Heelkunde en antitrombotische medicatie Enkele gevalstudies. Dr. K. von Kemp

Vergelijkbare documenten
Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

Aanbevelingen perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers en anticoagulantia

MEDISCH PROTOCOL Peri-operatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners

Problematiek 17/01/2011. Dr. Patrick Schoeters PREVENTIEF ANTISTOLLINGSBELEID BIJ ENDOSCOPISCHE PROCEDURES

artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel

SURGERY AND ANTITHROMBOTIC MEDICATION. Dr. Karl von Kemp

Wat is nieuw in Antistollingswereld?

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Antitrombotica tijdens de peri-operatieve fase. Dr. Dirk Verleyen Cardioloog AZ St-Lucas Brugge

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Perioperatief beleid voor patiënten behandeld met vitamine K antagonisten

NOACs in de dagelijkse praktijk. Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Stolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie

Dr. D. Verleyen Cardioloog AZ Sint-Lucas

Perioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden

Atriumfibrilleren & NOAC s. Dionne van Kessel

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

DR SELLESLAGH ST JOZEF KLINIEK BORNEM 29/09/2016

Perioperatief beleid. antitrombotica / anticoagulantia Versie 2017

Perioperatief beleid bij anticoagulerende therapie

Perioperatief beleid. antitrombotica / anticoagulantia Versie 2019

Praktische aspecten van de nieuwe bloedverdunners. Cardio december 2012

NOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG

Anticoagulatie in veneuze thromboembolie: Dr Mathias Leys Pneumologie AZ Groeninge - Kortrijk

Voorkamerfibrillatie: ontstolling anno Frank Provenier

NOAC en coronairlijden. Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016

Richtlijnen voor tromboseprofylaxie

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

Nascholing Antistolling

Perioperative management of NOACs

Voorkom bloedingen. de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren. Eindhoven, 19 juni 2014

Antitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Antistolling rondom chirurgische interventies bij patiënten met verhoogd tromboembolierisico

Antistolling in de tandheelkunde. J. Vincent Internist hematoloog-oncoloog Medisch leider trombosedienst Elkerliek ziekenhuis

Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason

Preventie van CVA: Zijn NOACS altijd superieur. Stand van zaken klinische trials met NOACS bij VKF

ESC richtlijn boezemfibrilleren 2016

Perioperatief Antistolling beleid

Richtlijnen voor de behandeling van voorkamerfibrillatie. Dr E Raymenants Cardiologie St Maarten

Bereikbaarheid en Protocollen Trombosedienst Emmen (Versie huisartsen)

Preoperatief traject GZA Ziekenhuizen. Checklist voor de huisarts.

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Boekje over de nieuwe orale anticoagulantia. Wat u moet weten voor het veilig gebruik ervan

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?

Antistolling: wanneer, hoe en waarom (niet) overbruggen?

Uw patiënt geboren op / / wordt op / / geopereerd en wordt hiervoor op / / opgenomen. Aard van de ingreep Links / Rechts.

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

Stolling en antistolling. Prof.dr. Karina Meijer Afdeling Hematologie UMCG Transmuraal Trombose Expertisecentrum Groningen

Perioperatieve Cardiale Complicaties. BJ Amsel 12 januari 2008

NOACs: de dagelijkse praktijk binnen de cardiologie

Atriumfibrilleren in de 2e lijn

Relatie trombosedienst & tandarts. 14 februari 2017 Elly van Mourik Alderliesten, medisch leider Nadine Goessens, manager

Anticoagulantia en anti-aggregantia: consequenties bij endoscopie. D. De Looze

Antistolling: stand van zaken. R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Gids voor voorschrijvers

Boezemfibrilleren in de dagelijkse praktijk. Refik Kaplan Cardioloog SXB

TROMBOSEPROFYLAXE EN PERIOPERATIEF

NOAC s: New Oral Anticoagulants

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

Endocarditis profylaxe. Plavix en Aspirine perioperatief. Orale anticoagulatie: perioperatieve bridging

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: INDICATIES EN PRAKTISCHE PROBLEMEN

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Nieuwe Orale Anticoagulantia (NOACs)

