Analyseformulier persbericht 1 Identificatie persbericht 1.1 zender: naam: 1.2 titel: 1.3 tekstthema: aard 1 : 2 Communicatiesituatie 2.1 Omschrijf in maximaal 5 woorden zo exact mogelijk de doelgroep van het persbericht 2. 2.2 Omschrijf met 1 zin de concrete inhoud van het informatieve doel van het persbericht 3. 2.3 Benoem in voorkomend geval met 1 woord het secundaire doel van het persbericht. 2.4 Omschrijf met 1 zin de concrete inhoud van het secundaire doel 4. 3 Inhoud en opbouw 3.1 Het persbericht vermeldt de afzendergegevens. r ja r neen 3.2 Het persbericht bevat een verzenddatum. r ja r neen 3.3 Het persbericht bevat de titel persbericht. r ja r neen 3.4 Het persbericht bevat een kopsuggestie. r ja 5 r neen 6 3.5 De kopsuggestie geeft het thema exact weer. r ja r neen 3.6 Motiveer je antwoord op 3.5 in maximaal 4 regels. 1 Geef aan of het gaat om een commerciële of niet-commerciële organisatie (b.v. overheid). 2 B.v. regionale pers, nationale pers, vakpers enz. 3 B.v. Het is de bedoeling informatie te verstrekken over 4 Beantwoord deze vraag alleen als je ook vraag 2.3 beantwoord hebt. B.v. Het is de bedoeling het publiek te overtuigen van 5 Beantwoord in dit geval ook 3.5 en 3.6. 6 Sla in dit geval 3.5 en 3.6 over. 1
3.7 Het persbericht bevat een lead. r ja 1 r neen 2 3.8 Bevat de lead het antwoord op 4 of 5 van de journalistieke vragen? r ja r neen 3.9 Kruis in de onderstaande lijst de vra(a)g(en) aan waarop de lead in voorkomend geval geen antwoord geeft: r wie r wat r wanneer r hoe r waarom 3.10 Is de broodtekst oprolbaar? r ja r neen 3.11 De broodtekst is: r kort r lang en bevat geen tussenkoppen r lang en bevat wel tussenkoppen 3.12 Is de regelafstand voldoende ruim? r ja r neen 3.13 Zijn de marges voldoende ruim? r ja r neen 3.14 Is er een duidelijk afsluitteken? r ja r neen 3.15 Is er een bijlagevermelding? r ja r neen 3.16 Is er een verwijzing vaar een informatiebron? r ja r neen 3.17 Is het persbericht vrij van informatie die normaal in een begeleidende brief thuishoort? r ja r neen 3.18 Het persbericht bevat een embargo. r ja r neen 3.19 Het persbericht is: r één pagina lang r meer dan één pagina lang en bevat geen woordverwijzing r meer dan één pagina lang en bevat wel een woordverwijzing 3.20 Het persbericht is: r één pagina lang r meer dan één pagina lang en bevat geen paginanummering r meer dan één pagina lang en bevat wel een paginanummering 3.21 De inhoud en opbouw van het persberichten beantwoorden dus: r (grotendeels) volledig aan de theoretische normen r (helemaal) niet aan de theoretische normen 1 Beantwoord in dit geval ook 3.8 en 3.9. 2 Sla in dit geval 3.8 en 3.9 over. 2
4 Stijl KOPPEN 4.1 De koppen zijn doorgaans kort en kernachtig geformuleerd. r ja r neen 4.2 De koppen bevatten doorgaans een vervoegd werkwoord of een voltooid r ja r neen deelwoord. 4.3 De koppen zijn vrij van lege of betekenisloze werkwoorden. r ja r neen 4.4 De koppen zijn vrij van passieve werkwoordsvormen. r ja r neen 4.5 De koppen bevatten geen lidwoorden of voorzetsels. r ja r neen 4.6 De koppen verduidelijken de betrokkenheid op mensen. r ja r neen LEAD EN BROODTEKST Duidelijkheid 4.7 In voorkomend geval is het gebruik van moeilijke woorden/vaktermen verantwoord 1. r ja r neen Geef ten minste 2 voorbeelden van moeilijke woorden/vaktermen: Motiveer waarom het gebruik (on)verantwoord is: 4.8 De tekst is vrij van afkortingen en letterwoorden. r ja 2 r neen 3 4.9 Afkortingen/letterwoorden worden de eerste keer voluit geschreven. r ja r neen 4.10 Het aantal korte zinnen overweegt. r ja r neen 4.11 Het aantal bijzinnen is beperkt. r ja r neen 4.12 De formulering is concreet (feiten, gebeurtenissen, namen, cijfers). r ja r neen 1 Door deze vraag niet te beantwoorden, geef je aan dat het persbericht geen moeilijke woorden/vaktermen bevat. 2 Sla in dit geval 4.9 over. 3 Beantwoord in dit geval ook 4.9. 3
Aantrekkelijkheid 4.13 De zinslengte vertoont voldoende afwisseling. r ja r neen 4.14 De zinsbouw vertoont voldoende afwisseling: naast mededelende zinnen zijn er ook vragende zinnen en gebiedende zinnen. r ja r neen Geef 1 voorbeeld van elk zinstype dat in het persbericht voorkomt. 4.15 De lead en broodtekst zijn volledig vrij van typografisch gemarkeerde r ja r neen opsommingen. 4
Gepastheid 4.16 Het gebruik van de tegenwoordige/toekomende tijd overweegt. r ja r neen 4.17 Het gebruik van de actieve werkwoordsvorm overweegt. r ja r neen 4.18 In voorkomend geval is het gebruik van passiefconstructies verantwoord 1. r ja r neen Geef 2 voorbeelden van passiefconstructies uit de folder. Motiveer het gebruik van die 2 passiefconstructies. De eerste passiefconstructie: r is verantwoord, omdat de uitvoerende instantie onbekend is r is verantwoord, omdat de uitvoerende instantie irrelevant is r is verantwoord, omdat de zender discreet op de achtergrond wil blijven r is verantwoord, omdat de zender het eigen imago wil beschermen r is verantwoord, omdat anders de lezer zich beledigd kan voelen (beleefdheid) r is verantwoord, omdat ze de tekstsamenhang bevordert r is verantwoord, omdat ze zorgt voor duidelijkheid over de uitvoerende instantie in de bijzin r is niet verantwoord De tweede passiefconstructie: r is verantwoord, omdat de uitvoerende instantie onbekend is r is verantwoord, omdat de uitvoerende instantie irrelevant is r is verantwoord, omdat de zender discreet op de achtergrond wil blijven r is verantwoord, omdat de zender het eigen imago wil beschermen r is verantwoord, omdat anders de lezer zich beledigd kan voelen (beleefdheid) r is verantwoord, omdat ze de tekstsamenhang bevordert r is verantwoord, omdat ze zorgt voor duidelijkheid over de uitvoerende instantie in de bijzin r is niet verantwoord CONCLUSIE 4.19 De stijl van het persbericht: r r beantwoordt (grotendeels) aan de normen van een moderne, hedendaagse en lezergerichte stijl. beantwoordt (helemaal) niet aan de normen van een moderne, hedendaagse en lezergerichte stijl. 1 Door deze vraag niet te beantwoorden, geef je aan dat het persbericht geen passiefconstructies bevat. 5