Afmeldingen: Anne Reichgelt (VBNE) en Jan Veltmans (Raad voor Boomkwekerij / LTO boomkwekerij).



Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Minisrerie van Econornische Zaken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 3 van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983;

Aanplant van waardplanten van bacterievuur in fruitteeltregio s

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

WATERSCHAP ri ĽL Ŭ MAASVALLEI. ĩĩ 2014

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Kern Epse 2010, herziening Waarde-Bos

Bacterievuur: rol in export van fruit. Export Belgische peren naar China

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om:

Naam en telefoon. Portefeuillehouder

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

Bomenbeleidsplan Sliedrecht

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

1M1.1 Zoetermeer OMGEVINGSVERGUNNING

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

JAARVERSLAG Inhoud. 1. Stichting Part-Ner. 2. Belangrijkste werkzaamheden Samenwerking met andere organisaties. 4.

Begrenzing Bebouwde kom Wet Natuurbescherming, onderdeel Houtopstanden en 2 e wijziging APV, Hoofdstuk 4, afd. 3 Het bewaren van houtopstanden

OPLEGGER * * Datum Nummer Datum commissievergadering Datum raadvergadering

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 juli 2016 met zaaknummer AST/2016/010134;


Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Voorstel aan de gemeenteraad

Nieuwe regelgeving fruitgewassen per John van Ruiten, Directeur Naktuinbouw

Hierbij vragen wij uw aandacht voor een aantal opmerkingen bij het bovengenoemde wijzigingsconcept.

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer aanvraag vellen bomen Rijnvliet. Ingediend op

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen?

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden

De Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

Landschappelijke inpassing ten behoeve van bestemmingsplanwijziging voor het bouwen van een woning aansluitend aan Maagdenweg 1 te Aardenburg

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp planwijziging Antwoordnota. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op # september 2015

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Implementatie Drank- en Horecawet. Aan de raad, Onderwerp Implementatie Drank- en Horecawet

Procedurewijzer. Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat. #87 Noordhollands Duinreservaat

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Fiche 2: Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 11G / R.G.J, ter Beek. Voorstel continuering groenprojecten Hasseler Es.

Ministerie van Economische Zaken Programmadirectie Juridische instrumentarium Natuur en Gebiedsinrichting

Mei Erf & landschap. Wat zijn uw mogelijkheden?

Anneke van Dijk LTO Nederland. Xylella preventie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Aan de gemeenteraad van Sint-Oedenrode Postbus AA Sint-Oedenrode. Sint-Oedenrode, 22 augustus 2011

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BDMvO02. Kappen linden A. Loeffstraat te Oudheusden

Kwaliteit uit Nederland

Aanvullende Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale

Controleprotocol. Accountantscontrole Jaarrekening Gemeente Berkelland Bijlage 1. Versie juni 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9

Eerste Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de leden van de Commissie voor Financiën Postbus EA Den Haag

De verplichting tot chippen én registratie van de chip geldt niet alleen voor pups, maar voor alle honden die van eigenaar veranderen.

1) Verkeersborden plaatsen (Woonwijk, 30 Km, Pas op spelende kinderen!, fietspad)

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 13 februari 2012 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen intergemeentelijke structuurvisie. Aan de gemeenteraad,

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, Onderwerp: Kadernotitie regionale luchthavens

Beleidsregel: inrichting bijzondere begraafplaatsen

Algemeen Juridisch Kader voor Actieve Openbaarmaking. Inleiding

Chronologisch overzicht van de activiteiten rond de houtwallen. Aanleiding

gemeente %a" Zoetermeer : gemeente Zoetermeer de heer A. M. Kroon : Stadhuisplein 1, 2711EC Zoetermeer; : het kappen van 3 bomen;

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

RAAD 6 FEBRUARI 2003 Reg.nr. Raad 2003/012. Aan de raad van de gemeente Alblasserdam. Alblasserdam, 21 januari 2003

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Zondagopenstelling. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 8 december 2009

Essentaksterfte. Ontwikkelingen onderzoek en alternatieven. Jelle Hiemstra. Informatiebijeenkomst Groninger Bomenwacht; Zuidwolde, 18 oktober 2017

Reactiedocument Gemeente Noordenveld werkgroep Norgerduinen. Versie 3 september 2013

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk

ons kenmerk ECGF/U Lbr. 13/105

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 september 2011) Nummer 2551

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Datum 16 december 2011 Betreft Beantwoording van het verzoek om brief n.a.v. het dodelijke ongeval in zwembad Tilburg

Veehouderij en volksgezondheid

RfC W Definitie van waterbodem up-to-date maken

Wat is een bestuurlijke boete? De nieuwe aanpak van overtredingen van de Wet dieren

TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT

Naktuinbouw. Versie: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Geachte heer/mevrouw,

Status Informerend (beschrijving procedure, geen inhoudelijke behandeling beleidsvelden)

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

Wet natuurbescherming

COMMISSIESTUK. Wensen en bedenkingen

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.