Complicaties van prothesechirurgie. Raf De Vloo - 21/05/2016

Boezemfibrilleren bij ouderen

De nieuwe orale anticoagulantia

Combinatietherapie van TARs en NOACs

Preventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen. FTO Paul van Buuren

Aanpak van CVA. Robin Lemmens

Antistolling. in de dagelijkse praktijk van de poliklinische apotheek. Inhoud In de media. Voorschrijfgedrag

FTO: het gebruik van (N)OAC s in de eerste lijn

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Nascholing Antistolling

Stand van zaken antistolling 2017

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA

Trombose preventie in dagchirurgie Prof Dr. Randon C Dienst Thoracale en Vasculaire heelkunde UZ Gent

Non VKA Oral AntiCoagulants. implicaties voor de operatieve ingreep in electieve - en urgente setting. Dr S. Vanden Daelen Prof Dr E.

Antistolling. versie 2018

Het kind met een stolsel

Antistolling: Oh FAQ!

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES

Antistollingstherapie. Boezemfibrilleren. Charles Kirchhof Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme

NOAC S E N D E H U I S A R T S.

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

NOACs: PERI-OPERATIEVE AANDACHTSPUNTEN: EEN UPDATE. prof. dr. Erik Vandermeulen Anesthesiologie UZ Leuven

HF & AF: Antistolling

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Directe orale antistollingsmiddelen. Pieter Willem Kamphuisen Internist vasculair geneeskundige Hoogleraar vasculaire geneeskunde

Het juiste gebruik van antistollingsmedicatie

Couperen van anticoagulantia bij bloedingen en acute interventies (VKA, DOAC, heparine/lmwh, trombocytenaggregatieremmers) Versie 4, aug 2016

DE THERAPEUTISCHE WORTELBLOCK

Antitrombotica en locoregionale anesthesie

Doelstelling van deze informatiebijeenkomst

Protocol: NOACs bij boezemfibrilleren en hartfalen

Behandeling Diep Veneuze Trombose

Transcriptie:

Heelkunde en antitrombotische medicatie Enkele gevalstudies Dr. K. von Kemp

Casus 1: het eenvoudige geval. 2 Man, 76 jaar, met chronische VKF op hypertensief hartlijden. Ventriculaire respons bevredigend met 5 mg bisoprolol. Anticoagulatie met Sintrom. Inspanningsgebonden thoracale pijn. Positieve inspanningsproef. Coronarografie : significante stenose proximaal segment r. descendens anterior waarvoor implantatie BMS.

Casus 1 1 maand Sintrom/Plavix/Asaflow Na 1 maand : Sintrom/Asaflow Consulteert wegens lipothymieën. Bradycard : stop bisoprolol. Holter : talrijke pauzes tot 4.5 s. Beslissing tot pacemakerimplantatie. Wat doet u met de antitrombotische medicatie? 3

Casus 1. Opties : 1.U stopt Asaflow en Sintrom. 2.U stopt Asaflow en Sintrom, en u past bridging toe met LMWH. 3.U stopt Asaflow en geeft verder Sintrom. 4.U geeft verder Asaflow én Sintrom. 4

Original Article Pacemaker or Defibrillator Surgery without Interruption of Anticoagulation David H. Birnie, M.D., Jeff S. Healey, M.D., George A. Wells, Ph.D., Atul Verma, M.D., Anthony S. Tang, M.D., Andrew D. Krahn, M.D., Christopher S. Simpson, M.D., Felix Ayala-Paredes, M.D., Benoit Coutu, M.D., Tiago L.L. Leiria, M.D., Vidal Essebag, M.D., Ph.D., for the BRUISE CONTROL Investigators 681 ptn onder AVK die PM/ICD kregen, gerandomiseerd naar voortzetten van de AVK (met INR < 3) of stop AVK en bridging met LMWH Bridging : 16 % pocket hematoma AVK : 3.5 % pocket hematoma N Engl J Med Volume 368(22):2084-2093 May 30, 2013

Subgroup Analyses of Clinically Significant Device-Pocket Hematoma. Birnie DH et al. N Engl J Med 2013;368:2084-2093.

