Thema beroepen. Deze werkbundel is van:

Vergelijkbare documenten
Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord/ woord in lettergrepen verdelen

Thema school. Deze werkbundel is van:

Auditieve oefeningen bij het thema: helden

Auditieve oefeningen bij het thema: de brandweer

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

Spelactiviteiten voor groep 1-2: Vertelspel tafel: Spelactiviteiten:

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

DE MOORD OP LOS DE MOORD OP VOOR ER NOG MEER SLACHTOFFERS VALLEN!

BIC WERKBOEKJE. Naam: Voornaam: Brandweer Informatie Centrum

Kies eerst een woord van Flos dan een woord van Bros, maak 7 nieuwe woorden.

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Werkbundel Santé-Beauté

Melkweg. Wat doe jij? Lezen Alfa A. Werk

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.

Auditieve oefeningen bij het thema: Politie Boek van de week: 1: De politieagent 2: Jan politieman 3; Kom uit die Kraan 4; Schatje en Scheetje

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes.

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

DE MOORD OP LOS DE MOORD OP VOOR ER NOG MEER SLACHTOFFERS VALLEN!

Planten voor de Prins Werkmap Eerste graad Basisonderwijs

door Sanne Pittomvils Werkbundel Thema School Basiswoordenschat Doewoorden

B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten

FIJNMOTORIEK + VORMGEVING. Vervolledig de figuren. Juf, mag ik overvaren?

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

De Weier Vissedijk 35c 7602 CP Almelo

Alles over de ambulance Lesboekje voor groep 5 & 6

Een dag met de. Sharon Rentta. Leopold / Amsterdam

5.1 Zes poten en vier vleugels

Veilig werken met machines

Verpleegkunde RETO

Begrijpend lezen. E i n d s i g n a l e r i n g k e r n 1 1. Inhoud De Eindsignalering bestaat uit de volgende toetsen:

Lieve juf. werkblad 1. 8 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam,

Ik voel me zo ziek als een hond, mompelt vader. Dan moet je naar de dierenarts gaan, zegt zijn zoontje

Brandweerfeestje. Welkom bij PIT!

Leergebied: West Nederland. Besturing

Elektriciteit! Om van te bibberen! Of niet? Klas: Namen: Elektriciteit Om van te bibberen! Of niet? Stephanie Vermeulen (2 BALO WPL) 1

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen.

Werkblad Naut Thema 1: De wereld om je heen

Is het nu geleider of isolator?

Melkweg. Hoe gaat het? Lezen Alfa A. De dokter

ISK Leerlijn. Alfabetisering. Bijlage: Startwoordenschat alfabetisering NT2 ISK woorden

les 5.8 A - inbraakalarm of spiegelverlichting lampje en/of zoemer fitting schroevendraaier schaar

Iemand die leuke dingen doet met mensen die problemen hebben. Bijvoorbeeld met mensen die een handicap hebben.

Naam: De huisarts. 1 Wat past het best op plaats 1? een patiënt naar huis sturen een specialist bellen een patiënt onderzoeken een patiënt bezoeken

33 jaar. De boeiende bso beroepen zomer

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

NatuurTechniek-leerpad voor groep 5-6

Opdracht 1 1. Je krijgt van je juf of meester een foto. Bekijk je foto goed. 3. Zoek samen nog twee klasgenoten met een andere foto.

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Speklappen en rookworsten

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

werkbladen thema 5 werk

Welkom 1. - Hallo! - Oek - Museum - Kwartet. Hallo! Ik ben Oek.

Auditieve oefeningen - Carnaval. Hakken en plakken

Werkwoorden. Abimo Uitgeverij Schoolsupport

Hallo ik ben TECH. Wij gaan samen in het technieklokaal een mobieltjeshouder maken. We moeten ons eerst goed voorbereiden op school.

SCHIPPER, MAG IK OVERVAREN? Door Kim Wagemans

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 2 Het lichaam

nr:... schooljaar

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Bijlagen: productiekaarten. Productiekaart van een kleermaker. Productiekaart van een bakker. Om 15 broden te kunnen bakken, heb je nodig:

Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Inleidende tekst: Laat de kinderen thuis afbeeldingen zoeken van over thema tanden poetsen. Laat de website

Bij de tijd Groep 6 thema 5, les 1 Gelijke rechten Werkblad 1. boos = geel arm = rood mis-lukt = blauw

Oefening 1: Is het onderwerp een woord of een woordgroep? Duid aan.

