid dient regelmatig te worden geëvalueerd In de verordening ex. artikel 212 van de Gemeentewet is hierover bepaald dat de nota reserves en voorzieningen eens in de vier jaar zal worden geëvalueerd en opnieuw ter vaststelling aan de gemeenteraad zal worden aangeboden. Daarnaast dienst tenminste eenmaal per jaar bij het opmaken van de jaarrekening een evaluatie plaats te vinden. Voor elke reserve en voorziening wordt bekeken of: het doel nog relevant is, de omvang in overeenstemming is met de gestelde doelen en de daarvoor gestelde financiële- en tijdskaders, of inzet conform de doelstelling heeft plaatsgevonden. Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 11

Rentevisie Jaarlijks wordt bij het opmaken van de uitgangspunten voor de begroting het rentepercentage vastgesteld voor de bespaarde rente over reserves en voorzieningen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de gemiddelde rente van langlopende geldleningen en het advies van de provincie Limburg De bestemming van de rente dient plaats te vinden bij het bij het instellen van de reserve. Bij rente op voorzieningen is geen sprake van een keuze, immers rentetoevoeging op voorzieningen is niet toegestaan. De rente van de reserves en voorzieningen wordt ten gunste van de exploitatie gebracht. (zie ook het gestelde onder rentebeleid) Weerstandsvermogen Er doen zich ook risico s voor, die nog niet zo concreet zijn dat er al een bestemmingsreserve of een voorziening voor kan worden gevormd. Op basis van het BBV dienen deze risico s in de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting te worden opgenomen. Deze verplichting geldt ook bij de jaarrekening, de paragraaf bevat dan de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragraaf in de begroting is opgenomen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen enerzijds de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn structureel te dekken) en anderzijds alle risico s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het gaat om die elementen, waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, bijvoorbeeld de algemene reserve, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves. De provincie Limburg geeft een minimumnorm van 10% voor de algemene (vrij besteedbare) reserve, waarbij een percentage wordt genomen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds vermeerderd met de inkomstenmaatstaf OZB, ook wel genormeerde uitgaven genaamd. Nota reserves en voorzieningen 2012-2015 12