Casus 1. Opties : 1.U stopt Asaflow en Sintrom. 2.U stopt Asaflow en Sintrom, en u past bridging toe met LMWH. 3.U stopt Asaflow en geeft verder Sintrom. 4.U geeft verder Asaflow én Sintrom. 7

Casus 1. Waarom was dit een eenvoudig geval? 8

Beschikbare studies Siegal,D. et al : Periprocedural heparin bridging in patients receiving VKA : Meta-analysis of bleeding and thromboembolic rates. Bruise control : PM en ICD implantatie onder AVK of met bridging? N Engl J Med 2013; 368 : 2084 POISE-2 : Aspirin in patients undergoing noncardiac surgery 9 Circulation 2012; 126 : 1630 34 studies waarvan slechts één gerandomiseerd (tandextracties onder AVK) N Engl J Med 2014; 370 :1494

Lopende studies Bridge (NCT00786474) : bridging met dalteparin of placebo. Periop 2 (NCT00432796) : bridging met dalteparin of placebo. 10 Start : juli 2009 Voorziene einddatum : maart 2015 Start : december 2006 Voorziene einddatum : maart 2015

11

Casus 2 : antistolling voor orthopedisten. 12 Vrouw, 73 jaar, chronische VKF. AHT, type II diabetes, normale nierfunctie. Twee jaar geleden CVA met linkerhemiparese, goede recuperatie, diagnose van VKF werd toen gesteld, halsvatenonderzoek normaal. Sinds CVA anticoagulatie met Sintrom Invaliderende coxartrose links. Orthopedisch advies : THP links Quid Sintrom? Doorverwijzing naar de huisarts.

Casus 2. Opties : 1.Stop Sintrom, en na ingreep hervatten na advies orthopedie. 2.Behoud Sintrom, zo nodig dosisreductie zodat INR < 2 3.Stop Sintrom, tijdelijk LMWH in therapeutische dosis voor en na de ingreep, herstart Sintrom na ingreep. 4.Idem als 3, maar met de helft van de normale therapeutische dosis LMWH. 13

Heelkunde bij de geanticoaguleerde patiënt. Het perioperatief beleid bij de ontstolde patiënt wordt bepaald door : Het bloedingsrisico van de ingreep Het risico verbonden aan het stopzetten van de ontstolling. 14 Heelkunde bij de geanticoaguleerde patiënt

PERI-OPERATIEVE OVERBRUGGINGSTHERAPIE VOOR PATIËNTEN ONDER VITAMINE K-ANTAGONISTEN BLOEDINGSRISICO VAN DE INVASIEVE PROCEDURE Hoog bloedingsrisico Cardiale heelkunde Intracraniële of spinale heelkunde Aorta-heelkunde Perifere en andere majeure vaatheelkunde Heup-en kniearthroplastie Reconstructieve plastische heelkunde Majeure oncologische heelkunde Prostaat-en blaaschirurgie Resectie van colonpoliepen (zo basis 2 cm ø) Prostaat-of nierbiopsie Laag bloedingsrisico Mineure tandheelkundige procedures Vullingen, kanaalvullingen, tandsteen verwijderen Tandextractie: VKA titreren tot INR 2.0-2.5 Tranexaminezuur mondspoelingen Mineure dermatologische procedures Oftalmologische procedures: cataractheelkunde VKA-therapie NIET onderbreken bij procedures met laag bloedingsrisico VKA-therapie onderbreken en tijdelijk vervangen door LMWH bij procedures met hoog en matig bloedingsrisico 15

Risico van stopzetting van de ontstolling bij voorkamerfibrillatie Risico op stroke bij tijdelijke onderbreking van de behandeling met AVK bij chronische VKF : Hoog risico : CHADS2 5-6 of CHA2DS2VASc 6-9 Recent (< 3 md) CVA of TIA Reumatische hartklepziekte Matig risico : CHADS2 3-4 of CHA2DS2VASc 3-5 16 Laag risico : CHADS2 0-2of CHA2DS2VASc 0 2 én géén CVA/TIA Heelkunde bij de geanticoaguleerde patiënt

Majeure risicofactoren CVA CHA2DS2-VASc Score Risico factor CHA2DS2VASc CHA2DS2-VASc % thromboembolische events per jaar (95 %CI*) Congestief hartfalen 1 Hypertensie 1 Age (Leeftijd 75 jaar) 2 Diabetes mellitus 1 Stroke (CVA) of TIA 2 Vasculaire aandoening 1 Age (Leeftijd 65-75) Sexe (Vrouw) 1 1 Optellen van punten 9 15.2% 8 6.7% 7 9.6% 6 9.8% 5 6.7% 4 4% 3 3.2% 2 2.2% 1 1.3% 0 0%