Cross Compliance controles

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Raadsvergadering d.d. 2 maart Voorstel nr.: 17/06.

Raadsstuk. Aan de Raad der gemeente Haarlem. Datum: 7 oktober 2008 Raadsvragen ex art 38 RvO Onderwerp: Brandveiligheid woningen

Raadsvoorstel en besluitnota

Aanpassing Apv i.v.m. inwerkingtreden reclame-uitingenbeleid. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Nieuwe landgoederen Nederland

Discussienota Kapvergunning. Onderdeel van project: Weg met de paarse krokodil!

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Inspectie BAG-beheer oktober 2014

Traplift zonder vergunning Gemeente Amsterdam Dienst Zorg en Samenleven

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Transcriptie:

Ronde tafelgesprek bacterievuur 23-4-2014 in Wageningen Aanwezigen: Hendrik Jan Kloosterboer (Anthos), Johan van Haarlem (NFO fruitteelt), Berry Lucas (12 landschappen; vervangt Anne Reichgelt van VBNE), Paul Minken (Vereniging Stadswerk), Frans van Lynden (Federatie Particulier Grondbezit), Bert van Os (SBB: vervangt Sander Wijdeven) en Peterjan Keizer (RWS), Gerben Mellema (Naktuinbouw), Marc Roosjen (ministerie EZ/PAV, vz.), Pieter de Vries, Jan Hendriks en Alwin de Haas (verslag) (NVWA). Afmeldingen: Anne Reichgelt (VBNE) en Jan Veltmans (Raad voor Boomkwekerij / LTO boomkwekerij). 1. Opening en toelichting agenda Doel van het overleg is bespreking van een voorstel tot wijziging van regelgeving bacterievuur en meenemen van zienswijzen en mogelijke aanpassingen. 2. Voorstelronde en toelichting belangen aanwezige organisaties Hendrik Jan Kloosterboer/Anthos: lage infectiedruk van bacterievuur is van belang voor afzet van waardplanten van bacterievuur naar beschermde gebieden en derde landen. Alwin de Haas/NVWA: sectormedewerker groene ruimte en houtige producten van NVWA en zorgt voor verslaglegging. Peterjan Keizer/RWS: adviseur beheer van beplantingen bij RWS. Frans van Lynden: rentmeester van Landgoed Hemmen; betrokken vanwege opleggen beperkingen aan NSW landgoed in bufferzone bacterievuur. Paul Minken/Stadswerk: betrokken vanwege aanplantbeleid gemeenten in het buitengebied. Gerben Mellema/Naktuinbouw: coördineert inspecties in de bufferzones bacterievuur en controle plantenpaspoort voor gebruik code ZPb2. Bert van Os/SBB: betrokken vanwege bewaking kwaliteit van aangekocht plantmateriaal. Pieter de Vries/NVWA: betrokken ivm juridische deskundigheid Berry Lucas/12 Landschappen: advies gebruik van meidoorn in landschappelijke beplantingen. Johan van Haarlem/NFO: teelt van appel en peer is alleen goed mogelijk wanneer infectiedruk bacterievuur laag wordt gehouden door gerichte controles. Als gebruiksgerechtigden bacterievuuraantasting niet willen opruimen kan de overheid dit verplicht opleggen (of op kosten van gebruiksgerechtigde uitvoeren). Jan Hendriks: is specialist uitvoering regelgeving bacterievuur. Marc Roosjen: is vanuit MinEZ/directie PAV vanuit beleid betrokken bij aanpassing regelgeving bacterievuur vanwege problemen bij handhaving regelgeving. Regelgeving bacterievuur (presentatie Jan Hendriks) Om bacterievuur te kunnen beheersen is wetgeving in het leven geroepen om aan alle belangen tegemoet te kunnen komen. In vastgestelde bufferzones vinden (overheids)controles plaats om aantasting op te sporen en deze te laten 1

