Analyseformulier persbericht

Vergelijkbare documenten
Analyseformulier folder

Analyseformulier zakelijke brief

i n h o u d Inhoud Inleiding

OPDRACHT PERSBERICHT SCHRIJVEN

Samenvatting Nederlands Module 9

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven

De teksten van de vormingspakketten die de sociaal adviseurs gebruiken worden gescreend op klare taal door de collega s van diversiteitsmanagement.

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Tips voor het schrijven van een goed persbericht

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

In duidelijk Nederlands

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Media en creativiteit. Herfst jaar vier Werkcollege 3

A Inhoud. 2. De identiteit van de eigenaar van de website en het doel van de website staan genoemd.

Aan de slag met de teksttrainer. Ilse Mestdagh en Gerti Wouters

Schrijven van studiemateriaal

Vormgeving Tijdschrift

Theorie Toets 1 voor Klas 3

Procedure Contact:

Schrijven van studiemateriaal

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Programma van Inhoud en Toetsing

Communiceren onder collega s en met de directie deel

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

Studiewijzer TaalCompetent

RICHTLIJNEN VOOR HET GEBRUIK VAN TEKST, FOTO S EN ILLUSTRATIES BINNEN DE STEDELIJKE COMMUNICATIE

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Checklist duidelijk geschreven taal

Typografie. Hoe typografie toepassen

Richtlijnen schrijven voor werkenbijmmc.nl

Pers voor beginners. Jeroen Borghs

Welkom 2008/2009. Module Re5. Actuarieel Instituut Module Re5 1

Verenigings-communicatie

Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1

Schriftelijke Vaardigheden Dag 2. Nederlandse Orde van Advocaten Najaarscyclus 2012

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

PeMeTRaS. Author: L.K.J. Roos. Personal Medical Tracking and recording software.

On the job ontwikkelen van een promotion & outreach Plan (thema: Ontwatering) BIC 15 maart 2011

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

- Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes. - Tijdschriften/kranten. - Kopieerblad. - Kopieerblad

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1)

Nynke Dölle (in 2013 bewerkt door Els Bultsma)

Schrijven kun je leren! Schrijven kun je leren! Leefmilieu, 4 oktober Peter Waterkoort info@waterkoort.nl. Agenda

Dit verhaal. Een Goede Lezing. Voorbereiding. Overzicht. Waar moet ik op letten als ik een lezing geef Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt?

5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115

Inleiding 17. Hoofdstuk 1 Zakelijk schrijven de basis 24. Competenties 24 Leerdoelen 24

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Het schrijven van stukken. Een introductie

Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus

Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Schrijven voor het web

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Wegwijzer: Een breed publiek aanspreken

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast:

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Handleiding bij het schrijven van jouw Sensationele Businessplan

(werkwoordelijk gezegde)

HANDLEIDING HANDLEIDING. Inleiding. 3 e leerjaar groep 5

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Ontdek de Bibliotheek

Eigen vaardigheid Taal

Samenvatting Nederlands Module 2

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1t/m 4 cursus lezen


Formuleren voor gevorderden

huisstijl provincie antwerpen TAALGEBRUIK

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer.

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Communicatieplan 2017

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

hoe krijg je jouw Femma-groep in de regionale media?

Vaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau


2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Transcriptie:

Analyseformulier persbericht 1 Identificatie persbericht 1.1 zender: naam: 1.2 titel: 1.3 tekstthema: aard 1 : 2 Communicatiesituatie 2.1 Omschrijf in maximaal 5 woorden zo exact mogelijk de doelgroep van het persbericht 2. 2.2 Omschrijf met 1 zin de concrete inhoud van het informatieve doel van het persbericht 3. 2.3 Benoem in voorkomend geval met 1 woord het secundaire doel van het persbericht. 2.4 Omschrijf met 1 zin de concrete inhoud van het secundaire doel 4. 3 Inhoud en opbouw 3.1 Het persbericht vermeldt de afzendergegevens. r ja r neen 3.2 Het persbericht bevat een verzenddatum. r ja r neen 3.3 Het persbericht bevat de titel persbericht. r ja r neen 3.4 Het persbericht bevat een kopsuggestie. r ja 5 r neen 6 3.5 De kopsuggestie geeft het thema exact weer. r ja r neen 3.6 Motiveer je antwoord op 3.5 in maximaal 4 regels. 1 Geef aan of het gaat om een commerciële of niet-commerciële organisatie (b.v. overheid). 2 B.v. regionale pers, nationale pers, vakpers enz. 3 B.v. Het is de bedoeling informatie te verstrekken over 4 Beantwoord deze vraag alleen als je ook vraag 2.3 beantwoord hebt. B.v. Het is de bedoeling het publiek te overtuigen van 5 Beantwoord in dit geval ook 3.5 en 3.6. 6 Sla in dit geval 3.5 en 3.6 over. 1