Navorming rond poëzie Sandrine Lambert

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Bij voorkeur-hand-ig

Vollenhove Wonen op een havezate

Fonemendictee deel 1 en deel 2

kaarsen de zon olielampen petroleumlampen gloeilampen fakkel maan en sterren brandend hout TL buizen gaslantaarns de zon vuur

Na leren van paragraaf 5.1 kun je

Technologische opvoeding

Veilig werken met machines

TASKFORCE VLUCHTELINGEN

LES 8. Julio en Melvin en de vuilnisauto OEFENBLAD 1/6. Naam Groep. 2.3 Waar blijft de rommel? 3.5 Afval inzamelen

de gereedschapskist the toolbox de aansteker the gas cutting lighter de bikhamer the chipping hammer de centerpunt the centerpoint de co2-tang

LES 14. In het ziekenhuis OEFENBLAD 1/6. Naam Groep. Ach gut, wat naar! Oh, wat vreselijk! 3.1 Medeleven tonen

Melkweg. Waar woon je? Lezen Alfa A. Het huis

Toelichting PowerPoint groep 1 & 2

KIJK! OP JEZELF. mijn leven. Leerjaar 1. Leskatern 4. Geschikt voor. praktijkonderwijs Basis - Kader

lpd 1 = /5 lpd 2 = /6 lpd 8 = /2 lpd 13 = /6 lpd 21 = /10 lpd 22 = /6 lpd 25 = /4

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Auditieve oefeningen bij het thema de uitvinder

noemen waarom onderzoek belangrijk is. onderwerp verschijnsel onderwerp Discolampen zorgden voor feestelijke kleuren.

Uitleg. Veel Wiebel & Kriebel-plezier!

Het grote liedjesboek

K 1 Symmetrische figuren

1. Streep de foute antwoorden door. Vroeger kwam het voedsel vooral uit de buurt / Nederland / de rest van de wereld.

Lesbrief: Een winkel voor winkels

Stap Vooruit 1. Hoe ga jij naar school? Start Veilig lopen. Les 1 Dit ontdek je: groep 4

Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care

Lesideeën groep 3 en 4

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Hoeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit.

Sorteer netjes! 1. Knip de kaartjes van bijlage 1 uit. Sorteer

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

- Verzorging - "ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, maar ik doe en ik begrijp"

de bal het secretariaat de fietsenstalling het toilet het toiletpapier de trap

Transcriptie:

Deze werkbundel is van:

Tel hoeveel je er ziet van elk beroep. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de dokter: de piloot: de brandweerman: de zakenman: de politieagente: de poetsvrouw:

OPLOSSING Tel hoeveel je er ziet van elk beroep. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de dokter: 9 de piloot: 1 de brandweerman: 4 de zakenman: 8 de politieagente: 3 de poetsvrouw: 2

Tel hoeveel je er ziet van elk item. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de medicatie: het verband: het spuitje: de ziekenwagen: de stethoscoop: de pleister: de thermometer:

OPLOSSING Tel hoeveel je er ziet van elk item. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de medicatie: 7 het verband: 3 het spuitje: 1 de ziekenwagen: 3 de stethoscoop: 7 de pleister: 5 de thermometer: 10

Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de schroevendraaier: het hout: de zaag: de handboeien: de stofzuiger: de boormachine: het fluitje:

OPLOSSING Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de schroevendraaier: 8 het hout: 5 de zaag: 5 de handboeien: 9 de stofzuiger: 2 de boormachine: 3 het fluitje: 1

Schijf bij elk voorwerp de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de garagist gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: olie, sleutel, emmer, vlees, handboeien, mes, revolver, benzine, fluitje en stofzuiger.

OPLOSSING Schijf bij elk voorwerp de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de garagist gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: olie, sleutel, emmer, vlees, handboeien, mes, revolver, benzine, fluitje en stofzuiger. stofzuiger olie emmer fluitje vlees benzine handboeien sleutel revolver mes

Schijf bij elk voorwerp de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de politieagent gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: olie, sleutel, emmer, vlees, handboeien, mes, revolver, benzine, fluitje en stofzuiger.