vernietigen door opruimen van aangetaste bomen/struiken. Dit levert in de praktijk feitelijk nooit problemen op (aangetaste bomen/struiken worden vrijwel direct na constatering door gebruiksgerechtigden vernietigd en opgeruimd) en heeft er samen met de teeltverboden ertoe geleid dat in de bufferzones nog amper aantasting wordt aangetroffen. Dit is het gemeenschappelijke belang van alle betrokkenen: het zo laag mogelijk houden van de infectiedruk. Echter na ruim 30 jaar is gebleken dat deze wetgeving anders uit te leggen is dan oorspronkelijk bedoeld. De NL-regelgeving is gebaseerd op het Besluit bestrijding bacterievuur 1983 (definieert o.a. gebieden van bijzondere landschappelijke waarde) en de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 (regelt o.a. de instelling van bufferzones, aanplantverbod wilde meidoorn in bufferzones en aanwijzing gebieden van bijzondere landschappelijke waarde) Het verschil tussen gebieden van bijzondere landschappelijke waarde en de rest van de bufferzone is dat in deze gebieden de door bacterievuur aangetaste bomen/struiken niet geheel verwijderd (gerooid) hoeven te worden maar dat volstaan kan worden met het verwijderen van de aangetaste delen (de ervaring leert echter dat vrijwel altijd de hele boom of struik ten gronde gaart en alsnog vernietigd moet worden). Ook mag in deze gebieden de wilde meidoorn her- of aangeplant worden. Door overheid is vanaf het begin gehanteerd dat een gebied pas een bijzondere status wordt verleend als zowel het gebied voldoet aan de benoemde (natuur)gebieden én het gebied door de Minister is aangewezen. Aangewezen gebieden zijn altijd pas door de Minister aangewezen nadat met de betrokken partijen de belangen van betrokkenen zijn afgewogen en op basis daarvan al dan niet de gebieden zijn aangewezen (poldermodel). De wettekst kan echter ook gelezen worden als óf (dus zonder dat Minister aanwijst). Door dit verschil in interpretatie zijn er nu een aantal gevallen waar in de bufferzones meidoorn is aangeplant, waar dit volgens de NVWA niet had mogen gebeuren. Dit verschil in interpretatie impliceert dat een locatie de status gebied van bijzondere landschappelijke waarde kan verkrijgen zonder dat de belangen van betrokkenen zijn afgewogen. Om deze reden ligt het voostel op tafel de wetgeving zodanig aan te passen dat altijd na afweging van belangen van betrokkenen (nieuwe) gebieden worden aangewezen. De voorgestelde wijziging Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 voorziet in overgangsrecht. In deze Beschikking wordt bewerkstelligd dat alle onder de oude regeling al geplante meidoorns mogen blijven staan, ook al zijn ze niet landschappelijk bepalend. Als deze meidoorns om welke reden dan ook verdwijnen mogen ze niet opnieuw aangeplant worden, tenzij dit in een door de Minister aangewezen gebied is. De volledige presentatie is als bijlage bijgevoegd. 3. Discussie regelgeving De deelnemers aan het overleg hebben er alle begrip voor dat nieuwe gebieden waar meidoorn landschappelijk bepalend is na afweging van belangen van betrokkenen worden aangewezen en kunnen zich vinden in de voorgestelde wijzigingen. Met betrekking tot het overgangsrecht ontstaat wel discussie. Frans van Lynden vraagt of aanpassing van de wet- en regelgeving überhaupt wel nodig dan wel gewenst is mede gezien het beperkt aantal actieve aantastingen die de laatste jaren in meidoorn wordt geconsateerd. Vanuit bedrijfsleven is het onwenselijk 2

