Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen



Vergelijkbare documenten
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8

Stap voor stap Latijn leren (en) lezen in het eerste jaar

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

jaarplan Latijn 5 lestijden.xlsx

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

jaarplan Latijn 4 lestijden.xlsx

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Griekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

2 hv. 1

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

Het werkwoord. In het Nederlands kennen we maar één type werkwoorden: stam + en werk-en, lop-en, wacht-en

DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Visuele Leerlijn Taal

Antwoorden Nederlands Ontleding

II DOMUS. Wonen in Rome 20. Ubi est Quintus? 26. Taal 27. Fontes Iuvenalis 32. Lectio II Lectio I XIX

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1.

ATHENE. regering de troon van Griekenland aan aan... Leopold van Saksen-Coburg. Hij weigerde en koos enkele maanden later voor de troon van België.

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Z I N S O N T L E D I N G

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Loopt vader met moeder in het park?

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Eigen vaardigheid Taal

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

4 - Bijzondere paradigmes

1

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Visuele Leerlijn Spelling

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Grammatica. Op niveau onderbouw - Naslag

VOORWOORD. René van Royen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Online cursus spelling en grammatica

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

KLASSIEKE STUDIËN LATIJN GRIEKS

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

als iets niet letterlijk is bedoeld.

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

Muiswerk Grammatica I-III is bedoeld om anderstaligen te leren hoe het Nederlands in elkaar zit.

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

3 vwo. 1

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN

LESSTOF. Ontleden en Benoemen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken:

Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

INHOUD. Inleiding (door Ineke Sluiter) 1 HANDBOEK LATIJN. Begrippen 11 Goed Latijn 11 Woordsoorten 11

vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is.

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

BOL / BBL OPLEIDINGEN. (Combi ) VERZORGENDE-IG // MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Samenvatting Nederlands Formuleren

Toegang tot het Grieks van het Nieuwe Testament. Les 4

K(l)eurig ontleden 40 bladzijden, 9,95 inclusief verzendkosten, bovendien staffelkorting vanaf 5 exemplaren

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Turkije-Turks Leer- en werkboek

Transcriptie:

CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE Werkwoorden vervoegen 1. De infinitief In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief.. Persoonsvormen Zodra ons werkwoord een onderwerp krijgt, gebruiken we niet meer de infinitief maar een persoonsvorm. Er zijn 'personen' die als onderwerp kunnen dienen en dat zowel in het enkelvoud als in het meervoud. In het Latijn moet het onderwerp niet apart uitgedrukt worden, de uitgang volstaat om de persoon en het getal te kennen. Pegasus p. 46 Vul nu het schema aan. enkelvoud uitgang meervoud uitgang Eerste persoon ik L. wij L. Tweede persoon jij L jullie L. Derde persoon hij, zij, het L zij L.. Vervoegingen Werkwoorden kunnen allerlei vormen aannemen. Deze vormen drukken uit: - de persoon en het getal van het onderwerp - de wijze: i. de indicatief: om te vertellen en mee te delen ii. de imperatief: om te bevelen iii. de infinitief: onbepaalde vorm - de tijd: tegenwoordig, verleden, toekomstig - actief of passief: het onderwerp doet de handeling of ondergaat ze. De veranderingen van een werkwoord gebeuren, zoals bij naamwoorden, vooral in de uitgang. Het deel dat niet verandert, is de stam. Alle mogelijke vormen van een werkwoord samen noemt men een vervoeging. De vorm van een werkwoord veranderen heet: een werkwoord vervoegen. Klassieke Studiën Caput 1/15

Een werkwoord vervoeg je altijd in groepjes (kolommetjes) van 6 vormen, altijd in deze vaste volgorde: 1,, enkelvoud en dan 1,, meervoud. In het Latijn herken je deze (of 6) personen onmiddellijk aan de gebruikte uitgang, zonder ingewikkelde dt-problemen. We weten al dat het niet eens nodig is het 0 in een apart woord te noemen, want het 0 zit (al) in de uitgang van de PV. Inf.: -re (-se) Vert. -en (-n) E. 1 -o (of -m) ik -s jij -t hij,zij,het Mv.1 -mus wij -tis jullie -nt zij REGELMATIGE vervoegingen Werkwoorden die op dezelfde manier vervoegd worden, deelt men in groepen in. Zo heeft het Latijn vijf regelmatige vervoegingen. We beginnen met de 1e, de e en 4e vervoeging. Pegasus p. 47 Eerste vervoeging Tweede vervoeging Derde vervoeging Vierde vervoeging Vijfde vervoeging infinitief stam (inf. zonder -re) einde stam Eerste vervoeging: Inf. Vert. E. 1 Stamklinker a valt weg voor -o mv.1 Tweede vervoeging: E. 1 mv.1 Inf. Vert. Klassieke Studiën Caput /15