3.7 Het persbericht bevat een lead. r ja 1 r neen 2 3.8 Bevat de lead het antwoord op 4 of 5 van de journalistieke vragen? r ja r neen 3.9 Kruis in de onderstaande lijst de vra(a)g(en) aan waarop de lead in voorkomend geval geen antwoord geeft: r wie r wat r wanneer r hoe r waarom 3.10 Is de broodtekst oprolbaar? r ja r neen 3.11 De broodtekst is: r kort r lang en bevat geen tussenkoppen r lang en bevat wel tussenkoppen 3.12 Is de regelafstand voldoende ruim? r ja r neen 3.13 Zijn de marges voldoende ruim? r ja r neen 3.14 Is er een duidelijk afsluitteken? r ja r neen 3.15 Is er een bijlagevermelding? r ja r neen 3.16 Is er een verwijzing vaar een informatiebron? r ja r neen 3.17 Is het persbericht vrij van informatie die normaal in een begeleidende brief thuishoort? r ja r neen 3.18 Het persbericht bevat een embargo. r ja r neen 3.19 Het persbericht is: r één pagina lang r meer dan één pagina lang en bevat geen woordverwijzing r meer dan één pagina lang en bevat wel een woordverwijzing 3.20 Het persbericht is: r één pagina lang r meer dan één pagina lang en bevat geen paginanummering r meer dan één pagina lang en bevat wel een paginanummering 3.21 De inhoud en opbouw van het persberichten beantwoorden dus: r (grotendeels) volledig aan de theoretische normen r (helemaal) niet aan de theoretische normen 1 Beantwoord in dit geval ook 3.8 en 3.9. 2 Sla in dit geval 3.8 en 3.9 over. 2

4 Stijl KOPPEN 4.1 De koppen zijn doorgaans kort en kernachtig geformuleerd. r ja r neen 4.2 De koppen bevatten doorgaans een vervoegd werkwoord of een voltooid r ja r neen deelwoord. 4.3 De koppen zijn vrij van lege of betekenisloze werkwoorden. r ja r neen 4.4 De koppen zijn vrij van passieve werkwoordsvormen. r ja r neen 4.5 De koppen bevatten geen lidwoorden of voorzetsels. r ja r neen 4.6 De koppen verduidelijken de betrokkenheid op mensen. r ja r neen LEAD EN BROODTEKST Duidelijkheid 4.7 In voorkomend geval is het gebruik van moeilijke woorden/vaktermen verantwoord 1. r ja r neen Geef ten minste 2 voorbeelden van moeilijke woorden/vaktermen: Motiveer waarom het gebruik (on)verantwoord is: 4.8 De tekst is vrij van afkortingen en letterwoorden. r ja 2 r neen 3 4.9 Afkortingen/letterwoorden worden de eerste keer voluit geschreven. r ja r neen 4.10 Het aantal korte zinnen overweegt. r ja r neen 4.11 Het aantal bijzinnen is beperkt. r ja r neen 4.12 De formulering is concreet (feiten, gebeurtenissen, namen, cijfers). r ja r neen 1 Door deze vraag niet te beantwoorden, geef je aan dat het persbericht geen moeilijke woorden/vaktermen bevat. 2 Sla in dit geval 4.9 over. 3 Beantwoord in dit geval ook 4.9. 3

Aantrekkelijkheid 4.13 De zinslengte vertoont voldoende afwisseling. r ja r neen 4.14 De zinsbouw vertoont voldoende afwisseling: naast mededelende zinnen zijn er ook vragende zinnen en gebiedende zinnen. r ja r neen Geef 1 voorbeeld van elk zinstype dat in het persbericht voorkomt. 4.15 De lead en broodtekst zijn volledig vrij van typografisch gemarkeerde r ja r neen opsommingen. 4

Gepastheid 4.16 Het gebruik van de tegenwoordige/toekomende tijd overweegt. r ja r neen 4.17 Het gebruik van de actieve werkwoordsvorm overweegt. r ja r neen 4.18 In voorkomend geval is het gebruik van passiefconstructies verantwoord 1. r ja r neen Geef 2 voorbeelden van passiefconstructies uit de folder. Motiveer het gebruik van die 2 passiefconstructies. De eerste passiefconstructie: r is verantwoord, omdat de uitvoerende instantie onbekend is r is verantwoord, omdat de uitvoerende instantie irrelevant is r is verantwoord, omdat de zender discreet op de achtergrond wil blijven r is verantwoord, omdat de zender het eigen imago wil beschermen r is verantwoord, omdat anders de lezer zich beledigd kan voelen (beleefdheid) r is verantwoord, omdat ze de tekstsamenhang bevordert r is verantwoord, omdat ze zorgt voor duidelijkheid over de uitvoerende instantie in de bijzin r is niet verantwoord De tweede passiefconstructie: r is verantwoord, omdat de uitvoerende instantie onbekend is r is verantwoord, omdat de uitvoerende instantie irrelevant is r is verantwoord, omdat de zender discreet op de achtergrond wil blijven r is verantwoord, omdat de zender het eigen imago wil beschermen r is verantwoord, omdat anders de lezer zich beledigd kan voelen (beleefdheid) r is verantwoord, omdat ze de tekstsamenhang bevordert r is verantwoord, omdat ze zorgt voor duidelijkheid over de uitvoerende instantie in de bijzin r is niet verantwoord CONCLUSIE 4.19 De stijl van het persbericht: r r beantwoordt (grotendeels) aan de normen van een moderne, hedendaagse en lezergerichte stijl. beantwoordt (helemaal) niet aan de normen van een moderne, hedendaagse en lezergerichte stijl. 1 Door deze vraag niet te beantwoorden, geef je aan dat het persbericht geen passiefconstructies bevat. 5