HK met bloedingsrisico bij pt onder AVK. Stopzetten van de AVK behandeling Dosisreductie (gemiddelde INR 1.8) gaat nog steeds gepaard met 34 % transfusienood. AVK stoppen 5 halfwaardetijden voor ingreep : Sintrom : min. 3 dagen Marevan (warfarin) : min. 5 dagen Marcoumar (phenprocoumon) : min 10 dagen Met dit AVK-vrij interval heeft nog 7% een INR > 1.5 de dag voor de ingreep Langer stoppen bij pt met hoger INR (klepprothesen) en bij oudere pt. 18 Heelkunde bij de geanticoaguleerde patiënt

HK met bloedingsrisico bij pt onder AVK. Nood aan bridging ontstolling. Aanbevelingen voor bridging bij ptn met hartklepprothesen, VKF en DVT/LE : Hoog risico ptn : therapeutische dosis LMWH voorgesteld (LMWH beter dan UFH) Matig risico ptn : wel of niet bridgen in functie van individueel risico m.b.t. patiënt en ingreep Laag risico ptn : géén bridging voorgesteld 19 Heelkunde bij de geanticoaguleerde patiënt

Bridging ontstolling Bloedingsrisico van de ingreep LAAG LAAG Trombose risico bij stoppen van GEMIDDELD de ontstolling HOOG GEMIDDELD HOOG Behoud AVK Stop AVK Geen bridging Stop AVK Geen bridging Behoud AVK Stop AVK θ dosis* LMWH? Stop AVK θ dosis* LMWH? Behoud AVK Stop AVK θ dosis* LMWH Stop AVK θ dosis* LMWH * : ½ θ dosis te overwegen bij ontstolling wegens DVT-LE 20 Heelkunde bij de geanticoaguleerde patiënt

HK met bloedingsrisico bij pt onder AVK. Praktische toepassing van bridging. Welk geneesmiddel in welke dosis? Therapeutische dosis : Steeds tweemaal per dag toedienen Nadroparin (Fraxiparin ) 2 x/d 0.01 ml/kg Enoxaparin (Clexane ) 2 x/d 1 mg/kg Intermediaire dosis : Nadroparin (Fraxiparin ) 2 x/d 0.05 ml/kg Enoxaparin (Clexane ) 2 x/d 0,5 mg/kg 21 Heelkunde bij de geanticoaguleerde patiënt

Overbruggingsschema Post-operatief heropstarten LMWH Operatie 24h 6-10h 24u 48-72u START THROMBOPROPHYLACTISCHE DOSIS* START INTERMEDIAIRE DOSIS Stop LMWH zodra INR > 2** START THERAPEUTISCHE DOSIS * In geval van hemostaseproblemen wordt het herstarten van LMWH en AVK uitgesteld ** INR > 2.5 bij mechanische klepprothesen Herstart AVK 22

Casus 2. Opties : 1.Stop Sintrom, en na ingreep hervatten na advies orthopedie. 2.Behoud Sintrom, zo nodig dosisreductie zodat INR < 2 3.Stop Sintrom, tijdelijk LMWH in therapeutische dosis voor en na de ingreep, herstart Sintrom na ingreep. 4.Idem als 3, maar met de helft van de normale therapeutische dosis ( intermediaire dosis) LMWH. 23

Casus 2 deel 2 24 Dezelfde patiënte, twee jaar later : Nog steeds in VKF. Serum creatinine1.22 mg/dl, egfr 42 ml/min Patiënte neemt nu Xarelto 15 mg/d. Zeer tevreden over de linkerheup. Toenemende coxatrose rechts. Advies orthopedie : THP rechts! Quid Xarelto? Nu zeker verwezen naar de huisarts.

Casus 2 deel 2 Opties : 1.Laatste Xarelto dag -2 preop; geen bridging; herstart Xarelto ten vroegste 48 u postop. 2.Laatste Xarelto dag -5 preop; bridging met LMWH zoals bij AVK; herstart Xarelto ten vroegste 48 u postop. 3.Laatste Xarelto dag -5 preop; geen bridging; herstart Xarelto ten vroegste 48 u postop. Geen 25 enkel antwoord is verkeerd!