dat er in bufferzones nieuwe aanplant mogelijk is vanuit regelgeving. Voor de boomkwekerijsector is nieuwe aanplant dus al een probleem, want het verhoogt het risico op een besmetting. Voor (NSW-)landgoederen en natuurterreinen ontstaat het probleem als er een besmetting wordt geconstateerd. ZNa discussie, kan men zich niet vinden in het voorgesteld overgangsrecht. Zoals het voorstel voor het overgangsrecht nu geformuleerd is mogen meidoorns daar blijven staan maar mag geen herplant plaatsvinden als meidoorn om wat voor reden dan ook zou verdwijnen. Dit doet de huidige (landgoed)eigenaren te kort: een eigenaar zou zijn rechten terug moeten vragen om meidoorns - die er soms al eeuwen staan te mogen laten staan / weer aan te planten als landschapsbeplanting. De mening wordt gedeeld dat andersom rechtvaardiger is: huidige gebruiksgerechtigden behouden hun rechten. Als andere betrokkenen (primair boomkwekers) veel hinder/schade (dreigen) te) ondervinden zal van die (anders dan gebruiksgerechtigde van de meidoorns) zijde om overleg dienen te worden gevraagd om over een andere gewenste situatie te spreken en daar afspraken over te maken. Afgesproken wordt om in kaart te brengen waar op dit moment in bufferzones op NSW-landgoederen en natuurterreinen meidoorn voorkomt. Om e.e.a.dit in beeld te krijgen is het mogelijk om gebruik te maken van (beschikbaar) kaartmateriaal. Hierdoor is inzichtelijk te maken om te bezien waar en hoeveel gebieden voorkomen die nu niet door de Minister zijn aangewezen en waar eventuele knelpunten voorkomen die dan besproken kunnen worden met de direct betrokkenen. De begrenzingen van de bufferzones en van de huidige aangewezen gebieden van bijzondere landschappelijke waarde zijn digitaal beschikbaar. Ook van natuurterreinen (van staat, natuurorganisaties, NSW-langgoederen etc.): bij provincies zijn (veelal) kaarten digitaal beschikbaar M.b,t, NSWlandgoederen moet er overzicht bij ministerie van Financiën zijn (als deze al niet op provinciale kaarten staan). Overige punten die aan de orde zijn gekomen: Tracht alle informatie over bufferzones en (aangewezen) gebieden van bijzondere landschappelijke waarde op provinciale GIS kaarten te krijgen. Gemeenten maar ook landgoedeigenaren raadplegen deze veelvuldig. Afgesproken wordt dat ieder die relevante contactpersonen bij instanties kent die (digitale) kaarten beheren dit doorgeeft aan de organisatoren van het overleg (Jan Hendriks / Marc Roosjen). Pas criteria voor aanvraag nieuw af te geven beschikkingen NSW landgoed bv. als volgt aan bv. als volgt: voor het verkrijgen van de status NSW landgoed dient u het gestelde in de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 aan te houden. Momenteel wordt wetgeving NSW geëvalueerd en is dit goed moment om te trachten dit aspect (door ministerie van Financiën) in wetgeving(svoorwaarden) mee te laten nemen (EZ/NVWA zullen nagaan wat eventuele mogelijkheden zijn). Neem voorwaarden op in leveringsvoorwaarden plantmateriaal in beschermde gebieden (NB Hoe en wie kan daar voor zorgen?). Veel beplantingen (ca. 80%) komen tot stand met subsidie: neem op dat in bufferzones geen aanplant van meidoorns toegestaan is tenzij... Hendrik Jan Kloosterboer zal nagaan of er een lijst is met alternatieven voor bacterievuurwaardplanten. Sleedoorn lijkt geen algemeen bruikbaar alternatief voor meidoorn vanwege worteluitgroei. Ook de aanplant van Amerikaanse herkomsten van meidoorn (vanwege mogelijke resistentie tegen 3

bacterievuur) lijkt geen wenselijk alternatief vanwege mogelijke insleep van gevaarlijke exoten. Ervaring van SBB is dat zuidelijke herkomsten (Spanje, Italië) van meidoorn sneller groeien, maar ook meer vatbaar zijn voor bacterievuur. Beter is het om gebruik te maken van inheemse meidoorn. Veel mensen zijn niet op de hoogte van problematiek (en wetgeving) over bacterievuur: communicatie hierover is wenselijk (actie allen: nagaan wat ieder waar kan doen, n.a.v. wijziging bacterievuur wetgeving wat een goed moment lijkt). 4. Vervolgtraject Concept verslag overleg 23-4-14 gaat in de week van 30 april naar alle deelnemers van het het overleg. NB Graag binnen 1 week reactie waarna aanpassingen doorgevoerd zullen worden en het definitieve verslag rondgestuurd zal worden naar genodigden en organisaties/contactpersonen die uitnodiging ter kennisname ontvangen hebben). In mei internetconsultatie (link: http://www.internetconsultatie.nl/bact erievuur_meidoorn ). Wordt dit later dan stuurt Marc Roosjen hierover nadere informatie. Voorstel naar Raad van State; actie ministerie EZ. Na vaststelling regelgeving ca. half jaar nodig voor implementatie. Indien wenselijk zal groep opnieuw bijeen worden geroepen (bv. om afspraken te maken wie waarover waar communiceert). 5. Rondvraag Peterjan Keizer: is er een kwantitatieve onderbouwing van de belangen van de diverse sectoren? Raad van State zou hiernaar kunnen vragen. Vraag is terecht, maar getallen hiervoor zijn moeilijk te geven. Paul Minken: geeft aan dat tijdige, brede en praktische communicatie over regelgeving bacterievuur van belang is. Gerben Mellema: jaarlijkse infecties van bacterievuur is in 30 jaar gezakt van 4000 naar 100; deze gunstige situatie behouden voor boomteelt, fruitteelt en de groene ruimte. 6. Sluiting Voorzitter sluit het overleg met dank aan allen voor ieders inbreng. 4