OPLOSSING Schijf bij elk voorwerp de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de politieagent gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: olie, sleutel, emmer, vlees, handboeien, mes, revolver, benzine, fluitje en stofzuiger. stofzuiger olie emmer fluitje vlees benzine handboeien sleutel revolver mes

Schijf bij elk voorwerp de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de poetsvrouw gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: olie, sleutel, emmer, vlees, handboeien, mes, revolver, benzine, fluitje en stofzuiger.

OPLOSSING Schijf bij elk voorwerp de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de poetsvrouw gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: olie, sleutel, emmer, vlees, handboeien, mes, revolver, benzine, fluitje en stofzuiger. stofzuiger olie emmer fluitje vlees benzine handboeien sleutel revolver mes

Schijf bij elk voorwerp de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de slager gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: olie, sleutel, emmer, vlees, handboeien, mes, revolver, benzine, fluitje en stofzuiger.

OPLOSSING Schijf bij elk voorwerp de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de slager gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: olie, sleutel, emmer, vlees, handboeien, mes, revolver, benzine, fluitje en stofzuiger. stofzuiger olie emmer fluitje vlees benzine handboeien sleutel revolver mes

Schijf bij elk item de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de dokter gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: thermometer, ziekenwagen, hout, medicatie, zaag, boormachine, meter, schroevendraaier, verband, stethoscoop, pleister en spuitje.

OPLOSSING Schijf bij elk item de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de dokter gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: thermometer, ziekenwagen, hout, medicatie, zaag, boormachine, meter, schroevendraaier, verband, stethoscoop, pleister en spuitje. verband meter ziekenwagen zaag schroevendraaier stethoscoop boormachine hout medicatie

Schijf bij elk item de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de timmerman gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: thermometer, ziekenwagen, hout, medicatie, zaag, boormachine, meter, schroevendraaier, verband, stethoscoop, pleister en spuitje.

OPLOSSING Schijf bij elk kledingstuk de juiste naam. Omcirkel daarna alles wat de timmerman gebruikt. Kies uit de volgende benamingen: thermometer, ziekenwagen, hout, medicatie, zaag, boormachine, meter, schroevendraaier, verband, stethoscoop, pleister en spuitje. verband meter ziekenwagen zaag schroevendraaier stethoscoop boormachine hout medicatie

: wat ik later worden wil. Schijf bij elk beroep de juiste naam. Omcirkel daarna welk beroep jij zou kiezen? Wat zou je het liefste doen? Kies uit de volgende benamingen: leraar, kapster, kok, tandarts, poetsvrouw, brandweerman, slager, piloot, politieagente, dokter, zakenman en garagist.

OPLOSSING Thema beroepen: wat ik later worden wil. Schijf bij elk beroep de juiste naam. Omcirkel daarna welk beroep jij zou kiezen? Wat zou je het liefste doen? Kies uit de volgende benamingen: leraar, kapster, kok, tandarts, poetsvrouw, brandweerman, slager, piloot, politieagente, dokter, zakenman en garagist. brandweerman leraar tandarts piloot politieagente poetsvrouw kapster kok slager dokter zakenman garagist

Schijf bij elk beroep de juiste naam. Omcirkel daarna welk beroep wel eens heel gevaarlijk kan zijn. Kies uit de volgende benamingen: leraar, kapster, kok, tandarts, poetsvrouw, brandweerman, slager, piloot, politieagente, dokter, zakenman en garagist.

OPLOSSING Schijf bij elk beroep de juiste naam. Omcirkel daarna welk beroep wel eens heel gevaarlijk kan zijn. Kies uit de volgende benamingen: leraar, kapster, kok, tandarts, poetsvrouw, brandweerman, slager, piloot, politieagente, dokter, zakenman en garagist. brandweerman leraar tandarts piloot politieagente poetsvrouw kapster kok slager dokter zakenman garagist

: brand! 1 2 3 Schijf bij elke benaming het juiste cijfer. de helm het water 5 de brandweerwagen de brandweerman de ziekenwagen de ladder het vuur de brandblusser 3 2 het zwaailicht de sirene de slang 1 7 4 6 11 9 8 10

OPLOSSING Thema beroepen: brand! 1 2 3 Schijf bij elke benaming het juiste cijfer. 7 de helm 9 het water 5 4 de brandweerwagen 11 de brandweerman 2 de ziekenwagen 1 de ladder 8 het vuur 10 de brandblusser 3 het zwaailicht 5 de sirene 6 de slang 3 1 2 7 4 6 11 9 8 10