Perioperatief beleid en NOAC s 26 Er zijn geen formele guidelines. Aanbevelingen zijn gebaseerd op farmacokinetiek en expert opinion. Er zijn (nog) geen antidota voor NOAC s. Er zijn (nog) geen algemeen en snel beschikbare labotests om de werking van NOAC s te meten. Halfleven en serumspiegels vertonen een grote interindividuele variabiliteit. NOAC s geven enkele uren na toediening een vrijwel maximale anticoagulatie. Postoperatief pas hervatten bij zekerheid omtrent hemostase ((48 à) 72 u postop). Per os inname! Heelkunde en antitrombotische medicatie 17/02/15

ESC/ESA Guidelines 2014 Aanbevelingen omtrent perioperatief beleid bij NOACs : Bridging is in most cases unnecessary. Stop NOAC 2 3 half lives before surgery with normal bleeding risk. Stop NOAC 4 5 half lives before surgery with high bleeding risk. Resume NOAC at earliest 48 h after surgery,or delay it until post-surgical bleeding tendency is diminished. 28

Halfleven van NOACs Rivaroxaban: 7 11 u (11 13 u bij elderly ) Apixaban :12u Edoxaban: 6 11u Dabigatran:12 14 u bij normale nierfunctie Dus t/2 = 12 u als praktische richtlijn 29

Onderbreking van dabigatran voor heelkunde Van Ryn et al, Thromb Haemost 2010; 103 : 1116 30

Franse aanbevelingen : strenger! Arch Cardiovasc Dis 2011; 104 : 669 31

Franse aanbevelingen : strenger! Procedure with low risk of bleeding Procedure with moderate to high risk of bleeding Tekst : last DOA 24 u pre-proc. Tekst : herstart DOA 24 u na proc. 32

Bridging algorithm for vitamin K antagonists and new oral anticoagulants. Gallego P et al. Circulation 2012;126:1573-1576 Copyright American Heart Association

Bridging algorithm for vitamin K antagonists and new oral anticoagulants. Gallego P et al. Circulation 2012;126:1573-1576 Copyright American Heart Association

PERI-OPERATIEF BELEID BIJ NOAC s BIJ egfr 50 ml/min Therapeutische dosis LMWH : Fraxiparine 0.01 ml/kg 2 x/d BLOEDINGSRISICO VAN DE INGREEP Tromboserisico bij stoppen van de ontstolling LAAG GEMIDDELD LAAG Geen NOAC de dag van de ingreep Laatste NOAC dag -2 Post-op herstart NOAC > 48 u Geen LMWH GEMIDDELD Geen NOAC de dag van de ingreep Laatste NOAC dag -2 Geen LMWH pre-op LMWH post-op optioneel Post-op NOAC > 48 u* Laatste NOAC dag -4 θ dosis LMWH*** optioneel pre-op post-op enkel NOAC > 48 u* HOOG Geen NOAC de dag van de ingreep Laatste NOAC dag -2 θ dosis*** LMWH dag - 1 Post-op LMWH* Post-op NOAC > 48 u** Laatste NOAC dag -4 Pre-op θ dosis LMWH**,*** Post-op LMWH* optioneel Post-op NOAC > 48 u* HOOG Laatste NOAC dag -4 Post-op herstart NOAC > 48 u Geen LMWH * : timing van post-op herstart LMWH en NOAC in functie van de kwaliteit van de hemostase ** : geen overlap tussen LMWH en NOAC!! ***: ½ θ dosis te overwegen bij ontstolling wegens DVT-LE 35