Vierde vervoeging: Inf. Vert. E. 1 mv.1 Bindklinker!!!! De tempel van het werkwoord: zie Phoenix p. 47 Pegasus p. 48-49 Sommige werkwoorden kunnen niet bij een regelmatige vervoeging ingedeeld worden. We noemen ze dan onregelmatig. Onregelmatige werkwoorden: ESSE en POSSE Pegasus p. 50 Esse en posse zijn onregelmatige werkwoorden. ESSE heeft stammen:... en... E. 1 mv.1 Inf. Vert. Posse is een samenstelling van esse en komt van pot-esse (potis = bij machte, in staat; in staat zijn = kunnen). Voor een -s verandert pot- in... Inf. E. 1 pot-su-m pos-su-m Mv.1 Vert. Klassieke Studiën Caput /15

Overzicht van de samenstellingen van esse: ab-esse: ad-esse: super-esse: posse: ESSE is een KOPPELWERKWOORD: het koppelt een onderwerp en een naamwoordelijk deel van het gezegde ( zie p. )aan elkaar POSSE is een HULPWERKWOORD: het wordt bijna altijd aangevuld door een... Pegasus p. 51!!!! Extra oefeningen op de werkwoorden: Lycipedia bij Pegasus1, Caput extra LECTUUR Hadrianus princeps in thermis: Pegasus p. 44-45 De PV komt overeen met het onderwerp in persoon en getal. Dit betekent ook dat we het onderwerp kunnen afleiden uit de PV als het niet uitgedrukt is. VERTALING Klassieke Studiën Caput 4/15

TAALSTUDIE STRUCTUUR VAN DE ZIN: ONDERWERP (O) en PERSOONSVORM (PV) Om een zin te bouwen moet je altijd een vorm van een werkwoord hebben. Die vorm van het werkwoord is niet de infinitief maar een persoonsvorm, d.w.z. een werkwoordsvorm met een persoon als onderwerp. Asterix dormit. Servi laborant. PERSOONSVORM (PV): de vervoegde werkwoordsvorm in een zin. ONDERWERP (O): de persoon of zaak die de handeling van de PV uitvoert/ doet (in een actieve zin). In het Latijn staat het O in de nominatief. Hoe bepalen we de vorm van de PV? DORMI-T: derde persoon enkelvoud: omdat LABORA-NT: derde persoon meervoud: omdat Klassieke Studiën Caput 5/15

De PV krijgt persoon en getal van zijn onderwerp. STRUCTUUR VAN DE ZIN: HET GEZEGDE Een zin wordt opgebouwd rond de PV die overeenkomt met een O (al dan niet uitgedrukt). Er zijn twee soorten gezegdes: Het WWG (werkwoordelijk gezegde) Voorbeelden: Cleopatra in throno sedet. Cleopatra clamat. Obelix flet. in throno: op de troon flere: wenen Het NWG (naamwoordelijk gezegde) Voorbeelden: Cleopatra regina est. Cleopatra irata est. Idefix et Obelix sunt amici. regina: koningin Klassieke Studiën Caput 6/15

Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit delen - een naamwoord (substantief of adjectief) dat een eigenschap of een toestand van het O noemt (naamwoordelijk deel NWD) - de PV van een koppelwerkwoord dat het NWD koppelt aan het O. Voorlopig kennen we in het Latijn als koppelwerkwoord alleen maar ESSE. Het koppelwerkwoord en het NWD komen altijd samen voor en samen vormen ze het NWG. Welke vorm krijgt het NWD? Het naamwoordelijk deel krijgt de naamval en het getal (en genus) van zijn onderwerp. Welke naamval krijgt het O?... Welke naamval krijgt het NWD??... Pegasus p. 54-55 LECTUUR Minotaurus in labyrintho: Pegasus p. 5-5 VERTALING Klassieke Studiën Caput 7/15

1 TAALSTUDIE De structuur van de zin: VOORWERPEN en BEPALINGEN We weten al dat in een zin het GEZEGDE grammaticaal het belangrijkste zinsdeel is. Het gezegde kan vormen aannemen - NWG (bestaat uit PV van koppelwerkwoord + NWD) - WWG Het gezegde wordt in de zin aangevuld met andere zinsdelen. Die zinsdelen kunnen noodzakelijk zijn of niet. Dat hangt af van de betekenis van het gebruikte werkwoord. We overlopen dit met een aantal voorbeelden. NOODZAKELIJKE AANVULLINGEN bij het gezegde: ONDERWERP en VOORWERPEN 0. Af en toe kan het gezegde op zichzelf een zin vormen. Er is geen enkele verdere aanvulling nodig. PLUIT: 'het' regent Klassieke Studiën Caput 8/15