: bij de kapper 1 2 3 Schijf bij elke benaming het juiste cijfer. de haardroger het haar de kapster de dweil de schaar de spiegel de kam de stoel het water de shampoo de emmer 2 10 8 6 9 3 5 11 7 1 4

OPLOSSING Thema beroepen: bij de kapper 1 2 3 Schijf bij elke benaming het juiste cijfer. 2 de haardroger 9 het haar 3 de kapster 8 4 de dweil 8 de schaar 10 de spiegel 6 de kam 7 de stoel 1 het water 10 6 de shampoo 11 de emmer 2 6 9 3 5 11 7 1 4

: Houd de dief! 1 2 3 Schijf bij elke benaming het juiste cijfer. de politieagente de boef het breekijzer het masker de handboeien 1 het geweer de gevangenis de pet de sleutel de buit het fluitje 9 5 8 4 6 10 11 3 2 7

OPLOSSING Thema beroepen: Houd de dief! 1 2 3 Schijf bij elke benaming het juiste cijfer. 10 de politieagente 2 de boef 7 het breekijzer 6 het masker 8 de handboeien 9 het geweer 1 1 de gevangenis 6 de pet 3 de sleutel 4 de buit 11 het fluitje 9 5 8 4 6 10 11 3 2 7

: Bij de tandarts. 1 2 3 Schijf bij elke benaming het juiste cijfer. de sonde de handschoen 4 3 1 2 de tandarts de patiënt het lampje de tandenborstel het pincet het spiegeltje 5 6 7 8

OPLOSSING Thema beroepen: Bij de tandarts. 1 2 3 Schijf bij elke benaming het juiste cijfer. 5 de sonde 1 de handschoen 2 de tandarts 3 de patiënt 4 het lampje 8 de tandenborstel 7 het pincet 6 het spiegeltje 5 6 4 3 1 7 8 2

: wie doet wat? Wie doet wat? Verbind elk beroep met wat ze doen. bellen boeven oppakken tanden verzorgen poetsen koken snijden onderzoeken knippen herstellen uitleggen blussen vliegen

OPLOSSING Thema beroepen: wie doet wat? Wie doet wat? Verbind elk beroep met wat ze doen. bellen boeven oppakken tanden verzorgen poetsen koken snijden onderzoeken knippen herstellen uitleggen blussen vliegen

Link elke afbeelding aan de juiste benaming. Doorstreep daarna de afbeelding die niet in het rijtje thuishoort. de stethoscoop / de brandblusser / het thermometer / het spuitje de pleister / het verband / de medicatie / de schroevendraaier de zaag / de stofzuiger / de plank / de meter het geweer/ de handboeien / de boormachine / het fluitje

OPLOSSING Link elke afbeelding aan de juiste benaming. Doorstreep daarna de afbeelding die niet in het rijtje thuishoort. de stethoscoop / de brandblusser / het thermometer / het spuitje De dokter gebruikt geen brandblusser. de pleister / het verband / de medicatie / de schroevendraaier De dokter gebruikt geen schroevendraaier. de zaag / de stofzuiger / de plank / de meter De timmerman gebruikt geen stofzuiger. De politieagent gebruikt geen boormachine. het geweer/ de handboeien / de boormachine / het fluitje

Schrijf bij elke afbeelding het juiste cijfer. Link daarna telkens de twee afbeeldingen die bij elkaar horen aan elkaar. Kies uit de volgende benamingen: 1. de emmer 2. de politieagente 3. de laptop 4. het gereedschap 5. de stethoscoop 6. de handboeien 7. de dokter 8. de timmerman 9. de brandweerman 10. de brandweerwagen 11. het hout 12. de poetsvrouw 13. de tandarts 14. de zakenman

OPLOSSING Schrijf bij elke afbeelding het juiste cijfer. Link daarna telkens de twee afbeeldingen die bij elkaar horen aan elkaar. Kies uit de volgende benamingen: 13 1. de emmer 2. de politieagente 3. de laptop 4. het gereedschap 5. de stethoscoop 6. de handboeien 7. de dokter 8. de timmerman 9. de brandweerman 10. de brandweerwagen 11. het hout 12. de poetsvrouw 13. de tandarts 14. de zakenman 3 8 11 4 14 1 5 9 6 2 7 12 10