Bijlage: regelgeving Bacterievuur Bacterievuur Aanleiding Om de bacterievuur te kunnen beheersen is wetgeving in het leven geroepen om aan alle belangen tegemoet te kunnen komen. Echter na ruim 30 jaar is gebleken dat de wetgeving anders uit te leggen is dan oorspronkelijk bedoeld. Om de situatie te verduidelijken is aanpassing van de wetgeving nodig. In deze notitie is aangegeven hoe de wetgeving gerepareerd kan worden waarbij van belang is dat betrokken partijen zich kunnen vinden in de voorgestelde aanpassing. Inleiding De bestrijding van bacterievuur is geregeld in de Europese fytorichtlijn. In de EU zijn vrije gebieden aangewezen. Deze zo genaamde beschermde gebieden zijn vrij van bacterievuur en moeten als zodanig beschermd worden tegen introductie van bacterievuur. Omdat in Nederland bacterievuur voorkomt, kunnen voor bacterievuur gevoelige planten (waardplanten) niet zomaar worden verhandeld naar deze vrije gebieden. Om de handel van waardplanten naar beschermde gebieden mogelijk te maken heeft Nederland bufferzones ingesteld. Binnen deze gebieden gelden strengere eisen voor de bestrijding van bacterievuur en wordt de naleving hiervan gecontroleerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Naktuinbouw. De Europese regelgeving is in de Nederlandse regelgeving vertaald naar ondermeer het Besluit bestrijding bacterievuur 1983 en de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984. De NVWA is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze regelgeving. Op basis van de Nederlandse regelgeving is het in de bufferzones verboden bepaalde soorten die vatbaar zijn voor bacterievuur aan te planten. Te weten: Planten van Cotoneaster salicifolius floccosus, Cotoneaster salicifolius, Cotoneaster watereri en de daartoe behorende cultivars en Photinia davidiana Meidoornsoorten Crataegus calycina (koraalmeidoorn), Crataegus laevigata (tweestijlige meidoorn) en Crataegus monogyna (eenstijlige meidoorn) met uitzondering van de cultivars. In de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 worden gebieden van bijzondere landschappelijke waarde aangewezen. In deze gebieden geldt het verbod op de aanplant van de hierboven genoemde meidoornsoorten niet. Een gebied van bijzondere landschappelijke waarde is als volgt gedefinieerd: 1. een gebied dat als beschermd natuurmonument is aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingswet, dan wel een natuurterrein in eigendom of beheer van de staat, dan wel van een natuurbeschermingsorganisatie als ook een landgoed dat als zodanig is aangemerkt ingevolge de Natuurschoonwet 1928, alsmede een gebied waarin de meidoorn een landschappelijk bepalende rol speelt en 2. welk gebied daartoe door de Minister is aangewezen. 5