PERI-OPERATIEF BELEID BIJ NOAC s BIJ egfr < 50 ml/min Therapeutische dosis LMWH : Fraxiparine 0.01 ml/kg 2 x/d BLOEDINGSRISICO VAN DE INGREEP Tromboserisico bij stoppen van de ontstolling LAAG GEMIDDELD HOOG LAAG Geen NOAC de dag van de ingreep Laatste NOAC dag -4 Post-op NOAC > 48 u Geen LMWH Laatste NOAC dag -5 Post-op NOAC > 48 u Geen LMWH GEMIDDELD Geen NOAC de dag van de ingreep Laatste NOAC dag -4 ½ θ dosis LMWH pre- en post-op optioneel*,** Post-op NOAC > 48 u*,** Laatste NOAC dag -5 ½ θ dosis LMWH optioneel pre-op post-op enkel NOAC > 48 u* HOOG Geen NOAC de dag van de ingreep Laatste NOAC dag -4 ½ θ dosis LMWH**pre-op Post-op LMWH*,** Post-op NOAC > 48 u** Laatste NOAC dag -5 ½ θ dosis LMWH** pre-op Post-op LMWH*,** optioneel Post-op NOAC > 48 u** * : timing en dosis van postop herstart LMWH en NOAC in functie van de kwaliteit van de hemostase ** : geen overlap tussen LMWH en NOAC!! 36

Casus 3. 37 Man, 72 jaar,inferior infarct vier jaar voordien. Geen tekens van residuële ischemie achteraf, geen coronaro, geen revascularisatie, goed bewaarde LV functie. Neemt Asaflow 80 mg/d. Herhaalde episodes van sygmoïd diverticulitis, telkens behandeld met antibiotica. Sygmoïdectomie wordt overwogen. Mag/moet Asaflow gestopt worden?

De POISE-2 studie Original Article Aspirin in Patients Undergoing Noncardiac Surgery Drie vragen : Heeft het zin perioperatief aspirine toe te dienen bij patiënten met verhoogd cardiovasculair risico maar die geen aspirine nemen, om het risico op perioperatief infarct te reduceren? Is het veilig perioperatief aspirine verder toe te dienen bij patiënten met verhoogd cardiovasculair risico die al aspirine innemen? Is het nodig perioperatief aspirine verder toe te dienen bij patiënten met verhoogd cardiovasculair risico die al aspirine nemen? N Engl J Med Volume 370(16):1494-1503 April 17, 2014

De POISE-2 studie Original Article Aspirin in Patients Undergoing Noncardiac Surgery 10010 patiënten met verhoogd cardiovasculair risico 5628 zonder aspirin : gerandomiseerd naar placebo of aspirin (dag 0 tot dag 30) ( initiation stratum ) 4382 met aspirin : minstens 3 d stop aspirin voor ingreep, dan gerandomiseerd naar herstart aspirin op dag 0, of placebo (dag 0 tot dag 7) en dan herstart aspirin ( continuation stratum ) Patiënten met BMS < 6 w vooraf of DES < 1jaar vooraf werden uitgesloten. N Engl J Med Volume 370(16):1494-1503 April 17, 2014

Kaplan Meier Estimates of the Primary Composite Outcome of Death or Nonfatal Myocardial Infarction at 30 Days. Devereaux PJ et al. N Engl J Med 2014;370:1494-1503

Subgroup Analyses of the Primary Outcome. Devereaux PJ et al. N Engl J Med 2014;370:1494-1503

Conclusions Administration of aspirin before surgery and throughout the early postsurgical period had no significant effect on the rate of a composite of death or nonfatal myocardial infarction but increased the risk of major bleeding (+ 25 %). N Engl J Med Volume 370(16):1494-1503 April 17, 2014

De POISE-2 studie Original Article Aspirin in Patients Undergoing Noncardiac Surgery Drie vragen : Heeft het zin perioperatief aspirine toe te dienen bij patiënten met verhoogd cardiovasculair risico maar die geen aspirine nemen, om het risico op perioperatief infarct te reduceren? NEEN Is het veilig perioperatief aspirine verder toe te dienen bij patiënten met verhoogd cardiovasculair risico die al aspirine innemen? NEEN Is het nodig perioperatief aspirine verder toe te dienen bij patiënten met verhoogd cardiovasculair risico die al aspirine nemen? NEEN N Engl J Med Volume 370(16):1494-1503 April 17, 2014

Casus 3. Aspirin mag gestopt worden indien het bloedingsrisico hoog wordt ingeschat. Aspirin mag verder toegediend worden indien het bloedingsrisico laag wordt ingeschat. Individuele beslissing! 44

Wij wensen u veel succes bij het begeleiden van uw ontstolde patiënten! Uw vragen om advies zijn steeds welkom! Uw vragen zijn ook nu welkom... 45