Schrijf bij elke afbeelding het juiste cijfer. Link daarna telkens de twee afbeeldingen die bij elkaar horen aan elkaar. Kies uit de volgende benamingen: 1. de kapster 2. de poetsvrouw 3. de stofzuiger 4. de politieagente 5. de boef 6. het vuur 7. de meter 8. de timmerman 9. de schaar 10. de dokter 11. de garagist 12. het ziekenhuis 13. de benzine 14. de brandweerman

OPLOSSING Schrijf bij elke afbeelding het juiste cijfer. Link daarna telkens de twee afbeeldingen die bij elkaar horen aan elkaar. Kies uit de volgende benamingen: 13 7 1. de kapster 2. de poetsvrouw 3. de stofzuiger 4. de politieagente 5. de boef 6. het vuur 7. de meter 8. de timmerman 9. de schaar 10. de dokter 11. de garagist 12. het ziekenhuis 13. de benzine 14. de brandweerman 6 8 12 3 11 2 14 1 4 10 5 9

: brand! Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout De ziekenwagen staat stil. De brandweerwagen is rood. De brandweerman blust het vuur. Het vuur is groter dan de brandweerman. De brandblusser is naast de brandweerman. Het vuur is achter de brandweerman. Er komt geen water uit de slang. De helm van de brandweerman is zwart. De brandweerman draagt een zwart beschermingspak. De ziekenwagen is geel. Er staat een rood kruis op de ziekenwagen. De brandblusser is rood.

OPLOSSING Thema beroepen: brand! Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout De ziekenwagen staat stil. De brandweerwagen is rood. De brandweerman blust het vuur. Het vuur is groter dan de brandweerman. De brandblusser is naast de brandweerman. Het vuur is achter de brandweerman. Er komt geen water uit de slang. De helm van de brandweerman is zwart. De brandweerman draagt een zwart beschermingspak. De ziekenwagen is geel. Er staat een rood kruis op de ziekenwagen. De brandblusser is rood.

: bij de kapper. Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout De kapster heeft een haardroger vast. De kapster knipt de haren van de klant. De haardroger is groen. De kapster heeft geel haar. De klant zit op een rode stoel. De kapster staat achter de klant. De kapsters kamt de haren van de klant. De klant is boos. Op het tafeltje staan twee shampooflessen. Er hangt een spiegel aan de muur.

OPLOSSING Thema beroepen: bij de kapper. Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout De kapster heeft een haardroger vast. De kapster knipt de haren van de klant. De haardroger is groen. De kapster heeft geel haar. De klant zit op een rode stoel. De kapster staat achter de klant. De kapsters kamt de haren van de klant. De klant is boos. Op het tafeltje staan twee shampooflessen. Er hangt een spiegel aan de muur.

: Houd de dief! Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout Er zitten twee boeven in de gevangenis. De politieagente draagt een blauw kostuum. De politieagente heeft een geweer. In haar hand draagt de politieagente handboeien. De boef heeft een rood masker. De boef heeft een stok in zijn hand. De buit van de boef ligt op de grond. Op de grond ligt het fluitje van de agente. De agente staat voor de boef. De boef rent heel hard weg.

OPLOSSING Thema beroepen: Houd de dief! Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout Er zitten twee boeven in de gevangenis. De politieagente draagt een blauw kostuum. De politieagente heeft een geweer. In haar hand draagt de politieagente handboeien. De boef heeft een rood masker. De boef heeft een stok in zijn hand. De buit van de boef ligt op de grond. Op de grond ligt het fluitje van de agente. De agente staat voor de boef. De boef rent heel hard weg.