1. Meestal vraagt het gezegde om verdere aanvullingen, in de eerste plaats om een ONDERWERP waarmee de PV dan zal congrueren (overeenkomen in naamval en getal (en genus). SERVI laborant.. Bij veel werkwoorden moet je niet alleen aanvullen wie/ wat de handeling uitvoert maar ook wie/ wat de handeling ondergaat. We spreken dan van een LIJDEND VOORWERP (LV). Obelix draagt??? Asterix slaat??? De Romeinen zien???. Een aantal werkwoorden zoals "zeggen' en 'geven' vragen naast het LV ook naar een persoon die 'meewerkt': ik kan niets geven als niemand het aanneemt. We spreken dan van een MEEWERKEND VOORWERP (MV). Obelix geeft bloemen AAN??? Hoeveel noodzakelijke aanvullingen zijn er bij de volgende werkwoorden? Sorteer. dormire, dare, aperire, respondere, videre, gaudere, narrare geen 1 O O + LV O + LV + MV Klassieke Studiën Caput 9/15

NIET-NOODZAKELIJKE AANVULLINGEN in een zin: BEPALINGEN 1. Op het niveau van de zin: BIJWOORDELIJKE BEPALINGEN bij het gezegde Het gaat om zinsdelen die een antwoord geven op vragen als : Wanneer? Waar? Hoe?.... Op het niveau onder de zin: BIJVOEGLIJKE BEPALINGEN (niet bij het gezegde) Dit alles wordt later uitgelegd! DE STRUCTUUR VAN DE ZIN: Het LIJDEND VOORWERP Pegasus p. 56 Het... drukt uit wie/wat de handeling uitvoert. Het... drukt uit wie/wat de handeling ondergaat. Pegasus p. 56!!! In het Nederlands leren we het LV kennen door de plaats in de zin. Het Latijn heeft een ander systeem: het woord dat LV is, krijgt een andere vorm!!! NAAMVALLEN We hebben al gezegd dat de uitgang van een substantief niet alleen het getal en het genus uitdrukt maar ook de naamval. Een naamval vertelt ons welke functie het woord in de zin heeft. Pegasus p. 57 De uitgang van een naamwoord verandert als de functie verandert. De verandering van vorm die verband houdt met de functie noemen we de naamval. De vorm die we gebruiken voor het onderwerp en het NWD van het gezegde noemen we... De vorm die we gebruiken voor het lijdend voorwerp noemen we... Klassieke Studiën Caput 10/15

NAAMVALLEN EN VERBUIGINGEN We hebben tot nu toe kennis gemaakt met naamvallen. In het geheel zijn er 6. De nominatief De accusatief De genitief De datief De ablatief De vocatief functie Onderwerp / deel van het naamwoordelijk gezegde LV en bijwoordelijke bepalingen met of zonder voorzetsel bijvoeglijke (van-)bepaling meewerkend voorwerp bijwoordelijke bepalingen met of zonder voorzetsel aangesproken persoon Voorlopig onthouden we: Naamval: De verandering van uitgang die verbonden is met de functie Nominatief: De naamval die gebruikt wordt voor Accusatief: De naamval die gebruikt voor De nominatief en de accusatief Pegasus p. 58 De uitgangen van de eerste klasse: nominatief accusatief m.enk. v.enk. o.enk. m.mv. v.mv. o.mv. De uitgangen van de tweede klasse: nominatief accusatief m.enk. en v.enk. o.enk. m.mv. en v.mv. o.mv. DE MODELLEN De modellen van de substantieven de eerste klasse m.enk mv v. enk mv o. enk mv nom. av-us ros-a don-um acc. Klassieke Studiën Caput 11/15

de modellen van de adjectieven de eerste klasse m. enk v. enk. o. enk. m. mv v. mv o. mv nom. bon-us acc. De modellen van de substantieven van de tweede klasse m. (en v.) enk. m. (en v.) mv o. enk o. mv nom. dux corpus acc. De persoonlijke voornaamwoorden: zie Pegasus p. 6 ENK nominatief accusatief MV nominatief accusatief 1 e persoon e persoon e persoon Pegasus p. 59-6 OEFENING OP DE BEHEERSING VAN GRAMMATICALE BEGRIPPEN Minotaurus monstrum est. Minotaurus: naamval? functie? woordsoort? getal? monstrum: woordsoort? klasse? functie? naamval? genus? est? infinitief? persoon en getal? welk soort werkwoord? Klassieke Studiën Caput 1/15

Rex filiam habet. rex: klasse? naamval? functie? genus? getal? model? filiam klasse? naamval? functie? genus? getal? model? stam? habet? woordsoort? infinitief? welke vervoeging? model? persoon en getal? wijze? tijd? functie? stam? Ibi non homines habitant sed Minotaurus habitat. ibi: woordsoort? sed: woordsoort? homines: klasse? naamval? functie? genus? getal? model? stam? habitat woordsoort? infinitief? welke vervoeging? model? persoon en getal? wijze? tijd? functie? stam? Klassieke Studiën Caput 1/15

LECTUUR VERTALING Pegasus p. 61 Schuldig of onschuldig? Pegasus p. 68 Cornelia et gemmae suae Klassieke Studiën Caput 14/15

Spelen met Latijnse woorden Klassieke Studiën Caput 15/15