Wetgeving niet eenduidig Uit deze definitie zou moeten volgen dat een gebied van bijzondere landschappelijke waarde aan de twee voorwaarden moet voldoen. Echter in praktijk is gebleken dat deze uitleg niet eenduidig is en dat deze ook gelezen kan worden als of/of i.p.v. en/en. De in het verleden dreigende conflicten m.b.t. nieuwe aanplant van meidoorn (aanwijzen van gebieden van bijzondere landschappelijke waarde) zijn altijd in goed overleg opgelost. Afgelopen jaren blijkt dat o.a. door landschapsbeheerders de definitie vaak als of/of wordt uitgelegd en er botanische meidoornsoorten worden aangeplant zonder samenspraak of overleg met de boomkwekerijsector. Deze ongecontroleerde aanplant van botanische meidoornsoorten vormt een grote bedreiging voor de boomkwekerijsector en hierdoor ontstaat er een conflict met deze sector, mede om de volgende redenen:. In 2005 is binnen de EU het beleid m.b.t. bacterievuur aangescherpt met als gevolg dat er strengere regels gelden voor de teelt in en het bacterievuurvrij zijn van de bufferzones. Meer meidoorns betekent een grotere kans dat aangetaste meidoorns worden aangetroffen wat naast meer infectiedruk ook grotere beperkingen in de afzet van boomkwekerijproducten betekent en daarmee grote financiële gevolgen voor de boomkweker(s). Tot 2003 kwam uitvoering van de regelgeving voor rekening van de overheid. Vanaf 2003 moeten de directe kosten voor controle en het laten opruimen van aantasting door het bedrijfsleven (= boomkwekerijsector) betaald worden. Meer meidoorns betekent, niet alleen meer infectiedruk maar ook meer controle en meer kosten. Meidoorn landschappelijk bepalend Gebleken is dat daar waar botanische meidoornsoorten worden aangeplant er niet altijd een noodzaak is om specifiek botanische meidoornsoorten te planten. Er zijn veelal goede alternatieven voorhanden voor het doel waarvoor de aanplant bestemd is. Natuurbeherende organisaties hebben vaak geen (onoverkoombare) bezwaren tegen deze alternatieven. Door in de aangewezen gebieden alleen aanplant van botanische meidoornsoorten toe te staan daar waar deze een onmisbaar element vormen in het landschap (landschapsbepalend zijn, bijvoorbeeld het maasheggengebied in Noord Limburg) blijft infectiedruk van bacterievuur voor het boomkwekerijbedrijfsleven beperkt. Door intensieve inspectie en snelle opruiming van aangetaste (delen van) meidoorns en de mogelijkheid van herplant worden deze cultuurhistorische heggen in stand gehouden. Op deze manier wordt ook aan de belangen van natuurbescherming en landschapbehoud tegemoet gekomen. Effecten van regelgeving Door in het Besluit bestrijding bacterievuur 1983 het begrip van een gebied van bijzondere landschappelijke waarde te vervangen door een door de minister bij ministeriële regeling aangewezen gebied waarin de meidoorn een landschappelijk bepalende rol speelt wordt bereikt dat: 7. Er binnen de bufferzones alleen botanische meidoornsoorten worden aangeplant daar waar deze een onmisbaar element vormen in het landschap. 6

8. Voor eenieder duidelijk is waar deze gebieden liggen en de boomkwekerijsector met de keuze van in te planten percelen rekening kan houden. 9. Doordat landschapbeheerders aangetaste meidoorns moeten opruimen en niet meer mogen vervangen zal de infectiedruk afnemen. 10.De kosten voor onderhoud door landschapbeheerders zullen afnemen omdat zij steeds minder zieke meidoorns behoeven op te ruimen. 11.De controlekosten lager zullen worden omdat minder bacterievuur gaat optreden. 12.Het gebied krijgt hierdoor de bedoelde meerwaarde voor de boomkwekerij. Overgangsrecht De voorgestelde wijziging Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 voorziet in overgangsrecht. In deze Beschikking wordt bewerkstelligd dat alle onder de oude regeling al geplante meidoorns mogen blijven staan, ook al zijn ze niet landschappelijk bepalend. Als deze meidoorns om welke reden dan ook verdwijnen mogen ze niet opnieuw aangeplant worden, tenzij dit in een door de minister aangewezen gebied is. Consultaties Het voorgestelde wetswijzigingvoorstel van het Besluit zal door EZ voor advies aangeboden worden aan de Raad van State waarna de Ministerraad erover besluit en het Besluit met bijbehorende Beschikking van kracht kunnen wordem (na ca ½ jaar). De wijzigingsvoorstellen van het Besluit en de Beschikking zijn als aparte bijlage bijgevoegd. Naast de mogelijkheid om de voorstellen te bespreken in de rondetafelgesprek van 23 april 2014 waarvoor de meest betrokken organisatie uitgenodigd zijn is het mogelijk in de maand mei een (digitale) reactie te geven via de internetconsultatie. U kunt dit doen via de volgende link: http://internetconsultatie.nl/ Vanaf 1 tot en met 31 mei is het voor iedereen mogelijk reactie te geven op de voorstellen. Onder lopende consultaties treft u bacterievuur aan. NVWA / Ministerie EZ Jan Hendriks / Marc Roosjen 14 april 2014 7