: de brandweer Duid het juiste antwoord aan. het vuur het water blussen de politieagent de brandweerman de dokter de brandblusser blussen de brand het water de brandweerauto de brandblusser het water het vuur de helm de brandweerman de slang de brandweerauto de sirene de slang het water de slang de helm het water de helm het kostuum de schoenen de ladder het zwaailicht de sirene

: de brandweer Duid het juiste antwoord aan. het vuur het water blussen de politieagent de brandweerman de dokter de brandblusser de brand het water blussen de brandweerauto De brandblusser het water het vuur de helm de brandweerman de slang de brandweerauto de sirene de slang het water de slang de helm het water de helm het kostuum de schoenen de ladder het zwaailicht de sirene

: naar het ziekenhuis! Duid het juiste antwoord aan. de boef het spuitje de dokter de medicatie de ziekenwagen de dokter de brandblusser het ziekenhuis de ziekenwagen de ziekenwagen de medicatie de brandblusser het verband de pleister ziek het verband de pleister ziek de thermometer de thermometer de stethoscoop het spuitje de stethoscoop het spuitje pijn! ziek het verband de thermometer de stethoscoop het spuitje

OPLOSSING Thema beroepen: naar het ziekenhuis! Duid het juiste antwoord aan. de boef het spuitje de dokter de medicatie de ziekenwagen de dokter de brandblusser de ziekenwagen de medicatie het ziekenhuis de ziekenwagen De brandblusser het verband de pleister ziek het verband de pleister ziek de thermometer de thermometer de stethoscoop het spuitje de stethoscoop het spuitje pijn! ziek het verband de thermometer de stethoscoop het spuitje

Duid het juiste antwoord aan. de schaar de haardroger de kam de dokter de brandweerman de kapper de piloot het vliegtuig blussen het mes de slager het vlees de piloot het vliegtuig blussen het mes de slager het vlees de garagist de dokter de sleutel de benzine de olie de auto de benzine de olie de auto de benzine de olie de auto

OPLOSSING Thema beroepen Duid het juiste antwoord aan. de schaar de haardroger de kam de dokter de brandweerman de kapper de piloot het vliegtuig blussen het mes de slager vlees de piloot het vliegtuig blussen het mes de slager vlees de garagist de dokter de sleutel de benzine de olie de auto de benzine de olie de auto de benzine de olie de auto

Plaats de letters in de juiste volgorde. de Z E M N A K N A I K Z E D L E A N het F K E E F J R O T het T K U S M U O het K K E O N R S T N E A T R A U

OPLOSSING Thema beroepen Plaats de letters in de juiste volgorde. de Z I E K Z E M N A K N A I K Z E D L E A N D A L E N het K O F F E R T J E F K E E F J R O T het K O S T U U M T K U S M U O het K O K E N K K E O N R S T N E A T R A U R E S T A U R A N T

Plaats de letters in de juiste volgorde. de O I P T L I E A O T U de S IJ T E G N S E K R IJ P het H M E R A E G A E H R E C P D S de de P T W O U O S R E V

OPLOSSING Thema beroepen Plaats de letters in de juiste volgorde. de P O L I T I E A U T O O I P T L I E A O T U S T IJ G E N S IJ T E G N de S P IJ K E R S E K R IJ P het G E R E E D S C H A P E G A E H R E C P D S H M E R A de H A M E R de P T W O U O S R E V P O E T S V R O U W

Plaats de letters in de juiste volgorde. de de D A T T A P N S A A N T S E T R D O E B L N de O K K T N E A N D P O E N S T E de E M A P U U L

OPLOSSING Thema beroepen Plaats de letters in de juiste volgorde. de T A N D P A S T A T N E A N D P O E N S T E D A T T A P N S A T A N D E N B O R S T E L A N T S E T R D O E B L N de de K O K O K K T A N D E N P O E T S E N de P L U M E A U E M A P U U L

Plaats de letters in de juiste volgorde. de de A G G T R A I S I O E L de E V P S A de E L U E S T L N E B N Z E I de A T U O de

OPLOSSING Thema beroepen Plaats de letters in de juiste volgorde. de G A R A G I S T de de E V P S A V E S P A A G G T R A I S O L I E I O E L de B E N Z I N E N E B N Z E I de E L U E S T L S L E U T E L A T U O de A U T O

Geef alles de juiste kleur. Kleur het lichaam van de timmerman roze. Kleur het haar van de timmerman zwart. Kleur de T-shirt van de timmerman groen. Kleur de hamer van de timmerman blauw. Kleur het plankje bruin. Kleur de zaag rood. Kleur de werktafel geel. C

OPLOSSING Thema beroepen Geef alles de juiste kleur. Kleur het lichaam van de timmerman roze. Kleur het haar van de timmerman zwart. Kleur de T-shirt van de timmerman groen. Kleur de hamer van de timmerman blauw. Kleur het plankje bruin. Kleur de zaag rood. Kleur de werktafel geel. C